The hardest pain is the pain we are unable to express Afstudeerscriptie Naam: Jacobien Nagel Onder begeleiding van: B. Perrels Opleiding: Sport en Bewegen (CALO) Datum: Zwolle, mei 2003 Inhoud: Voorwoord 3 Samenvatting 4 1. Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Centrale vraagstelling 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Opbouw van de tekst 9 2. Sport in ontwikkeling 10 2.1 Beleidsvisie en uitgangspunten voor Nederland 10 2.2 Stand van zaken in de uitvoering 1998-2000 12 2.3 De huidige ontwikkelingen 14 2.4 Samenvatting 16 3. Sport en ontwikkelingssamenwerking 17 3.1 De maatschappelijke waarde van sport 17 3.2 De kracht van sport bij ontwikkelingssamenwerking 18 3.3 Het belang van sport en spel voor de ontwikkeling van het kind 20 3.4 Samenvatting 22 4. Traumaverwerking 23 4.1 Trauma 22 4.2 Reacties van kinderen in verschillende leeftijdscategorieën 26 4.3 Trauma en verwerking 29 4.4 Bewegen tot praten 32 4.5 Samenvatting 35 5. Traumaverwerking en sport 37 5.1 Quickscan Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport 37 5.2 Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport 40 5.3 Organisaties en projecten 47 5.4 Samenvatting 60 Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 1 6. Praktijkervaringen; traumaverwerking en sport 61 6.1 Achtergrondinformatie 61 6.2 Onderzoeksvragen 62 7. Conclusies en aanbevelingen 67 7.1 Inzichten verkregen vanuit de literatuur (hst. 1-5) 67 7.2 Inzichten verkregen vanuit inventarisatie organisaties 71 7.3 Inzichten verkregen vanuit de interviews 73 7.4 Slotwoord 75 Literatuurlijst 77 Internetpagina’s 80 Bijlagen 82 1. Voorbeeld observatielijst onderzoek War Child 2. Voorbeeld sportworkshop War Child 3. Minder spanningen in het kamp door sport 4. Rondkomen van een lokaal salaris 5. Op een zijspoor van de geschiedenis 6. Met Marco dansen in de loopgraven Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 2 Voorwoord De eerste vraag die ik aan mijn scriptiebegeleider stelde was: Hoe dik moet een scriptie ongeveer worden? Waarop werd geantwoord dat iedereen die vraag stelde en dat er geen minimum was vast gesteld. Mijn eerste gedachte ging uit naar twintig pagina’s. Naarmate de tijd vorderde, ging ik me afvragen of het er niet twintig te veel waren. Ik heb het zo gelaten omdat ik van mening ben dat alles in deze scriptie een toevoegende waarde heeft. Waarom blijf je dagen achter je computer zitten terwijl het buiten zo mooi weer is? Misschien komt het wel simpelweg doordat dit onderwerp mij zo boeit. Vooral de onbekendheid rondom dit thema wekte mijn nieuwsgierigheid. Aan de ene kant misschien lastig omdat er geen kant-en-klaar boek voor je staat, aan de andere kant een grote uitdaging die ik zeker als positief heb ervaren. Graag wil ik al die organisaties bedanken, die ik een aantal weken heb bestookt met mailtjes en telefoontjes, voor hun medewerking. In het bijzonder Helga van Kampen die mij wegwijs heeft gemaakt aan het begin van mijn zoektocht en Christel de Jong die mij een avond geboeid heeft met haar ervaringen in Kosovo. Daarnaast mijn moeder voor de vele spelfouten die zij eruit mocht halen en uiteraard mijn docent Bobby Perrels voor zijn kritische blik op deze scriptie. Jacobien Nagel Zwolle, 2003 Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 3 Samenvatting In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar de rol die sport en bewegen kan spelen wanneer deze wordt ingezet als middel bij traumaverwerking. Het onderzoek bestaat uit drie delen: een literatuuronderzoek, een inventarisatie naar organisaties en projecten en een onderzoek naar praktijkervaringen. Daarbij was de doelstelling om meer inzicht te verkrijgen in de betekenis van sport en spel als middel bij traumaverwerking. Het rijksbeleid ‘sport en ontwikkelingssamenwerking’ is een gedeelde verantwoordelijkheid van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In 1998 wordt de beleidsnotitie ‘Sport in ontwikkeling: samenspel scoort!’ opgesteld waarin het thema traumaverwerking en sport kort wordt toegelicht. Het doel van het OS- beleid wordt als volgt geformuleerd: ‘Het bevorderen van een optimale inzet van lichamelijke opvoeding, sport, spel en bewegingsactiviteiten in ontwikkelingslanden met als doel het welzijn, de gezondheid en de ontwikkeling van individuen te verbeteren en de cohesie en ontwikkeling van de samenleving te verhogen’. Binnen het Nederlands beleid komt dit op twee manieren tot uiting: 1. Via ondersteuning van de zogenoemde ’sport-plus’ activiteiten gericht op sport en lichamelijke opvoeding zelf waarbij de maatschappelijke effecten van deze activiteiten zo optimaal mogelijk benut kunnen worden. 2. Door het toevoegen van sport en bewegingsactiviteiten aan andere activiteiten, zoals plattelandsontwikkelingsprojecten, straatkinderenprogramma’s, vrouwenprojecten of in vluchtelingenkampen. Dergelijke activiteiten heten ‘plus-sport’ activiteiten. Deze projecten zijn in grote lijnen gericht op de volgende groepen en thema’s: Vrouw, gender en sport Gezondheid en sport Traumaverwerking en sport In 2001 wordt er een onderzoek verricht door het NISB naar Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking en Sport (OTS). Als belangrijkste conclusie komt hieruit naar voren dat sport en bewegen als middel door iedereen als positief wordt ervaren. Aangegeven wordt alleen dat nog niet iedere organisatie bekend is met de mogelijkheden van dit middel. In deze scriptie wordt meer duidelijkheid gegeven over de mogelijkheden van sport en spel bij traumaverwerking en de wijze waarop dit gebeurt, een verdieping in het begrip trauma is hiervoor noodzakelijk. “In de psychologie wordt een traumatische gebeurtenis of trauma omschreven als: het ervaren van, getuige zijn van of geconfronteerd worden met een gebeurtenis of Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 4 gebeurtenissen waarbij sprake is van feitelijk of dreigend overlijden of ernstig letstel, of bedreiging van de fysieke integriteit van zichzelf of anderen”. Een trauma kan ontstaan door o.a. de volgende oorzaken: Dood van een ouder of naast familielid; Blootstelling aan geweld als getuige; Langdurige scheiding van de ouders; Slachtoffer zijn van geweld; Deelname aan de strijd; Het oplopen van lichamelijke verwondingen Armoede en, Als vluchteling moeten leven. Deze traumatische ervaringen kunnen leiden tot PTSD. We kunnen hierbij twee vormen onderscheiden de zogenoemde acute PTSD (symptomen houden korter dan 3 maanden aan) en de op langere termijn optredende PTSD. PTSD staat voor post traumatisch stress syndroom. Dit is een ernstige stoornis die optreedt wanneer mensen een ingrijpende gebeurtenis niet goed hebben verwerkt. De symptomen uiten zich in drie categorieën namelijk; herbeleving, vermijden en prikkelbaarheid. Deze reacties zijn erg afhankelijk van de oorzaak, leeftijd en duur van een traumatische ervaring. Bij kinderen in de leeftijd van 2-6 jaar zien we andere reacties dan bij bijvoorbeeld tieners. Voorbeelden van reacties die kunnen optreden zijn: slapeloosheid, terug trekken, concentratieproblemen, depressiviteit enzovoort. Wanneer we gaan kijken naar de combinatie tussen traumaverwerking en sport dan zien we dat sport een aantal waarden heeft die een bijdrage kunnen leveren aan traumaverwerking. Hierbij kun je denken aan, gezondheid, vorming, intrinsieke waarde en het belang van sport voor de ontwikkeling van het kind. Volgens artikel 31 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind heeft ieder kind recht op ontspanning en spel en op deelname aan culturele en creatieve activiteiten.In ontwikkelingslanden is het recht op sport en spel echter geen vanzelfsprekendheid. Spelen komt daar niet op de eerste plaats en vaak ook niet op de tweede of derde. Juist in ontwikkelingslanden kunnen sport en spelactiviteiten bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en ze weer een redelijk normale jeugd geven. “Bij kinderen is spel en bewegen het middel tot uitdrukken en verwerken van problemen en tevens een mogelijkheid tot intens inwerkende communicatie” (Kok, 1981, p.81). Bewegen en spel zijn beide vormen van in-de-wereld-zijn, zijn beide op een context gericht en hebben beide een communicatieve waarde: ze zeggen iets over de persoon die beweegt/ speelt en over zijn relatie met de context. Deze functies van spel en bewegen maakt het mogelijk dit als therapiemiddel voor kinderen te gebruiken. (Steggink, 1988). Wanneer sport en spel Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 5 wordt ingezet als middel bij traumaverwerking kun je gebruik maken van psychomotorische therapie (PMT). PMT maakt gebruik van situaties die zich concentreren op de ervaring en beleving van het eigen lichaam. Het idee hierachter komt erop neer dat ‘actief’ bezig zijn bijdraagt aan de genezing. PMT maakt hierbij gebruik van bewegingssituaties, dit zijn van sport en spel afgeleide vormen. Voor getraumatiseerden biedt PMT belangrijke invalshoeken om gevoelens van machteloosheid op te heffen door iets ‘te doen’ en om te beschikken over de mogelijkheid tot communicatie voor datgene waar geen woorden voor zijn. Bij het bieden van hulp aan getraumatiseerde personen zijn een aantal factoren van belang: Het bieden van veiligheid en bescherming Hulp bieden zo snel mogelijk na de traumatische gebeurtenis In een kalme omgeving zonder te veel afleiding Help het kind zijn gevoelens, herinneringen en gedachten te uiten. Help het kind een helder beeld te verkrijgen van de traumatische gebeurtenis. Maak het mogelijk dat kinderen er in hun dagelijkse leven beter mee leren omgaan, dit wordt ook wel coping genoemd. Binnen organisaties die hulp bieden in vluchtelingenkampen groeit de overtuiging dat sport en psychomotorische therapie een belangrijke functie kunnen hebben in het kader van traumaverwerking. Sport biedt zowel in actieve als passieve zin mogelijkheden om een nieuwe start te maken na een crisissituatie. Uit het inventarisatie onderzoek naar organisaties en projecten zijn er vijf organisaties gevonden waarbij sport en spel een onderdeel is bij traumaverwerking. Echter beschikken deze organisaties daarbij niet over veel inhoudelijke informatie. De wijze waarop sport en spel als middel wordt ingezet bij traumaverwerking en de methodieken die men gebruikt komen niet bij alle organisaties even duidelijk naar voren. Daarbij is sport en spel meestal maar een klein onderdeel van het gehele project. Om aan te geven op welke manieren je sport en spel kunt inzetten als middel bij traumaverwerking wordt er een driedeling gemaakt in het bewegingsaanbod. Dit is een uitbreiding van de eerder genoemde onderscheiding in sport + en +sport -projecten. Hierbij worden er drie verschillende accenten benadrukt namelijk: leren, lukken en ontdekken. Bij het accent ‘ervaren’ heeft het bewegingsaanbod een meer therapeutisch karakter wat in mijn beleving een grotere bijdrage kan leveren aan de verwerking van een trauma dan bij het eerste accent ‘leren’. In de praktijk zijn uiteraard vele combinaties mogelijk. De belangrijkste conclusie die uit de interviews naar voren komt is dat de ervaringen met sport en spel over het algemeen zeer positief zijn. Daarbij is de extrinsieke waarde van sport en spel bij traumaverwerking niet langer onderbelicht en verdient dit thema een duidelijke erkenning van vele organisaties. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 6 1: inleiding 1.1 Aanleiding Steeds vaker worden conflicten uitgevochten in dorpen en steden in plaats van aan het oorlogsfront. Daardoor worden kinderen in toenemend slachtoffer van dit geweld. Sommige kinderen zijn getuige van de dood van ouders of vrienden; anderen lopen lichamelijke verwondingen of handicaps op; sommige worden noodgedwongen gescheiden van hun ouders of naaste familie; weer anderen gaan bij het leger en nemen actief deel aan de oorlog. Het lijdt geen twijfel dat ervaringen waarmee kinderen in oorlogstijd te maken krijgen zeer uiteenlopen en dat ieder kind op een andere wijze door een oorlog zal worden getroffen. Door kogels, scherven en landmijnen zijn de afgelopen 10 jaar alleen al zo een 1.5 miljoen kinderen gestorven, 4 miljoen kinderen zijn lichamelijk gehandicapt en 10 miljoen jongeren blijven hun leven beschadigd omdat ze, jaar in jaar uit, in een nachtmerrie hebben geleefd. Uit de Quickscan ‘ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport’ opgesteld in 2001 door het Nederlands Instituut Sport en Bewegen (NISB), blijkt dat er nog behoefte is aan nader onderzoek over dit thema. Als oorzaak voor de geringe betekenis van sport en traumaverwerking wordt voornamelijk de onbekendheid met sport als middel om andere doelstellingen te bereiken genoemd. Vooral voor ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties (OS) blijft de extrinsieke waarde van sport onderbelicht en niet (h)erkend. Bovendien blijkt uit de Quickscan dat sport en ontwikkelingssamenwerking een relatief nieuw thema is, waarbinnen het gebied, traumaverwerking en sport, nog nauwelijks is onderzocht. Organisaties die zich bezig houden met ontwikkelingssamenwerking zijn nog onvoldoende bekend met de mogelijkheden van sport en spel bij traumaverwerking. 1.2 Centrale vraagstelling Doelstelling Het verkrijgen van (meer) inzicht in de betekenis van sport en spel als middel bij traumaverwerking. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 7 Probleemstelling Wat voor rol kan sport en bewegen spelen wanneer deze wordt ingezet als middel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden? Onderzoeksvragen: Welke organisaties zetten sport in als middel bij traumaverwerking? Wat is de extrinsieke waarde van sport en spel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden? 1.3 Wat zijn de oorzaken en gevolgen van een trauma? Wat is noodzakelijk om sport in te kunnen zetten als middel bij traumaverwerking? Op welke wijze kun je sport en bewegen inzetten als middel bij traumaverwerking? Wat zijn de ervaringen vanuit het veld? Werkwijze Na het lezen van het blad ‘supporter’, een tijdschrift over ontwikkelingssamenwerking en sport, ben ik eerst op het internet gaan zoeken naar organisaties die ‘iets doen’ rondom dit thema. Na deze eerste oriëntatie ben ik velen daarvan gaan mailen en bellen om op deze wijze achtergrondinformatie te verzamelen over projecten waarin sport en spel als middel wordt ingezet bij traumaverwerking. Via het NCDO (Nederlandse Commissie Duurzame Ontwikkeling) kreeg ik nog een aantal contactadressen van mensen uit de praktijk en werd ik gewezen op de Quickscan van het NISB over traumaverwerking en sport. Met deze Quickscan als basis ben ik verder gegaan en uiteindelijk gekomen tot een centrale vraagstelling en een aantal onderzoeksvragen. Om literatuur te verzamelen over het begrip trauma en de relatie met sport, heb ik vooral gebruik gemaakt van engelse literatuur afkomstig van de organisatie UNICEF. Een aantal weken later werd ik in april uitgenodigd voor een platformvergadering van het NCDO met als centraal thema; ‘Traumaverwerking en sport’. Door deze vergadering bij te wonen heb ik direct kunnen spreken met mensen van verschillende sport en ontwikkelingsorganisaties en zo langs deze weg nog meer extra informatie kunnen verzamelen. Verder heb ik contact gehad met de heer Sietsma van de afdeling BPT(Bewegingsagogie en Psychomotorische Therapie) van de CALO. Door een gesprek met de heer Sietsma en door gebruik te maken van verschillende literatuurbronnen heb ik meer inzicht gekregen in de extrinsieke waarde van sport en bewegen bij traumaverwerking. Tevens heb ik doormiddel van deze informatie geprobeerd een duidelijk beeld weer te geven van de verschillende vormen en accenten die je kunt aanbrengen Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 8 binnen een bewegingsaanbod. Omdat ik zelf niet in de gelegenheid ben om naar het buitenland te gaan, heb ik een veldonderzoek gedaan bij mensen uit de praktijk. Deze personen heb ik door middel van interviews verschillende vragen gesteld over hun ervaringen met traumaverwerking en sport. Ik heb er voor gekozen om in deze scriptie naast algemene informatie ook expliciet te kijken naar het kind in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Omdat kinderen andere reacties vertonen dan volwassenen en omdat ze meer afhankelijk zijn van de hulp van buitenaf zijn veel projecten gericht op deze doelgroep. Hierbij worden de verschillende leeftijdsfasen apart behandeld. Al deze informatie wordt aan het eind van mijn scriptie verwerkt in een aantal conclusies en aanbevelingen. 1.4 Opbouw van de tekst Deze scriptie is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk twee wordt de Nederlandse beleidsvisie ten aanzien van sport en ontwikkelingssamenwerking nader toegelicht. Hierbij wordt ingegaan op de ontwikkelingen vanaf 1998 tot nu. In hoofdstuk drie staat het thema sport centraal, gekeken wordt naar de verschillende extrinsieke waarden die sport en bewegen met zich meebrengen. Dit gebeurt in de context van ontwikkelingssamenwerking en specifiek voor de ontwikkeling van het kind. Hoofdstuk vier gaat in zijn geheel over het begrip trauma. Hierbij wordt gekeken naar de verschillende oorzaken van een trauma en welke gevolgen dit met zich mee kan brengen. De gevolgen worden tot 18 jaar per leeftijdscategorie apart behandeld. In de laatste paragraaf wordt er een link gemaakt tussen traumaverwerking en sport en bewegen door middel van psychomotorische therapie (PMT). In hoofdstuk vijf worden de drie afzonderlijke thema’s ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport samengevoegd. In de eerste paragraaf wordt het onderzoek naar OTS verricht door de NISB nader toegelicht. Daarna wordt er gekeken naar de rol van sport bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden en op welke wijze dit gebeurt. In de derde paragraaf staat het inventarisatie onderzoek centraal en wordt er informatie gegeven over verschillende organisaties en hun projecten waarvan sport en traumaverwerking een onderdeel is. In hoofdstuk zes staat het onderzoek naar praktijkervaringen centraal. Hiervoor zijn drie mensen geïnterviewd die ervaring hebben opgedaan in drie verschillende projecten. Het gaat daarbij om een onderzoek naar sport in het programma van War Child (Kosovo), sport en spel in het vluchtelingenkamp Kakuma (Kenia) en een traumaherkennings/ volleybalproject in Rwanda. Tot slot worden de conclusies en aanbevelingen geformuleerd in hoofdstuk zeven. Dit is onderverdeeld in drie paragraven namelijk de volgende: literatuuronderzoek, inventarisatie organisaties en de praktijkervaringen. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 9 2. Sport in ontwikkeling Inleiding Bij ontwikkelingssamenwerking denkt men meestal niet gelijk aan sport. De gedachte van ‘eerst brood dan spelen’ heeft lange tijd de boventoon gevoerd binnen het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Gelukkig is hier de laatste jaren steeds meer verandering in gekomen. Steeds meer politieke partijen erkennen de maatschappelijke waarde van sport in ontwikkelingslanden en spelen daarmee in op de vraag van de ontvangende partij. In dit hoofdstuk worden de doelstellingen en visie van het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid toegelicht. Aangezien ontwikkelingssamenwerking en sport een relatief nieuw thema is, waarbinnen zich de afgelopen jaren een hoop heeft afgespeeld, worden hieronder de ontwikkelingen vanaf 1998 tot nu kort weergegeven. 2.1 Beleidsvisie en uitgangspunten voor Nederland Het rijksbeleid ‘sport en ontwikkelingssamenwerking’ is een gedeelde verantwoordelijkheid van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Uit de kabinetsnota ‘Wat sport beweegt’ van november 1996, blijkt dat het Nederlandse kabinet de betekenis van sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking in toenemende mate erkent. Zowel binnen de sport als in de politiek is er sprake van verandering. Sport staat nationaal en internationaal op de agenda. Deze ontwikkelingen heeft onder andere geleid tot bredere ondersteuningsmogelijkheden en betrokkenheid van meer organisaties en onderwijsinstellingen die geïnteresseerd zijn in dit thema. In 1998 hebben het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gezamenlijk de beleidsnota ‘Samenspel scoort’ geschreven. Hierin wordt o.a. beschreven waar het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid zich voornamelijk op richt: “Het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid is vooral gericht op het verbeteren van de situatie van de armsten en kanslozen in de zogenaamde DAC-landen (‘Development Assistance Committee’). Er zijn twee hoofddoelstellingen: armoedebestrijding en economische ontwikkeling. Armoedebestrijding geschiedt op vele fronten: sociale ontwikkeling, economische ontwikkeling, duurzame ontwikkeling, mensenrechten, democratisering en goed bestuur. De vraag vanuit het land zelf en de omstandigheden daar zijn bepalend voor mogelijke Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 10 ondersteuning met Nederlandse middelen. Het ontwikkelingsland zelf is de baas over het eigen ontwikkelingsproces” (Sport in Ontwikkeling: Samenspel scoort, 1998, p.11). Daarnaast is het Nederlands sportbeleid t.o.v. het OS-beleid er voornamelijk op gericht om zo veel mogelijk gebruik te maken van de maatschappelijke waarde die sport heeft en de bijdrage die sport kan leveren bij de oplossing van problemen. Het Nederlands sportbeleid is gericht op de volgende 4 speerpunten (VWS, 1996): 1. Het signaleren en benutten van kansen die sport de samenleving biedt; 2. Het behoud van een kwalitatief hoogwaardige infrastructuur; 3. Het bewaken van een verantwoorde sportbeoefening, en 4. Het tegengaan van ongewenste externe effecten van de spotbeoefening op de samenleving en andersom. “De doelstellingen van het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en het sportbeleid bieden duidelijke aanknopingspunten om te komen tot een gezamenlijk beleidskader voor sport en ontwikkelingssamenwerking. De waardering voor sport, ook binnen ontwikkelingslanden, en het besef dat sport maatschappelijke doelen kan dienen, zoals het bevorderen van het welzijn, gezondheid en de ontwikkeling, geven dat voldoende aan’’ (Sport in ontwikkeling: Samenspel scoort, 1998, p.5). Hoofddoelstelling van het beleid gericht op sport en ontwikkelingssamenwerking is: ‘Het bevorderen van een optimale inzet van lichamelijke opvoeding, sport, spel en bewegingsactiviteiten in ontwikkelingslanden met als doel het welzijn, de gezondheid en de ontwikkeling van individuen te verbeteren en de cohesie en ontwikkeling van de samenleving te verhogen’. Binnen het Nederlands beleid zal dat op twee manieren worden uitgevoerd: Via ondersteuning van de zogenoemde ’sport-plus’ activiteiten gericht op sport en lichamelijke opvoeding zelf waarbij de maatschappelijke effecten van deze activiteiten zo optimaal mogelijk benut kunnen worden. Door het toevoegen van sport en bewegingsactiviteiten aan andere activiteiten, zoals plattelandsontwikkelingsprojecten, straatkinderenprogramma’s, vrouwenprojecten of in vluchtelingenkampen. Dergelijke activiteiten heten ‘plus-sport’ activiteiten. In grote lijnen zou je kunnen stellen dat bij sport-plus-projecten sport, spel en bewegen een doel is waarbij het initiatief vaak voor een groot deel ligt bij sportorganisaties. Bij plus-sport- Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 11 projecten is sport meer een middel om andere maatschappelijke doelen te bereiken. Hier ligt het initiatief vaak voor een groot deel bij ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties. Een voorbeeld van een sport-plus- project is de verbetering van het bewegingsonderwijs door scholing en cursussen aan te bieden aan leraren. Een voorbeeld van een plus-sportproject is traumaverwerking en sport, waarbij sport en spel een middel zijn om iemand te helpen bij het verwerken van een trauma. In grote lijnen kun je zeggen dat ‘sport-plus’ en ‘plus-sport’- projecten gericht zijn op de volgende gemarginaliseerde groepen en thema’s: Vrouw, gender en sport In de sport kunnen genderongelijkheden (gender=rechtvaardigheid) zichtbaar worden, dit kan bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan de ‘empowerment’ van vrouwen. (met ‘empowerment wordt bedoeld het verbeteren van de positie van vrouwen) Gezondheid en sport Sport en bewegen dragen bij aan een algemeen, lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden. Traumaverwerking en sport Sport en psychomotorische therapie kan een belangrijke functie hebben in het kader van traumaverwerking (Samenspel scoort, 1998). In de beleidsnota ‘samenspel scoort’ wordt een vrij korte uitleg gegeven over het thema traumaverwerking en sport. Hieruit komt duidelijk naar voren dat dit nog een relatief nieuw thema is waarbij in de nota wordt aangegeven dat verdere methodiekontwikkeling en onderzoek in de toekomst noodzakelijk zijn. Uitwisseling van ervaringen tussen verschillende organisaties kan dit proces bevorderen. In hoofdstuk 5 van deze scriptie zal er dieper op dit thema worden ingegaan. 2.2 Stand van zaken in de uitvoering 1998-2000 Omdat voor 1998 door de Nederlandse ambassades nog weinig gebruik is gemaakt van het verruimde OS-beleid (hiermee wordt bedoeld de ondersteuning van o.a. nieuwe initiatieven in Kenia, Rwanda en Burkina Faso) is het van belang dat dit thema ondersteuning krijgt en dat activiteiten worden gestimuleerd. Aangezien er tot op heden de ervaringen op het gebied van OS beperkt zijn, is het belangrijk om positieve ervaringen te bespreken en deze meer bekendheid te geven. Voor de implementatie van het OS-beleid is een duidelijke beleidsstrategie noodzakelijk. Om te komen tot deze implementatie worden er middelen op vier verschillende niveaus ingezet, namelijk de volgende: Uitbreiding van de samenwerking op bilateraal en multilateraal niveau. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 12 Het bevorderen van deskundigheid en kwaliteit zodat de sport een grotere maatschappelijk draagvlak krijgt. Onderzoek, voor een verdere onderbouwing van de activiteiten. Voorlichting en bewustwordingsactiviteiten in Nederland ter bevordering van de bekendheid en daarmee gepaarde initiatieven. Dit zal betekenen dat binnen de bestaande bilaterale en multilaterale samenwerkingsverbanden het onderwerp OS onder de aandacht wordt gebracht. Onder de bilaterale samenwerkingsverbanden wordt in deze notitie uit gegaan van de landen waarmee een Duurzaamontwikkelingsverdrag is afgesloten plus de Nederlandse ambassades in Afrika. Een aantal redenen heeft de implementatie van het OS -beleid beïnvloed. Op de eerste plaats is het een relatief nieuw thema wat nog bekendheid en draagvlak moet creëren bij hulpaanvragers en donoren. Een tweede reden is de beleidswijziging binnen het bilaterale ontwikkelingsbeleid: beperking tot de 17 +4 landen, beperking tot samenwerking in maximaal 4 sectoren per land en nadruk op sectorale benadering. Dit is van invloed geweest op de mogelijkheden van ambassades om aanvragen van ministerie van Sport en NGO’s te honoreren (Sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking, 2000, p. 4-5 ). Multilaterale samenwerking In de beleidsnotitie ‘Samenspel scoort’ wordt aangeven dat Nederland een actieve rol wil spelen bij het ondersteunen en stimuleren van projecten waarbij sport en bewegingsactiviteiten een rol spelen. Aangemoedigd wordt hierbij de samenwerking tussen enerzijds ontwikkelingsorganisaties en anderzijds de sportorganisaties om zo te komen tot gezamenlijke initiatieven en activiteiten. Hieronder wordt een overzicht gegeven van een aantal ontwikkelingsorganisaties waarbij sport en bewegingsactiviteiten een onderdeel uitmaken van het programma. UNHCR (United Nations High Commissionar for Refugees) staat als verantwoordelijke voor vluchtelingenkampen positief tegenover de inzet van sportactiviteiten als middel om kinderen opnieuw structuur in het leven te geven en om hen bij te staan in het verwerken van hun ervaringen. In het genoemde kamp Kakuma in Kenia verleent Nederland steun aan de Lutherse Wereld Federatie die technische assistentie heeft gevraagd van het NOC*NSF. De regionale directeur van UNHCR omschrijft sport als een ‘low cost/high impact’ activiteit. Thans worden de mogelijkheden onderzocht om soortgelijke activiteiten meer structureel in te zetten in andere kampen in de regio. UNICEF (Het kinderfonds van de Verenigde Naties) werkt ook in vluchtelingenkampen, in opvangcentra voor bijvoorbeeld straatkinderen en gebruikt sport om de sociale structuur te Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 13 helpen herstellen binnen een samenleving die uiteengevallen is door burgeroorlog. Vermeldenswaardig is ook dat de Stichting Nederlands Comité UNICEF fondsen voor sportactiviteiten in Somalië beschikbaar heeft gesteld. UNDP (United Nations Development Programme) is een wereldwijde campagne gestart onder de naam ‘teams to end poverty’ om armoedebestrijding door individuen, groepen, private en publieke organen te stimuleren. Hiertoe zijn bekende sporters als ‘goodwill’ ambassadeurs ingeschakeld. UNAIDS ( is een verzameling van organisaties die zich inzetten voor de problemen rondom HIV/AIDS) heeft bekende sportlieden bereid gevonden om met name jongeren bewust te maken van de problematiek van HIV/Aids. De ‘UN Coördination Unit Somalia’, waarvan UNESCO (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation), UNDP en UNICEF deel uitmaken, wil de ervaringen die in het vluchtelingenkamp in Kenia met sport zijn opgedaan, gebruiken om verder te werken aan de normalisering van de verhoudingen in Somalië. Gelet op de positieve ervaringen in Kenia overweegt Nederland hieraan een bijdrage te leveren. Het Internationaal Olympisch Comité, overigens als internationale NGO, is bescheiden samenwerkingsverbanden aangegaan met een aantal VN-instellingen. Tenslotte heeft de EU de door Nederland ondersteunde NGO SCORE (Sport Coaches Outreach) in Zuid-Afrika een extra impuls gegeven door onder meer een bijdrage te verstrekken voor de uitbreiding van voorzieningen zoals de aanleg van kleinschalige multifunctionele sportvoorzieningen in achterstandswijken (Sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking, 2000, p. 5-6). 2.3 De huidige ontwikkelingen De beleidsnotitie ‘Samenspel scoort!’ is breed verspreid onder Nederlandse en buitenlandse NGO’s en binnen de ministeries. Bijna hand in hand met deze beleidsnota ging de oprichting van het Platform en het Fonds Sport en Ontwikkeling in 1998. Het platform en het fonds zijn in 1999 ondergebracht bij de beide ministeries en de NCDO; dit staat voor; Nationale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling. Deelnemers van dit platform zijn onder andere het NOC*NSF, NISB, NKS, KNVB, SNV, NOVIB en UNICEF. Het platform en het Fonds stellen zich ten doel om kennisuitwisseling en meningsvorming bij sport- en ontwikkelingsorganisaties in Nederland te bevorderen, het draagvlak te vergroten, projecten Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 14 te stimuleren op het gebeid van sport en bewegen en deskundigheid van Nederlandse organisaties te bevorderen. Het NCDO breng tevens het nieuwsblad ‘Supporter’ uit met als doel de belangstelling van jongeren voor ontwikkelingssamenwerking op te wekken en om mensen in Nederland te informeren over dit onderwerp. Gezien de specifieke vragen van ministers van sport in enkele Afrikaanse landen om meer samenwerking op het terrein van sport en ontwikkeling is besloten door VWS en BUZA hiervoor op kleine schaal meer ruimte te bieden. Dit is een van de punten waaraan we kunnen zien dat sport een steeds belangrijkere plaats inneemt in het ontwikkelingsbeleid. Op grond van ervaringen met eerdere projecten (vaak eenmalig en met een beperkt budget) zal het sport en OS-beleid beleid een meer programmatisch karakter krijgen, waarbij steun aan activiteiten slechts plaatsvindt op verzoek dan wel met instemming van de overheid van het land zelf en waarbij duurzame maatschappelijke effecten worden nagestreefd. Verbreding van sportactiviteiten vormt daar onderdeel van. De aandacht van het beleid van de overheid zal zich de komende periode vooral concentreren op gemarginaliseerde kansarme jongeren (jongens en vooral meisjes) levend in achterstandsgebieden, levend als ontheemden of in vluchtelingenkampen en als slachtoffers van geweld en oorlog. Samenwerking op overheidsniveau is op het terrein van sport en ontwikkelingssamenwerking mogelijk in de 17 + 4 landen indien dit bijdraagt of onderdeel uitmaakt van de gekozen sectoren. In de meeste gevallen kan daarbij worden gedacht aan aansluiting van sportactiviteiten bij de sectoren onderwijs, gezondheid en jeugd. Sport kan daarbij op verzoek van het land zelf opgenomen worden als een herkenbaar onderdeel. De ambassades zullen de betreffende ministeries stimuleren overleg te voeren met de verantwoordelijke autoriteiten voor het sportbeleid. Sport en lichamelijke opvoeding maken immers soms deel uit van het beleid van ministeries van Onderwijs of Jeugd en de maatschappelijke betekenis van sport wordt daarin steeds meer erkend. Ministeries van Gezondheid brengen middels sport gezondheidsbevorderende activiteiten onder de aandacht van een groter publiek bijvoorbeeld als een middel om aandacht te vragen voor HIV/AIDS. Voor Zuid-Afrika blijft de sector Jeugd de invalshoek om het beleid uit te voeren. Nederland zal in beleidsoverleg met de relevante VN-organisaties de aandacht proberen te vestigen op het belang van sport in het kader van hun beleid. Zo zal bij UNHCR ingegaan worden op de rol van sport in het kader van rehabilitatie en bij UNICEF op de rol van sport in de ontwikkeling van kinderen en jongeren in verschillende leeftijdsfasen. VN-organisaties zijn zich meer bewust dat sport een belangrijke rol kan vervullen bij rehabilitatie en vredesopbouw. Sport kan een brugfunctie vervullen tussen bevolkingsgroepen. Daarom is Nederland bereid initiatieven te ondersteunen van (samenwerkende) VN-instellingen. Een actuele situatie doet zich voor bij de terugkeer van Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 15 vluchtelingen uit kampen in Kenia en herhuisvesting van ontheemden in Somalië. UNICEF, UNDP en UNESCO hebben met lokale NGO’s het project ‘Sport for Peace’ opgezet. Nederland zal met andere donoren dit project ondersteunen. Beschikbare middelen Door het ministerie van VWS is in het kader van de beleidsintensivering van het sportbeleid de ondersteuning van diverse (meerjarige) OS-projecten voor 2001 uitgebreid tot Euro 884.871,42,-. Ook voor 2002 is een intensivering voorzien (Sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking, 2000, p. 7-12). 2.4 Samenvatting De opzet van het platform, de vele georganiseerde debatten rondom sport en ontwikkelingssamenwerking (denk hierbij aan de internationale conferentie in februari 2003 over sport en ontwikkelingssamenwerking) laten zien dat veel organisaties zich bewuster bezig houden met dit thema. De tot nu toe geïnitieerde activiteiten hebben een belangrijke voorbeeldfunctie laten zien waarbij duidelijk wordt dat sport een positieve aanvulling kan zijn bij vele projecten. Samenwerking tussen sport en ontwikkelingsorganisaties kan leiden tot betere projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis uit twee verschillende invalshoeken. Daarbij erkennen sportorganisaties steeds meer het belang van vraaggerichtheid en duurzaamheid. Anderzijds zijn Nederlandse ontwikkelingsorganisaties meer overtuigd van de rol die sport kan spelen in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Deze aandacht en bijeenkomsten roepen uiteraard ook vele discussie vragen op, sport en ontwikkelingssamenwerking is nog een relatief nieuw terrein waarbinnen de vraag naar informatie en onderzoek groot is. Door voorlichting, ervaringen uit te wisselen, draagvlak te vergroten, kan nu en in de toekomst ingespeeld worden op deze vraag. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 16 3. Sport en ontwikkelingssamenwerking Inleiding Om een beeld te geven van het belang van sport en bewegen en de verschillende waarden die hieraan toegekend kunnen worden, staan in § 3.1 de verschillende betekenissen van sport kort toegelicht. Deze betekenissen zijn algemeen en nog niet toegespitst op ontwikkelingslanden. In § 3.2 wordt hier wel naar gekeken en wordt de betekenis van sport toegelicht in de context van ontwikkelingssamenwerking. In § 3.3 wordt expliciet gekeken naar de betekenis van sport bij de ontwikkeling van het kind. 3.1 De maatschappelijke waarde van sport “In an age of globalization, sport is the most global, cross cultural phenomenon on the planet. Even amidst those international relationships lacking political or economic commonality, the peoples love of sports is de fact shared value” (World Sports Forum 1998). In de literatuur worden verschillende maatschappelijke waarden van sport beschreven, hieronder volgen enkele waarden gebaseerd op de nota: ‘wat sport beweegt’ VWS 1996 en Sportsociologie, 2001. Intrinsieke waarde De basis van de maatschappelijke betekenis van sport wordt gelegd doordat velen sport leuk vinden om te doen en om naar te kijken. Vooral het spelkarakter, het competitie-element, de bewegingscomponent, de sociale context en de mondiale verspreiding geven sport een grote aantrekkingskracht. Daarbij komt dat sport een laagdrempelig karakter heeft; er zijn weinig ‘standsbeperkende’ conventies. Integendeel, sport is in onze samenleving bij uitstek een gebied van interculturele ontmoetingen en interacties. Vormende waarde Naast de veelzijdige mogelijkheden voor zelfontplooiing heeft sportbeoefening ook een vormende en socialiserende waarde. Sport is in diverse opzichten te zien als een leerschool waar aandacht besteedt wordt aan psychologische (samenwerkingsvermogen, doorzettingsvermogen), organisatorische (zelfwerkzaamheid, bestuur), morele (verantwoordelijkheidsbesef, fair play) en fysieke aspecten. Mensen leren door sport de eigen grenzen kennen, zich ergens in te bekwamen en zich te meten met anderen; men leert te winnen en te verliezen en daardoor ook het respect voor de ander te ontwikkelen. In de sport worden mensen geconfronteerd met verschillende invalshoeken op beoordelingsproblemen die zich ook in de samenleving als geheel voordoen. Al sportend Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 17 leert men normen, waarden en vaardigheden die in een andere context gebruikt kunnen worden. Sociaal-integratieve waarde Sportbeoefening in sociaal verband draagt bij aan sociale cohesie; via sport komen persoonlijke contacten en relaties tot stand, bouwen mensen vriendenkringen en relatienetwerken op en kan ook het gemeenschapsgevoel worden versterkt. Door deze sociaal bindende werking kan sport bijdragen aan socialisatie- en emancipatieprocessen in de samenleving. Bovendien vergt en stimuleert sportbeoefening zelfwerkzaamheid. Alle vrijwilligers die in verenigingsverband actief zijn, maar ook alle sporters die hun eigen sportactiviteit creëren en organiseren, zetten in de sport de expertise in die zij elders hebben opgedaan. Dergelijke ervaringen kunnen voor mensen van groot belang zijn om beter in de samenleving te integreren. Ook van passieve sportparticipatie kan deze sociaal bindende werking uitgaan. Gezondheidswaarde Sport is doorgaans een gezonde activiteit, met een positieve werking op zowel het fysieke als het psychosociale functioneren van mensen. Sport zet aan tot bewegen en draagt zodoende bij aan de preventie van diverse ziekten. Ook kunnen sport en bewegen een aantal ziekteprocessen gunstig beïnvloeden. Regelmatige (verantwoorde) sportbeoefening is een geschikte en veilige manier om de spierkracht, coördinatie en snelheid van bewegingen te verbeteren, zowel voor mensen met een functiebeperking, zowel voor gezonde mensen als voor chronisch zieken. Door sport en sportief bewegen worden mensen fitter en leniger en voelen zij zich in het algemeen beter, wat leidt tot minder medische consumptie en minder arbeidsverzuim. Deze waarden van sport hebben betrekking op alle vormen van sport en sportief bewegen. Martinsen (1987) vindt bij aërobe oefeningen dat er een vermindering is te constateren van innerlijke spanning, depressief denken, concentratiemoeilijkheden, slaapstoornissen en waarneembare spierspanning. Oefeningen zijn meer dan een afleiding, ze hebben een antidepressieve werking. Ook lijkt het dat oefeningen een positief effect hebben op verschillende psychosomatische stoornissen als hoofdpijn, migraine, spierspanning enzovoort. (Stigelbout 1991; Vuori e.a. 1995; uit: Sportsociologie) Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 18 3.2 De kracht van sport bij ontwikkelingssamenwerking NOVIB: “Sport kan mensen mobiliseren, organisatievormen stimuleren en versterken, en bijdragen aan de sociale cohesie en eigenwaarde. In die zin zijn er diverse positieve effecten die de keuze voor sport als middel binnen ontwikkelingssamenwerking meer dan rechtvaardigen”. In het kader van sport en ontwikkelingssamenwerking is sport moeilijk eenduidig te omschrijven. Sport kent in verschillende culturen diverse vormen, ontstaansgeschiedenissen, achtergronden en functies. Vanuit de antropologie is het bekend dat oude sporten vaak een onderdeel van een ritueel geheel zijn. In deze scriptie is daarom gekozen voor een ruime omschrijving van het begrip ‘sport en bewegen’ : gereglementeerde vormen van spel, onderwijs in sport en lichamelijke opvoeding, en allerlei bewegingsactiviteiten waaronder dans, zijn er onderdeel van. Spelen en sporten zoals denksporten, waarbij fysieke beleving minder prominent is, vallen er eveneens onder. Sport kan voor veel ontwikkelingslanden een grote maatschappelijke betekenis zowel binnen de politiek als onder de bevolking hebben. Het zelf doen aan sport, vaak met uitzondering van voetbal, was daarbij in diverse landen lange tijd van ondergeschikt belang. De prestaties van het nationale team of andere sporthelden waren doorgaans maatstaaf voor de betekenis van sport. Grote sportevenementen als bijvoorbeeld de wereldkampioenschappen rugby en de Afrikaanse voetbalkampioenschappen in Zuid Afrika en Burkina Faso laten overigens zien wat voor een positieve impact dat kan hebben op de bevolking. Kofi Anan (op de rondetafelconferentie in Salt Lake City 2002): “Sport is een relatief goedkoop instrument binnen armoedebestrijding en een relatief goedkope manier om vrede, verzoening en gezondheid te bevorderen”. Sport heeft een belangrijke rol in de identiteitsvorming van een land: identificatie met sporters leidt niet zelden tot groepstrots en identificatie met de cultuur als geheel. Maar ook de economische maatschappelijke betekenis groeit: in en om de sportsector ontstaan allerlei banen. Denk hierbij aan de Ethiopische atleet Haile Gebrselassie inmiddels ambassadeur van de organisatie Right to Play een organisatie die zich richt op sport als middel voor ontwikkeling, gezondheid en vrede. Sport heeft in februari 2003 een plek veroverd in de VN-agenda. Meer dan 300 hooggeplaatste vertegenwoordigers van VN-organisaties, overheden, sportbonden, maatschappelijke organisaties, wetenschappers en de economische sector namen deel aan de eerste groots opgezette internationale conferentie over sport en ontwikkelingssamenwerking. Het besef dat sport- en bewegingsactiviteiten niet alleen in het brede Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 19 maatschappelijke of traditionele perspectief gezien moeten worden groeit. Een stimulering van een brede sportdeelname en een divers sportaanbod wordt steeds meer als noodzakelijk gezien. Erica Terpstra: “Juist omdat ik vanuit mijn eigen ervaring weet wat sport kan betekenen, vind ik dat sport een volwaardig onderdeel hoort te zijn van ontwikkelingssamenwerking. Als je de sport in ontwikkelingslanden niet mee helpt ontwikkelen, dan geef je als hulporganisatie een veel te beperkt aanbod van leven!” De intrinsieke waarde van sport in het kader van recreatie en vrije tijd wordt steeds meer beleefd en erkend. Meer urbane leefpatronen en andere werkomstandigheden dragen daaraan bij. Sport en spelmogelijkheden in de woonomgeving worden gezien als gezondheidsbevorderend en als een positief alternatief voor het rondhangen in buurten. Beaamd wordt de grote waarde van lichamelijke opvoeding, spel, dans en sportactiviteiten bij de lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van kinderen die bedreigd worden door armoede, ziekte, sociale verwaarlozing. De universele taal van sport heeft daarbij als voordeel dat er geen sprake is van verstoring door taalachtergronden van kinderen binnen het onderwijs. In een beperkt aantal landen leidt het belang dat men hecht aan sport tot activiteiten voor gehandicapten, straatkinderen en kindsoldaten (Sport in Ontwikkeling: samenspel scoort! 1998). 3.3 Het belang van sport en spel voor de ontwikkeling van het kind Volgens artikel 31 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind heeft ieder kind recht op ontspanning en spel en op deelname aan culturele en creatieve activiteiten. In ontwikkelingslanden is het recht op sport en spel echter geen vanzelfsprekendheid. Spelen komt daar niet op de eerste plaats en vaak ook niet op de tweede of derde. In ontwikkelingslanden krijgen kinderen veelal direct te maken met volwassen problemen zoals overleven omdat er geen ouders meer zijn. Spelen komt daar niet op de eerste plaats en vaak ook niet op de tweede of derde. Ondanks het feit dat brood op tafel voor een hele familie, in eerste instantie belangrijker is dan sport en spel, moet dit onderdeel niet worden onderschat. Ondanks het feit dat brood op tafel voor een hele familie, in eerste instantie belangrijker is dan sport en spel, moet dit onderdeel niet worden onderschat. Kinderen betalen immers de zwaarste tol voor de oorlog. Als er te weinig eten is, komt dat bij hen extra hard aan. Hun lichaam is nog in de groei en heeft gezond voedsel nodig. Daarbij komt dat veel kinderen zijn blootgesteld aan gruwelijke vormen van geweld. Juist in ontwikkelingslanden kunnen sport en spelactiviteiten bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en ze weer een redelijk normale jeugd geven. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 20 Harde feiten (UNICEF, 2001) De laatste tien jaar zijn naar schatting 2 miljoen kinderen omgekomen door oorlog Meer dan 6 miljoen kinderen raakten gewond of voor het leven gehandicapt. Meer dan 1 miljoen kinderen werden wees of raakten gescheiden van hun ouders. Zo’n 20 miljoen kinderen zijn op de vlucht en leven in opvangkampen en tijdelijke onderkomens in eigen land of in het buitenland. Naar schatting 300.000 kinderen onder de 18 jaar zijn gerekruteerd door regeringslegers of rebellentroepen om mee te vechten of dienst te doen als sjouwer, boodschapper of seksslavin. In een dossier van Terre des Hommes (2001) wordt het belang van sport en spel voor de ontwikkeling van het kind nader toegelicht. Hierbij wordt gekeken naar de rol van sport bij kinderen in de volgende gebieden: de fysieke ontwikkeling, sociale ontwikkeling, emotionele ontwikkeling, intellectuele ontwikkeling en ontspanning. Fysieke ontwikkeling De fysieke ontwikkeling van een kind wordt gestimuleerd door beweging. Sport en spelactiviteiten zijn daarom uitstekende middelen om het lichaam van een kind gezond te laten ontwikkelen. Naast het positieve effect op de gezondheid en de fysieke groei van een kind draagt sport en spel bij aan de ontwikkeling van psychomotorische vaardigheden. Sociale ontwikkeling Sport en spelactiviteiten bevorderen de sociale ontplooiing van het kind. Op deze ontspannen manier leert het kind om te gaan met leeftijdsgenoten, het bevordert de ontwikkeling van communicatie vaardigheden, teamspirit en creatieve vaardigheden. Vaak kan een hele gemeenschap bij de activiteiten worden betrokken. Het samen kijken, meedoen en organiseren van sport- en spelactiviteiten bieden mogelijkheden om in contact te komen met elkaar. Met name voor straatkinderen kunnen sport en spelactiviteiten dienen als ontmoetingsplaats. Emotionele ontwikkeling Sport en spel stimuleren het zelfvertrouwen van een kind, het kan structuur en veiligheid bieden in moeilijke omstandigheden. Het besef iets te kunnen bereiken kan met name voor gehandicapte kinderen het gevoel geven ergens bij te horen en als volwaardig mens te worden beschouwd. Bij getraumatiseerde kinderen kan sport en spel als therapie worden ingezet om het verwerkingsproces te stimuleren. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 21 Intellectuele ontwikkeling Sport en spel en andere creatieve activiteiten kunnen bijdragen aan het spelenderwijs ontwikkelen van het leerproces van het kind. Met sport en spelactiviteiten kunnen de begrippen afstand, vorm en kracht in de praktijk worden ervaren. Sport en spelactiviteiten vereisen ook een mate van organisatorisch inzicht. Kinderen leren verbanden te leggen en het binnen korte tijd verkrijgen van overzicht van een situatie. Ontspanning Sport en spel is niet alleen karaktervormend en van groot maatschappelijk belang maar het is ook een plezierige en ontspannende bezigheid voor kinderen. Sport en spel mag ook alleen maar ‘leuk’ zijn (Sweep & Hoogendoorn, 2001) 3.4 Samenvatting Sport kent vele verschijningsvormen en betekenissen, zo heeft sport een positieve invloed op de lichaamsvorming, de lichamelijke fitheid en ook het psychisch evenwicht. Plezier is voor de meeste sporters de belangrijkste reden om aan sport te doen en voor de toeschouwers de belangrijkste reden om naar sport te kijken. Sport is beleving en kan van grote betekenis zijn voor ontwikkelingslanden. Sport kan een ontwikkelingsland meer positieve bekendheid geven. Sport en bewegen brengt verschillende waarden met zich mee die van toevoegende waarde zijn voor de ontwikkeling van het kind. Hierbij valt te denken aan: plezier, gezondheid, herstel, ontlading, ontspanning enzovoort. Juist in landen waar veel maatschappelijke problemen zijn is het zeer belangrijk aandacht te geven aan sport en spel. Dit kan zorgen voor wat ontspanning en afleiding van de dagelijkse beslommering. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 22 4. Traumaverwerking Inleiding In dit hoofdstuk zal dieper worden ingegaan op de gevolgen en reacties die een traumatische ervaring met zich meebrengen. Hierbij wordt in § 4.1 informatie gegeven over trauma in de vorm van stress en gekeken wordt naar het op langere termijn optredende Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSD). In § 4.2 wordt gekeken naar de oorzaken en gevolgen die optreden bij kinderen in een verschillende leeftijdscategorie. In § 4.3 worden de verschillende fasen die optreden in het verwerkingsproces nader toegelicht. Bij deze fasen worden er bepaalde communicatietechnieken en behandelingsmethoden genoemd die verduidelijken op welke manier je het beste met PTSD om kunt gaan. In § 4.4 wordt er een link gelegd met bewegen door middel van een uitleg over psychomotorische therapie (PMT). 4.1 Trauma “In de psychologie wordt een traumatische gebeurtenis of trauma omschreven als: het ervaren van, getuige zijn van of geconfronteerd worden met een gebeurtenis of gebeurtenissen waarbij sprake is van feitelijk of dreigend overlijden of ernstig letstel, of bedreiging van de fysieke integriteit van zichzelf of anderen. Kenmerkend voor een trauma is ook dat het subjectieve reacties oproept van intense angst, hulpeloosheid of afgrijzen. Kinderen reageren op een dergelijke gebeurtenis soms met gedesorganiseerd of geagiteerd gedrag’’ (Molen van der, Perreijn & van den Hout 1997, p. 469). Kinderen hebben stabiliteit in hun familie en omgeving nodig. Relaties moeten veilig zijn en in een vertrouwde omgeving plaatsvinden. Als kinderen worden blootgesteld aan ‘gebeurtenissen die boven de normale grens van ervaringen uitsteken’ kan dit leiden tot traumatische of psychologische wonden. Ervaringen kunnen niet verwerkt worden. Verschillende reacties kunnen optreden; stress, contactstoornissen, stoppen met spelen en lachen, geobsedeerd zijn door oorlogspelletjes enzovoort. Andere kinderen gaan zich schuldig voelen, krijgen soms zelfs wraakgevoelens en hun hoofd is overbezet met oude niet verwerkte ervaringen (Referaat Prof.dr.W.G.H. Wolters). ‘Sequential traumatization’ is a long stream of traumatic experience which can overwhelm a child over a long period of time. Hans Keilson, 1997 ‘Cumulative trauma’ is a build-up of experiences which leads to traumatizing effects. Masud Khan, 1997 Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 23 Na een slechte ervaring zoals een oorlog of een zwaar verlies, is het normaal dat mensen sterke emotionele reacties vertonen waaronder stress. (men spreekt hier ook wel van acute PTSD, dit houdt in dat de symptomen korter dan 3 maanden aanhouden)Deze stress reacties zijn erg afhankelijk van de mate waarin slachtoffers iets hebben meegemaakt. Sommigen kunnen beter omgaan met stress dan anderen. Bij kinderen die in blijvende moeilijke omstandigheden leven, kunnen stress en emotionele reacties van pijn en angst veel langer aanhouden omdat zij niet in een rustige omgeving kunnen ‘bijkomen’ van alles wat ze hebben meegemaakt. Een langdurige periode van stress kan kinderen emotioneel en sociaal beschadigen en hun ontwikkeling benadelen. Stress heeft een negatief effect op: Lichaam Gevoelens Gedachten Acties Relaties Hoe intenser de stress wordt ervaren hoe duidelijker de volgende symptomen naar voren komen: Lichamelijk; het hart slaat sneller, spieren staan gespannen, de bloeddruk stijgt en de ademhaling versnelt. Cognitief; gedachten draaien cirkels in het hoofd, mensen hebben concentratieproblemen en zijn makkelijk af te leiden. Gedrag; het gedrag van mensen komt star en chaotisch over. Wanneer ze falen in een situatie of niet weten wat ze moeten doen, dan trekken ze zich terug. Sociaal en emotioneel; mensen zien er gespannen, zorgelijk en overstuur uit. Ze reageren boos en kortaf naar andere mensen. Ze tonen weinig inlevingsvermogen en gevoel naar anderen toe. Wanneer stress voor lange tijd aanhoudt verliezen mensen de hoop op verbetering in de toekomst, hebben geen interesse meer in hun dagelijkse bezigheden en voelen zich uiteindelijk volkomen hulpeloos. Deze reacties kunnen leiden tot depressiviteit. Kinderen zijn over het algemeen gevoeliger voor stress dan volwassenen, dit komt o.a. door hun geringe bekwaamheid en kennis van het omgaan met negatieve ervaringen. Zij hebben het allermeest de hulp en bescherming van hun familie en hulpverleners nodig. Zolang kinderen Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 24 zich veilig en beschermd voelen, zijn ze beter in staat om de stress langer te kunnen verdragen (UNICEF, 1995) Post-Traumatic Stress Disorder Het post traumatisch stress syndroom (PTSD) staat beter bekend als een lange termijn reactie van mensen die blootgesteld zijn geweest aan levensbedreigende situaties en ervaringen. Hoe langer een ingrijpende gebeurtenis duurt, hoe intenser die gebeurtenis is en hoe vaker zij heeft plaats gevonden, hoe groter de kans dat iemand PTSD ontwikkelt. Het is een ernstige stoornis die optreedt wanneer mensen een ingrijpende gebeurtenis of situatie niet goed hebben verwerkt. Ze beleven de traumatische gebeurtenis als het ware steeds opnieuw en lijden aan een scala van emotionele problemen: intens verdriet, angst, boosheid, gevoelens van onveiligheid, onmacht en hulpeloosheid. PTSD verschijnt meestal 3 maanden na een traumatische ervaring, maar soms verschijnt deze ‘kwaal’ later. Symptomen van PTSD kun je in 3 categorieën onderscheiden: Herbeleving Vermijden Prikkelbaarheid Dwangmatige herbeleving Bij mensen met PTSD, komen herinneringen van het trauma plotseling en onverwacht binnen in hun dagelijks leven. Deze ‘flashbacks’ van het trauma worden ook wel gezien als een soort herbeleving gepaard met heftige en pijnlijke emotionele reacties. Dit kan zo sterk zijn dat mensen werkelijk denken en voelen alsof ze het trauma nog een keer echt mee maken. Vervlakking en vermijding Symptomen van vermijding kunnen een negatieve invloed hebben op relaties met familie, vrienden en collega’s. De persoon voelt zich leeg en afgestompt en vermijdt situaties en activiteiten die hem / haar herinneren aan het trauma. De onkunde van mensen met PTSD om hun gevoelens te uiten en te praten over wat ze hebben mee gemaakt, zorgt er voor dat het trauma hun gedrag kan blijven beïnvloeden. Dit kan uiteindelijk leiden tot depressiviteit. Prikkelbaarheid Mensen kunnen klachten krijgen die ze voor de traumatische gebeurtenis nog niet hadden. Het trauma beïnvloedt hun gedrag. Ze reageren plotseling fel en geïrriteerd naar andere mensen toe en kunnen moeite hebben met concentreren of onthouden van informatie. Veel Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 25 mensen hebben een constant gevoel van angst en gevaar om zich heen in veel gevallen raken mensen verslaafd aan drugs of alcohol wat hen helpt om de pijn te verzachten (UNICEF, 1995). 4.2 Reacties van kinderen in verschillende leeftijdscategorieën Leeftijd is een belangrijke factor, omdat leeftijd van invloed is op de wijze waarop een kind een gebeurtenis interpreteert en de manier waarop het op de gebeurtenis reageert. Het stadium dat het kind in zijn ontwikkeling heeft bereikt, zal van invloed zijn op de reactie van het kind na een zeer aangrijpende ervaring. Hieronder volgt een overzicht van verschillende ervaringen die kunnen leiden tot traumatische reacties bij kinderen: Dood van een ouder of naast familielid; Blootstelling aan geweld als getuige; Langdurige scheiding van de ouders; Slachtoffer zijn van geweld; Deelname aan de strijd; Het oplopen van lichamelijke verwondingen Armoede en, Als vluchteling moeten leven. Hoewel kinderen traumatische ervaringen anders interpreteren dan volwassenen, zien we ook in de leeftijdscategorie van 2 tot 18 jaar een hoop verschillen. Jonge kinderen reageren anders op traumatische ervaringen dan tieners. Om meer inzicht te krijgen in de reacties van kinderen, wordt hieronder per leeftijdscategorie apart gekeken naar de gevolgen en gedragingen die een traumatische ervaring teweeg kunnen brengen. Bron: (Macksoud M, 1995, p.45-54). Kinderen van 2 tot 5 jaar Wat betreft hun bescherming en veiligheid zijn kinderen van deze leeftijd volledig afhankelijk van volwassenen. Ze voelen zich hulpeloos en zijn vaak passief wanneer ze worden geconfronteerd met levensbedreigende situaties. Sommige peuters en kleuters lijken soms onbewogen na een aangrijpende gebeurtenis, alsof er helemaal niets gebeurd is. Dat betekent echter niet dat de gebeurtenis het kind ongeroerd heeft gelaten. Peuters en kleuters zullen echter in de meeste gevallen alle bijzonderheden van een aangrijpende gebeurtenis op een later tijdstip wel aan een vertrouwd persoon vertellen. Peuters en kleuters zullen echter in de meeste gevallen alle Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 26 bijzonderheden van een aangrijpende gebeurtenis op een later tijdstip wel aan een vertrouwd persoon vertellen. Het komt erg vaak voor dat peuters en kleuters aspecten van een situatie die hen heeft aangegrepen opnieuw in scène zetten en naspelen. Het kind probeert de schok van wat er is gebeurd te overwinnen door de situatie steeds weer op te roepen in zijn spel. Na een vreselijke ervaring zijn kleine kinderen vaak erg bang van dingen in hun omgeving. Het is heel gebruikelijk dat kinderen fel reageren op alles wat hen – direct of indirect- doet denken aan de nare ervaring. Reacties: Kinderen die jonger zijn dan 5 jaar reageren vaak op aangrijpende gebeurtenissen in hun leven in de vorm van overdreven aanhankelijkheid. Ze klampen zich vast aan hun ouders, zijn bang om te gaan slapen en hebben driftbuien wanneer ze alleen worden gelaten. Teruggang naar een eerder ontwikkelingsstadium, zoals het terugvallen op een gewoonte uit een eerdere fase b.v. duimzuigen. Het verliezen van pas verworven vaardigheden in hun ontwikkeling dat b.v. blijkt uit bedplassen of wanneer ze het opnieuw in hun broek doen, ook dit is kenmerkend voor deze groep. Aangezien kleine kinderen schokkende ervaringen onbewust moeten verwerken, hebben ze vaak nachtmerries en schrikken in hun slaap. Kinderen van 6 tot 12 jaar Om te kunnen omgaan met zeer aangrijpende ervaringen kunnen kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar putten uit een groter repertoire aan cognitieve, emotionele en gedragsmatige reacties dan 2 tot 5 jarigen. Op cognitief gebied gaan deze kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar vaak in hun verbeelding om met een schokkende ervaring. Ze fantaseren dan dat ze hebben voorkomen dat de aangrijpende gebeurtenis plaatsvond. Door in hun verbeelding met een aangrijpende gebeurtenis bezig te zijn, in de vorm van uitgebreide spelactiviteiten of door het na te spelen, kunnen kinderen hun gevoelens van machteloosheid tegengaan. Deze cognitieve rijpheid is er echter ook de oorzaak van dat deze kinderen zich vaak schuldig voelen en zichzelf verwijten maken. Kinderen van 6 tot 12 jaar hebben een beter ontwikkeld besef van het begrip ‘dood’ dan peuters en kleuters. Ze weten dat de dood definitief en onherroepelijk is. Ze verwachten dan ook niet dat de dode terugkeert. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 27 Oorlog vervormt sociale begrippen en het gedrag van kinderen. Er zijn kinderen die accepteren dat doden als middel om conflicten op te lossen ethisch toelaatbaar is. Het besef van goed en kwaad krijgen een hele andere betekenis en staat niet meer in verhouding met de maatschappelijke werkelijkheid. Reacties: Soms ondervinden kinderen concentratieproblemen en gaan hun schoolprestaties achteruit. Ze zijn snel afgeleid en rusteloos, gedragsstoornissen komen bij deze kinderen veelvuldig voor. Angstig gedrag bij kinderen in deze leeftijdsgroep wordt gekenmerkt door nervositeit, overdreven emotionele afhankelijkheid, hyperactiviteit en eetproblemen. Bovendien krijgen zij gemakkelijk last van psychosomatische klachten (zoals duizeligheid, hoofdpijn, maagpijn) of lichamelijke klachten zonder aanwijsbare oorzaak. Kinderen vertonen vaak ingrijpende veranderingen in hun gedrag. Ze worden of wel agressief en veeleisend of wel trekken zich terug en worden passief. Deze veranderingen kunnen leiden tot depressiviteit en soms raken kinderen in een sociaal isolement. Het komt vaak voor dat kinderen zich gedragen als een veel jonger kind (b.v. bedplassen). Ook slaapproblemen komen vaak voor bij kinderen in deze leeftijdsgroep. Tieners 13-18 jaar In deze leeftijdsgroep verkeren tieners in een levensfase waarin zij veel lichamelijke en emotionele veranderingen ondergaan. Ze zijn bezig zich los te maken van de beslotenheid van het gezin en gaan hun eigen relaties met de buitenwereld aan. Wat betreft kennis en begrip zijn ze in staat om de verstrekkende gevolgen van de oorlog te begrijpen. Hierdoor zijn tieners veel kwetsbaarder met betrekking tot aangrijpende ervaringen dan jongere kinderen. In tegenstelling tot jongere kinderen maken de meeste kinderen minder gebruik van hun verbeelding of van spelactiviteiten om zeer aangrijpende ervaringen te verwerken. Ze zijn beter in staat om te praten over wat er met hen is gebeurd. Na schokkende gebeurtenissen voelen tieners zich soms genoodzaakt voortijdig de rol van volwassene te spelen. Het lijkt dan alsof ze handelen als een volwassenen maar ze missen de noodzakelijke emotionele rijpheid en hebben daarvoor toch nog de hulp van volwassenen nodig. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 28 Reacties: Om hun gevoelens van woede en neerslachtigheid het hoofd te kunnen bieden, vertonen tieners soms zelfvernietigend gedrag. Ze verzetten zich b.v. tegen het gezag, gebruiken drugs, gaan bij het burgerleger, gaan stelen en plunderen. Na aangrijpende ervaringen hebben zij vaak de neiging zich terug te trekken, anderen te wantrouwen en te geloven dat hen opnieuw iets ergs zal overkomen. Bij kinderen in deze leeftijdsgroep komt vaak niet alleen de angst in de vorm van nervositeit en voortdurende bezorgdheid voor, maar ze krijgen ook last van psychomotorische klachten. 4.3 Trauma en verwerking Traumatische ervaringen doorbreken de orde van het individuele bestaan. De rust, de veiligheid en de zekerheid van alledag worden te niet gedaan. Op de een of andere wijze moet de orde in het bestaan van het individu worden hersteld. Traumatische ervaringen worden gevolgd door een proces dat wordt aangeduid als psychologische verwerking. “Verwerking van een schok is het opbouwen dan wel herstellen van zekerheden, zodat men kan leven zonder steeds geplaagd te worden door gedachten aan en gevoelens over de ingrijpende gebeurtenis en daarbij behorende beelden. Het is een proces waarin het hervinden van de beheersing van het eigen bestaan een centrale plaats inneemt”. (Kleber, 1998, p.46) Bij het verwerkingsproces kunnen we drie verschillende fasen onderscheiden: Ongeloof en verbijstering Heftige emoties, vermijdingsreacties Herstel en reorganisatie Dit fasemodel is niet specifiek voor een bepaalde theoretische benadering en is evenmin van toepassing op één type getraumatiseerde patiënt. Dergelijke indelingen kunnen echter zinvol zijn om zo kenmerken en behandelingen te kunnen ordenen maar zij schieten ook tekort. Lang niet iedereen verwerkt een ervaring keurig volgens het model (Van den Bout, 1996). Belangrijk bij de behandeling en/of omgang met getraumatiseerde personen in de eerste fase van het herstelproces is het verschaffen van veiligheid en het creëren van een vertrouwensband. Veel traumatische ervaringen die kinderen ondergaan, zoals b.v. seksueel misbruik en mishandeling, wordt hun aangedaan door mensen aan wier zorg zij zijn toevertrouwd en van wie zij volstrekt afhankelijk zin. Ze gaan zich onveilig voelen in hechtingsrelaties en deze daarom vermijden. Mede daarom is het opbouwen van vertrouwensrelatie erg belangrijk voor het herstel van het basisvertrouwen in mensen uit hun omgeving. De tweede fase wordt gekarakteriseerd door herinnering en rouw. Belangrijk in Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 29 deze fase is dat men zijn/ haar verhaal kwijt kan. Dit heeft pas een therapeutisch effect als de persoon in staat is ook de bijbehorende emoties te beleven vanuit een veilige omgeving. De laatste fase is gericht op het herstel van verbondenheid. In deze fase kan in een veilige omgeving nagegaan worden welke aspecten van persoonlijkheid en gedrag het slachtoffer kwetsbaar hebben gemaakt. Verwerken houdt niet in dat de persoon nergens meer last van heeft. De traumatische ervaring blijft onderdeel van de persoonlijkheid en de persoonlijke geschiedenis, maar de persoon slaagt erin controle te verwerven over zijn persoonlijke bestaan. Hoe kun je helpen? Door te begrijpen welke invloeden van buitenaf meespelen bij de ontwikkeling van het kind, kunnen ouders en hulpverleners effectiever het kind bijstaan bij de verwerking van een trauma. Het diagram op blz. 31 toont de wereld van het kind geïllustreerd met verschillende invloedfactoren van buitenaf. Dit model impliceert de kans om het welzijn van het kind te verhogen en toont een directe link met de ouders en zij zijn weer indirect afhankelijk van familie, sociale organisaties, de overheid enz. Het model laat zien dat binnen de verschillende sociale lagen factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. Hoe verder de ‘invloedfactoren’ zijn verwijderd van het kind hoe vager en indirecter deze invloeden zullen zijn. Niettemin is elke factor in elke laag belangrijk en van invloed op de ontwikkeling van het kind. De kwaliteit van interactie met volwassenen in een school, de manier waarop leraren de consequenties van een trauma begrijpen; het belang van een goede politieke leider die zorgt voor een veilige omgeving zodat het trauma zich niet nog verder kan ontwikkelen enz. Al deze factoren beïnvloeden het welzijn van het kind en de manier hoe het kan opgroeien zonder door geweld te worden bedreigd. Uit sociaal-psychologisch onderzoek (Rimé e.a., 1998) blijkt hoezeer mensen graag en veel met anderen willen praten over de schokkende gebeurtenis die zij hebben meegemaakt. Door alles wat deze kinderen hebben meegemaakt zijn kinderen vaak bang en ongerust, het is dan ook van groot belang dat mensen in hun naaste omgeving een goed pedagogisch klimaat creëren. Kenmerken voor een dergelijke omgeving is dat men probeert naar ze te luisteren en ze te begrijpen, in dit proces speelt communicatie een onmisbare rol. Communicatie met de bedoeling om getraumatiseerde kinderen te helpen kan worden onderverdeeld in 3 doelen: 1. Help het kind zijn gevoelens, herinneringen en gedachten te uiten. 2. Help het kind een helder beeld te verkrijgen van de traumatische gebeurtenis. 3. Maak het mogelijk dat kinderen er in hun dagelijkse leven beter mee leren omgaan, dit wordt ook wel coping genoemd. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 30 De ecologische wereld van het kind: Cultuur (Macro systeem) Gemeenschap Verre familie lie Ideologie Thuis Waarden & Normen Buren kind School Ouders sss s Familie Sociale dienst Media Overheid Sociaal beleid (Gebaseerd op het werk van: Bronfenbrenner 1979 en Garbarino 1982, uit:USAID, 2002) Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 31 De communicatie moet plaats vinden: Zo snel mogelijk na de traumatische gebeurtenis. De behandeling van stress kort na de traumatische gebeurtenis zijn minder gecompliceerd dan van PTSD (lange termijn gevolgen). Veiligheid en bescherming is een voorwaarde kinderen hebben door de omstandigheden vaak hun vertrouwen verloren. Belangrijk is dat ze zich weer veilig gaan voelen dit kan alleen in een situatie waarbij kinderen zich op hun gemak voelen. Door gebruik te maken van bestaande homogene groepen zoals b.v. een klas blijf je zo dicht mogelijk bij hun ‘oude’ vertrouwde wereld. In een kalme omgeving zonder afleiding en onderbrekingen van buitenaf zijn kinderen beter in staat om hun gevoelens te tonen en te praten zonder dat ze telkens worden onderbroken door factoren uit hun omgeving. Belangrijk hierbij is dat mensen uit hun omgeving die dicht bij het kind staan laten zien dat ze geïnteresseerd zijn, en in staat zijn om te luisteren naar wat een kind zegt. 4.4 Bewegen tot praten In de paragraven 4.1 t/m 4.3 is uitgebreid ingegaan op het begrip trauma en de gevolgen die hiermee gepaard gaan. Maar op welke wijze kan sport en bewegen een rol spelen bij de verwerking van een trauma? Om antwoord te geven op deze vraag is een verdieping in de behandeling van PTSD doormiddel van psychomotorische therapie noodzakelijk. Geschiedenis van de psychomotorische therapie (PMT) In 1929 verscheen in Berlijn het boek ‘Aktivere Krankenbehandlung in der Irrenstalt’ van de duitse psychiater Hermann Simon. Deze schrijver heeft waarschijnlijk onbedoeld aan het begin gestaan van de PMT in Nederland, Duitsland, België en andere Europese landen. Zijn credo was: “Laat psychiatrische patiënten bewegen”. Hermann Simon zeg in het bewegen, bijvoorbeeld in arbeid-en sportsituaties, een sterke behandelmethode. Simon en zijn navolgers hadden de mening, dat het goed zou zijn voor de psychiatrische patiënten dat ze letterlijk in beweging komen. Zodat ze letterlijk een actievere leefstijl creëren. De activiteiten stonden met name in het teken van de gezondheid. Deze methode was echter nog geen therapie. Gaandeweg kwam er een meer theoretisch onderbouwde methode, de grondlegger hiervan was van Roozendaal. Deze methode kenmerkte zich door de beginnende therapeuten te leren kijken naar het bewegen en de bewegingspatronen van psychiatrische patiënten. De bewegingstherapie werd in de jaren 70 in Nederland en België omgedoopt tot psychomotorische therapie. Deze aanduiding dekte de lading meer, want niet alleen het Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 32 bewegen speelde een rol in de therapie, maar ook allerlei facetten van de lichamelijkheid kregen een therapeutische betekenis. (Sietsma L.W., 2001) Onder Psychomotorische therapie wordt het volgende verstaan: (Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie, 1995) : ”Psychomotorische Therapie is het behandelen van mensen met psychiatrische problemen, door middel van interventies gericht op lichaamservaring en/ of het handelen. Bewegen en lichamelijkheid vormen het aangrijpingspunt van de therapie”. Doel Het doel van PMT is het verminderen van psychosociale of psychiatrische problematiek. PMT maakt gebruik van situaties die zich concentreren op de ervaring en beleving van het eigen lichaam. Het idee hierachter komt erop neer dat ‘actief’ bezig zijn bijdraagt aan de genezing. PMT maakt hierbij gebruik van bewegingssituaties, dit zijn van sport en spel afgeleide vormen. Door opgedane ervaringen kunnen veranderingen teweeggebracht worden in gedrag, beleving en cognitie van de cliënt. Geprobeerd wordt een optimaal evenwicht te vinden tussen fysiek, psychisch en sociaal functioneren (NVPMT,1995) Mensen met PTSD hebben vaak last van bepaalde klachten (zie hst.4). Een van de doelen van PMT is dan ook om cliënten te helpen bij het begrijpen van hun lichamelijke sensaties. Sensaties moeten eerst op een lichamelijk niveau geïdentificeerd worden (Rothschild, 2000). Vervolgens kan men verbale of non-verbale taal gebruiken om betekenis te geven aan de lichamelijke sensaties. De relatie tussen de lichamelijke sensaties en het trauma kan hierbij ook naar voren komen (Rothschild, 2000). Hierin ligt de basis voor het toepassen van PMT bij cliënten met PTSD (Callaghan, 1993; Gray, 2001) PMT en traumaverwerking Voor getraumatiseerden biedt PMT belangrijke invalshoeken om gevoelens van machteloosheid op te heffen door iets ‘te doen’ en om te beschikken over de mogelijkheid tot communicatie voor datgene waar geen woorden voor zijn. Met behulp van bewegings-en expressievormen kan een cliënt emoties uitleven, spanning ontladen en gevoelens die anders niet naar komen, komen onbewust op symbolische wijze naar buiten. Een kenmerkende reactie op een traumatische gebeurtenis is het vertonen van afgestompt gedrag en vermijding van bepaalde herinneringen en situaties. Dit doet afbreuk aan het vermogen van de getraumatiseerde om te symboliseren, om zijn fantasie te gebruiken en om woorden aan gevoel te koppelen. Bij vaktherapieën zoals bijvoorbeeld PMT staat niet het praten maar het handelen en doen voorop. Alleen al het actief zijn heft bij de cliënt het Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 33 gevoel van machteloosheid op. Bij het musiceren, sporten of toneelspelen staat het afleiden van verdriet, het reduceren van angst en het terugwinnen van autonomie voorop. “Een vluchteling uit Iran komt al wekenlang naar de psychomotorische therapie zonder daar iets te doen. Hij ligt als bevroren in een hoekje en bemoeid zich met niemand. Op een gegeven moment krijgt de therapeut hem zover om scheidsrechter te zijn als de groep volleybal speelt. Plotseling krijgt hij interesse. Hij kwijt zich heel adequaat aan zijn nieuwe taak. De therapeut houdt zich op de achtergrond. De autoriteit die hij met zijn positie verwerft maakt hem actiever. Als gevolg daarvan gaat de groep hem serieus nemen en begint hij contact te leggen met anderen” (Wertheim-Caben, 1998). Belangrijk bij het aanbieden van PMT is te zorgen voor structuur en veiligheid. Hier kan je als therapeut voor zorgen door elke bijeenkomst een zelfde opbouw aan te houden. Een voorbeeld ter verduidelijking: Er wordt altijd begonnen met massage, die erop gericht is het eigen lichaamsgevoel te herwinnen. Na de massage doet men op de mat rek en strekoefeningen. Vervolgens wordt er een teamsport gespeeld, wat de interactie en het sociaal contact bevordert. Als afsluiting doet men weer ontspanningsoefeningen op de mat. Op deze wijze kan je structuur aanbieden waarin ook nog genoeg ruimte ontstaat voor ‘vrij spel’ (Wertheim-Caben, 1998). Psychomotorische therapie met kinderen Wanneer kinderen op jonge leeftijd geconfronteerd worden met traumatische ervaringen dan heeft dit een negatieve invloed op de ontwikkeling. Bij een traumatische ervaring kan gesteld worden dat er vanuit de omgeving een zodanig beschadigende situatie zich heeft voor gedaan dat de ontwikkeling daardoor geblokkeerd raakt of scheef groeit. Tot op een bepaalde hoogte zijn kinderen in staat om ontwikkelingsproblemen zelf te verwerken. Ze doen dit door spelend en bewegend de situatie te herhalen. In tegenstelling tot volwassenen zij hebben geleerd erover te praten, waarbij de belevingskwaliteiten niet altijd aan de orde komen. Door aan te sluiten bij het kind, dat zich spelend en bewegend ontwikkelt, kan de therapeut juist dat spelen en bewegen gebruiken als aangrijpingspunt bij therapie. In het bewegend omgaan kan het kind geaccepteerd worden en zich veilig gaan voelen. Het handelen van de therapeut kan worden ingedeeld in 3 opeenvolgende aspecten: 1. Accepteren De therapeut staat open voor het gedrag van het kind. Langs deze weg kan de therapeut het vertrouwen winnen. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 34 2. Begrijpen Als een kind zich geaccepteerd voelt, zal de situatie toenemende veiligheid bieden en het vertrouwen zal groeien. Het kind zal dan ook toenemend zijn gevoelens durven laten zien. Het is moeilijk om een kind in zijn uitdrukkingswereld te begrijpen. Op basis van wat het kind laat zien wordt het kind door de therapeut bevestigd in bepaald gedrag. Hierdoor kan er een relatie ontstaan waarin een kind zich gaat uiten en ontwikkelen. 3. Structureren Door te manipuleren met de context kunnen spel en bewegingssituaties geleid worden. De therapeut schat voortdurend in wat het kind aan deze situatie beleeft. Belangrijk is bijvoorbeeld dat het kind niet (weer) faalt of (weer) negatieve ervaringen opdoet. De wijze waarop er binnen de psychomotorische therapie gewerkt wordt kan als volgt onderverdeeld worden: 1. Ervaringsgericht werken: Het gaat hierbij om positieve lichaams-en bewegingservaring. De therapiesituatie biedt de veiligheid en de structuur voor het kind om zich te kunnen ontwikkelen. 2. Conflictgericht werken: Binnen de bewegingssituatie is er de mogelijkheid tot het uiten en verwerken van emotionele conflicten. De veiligheid en structuur dienen hierbij als basis en worden gegeven door de geleide bewegingssituaties. Gevoelens als angst, boosheid, verdriet maar ook blijdschap, warmte en geborgenheid bevatten een lichamelijke belevingskant. Binnen de PMT kunnen die gevoelens ervaren worden op een veilige manier. 3. Werken met andere uitdrukkingsvormen: Vanuit het werken binnen bewegingssituaties en de gegroeide veiligheid, kan het kind andere vormen kiezen dan het bewegen om zich uit te drukken. Dit zijn bijvoorbeeld muziek maken, tekenen, schrijven enz. “Bij kinderen is spel en bewegen het middel tot uitdrukken en verwerken van problemen en tevens een mogelijkheid tot intens inwerkende communicatie” (Kok, 1981, p.81). Bewegen en spel zijn beide vormen van in-de-wereld-zijn, zijn beide op een context gericht en hebben beide een communicatieve waarde: ze zeggen iets over de persoon die beweegt/ speelt en over zijn relatie met de context. Deze functies van spel en bewegen maakt het mogelijk dit als therapiemiddel voor kinderen te gebruiken. (Steggink, 1988) 4.5 Samenvatting De mate waarin kinderen en volwassenen reacties vertonen na een traumatische ervaring kan sterk verschillen. Zowel door persoonlijke eigenschappen als door de duur en oorzaak van een traumatische ervaring. Wel zien we zowel bij kinderen als bij volwassenen dat in de Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 35 fase waarbij de hulpverlener aanbod komt dezelfde factoren belangrijk zijn. Hierbij valt te denken aan veiligheid, vertrouwen bieden, een luisterend oor enzovoort. Door het inzicht te vergroten in de verschillende symptomen die op kunnen treden en die horen bij een bepaalde leeftijdscategorie is men beter in staat sneller en effectiever hulp te bieden. De moeilijkheid echter is wel dat ieder trauma en ieder mens uniek is. Geen enkele methode is universeel en zonder aanpassingen toepasbaar bij mensen met een trauma. De verwerking van een trauma kun je ook niet uitdrukken in tijd, duidelijk moet zijn dat mensen een duwtje in de rug krijgen dit betekent echter zeker niet dat hiermee alles is opgelost. Vooral kinderen die in het begin staan van hun ontwikkeling zijn erg afhankelijk van de hulp uit hun omgeving. Door de korte levenservaring zijn ze nog niet instaat om net als volwassenen te begrijpen wat er allemaal is gebeurd. Communicatie is dan een van de eerste instrumenten waarmee je nader tot een kind kan komen. Ook andere methoden zoals tekenen, toneel spelen, sport en spel zijn middelen waardoor kinderen leren hun gevoelens uit te drukken. Wanneer sport en spel ingezet wordt als een therapievorm dan kunnen we ook wel spreken van PMT. Bij PMT staat niet het praten maar vooral het doen voorop. Bij kinderen die het probleem niet goed kunnen verwoorden kan er door middel van bewegen bepaalde emoties naar buiten komen die mee helpen aan de verwerking van het trauma. De therapeut moet in dit geval wel de juiste informatie kunnen halen uit de gedragingen van iemand in een bepaalde bewegingssituatie en hierop kunnen inspelen. Sport en bewegen heeft daarbij het voordeel dat het universeel is en meerdere waarden met zich meebrengt zoals; afleiding, groepsgevoel, zelfvertrouwen enzovoort. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 36 5. Traumaverwerking en sport Inleiding ‘Als ik iemand doodde, voelde dat niet alsof ik deze dingen deed. Ik moest wel omdat de rebellen dreigden mij te doden’ (Een 12-jarige kindsoldaat uit Sierra Leone). Ieder kind beleeft de oorlog anders, allemaal hebben ze dingen meegemaakt die ze de rest van hun leven nooit meer zullen vergeten. Bij al deze kinderen overheerst de angst en zonder hulp komt deze angst niet tot uiting en blijft dat geweld door hun hoofd spoken. Psychologische verwerking is essentieel voor hun verdere ontwikkeling. Tekenen of schrijven, muziek maken, sport en spel zijn allemaal middelen die daarbij kunnen helpen. In dit hoofdstuk staat de psychologische verwerking door middel van sport en spel centraal. In § 5.1 worden de resultaten uit het onderzoek naar ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport, verricht door het NISB, nader toegelicht. In § 5.2 wordt er gekeken naar de rol van sport bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden en op welke wijze dit naar buiten komt. In § 5.3 worden de verschillende organisaties en projecten verkregen uit het onderzoek kort toegelicht. Daarbij wordt zowel informatie gegeven over de betreffende organisatie als over de specifieke projecten waarbij sport en traumaverwerking een onderdeel is. 5.1 Quickscan Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport In opdracht van het NCDO heeft het NISB twee onderzoeken (Quickscan) verricht naar het thema ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport (OTS). Het eerste onderzoek is verricht in 2001, wat een jaar later heeft geresulteerd in een vervolgonderzoek. Uit deze twee onderzoeken zijn een aantal belangrijke gegevens naar voren gekomen. Hieronder zal in het kort de verkregen inzichten worden toegelicht: Aanleiding van het onderzoek Op het congres ‘Sport en ontwikkelingssamenwerking’ 1998 blijkt dat de rol van sport in ontwikkelingslanden bij traumaverwerking een onontgonnen gebied is dat nadere exploratie verdient. Doelstelling van het onderzoek - stimuleren van praktische samenwerking - uitwisselen van ervaringen - vergroten van kennis over het thema trauma in relatie tot ‘Sport en Ontwikkelingssamenwerking’ Inventarisatie Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 37 - Projecten waarbij sportorganisaties met ontwikkelingsorganisaties samenwerken zijn moeilijk te vinden. - Er zijn op dit moment vrijwel geen projecten die OTS als thema hebben. Voor de enkele projecten waarbij sport als middel voor traumaverwerking gehanteerd wordt geldt dat de ervaringen met sport positief zijn. Oorzaken - Als oorzaken voor de geringe betekenis van sport in traumaverwerking wordt met name de onbekendheid met sport als middel om andere doelstellingen te bereiken genoemd. - Sport en ontwikkelingssamenwerking is relatief een nieuw thema, de inzet van sport en de verandering hierin kost tijd. - De geestelijke gezondheidszorg in het buitenland zijn onvoldoende bekend met de mogelijkheden van sport en spel bij traumaverwerking. Dit geldt overigens ook voor hulpverleners in niet-ontwikkelingslanden. Knelpunten - Een mogelijk knelpunt in de samenwerking vormen de verschillen in cultuur van sport- en ontwikkelingsorganisaties. - Het is de vraag of iemand die niet geschoold is in de traumaverwerking in korte tijd voldoende kennis kan verwerven om de trauma’s voldoende te plaatsen. Bovendien is het de vraag indien een projectmedewerker weet hoe hij/ zij een fase moet herkennen, dan ook weet hoe hij/ zij moet handelen. In de werkelijkheid is het vaak ‘roeien met de riemen die je hebt’. Deelnemers komen niet netjes in groepjes met dezelfde verwerkingsfase aan. - Problematisch is, dat verschillende organisaties projecten niet dusdanig rubriceren en bijhouden zodat de inventarisatie moeizaam verloopt. Daarnaast is sport en traumaverwerking geen specifieke doelstelling en dus is er geen specifiek beleid van de verschillende organisaties. Conclusies - Concluderend kan gesteld worden, dat er voldoende ervaring is om te stellen dat het mogelijk is dat sport en bewegen een positieve invloed kunnen hebben op de verwerking van traumata, maar dat deze positieve ervaringen nog niet op grote schaal gecommuniceerd en onderzocht zijn. - Uit het onderzoek blijkt dat er van daadwerkelijke praktische samenwerking tussen sporten ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties nauwelijks sprake is. Daar waar samenwerking plaatsvindt, is dat bij projecten waarbij de ene organisatie uitvoerend is en de ander voorwaardenscheppend. Met betrekking tot de stimulering van de samenwerking tussen sport- en ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties geldt dus, dat deze samenwerking in het algemeen in de kinderschoenen staat. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 38 - Daarnaast zijn er projecten van ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties en sportorganisaties afzonderlijk. In de projecten van ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties speelt sport zelden een rol. De projecten van sportorganisaties vallen meestal onder de ‘sport-plus’-projecten. - Ook met betrekking tot traumaverwerking is er vrijwel geen samenwerking. In de projecten die traumaverwerking als thema hebben wordt sport zelden gebruikt als middel. Wanneer sport en spel wel ingezet worden is de effectiviteit waarschijnlijk geringer omdat men doorgaans onvoldoende getraind is op het effectueren van sport als middel. Aangezien er wel erkenning is voor het belang van de inzet van sport, kan gesteld worden dat de deskundigheid van sportorganisaties noodzakelijk is voor een succesvol gebruik van sport bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden. - Wanneer een project zich uitdrukkelijk richt op het snijvlak van OTS is er vrijwel geen meningsverschil over het nut van voorbereiding ten aanzien van traumaverwerking. Deze voorbereiding heeft dan tevens als doel de voorkoming van secundaire traumatisering van de deskundige zelf. Het doel van de voorbereiding zou moeten zijn verdere traumatisering van de gebruikers door bepaalde sportmethoden te voorkomen, voorkoming van secundaire traumatisering van de deskundige en voorbereiding op mogelijke reacties van getraumatiseerde mensen. De voorbereiding kan bestaan uit een korte cursus die wat handvatten geeft. Deze cursus zou opgezet kunnen worden in samenwerking met ontwikkelingssamenwerkings-, trauma- en sportdeskundigen. - Er zijn enkele organisaties die projecten uitvoeren gericht op traumaverwerking in ontwikkelingslanden of oorlogsgebieden. In de projecten die zij uitvoeren zijn er enkele ervaringen met sport die voldoende zijn om het belang van sport in dergelijke projecten te onderstrepen. Meer ervaring en expliciete kennisontwikkeling op dit gebied is wenselijk. Aanbevelingen - De extrinsieke waarde van sport en spel moeten meer gecommuniceerd worden. Daarvoor moeten good-practics opgespoord en beschreven worden op een dusdanige wijze dat het onder de aandacht komt van betrokkenen. - Belangrijk is om bij een project dat gericht is op OTS hier ook traumadeskundigen bij aanwezig te laten zijn. De doelstelling hierbij is dat bij het organiseren van een bijvoorbeeld een voetbal competitie deze mensen een besef hebben van de achtergrond van de deelnemers en het effect dat sport en spel kan hebben op de mensen en hun onderlinge relaties. - Vermoedelijk zal er een betere inventarisatie gemaakt kunnen worden als NCDO middels een standaardvragenlijst gestructureerd en expliciet bij ieder verslag van projecten vraagt naar sport, bewegen en ervaringen met traumata. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 39 - Het opzetten van een gedegen maar korte voorbereidingscursus voor mensen die uitgezonden worden. De voorbereidingscursus moet geïnitieerd worden door een ontwikkelingsorganisatie en niet door een sportorganisatie. De inschatting is dat de stap van ontwikkelingswerk naar het inzetten van sport als middel om trauma’s te verwerken gemakkelijker te maken is dan de stap van sport naar sport als middel om trauma’s te verwerken (in ontwikkelingslanden). - Het opzetten en uitvoeren van een pilot In de pilot moet uitgegaan worden van trauma(deskundigen). Zij kunnen met behulp van de sportdeskundigen het beste bepalen op welke manier sport ingezet kan worden. De pilot zou kunnen uitgevoerd worden door een multidisciplinaire groep mensen: onder anderen traumadeskundigen, sociaal werkers, en sportmensen. Ook de begeleidingsgroep moet bestaan uit deskundigen uit ongeveer dezelfde disciplines. Op deze manier is de slaagkans van een dergelijk project het grootst en kan de meeste kennis gegenereerd worden. (Van Montfort & Steenbergen, 2001) Een belangrijke conclusie uit het bovenstaande onderzoek is de vaststelling dat sport en bewegen als middel door iedereen als positief wordt ervaren. Aangegeven wordt alleen dat nog niet iedere organisatie bekend is met de mogelijkheden van dit middel. Van belang is dus te zorgen voor meer bekendheid over de effecten van sport en bewegen en aandacht te geven aan ‘good practics’. Daarbij zijn onderzoeksresultaten naar het effect van sport en spel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden noodzakelijk. Door aandacht te geven aan bestaande OTS projecten en aan ervaringen uit het veld kom je tot nuttige informatie die meer duidelijkheid en bekendheid kunnen geven aan dit thema. (Zie § 5.3 & § 6.2) 5.2 Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking en Sport Binnen organisaties die hulp bieden in vluchtelingenkampen groeit de overtuiging dat sport en psychomotorische therapie een belangrijke functie kunnen hebben in het kader van traumaverwerking. Volgens die organisaties draagt dit bij aan het herwinnen van verstoorde lichamelijke, geestelijke of sociale functies. In veel gevallen zijn sport en bewegingsactiviteiten een sociaal en politiek neutrale mogelijkheid om met lotgenoten en zelfs daders om te gaan en een band te creëren die zelfs kan worden uitgebouwd tot therapeutische setting. Sport biedt zowel in actieve als passieve zin mogelijkheden om een nieuwe start te maken na een crisissituatie. Daarnaast is de werking van sportbeoefening voor individuele slachtoffers van traumatische gebeurtenissen heilzaam. De lichamelijke en geestelijke beleving die met sport gepaard gaat kan van belang zijn, vanwege een hernieuwd lichaamsbesef (b.v. bij verkrachting of lichamelijk letsel). Bovendien biedt sport een niet-bedreigende mogelijkheid om sociale Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 40 vaardigheden weer op te pakken die als gevolg van een trauma verloren waren gegaan. Lichamelijke inspanning biedt daarnaast de mogelijkheid om spanning af te reageren. Tenslotte kan men door sportbeoefening, maar ook door bestuurlijke functies uit te oefenen, tot zelfontplooiing komen en zelfwaardering opbouwen. (Samenspel scoort, 1998) “Je moet sport niet zien als een wondermiddel bij traumaverwerking. Maar het kan wel een wezenlijke bijdrage leveren aan de normalisering van het leven. Heftige emoties kunnen worden afgereageerd binnen bepaalde spelregels. Via sport kunnen bepaalde waarden gestimuleerd worden, zoals respect voor de ander en je houden aan de regels”. Prof.dr.W.G.H. Wolters, Symposium Sport en ontwikkelingssamenwerking, RU Utrecht, 1998 Artikel 31 van het VN-verdrag geeft aan dat kinderen het recht hebben om te rusten, ontspannen, spelen en recreëren. Het recht voor kinderen om te spelen wordt ook wel eens gezien als het ‘vergeten’ recht, misschien omdat het bij volwassenen eerder overkomt als een overbodige luxe dan een noodzaak. Maar spelen is een essentieel onderdeel van de ontwikkeling. Kinderen die niet in de gelegenheid zijn om te spelen missen een stukje sociale, lichamelijke en persoonlijke ontwikkeling. Spel en bezigheden kunnen nuttig zijn om kinderen aangrijpende ervaringen te laten begrijpen en ermee om te gaan. Op deze wijze wordt ook de aandacht van hun pijnlijke gevoelens afgeleid, en misschien wel het allerbelangrijkste kinderen kunnen weer even kind zijn. On the importance of play welke wijze kan sport en during bewegen een roltimes, van betekenis spelen bij Play is5.2 theOp work of children. Especially stressful parents need to encourage children to play. Play allows children to events around them and to express these events traumaverwerking in ontwikkelingslanden? in their own simplified way. Their participation in community activities can raise their uit in het veld met sport middel traumaverwerking spirits 5.3 andErvaringen occupy them meaningful ways.als When webij realise how important(interview) play is for the development of a child, we can recognise the need for providing traumatised children with a place to play, an opportunity to play, and things to play with. They can thus re-enter their development cycle, which has been so violently interrupted. It would seem that the sooner we can intervene with play in the life of a traumatised child, the sooner the child can appropriate the healing effects of the play environment and the sooner hope will re-enter the child’s world. Aguilar and Retamal, 1998 In een referaat van Prof. Dr. W.H.G. Wolters over psychotraumatische ervaringen noemde hij een voorbeeld: “Ik was verschillende malen voor UNICEF in oorlogsgebieden, ik was erg onder de indruk van de zogenaamde child killers. Daar zaten in een legerruimte, verschrikkelijke locaties, 800 jonge jongens, die men uit de gevangenis had geplukt. Deze jongens hadden zelf aan Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 41 moordpartijen deelgenomen. Zij zaten daar in volstrekte amorfe, inactieve situatie, zonder enige afleiding. UNICEF had er een projectje opgezet met sportactiviteiten. Waarom nu sport en niet therapie? Dit heeft vele redenen, maar als je naar de kinderen luistert, kom je zelf tot de conclusie dat sporten op dit moment veel meer kan betekenen voor ze. Een kind kwam bij me voor behandeling, 14-15 jaar oud, die zegt: ‘ik ben bang hier’. Bang zijn in een gesloten ruimte met iemand, dat betekent het gevoel dat je dood gaat. Deze jongen vertelde dat hij tijdens de oorlog in leven was gebleven door zich onder lijken te verbergen… Aan deze indringende beelden hield hij het symptoom, de posttraumatische stressreactie over; dat hij, telkens wanneer hij over straat loopt, bloed voelt vloeien over zijn voorhoofd. Nadat deze jongen een paar keer zich helemaal heeft kunnen uitleven op het sportveld komt hij naar me toe en zegt: “ik ben niet meer bang, ik kan het van me af rennen !…” In vele noodsituaties(zoals bijvoorbeeld een vluchtelingenkamp) bestaat meer dan 50% van deze groep mensen uit kinderen en jongvolwassenen. De meerderheid van deze groep heeft een traumatische ervaring opgelopen door een oorlog, uit elkaar getrokken families en heeft daarbij te maken met een gebrek aan vele basisbenodigdheden zoals water, voedsel en onderdak. Deze omstandigheden hebben een groot effect op het fysieke en psychische welzijn. In de context van b.v. een vluchtelingenlamp of een gemeenschap die weer vanaf het begin moet worden opgebouwd, zijn recreatie- en onderwijsactiviteiten zeer belangrijk om de stress waar deze kinderen mee kampen te verlichten. Door de noodsituatie die er ontstaat waarbij gebrek is aan alles, blijft het toch belangrijk om sport- en spelfaciliteiten voor kinderen zoveel mogelijk aan te moedigen. Belangrijk zijn de sociaal-culturele activiteiten zoals musicals, dansgroepjes, sportwedstrijden, football spelen enz. Deze activiteiten kunnen op een bepaalde manier de hardheid van een uitgeroeid bestaan compenseren en het traumaverwerkingsproces vergemakkelijken. Als voorbeeld zijn er in Libanon veel ‘ontmoetingsruimtes’ voor kinderen waar allerlei activiteiten plaats vinden. Dit houdt onder andere in dat er sportactiviteiten, zomerkampen en andere activiteiten in clubverband worden georganiseerd voor vluchtelingen. Deze activiteiten hebben een preventieve rol bij de steun van de culturele identiteit en het gevoel voor eigenwaarde voor kinderen die moeten leven in de meest extreme situaties. De NISB merkt op dat organisaties bereid zijn om in de toekomst intensiever samen te werken. Internationaal bestaan al dergelijke samenwerkingsverbanden. Zo werken de VNvluchtelingenorganisatie UNHCR en het Internationaal Olympisch Comité nauw samen in een aantal vluchtelingenkampen. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 42 “De grote betekenis van sport voor de psychische ontwikkeling en voor de socialisering van jeugdigen is zonneklaar. Plezier aan sportbeoefening in welke vorm dan ook brengt miljoenen dagelijks tot die wonderlijke hijgende, puffende, extatische communicatie met eigen lijf, met teamgenoten en met supporters. Sport is ook een middel bij uitstek voor het kanaliseren van de lichamelijke, psychologische en sociale behoeften en sport kan bijdragen aan de lichamelijke en ook geestelijke gezondheidszorg van mensen. In de gefragmenteerde, chaotische werkelijkheid van landen na de oorlog, zoals Mozambique, Rwanda en Joegoslavië, zijn vaak velerlei voorzieningen van onderwijs en gezondheidszorg vernietigd. Laagdrempelige voorzieningen voor jeugdigen, waarin men middels theater, muziek, dans en sport in een gestructureerde context met de jongeren werkt, vormen de kern van traumaverwerkingsprogramma’s. Een belangrijke voorwaarde voor verwerking van traumatische ervaringen is enige normalisering van het gewone bestaan. Georganiseerde en begeleide sportactiviteiten kunnen structuur, houvast en veiligheid bieden. Sport biedt de mogelijkheid om het eigen lijf weer terug te vinden en positief te ervaren. Opnieuw ergens bijhoren, onbedreigd gevoelens uiten en ervaringen delen met anderen kan een gevoel van eigenwaarde en zelfcontrole teruggeven. Zo kan men een aanzet geven tot (re)socialisering en re-educatie. (Re)socialisatie-programma’s van kindsoldaten in Mozambique zijn daarvan een voorbeeld. Bij dergelijke programma’s, waarvan de sportactiviteit een onderdeel is, gaat het ook om attitudevorming, het bijbrengen van normen en waarden en het opvoeden tot goed burgerschap. Het moge duidelijk zijn dat sport en spel geen wondermiddel is voor de verwerking van traumatische ervaringen. Sport kan daarbij helpen als onderdeel van een breder programma. Onderwijs en voorbereidingen op een beroepsleven zijn eveneens van groot belang voor de normalisering van de leefsituatie van jeugdigen. Zonder goede voeding kan niemand hardlopen!” (Prof. dr. W.H.G. Wolters, 1998). Marjolein Hammink, persvoorlichter bij Mensen in Nood: “Helaas hebben nogal wat kinderen wereldwijd te maken met geweld, natuurrampen, armoede, ziektes en het verlies van familieleden. Ze maken daardoor al op jonge leeftijd traumatische ervaringen mee. Sport, spel en theater kunnen een belangrijke rol spelen bij de verwerking hiervan. Deze uitingen zijn een uitlaatklep voor emoties en een goede manier om kinderen uit hun isolement te halen. Ze hebben behalve basisbehoeften als eten, drinken en scholing, ook recht op ontspanning. Tegelijkertijd kan op een speelse manier aandacht gevraagd worden voor traumaverwerking bij kinderen. Een goede samenwerking met de partners ter plekke staat voorop. Op een gegeven moment is het de bedoeling dat de acteurs zichzelf leren bedruipen. Bijvoorbeeld door winstgevende activiteiten te ontplooien. Acteurs van Theatergroep El Trono gaan na elk optreden langs met de pet. Zowel op straat als ook op toneel. De jonge toneelspelers hebben veel succes in Bolivia, maar ook in het buitenland. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 43 Vorig jaar speelde de theatergroep in een overvolle zaal in Helmond voor de donateurbijeenkomst van Mensen in Nood. Sport gewoon leuk of als therapie? Sport en bewegingsactiviteiten hebben zich nadrukkelijk bewezen als zinvolle therapeutische en integratieve methoden (Sietsma L.W.,2001) Maar wanneer is sport en bewegen gewoon leuk en goed voor wat afleiding en wanneer kun je nu spreken van therapie? Wanneer sport en bewegen wordt ingezet als middel bij traumaverwerking, dan is het intrinsieke doel van sport en bewegen minder van belang en ondergeschikt aan het uiteindelijke doel wat men hier wil bereiken; namelijk traumaverwerking. Deze scheiding werd in het begin al benadrukt (zie p.9) door de tweedeling in sport+ en +sport-projecten. Waar het accent bij sport+ projecten meer ligt op de intrinsieke waarde van sport, ligt het bij +sport projecten meer op de inzet van sport als middel om hiermee andere doelen te bereiken. In onderstaand schema wordt het verschil in accenten bij het aanbod van sport en spel in verschillende vormen verduidelijkt. In dit schema komt een driedeling naar voren waarbij telkens de verschillende accenten en doelen apart worden aangegeven. Dit overzicht geeft een specifiekere verdeling aan dan de tweedeling in sport+ en +sportprojecten. Dit om aan te tonen waar nu de verschillen in liggen bij het aanbod, de activiteit en de doelen wanneer je praat over sport+, +sport en therapie. Traumaverwerking en sport is zoals eerder genoemd een +sport- project waarbij sport het instrument is wat wordt ingezet om andere doelen te bereiken. Het gaat hierbij dus meer om een vorm van therapie dan bijvoorbeeld bij een regulier sporttoernooi het geval is. Nu is het natuurlijk niet zo dat deze verdeling altijd opgaat, in de praktijk zul je zien dat er vele combinaties ontstaan waarbij het aanbod bestaat uit meerdere accenten uit verschillende categorieën. Wat hiermee wordt aangegeven is dat wanneer je sport en spel als middel wil inzetten bij traumaverwerking is dat de soort activiteit eigenlijk niet van belang is. Het gaat erom hoe de therapeut met de situatie omgaat en welke informatie hij/zij uit de situatie kan halen. Aan de hand van deze informatie wordt de activiteit aangepast zodat ‘de therapeut’ daarmee inspeelt op de hulpvraag van de in dit geval getraumatiseerde persoon. Interactie tussen de therapeut en de cliënt en cliënten onderling staat hierbij centraal. Traumaverwerking en sport valt in mijn ogen meer in de laatste categorie dan in de eerste, wil je tenminste een werkelijke bijdrage leveren aan traumaverwerking. Waarbij nogmaals wordt aangegeven dat sport een onderdeel moet zijn van een programma waarin meerdere methoden worden gebruikt dan alleen sport en bewegen. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 44 Accenten Sport en Spel - Bewegen - Bewegingsonderwijs centraal - Plezier - Sporttoernooien - Recreatie - Samen ‘doen’ - Trainingen - Plezier - interacties - Buitenschoolse - Fysiek bezig zijn - Vaardigheden (aan) - Oefen gericht (Sport+/+Sport) activiteiten leren ‘functioneel - Sociale contacten - Groepsgericht - Gezondheid - Competitie - Bewegen als doel - lukken staat bewegingsaanbod Vormen Leren staat - (Sport+) Aangepast Doelen verbeteren - centraal positieve - lichaamsbeleving activiteiten - laagdrempelig - ervaren activiteit aan de gericht op specifieke - keuze van de doelgroep doelgroep zoals b.v. vergroten van gehandicapten, belangrijk gevoel van kinderen enz. bewegen als doel zelfvertrouwen en activiteit is hier - - - aanpassen van de laagdrempelige - activiteiten zijn veiligheid PMT - (+sport) - ontdekken staat problemen - therapiesessies centraal ontdekken, - sportworkshops activiteit wordt benoemen en erover - ontspanningsoefenin gebruikt als praten gen spiegel voor de - - - - (therapeut)binnen deelnemer een willekeurige lichamelijkheid activiteit gedrag (aandacht voor beïnvloeden wat ontspanning, aansluit bij de ademhaling of hulpvraag van de pijn) patiënt. - kan individueel maar ook in groepsvormen bewegen als middel Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 45 Waar moet je als hulpverlener op letten? Wanneer je sport als middel bij traumaverwerking gaat inzetten is het van belang om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van traumatische ervaringen bij kinderen. Belangrijk is te weten hoe je hier als hulpverlener het beste mee kunt omgaan. Juist bij sport en bewegingsactiviteiten kunnen er situaties ontstaan waarbij bijvoorbeeld agressie ontstaat of angst voor lichamelijk contact. In het vorige hoofdstuk is dieper ingegaan op de oorzaken en gevolgen van een traumatische ervaring, hier gaan we kijken waar je als hulpverlener extra op moet letten bij de omgang met getraumatiseerde personen. Wanneer je als hulpverlener gaat werken met getraumatiseerde kinderen is het van belang om te beginnen met het verwerken van je eigen traumatische ervaringen. Het kost immers erg veel moeite om met een open oor te luisteren naar verhalen van anderen, als jezelf nog zoveel onvertelde verhalen hebt. Zorg ervoor dat je als hulpverlener niet te veel domineert. Stel open vragen en luister goed. De traumatische ervaring moet worden herbeleefd in een veilige setting waarbij uiting kan worden gegeven aan bijbehorende emoties. Vooral bij kinderen is het belangrijk dat ze jou vertrouwen en dat je lief voor ze bent, ze hebben al genoeg ellende mee gemaakt. De betekenis die aan een traumatische ervaring wordt gegeven is zeer cultuur bepaald, je kunt dus niet zomaar westerse methoden overplanten naar een gebied waarbij deze traumabehandeling niet past. (daarbij is veel traumaliteratuur uit het westen gaat over individuele trauma’s terwijl de oorlog bij uitstek een collectief gebeuren is) Belangrijk is om je activiteiten af te stemmen op de cultuur en te luisteren naar de vraag van mensen in een gemeenschap of vluchtelingen kamp. In een oorlogssituatie waar werkelijk gebrek is aan alles kan het ondersteunend zijn om iets mee te nemen. Kinderen hebben behoefte aan afleiding, dit kan worden gegeven in vormen van sport en spel, toch mag men de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen. Een veilige plek voor kinderen is dan het belangrijkst. Moedig kinderen aan om hun ervaringen te delen met leeftijdsgenoten. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 46 5.3 Organisaties en projecten Door middel van een inventariserend onderzoek zijn er een aantal relevante projecten en/ of organisaties verzameld die in verband staan met het thema traumaverwerking en sport. Per organisatie wordt er een korte uitleg gegeven over de achtergrond van het project en de eventuele werkwijzen die daarbij zijn ingezet. Bij ieder project is gekeken of sport en spel wordt ingezet bij traumaverwerking. Sport, spel en bewegen staat niet in elk project centraal maar vormt wel bij iedere organisatie een onderdeel van het programma. Van sommige organisaties is meer inhoudelijke informatie verkregen over de projecten dan bij anderen, dit door de soms moeilijk bereikbare kantoren in het buitenland en de geringe informatie in Nederland. Het gaat hierbij om de volgende organisaties: 1. Life Foundation International 2. War Child 3. Plan Nederland 4. Terre des Hommes 5. Mensen in Nood De volgende organisaties zijn ook benaderd: Olympic Aid NOVIB Artsen zonder grenzen UNICEF UNHCR Deze organisaties steunen wel projecten rondom het thema OTS, maar zij hadden op dit moment geen concrete informatie voor handen. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 47 Life Foundation International Achtergrond Eenentwintig jaar geleden kwam in Bangor een kleine groep studenten bij elkaar met de gemeenschappelijke droom om een leefbare wereld te creëren. ‘Het was een droom van hoop. We zagen een wereld om ons heen waarin mensen honger lijden, aan oorlog en geweld ten onder gaan of wanhopig op zoek zijn naar de zin van hun bestaan. Naar ons gevoel was er meer dan ooit behoefte aan een praktische methode om pijn en verdriet om te zetten in hernieuwde levensvreugde. De Dru Yoga die we onderwijzen had haar effectiviteit al veelvuldig bewezen, maar wij wilden ook van anderen leren. Om deze reden hebben wij sinds 1992 over de hele wereld gereisd en zowel in het oosten als in het westen specifieke methoden gevonden die de mens toegang geven tot zijn innerlijke kracht. Onder de naam Body Heart Mind wordt deze synthese nu met geweldige resultaten onderwezen aan oorlogsslachtoffers en hulpverleners, managers enz.’ Jhon Jones, een van de oprichters van Life Foundation Organisatie De life Foundation heeft een holistisch mensbeeld, zij gaat uit van de mens als geheel waarbij de fysieke, emotionele en spirituele aspecten niet los te koppelen zijn. Zij hebben technieken ontwikkeld om yoga (en ademhalings-)oefeningen direct in te zetten om trauma’s te verwerken. Dit doen zij, vaak ondersteund door de Verenigde Naties, steeds aangepast aan de cultuur van het land, in verschillende landen, waaronder oorlogsgebieden. De organisatie bestaat uit 80 medewerkers met o.a. artsen, docenten ,verpleegkundigen en specialisten op het gebied van zowel reguliere als alternatieve geneeskunde. Body/Hart/Mind-techniek De life Foundation maakt gebruik van de zogenoemde body/hart/mind-technieken om mensen te helpen bij de verwerking van een trauma. Body/Hart/Mind-technieken (BHM) werken op het lichamelijke, emotionele, intellectuele en intuïtieve niveau van de mens. Deze technieken leren je hoe je jezelf en je omgeving tot een ademend, wandelend, genezend geheel kunt maken. In de praktijk komen BHM-technieken hierop neer: 1) aandachtige en rustige lichaamsbewegingen Aandachtig bewegen zorgt ervoor dat gespannen spieren en organen gestrekt en ontgift worden, dat wervels en beenderen weer goed op hun plaats komen, dat het zenuwstelsel Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 48 zich ontspant, dat het afweersysteem versterkt wordt, dat de levenskracht aangevuld wordt en dat de beschikbare energie beter gebruikt wordt. 2) gebruik van handgebaren Handgebaren werken op de subtiele energiestelsels in het lichaam en zorgen voor herstel van het evenwicht tussen energie, hormonen en zenuwimpulsen. In India worden handgebaren al eeuwenlang gebruikt om hormonale veranderingen die tot het ontstaan van bepaalde emoties te transformeren. 3) ontwikkel van je vermogen tot creatieve visualisatie Door visualisatie ontwikkel je geestkracht; je gebruikt je mentale kracht om energie te richten op de genezing, verbetering en vervanging van oude niet langer gewenste gedachtepatronen. 4) gebruik van klanken en affirmaties Affirmaties en klanken zijn van groot belang voor het wijzigen van onze gevoelens, door verandering van onze manier van denken. De geluiden die we maken en de woorden die we spreken hebben grote invloed op hoe we ons voelen en op hoe onze relaties zich ontwikkelen. 5) bewust ademen Bewust ademen kalmeert de emoties en voorziet het denken van nieuwe energie. Het activeert het parasympatische zenuwstelsel waardoor stress en bezorgdheid verminderen. 6) aandachtig lopen Bewust wandelen is niet alleen een gezonde vorm van lichaamsbeweging, het geeft ons ook de mogelijkheid met onszelf in contact te komen. Bovendien maakt het energie vrij, waardoor mentale en lichamelijke weerstand en uithoudingsvermogen worden opgebouwd. (Patel, M., R. Goswami,1996) War Child Organisatie War Child Nederland heeft zich gespecialiseerd in psychosociale hulp aan kinderen in door oorlog getroffen gebieden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van creatieve middelen. Tijdens gezamenlijke muzikale, creatieve en sportieve activiteiten kunnen kinderen expressie geven aan hun emoties. Dat helpt hen bij de verwerking van hun oorlogservaringen. Ook stimuleert het hun persoonlijke ontwikkeling en respect voor elkaar. Het leert kinderen weer spelen en geeft hen verlichting van de alledaagse ellende. War Child streeft naar een gezonde, geestelijke ontwikkeling van oorlogskinderen, zodat zij kunnen bijdragen aan een vreedzame toekomst. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 49 Werkwijze War Child werkt op verschillende niveaus: Workshops voor kinderen: Kinderen nemen deel aan therapeutische, creatieve en sportworkshops gedurende een periode van 6 tot 12 weken waarin gewerkt wordt aan het verwerken van traumatische ervaringen en het versterken van coping mechanismen. Training aan (para) professionals: Lokale dienstverleners, psychologen, docenten enz. worden 3 tot 6 maanden intensief getraind in het gebruik van creatieve middelen in hun werk met kinderen. Training vindt plaats op basis van kennisuitwisseling en wordt gebaseerd op de lokale culturele en sociale waarden. Bewustwording: Mensen uit de omgeving van het kind worden voorgelicht over de psychosociale gevolgen van het conflict voor kinderen en de wijze waarop zij kunnen bijdragen aan de psychosociale zorg. Dit gebeurd middels bijeenkomsten, op individueel niveau, via scholen en soms ook via regionale of nationale campagnes. Verzoening: Groepen kinderen, jongeren en soms volwassenen, die door het conflict uiteen zijn gedreven worden middels creatieve activiteiten op een veilige verantwoorde manier bijeen gebracht om verzoening te bewerkstelligen. Dit gebeurt soms op kleine schaal in creatieve workshops maar ook grotere evenementen zoals concerten en sporttoernooien zijn hier een middel. Gebruik van sport als middel In een aantal van de projecten van War Child wordt sport ingezet als middel. Dit is onder andere het geval in Kosovo, Eritrea en Sierra Leone. Sportactiviteiten kunnen apart of in combinatie met andere middelen worden ingezet zoals b.v. drama, muziek en tekenen. Sport kan gebruikt worden in therapeutische programma’s en recreatieve programma’s. Therapeutisch gebruik In therapeutische zin is sport vooral geschikt voor het werken aan concentratie, coördinatie en samenwerking, controleren van agressie, motoriek, gezonde competitie en zelfwaardering. Sportactiviteiten kunnen alleen therapeutisch gebruikt worden als dit op een veilige manier en onder deskundige leiding gebeurd. Kennis van de achtergrond van het conflict, van psychosociale effecten van oorlog en conflict op kinderen is daarbij van essentieel belang. In de meeste gebieden waar War Child werkt zijn geen of nauwelijks sportfaciliteiten aanwezig. Voor de programma’s, met een therapeutisch karakter zijn de minimale eisen een afsluitbare ruimte zoals b.v. een klaslokaal. Verder worden er bij de activiteiten zo weinig mogelijk gebruik gemaakt van materialen. Materialen voor programma’s worden zoveel mogelijk lokaal aangeschaft. Een enkele keer worden materialen gestuurd van uit Nederland, dit zijn over het algemeen gedoneerde materialen. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 50 Bij de samenstelling van een groep moeten deze zo homogeen mogelijk zijn en in leeftijd. Bij voorkeur wordt gewerkt met al een bestaande groep, zoals een klas, om op die manier stigmatisering te voorkomen en om zo dicht mogelijk bij de dagelijkse situatie en omgeving van het kind te blijven. Recreatief gebruik In veel (post) conflict gebieden is een van de problemen dat kinderen en jongeren weinig mogelijkheden tot ontspanning kennen en weinig structuur vinden in het dagelijks leven. Afleiding en het beleven van positieve ervaringen, het kwijt kunnen van energie en ontspanning zijn heel belangrijk. Het voordeel van sportieve activiteiten is dat het in veel van bovenstaande behoeften voorziet. Grote groepen kinderen kunnen op een recreatief niveau worden bereikt terwijl het aantal kinderen dat op therapeutisch niveau per keer kan deelnemen veel kleiner is. (Voor voorbeeld sportworkshop zie bijlage) Plan Nederland Aangepast onderwijs en Traumaverwerking in het Moyamba district, Sierra Leone Organisatie Plan Nederland is een internationale, kindgerichte ontwikkelingsorganisatie met activiteiten in 45 programmalanden. Plan International werd in 1937 opgericht als Foster Parent's Scheme for (War) Children of Spain. De primaire doelstelling van Plan is het realiseren van een structurele verbetering van de levensomstandigheden van kansarme kinderen in ontwikkelingslanden. Teneinde haar internationale herkenbaarheid en zichtbaarheid te vergroten heet Foster Parents Plan Nederland, sinds 1 mei 2002, Plan Nederland. De primaire doelstelling is: 'Structurele verbetering van de levensomstandigheden van kansarme kinderen' door het uitvoeren van gemeenschapsprojecten met deze kinderen. Plan staat een wereld voor, waarin alle kinderen tot volle ontplooiing kunnen komen in een samenleving die de rechten en de waardigheid van de mens respecteert. De organisatie streeft naar blijvende verbeteringen in het leven van kansarme kinderen in ontwikkelingslanden door: Kinderen, hun familie en de gemeenschappen waarin zij leven, in staat te stellen hun mogelijkheden te vergroten om volledig in de gemeenschap te kunnen participeren; Het op gang brengen van communicatie tussen mensen uit verschillende landen en culturen, zodat er een verstandhouding kan ontstaan die begrip en saamhorigheid bevordert; Op te komen voor de rechten en belangen van kinderen, waar ook ter wereld. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 51 Werkwijze Bij Plan Internationaal staan kinderen centraal. Kinderen worden betrokken bij de keuze, planning en uitvoering van projecten, dit om de betrokkenheid te vergroten. Plan Nederland werkt met 5 verschillende aandachtsgebieden die worden geïntegreerd in de programma’s en projecten. Aandachtsgebieden: Een betere gezondheidszorg Beter onderwijs Een betere leefomgeving Inkomensverbetering Wereldwijde communicatie Plan blijft gemiddeld tien tot vijftien jaar actief in een programmagebied. Bij de ontwikkeling van programma’s en projecten is altijd overleg met de betrokken gemeenschappen. De prioriteiten die zij zelf aangeven, staan voorop en volwassenen en kinderen worden actief betrokken bij de identificatie, planning en evaluatie van programma’s en projecten. Plan werkt bovendien intensief samen met nationale, regionale en lokale overheden, met vrouwenorganisaties, zoals bijvoorbeeld; dorpscomités, vrouwenorganisaties en jongerenorganisaties en andere NGO’s zoals UNICEF. Projectachtergrond In samenwerking met de lokale tak van het Ministerie van Jeugd, Onderwijs en Sport, FAWE(For African Women Educationalists), Pikin to Pikin (lokale NGO gericht op gezondheid en hygiëne), schoolcomités en de gemeenschappen heeft Plan International in Sierra Leone een onderwijs en traumaverwerkingsproject opgestart met als doelstelling: waar mogelijk alle kinderen in het Moyamba district te voorzien van kwaliteitsonderwijs en te ondersteunen bij het verwerken van trauma’s. (totale duur project: juli 2000-juni 2003) Om deze doelstelling te bereiken, wordt er actief gewerkt: 1. Ontwikkeling van het middelen en kennis van de partnerorganisaties; 2. Verbeterde kennis over (vredes)educatie, traumaverwerking en counseling; 3. Zichtbare traumavermindering bij kinderen en verbeterde concentratie; 4. Verbeterd onderwijsniveau en verbeterde academische resultaten; 5. Verbeterde kennis onder de kinderen omtrent hygiëne en sanitaire voorzieningen; 6. Verbeterd en gezond schoolmilieu. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 52 Probleemanalyse en projectinrichting Een situatieanalyse voor het project begon, heeft uitgewezen dat kinderen door de oorlog ernstig getraumatiseerd zijn. Bijna de hele onderwijsinfrastructuur is ontwricht. Het programma richt zich daarom op zowel verbetering van het onderwijs als op het verminderen van het trauma bij kinderen. Het project is toegespitst op twee vormen van onderwijs, namelijk formeel en non-formeel. In het formele systeem wordt er lesgegeven vanuit een vaststaand curriculum, waarin geen ruimte is voor traumaverwerking (door middel van recreatie en sport en spel) en traumacounseling (middels praten, je hart luchten). In het programma worden deze scholen , en de omgeving, opgeknapt en worden onder andere leerkrachten getraind. In het non-formele systeem, waarbij schooltjes simpel maat effectief worden opgezet in regio’s waar de onderwijsstructuur ver te zoeken is, mag een eigen onderwijscurriculum gehanteerd worden. In dit curriculum zijn traumaverwerkings-en traumacounselingactiviteiten geïntegreerd. In de loop van het project is, door lobby en beleidsinvloeding, het MYES akkoord gegaan om traumaverwerking in het officiële onderwijscurriculum op te nemen. Loop van het project In 2002 hebben Plan Sierra Leone en partners het volgende bereikt: 1. Ontwikkeling van de middelen en kennis van de partnerorganisaties Pikin to Pikin heeft het afgelopen jaar, samen met het Ministerie van Gezondheid en Sanitaire Voorzieningen, trainingen gegeven op het gebied van hygiëne. Daarnaast heeft Pikin to Pikin ondersteunend materiaal gekregen om deze activiteiten uit te kunnen voeren. 2. Verbeterde kennis omtrent (vredes)educatie, traumaverwerking en counseling FAWE heeft zich in de verschillende chiefdoms, toegelegd op training workshops. Trainingen voor traumacounseling en trainingen gericht op vredeseducatie. Aan het einde van deze workshops zijn er clubs gevormd. Deze clubs bestaan uit jongeren die anderen in hun gemeenschap willen helpen. 3. Zichtbare traumavermindering bij kinderen en verbeterde concentratie Vorig jaar (2002) heeft het MYES traumaverwerking aan het nationale curriculum toegevoegd. Traumacounseling behoort nog niet tot het officiële curriculum, hoewel onderzoek uitwijst dat counseling effectief bijdraagt aan de vermindering van trauma’s bij kinderen. Hiertoe heeft Plan Sierra Leone een proefproject gestart met in totaal 12 scholen om ook traumacounseling onderdeel van het nationale curriculum te laten worden. Op de interventiescholen zal traumacounseling geïntegreerd worden, op de controlescholen niet. Zo is aan het eind van het experiment het effect van traumacounseling te meten. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 53 4. Verbeterd onderwijs niveau In 2002 heeft Plan Sierra Leone zicht gericht op bevoorrading van 305 lagere scholen met onder andere schrijfmaterialen, recreatiematerialen, meubilair enzovoort. Meer dan 200 leraren hebben training gekregen om het onderwijs te verbeteren. Voor het goed besturen van een school, evenals het herkennen van schoolkinderen met traumatische ervaringen, is een schoolmanagement comité onmisbaar. Meer dan 2000 leden hebben een management comité training gekregen. 5. Verbeterde kennis onder kinderen omtrent hygiëne en sanitaire voorzieningen 6. Verbeterd en gezond schoolmilieu Sport en spel als middel Het verwerken van trauma’s kan grof gezien opgedeeld worden in twee onderdelen: traumahealing door middel van interactieve, recreatieve sessies met leeftijdsgenootjes, en daarnaast door middel van counseling en directe confrontatie. PlAN richt zich met FAWE en recreatieve materialen (via leerkrachten en vrijwilligers) op beide. Voorafgaand onderzoek en evaluatie heeft aangetoond dat kinderen middels het ondergaan van counseling en het recreatief bezig zijn, hun gevoelens kunnen tonen en ervaringen kunnen verwerken. Dit verhoogt het concentratie niveau. Terre des Hommes Gulu support the children Organisation (GUSCO)-Uganda Organisatie Terre des Hommes is een kinderhulp- én kinderrechtenorganisatie. Terre des Hommes is in 1965 begonnen als een kleine vrijwilligersorganisatie met beperkte middelen. Nu - 36 jaar later - wordt het werk uitgevoerd door 34 betaalde medewerkers en een groot aantal vrijwilligersgroepen. Op het moment steunt Terre des Hommes ruim 350 projecten in 20 landen en voert actie tegen de meest ernstige schendingen van kinderrechten. Achtergrond Terre des Hommes heeft een Franse naam, maar is geen Franse organisatie. 'Terre des Hommes' is de titel van een boek, geschreven door Antoine de Saint-Exupéry. De romancier - vooral beroemd vanwege zijn filosofisch sprookje 'Le Petit Prince' - was niet alleen een hartstochtelijk avonturier, hij stond ook bekend om zijn hoge opvattingen over menselijke waardigheid, onderlinge verantwoordelijkheid en solidariteit. Deze filosofie verwoordde hij in 1939 in het boek 'Terre des Hommes'. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 54 doelstelling: 'Daadwerkelijke en onmiddellijke hulpverlening aan het noodlijdende kind, waar ook ter wereld, zonder onderscheid van huidskleur, geloof of politieke gezindheid.' Terre des Hommes komt op voor de Rechten van het Kind en probeert wereldwijd regeringen te dwingen zich aan deze rechten te houden. Daarnaast stelt Terre des Hommes de meest ernstige schendingen van kinderrechten publiekelijk aan de kaak door middel van grote campagnes als 'Stop de Kinderslavernij!' en 'Stop de Kinderprostitutie!'. Werkwijze De projecten van Terre des Hommes zijn gericht op een gedegen gezondheidszorg voor kinderen, en sport- en spelactiviteiten. De kracht van Terre des Hommes schuilt in de rechtstreekse samenwerking met lokale organisaties. De bevolking is op die manier zelf betrokken bij de organisatie en uitvoering van hun project. Vier Terre des Hommesvertegenwoordigers in Kenia, Sri Lanka, Indonesië en Costa Rica dragen zorg voor de directe begeleiding van de projecten in de regio's. Zij reizen doorlopend langs de projecten, bieden hulp waar dat nodig is en begeleiden het opzetten van nieuwe initiatieven. Door de jaren heen heeft Terre des Hommes de nadruk van haar werk verschoven van noodhulp naar duurzame hulp via lokale partnerorganisaties. Iedere twee jaar voert Terre des Hommes een interne controle uit op alle regiokantoren. In deze zogenoemde 'Operational Audit' lichten medewerkers van het hoofdkantoor het regiokantoor volledig door. Steekproefsgewijs bezoeken zij een aantal projecten in de regio om vast te stellen of gelden verantwoord worden besteed. Projecten In die landen waar kinderuitbuiting aan de orde van de dag is, biedt Terre des Hommes financiële, en waar noodzakelijk, praktische steun aan honderden hulpprojecten in ontwikkelingslanden. In 2000 waren dit er zo'n 350 projecten in 20 landen, gericht op onderwijs, medische zorg, sport en spel, opvang en onderdak voor wezen en straatkinderen en revalidatie van gehandicapte kinderen De activiteiten van het project passen binnen de doelstelling van Terre des Hommes: het moet dus direct of indirect om kinderen gaan. De organisatie en uitvoering van het project moeten altijd in handen zijn van een lokale organisatie: op deze wijze wordt de bevolking zelf gemotiveerd zich actief in te zetten voor het welslagen van hun project. De projectenportefeuille is de laatste jaren samengesteld op basis van een aantal speerpunten. Geografische concentratie speelt een rol bij de keuze van de projecten. Uit oogpunt van efficiëntie en effectiviteit, selecteert Terre des Hommes initiatieven die dicht bij elkaar plaatshebben. Daarnaast zijn inhoudelijke clustering en onderlinge samenwerking aanknopingspunten bij het beoordelen van de aanvraag. Terre des Hommes werkt ook aan Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 55 de bouw van modelprojecten, die als voorbeeld kunnen dienen voor ontwikkelingen in een land. Daarnaast probeert Terre des Hommes sportactiviteiten in onderwijsprojecten te integreren. Werkgebied Terre des Hommes concentreert haar werkzaamheden in vier werelddelen, namelijk OostAfrika (Kenia, Tanzania en Uganda), Latijns Amerika (Brazilië, Bolivia en Peru), Zuid-Azië (Bangladesh, India en Sri Lanka) en Zuidoost-Azië (Indonesië, Filippijnen, Thailand en Cambodja). Terre des Hommes steunt op het moment wederopbouwactiviteiten in de landen Nicaragua, Timor Loro Sae en Kosovo. Project: Gulu support the children Organisation (GUSCO)-Uganda Achtergrond In het Noorden van Oeganda woedt nu al ruim tien jaar een gruwelijke burgeroorlog waarvoor met name het beruchte Verzetsleger van de Heer (Lord’s Resistance Army, LRA) verantwoordelijk is. Het LRA ontvoert jonge kinderen uit het noorden van Uganda naar haar thuisbasis in Zuid-Sudan. Het LRA gebruikt kinderen als soldaat en als menselijk schild in de strijd tegen het Ugandese leger. Naar schatting bestaat 90% van het leger uit ontvoerde kinderen en er wordt aangenomen dat dit leger zonder hen niet zou kunnen bestaan. Op desertie staan wrede straffen. Kinderen die vluchtpogingen ondernemen worden gemarteld of gedood. De kinderen krijgen zelfs de opdracht om andere kinderen te vermoorden. Desondanks zijn honderden kinderen erin geslaagd om te vluchten en terug te keren naar Uganda. Omdat het LRA wraakacties onderneemt op familieleden en dorpsgenoten, kunnen kinderen niet of nauwelijks meer door hun eigen gemeenschap worden opgenomen. Het zijn deze getraumatiseerde kinderen en andere jonge slachtoffers van de burgeroorlog waar Terre des Hommes zich, in samenwerking met lokale organisaties, over ontfermt. Sport en spel als middel De lokale organisatie Gulu Support the children Organisation (GUSCO) vangt deze exsoldaten op, helpt ze bij het verwerken van de trauma’s en begeleid ze bij hun terugkeer naar hun familie en de maatschappij. GUSCO maakt vooral gebruik van sport en spel als methodes om traumatische ervaringen te verwerken en weer vertrouwen te krijgen in anderen. Zo gaan kinderen in hun tekeningen en toneelstukjes terug naar de situaties die ze zelf hebben ervaren. Lange gesprekken aan de hand van tekeningen en toneelstukjes brengen de kinderen weer terug naar de realiteit. Bovendien krijgen de kinderen weer contact met andere kinderen buiten GUSCO door het organiseren van voetbalwedstrijden. Knelpunten Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 56 Acceptatie van de ex-soldaten door de gemeenschappen is een probleem. De kinderen, in hun hoedanigheid als rebel, mensen uit hun eigen gemeenschap moeten plunderen, mishandelen en vermoorden. Veel leden van de gemeenschap willen deze ‘moordmachines’ niet meer terug in hun dorp. De voetbalwedstrijden bijvoorbeeld zijn een eerste stap. Maar voor de terugkeer van de ex-kindsoldaten is het noodzakelijk dat in gemeenschappen, op scholen en in vluchtelingenkampen voorlichting wordt gegeven over de situatie van de kindsoldaten. Terre des Hommes helpt GUSCO en CPA (De Concerned Parents Association) bij het trainen van lokale leiders die deze bewustwordingsprogramma’s zullen gaan voeren, het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal en de bijeenkomsten zelf. Mensen in Nood Psycho-sociale Gezondheidszorg Noord-west Oeganda Organisatie Sinds 2000 maakt Mensen in Nood deel uit van Cordaid. Cordaid vertegenwoordigt alle aspecten van ontwikkelingssamenwerking: noodhulp, structurele armoedebestrijding en de opbouw van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Mensen in Nood zet zich in voor noodhulp en kinderen, wereldwijd en onvoorwaardelijk. Mensen in Nood zet zich in voor slachtoffers van natuurrampen en oorlogen, kinderen, ouderen en andere kwetsbare groepen. Dit doen zij door financiële steun te verlenen aan lokale hulporganisaties. Mensen in Nood heeft nog een apart programma dat heet ‘kinderstem’ hiermee willen ze kinderen letterlijk een stem geven. Werkwijze Mensen in Nood biedt geen noodhulp zonder wederopbouw. De projecten zijn erop gericht om de situatie structureel te helpen verbeteren en samen met de bevolking de kans op een betere toekomst te vergroten. Dit kan bijvoorbeeld door de bevolking te helpen eigen inkomsten te verwerven, de infrastructuur te verbeteren enzovoort. De keuze van projecten en aandachtsgebieden gebeurt altijd op basis van de ideeën en wensen van de bevolking zelf. Project: Psycho-sociale Gezondheidszorg Noord-west Oeganda Land : Uganda Plaats (van uitvoering) : Adjumani, Arua en Moyo district Aanvragende org. : Transcultural Psychosocial Organisation Type organisatie : Intermediaire organisatie Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 57 Gebied : Stad en platteland Bereik : Hoofdzakelijk lokaal Gendergegevens : aandacht voor specifieke problematiek van mannen, vrouwen en kinderen Korte beschrijving: Achtergrond In de districten Arua, Moyo en Adjumani wonen 16 miljoen mensen, waarvan 145.000 Zuid Soedanese vluchtelingen. Vele vluchtelingen verblijven hier al meer dan 10 jaren. Ruim 62% van de bevolking is onder de 18 jaar. De psycho-sociale problematiek die aangetroffen wordt, is over de jaren langzaam veranderd: van trauma verwerking door plotseling geweld en noodzakelijke vlucht, naar een situatie van uitzichtloosheid met tot gevolg depressie, hopeloosheid, agressie, alcoholmisbruik en suïcide. Periodes van onrust, veroorzaakt door rebellen die vluchtelingen en lokale bevolking terroriseren en destabiliseren, hebben de ontwikkeling van de noordelijke districten sterk beïnvloed. Ontwikkeling is sterk afhankelijk van de positieve psychologische conditie en motivatie van de bevolking. Gevoelens van verslagenheid en excessief alcoholgebruik reduceren de capaciteit. Daar komt bij dat onenigheid tussen vluchtelingen en lokale bevolking toegenomen is door de wetenschap dat men langdurig aan elkanders aanwezigheid gebonden zit. Historische geschillen tussen bevolkingsgroepen (stammen)en onderlinge competitie in een omgeving met beperkte economische mogelijkheden leiden gemakkelijk tot grotere conflicten. De meest kwetsbare mensen zijn hen, die het meest moeite hebben zich aan te passen aan de moeilijke situatie, zoals weduwen, ouderen, weeskinderen, lichamelijk- en geestelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten. Organisatie TPO is een internationale NGO, met het hoofdkantoor in Nederland en opereert in Azië en Afrika en Oost Europa. Vanuit een kantoor in Kampala assisteert het sinds 1994 de 3 noordelijke districten in Oeganda met psychosociale en mentale zorgverlening aan vluchtelingen en lokale bevolking en is enige tijd geleden ook begonnen met een pilot project in Zuid Soedan. Met dit laatste beoogt TPO op den duur terugkerende Soedanese vluchtelingen van continuerende zorg te voorzien, daarmee hun vestiging in eigen land te begeleiden. Met uitzondering van de regionale programma coördinator, die is aangesteld voor directe technische supervisie van het programma en deel uit maakt van het 5 leden tellende management team, bestaat de staf van TPO uit Soedanese vluchtelingen en Oegandesen. Daarnaast zijn een Psychologe en een Ugandese Psychiater op parttime basis aangesteld voor training en klinische supervisie. De overige staf van TPO Oeganda bestaat uit 2 veldcoördinatoren en 20 psycho-sociale counselors. Zij zijn allen opgeleid in het verlenen van Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 58 psychosociale zorg in die specifieke context (diversiteit in culturele behoeftes, waarden en normen). Daarnaast zijn er 28 parttime ondersteunende stafleden. Vanuit het hoofdkantoor in Nederland vindt slechts incidentele begeleiding plaats. Wel worden vanuit het hoofdkantoor regelingen getroffen voor regelmatige internationale evaluaties naar effectiviteit van de TPO programma’s. TPO werk nauw samen met UNHCR, de (lokale)overheid, internationale en lokale NGO’s en lokale dorpsleiders. Nieuwe aanvragen voor assistentie van TPO komen van individuen en families, gezondheidscentra, de UN, overheid, en NGO’s en bedragen gemiddeld 90 per maand. Activiteit Hoofd doelstellingen van TPO in Oeganda zijn: 1) Het leveren van kwalitatief uitstekende psychosociale en mentale gezondheidsinterventies aan mensen woonachtig in de districten Adjumani, Moyo en Arua; 2) Het versterken van capaciteit van de vluchtelingen- en lokale gemeenschap; het ondersteunen van district- en centrale overheden in het onderkennen, uitvoeren en effectief managen van psychosociale en mentale gezondheidsproblemen zodat zij in de toekomst de verantwoordelijkheid voor het managen van deze service over kunnen nemen. Het zorgverleningpakket van TPO in de 3 noordelijke districten bestaat uit onder meer de volgende activiteiten: Psychosociale counseling aan individuen, families (1500 p/ jr) en groepen (5-600 p/ jr); Crisis interventie counseling aan individuen, families, groepen, dorpsgemeenschappen waar situaties van onveiligheid, verdwijningen, geweld, kindermishandeling, verkrachting, zelfmoord en psychiatrische noodsituaties voor komen; (gemiddeld 10 p/ mnd) Doorverwijzingen naar andere organisaties voor redenen als gezondheidszorg; protectie/ rechtshulp; sociaal economische hulp; onderwijs. Facilitatie van mobiele mentale gezondheidszorg in samenwerking met het Oegandese ministerie van gezondheid: hierin verzorgt men psychiatrisch onderzoek en medicatie van psychiatrische en epileptische patiënten in gebieden waar geen andere de district gezondheidszorg geboden wordt (1200 p/ jr); Voorlichtingsactiviteiten middels workshops voor gemeenschap, kampen, leiders, gezondheidswerkers, leraren, NGO personeel, georganiseerd door TPO staf (aan 4000 p/ jr). Jeugd sport activiteiten (in groepjes voor totaal 2000 kinderen p/ jr); Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 59 Programma voor alcoholmisbruikers (behandeling van 300 p/jr, voorlichting aan 30-50 kinderen per counsellor, assistentie aan vrouwen die bier brouwen); Revalidatie voor families met geestelijk gehandicapte kinderen/ volwassenen; Training en capaciteitsopbouw Een groot deel van de doelgroep bestaat uit jongeren onder de 18 jaar. In toenemende mate is de laatste jaren gewerkt aan een samenwerking met de lokale departementen van onderwijs, maatschappelijk werk. Concentreerde het TPO programma zijn activiteiten eerder uitsluitend op de vluchtelingenkampen, nu wordt er op verzoek van de districtsautoriteiten gestreefd naar een inbedding van programma in de districtsplannen van Arua. Moyo en Adjumani. 5.4 Samenvatting Sport en bewegen hebben een aantal waarden die een grote bijdrage kunnen leveren bij traumaverwerking. Sport kan mogelijkheden bieden bij de opbouw van een gemeenschap of in de context van een vluchtelingenkamp. Sportactiviteiten kunnen de stress verlichten van mensen die dagelijks moeten leven onder erbarmelijke omstandigheden. Sport kan daarbij in een opbouwende fase structuur, houvast en veiligheid bieden. Daarbij is sport spel een essentieel onderdeel voor de ontwikkeling van het kind. Het kan nuttig zijn om kinderen aangrijpende gebeurtenissen te laten begrijpen en te leren hier mee om te gaan. Enige normalisering van het gewone bestaan is een voorwaarde voor traumaverwerking. Met sport kun je veel bereiken maar is er is nog wel een verschil in de manier waarop je sport kunt aanbieden. Een voetbalwedstrijd spelen kan een goede uitlaatklep zijn maar kan ook agressie oproepen. Van belang is dus dat je als hulpverlener enig inzicht hebt in de achtergrond van je doelgroep en in de reacties die een trauma met zich mee kunnen brengen. Daarbij kun je in je bewegingsaanbod verschillende accenten leggen om zo tot een bepaald doel te komen. Bij het doel traumaverwerking ligt dit meer op accent ervaren dan op het accent leren. Hierbij ligt de waarde van sport niet meer zo zeer in de activiteit zelf maar meer in de interactie tussen ‘cliënt’ en hulpverlener. Uit de inventarisatie naar organisaties zien we dat bij vele projecten sport en spel een klein onderdeel is van het gehele programma. Vaak worden projecten gestart in samenwerking met lokale organisaties. Elke organisatie heeft daarbij een duidelijke visie en doelgroep. De wijze waarop sport en spel wordt ingezet komt niet heel concreet naar voren omdat de informatie hierover ontbreekt. Wel zien we dat iedere organisatie op zijn eigen manier dit onderdeel invult. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 60 6: Praktijkervaringen; traumaverwerking en sport Inleiding In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan verschillende praktijkervaringen met traumaverwerking en sport. In § 6.1 wordt informatie gegeven over de achtergrond van het project en een korte uitleg over de personen die geïnterviewd zijn. In § 6.2 zal vervolgens per onderzoeksvraag de ervaringen van de geïnterviewden worden weergegeven. 6.1 Achtergrond informatie Voor het veldonderzoek zijn 3 deskundigen door middel van een interview ondervraagd. Bij de geïnterviewden; Moniek Loeffen en Jaap Akkerhuis is dit gebeurd via de mail, bij Christel de Jong heeft het interview plaats gevonden door middel van een persoonlijk gesprek. De geïnterviewden zijn: 1. Moniek Loeffen: Achtergrond: werkte als sportontwikkelingswerker voor het project SCORE in Zuid-Afrika en is via NOC*NSF 1 jaar werkzaam geweest in een vluchtelingenkamp in Kenia. Ze is nu coördinator van de FASD (Foundation for African Sports Development). Projectinhoud: Sport en bewegen in het vluchtelingenkamp Kakuma in Kenia met extra aandacht voor vrouwen en gehandicapten. (sport + project) Betrokken Organisaties: NOC*NSF, LWF(Lutheran World Federation) en UNHCR op locatie. 2. Christel de Jong Achtergrond: Vooropleiding CIOS en ALO, werkzaam geweest als vrijwilligster bij het project SCORE in Afrika. Vier maanden voor de organisatie War Child werkzaam geweest in Kosovo (Joegoslavië). Projectinhoud: In opdracht van War Child onderzoek verricht naar wat de rol van sport zou kunnen zijn binnen het huidige programma van War Child. Het project van war Child in Kosovo werkte op 3 niveaus: Directe creatieve workshops met kinderen Het trainen en ondersteunen van lokale mensen Trainen van en kennis delen met leraren, kinderwerkers, gezondheidswerkers enzovoort. Het doel van War Child is met behulp van creatieve therapie de kinderen te helpen bij het verwerken van hun vaak traumatische ervaringen. Betrokken organisaties: War Child Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 61 3. Jaap Akkerhuis Achtergrond: Werkzaam als leraar Lichamelijke Opvoeding en tevens docent bij de NeVoBo (Nederlandse Volleybal Bond). Projectinhoud: Het opleiden van docenten in Rwanda via een trainersopleiding, zodat zij op hun beurt de docenten van de basisscholen kunnen opleiden in algemene bewegingsscholing en minivolleybal. Volleybal wordt hier ingezet bij basisscholen om het traumaverwerkingsproces te bevorderen (sport+). De specifieke doelgroepen zijn de 10/11-jarigen van de basisschool. De totale duur van het project is 7 jaar. Van 1998 tot 2004 is dit project gefinancierd door de Nederlandse overheid daarna neemt de Rwandese overheid het over. Visie van de organisatie is: na genocide van 1994 ( Rwanda) kan sport een helende of zelfs verbroederende werking hebben. Betrokken organisaties: Ministeries van OS, VWS en BUZA. 6.2 Onderzoeksvragen Wat voor rol kan sport en spel spelen bij traumaverwerking? [Moniek Loeffen] “Mijns inziens een behoorlijke rol. Zowel bij sport+ als +sportprojecten. Mensen die veel hebben meegemaakt, krijgen zo geestelijke afleiding en sport is een legitiem kanaal om agressie kwijt te kunnen. Bij +sport projecten kun je mensen mobiliseren om ze zo een bepaalde ‘boodschap’ mee te geven. Je bereikt ze zo misschien gemakkelijker. Met sport is het niet moeilijk om een grote groep mensen te bereiken. In een kamp van 80.000 vluchtelingen hebben wij 20.000 mensen kunnen betrekken bij het programma”. [Christel de Jong]”Het belang van sport kan voor kinderen erg groot zijn, dat is iets wat zeker uit het onderzoek naar voren is gekomen. De kinderen kunnen hun opgekropte emoties kwijt en weer even helemaal nergens aan denken. Daarnaast leren kinderen tijdens het sporten veel over zichzelf en over anderen. Bepaalde waarden en normen komen naar voren tijdens het beoefenen van sport. Daarnaast zijn de kinderen er ook motorisch zeer zeker op vooruit gegaan”. [Jaap Akkerhuis]”Traumaherkenning en traumaverwerking is een heel lang en moeilijk proces. Allereerst omdat de getraumatiseerde vaak niet over het verschrikkelijke verleden kan praten. Hij of zij kan het vaak ook niet bevatten. Rwandezen praten in de regel niet met elkaar over dit probleem. Het belangrijkste doel van de sport en met name van de teamsport Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 62 (en daarom is volleybal zo bijzonder geschikt) is dat de spelers(sters) onderling vertrouwen in elkaar krijgen en daarna de vriendschap sterker wordt. Pas na die vriendschap en vertrouwen blijkt dat teamgenoten met elkaar (zeer emotioneel vaak) praten over de genocide. In 2002 (acht jaar na de genocide) kregen we de eerste signalen van gesprekken van volleybalteams”. Zijn er meetbare resultaten ten aanzien van traumaverwerking en sport? [Moniek Loeffen] “Nauwelijks omdat er te veel andere factoren meespelen. Ook is traumaverwerking bij ons nooit een doel geweest. Wel hele positieve reacties van andere ontwikkelingswerkers. Zoals UNHCR opmerkte dat er wel degelijk meer verdraagzaamheid en afname van criminaliteit is geconstateerd sinds het sportprogramma van start ging”. [Christel de Jong]”In augustus 2000 ben ik naar Kosovo vertrokken voor 4 maanden en heb daar een veldonderzoek gedaan. Dit veldonderzoek wordt ondersteund door observaties en interviews met experts. De resultaten die daaruit voortkwamen waren alleen maar positief. In het veld ondervond ik geen problemen om de doelstellingen van War Child te verwezenlijken. De observatielijsten die twee keer uitgevoerd zijn, in september 2000 en later met dezelfde groep in april 2001, toonden positief verschil in gedragingen van de kinderen(zie bijlagen: voorbeeld observatielijst). Dit heeft uiteindelijk geresulteerd dat War Child haar methodologie heeft aangepast en vanaf heden niet alleen meer met creatieve therapie werkt maar ook met sport”. Wat is noodzakelijk om sport in te (kunnen) zetten als middel bij traumaverwerking? [Moniek Loeffen]”Voor een goed resultaat is kennis over (organiseren van) sport, kennis over de achtergrond van de deelnemers en meer inzicht in het thema traumaverwerking van groot belang. Bij het ontbreken van een van deze factoren, zal het effect minder zijn. Ik denk dat de rol van sportfacilitator redelijk groot kan zijn”. [Christel de Jong]”Belangrijk is: De activiteit zeer laagdrempelig en voorzichtig aan te aanbieden Structuur en een veilige omgeving Kinderen moeten je lief en aardig vinden Eerst kijken en leren van andere workshopsleiders dan pas zelf workshops geven. Elke ochtend beginnen in een cirkel (vertrouwd en rustig) Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 63 Door normaal te doen bereik je meer Drama / toneel vormen zijn een goede warming-up Goed engels kunnen praten” [Jaap Akkerhuis] “Er zijn twintigduizend ballen naar Rwanda gegaan. Tweeduizend netten zijn gemaakt. Velden zijn ontworpen bij en rondom de school buiten. Elke school heeft minstens één onderwijzer(es) die opgeleid is om minivolleybal te geven. De volleybalfederatie heeft in elke provincie een subafdeling opgericht om met de trainers en scholen contact te onderhouden over de voortgang van het project”. Wat zijn de belangrijkste knelpunten die je bent tegen gekomen? [Moniek Loeffen] “Met betrekking tot traumaverwerking hadden wij geen knelpunten omdat dit niet een doel van ons programma was. Als ik kijk naar de geestelijk gehandicapten , dan was de zo divers dat het moeilijk is om een bepaald programma aan te kunnen bieden. Verder is het heel erg lastig om met vluchtelingen te werken. Ze zijn heel veeleisend (niet altijd terecht). Je blijft het probleem houden dat je iets opbouwt, maar dat mensen ook weer vertrekken”. [Christel de Jong]”Het is moeilijk om een veilige situatie op een sportveld te creëren. Het is buiten dus de ruimte is groter en onoverzichtelijker, plus dat er nog gevaar is voor landmijnen. Verder verliep de integratie tussen verschillende groepen erg moeizaam. De verschillende organisaties en het ministerie van onderwijs wil graag integratie tussen de Ashkaliers en de Albanezen, ze spreken immers dezelfde taal, echter de Ashkaliers moeten zodoende hun gemeenschap verlaten en door Albanees gebied naar school lopen. Dit gaat niet zonder gevolgen. De kinderen willen elkaar geen hand geven en doen net alsof de anderen lucht zijn. In het begin verliep de verzameling van kinderen lastig omdat de scholen nog niet begonnen waren, Unicef zorgde later voor deze taak”. [Jaap Akkerhuis]”Toch wel velen, maar de voornaamste knelpunten zijn: organisatie, discipline, infrastructuur, planmatig denken”. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 64 Welke activiteiten/ methodiek zijn het meest geschikt met traumaverwerking als doel? [Moniek Loeffen] “Ik denk dat het van belang is dat je een combinatie hebt van ervaring op sportgebied met ervaring op het gebied van traumaverwerking. Je kunt dan in een team werken, zo bereik je het beste resultaat”. [Christel de Jong] “Voorzichtig beginnen en een vertrouwensband opbouwen In het begin geen contactsporten, eerst moeten ze met zich zelf weer vertrouwd voelen. Competitie element moet je eruit halen. Kinderen hebben te veel verloren. Ze kunnen de begrippen winnen en verliezen nog niet relativeren. (winnen =de oorlog, verliezen =doodgaan) Wanneer je op den duur wel het competitie element erin brengt doe dit dan altijd in groepsverband. Zodat kinderen niet alleen staan. (b.v. touwtrekken) Werk zoveel mogelijk in groepsverband, kinderen leren dan om samen te werken en ze kunnen bij elkaar troost vinden. Wanneer je niet in groepsverband werkt probeer dan zoveel mogelijk in circuit vormen te werken. Let er dan op dat je niet overdreven kinderen met elkaar vergelijkt maar stel een algemeen doel (zoals b.v. zo vaak mogelijk overgooien, zo lang mogelijk volhouden enz.)” [Jaap Akkerhuis] “Elke activiteit die erop gericht is sfeer en vriendschap en vertrouwen in de groep als heel belangrijk te beschouwen, is geschikt voor dit doel. Het duurt echter heel lang voor het vertrouwen wordt gevoeld. Na elk bezoek van mij (inmiddels al weer zo'n 13 keer sinds 1997) van ongeveer twee maanden maken we een verslag en wordt er geëvalueerd met Den Haag., Ambassade in Kigali en met de Rwandese trainers en de Rwandese federatie”. Iemand die niet geschoold is in traumaverwerking kan die in korte tijd voldoende kennis verwerven om hier mee te kunnen omgaan? [Christel de Jong]”Het zou zinvol zijn voor diegene die uitgezonden wordt om zich te verdiepen in het verschijnsel trauma en hoe hiermee om te gaan. Het is ten zeerste aan te bevelen om van tevoren wat extra training / informatie te verkrijgen over traumaverwerking en sport. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 65 Ik zelf heb veel gehad aan mijn ervaring in Afrika, dit is een goede basis omdat je bekend bent met het gevoel om ergens alleen in het buitenland te zijn plus dat je weet hoe het is om creatief met kinderen en activiteiten (in het engels) om te gaan”. [Jaap Akkerhuis] “Ik heb een tweeweekse clinici gevolgd in 1997. Gesprekken met de ambassade in Kigali, gesprekken met de voorzitter van de volleybalfederatie van Rwanda en een gesprek met de toenmalige minister van OS, dhr J.Pronk. Ik ben van mening dat je beslist niet ongeschoold kan omgaan met traumaverwerking? Ik had in het begin ook merkwaardige ervaringen. In de eenjarige trainersopleiding 1998/99 zaten ook veel uren traumaherkenning en traumaverwerking door de Ierse organisatie ‘Precair’ “. Kan sport en bewegen een aanvulling zijn bij reeds lopende projecten waarbij gebruik gemaakt wordt van andere methoden zoals b.v.: muziek, theater, dans of circus? [Christel de Jong] “Ja, de groep begeleiders bestond uit: 2 creatieve therapeuten, een dramatherapeut, een muziektherapeut en ik zelf. In het begin werden er wel eens workshops gecombineerd zoals b.v. een warming-up op muziek dit gaat heel goed samen. Ook werd er met thema’s gewerkt wat dan in iedere workshop terug kon komen”. Tips [Christel de Jong] “Veel verenigingen, ALO’s en scholen hebben afgeschreven sportmateriaal waar de kinderen heel erg blij mee zijn”. [Jaap Akkerhuis] ‘Ja wat zal ik zeggen. Heel belangrijk is natuurlijk de cultuur en waarden van een land te eerbiedige, al zijn ze nog zo vreemd voor ons”. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 66 7: Conclusies en aanbevelingen 7.1 Inzichten verkregen vanuit de literatuur (hst. 1-5) Het onderwerp ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport bestaat eigenlijk uit drie verschillende deelgebieden. Over deze drie onderwerpen apart is redelijk tot veel informatie te vinden. Echter de combinatie van deze drie maakt dit tot een vrij lastig en tevens boeiend thema waar nog niet veel literatuur en onderzoeksresultaten over verschenen zijn. Gekeken naar het onderdeel sport binnen het ontwikkelingssamenwerkingbeleid kunnen we vaststellen dat dit onderwerp steeds meer aandacht en waardering krijgt van de overheid en andere betrokken organisaties. Naar aanleiding van de nota ‘Sport in ontwikkeling: samenspel scoort’ zijn er heel wat nieuwe initiatieven van de grond gekomen (bijvoorbeeld het platform sport en ontwikkeling). Deze nota gaf ook de eerste aanzet tot verdere exploitatie op het gebied van traumaverwerking en sport in ontwikkelingslanden. Het begrip trauma wordt in de geraadpleegde bronnen duidelijk beschreven en toegelicht. Meer inzicht is verkregen in de verschillende oorzaken die een traumatische reactie kunnen veroorzaken en de bijhorende symptomen die zo een ervaring met zich mee kunnen brengen. Maar wat is nou de extrinsieke waarde van sport en spel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden? Sport en bewegen kan een positieve bijdrage leveren aan traumaverwerking wanneer we praten over o.a. het bieden van veiligheid, structuur en vertrouwen. Vooral bij jonge kinderen die niet instaat zijn om te praten over hun problemen is juist bewegen een uitstekend middel om hun gevoelens te kunnen uiten. Daarbij vormt sport en bewegen een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van het kind. Voor veel getraumatiseerden kan het gevoel van machteloosheid worden opgeheven puur door fysiek bezig te zijn. Sport en bewegen kan zorgen voor plezierige afleiding en kan een goede manier zijn om emoties te uiten in een veilige situatie. Echter moet men niet vergeten dat een trauma zeer persoonlijk is, het middel sport zal dan ook niet altijd bij iedereen de juiste en/ of enige methode zijn. Tevens werk je in een gebied waar je te maken krijgt met een andere cultuur waarbij er verschillen zitten in de behandeling van een trauma en de manier waarop mensen omgaan met een traumatische ervaring t.o.v. de westerse beleving. Het niet goed inschatten van een situatie zou kunnen leiden tot verergering van het trauma. Daarom is het van groot belang dat je als hulpverlener enig inzicht hebt in de verschillende uitingsvormen van een trauma en in de cultuur van een land. In de verschillende literatuur over ontwikkelingssamenwerking en sport wordt ‘regelmatig’ geschreven over de inzet van sport als middel bij traumaverwerking. Wat er echter vaak niet bij staat is op welke wijze dit Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 67 gebeurt en met welke doelstelling. Hierbij komen we bij de vraag op welke wijze kunnen we sport en spel inzetten als middel bij traumaverwerking? Wanneer we gaan kijken naar het middel bewegen als instrument bij traumaverwerking dan komen we al snel op het vakgebied van de PMT. In Nederland wordt dit onder andere gebruikt bij verschillende organisaties/ instituten die werken met bijvoorbeeld vluchtelingen. Overigens niet onbelangrijk om te noemen is dat Nederland op het gebied van PMT bij traumaverwerking qua ervaring en kennis vrij vooraan loopt. Het idee achter PMT komt erop neer dat ‘actief’ bezig zijn bijdraagt aan de genezing. Daarbij kan sport en bewegen worden aangeboden op verschillende manieren. Om in het kort aan te geven waar de verschillende accenten liggen, onderscheiden we drie aandachtspunten binnen het bewegingsaanbod namelijk; leren, lukken en ontdekken (zie blz.43). Tussen deze drie vormen zijn vele combinaties mogelijk wat aangeeft dat er meerdere manieren zijn waarop we sport en spel kunnen inzetten als middel bij traumaverwerking. De manier waarop je iets aanbied, is afhankelijk van vele factoren zoals o.a.; het doel wat je stelt aan een project, de cultuur, de kenmerken van een groep en de beschikbaarheid aan materialen, hulpverleners, ruimte enzovoort. Dit geeft gedeeltelijk antwoord op de vraag: wat is noodzakelijk om sport in te kunnen zetten als middel bij traumaverwerking? Een concreet antwoord op deze vraag is in de literatuur niet letterlijk te vinden. Wel wordt aangegeven wat voor methoden en werkwijzen wenselijk zouden zijn bij de behandeling van getraumatiseerden. Aangegeven wordt dat het verschaffen van veiligheid en vertrouwen vooral in het begin erg belangrijk is. Ten aanzien van de activiteiten kan het vertrouwen groeien door aan activiteit heel laagdrempelig aan te bieden. Als hulpverlener is het belangrijk om goed te luisteren, in te spelen op de situatie, je aanbod aan te passen aan de cultuur en een betrouwbare veilige omgeving te creëren. In de volgende paragraaf wordt hier aan de hand van ervaringen nog iets uitgebreider op in gegaan. Conclusies - OTS is nog een relatief nieuw thema waarbij in de nota wordt aangegeven dat verdere methodiekontwikkeling en onderzoek in de toekomst noodzakelijk zijn. - Wanneer kinderen worden blootgesteld aan ‘gebeurtenissen die boven de normale grens van ervaringen uitsteken’ kan dit leiden tot traumatische of psychologische wonden. Verschillende reacties kunnen optreden; stress, contactstoornissen, slapeloosheid enzovoort. - Bij kinderen die in blijvende moeilijke omstandigheden leven, kunnen stress en emotionele reacties van pijn en angst veel langer aanhouden omdat zij niet in een rustige omgeving kunnen ‘bijkomen’ van alles wat ze hebben meegemaakt. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 68 - Leeftijd is een belangrijke factor, omdat leeftijd van invloed is op de wijze waarop een kind een gebeurtenis interpreteert en de manier waarop het op de gebeurtenis reageert. Het stadium dat het kind in zijn ontwikkeling heeft bereikt, zal van invloed zijn op de reactie van het kind na een zeer aangrijpende ervaring. - Kinderen zijn over het algemeen gevoeliger voor stress dan volwassenen, dit komt o.a. door hun geringe bekwaamheid en kennis van het omgaan met negatieve ervaringen. - Tieners maken minder gebruik van hun verbeelding of van spelactiviteiten om zeer aangrijpende ervaringen te verwerken. Ze zijn beter in staat om te praten over wat er met hen is gebeurd. - Verwerken houdt niet in dat de persoon nergens meer last van heeft. De traumatische ervaring blijft onderdeel van de persoonlijkheid en de persoonlijke geschiedenis, maar de persoon slaagt erin controle te verwerven over zijn persoonlijke bestaan. - De behandeling van stress kort na de traumatische gebeurtenis zijn minder gecompliceerd dan van PTSD (lange termijn gevolgen). - Door alles wat deze kinderen hebben meegemaakt zijn kinderen vaak bang en ongerust. Het is dan ook van groot belang dat mensen in hun naaste omgeving een goed pedagogisch klimaat creëren. Kenmerken voor een dergelijke omgeving is dat men probeert naar ze te luisteren en ze te begrijpen. In dit proces speelt communicatie een onmisbare rol. - Juist in ontwikkelingslanden kunnen sport en spelactiviteiten bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en ze weer een redelijk normale jeugd geven. Georganiseerde en begeleide sportactiviteiten kunnen structuur, houvast en veiligheid bieden. - Kinderen die niet in de gelegenheid zijn om te spelen, missen een stukje sociale lichamelijke en persoonlijke ontwikkeling. Spel en bezigheden kunnen nuttig zijn om kinderen aangrijpende ervaringen te laten begrijpen en ermee om te gaan. Op deze wijze wordt ook de aandacht van hun pijnlijke gevoelens afgeleid, en misschien wel het allerbelangrijkste kinderen kunnen weer even kind zijn. - Voor getraumatiseerden biedt PMT belangrijke invalshoeken om gevoelens van machteloosheid op te heffen door iets ‘te doen’ en om te beschikken over de mogelijkheid tot communicatie voor datgene waar geen woorden voor zijn. - Martinsen (1987) vindt bij aërobe oefeningen dat er een vermindering is te constateren van innerlijke spanning, depressief denken, concentratiemoeilijkheden, slaapstoornissen en waarneembare spierspanning. Oefeningen zijn meer dan een afleiding, ze hebben een antidepressieve werking. Ook lijkt het dat oefeningen een positief effect hebben op verschillende psychosomatische stoornissen als hoofdpijn, migraine, spierspanning enzovoort. (Stigelbout 1991; Vuori e.a. 1995; uit: Sportsociologie) Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 69 - Spel en bewegen is een uitstekend middel voor kinderen om hun gevoelens te kunnen uiten. Het kan een bijdrage leveren aan de verwerking van hun problemen. - In de context van b.v. een vluchtelingenlamp of een gemeenschap die weer vanaf het begin moet worden opgebouwd, zijn recreatie- en onderwijsactiviteiten zeer belangrijk om de stress waar deze kinderen mee kampen te verlichten. - Wanneer sport daadwerkelijk wil bijdragen aan traumaverwerking dan zal het in therapievorm moeten worden aangeboden. Daarbij gaat het niet zo zeer om de activiteit maar hoe de therapeut met de situatie omgaat en welke informatie hij/zij uit de situatie kan halen. Aan de hand van deze informatie wordt de activiteit aangepast zodat ‘de therapeut’ daarmee inspeelt op de hulpvraag van de in dit geval getraumatiseerde persoon. Interactie tussen de therapeut en de cliënt en cliënten onderling staat hierbij centraal. - Sport en bewegen brengen een aantal waarden met zich mee die een toevoegende waarde hebben bij traumaverwerking. - Belangrijk is dat sport een onderdeel moet zijn van een programma waarin meerdere methoden worden gebruikt dan alleen sport en bewegen. Aanbevelingen - Aangezien er tot op heden de ervaringen op het gebied van OTS beperkt zijn, is het belangrijk om positieve ervaringen te bespreken en deze meer bekendheid te geven. Uitwisseling van ervaringen tussen verschillende organisaties kan dit proces bevorderen. - Samenwerking tussen sport en ontwikkelingsorganisaties kan leiden tot betere projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis uit twee verschillende invalshoeken. - Kinderen zijn het meest afhankelijk van de hulpverlening. Van belang is voor hen een veilig klimaat te creëren zodat ze beter in staat zijn met de stress om te gaan. - Door sport en spelactiviteiten aan te bieden kunnen kinderen hun gevoelens van machteloosheid tegengaan. - Per leeftijdscategorie treden er andere reacties op, belangrijk is om hier als hulpverlener in je bewegingsaanbod rekening mee te houden. - Belangrijk bij de behandeling en/of omgang met getraumatiseerde personen in de eerste fase van het herstelproces is het verschaffen van veiligheid en het creëren van een vertrouwensband. Dit kan alleen in een situatie waarbij kinderen zich op hun gemak voelen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van bestaande homogene groepen, zoals een klas, hiermee blijf je zo dicht mogelijk bij hun ‘oude’ vertrouwde wereld. - Aanbevolen wordt sport en spelactiviteiten aan te bieden in een kalme omgeving zonder afleiding en onderbrekingen van buitenaf. Zo zijn kinderen beter in staat om hun gevoelens te tonen en te praten zonder dat ze telkens worden onderbroken door factoren Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 70 uit hun omgeving. Belangrijk hierbij is dat mensen uit hun omgeving die dicht bij het kind staan, laten zien dat ze geïnteresseerd zijn, en in staat zijn om te luisteren naar wat een kind zegt. - Belangrijk bij therapie is om aan te sluiten bij het kind, dat zich spelend en bewegend ontwikkelt. In het bewegend omgaan kan het kind geaccepteerd worden en zich veilig gaan voelen. Als een kind zich geaccepteerd voelt, zal de situatie toenemende veiligheid bieden en het vertrouwen zal groeien. Het kind zal dan ook toenemend zijn gevoelens durven laten zien. Hierdoor kan er een relatie ontstaan waarin een kind zich gaat uiten en ontwikkelen. - Uit het onderzoek van het NISB kwam naar voren dat er modules werden aangeboden op het CIOS. Dit zou ook een aanbeveling zijn voor Hbo-opleidingen zoals: ALO, Sport en Bewegen, Sportmanagement enzovoort. - Concrete methodiekontwikkeling is wenselijk voor het thema traumaverwerking en sport. In Nederland zijn de ontwikkelingen op dit gebied al redelijk ver. Gekeken zou moeten worden naar meer samenwerking tussen instanties als bijvoorbeeld Centrum 45, PMTinstanties, TPO en onwikkelings- en sportorganisaties. Belangrijk is dat Nederlandse kennis en behandelingsmethoden niet zomaar worden overgeheveld naar het buitenland, maar dat deze methodieken zoveel mogelijk worden aangepast aan een bepaalde cultuur in samenspraak met mensen met praktijkervaring. 7.2 Inzichten verkregen vanuit inventarisatie organisaties Verkregen via internet, telefoongesprekken en enkele persoonlijke afspraken worden er in hoofdstuk 5 een aantal projecten toegelicht waarbij traumaverwerking en sport een onderdeel is. Uit dit onderzoek kwamen een aantal knelpunten naar voren: Maar bij weinig organisaties is traumaverwerking en sport een hoofddoel en/ of onderwerp, en wordt het dus ook niet zo gerapporteerd of geëvalueerd. Bij deze inventarisatie had ik als doel zoveel mogelijk concrete informatie te verzamelen over de daadwerkelijke uitvoering van activiteiten en de rol van sport in het gehele programma. Deze informatie blijkt echter moeilijk tot niet te krijgen. Op Internet, in artikelen en folders wordt vaak door organisaties aangegeven dat sport en bewegen wordt ingezet als middel bij traumaverwerking. Echter de concrete informatie hierover, de manier waarop dit gebeurt, is nauwelijks te krijgen, althans niet in Nederland. Veel organisaties verwezen door naar het buitenland waar ik meestal na een aantal pogingen stranden en op niets uitkwam. Velen organisaties hebben kantoren over heel de wereld. In Nederland liggen de taken meer op een voorwaarde scheppend en ondersteunend niveau. Kantoren in landen waar de projecten plaats vinden zijn meer op de hoogte van wat er precies plaats vindt, alleen deze zijn (helaas) niet goed te bereiken. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 71 De projecten die beschreven staan in hoofdstuk 5 zijn allemaal zeer verschillend. Er is op dit gebied nog niet veel samenwerking (op enkele projecten na). Veel organisaties zijn ieder voor zich hun eigen wiel aan het uitvinden. Het platform Sport en Ontwikkeling (NCDO) wil hier duidelijk verandering in brengen door werkgroepen op te richten waarbinnen meer ervaringen worden gedeeld. Doordat er bij bepaalde projecten wat concrete informatie ontbreekt, heb ik nog geen duidelijk beeld van de rol van sport in deze projecten. Door de interviews en de informatie verkregen uit literatuurstudie is er mijns inziens een groot verschil in de manier waarop traumaverwerking en sport wordt geïmplementeerd. Hiermee bedoel ik dat sommige projecten schipperen tussen therapie en het aanbieden van een aangepast bewegingsaanbod (zie hst. 5). Daaruit kan men concluderen dat traumaverwerking en sport op verschillende manieren wordt aangeboden waarbij het uiteindelijke doel bepalend is voor de wijze waarop dit gebeurt. Aangezien we hier praten over traumaverwerking en sport denk ik dat wanneer traumaverwerking een doel is de projecten meer in de richting van therapie moeten worden aangeboden. Uiteraard zijn de wensen van de bevolking en de visie van een organisatie hierin mede bepalend. Conclusies - Er is weinig concrete informatie (in Nederland) te vinden over de inzet van sport en spel als middel bij traumaverwerking. Dit komt mede doordat organisaties dit niet als concreet doel hanteren in de projecten. Bij organisaties waar dit wel gebeurt is er wel meer een duidelijke lijn in het aanbod van sport en/ of bewegen. - Er is een groot verschil tussen de organisaties in de wijze waarop sport en spel als middel wordt ingezet bij traumaverwerking. - Er vind nog weinig samenwerking plaats op het gebied van traumaverwerking en sport. Het platform Sport en Ontwikkeling zal hier in de toekomst verandering in brengen. - Sport en traumaverwerking komen niet goed tot zijn recht wanneer de kennis van één van beide kanten ontbreekt. Aanbevelingen - Aanbevolen wordt een overzicht te verkrijgen van alle projecten op het gebied van traumaverwerking en sport, waarin concreet wordt aangegeven op welke wijze sport en spel wordt ingezet bij traumaverwerking. - Wanneer je sport en spel wil inzetten om een persoon te helpen met de verwerking van een trauma, dan moet het bewegingsaanbod meer op therapeutische basis worden aangeboden. - Samenwerking en uitwisseling van ervaringen kunnen leiden tot een betere en effectievere inzet van sport als middel bij traumaverwerking. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 72 - Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport komt het beste tot zijn recht wanneer er deskundigheid uit alledrie de geledingen aanwezig is. Zowel in de voorbereiding als in de uitvoering van een project. - Aanbevolen wordt om bij de volgende organisaties: Olympic Aid, NOVIB, Artsen zonder grenzen, UNICEF en UNHCR nog nader onderzoek te verrichten naar de projecten die zij ondersteunen op het gebied van OTS. 7.3 Inzichten verkregen vanuit de interviews In hoofdstuk 6 zijn concrete vragen gesteld aan mensen die praktijkervaring hebben opgedaan in projecten die in verband staan met traumaverwerking en sport. Het gaat hierbij om drie verschillende organisaties en projecten in de gebieden; Kosovo, Kenia en Rwanda. In het kort gaat het om een onderzoek naar sport in het programma van War Child (Kosovo), sport en spel in het vluchtelingenkamp Kakuma (Kenia) en een traumaherkennings/ volleybalproject in Rwanda. Ten eerste moet worden genoemd dat bij het project in Kakuma (Kenia) traumaverwerking geen expliciet doel was, wat voor de andere projecten wel gold. Wel werd dit project uitgevoerd in een vluchtelingenkamp waar mensen leven onder erbarmelijke omstandigheden en (meestal) getraumatiseerd zijn door alles wat ze hebben meegemaakt. Uit deze interviews komt duidelijk naar voren dat de ervaringen die opgedaan zijn met sport en spel zeer positief zijn. Bij alledrie is er de overtuiging dat sport en spel een belangrijke rol kan spelen wanneer het ingezet wordt als middel bij traumaverwerking. Meetbare resultaten in de vorm van een concreet onderzoek zijn alleen verkregen bij de organisatie War Child. Hier is expliciet gekeken naar de vooruitgang bij kinderen aan de hand van verschillende sportworkshops die werden aangeboden (zie bijlage voor een onderzoeksvoorbeeld). Bij de andere twee interviews werden wel positieve effecten waargenomen maar deze zijn niet officieel onderzocht of vastgelegd. Deze effecten zitten meer op het niveau van de persoonlijke beleving zoals bijvoorbeeld een positievere sfeer, gesprekken die opgang komen, meer verdraagzaamheid enzovoort. Op de vraag wat noodzakelijk is om traumaverwerking en sport in te kunnen zetten in een project komen eigenlijk drie verschillende antwoorden naar voren. Ten eerste worden de materialen genoemd bij het volleybalproject als onmisbaar voor het uitvoeren van de activiteit. Ten tweede wordt het begrip kennis genoemd als noodzakelijk voor de omgang met getraumatiseerde personen. En bij de organisatie War Child wordt dieper ingegaan op de methodiek en de activiteit. Uit de vraag naar geschikte methodieken en activiteiten komt vooral naar voren dat vorm en de omgang belangrijker is dan de sportactiviteit op zich. Aangegeven wordt dat laagdrempeligheid, samenwerking en veiligheid vooral in het begin erg belangrijk zijn. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 73 Waarbij War Child grofweg het verschil in sport en therapie aanduidt door het competitieelement eruit te halen. Gekeken naar de sport wordt volleybal als voorbeeld genoemd als een zeer geschikte activiteit waarbij ingespeeld wordt op het teamgevoel en de samenwerking in een groep. Tot slot worden als tips aangedragen dat het belangrijk is om het project aan te passen aan de cultuur en de wens van de bevolking met eerbied voor de cultuur die daar heerst. En aangegeven wordt dat het meenemen van (afgeschreven) sportmaterialen iets is waar je veel kinderen blij mee kunt maken. Conclusies - De ervaringen met sport en spel als middel bij traumaverwerking zijn geheel genomen zeer positief. - Er zijn weinig meetbare resultaten die aantonen dat sport en spel een positief middel is bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden. - Kennis over traumaverwerking en enige ervaring in het buitenland is zeer gewenst met betrekking tot het werken in ontwikkelingssamenwerkingsprojecten waarbij traumaverwerking en sport een onderdeel is. - Er is geen duidelijke lijn in de opzet van activiteiten en de methodieken die gehanteerd worden wanneer het gaat om traumaverwerking en sport. Aanbevelingen - Een pilot (zoals ook wordt aangegeven in het onderzoek van de NISB) of een wetenschappelijk onderzoek zou uitgevoerd moeten worden naar de extrinsieke waarde van sport en spel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden. Zodat er meetbare resultaten ontstaan wat het draagvlak en de inzet van sport als middel bij traumaverwerking kan vergroten. - Aanbevolen wordt een cursus te ontwikkelen die toegankelijk en eventueel verplicht wordt gesteld voor iedereen die gaat werken in het buitenland in het kader van ontwikkelingssamenwerking en sport. Daarbij zouden ‘keuzemodules’ aangeboden kunnen worden die aansluiten bij het project zodat je zelf kan kiezen voor bijvoorbeeld: traumaverwerking en sport, Gender en sport of het geven van lichamelijke opvoeding in het buitenland, enzovoort. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 74 7.4 Slotwoord Er is veel geschreven over sport. Sport leeft onder mensen en niemand hoeft eigenlijk meer overtuigd te worden van de meerwaarde ervan. Maar levert het ook daadwerkelijk een bijdrage wanneer we praten over traumaverwerking? Of is sport alleen maar goed voor wat lol en afleiding? Mijns inziens, na het veldonderzoek en deze literatuurstudie, kan sport wel degelijk een positieve bijdrage leveren aan traumaverwerking, mits de ‘hulpverlener’ de activiteiten en het middel sport op een juiste manier gebruikt en inzet. Dit houdt in dat indien sport en spel op therapeutische basis wordt ingezet, de interactie met de groep belangrijker is dan de activiteit op zich. Daarbij is het van belang om de gedragingen en achtergrond van de groep en/of persoon goed in kaart te brengen zodat het bewegingsaanbod hierop aangepast kan worden. Noodzakelijk is hierbij dat de ‘hulpverlener’ zowel kennis heeft van de symptomen die een trauma met zich mee brengt als van het aanbieden van een aangepast bewegingsaanbod. Hierbij kun je denken aan laagdrempelige activiteiten, groepsopdrachten, vertrouwensspelletjes enzovoort. Daarbij is sport vaak een onderdeel van een proces en moet het niet gezien worden als iets wat losstaat van andere therapieën. Wanneer ik uitga van kinderen, dan denk ik dat sport en bewegen juist bij deze doelgroep heel goed past. Kinderen houden van bewegen en willen graag spelen. Sport geeft ze de mogelijkheid om weer even wat plezier te hebben en wat afleiding van de dagelijkse beslommeringen. Daarbij denk ik dat je met sport emoties los kan maken, samenwerking kan bevorderen en op een ontspannen manier invloed kan uitoefenen op normen en waarden. Traumaverwerking is zeer complex en erg gebonden aan de persoonlijke situatie. Des te moeilijker wordt het om ‘standaard’ methodieken te ontwikkelen die toepasbaar zijn en bij een bepaalde doelgroep en ook nog in een bepaalde cultuur. Daarbij denk ik dat wanneer je activiteiten aanpast aan een bepaalde doelgroep je veel kunt bereiken. De vraag is echter of je dan echt bezig bent met traumaverwerking. Het hangt er vanaf wat voor doel je stelt aan een project. Kinderen kunnen al enorm geholpen zijn wanneer ze door sport en spel gewoon puur wat afleiding en plezier ervaren op een dag. Wil je echt bijdragen aan de verwerking van een trauma zal dit meer met een therapeutisch karakter moeten worden aangeboden. Hierbij is nog steeds sport en bewegen een uitstekend middel om dat te bereiken. De vraag is alleen of je dat met vrijwilligers met geringe kennis en in een situatie waarbij gebrek is aan alles voor elkaar krijgt. Dit is echter geen knelpunt die de inzet van sport als middel onmogelijk maakt. Het geeft wel aan dat kennis van traumaverwerking en sport zeer wenselijk is in dit vakgebied. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 75 Na dit onderzoek is mijn nieuwsgierigheid en interesse in dit onderwerp alleen maar groter geworden. De ontwikkelingen op dit gebied staan voor wat betreft ontwikkelingssamenwerking nog in de kinderschoenen en dat is misschien wel hetgeen wat me zo aantrekt. Veel onderzoek en ervaring is binnen dit gebied nog gewenst. Mijn handen jeuken om na al dit schrijven werkelijk iets te gaan doen voor al deze mensen die elke dag nog moeten leven in een nachtmerrie. Misschien dat ik zelf na een jaar kan schrijven uit eigen ervaring………. Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 76 Literatuurlijst: Aguilar,P., G. Retamal, ‘In complex emergencies: A discussion document’ Geneva : Unicef / Unesco / UNHCR, 1998 Children, war and persecution : rebuilding hope. Maputo : [s.n.],1997 Communicating with children. London : Save the Children, 1993 Foto voorpagina www. Olympic Aid .nl Gersons-Bertbold, P.R. Trends in de traumabehandeling: een kritische beschouwing Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 231-235, Houten/Diegem Harare, M. Learning through play. Unicef / Ministry of Education, 1999 Hart, O. van der, Nijenbuis, E. Fasengerichte behandeling van posttraumatische stress Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp.245-253, Houten/Diegem Helping children outgrow war. Washington : Usaid, 2002 Helping the young traumatised child. Amman: Unicef, 1995 Jol, D., Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten Psychomotorische therapie bij posttraumatische stress-stoornis Bewegen en Hulpverlening 1997, 14,pp. 231-249 Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 77 Jong, C. de Afstudeerscriptie Oorlog, trauma en sport War Child, 2001 Kleber, T.J. Trauma en verwerking Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 45-54, Houten/Diegem Knop de, Vanreusel, Scheerder Sportsociologie; Het spel en de spelers Maarssen, 2001 Krot, J., Medisch Kleuterdagverblijf ‘Margriet’, Leiderdorp Bewegen tot praten Bewegen en Hulpverlening 1988, 1,pp. 37-46 Macksoud, M. Kinderen met oorlogservaringen. Den Bosch,1995 Ministerie van Buitenlandse Zaken en ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Sport in ontwikkeling: Samenspel Scoort! Den Haag, Romer BV, 1999 Ministerie van Buitenlandse Zaken en ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking: Voortgangsrapportage Den Haag, 2000 Montfort, W. van.,Steenbergen, B. Quickscan: Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport Arnhem, NISB, 2001 Montfort, W. van.,Steenbergen, B. Vervolginventarisatie; ontwikkelingssamenwerking, traumaverweking en sport Arnhem, NISB, 2002 Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 78 Molen, T. van der, Perreijn, S.,Hout, A. van den Klinische psychologie Groningen, 1997 Meyden, H. van der- van der Kolk, St. Franciscushof Raalte Psychomotorische therapie met kinderen Bewegen en Hulpverlening 1988, 1,pp.13-24 NCDO Rapport studiemiddag: samenwerken is samen scoren Utrecht, 2001 Scheer, M.R. van der & Scheewe, T.W. Pilotstudy naar seksspecifieke focale behandeling Vrije Universiteit Utrecht, 2002 Sietsma, L.W. Sport en Psychiatrie Sport, psychiatrie et évolution de la psychomotricité aux Pays-Bas, 2002/Vol.14,nr.56. Steggink, D.C.E., Medisch Kleuterdagverblijf ‘Tamarinde’, Hoorn Overeenkomsten en verschillen tussen psychomotorische therapie voor kinderen en speltherapie Bewegen en Hulpverlening 1988, 1,pp. 25-34 UNICEF, Implementation Handbook for the convention on the rights of the child. New York, 2002 Willigen, L.H.M. van Trauma’s bij vluchtelingen en asielzoekers Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 201-207, Houten/Diegem Wertheim-Caben, T. De rol van vaktherapieën bij de behandeling van psychotrauma Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 339-352, Houten/Diegem Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 79 Internetpagina’s: www.bibliotheek.nl www.centrum45.nl www.childsoldiers.org www.cordaid.nl www.cossen.nl www.hulporganisaties.be www.jcwf.net www.kindsoldaten.nl www.lbr.nl www.learningchannel.org www.minbuza.nl www.min.ocw.nl www.min.vws.nl www.moveyourworld.nl www.menseninnood.nl www.ncdo.nl www.nisb.nl www.nks.nl www.novib.nl www.olympicaid.org www.oneworld.net ontwikkelingssamenwerking.beginthier.nl www.playsoccer-nonprofit.org www.pharos.nl www.sport.nl www.sportdevelopment.org www.sos-childrenvillages.org www.terredeshommes.nl www.un.org www.unicef.nl www.UNHCR.ch www.voicesforchildren.org www.vluchtelingen.nl www.vluchtelingenwerk.nl Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 80 www.warchild.nl www.wartraumafoundation.nl www.worldvision.nl www.zoaweb.org Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 81 Bijlagen: 1. Voorbeeld observatielijst onderzoek War Child 2. Voorbeeld sportworkshop War Child 3. Minder spanningen in het kamp door sport 4. Rondkomen van een lokaal salaris 5. Op een zijspoor van de geschiedenis 6. Met Marco dansen in de loopgraven Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport 82