Sport in ontwikkeling: Samenspel Scoort!

advertisement
The hardest pain is the pain we are unable to express
Afstudeerscriptie
Naam: Jacobien Nagel
Onder begeleiding van: B. Perrels
Opleiding: Sport en Bewegen (CALO)
Datum: Zwolle, mei 2003
Inhoud:
Voorwoord
3
Samenvatting
4
1. Inleiding
7
1.1 Aanleiding
7
1.2 Centrale vraagstelling
7
1.3 Werkwijze
8
1.4 Opbouw van de tekst
9
2. Sport in ontwikkeling
10
2.1 Beleidsvisie en uitgangspunten voor Nederland
10
2.2 Stand van zaken in de uitvoering 1998-2000
12
2.3 De huidige ontwikkelingen
14
2.4 Samenvatting
16
3. Sport en ontwikkelingssamenwerking
17
3.1 De maatschappelijke waarde van sport
17
3.2 De kracht van sport bij ontwikkelingssamenwerking
18
3.3 Het belang van sport en spel voor de ontwikkeling van het kind
20
3.4 Samenvatting
22
4. Traumaverwerking
23
4.1 Trauma
22
4.2 Reacties van kinderen in verschillende leeftijdscategorieën
26
4.3 Trauma en verwerking
29
4.4 Bewegen tot praten
32
4.5 Samenvatting
35
5. Traumaverwerking en sport
37
5.1 Quickscan Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport 37
5.2 Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport
40
5.3 Organisaties en projecten
47
5.4 Samenvatting
60
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
1
6. Praktijkervaringen; traumaverwerking en sport
61
6.1 Achtergrondinformatie
61
6.2 Onderzoeksvragen
62
7. Conclusies en aanbevelingen
67
7.1 Inzichten verkregen vanuit de literatuur (hst. 1-5)
67
7.2 Inzichten verkregen vanuit inventarisatie organisaties
71
7.3 Inzichten verkregen vanuit de interviews
73
7.4 Slotwoord
75
Literatuurlijst
77
Internetpagina’s
80
Bijlagen
82
1. Voorbeeld observatielijst onderzoek War Child
2. Voorbeeld sportworkshop War Child
3. Minder spanningen in het kamp door sport
4. Rondkomen van een lokaal salaris
5. Op een zijspoor van de geschiedenis
6. Met Marco dansen in de loopgraven
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
2
Voorwoord
De eerste vraag die ik aan mijn scriptiebegeleider stelde was: Hoe dik moet een scriptie
ongeveer worden? Waarop werd geantwoord dat iedereen die vraag stelde en dat er geen
minimum was vast gesteld. Mijn eerste gedachte ging uit naar twintig pagina’s. Naarmate de
tijd vorderde, ging ik me afvragen of het er niet twintig te veel waren. Ik heb het zo gelaten
omdat ik van mening ben dat alles in deze scriptie een toevoegende waarde heeft.
Waarom blijf je dagen achter je computer zitten terwijl het buiten zo mooi weer is?
Misschien komt het wel simpelweg doordat dit onderwerp mij zo boeit. Vooral de
onbekendheid rondom dit thema wekte mijn nieuwsgierigheid. Aan de ene kant misschien
lastig omdat er geen kant-en-klaar boek voor je staat, aan de andere kant een grote
uitdaging die ik zeker als positief heb ervaren.
Graag wil ik al die organisaties bedanken, die ik een aantal weken heb bestookt met mailtjes
en telefoontjes, voor hun medewerking. In het bijzonder Helga van Kampen die mij wegwijs
heeft gemaakt aan het begin van mijn zoektocht en Christel de Jong die mij een avond
geboeid heeft met haar ervaringen in Kosovo.
Daarnaast mijn moeder voor de vele spelfouten die zij eruit mocht halen en uiteraard mijn
docent Bobby Perrels voor zijn kritische blik op deze scriptie.
Jacobien Nagel
Zwolle, 2003
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
3
Samenvatting
In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar de rol die sport en bewegen kan spelen
wanneer deze wordt ingezet als middel bij traumaverwerking. Het onderzoek bestaat uit drie
delen: een literatuuronderzoek, een inventarisatie naar organisaties en projecten en een
onderzoek naar praktijkervaringen. Daarbij was de doelstelling om meer inzicht te verkrijgen
in de betekenis van sport en spel als middel bij traumaverwerking.
Het rijksbeleid ‘sport en ontwikkelingssamenwerking’ is een gedeelde verantwoordelijkheid
van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
In 1998 wordt de beleidsnotitie ‘Sport in ontwikkeling: samenspel scoort!’ opgesteld waarin
het thema traumaverwerking en sport kort wordt toegelicht. Het doel van het OS- beleid
wordt als volgt geformuleerd:
‘Het bevorderen van een optimale inzet van lichamelijke opvoeding, sport, spel en
bewegingsactiviteiten in ontwikkelingslanden met als doel het welzijn, de gezondheid en de
ontwikkeling van individuen te verbeteren en de cohesie en ontwikkeling van de samenleving
te verhogen’.
Binnen het Nederlands beleid komt dit op twee manieren tot uiting:
1. Via ondersteuning van de zogenoemde ’sport-plus’ activiteiten gericht op sport en
lichamelijke opvoeding zelf waarbij de maatschappelijke effecten van deze activiteiten zo
optimaal mogelijk benut kunnen worden.
2. Door het toevoegen van sport en bewegingsactiviteiten aan andere activiteiten, zoals
plattelandsontwikkelingsprojecten, straatkinderenprogramma’s, vrouwenprojecten of in
vluchtelingenkampen. Dergelijke activiteiten heten ‘plus-sport’ activiteiten.
Deze projecten zijn in grote lijnen gericht op de volgende groepen en thema’s:

Vrouw, gender en sport

Gezondheid en sport

Traumaverwerking en sport
In 2001 wordt er een onderzoek verricht door het NISB naar Ontwikkelingssamenwerking,
Traumaverwerking en Sport (OTS). Als belangrijkste conclusie komt hieruit naar voren dat
sport en bewegen als middel door iedereen als positief wordt ervaren. Aangegeven wordt
alleen dat nog niet iedere organisatie bekend is met de mogelijkheden van dit middel. In
deze scriptie wordt meer duidelijkheid gegeven over de mogelijkheden van sport en spel bij
traumaverwerking en de wijze waarop dit gebeurt, een verdieping in het begrip trauma is
hiervoor noodzakelijk.
“In de psychologie wordt een traumatische gebeurtenis of trauma omschreven als: het
ervaren van, getuige zijn van of geconfronteerd worden met een gebeurtenis of
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
4
gebeurtenissen waarbij sprake is van feitelijk of dreigend overlijden of ernstig letstel, of
bedreiging van de fysieke integriteit van zichzelf of anderen”.
Een trauma kan ontstaan door o.a. de volgende oorzaken:

Dood van een ouder of naast familielid;

Blootstelling aan geweld als getuige;

Langdurige scheiding van de ouders;

Slachtoffer zijn van geweld;

Deelname aan de strijd;

Het oplopen van lichamelijke verwondingen

Armoede en,

Als vluchteling moeten leven.
Deze traumatische ervaringen kunnen leiden tot PTSD. We kunnen hierbij twee vormen
onderscheiden de zogenoemde acute PTSD (symptomen houden korter dan 3 maanden
aan) en de op langere termijn optredende PTSD. PTSD staat voor post traumatisch stress
syndroom. Dit is een ernstige stoornis die optreedt wanneer mensen een ingrijpende
gebeurtenis niet goed hebben verwerkt. De symptomen uiten zich in drie categorieën
namelijk; herbeleving, vermijden en prikkelbaarheid. Deze reacties zijn erg afhankelijk van de
oorzaak, leeftijd en duur van een traumatische ervaring. Bij kinderen in de leeftijd van 2-6
jaar zien we andere reacties dan bij bijvoorbeeld tieners. Voorbeelden van reacties die
kunnen optreden zijn: slapeloosheid, terug trekken, concentratieproblemen, depressiviteit
enzovoort.
Wanneer we gaan kijken naar de combinatie tussen traumaverwerking en sport dan zien we
dat sport een aantal waarden heeft die een bijdrage kunnen leveren aan traumaverwerking.
Hierbij kun je denken aan, gezondheid, vorming, intrinsieke waarde en het belang van sport
voor de ontwikkeling van het kind. Volgens artikel 31 van het VN-Verdrag inzake de Rechten
van het Kind heeft ieder kind recht op ontspanning en spel en op deelname aan culturele en
creatieve activiteiten.In ontwikkelingslanden is het recht op sport en spel echter geen
vanzelfsprekendheid. Spelen komt daar niet op de eerste plaats en vaak ook niet op de
tweede of derde. Juist in ontwikkelingslanden kunnen sport en spelactiviteiten bijdragen aan
de ontwikkeling van kinderen en ze weer een redelijk normale jeugd geven.
“Bij kinderen is spel en bewegen het middel tot uitdrukken en verwerken van problemen en
tevens een mogelijkheid tot intens inwerkende communicatie” (Kok, 1981, p.81). Bewegen
en spel zijn beide vormen van in-de-wereld-zijn, zijn beide op een context gericht en hebben
beide een communicatieve waarde: ze zeggen iets over de persoon die beweegt/ speelt en
over zijn relatie met de context. Deze functies van spel en bewegen maakt het mogelijk dit
als therapiemiddel voor kinderen te gebruiken. (Steggink, 1988). Wanneer sport en spel
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
5
wordt ingezet als middel bij traumaverwerking kun je gebruik maken van psychomotorische
therapie (PMT). PMT maakt gebruik van situaties die zich concentreren op de ervaring en
beleving van het eigen lichaam. Het idee hierachter komt erop neer dat ‘actief’ bezig zijn
bijdraagt aan de genezing. PMT maakt hierbij gebruik van bewegingssituaties, dit zijn van
sport en spel afgeleide vormen. Voor getraumatiseerden biedt PMT belangrijke invalshoeken
om gevoelens van machteloosheid op te heffen door iets ‘te doen’ en om te beschikken over
de mogelijkheid tot communicatie voor datgene waar geen woorden voor zijn.
Bij het bieden van hulp aan getraumatiseerde personen zijn een aantal factoren van belang:

Het bieden van veiligheid en bescherming

Hulp bieden zo snel mogelijk na de traumatische gebeurtenis

In een kalme omgeving zonder te veel afleiding

Help het kind zijn gevoelens, herinneringen en gedachten te uiten.

Help het kind een helder beeld te verkrijgen van de traumatische gebeurtenis.

Maak het mogelijk dat kinderen er in hun dagelijkse leven beter mee leren omgaan, dit
wordt ook wel coping genoemd.
Binnen organisaties die hulp bieden in vluchtelingenkampen groeit de overtuiging dat sport
en psychomotorische therapie een belangrijke functie kunnen hebben in het kader van
traumaverwerking. Sport biedt zowel in actieve als passieve zin mogelijkheden om een
nieuwe start te maken na een crisissituatie. Uit het inventarisatie onderzoek naar
organisaties en projecten zijn er vijf organisaties gevonden waarbij sport en spel een
onderdeel is bij traumaverwerking. Echter beschikken deze organisaties daarbij niet over
veel inhoudelijke informatie. De wijze waarop sport en spel als middel wordt ingezet bij
traumaverwerking en de methodieken die men gebruikt komen niet bij alle organisaties even
duidelijk naar voren. Daarbij is sport en spel meestal maar een klein onderdeel van het
gehele project. Om aan te geven op welke manieren je sport en spel kunt inzetten als middel
bij traumaverwerking wordt er een driedeling gemaakt in het bewegingsaanbod. Dit is een
uitbreiding van de eerder genoemde onderscheiding in sport + en +sport -projecten.
Hierbij worden er drie verschillende accenten benadrukt namelijk: leren, lukken en
ontdekken. Bij het accent ‘ervaren’ heeft het bewegingsaanbod een meer therapeutisch
karakter wat in mijn beleving een grotere bijdrage kan leveren aan de verwerking van een
trauma dan bij het eerste accent ‘leren’. In de praktijk zijn uiteraard vele combinaties
mogelijk. De belangrijkste conclusie die uit de interviews naar voren komt is dat de
ervaringen met sport en spel over het algemeen zeer positief zijn. Daarbij is de extrinsieke
waarde van sport en spel bij traumaverwerking niet langer onderbelicht en verdient dit thema
een duidelijke erkenning van vele organisaties.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
6
1: inleiding
1.1
Aanleiding
Steeds vaker worden conflicten uitgevochten in dorpen en steden in plaats van aan het
oorlogsfront. Daardoor worden kinderen in toenemend slachtoffer van dit geweld.
Sommige kinderen zijn getuige van de dood van ouders of vrienden; anderen lopen
lichamelijke verwondingen of handicaps op; sommige worden noodgedwongen gescheiden
van hun ouders of naaste familie; weer anderen gaan bij het leger en nemen actief deel aan
de oorlog.
Het lijdt geen twijfel dat ervaringen waarmee kinderen in oorlogstijd te maken krijgen zeer
uiteenlopen en dat ieder kind op een andere wijze door een oorlog zal worden getroffen.
Door kogels, scherven en landmijnen zijn de afgelopen 10 jaar alleen al zo een 1.5 miljoen
kinderen gestorven, 4 miljoen kinderen zijn lichamelijk gehandicapt en 10 miljoen jongeren
blijven hun leven beschadigd omdat ze, jaar in jaar uit, in een nachtmerrie hebben geleefd.
Uit de Quickscan ‘ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport’ opgesteld in
2001 door het Nederlands Instituut Sport en Bewegen (NISB), blijkt dat er nog behoefte is
aan nader onderzoek over dit thema. Als oorzaak voor de geringe betekenis van sport en
traumaverwerking wordt voornamelijk de onbekendheid met sport als middel om andere
doelstellingen te bereiken genoemd. Vooral voor ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties
(OS) blijft de extrinsieke waarde van sport onderbelicht en niet (h)erkend.
Bovendien blijkt uit de Quickscan dat sport en ontwikkelingssamenwerking een relatief nieuw
thema is, waarbinnen het gebied, traumaverwerking en sport, nog nauwelijks is onderzocht.
Organisaties die zich bezig houden met ontwikkelingssamenwerking zijn nog onvoldoende
bekend met de mogelijkheden van sport en spel bij traumaverwerking.
1.2
Centrale vraagstelling
Doelstelling
Het verkrijgen van (meer) inzicht in de betekenis van sport en spel als middel bij
traumaverwerking.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
7
Probleemstelling
Wat voor rol kan sport en bewegen spelen wanneer deze wordt ingezet als middel bij
traumaverwerking in ontwikkelingslanden?
Onderzoeksvragen:

Welke organisaties zetten sport in als middel bij traumaverwerking?

Wat is de extrinsieke waarde van sport en spel bij traumaverwerking in
ontwikkelingslanden?
1.3

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van een trauma?

Wat is noodzakelijk om sport in te kunnen zetten als middel bij traumaverwerking?

Op welke wijze kun je sport en bewegen inzetten als middel bij traumaverwerking?

Wat zijn de ervaringen vanuit het veld?
Werkwijze
Na het lezen van het blad ‘supporter’, een tijdschrift over ontwikkelingssamenwerking en
sport, ben ik eerst op het internet gaan zoeken naar organisaties die ‘iets doen’ rondom dit
thema. Na deze eerste oriëntatie ben ik velen daarvan gaan mailen en bellen om op deze
wijze achtergrondinformatie te verzamelen over projecten waarin sport en spel als middel
wordt ingezet bij traumaverwerking. Via het NCDO (Nederlandse Commissie Duurzame
Ontwikkeling) kreeg ik nog een aantal contactadressen van mensen uit de praktijk en werd ik
gewezen op de Quickscan van het NISB over traumaverwerking en sport. Met deze
Quickscan als basis ben ik verder gegaan en uiteindelijk gekomen tot een centrale
vraagstelling en een aantal onderzoeksvragen. Om literatuur te verzamelen over het begrip
trauma en de relatie met sport, heb ik vooral gebruik gemaakt van engelse literatuur
afkomstig van de organisatie UNICEF. Een aantal weken later werd ik in april uitgenodigd
voor een platformvergadering van het NCDO met als centraal thema; ‘Traumaverwerking en
sport’. Door deze vergadering bij te wonen heb ik direct kunnen spreken met mensen van
verschillende sport en ontwikkelingsorganisaties en zo langs deze weg nog meer extra
informatie kunnen verzamelen. Verder heb ik contact gehad met de heer Sietsma van de
afdeling BPT(Bewegingsagogie en Psychomotorische Therapie) van de CALO. Door een
gesprek met de heer Sietsma en door gebruik te maken van verschillende literatuurbronnen
heb ik meer inzicht gekregen in de extrinsieke waarde van sport en bewegen bij
traumaverwerking. Tevens heb ik doormiddel van deze informatie geprobeerd een duidelijk
beeld weer te geven van de verschillende vormen en accenten die je kunt aanbrengen
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
8
binnen een bewegingsaanbod. Omdat ik zelf niet in de gelegenheid ben om naar het
buitenland te gaan, heb ik een veldonderzoek gedaan bij mensen uit de praktijk. Deze
personen heb ik door middel van interviews verschillende vragen gesteld over hun
ervaringen met traumaverwerking en sport.
Ik heb er voor gekozen om in deze scriptie naast algemene informatie ook expliciet te kijken
naar het kind in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Omdat kinderen andere reacties vertonen dan
volwassenen en omdat ze meer afhankelijk zijn van de hulp van buitenaf zijn veel projecten
gericht op deze doelgroep. Hierbij worden de verschillende leeftijdsfasen apart behandeld. Al
deze informatie wordt aan het eind van mijn scriptie verwerkt in een aantal conclusies en
aanbevelingen.
1.4
Opbouw van de tekst
Deze scriptie is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk twee wordt de Nederlandse beleidsvisie
ten aanzien van sport en ontwikkelingssamenwerking nader toegelicht. Hierbij wordt
ingegaan op de ontwikkelingen vanaf 1998 tot nu. In hoofdstuk drie staat het thema sport
centraal, gekeken wordt naar de verschillende extrinsieke waarden die sport en bewegen
met zich meebrengen. Dit gebeurt in de context van ontwikkelingssamenwerking en specifiek
voor de ontwikkeling van het kind. Hoofdstuk vier gaat in zijn geheel over het begrip trauma.
Hierbij wordt gekeken naar de verschillende oorzaken van een trauma en welke gevolgen dit
met zich mee kan brengen. De gevolgen worden tot 18 jaar per leeftijdscategorie apart
behandeld. In de laatste paragraaf wordt er een link gemaakt tussen traumaverwerking en
sport en bewegen door middel van psychomotorische therapie (PMT).
In hoofdstuk vijf worden de drie afzonderlijke thema’s ontwikkelingssamenwerking,
traumaverwerking en sport samengevoegd. In de eerste paragraaf wordt het onderzoek naar
OTS verricht door de NISB nader toegelicht. Daarna wordt er gekeken naar de rol van sport
bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden en op welke wijze dit gebeurt. In de derde
paragraaf staat het inventarisatie onderzoek centraal en wordt er informatie gegeven over
verschillende organisaties en hun projecten waarvan sport en traumaverwerking een
onderdeel is.
In hoofdstuk zes staat het onderzoek naar praktijkervaringen centraal. Hiervoor zijn drie
mensen geïnterviewd die ervaring hebben opgedaan in drie verschillende projecten. Het gaat
daarbij om een onderzoek naar sport in het programma van War Child (Kosovo), sport en
spel in het vluchtelingenkamp Kakuma (Kenia) en een traumaherkennings/ volleybalproject
in Rwanda. Tot slot worden de conclusies en aanbevelingen geformuleerd in hoofdstuk
zeven. Dit is onderverdeeld in drie paragraven namelijk de volgende: literatuuronderzoek,
inventarisatie organisaties en de praktijkervaringen.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
9
2.
Sport in ontwikkeling
Inleiding
Bij ontwikkelingssamenwerking denkt men meestal niet gelijk aan sport. De gedachte van
‘eerst brood dan spelen’ heeft lange tijd de boventoon gevoerd binnen het
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Gelukkig is hier de laatste jaren steeds meer
verandering in gekomen. Steeds meer politieke partijen erkennen de maatschappelijke
waarde van sport in ontwikkelingslanden en spelen daarmee in op de vraag van de
ontvangende partij.
In dit hoofdstuk worden de doelstellingen en visie van het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid toegelicht. Aangezien ontwikkelingssamenwerking en sport een
relatief nieuw thema is, waarbinnen zich de afgelopen jaren een hoop heeft afgespeeld,
worden hieronder de ontwikkelingen vanaf 1998 tot nu kort weergegeven.
2.1
Beleidsvisie en uitgangspunten voor Nederland
Het rijksbeleid ‘sport en ontwikkelingssamenwerking’ is een gedeelde verantwoordelijkheid
van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Uit de kabinetsnota ‘Wat sport beweegt’ van november 1996, blijkt dat het Nederlandse
kabinet de betekenis van sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking in toenemende
mate erkent. Zowel binnen de sport als in de politiek is er sprake van verandering. Sport
staat nationaal en internationaal op de agenda. Deze ontwikkelingen heeft onder andere
geleid tot bredere ondersteuningsmogelijkheden en betrokkenheid van meer organisaties en
onderwijsinstellingen die geïnteresseerd zijn in dit thema.
In 1998 hebben het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport gezamenlijk de beleidsnota ‘Samenspel scoort’
geschreven. Hierin wordt o.a. beschreven waar het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid zich voornamelijk op richt:
“Het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid is vooral gericht op het verbeteren van
de situatie van de armsten en kanslozen in de zogenaamde DAC-landen (‘Development
Assistance Committee’). Er zijn twee hoofddoelstellingen: armoedebestrijding en
economische ontwikkeling.
Armoedebestrijding geschiedt op vele fronten: sociale ontwikkeling, economische
ontwikkeling, duurzame ontwikkeling, mensenrechten, democratisering en goed bestuur. De
vraag vanuit het land zelf en de omstandigheden daar zijn bepalend voor mogelijke
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
10
ondersteuning met Nederlandse middelen. Het ontwikkelingsland zelf is de baas over het
eigen ontwikkelingsproces” (Sport in Ontwikkeling: Samenspel scoort, 1998, p.11).
Daarnaast is het Nederlands sportbeleid t.o.v. het OS-beleid er voornamelijk op gericht om
zo veel mogelijk gebruik te maken van de maatschappelijke waarde die sport heeft en de
bijdrage die sport kan leveren bij de oplossing van problemen.
Het Nederlands sportbeleid is gericht op de volgende 4 speerpunten (VWS, 1996):
1. Het signaleren en benutten van kansen die sport de samenleving biedt;
2. Het behoud van een kwalitatief hoogwaardige infrastructuur;
3. Het bewaken van een verantwoorde sportbeoefening, en
4. Het tegengaan van ongewenste externe effecten van de spotbeoefening op de
samenleving en andersom.
“De doelstellingen van het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en het
sportbeleid bieden duidelijke aanknopingspunten om te komen tot een gezamenlijk
beleidskader voor sport en ontwikkelingssamenwerking. De waardering voor sport, ook
binnen ontwikkelingslanden, en het besef dat sport maatschappelijke doelen kan dienen,
zoals het bevorderen van het welzijn, gezondheid en de ontwikkeling, geven dat voldoende
aan’’ (Sport in ontwikkeling: Samenspel scoort, 1998, p.5).
Hoofddoelstelling van het beleid gericht op sport en ontwikkelingssamenwerking is:
‘Het bevorderen van een optimale inzet van lichamelijke opvoeding, sport, spel en
bewegingsactiviteiten in ontwikkelingslanden met als doel het welzijn, de gezondheid en
de ontwikkeling van individuen te verbeteren en de cohesie en ontwikkeling van de
samenleving te verhogen’.
Binnen het Nederlands beleid zal dat op twee manieren worden uitgevoerd:
Via ondersteuning van de zogenoemde ’sport-plus’ activiteiten gericht op sport en
lichamelijke opvoeding zelf waarbij de maatschappelijke effecten van deze activiteiten zo
optimaal mogelijk benut kunnen worden.
Door het toevoegen van sport en bewegingsactiviteiten aan andere activiteiten, zoals
plattelandsontwikkelingsprojecten, straatkinderenprogramma’s, vrouwenprojecten of in
vluchtelingenkampen. Dergelijke activiteiten heten ‘plus-sport’ activiteiten.
In grote lijnen zou je kunnen stellen dat bij sport-plus-projecten sport, spel en bewegen een
doel is waarbij het initiatief vaak voor een groot deel ligt bij sportorganisaties. Bij plus-sport-
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
11
projecten is sport meer een middel om andere maatschappelijke doelen te bereiken. Hier ligt
het initiatief vaak voor een groot deel bij ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties.
Een voorbeeld van een sport-plus- project is de verbetering van het bewegingsonderwijs
door scholing en cursussen aan te bieden aan leraren. Een voorbeeld van een plus-sportproject is traumaverwerking en sport, waarbij sport en spel een middel zijn om iemand te
helpen bij het verwerken van een trauma. In grote lijnen kun je zeggen dat ‘sport-plus’ en
‘plus-sport’- projecten gericht zijn op de volgende gemarginaliseerde groepen en thema’s:

Vrouw, gender en sport
 In de sport kunnen genderongelijkheden (gender=rechtvaardigheid) zichtbaar worden,
dit kan bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan de ‘empowerment’ van vrouwen. (met
‘empowerment wordt bedoeld het verbeteren van de positie van vrouwen)

Gezondheid en sport
 Sport en bewegen dragen bij aan een algemeen, lichamelijk, geestelijk en sociaal
welbevinden.

Traumaverwerking en sport
 Sport en psychomotorische therapie kan een belangrijke functie hebben in het kader van
traumaverwerking (Samenspel scoort, 1998).
In de beleidsnota ‘samenspel scoort’ wordt een vrij korte uitleg gegeven over het thema
traumaverwerking en sport. Hieruit komt duidelijk naar voren dat dit nog een relatief nieuw
thema is waarbij in de nota wordt aangegeven dat verdere methodiekontwikkeling en
onderzoek in de toekomst noodzakelijk zijn. Uitwisseling van ervaringen tussen verschillende
organisaties kan dit proces bevorderen. In hoofdstuk 5 van deze scriptie zal er dieper op dit
thema worden ingegaan.
2.2
Stand van zaken in de uitvoering 1998-2000
Omdat voor 1998 door de Nederlandse ambassades nog weinig gebruik is gemaakt van het
verruimde OS-beleid (hiermee wordt bedoeld de ondersteuning van o.a. nieuwe initiatieven
in Kenia, Rwanda en Burkina Faso) is het van belang dat dit thema ondersteuning krijgt en
dat activiteiten worden gestimuleerd. Aangezien er tot op heden de ervaringen op het gebied
van OS beperkt zijn, is het belangrijk om positieve ervaringen te bespreken en deze meer
bekendheid te geven. Voor de implementatie van het OS-beleid is een duidelijke
beleidsstrategie noodzakelijk. Om te komen tot deze implementatie worden er middelen op
vier verschillende niveaus ingezet, namelijk de volgende:

Uitbreiding van de samenwerking op bilateraal en multilateraal niveau.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
12

Het bevorderen van deskundigheid en kwaliteit zodat de sport een grotere
maatschappelijk draagvlak krijgt.

Onderzoek, voor een verdere onderbouwing van de activiteiten.

Voorlichting en bewustwordingsactiviteiten in Nederland ter bevordering van de
bekendheid en daarmee gepaarde initiatieven.
Dit zal betekenen dat binnen de bestaande bilaterale en multilaterale samenwerkingsverbanden het onderwerp OS onder de aandacht wordt gebracht. Onder de bilaterale
samenwerkingsverbanden wordt in deze notitie uit gegaan van de landen waarmee een
Duurzaamontwikkelingsverdrag is afgesloten plus de Nederlandse ambassades in Afrika.
Een aantal redenen heeft de implementatie van het OS -beleid beïnvloed. Op de eerste
plaats is het een relatief nieuw thema wat nog bekendheid en draagvlak moet creëren bij
hulpaanvragers en donoren. Een tweede reden is de beleidswijziging binnen het bilaterale
ontwikkelingsbeleid: beperking tot de 17 +4 landen, beperking tot samenwerking in maximaal
4 sectoren per land en nadruk op sectorale benadering. Dit is van invloed geweest op de
mogelijkheden van ambassades om aanvragen van ministerie van Sport en NGO’s te
honoreren (Sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking, 2000, p. 4-5 ).
Multilaterale samenwerking
In de beleidsnotitie ‘Samenspel scoort’ wordt aangeven dat Nederland een actieve rol wil
spelen bij het ondersteunen en stimuleren van projecten waarbij sport en
bewegingsactiviteiten een rol spelen. Aangemoedigd wordt hierbij de samenwerking tussen
enerzijds ontwikkelingsorganisaties en anderzijds de sportorganisaties om zo te komen tot
gezamenlijke initiatieven en activiteiten. Hieronder wordt een overzicht gegeven van een
aantal ontwikkelingsorganisaties waarbij sport en bewegingsactiviteiten een onderdeel
uitmaken van het programma.
UNHCR (United Nations High Commissionar for Refugees) staat als verantwoordelijke voor
vluchtelingenkampen positief tegenover de inzet van sportactiviteiten als middel om kinderen
opnieuw structuur in het leven te geven en om hen bij te staan in het verwerken van hun
ervaringen. In het genoemde kamp Kakuma in Kenia verleent Nederland steun aan de
Lutherse Wereld Federatie die technische assistentie heeft gevraagd van het NOC*NSF. De
regionale directeur van UNHCR omschrijft sport als een ‘low cost/high impact’ activiteit.
Thans worden de mogelijkheden onderzocht om soortgelijke activiteiten meer structureel in
te zetten in andere kampen in de regio.
UNICEF (Het kinderfonds van de Verenigde Naties) werkt ook in vluchtelingenkampen, in
opvangcentra voor bijvoorbeeld straatkinderen en gebruikt sport om de sociale structuur te
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
13
helpen herstellen binnen een samenleving die uiteengevallen is door burgeroorlog.
Vermeldenswaardig is ook dat de Stichting Nederlands Comité UNICEF fondsen voor
sportactiviteiten in Somalië beschikbaar heeft gesteld.
UNDP (United Nations Development Programme) is een wereldwijde campagne gestart
onder de naam ‘teams to end poverty’ om armoedebestrijding door individuen, groepen,
private en publieke organen te stimuleren. Hiertoe zijn bekende sporters als ‘goodwill’
ambassadeurs ingeschakeld.
UNAIDS ( is een verzameling van organisaties die zich inzetten voor de problemen rondom
HIV/AIDS) heeft bekende sportlieden bereid gevonden om met name jongeren bewust te
maken van de problematiek van HIV/Aids.
De ‘UN Coördination Unit Somalia’, waarvan UNESCO (United Nations Educational,
Scientific and Cultural Organisation), UNDP en UNICEF deel uitmaken, wil de ervaringen die
in het vluchtelingenkamp in Kenia met sport zijn opgedaan, gebruiken om verder te werken
aan de normalisering van de verhoudingen in Somalië. Gelet op de positieve ervaringen in
Kenia overweegt Nederland hieraan een bijdrage te leveren.
Het Internationaal Olympisch Comité, overigens als internationale NGO, is bescheiden
samenwerkingsverbanden aangegaan met een aantal VN-instellingen.
Tenslotte heeft de EU de door Nederland ondersteunde NGO SCORE (Sport Coaches
Outreach) in Zuid-Afrika een extra impuls gegeven door onder meer een bijdrage te
verstrekken voor de uitbreiding van voorzieningen zoals de aanleg van kleinschalige
multifunctionele sportvoorzieningen in achterstandswijken (Sport in het kader van
ontwikkelingssamenwerking, 2000, p. 5-6).
2.3
De huidige ontwikkelingen
De beleidsnotitie ‘Samenspel scoort!’ is breed verspreid onder Nederlandse en buitenlandse
NGO’s en binnen de ministeries. Bijna hand in hand met deze beleidsnota ging de oprichting
van het Platform en het Fonds Sport en Ontwikkeling in 1998. Het platform en het fonds zijn
in 1999 ondergebracht bij de beide ministeries en de NCDO; dit staat voor; Nationale
Commissie voor Duurzame Ontwikkeling. Deelnemers van dit platform zijn onder andere het
NOC*NSF, NISB, NKS, KNVB, SNV, NOVIB en UNICEF. Het platform en het Fonds stellen
zich ten doel om kennisuitwisseling en meningsvorming bij sport- en
ontwikkelingsorganisaties in Nederland te bevorderen, het draagvlak te vergroten, projecten
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
14
te stimuleren op het gebeid van sport en bewegen en deskundigheid van Nederlandse
organisaties te bevorderen. Het NCDO breng tevens het nieuwsblad ‘Supporter’ uit met als
doel de belangstelling van jongeren voor ontwikkelingssamenwerking op te wekken en om
mensen in Nederland te informeren over dit onderwerp.
Gezien de specifieke vragen van ministers van sport in enkele Afrikaanse landen om meer
samenwerking op het terrein van sport en ontwikkeling is besloten door VWS en BUZA
hiervoor op kleine schaal meer ruimte te bieden. Dit is een van de punten waaraan we
kunnen zien dat sport een steeds belangrijkere plaats inneemt in het ontwikkelingsbeleid. Op
grond van ervaringen met eerdere projecten (vaak eenmalig en met een beperkt budget) zal
het sport en OS-beleid beleid een meer programmatisch karakter krijgen, waarbij steun aan
activiteiten slechts plaatsvindt op verzoek dan wel met instemming van de overheid van het
land zelf en waarbij duurzame maatschappelijke effecten worden nagestreefd. Verbreding
van sportactiviteiten vormt daar onderdeel van. De aandacht van het beleid van de overheid
zal zich de komende periode vooral concentreren op gemarginaliseerde kansarme jongeren
(jongens en vooral meisjes) levend in achterstandsgebieden, levend als ontheemden of in
vluchtelingenkampen en als slachtoffers van geweld en oorlog.
Samenwerking op overheidsniveau is op het terrein van sport en ontwikkelingssamenwerking
mogelijk in de 17 + 4 landen indien dit bijdraagt of onderdeel uitmaakt van de gekozen
sectoren. In de meeste gevallen kan daarbij worden gedacht aan aansluiting van
sportactiviteiten bij de sectoren onderwijs, gezondheid en jeugd. Sport kan daarbij op
verzoek van het land zelf opgenomen worden als een herkenbaar onderdeel. De
ambassades zullen de betreffende ministeries stimuleren overleg te voeren met de
verantwoordelijke autoriteiten voor het sportbeleid. Sport en lichamelijke opvoeding maken
immers soms deel uit van het beleid van ministeries van Onderwijs of Jeugd en de
maatschappelijke betekenis van sport wordt daarin steeds meer erkend. Ministeries van
Gezondheid brengen middels sport gezondheidsbevorderende activiteiten onder de
aandacht van een groter publiek bijvoorbeeld als een middel om aandacht te vragen voor
HIV/AIDS. Voor Zuid-Afrika blijft de sector Jeugd de invalshoek om het beleid uit te voeren.
Nederland zal in beleidsoverleg met de relevante VN-organisaties de aandacht proberen te
vestigen op het belang van sport in het kader van hun beleid. Zo zal bij UNHCR ingegaan
worden op de rol van sport in het kader van rehabilitatie en bij UNICEF op de rol van sport in
de ontwikkeling van kinderen en jongeren in verschillende leeftijdsfasen.
VN-organisaties zijn zich meer bewust dat sport een belangrijke rol kan vervullen bij
rehabilitatie en vredesopbouw. Sport kan een brugfunctie vervullen tussen
bevolkingsgroepen. Daarom is Nederland bereid initiatieven te ondersteunen van
(samenwerkende) VN-instellingen. Een actuele situatie doet zich voor bij de terugkeer van
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
15
vluchtelingen uit kampen in Kenia en herhuisvesting van ontheemden in Somalië. UNICEF,
UNDP en UNESCO hebben met lokale NGO’s het project ‘Sport for Peace’ opgezet.
Nederland zal met andere donoren dit project ondersteunen.
Beschikbare middelen
Door het ministerie van VWS is in het kader van de beleidsintensivering van het sportbeleid
de ondersteuning van diverse (meerjarige) OS-projecten voor 2001 uitgebreid tot Euro
884.871,42,-. Ook voor 2002 is een intensivering voorzien (Sport in het kader van
ontwikkelingssamenwerking, 2000, p. 7-12).
2.4
Samenvatting
De opzet van het platform, de vele georganiseerde debatten rondom sport en
ontwikkelingssamenwerking (denk hierbij aan de internationale conferentie in februari 2003
over sport en ontwikkelingssamenwerking) laten zien dat veel organisaties zich bewuster
bezig houden met dit thema. De tot nu toe geïnitieerde activiteiten hebben een belangrijke
voorbeeldfunctie laten zien waarbij duidelijk wordt dat sport een positieve aanvulling kan zijn
bij vele projecten. Samenwerking tussen sport en ontwikkelingsorganisaties kan leiden tot
betere projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis uit twee verschillende
invalshoeken. Daarbij erkennen sportorganisaties steeds meer het belang van
vraaggerichtheid en duurzaamheid. Anderzijds zijn Nederlandse ontwikkelingsorganisaties
meer overtuigd van de rol die sport kan spelen in het kader van ontwikkelingssamenwerking.
Deze aandacht en bijeenkomsten roepen uiteraard ook vele discussie vragen op, sport en
ontwikkelingssamenwerking is nog een relatief nieuw terrein waarbinnen de vraag naar
informatie en onderzoek groot is. Door voorlichting, ervaringen uit te wisselen, draagvlak te
vergroten, kan nu en in de toekomst ingespeeld worden op deze vraag.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
16
3.
Sport en ontwikkelingssamenwerking
Inleiding
Om een beeld te geven van het belang van sport en bewegen en de verschillende waarden
die hieraan toegekend kunnen worden, staan in § 3.1 de verschillende betekenissen van
sport kort toegelicht. Deze betekenissen zijn algemeen en nog niet toegespitst op
ontwikkelingslanden. In § 3.2 wordt hier wel naar gekeken en wordt de betekenis van sport
toegelicht in de context van ontwikkelingssamenwerking. In § 3.3 wordt expliciet gekeken
naar de betekenis van sport bij de ontwikkeling van het kind.
3.1
De maatschappelijke waarde van sport
“In an age of globalization, sport is the most global, cross cultural phenomenon on the planet.
Even amidst those international relationships lacking political or economic commonality, the
peoples love of sports is de fact shared value” (World Sports Forum 1998).
In de literatuur worden verschillende maatschappelijke waarden van sport beschreven,
hieronder volgen enkele waarden gebaseerd op de nota: ‘wat sport beweegt’ VWS 1996 en
Sportsociologie, 2001.
Intrinsieke waarde
De basis van de maatschappelijke betekenis van sport wordt gelegd doordat velen sport leuk
vinden om te doen en om naar te kijken. Vooral het spelkarakter, het competitie-element, de
bewegingscomponent, de sociale context en de mondiale verspreiding geven sport een grote
aantrekkingskracht. Daarbij komt dat sport een laagdrempelig karakter heeft; er zijn weinig
‘standsbeperkende’ conventies. Integendeel, sport is in onze samenleving bij uitstek een
gebied van interculturele ontmoetingen en interacties.
Vormende waarde
Naast de veelzijdige mogelijkheden voor zelfontplooiing heeft sportbeoefening ook een
vormende en socialiserende waarde. Sport is in diverse opzichten te zien als een leerschool
waar aandacht besteedt wordt aan psychologische (samenwerkingsvermogen,
doorzettingsvermogen), organisatorische (zelfwerkzaamheid, bestuur), morele
(verantwoordelijkheidsbesef, fair play) en fysieke aspecten. Mensen leren door sport de
eigen grenzen kennen, zich ergens in te bekwamen en zich te meten met anderen; men leert
te winnen en te verliezen en daardoor ook het respect voor de ander te ontwikkelen.
In de sport worden mensen geconfronteerd met verschillende invalshoeken op
beoordelingsproblemen die zich ook in de samenleving als geheel voordoen. Al sportend
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
17
leert men normen, waarden en vaardigheden die in een andere context gebruikt kunnen
worden.
Sociaal-integratieve waarde
Sportbeoefening in sociaal verband draagt bij aan sociale cohesie; via sport komen
persoonlijke contacten en relaties tot stand, bouwen mensen vriendenkringen en
relatienetwerken op en kan ook het gemeenschapsgevoel worden versterkt. Door deze
sociaal bindende werking kan sport bijdragen aan socialisatie- en emancipatieprocessen in
de samenleving.
Bovendien vergt en stimuleert sportbeoefening zelfwerkzaamheid. Alle vrijwilligers die in
verenigingsverband actief zijn, maar ook alle sporters die hun eigen sportactiviteit creëren en
organiseren, zetten in de sport de expertise in die zij elders hebben opgedaan. Dergelijke
ervaringen kunnen voor mensen van groot belang zijn om beter in de samenleving te
integreren.
Ook van passieve sportparticipatie kan deze sociaal bindende werking uitgaan.
Gezondheidswaarde
Sport is doorgaans een gezonde activiteit, met een positieve werking op zowel het fysieke
als het psychosociale functioneren van mensen. Sport zet aan tot bewegen en draagt
zodoende bij aan de preventie van diverse ziekten. Ook kunnen sport en bewegen een
aantal ziekteprocessen gunstig beïnvloeden. Regelmatige (verantwoorde) sportbeoefening is
een geschikte en veilige manier om de spierkracht, coördinatie en snelheid van bewegingen
te verbeteren, zowel voor mensen met een functiebeperking, zowel voor gezonde mensen
als voor chronisch zieken. Door sport en sportief bewegen worden mensen fitter en leniger
en voelen zij zich in het algemeen beter, wat leidt tot minder medische consumptie en minder
arbeidsverzuim. Deze waarden van sport hebben betrekking op alle vormen van sport en
sportief bewegen.
Martinsen (1987) vindt bij aërobe oefeningen dat er een vermindering is te constateren van
innerlijke spanning, depressief denken, concentratiemoeilijkheden, slaapstoornissen en
waarneembare spierspanning. Oefeningen zijn meer dan een afleiding, ze hebben een
antidepressieve werking. Ook lijkt het dat oefeningen een positief effect hebben op
verschillende psychosomatische stoornissen als hoofdpijn, migraine, spierspanning
enzovoort. (Stigelbout 1991; Vuori e.a. 1995; uit: Sportsociologie)
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
18
3.2
De kracht van sport bij ontwikkelingssamenwerking
NOVIB: “Sport kan mensen mobiliseren, organisatievormen stimuleren en versterken, en
bijdragen aan de sociale cohesie en eigenwaarde. In die zin zijn er diverse positieve effecten
die de keuze voor sport als middel binnen ontwikkelingssamenwerking meer dan
rechtvaardigen”.
In het kader van sport en ontwikkelingssamenwerking is sport moeilijk eenduidig te
omschrijven. Sport kent in verschillende culturen diverse vormen, ontstaansgeschiedenissen,
achtergronden en functies. Vanuit de antropologie is het bekend dat oude sporten vaak een
onderdeel van een ritueel geheel zijn. In deze scriptie is daarom gekozen voor een ruime
omschrijving van het begrip ‘sport en bewegen’ : gereglementeerde vormen van spel,
onderwijs in sport en lichamelijke opvoeding, en allerlei bewegingsactiviteiten waaronder
dans, zijn er onderdeel van. Spelen en sporten zoals denksporten, waarbij fysieke beleving
minder prominent is, vallen er eveneens onder.
Sport kan voor veel ontwikkelingslanden een grote maatschappelijke betekenis zowel binnen
de politiek als onder de bevolking hebben. Het zelf doen aan sport, vaak met uitzondering
van voetbal, was daarbij in diverse landen lange tijd van ondergeschikt belang. De prestaties
van het nationale team of andere sporthelden waren doorgaans maatstaaf voor de betekenis
van sport. Grote sportevenementen als bijvoorbeeld de wereldkampioenschappen rugby en
de Afrikaanse voetbalkampioenschappen in Zuid Afrika en Burkina Faso laten overigens zien
wat voor een positieve impact dat kan hebben op de bevolking.
Kofi Anan (op de rondetafelconferentie in Salt Lake City 2002): “Sport is een relatief
goedkoop instrument binnen armoedebestrijding en een relatief goedkope manier om vrede,
verzoening en gezondheid te bevorderen”.
Sport heeft een belangrijke rol in de identiteitsvorming van een land: identificatie met
sporters leidt niet zelden tot groepstrots en identificatie met de cultuur als geheel.
Maar ook de economische maatschappelijke betekenis groeit: in en om de sportsector
ontstaan allerlei banen. Denk hierbij aan de Ethiopische atleet Haile Gebrselassie inmiddels
ambassadeur van de organisatie Right to Play een organisatie die zich richt op sport als
middel voor ontwikkeling, gezondheid en vrede.
Sport heeft in februari 2003 een plek veroverd in de VN-agenda. Meer dan 300
hooggeplaatste vertegenwoordigers van VN-organisaties, overheden, sportbonden,
maatschappelijke organisaties, wetenschappers en de economische sector namen deel aan
de eerste groots opgezette internationale conferentie over sport en ontwikkelingssamenwerking. Het besef dat sport- en bewegingsactiviteiten niet alleen in het brede
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
19
maatschappelijke of traditionele perspectief gezien moeten worden groeit. Een stimulering
van een brede sportdeelname en een divers sportaanbod wordt steeds meer als
noodzakelijk gezien.
Erica Terpstra: “Juist omdat ik vanuit mijn eigen ervaring weet wat sport kan betekenen, vind
ik dat sport een volwaardig onderdeel hoort te zijn van ontwikkelingssamenwerking. Als je de
sport in ontwikkelingslanden niet mee helpt ontwikkelen, dan geef je als hulporganisatie een
veel te beperkt aanbod van leven!”
De intrinsieke waarde van sport in het kader van recreatie en vrije tijd wordt steeds meer
beleefd en erkend. Meer urbane leefpatronen en andere werkomstandigheden dragen
daaraan bij. Sport en spelmogelijkheden in de woonomgeving worden gezien als
gezondheidsbevorderend en als een positief alternatief voor het rondhangen in buurten.
Beaamd wordt de grote waarde van lichamelijke opvoeding, spel, dans en sportactiviteiten bij
de lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van kinderen die bedreigd worden door
armoede, ziekte, sociale verwaarlozing. De universele taal van sport heeft daarbij als
voordeel dat er geen sprake is van verstoring door taalachtergronden van kinderen binnen
het onderwijs. In een beperkt aantal landen leidt het belang dat men hecht aan sport tot
activiteiten voor gehandicapten, straatkinderen en kindsoldaten (Sport in Ontwikkeling:
samenspel scoort! 1998).
3.3
Het belang van sport en spel voor de ontwikkeling van het kind
Volgens artikel 31 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind heeft ieder kind
recht op ontspanning en spel en op deelname aan culturele en creatieve activiteiten.
In ontwikkelingslanden is het recht op sport en spel echter geen vanzelfsprekendheid.
Spelen komt daar niet op de eerste plaats en vaak ook niet op de tweede of derde. In
ontwikkelingslanden krijgen kinderen veelal direct te maken met volwassen problemen zoals
overleven omdat er geen ouders meer zijn. Spelen komt daar niet op de eerste plaats en
vaak ook niet op de tweede of derde. Ondanks het feit dat brood op tafel voor een hele
familie, in eerste instantie belangrijker is dan sport en spel, moet dit onderdeel niet worden
onderschat. Ondanks het feit dat brood op tafel voor een hele familie, in eerste instantie
belangrijker is dan sport en spel, moet dit onderdeel niet worden onderschat. Kinderen
betalen immers de zwaarste tol voor de oorlog. Als er te weinig eten is, komt dat bij hen extra
hard aan. Hun lichaam is nog in de groei en heeft gezond voedsel nodig. Daarbij komt dat
veel kinderen zijn blootgesteld aan gruwelijke vormen van geweld. Juist in
ontwikkelingslanden kunnen sport en spelactiviteiten bijdragen aan de ontwikkeling van
kinderen en ze weer een redelijk normale jeugd geven.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
20
Harde feiten (UNICEF, 2001)

De laatste tien jaar zijn naar schatting 2 miljoen kinderen omgekomen door oorlog

Meer dan 6 miljoen kinderen raakten gewond of voor het leven gehandicapt.

Meer dan 1 miljoen kinderen werden wees of raakten gescheiden van hun ouders.

Zo’n 20 miljoen kinderen zijn op de vlucht en leven in opvangkampen en tijdelijke
onderkomens in eigen land of in het buitenland.

Naar schatting 300.000 kinderen onder de 18 jaar zijn gerekruteerd door regeringslegers
of rebellentroepen om mee te vechten of dienst te doen als sjouwer, boodschapper of
seksslavin.
In een dossier van Terre des Hommes (2001) wordt het belang van sport en spel voor de
ontwikkeling van het kind nader toegelicht. Hierbij wordt gekeken naar de rol van sport bij
kinderen in de volgende gebieden: de fysieke ontwikkeling, sociale ontwikkeling, emotionele
ontwikkeling, intellectuele ontwikkeling en ontspanning.
Fysieke ontwikkeling
De fysieke ontwikkeling van een kind wordt gestimuleerd door beweging. Sport en
spelactiviteiten zijn daarom uitstekende middelen om het lichaam van een kind gezond te
laten ontwikkelen. Naast het positieve effect op de gezondheid en de fysieke groei van een
kind draagt sport en spel bij aan de ontwikkeling van psychomotorische vaardigheden.
Sociale ontwikkeling
Sport en spelactiviteiten bevorderen de sociale ontplooiing van het kind. Op deze
ontspannen manier leert het kind om te gaan met leeftijdsgenoten, het bevordert de
ontwikkeling van communicatie vaardigheden, teamspirit en creatieve vaardigheden.
Vaak kan een hele gemeenschap bij de activiteiten worden betrokken. Het samen kijken,
meedoen en organiseren van sport- en spelactiviteiten bieden mogelijkheden om in contact
te komen met elkaar. Met name voor straatkinderen kunnen sport en spelactiviteiten dienen
als ontmoetingsplaats.
Emotionele ontwikkeling
Sport en spel stimuleren het zelfvertrouwen van een kind, het kan structuur en veiligheid
bieden in moeilijke omstandigheden. Het besef iets te kunnen bereiken kan met name voor
gehandicapte kinderen het gevoel geven ergens bij te horen en als volwaardig mens te
worden beschouwd. Bij getraumatiseerde kinderen kan sport en spel als therapie worden
ingezet om het verwerkingsproces te stimuleren.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
21
Intellectuele ontwikkeling
Sport en spel en andere creatieve activiteiten kunnen bijdragen aan het spelenderwijs
ontwikkelen van het leerproces van het kind. Met sport en spelactiviteiten kunnen de
begrippen afstand, vorm en kracht in de praktijk worden ervaren. Sport en spelactiviteiten
vereisen ook een mate van organisatorisch inzicht. Kinderen leren verbanden te leggen en
het binnen korte tijd verkrijgen van overzicht van een situatie.
Ontspanning
Sport en spel is niet alleen karaktervormend en van groot maatschappelijk belang maar het
is ook een plezierige en ontspannende bezigheid voor kinderen. Sport en spel mag ook
alleen maar ‘leuk’ zijn (Sweep & Hoogendoorn, 2001)
3.4
Samenvatting
Sport kent vele verschijningsvormen en betekenissen, zo heeft sport een positieve invloed
op de lichaamsvorming, de lichamelijke fitheid en ook het psychisch evenwicht. Plezier is
voor de meeste sporters de belangrijkste reden om aan sport te doen en voor de
toeschouwers de belangrijkste reden om naar sport te kijken. Sport is beleving en kan van
grote betekenis zijn voor ontwikkelingslanden. Sport kan een ontwikkelingsland meer
positieve bekendheid geven. Sport en bewegen brengt verschillende waarden met zich mee
die van toevoegende waarde zijn voor de ontwikkeling van het kind. Hierbij valt te denken
aan: plezier, gezondheid, herstel, ontlading, ontspanning enzovoort. Juist in landen waar
veel maatschappelijke problemen zijn is het zeer belangrijk aandacht te geven aan sport en
spel. Dit kan zorgen voor wat ontspanning en afleiding van de dagelijkse beslommering.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
22
4.
Traumaverwerking
Inleiding
In dit hoofdstuk zal dieper worden ingegaan op de gevolgen en reacties die een traumatische
ervaring met zich meebrengen. Hierbij wordt in § 4.1 informatie gegeven over trauma in de
vorm van stress en gekeken wordt naar het op langere termijn optredende Post Traumatisch
Stress Syndroom (PTSD). In § 4.2 wordt gekeken naar de oorzaken en gevolgen die
optreden bij kinderen in een verschillende leeftijdscategorie. In § 4.3 worden de verschillende
fasen die optreden in het verwerkingsproces nader toegelicht. Bij deze fasen worden er
bepaalde communicatietechnieken en behandelingsmethoden genoemd die verduidelijken
op welke manier je het beste met PTSD om kunt gaan. In § 4.4 wordt er een link gelegd met
bewegen door middel van een uitleg over psychomotorische therapie (PMT).
4.1
Trauma
“In de psychologie wordt een traumatische gebeurtenis of trauma omschreven als: het
ervaren van, getuige zijn van of geconfronteerd worden met een gebeurtenis of
gebeurtenissen waarbij sprake is van feitelijk of dreigend overlijden of ernstig letstel, of
bedreiging van de fysieke integriteit van zichzelf of anderen. Kenmerkend voor een trauma is
ook dat het subjectieve reacties oproept van intense angst, hulpeloosheid of afgrijzen.
Kinderen reageren op een dergelijke gebeurtenis soms met gedesorganiseerd of geagiteerd
gedrag’’ (Molen van der, Perreijn & van den Hout 1997, p. 469).
Kinderen hebben stabiliteit in hun familie en omgeving nodig. Relaties moeten veilig zijn en
in een vertrouwde omgeving plaatsvinden. Als kinderen worden blootgesteld aan
‘gebeurtenissen die boven de normale grens van ervaringen uitsteken’ kan dit leiden tot
traumatische of psychologische wonden. Ervaringen kunnen niet verwerkt worden.
Verschillende reacties kunnen optreden; stress, contactstoornissen, stoppen met spelen en
lachen, geobsedeerd zijn door oorlogspelletjes enzovoort. Andere kinderen gaan zich
schuldig voelen, krijgen soms zelfs wraakgevoelens en hun hoofd is overbezet met oude niet
verwerkte ervaringen (Referaat Prof.dr.W.G.H. Wolters).
‘Sequential traumatization’ is a long stream of traumatic experience which can overwhelm a
child over a long period of time. Hans Keilson, 1997
‘Cumulative trauma’ is a build-up of experiences which leads to traumatizing effects. Masud
Khan, 1997
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
23
Na een slechte ervaring zoals een oorlog of een zwaar verlies, is het normaal dat mensen
sterke emotionele reacties vertonen waaronder stress. (men spreekt hier ook wel van acute
PTSD, dit houdt in dat de symptomen korter dan 3 maanden aanhouden)Deze stress
reacties zijn erg afhankelijk van de mate waarin slachtoffers iets hebben meegemaakt.
Sommigen kunnen beter omgaan met stress dan anderen. Bij kinderen die in blijvende
moeilijke omstandigheden leven, kunnen stress en emotionele reacties van pijn en angst
veel langer aanhouden omdat zij niet in een rustige omgeving kunnen ‘bijkomen’ van alles
wat ze hebben meegemaakt.
Een langdurige periode van stress kan kinderen emotioneel en sociaal beschadigen en hun
ontwikkeling benadelen. Stress heeft een negatief effect op:

Lichaam

Gevoelens

Gedachten

Acties

Relaties
Hoe intenser de stress wordt ervaren hoe duidelijker de volgende symptomen naar voren
komen:
Lichamelijk; het hart slaat sneller, spieren staan gespannen, de bloeddruk stijgt en de
ademhaling versnelt.
Cognitief; gedachten draaien cirkels in het hoofd, mensen hebben concentratieproblemen
en zijn makkelijk af te leiden.
Gedrag; het gedrag van mensen komt star en chaotisch over. Wanneer ze falen in een
situatie of niet weten wat ze moeten doen, dan trekken ze zich terug.
Sociaal en emotioneel; mensen zien er gespannen, zorgelijk en overstuur uit. Ze reageren
boos en kortaf naar andere mensen. Ze tonen weinig inlevingsvermogen en gevoel naar
anderen toe.
Wanneer stress voor lange tijd aanhoudt verliezen mensen de hoop op verbetering in de
toekomst, hebben geen interesse meer in hun dagelijkse bezigheden en voelen zich
uiteindelijk volkomen hulpeloos. Deze reacties kunnen leiden tot depressiviteit. Kinderen zijn
over het algemeen gevoeliger voor stress dan volwassenen, dit komt o.a. door hun geringe
bekwaamheid en kennis van het omgaan met negatieve ervaringen. Zij hebben het
allermeest de hulp en bescherming van hun familie en hulpverleners nodig. Zolang kinderen
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
24
zich veilig en beschermd voelen, zijn ze beter in staat om de stress langer te kunnen
verdragen (UNICEF, 1995)
Post-Traumatic Stress Disorder
Het post traumatisch stress syndroom (PTSD) staat beter bekend als een lange termijn
reactie van mensen die blootgesteld zijn geweest aan levensbedreigende situaties en
ervaringen. Hoe langer een ingrijpende gebeurtenis duurt, hoe intenser die gebeurtenis is en
hoe vaker zij heeft plaats gevonden, hoe groter de kans dat iemand PTSD ontwikkelt. Het is
een ernstige stoornis die optreedt wanneer mensen een ingrijpende gebeurtenis of situatie
niet goed hebben verwerkt. Ze beleven de traumatische gebeurtenis als het ware steeds
opnieuw en lijden aan een scala van emotionele problemen: intens verdriet, angst, boosheid,
gevoelens van onveiligheid, onmacht en hulpeloosheid. PTSD verschijnt meestal 3 maanden
na een traumatische ervaring, maar soms verschijnt deze ‘kwaal’ later.
Symptomen van PTSD kun je in 3 categorieën onderscheiden:

Herbeleving

Vermijden

Prikkelbaarheid
Dwangmatige herbeleving
Bij mensen met PTSD, komen herinneringen van het trauma plotseling en onverwacht
binnen in hun dagelijks leven. Deze ‘flashbacks’ van het trauma worden ook wel gezien als
een soort herbeleving gepaard met heftige en pijnlijke emotionele reacties. Dit kan zo sterk
zijn dat mensen werkelijk denken en voelen alsof ze het trauma nog een keer echt mee
maken.
Vervlakking en vermijding
Symptomen van vermijding kunnen een negatieve invloed hebben op relaties met familie,
vrienden en collega’s. De persoon voelt zich leeg en afgestompt en vermijdt situaties en
activiteiten die hem / haar herinneren aan het trauma.
De onkunde van mensen met PTSD om hun gevoelens te uiten en te praten over wat ze
hebben mee gemaakt, zorgt er voor dat het trauma hun gedrag kan blijven beïnvloeden. Dit
kan uiteindelijk leiden tot depressiviteit.
Prikkelbaarheid
Mensen kunnen klachten krijgen die ze voor de traumatische gebeurtenis nog niet hadden.
Het trauma beïnvloedt hun gedrag. Ze reageren plotseling fel en geïrriteerd naar andere
mensen toe en kunnen moeite hebben met concentreren of onthouden van informatie. Veel
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
25
mensen hebben een constant gevoel van angst en gevaar om zich heen in veel gevallen
raken mensen verslaafd aan drugs of alcohol wat hen helpt om de pijn te verzachten
(UNICEF, 1995).
4.2
Reacties van kinderen in verschillende leeftijdscategorieën
Leeftijd is een belangrijke factor, omdat leeftijd van invloed is op de wijze waarop een kind
een gebeurtenis interpreteert en de manier waarop het op de gebeurtenis reageert.
Het stadium dat het kind in zijn ontwikkeling heeft bereikt, zal van invloed zijn op de reactie
van het kind na een zeer aangrijpende ervaring.
Hieronder volgt een overzicht van verschillende ervaringen die kunnen leiden tot
traumatische reacties bij kinderen:

Dood van een ouder of naast familielid;

Blootstelling aan geweld als getuige;

Langdurige scheiding van de ouders;

Slachtoffer zijn van geweld;

Deelname aan de strijd;

Het oplopen van lichamelijke verwondingen

Armoede en,

Als vluchteling moeten leven.
Hoewel kinderen traumatische ervaringen anders interpreteren dan volwassenen, zien we
ook in de leeftijdscategorie van 2 tot 18 jaar een hoop verschillen. Jonge kinderen reageren
anders op traumatische ervaringen dan tieners. Om meer inzicht te krijgen in de reacties van
kinderen, wordt hieronder per leeftijdscategorie apart gekeken naar de gevolgen en
gedragingen die een traumatische ervaring teweeg kunnen brengen.
Bron: (Macksoud M, 1995, p.45-54).
Kinderen van 2 tot 5 jaar
Wat betreft hun bescherming en veiligheid zijn kinderen van deze leeftijd volledig afhankelijk
van volwassenen. Ze voelen zich hulpeloos en zijn vaak passief wanneer ze worden
geconfronteerd met levensbedreigende situaties.
Sommige peuters en kleuters lijken soms onbewogen na een aangrijpende gebeurtenis,
alsof er helemaal niets gebeurd is. Dat betekent echter niet dat de gebeurtenis het kind
ongeroerd heeft gelaten. Peuters en kleuters zullen echter in de meeste gevallen alle
bijzonderheden van een aangrijpende gebeurtenis op een later tijdstip wel aan een
vertrouwd persoon vertellen. Peuters en kleuters zullen echter in de meeste gevallen alle
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
26
bijzonderheden van een aangrijpende gebeurtenis op een later tijdstip wel aan een
vertrouwd persoon vertellen.
Het komt erg vaak voor dat peuters en kleuters aspecten van een situatie die hen heeft
aangegrepen opnieuw in scène zetten en naspelen. Het kind probeert de schok van wat er is
gebeurd te overwinnen door de situatie steeds weer op te roepen in zijn spel.
Na een vreselijke ervaring zijn kleine kinderen vaak erg bang van dingen in hun omgeving.
Het is heel gebruikelijk dat kinderen fel reageren op alles wat hen – direct of indirect- doet
denken aan de nare ervaring.
Reacties:

Kinderen die jonger zijn dan 5 jaar reageren vaak op aangrijpende gebeurtenissen in hun
leven in de vorm van overdreven aanhankelijkheid. Ze klampen zich vast aan hun
ouders, zijn bang om te gaan slapen en hebben driftbuien wanneer ze alleen worden
gelaten.

Teruggang naar een eerder ontwikkelingsstadium, zoals het terugvallen op een
gewoonte uit een eerdere fase b.v. duimzuigen. Het verliezen van pas verworven
vaardigheden in hun ontwikkeling dat b.v. blijkt uit bedplassen of wanneer ze het opnieuw
in hun broek doen, ook dit is kenmerkend voor deze groep.

Aangezien kleine kinderen schokkende ervaringen onbewust moeten verwerken, hebben
ze vaak nachtmerries en schrikken in hun slaap.
Kinderen van 6 tot 12 jaar
Om te kunnen omgaan met zeer aangrijpende ervaringen kunnen kinderen in de
leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar putten uit een groter repertoire aan cognitieve, emotionele en
gedragsmatige reacties dan 2 tot 5 jarigen.
Op cognitief gebied gaan deze kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 12 jaar vaak in hun
verbeelding om met een schokkende ervaring. Ze fantaseren dan dat ze hebben voorkomen
dat de aangrijpende gebeurtenis plaatsvond. Door in hun verbeelding met een aangrijpende
gebeurtenis bezig te zijn, in de vorm van uitgebreide spelactiviteiten of door het na te spelen,
kunnen kinderen hun gevoelens van machteloosheid tegengaan. Deze cognitieve rijpheid is
er echter ook de oorzaak van dat deze kinderen zich vaak schuldig voelen en zichzelf
verwijten maken.
Kinderen van 6 tot 12 jaar hebben een beter ontwikkeld besef van het begrip ‘dood’ dan
peuters en kleuters. Ze weten dat de dood definitief en onherroepelijk is. Ze verwachten dan
ook niet dat de dode terugkeert.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
27
Oorlog vervormt sociale begrippen en het gedrag van kinderen. Er zijn kinderen die
accepteren dat doden als middel om conflicten op te lossen ethisch toelaatbaar is. Het besef
van goed en kwaad krijgen een hele andere betekenis en staat niet meer in verhouding met
de maatschappelijke werkelijkheid.
Reacties:

Soms ondervinden kinderen concentratieproblemen en gaan hun schoolprestaties
achteruit. Ze zijn snel afgeleid en rusteloos, gedragsstoornissen komen bij deze kinderen
veelvuldig voor.

Angstig gedrag bij kinderen in deze leeftijdsgroep wordt gekenmerkt door nervositeit,
overdreven emotionele afhankelijkheid, hyperactiviteit en eetproblemen. Bovendien
krijgen zij gemakkelijk last van psychosomatische klachten (zoals duizeligheid,
hoofdpijn, maagpijn) of lichamelijke klachten zonder aanwijsbare oorzaak.

Kinderen vertonen vaak ingrijpende veranderingen in hun gedrag. Ze worden of wel
agressief en veeleisend of wel trekken zich terug en worden passief. Deze veranderingen
kunnen leiden tot depressiviteit en soms raken kinderen in een sociaal isolement.
Het komt vaak voor dat kinderen zich gedragen als een veel jonger kind (b.v.
bedplassen). Ook slaapproblemen komen vaak voor bij kinderen in deze leeftijdsgroep.
Tieners 13-18 jaar
In deze leeftijdsgroep verkeren tieners in een levensfase waarin zij veel lichamelijke en
emotionele veranderingen ondergaan. Ze zijn bezig zich los te maken van de beslotenheid
van het gezin en gaan hun eigen relaties met de buitenwereld aan. Wat betreft kennis en
begrip zijn ze in staat om de verstrekkende gevolgen van de oorlog te begrijpen. Hierdoor
zijn tieners veel kwetsbaarder met betrekking tot aangrijpende ervaringen dan jongere
kinderen.
In tegenstelling tot jongere kinderen maken de meeste kinderen minder gebruik van hun
verbeelding of van spelactiviteiten om zeer aangrijpende ervaringen te verwerken. Ze zijn
beter in staat om te praten over wat er met hen is gebeurd.
Na schokkende gebeurtenissen voelen tieners zich soms genoodzaakt voortijdig de rol van
volwassene te spelen. Het lijkt dan alsof ze handelen als een volwassenen maar ze missen
de noodzakelijke emotionele rijpheid en hebben daarvoor toch nog de hulp van volwassenen
nodig.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
28
Reacties:

Om hun gevoelens van woede en neerslachtigheid het hoofd te kunnen bieden, vertonen
tieners soms zelfvernietigend gedrag. Ze verzetten zich b.v. tegen het gezag,
gebruiken drugs, gaan bij het burgerleger, gaan stelen en plunderen.

Na aangrijpende ervaringen hebben zij vaak de neiging zich terug te trekken, anderen
te wantrouwen en te geloven dat hen opnieuw iets ergs zal overkomen.

Bij kinderen in deze leeftijdsgroep komt vaak niet alleen de angst in de vorm van
nervositeit en voortdurende bezorgdheid voor, maar ze krijgen ook last van
psychomotorische klachten.
4.3
Trauma en verwerking
Traumatische ervaringen doorbreken de orde van het individuele bestaan. De rust, de
veiligheid en de zekerheid van alledag worden te niet gedaan. Op de een of andere wijze
moet de orde in het bestaan van het individu worden hersteld. Traumatische ervaringen
worden gevolgd door een proces dat wordt aangeduid als psychologische verwerking.
“Verwerking van een schok is het opbouwen dan wel herstellen van zekerheden, zodat men
kan leven zonder steeds geplaagd te worden door gedachten aan en gevoelens over de
ingrijpende gebeurtenis en daarbij behorende beelden. Het is een proces waarin het
hervinden van de beheersing van het eigen bestaan een centrale plaats inneemt”. (Kleber,
1998, p.46)
Bij het verwerkingsproces kunnen we drie verschillende fasen onderscheiden:

Ongeloof en verbijstering

Heftige emoties, vermijdingsreacties

Herstel en reorganisatie
Dit fasemodel is niet specifiek voor een bepaalde theoretische benadering en is evenmin van
toepassing op één type getraumatiseerde patiënt. Dergelijke indelingen kunnen echter zinvol
zijn om zo kenmerken en behandelingen te kunnen ordenen maar zij schieten ook tekort.
Lang niet iedereen verwerkt een ervaring keurig volgens het model (Van den Bout, 1996).
Belangrijk bij de behandeling en/of omgang met getraumatiseerde personen in de eerste
fase van het herstelproces is het verschaffen van veiligheid en het creëren van een
vertrouwensband. Veel traumatische ervaringen die kinderen ondergaan, zoals b.v. seksueel
misbruik en mishandeling, wordt hun aangedaan door mensen aan wier zorg zij zijn
toevertrouwd en van wie zij volstrekt afhankelijk zin. Ze gaan zich onveilig voelen in
hechtingsrelaties en deze daarom vermijden. Mede daarom is het opbouwen van
vertrouwensrelatie erg belangrijk voor het herstel van het basisvertrouwen in mensen uit hun
omgeving. De tweede fase wordt gekarakteriseerd door herinnering en rouw. Belangrijk in
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
29
deze fase is dat men zijn/ haar verhaal kwijt kan. Dit heeft pas een therapeutisch effect als
de persoon in staat is ook de bijbehorende emoties te beleven vanuit een veilige omgeving.
De laatste fase is gericht op het herstel van verbondenheid. In deze fase kan in een veilige
omgeving nagegaan worden welke aspecten van persoonlijkheid en gedrag het slachtoffer
kwetsbaar hebben gemaakt.
Verwerken houdt niet in dat de persoon nergens meer last van heeft. De traumatische
ervaring blijft onderdeel van de persoonlijkheid en de persoonlijke geschiedenis, maar de
persoon slaagt erin controle te verwerven over zijn persoonlijke bestaan.
Hoe kun je helpen?
Door te begrijpen welke invloeden van buitenaf meespelen bij de ontwikkeling van het kind,
kunnen ouders en hulpverleners effectiever het kind bijstaan bij de verwerking van een
trauma. Het diagram op blz. 31 toont de wereld van het kind geïllustreerd met verschillende
invloedfactoren van buitenaf. Dit model impliceert de kans om het welzijn van het kind te
verhogen en toont een directe link met de ouders en zij zijn weer indirect afhankelijk van
familie, sociale organisaties, de overheid enz. Het model laat zien dat binnen de
verschillende sociale lagen factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind. Hoe
verder de ‘invloedfactoren’ zijn verwijderd van het kind hoe vager en indirecter deze
invloeden zullen zijn. Niettemin is elke factor in elke laag belangrijk en van invloed op de
ontwikkeling van het kind. De kwaliteit van interactie met volwassenen in een school, de
manier waarop leraren de consequenties van een trauma begrijpen; het belang van een
goede politieke leider die zorgt voor een veilige omgeving zodat het trauma zich niet nog
verder kan ontwikkelen enz. Al deze factoren beïnvloeden het welzijn van het kind en de
manier hoe het kan opgroeien zonder door geweld te worden bedreigd.
Uit sociaal-psychologisch onderzoek (Rimé e.a., 1998) blijkt hoezeer mensen graag en veel
met anderen willen praten over de schokkende gebeurtenis die zij hebben meegemaakt.
Door alles wat deze kinderen hebben meegemaakt zijn kinderen vaak bang en ongerust, het
is dan ook van groot belang dat mensen in hun naaste omgeving een goed pedagogisch
klimaat creëren. Kenmerken voor een dergelijke omgeving is dat men probeert naar ze te
luisteren en ze te begrijpen, in dit proces speelt communicatie een onmisbare rol.
Communicatie met de bedoeling om getraumatiseerde kinderen te helpen kan worden
onderverdeeld in 3 doelen:
1. Help het kind zijn gevoelens, herinneringen en gedachten te uiten.
2. Help het kind een helder beeld te verkrijgen van de traumatische gebeurtenis.
3. Maak het mogelijk dat kinderen er in hun dagelijkse leven beter mee leren omgaan, dit
wordt ook wel coping genoemd.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
30
De ecologische wereld van het kind:
Cultuur
(Macro systeem)
Gemeenschap
Verre
familie
lie
Ideologie
Thuis
Waarden
&
Normen
Buren
kind
School
Ouders
sss s
Familie
Sociale
dienst
Media
Overheid
Sociaal beleid
(Gebaseerd op het werk van: Bronfenbrenner 1979 en Garbarino 1982, uit:USAID, 2002)
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
31
De communicatie moet plaats vinden:

Zo snel mogelijk na de traumatische gebeurtenis. De behandeling van stress kort na de
traumatische gebeurtenis zijn minder gecompliceerd dan van PTSD (lange termijn
gevolgen).

Veiligheid en bescherming is een voorwaarde kinderen hebben door de omstandigheden
vaak hun vertrouwen verloren. Belangrijk is dat ze zich weer veilig gaan voelen dit kan
alleen in een situatie waarbij kinderen zich op hun gemak voelen. Door gebruik te maken
van bestaande homogene groepen zoals b.v. een klas blijf je zo dicht mogelijk bij hun
‘oude’ vertrouwde wereld.

In een kalme omgeving zonder afleiding en onderbrekingen van buitenaf zijn kinderen
beter in staat om hun gevoelens te tonen en te praten zonder dat ze telkens worden
onderbroken door factoren uit hun omgeving. Belangrijk hierbij is dat mensen uit hun
omgeving die dicht bij het kind staan laten zien dat ze geïnteresseerd zijn, en in staat zijn
om te luisteren naar wat een kind zegt.
4.4
Bewegen tot praten
In de paragraven 4.1 t/m 4.3 is uitgebreid ingegaan op het begrip trauma en de gevolgen die
hiermee gepaard gaan. Maar op welke wijze kan sport en bewegen een rol spelen bij de
verwerking van een trauma? Om antwoord te geven op deze vraag is een verdieping in de
behandeling van PTSD doormiddel van psychomotorische therapie noodzakelijk.
Geschiedenis van de psychomotorische therapie (PMT)
In 1929 verscheen in Berlijn het boek ‘Aktivere Krankenbehandlung in der Irrenstalt’ van de
duitse psychiater Hermann Simon. Deze schrijver heeft waarschijnlijk onbedoeld aan het
begin gestaan van de PMT in Nederland, Duitsland, België en andere Europese landen. Zijn
credo was: “Laat psychiatrische patiënten bewegen”. Hermann Simon zeg in het bewegen,
bijvoorbeeld in arbeid-en sportsituaties, een sterke behandelmethode. Simon en zijn
navolgers hadden de mening, dat het goed zou zijn voor de psychiatrische patiënten dat ze
letterlijk in beweging komen. Zodat ze letterlijk een actievere leefstijl creëren. De activiteiten
stonden met name in het teken van de gezondheid. Deze methode was echter nog geen
therapie. Gaandeweg kwam er een meer theoretisch onderbouwde methode, de grondlegger
hiervan was van Roozendaal. Deze methode kenmerkte zich door de beginnende
therapeuten te leren kijken naar het bewegen en de bewegingspatronen van psychiatrische
patiënten. De bewegingstherapie werd in de jaren 70 in Nederland en België omgedoopt tot
psychomotorische therapie. Deze aanduiding dekte de lading meer, want niet alleen het
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
32
bewegen speelde een rol in de therapie, maar ook allerlei facetten van de lichamelijkheid
kregen een therapeutische betekenis. (Sietsma L.W., 2001)
Onder Psychomotorische therapie wordt het volgende verstaan: (Nederlandse Vereniging
voor Psychomotorische Therapie, 1995) : ”Psychomotorische Therapie is het behandelen
van mensen met psychiatrische problemen, door middel van interventies gericht op
lichaamservaring en/ of het handelen. Bewegen en lichamelijkheid vormen het
aangrijpingspunt van de therapie”.
Doel
Het doel van PMT is het verminderen van psychosociale of psychiatrische problematiek.
PMT maakt gebruik van situaties die zich concentreren op de ervaring en beleving van het
eigen lichaam. Het idee hierachter komt erop neer dat ‘actief’ bezig zijn bijdraagt aan de
genezing. PMT maakt hierbij gebruik van bewegingssituaties, dit zijn van sport en spel
afgeleide vormen. Door opgedane ervaringen kunnen veranderingen teweeggebracht
worden in gedrag, beleving en cognitie van de cliënt. Geprobeerd wordt een optimaal
evenwicht te vinden tussen fysiek, psychisch en sociaal functioneren (NVPMT,1995)
Mensen met PTSD hebben vaak last van bepaalde klachten (zie hst.4). Een van de doelen
van PMT is dan ook om cliënten te helpen bij het begrijpen van hun lichamelijke sensaties.
Sensaties moeten eerst op een lichamelijk niveau geïdentificeerd worden (Rothschild, 2000).
Vervolgens kan men verbale of non-verbale taal gebruiken om betekenis te geven aan de
lichamelijke sensaties. De relatie tussen de lichamelijke sensaties en het trauma kan hierbij
ook naar voren komen (Rothschild, 2000). Hierin ligt de basis voor het toepassen van PMT
bij cliënten met PTSD (Callaghan, 1993; Gray, 2001)
PMT en traumaverwerking
Voor getraumatiseerden biedt PMT belangrijke invalshoeken om gevoelens van
machteloosheid op te heffen door iets ‘te doen’ en om te beschikken over de mogelijkheid tot
communicatie voor datgene waar geen woorden voor zijn. Met behulp van bewegings-en
expressievormen kan een cliënt emoties uitleven, spanning ontladen en gevoelens die
anders niet naar komen, komen onbewust op symbolische wijze naar buiten.
Een kenmerkende reactie op een traumatische gebeurtenis is het vertonen van afgestompt
gedrag en vermijding van bepaalde herinneringen en situaties. Dit doet afbreuk aan het
vermogen van de getraumatiseerde om te symboliseren, om zijn fantasie te gebruiken en om
woorden aan gevoel te koppelen. Bij vaktherapieën zoals bijvoorbeeld PMT staat niet het
praten maar het handelen en doen voorop. Alleen al het actief zijn heft bij de cliënt het
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
33
gevoel van machteloosheid op. Bij het musiceren, sporten of toneelspelen staat het afleiden
van verdriet, het reduceren van angst en het terugwinnen van autonomie voorop.
“Een vluchteling uit Iran komt al wekenlang naar de psychomotorische therapie zonder daar
iets te doen. Hij ligt als bevroren in een hoekje en bemoeid zich met niemand. Op een
gegeven moment krijgt de therapeut hem zover om scheidsrechter te zijn als de groep
volleybal speelt. Plotseling krijgt hij interesse. Hij kwijt zich heel adequaat aan zijn nieuwe
taak. De therapeut houdt zich op de achtergrond. De autoriteit die hij met zijn positie verwerft
maakt hem actiever. Als gevolg daarvan gaat de groep hem serieus nemen en begint hij
contact te leggen met anderen” (Wertheim-Caben, 1998).
Belangrijk bij het aanbieden van PMT is te zorgen voor structuur en veiligheid. Hier kan je als
therapeut voor zorgen door elke bijeenkomst een zelfde opbouw aan te houden. Een
voorbeeld ter verduidelijking: Er wordt altijd begonnen met massage, die erop gericht is het
eigen lichaamsgevoel te herwinnen. Na de massage doet men op de mat rek en
strekoefeningen. Vervolgens wordt er een teamsport gespeeld, wat de interactie en het
sociaal contact bevordert. Als afsluiting doet men weer ontspanningsoefeningen op de mat.
Op deze wijze kan je structuur aanbieden waarin ook nog genoeg ruimte ontstaat voor ‘vrij
spel’ (Wertheim-Caben, 1998).
Psychomotorische therapie met kinderen
Wanneer kinderen op jonge leeftijd geconfronteerd worden met traumatische ervaringen dan
heeft dit een negatieve invloed op de ontwikkeling. Bij een traumatische ervaring kan gesteld
worden dat er vanuit de omgeving een zodanig beschadigende situatie zich heeft voor
gedaan dat de ontwikkeling daardoor geblokkeerd raakt of scheef groeit. Tot op een
bepaalde hoogte zijn kinderen in staat om ontwikkelingsproblemen zelf te verwerken. Ze
doen dit door spelend en bewegend de situatie te herhalen. In tegenstelling tot volwassenen
zij hebben geleerd erover te praten, waarbij de belevingskwaliteiten niet altijd aan de orde
komen. Door aan te sluiten bij het kind, dat zich spelend en bewegend ontwikkelt, kan de
therapeut juist dat spelen en bewegen gebruiken als aangrijpingspunt bij therapie. In het
bewegend omgaan kan het kind geaccepteerd worden en zich veilig gaan voelen. Het
handelen van de therapeut kan worden ingedeeld in 3 opeenvolgende aspecten:
1. Accepteren
De therapeut staat open voor het gedrag van het kind. Langs deze weg kan de therapeut het
vertrouwen winnen.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
34
2. Begrijpen
Als een kind zich geaccepteerd voelt, zal de situatie toenemende veiligheid bieden en het
vertrouwen zal groeien. Het kind zal dan ook toenemend zijn gevoelens durven laten zien.
Het is moeilijk om een kind in zijn uitdrukkingswereld te begrijpen. Op basis van wat het kind
laat zien wordt het kind door de therapeut bevestigd in bepaald gedrag. Hierdoor kan er een
relatie ontstaan waarin een kind zich gaat uiten en ontwikkelen.
3. Structureren
Door te manipuleren met de context kunnen spel en bewegingssituaties geleid worden. De
therapeut schat voortdurend in wat het kind aan deze situatie beleeft. Belangrijk is
bijvoorbeeld dat het kind niet (weer) faalt of (weer) negatieve ervaringen opdoet.
De wijze waarop er binnen de psychomotorische therapie gewerkt wordt kan als volgt
onderverdeeld worden:
1. Ervaringsgericht werken: Het gaat hierbij om positieve lichaams-en bewegingservaring.
De therapiesituatie biedt de veiligheid en de structuur voor het kind om zich te kunnen
ontwikkelen.
2. Conflictgericht werken: Binnen de bewegingssituatie is er de mogelijkheid tot het uiten en
verwerken van emotionele conflicten. De veiligheid en structuur dienen hierbij als basis
en worden gegeven door de geleide bewegingssituaties. Gevoelens als angst, boosheid,
verdriet maar ook blijdschap, warmte en geborgenheid bevatten een lichamelijke
belevingskant. Binnen de PMT kunnen die gevoelens ervaren worden op een veilige
manier.
3. Werken met andere uitdrukkingsvormen: Vanuit het werken binnen bewegingssituaties
en de gegroeide veiligheid, kan het kind andere vormen kiezen dan het bewegen om zich
uit te drukken. Dit zijn bijvoorbeeld muziek maken, tekenen, schrijven enz.
“Bij kinderen is spel en bewegen het middel tot uitdrukken en verwerken van problemen en
tevens een mogelijkheid tot intens inwerkende communicatie” (Kok, 1981, p.81). Bewegen
en spel zijn beide vormen van in-de-wereld-zijn, zijn beide op een context gericht en hebben
beide een communicatieve waarde: ze zeggen iets over de persoon die beweegt/ speelt en
over zijn relatie met de context. Deze functies van spel en bewegen maakt het mogelijk dit
als therapiemiddel voor kinderen te gebruiken. (Steggink, 1988)
4.5
Samenvatting
De mate waarin kinderen en volwassenen reacties vertonen na een traumatische ervaring
kan sterk verschillen. Zowel door persoonlijke eigenschappen als door de duur en oorzaak
van een traumatische ervaring. Wel zien we zowel bij kinderen als bij volwassenen dat in de
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
35
fase waarbij de hulpverlener aanbod komt dezelfde factoren belangrijk zijn. Hierbij valt te
denken aan veiligheid, vertrouwen bieden, een luisterend oor enzovoort. Door het inzicht te
vergroten in de verschillende symptomen die op kunnen treden en die horen bij een
bepaalde leeftijdscategorie is men beter in staat sneller en effectiever hulp te bieden. De
moeilijkheid echter is wel dat ieder trauma en ieder mens uniek is. Geen enkele methode is
universeel en zonder aanpassingen toepasbaar bij mensen met een trauma. De verwerking
van een trauma kun je ook niet uitdrukken in tijd, duidelijk moet zijn dat mensen een duwtje
in de rug krijgen dit betekent echter zeker niet dat hiermee alles is opgelost. Vooral kinderen
die in het begin staan van hun ontwikkeling zijn erg afhankelijk van de hulp uit hun omgeving.
Door de korte levenservaring zijn ze nog niet instaat om net als volwassenen te begrijpen
wat er allemaal is gebeurd. Communicatie is dan een van de eerste instrumenten waarmee
je nader tot een kind kan komen. Ook andere methoden zoals tekenen, toneel spelen, sport
en spel zijn middelen waardoor kinderen leren hun gevoelens uit te drukken. Wanneer sport
en spel ingezet wordt als een therapievorm dan kunnen we ook wel spreken van PMT. Bij
PMT staat niet het praten maar vooral het doen voorop. Bij kinderen die het probleem niet
goed kunnen verwoorden kan er door middel van bewegen bepaalde emoties naar buiten
komen die mee helpen aan de verwerking van het trauma. De therapeut moet in dit geval wel
de juiste informatie kunnen halen uit de gedragingen van iemand in een bepaalde
bewegingssituatie en hierop kunnen inspelen. Sport en bewegen heeft daarbij het voordeel
dat het universeel is en meerdere waarden met zich meebrengt zoals; afleiding,
groepsgevoel, zelfvertrouwen enzovoort.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
36
5.
Traumaverwerking en sport
Inleiding
‘Als ik iemand doodde, voelde dat niet alsof ik deze dingen deed. Ik moest wel omdat de
rebellen dreigden mij te doden’ (Een 12-jarige kindsoldaat uit Sierra Leone).
Ieder kind beleeft de oorlog anders, allemaal hebben ze dingen meegemaakt die ze de rest
van hun leven nooit meer zullen vergeten. Bij al deze kinderen overheerst de angst en
zonder hulp komt deze angst niet tot uiting en blijft dat geweld door hun hoofd spoken.
Psychologische verwerking is essentieel voor hun verdere ontwikkeling. Tekenen of
schrijven, muziek maken, sport en spel zijn allemaal middelen die daarbij kunnen helpen. In
dit hoofdstuk staat de psychologische verwerking door middel van sport en spel centraal.
In § 5.1 worden de resultaten uit het onderzoek naar ontwikkelingssamenwerking,
traumaverwerking en sport, verricht door het NISB, nader toegelicht. In § 5.2 wordt er
gekeken naar de rol van sport bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden en op welke wijze
dit naar buiten komt. In § 5.3 worden de verschillende organisaties en projecten verkregen
uit het onderzoek kort toegelicht. Daarbij wordt zowel informatie gegeven over de betreffende
organisatie als over de specifieke projecten waarbij sport en traumaverwerking een
onderdeel is.
5.1
Quickscan Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport
In opdracht van het NCDO heeft het NISB twee onderzoeken (Quickscan) verricht naar het
thema ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport (OTS). Het eerste onderzoek
is verricht in 2001, wat een jaar later heeft geresulteerd in een vervolgonderzoek. Uit deze
twee onderzoeken zijn een aantal belangrijke gegevens naar voren gekomen. Hieronder zal
in het kort de verkregen inzichten worden toegelicht:

Aanleiding van het onderzoek
Op het congres ‘Sport en ontwikkelingssamenwerking’ 1998 blijkt dat de rol van sport in
ontwikkelingslanden bij traumaverwerking een onontgonnen gebied is dat nadere exploratie
verdient.

Doelstelling van het onderzoek
-
stimuleren van praktische samenwerking
-
uitwisselen van ervaringen
-
vergroten van kennis over het thema trauma in relatie tot ‘Sport en
Ontwikkelingssamenwerking’

Inventarisatie
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
37
-
Projecten waarbij sportorganisaties met ontwikkelingsorganisaties samenwerken zijn
moeilijk te vinden.
-
Er zijn op dit moment vrijwel geen projecten die OTS als thema hebben. Voor de enkele
projecten waarbij sport als middel voor traumaverwerking gehanteerd wordt geldt dat de
ervaringen met sport positief zijn.

Oorzaken
-
Als oorzaken voor de geringe betekenis van sport in traumaverwerking wordt met name
de onbekendheid met sport als middel om andere doelstellingen te bereiken genoemd.
-
Sport en ontwikkelingssamenwerking is relatief een nieuw thema, de inzet van sport en
de verandering hierin kost tijd.
-
De geestelijke gezondheidszorg in het buitenland zijn onvoldoende bekend met de
mogelijkheden van sport en spel bij traumaverwerking. Dit geldt overigens ook voor
hulpverleners in niet-ontwikkelingslanden.

Knelpunten
-
Een mogelijk knelpunt in de samenwerking vormen de verschillen in cultuur van sport- en
ontwikkelingsorganisaties.
-
Het is de vraag of iemand die niet geschoold is in de traumaverwerking in korte tijd
voldoende kennis kan verwerven om de trauma’s voldoende te plaatsen. Bovendien is
het de vraag indien een projectmedewerker weet hoe hij/ zij een fase moet herkennen,
dan ook weet hoe hij/ zij moet handelen. In de werkelijkheid is het vaak ‘roeien met de
riemen die je hebt’. Deelnemers komen niet netjes in groepjes met dezelfde
verwerkingsfase aan.
-
Problematisch is, dat verschillende organisaties projecten niet dusdanig rubriceren en
bijhouden zodat de inventarisatie moeizaam verloopt. Daarnaast is sport en
traumaverwerking geen specifieke doelstelling en dus is er geen specifiek beleid van de
verschillende organisaties.

Conclusies
-
Concluderend kan gesteld worden, dat er voldoende ervaring is om te stellen dat het
mogelijk is dat sport en bewegen een positieve invloed kunnen hebben op de verwerking
van traumata, maar dat deze positieve ervaringen nog niet op grote schaal
gecommuniceerd en onderzocht zijn.
-
Uit het onderzoek blijkt dat er van daadwerkelijke praktische samenwerking tussen sporten ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties nauwelijks sprake is. Daar waar
samenwerking plaatsvindt, is dat bij projecten waarbij de ene organisatie uitvoerend is en
de ander voorwaardenscheppend. Met betrekking tot de stimulering van de
samenwerking tussen sport- en ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties geldt dus, dat
deze samenwerking in het algemeen in de kinderschoenen staat.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
38
-
Daarnaast zijn er projecten van ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties en
sportorganisaties afzonderlijk. In de projecten van ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties speelt sport zelden een rol. De projecten van sportorganisaties vallen
meestal onder de ‘sport-plus’-projecten.
-
Ook met betrekking tot traumaverwerking is er vrijwel geen samenwerking. In de
projecten die traumaverwerking als thema hebben wordt sport zelden gebruikt als middel.
Wanneer sport en spel wel ingezet worden is de effectiviteit waarschijnlijk geringer omdat
men doorgaans onvoldoende getraind is op het effectueren van sport als middel.
Aangezien er wel erkenning is voor het belang van de inzet van sport, kan gesteld
worden dat de deskundigheid van sportorganisaties noodzakelijk is voor een succesvol
gebruik van sport bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden.
-
Wanneer een project zich uitdrukkelijk richt op het snijvlak van OTS is er vrijwel geen
meningsverschil over het nut van voorbereiding ten aanzien van traumaverwerking. Deze
voorbereiding heeft dan tevens als doel de voorkoming van secundaire traumatisering
van de deskundige zelf. Het doel van de voorbereiding zou moeten zijn verdere
traumatisering van de gebruikers door bepaalde sportmethoden te voorkomen,
voorkoming van secundaire traumatisering van de deskundige en voorbereiding op
mogelijke reacties van getraumatiseerde mensen. De voorbereiding kan bestaan uit een
korte cursus die wat handvatten geeft. Deze cursus zou opgezet kunnen worden in
samenwerking met ontwikkelingssamenwerkings-, trauma- en sportdeskundigen.
-
Er zijn enkele organisaties die projecten uitvoeren gericht op traumaverwerking in
ontwikkelingslanden of oorlogsgebieden. In de projecten die zij uitvoeren zijn er enkele
ervaringen met sport die voldoende zijn om het belang van sport in dergelijke projecten te
onderstrepen. Meer ervaring en expliciete kennisontwikkeling op dit gebied is wenselijk.

Aanbevelingen
-
De extrinsieke waarde van sport en spel moeten meer gecommuniceerd worden.
Daarvoor moeten good-practics opgespoord en beschreven worden op een dusdanige
wijze dat het onder de aandacht komt van betrokkenen.
-
Belangrijk is om bij een project dat gericht is op OTS hier ook traumadeskundigen bij
aanwezig te laten zijn. De doelstelling hierbij is dat bij het organiseren van een
bijvoorbeeld een voetbal competitie deze mensen een besef hebben van de achtergrond
van de deelnemers en het effect dat sport en spel kan hebben op de mensen en hun
onderlinge relaties.
-
Vermoedelijk zal er een betere inventarisatie gemaakt kunnen worden als NCDO middels
een standaardvragenlijst gestructureerd en expliciet bij ieder verslag van projecten vraagt
naar sport, bewegen en ervaringen met traumata.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
39
-
Het opzetten van een gedegen maar korte voorbereidingscursus voor mensen die
uitgezonden worden. De voorbereidingscursus moet geïnitieerd worden door een
ontwikkelingsorganisatie en niet door een sportorganisatie. De inschatting is dat de stap
van ontwikkelingswerk naar het inzetten van sport als middel om trauma’s te verwerken
gemakkelijker te maken is dan de stap van sport naar sport als middel om trauma’s te
verwerken (in ontwikkelingslanden).
-
Het opzetten en uitvoeren van een pilot In de pilot moet uitgegaan worden van
trauma(deskundigen). Zij kunnen met behulp van de sportdeskundigen het beste bepalen
op welke manier sport ingezet kan worden. De pilot zou kunnen uitgevoerd worden door
een multidisciplinaire groep mensen: onder anderen traumadeskundigen, sociaal
werkers, en sportmensen. Ook de begeleidingsgroep moet bestaan uit deskundigen uit
ongeveer dezelfde disciplines. Op deze manier is de slaagkans van een dergelijk project
het grootst en kan de meeste kennis gegenereerd worden. (Van Montfort & Steenbergen,
2001)
Een belangrijke conclusie uit het bovenstaande onderzoek is de vaststelling dat sport en
bewegen als middel door iedereen als positief wordt ervaren. Aangegeven wordt alleen dat
nog niet iedere organisatie bekend is met de mogelijkheden van dit middel. Van belang is
dus te zorgen voor meer bekendheid over de effecten van sport en bewegen en aandacht te
geven aan ‘good practics’. Daarbij zijn onderzoeksresultaten naar het effect van sport en
spel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden noodzakelijk. Door aandacht te geven aan
bestaande OTS projecten en aan ervaringen uit het veld kom je tot nuttige informatie
die meer duidelijkheid en bekendheid kunnen geven aan dit thema. (Zie § 5.3 & § 6.2)
5.2
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking en Sport
Binnen organisaties die hulp bieden in vluchtelingenkampen groeit de overtuiging dat sport
en psychomotorische therapie een belangrijke functie kunnen hebben in het kader van
traumaverwerking. Volgens die organisaties draagt dit bij aan het herwinnen van verstoorde
lichamelijke, geestelijke of sociale functies.
In veel gevallen zijn sport en bewegingsactiviteiten een sociaal en politiek neutrale
mogelijkheid om met lotgenoten en zelfs daders om te gaan en een band te creëren die zelfs
kan worden uitgebouwd tot therapeutische setting. Sport biedt zowel in actieve als passieve
zin mogelijkheden om een nieuwe start te maken na een crisissituatie.
Daarnaast is de werking van sportbeoefening voor individuele slachtoffers van traumatische
gebeurtenissen heilzaam. De lichamelijke en geestelijke beleving die met sport gepaard gaat
kan van belang zijn, vanwege een hernieuwd lichaamsbesef (b.v. bij verkrachting of
lichamelijk letsel). Bovendien biedt sport een niet-bedreigende mogelijkheid om sociale
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
40
vaardigheden weer op te pakken die als gevolg van een trauma verloren waren gegaan.
Lichamelijke inspanning biedt daarnaast de mogelijkheid om spanning af te reageren.
Tenslotte kan men door sportbeoefening, maar ook door bestuurlijke functies uit te oefenen,
tot zelfontplooiing komen en zelfwaardering opbouwen. (Samenspel scoort, 1998)
“Je moet sport niet zien als een wondermiddel bij traumaverwerking. Maar het kan wel
een wezenlijke bijdrage leveren aan de normalisering van het leven. Heftige emoties
kunnen worden afgereageerd binnen bepaalde spelregels. Via sport kunnen bepaalde
waarden gestimuleerd worden, zoals respect voor de ander en je houden aan de regels”.
Prof.dr.W.G.H. Wolters, Symposium Sport en ontwikkelingssamenwerking, RU Utrecht, 1998
Artikel 31 van het VN-verdrag geeft aan dat kinderen het recht hebben om te rusten,
ontspannen, spelen en recreëren. Het recht voor kinderen om te spelen wordt ook wel eens
gezien als het ‘vergeten’ recht, misschien omdat het bij volwassenen eerder overkomt als
een overbodige luxe dan een noodzaak. Maar spelen is een essentieel onderdeel van de
ontwikkeling. Kinderen die niet in de gelegenheid zijn om te spelen missen een stukje
sociale, lichamelijke en persoonlijke ontwikkeling. Spel en bezigheden kunnen nuttig zijn om
kinderen aangrijpende ervaringen te laten begrijpen en ermee om te gaan. Op deze wijze
wordt ook de aandacht van hun pijnlijke gevoelens afgeleid, en misschien wel het
allerbelangrijkste kinderen kunnen weer even kind zijn.
On the importance of play
welke
wijze kan
sport en during
bewegen
een roltimes,
van betekenis
spelen
bij
Play is5.2
theOp
work
of children.
Especially
stressful
parents need
to encourage
children
to play. Play allows
children to events around them and to express these events
traumaverwerking
in ontwikkelingslanden?
in their own simplified way. Their participation in community activities can raise their
uit in
het
veld met sport
middel
traumaverwerking
spirits 5.3
andErvaringen
occupy them
meaningful
ways.als
When
webij
realise
how important(interview)
play is for
the development of a child, we can recognise the need for providing traumatised
children with a place to play, an opportunity to play, and things to play with. They can
thus re-enter their development cycle, which has been so violently interrupted. It would
seem that the sooner we can intervene with play in the life of a traumatised child, the
sooner the child can appropriate the healing effects of the play environment and the
sooner hope will re-enter the child’s world.
Aguilar and Retamal, 1998
In een referaat van Prof. Dr. W.H.G. Wolters over psychotraumatische ervaringen noemde hij
een voorbeeld:
“Ik was verschillende malen voor UNICEF in oorlogsgebieden, ik was erg onder de indruk
van de zogenaamde child killers. Daar zaten in een legerruimte, verschrikkelijke locaties, 800
jonge jongens, die men uit de gevangenis had geplukt. Deze jongens hadden zelf aan
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
41
moordpartijen deelgenomen. Zij zaten daar in volstrekte amorfe, inactieve situatie, zonder
enige afleiding. UNICEF had er een projectje opgezet met sportactiviteiten. Waarom nu sport
en niet therapie? Dit heeft vele redenen, maar als je naar de kinderen luistert, kom je zelf tot
de conclusie dat sporten op dit moment veel meer kan betekenen voor ze. Een kind kwam bij
me voor behandeling, 14-15 jaar oud, die zegt: ‘ik ben bang hier’. Bang zijn in een gesloten
ruimte met iemand, dat betekent het gevoel dat je dood gaat. Deze jongen vertelde dat hij
tijdens de oorlog in leven was gebleven door zich onder lijken te verbergen…
Aan deze indringende beelden hield hij het symptoom, de posttraumatische stressreactie
over; dat hij, telkens wanneer hij over straat loopt, bloed voelt vloeien over zijn voorhoofd.
Nadat deze jongen een paar keer zich helemaal heeft kunnen uitleven op het sportveld komt
hij naar me toe en zegt: “ik ben niet meer bang, ik kan het van me af rennen !…”
In vele noodsituaties(zoals bijvoorbeeld een vluchtelingenkamp) bestaat meer dan 50% van
deze groep mensen uit kinderen en jongvolwassenen. De meerderheid van deze groep heeft
een traumatische ervaring opgelopen door een oorlog, uit elkaar getrokken families en heeft
daarbij te maken met een gebrek aan vele basisbenodigdheden zoals water, voedsel en
onderdak. Deze omstandigheden hebben een groot effect op het fysieke en psychische
welzijn. In de context van b.v. een vluchtelingenlamp of een gemeenschap die weer vanaf
het begin moet worden opgebouwd, zijn recreatie- en onderwijsactiviteiten zeer belangrijk
om de stress waar deze kinderen mee kampen te verlichten. Door de noodsituatie die er
ontstaat waarbij gebrek is aan alles, blijft het toch belangrijk om sport- en spelfaciliteiten voor
kinderen zoveel mogelijk aan te moedigen. Belangrijk zijn de sociaal-culturele activiteiten
zoals musicals, dansgroepjes, sportwedstrijden, football spelen enz. Deze activiteiten
kunnen op een bepaalde manier de hardheid van een uitgeroeid bestaan compenseren en
het traumaverwerkingsproces vergemakkelijken.
Als voorbeeld zijn er in Libanon veel ‘ontmoetingsruimtes’ voor kinderen waar allerlei
activiteiten plaats vinden. Dit houdt onder andere in dat er sportactiviteiten, zomerkampen en
andere activiteiten in clubverband worden georganiseerd voor vluchtelingen. Deze
activiteiten hebben een preventieve rol bij de steun van de culturele identiteit en het gevoel
voor eigenwaarde voor kinderen die moeten leven in de meest extreme situaties. De NISB
merkt op dat organisaties bereid zijn om in de toekomst intensiever samen te werken.
Internationaal bestaan al dergelijke samenwerkingsverbanden. Zo werken de VNvluchtelingenorganisatie UNHCR en het Internationaal Olympisch Comité nauw samen in
een aantal vluchtelingenkampen.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
42
“De grote betekenis van sport voor de psychische ontwikkeling en voor de socialisering van
jeugdigen is zonneklaar. Plezier aan sportbeoefening in welke vorm dan ook brengt
miljoenen dagelijks tot die wonderlijke hijgende, puffende, extatische communicatie met
eigen lijf, met teamgenoten en met supporters. Sport is ook een middel bij uitstek voor het
kanaliseren van de lichamelijke, psychologische en sociale behoeften en sport kan bijdragen
aan de lichamelijke en ook geestelijke gezondheidszorg van mensen. In de gefragmenteerde, chaotische werkelijkheid van landen na de oorlog, zoals Mozambique, Rwanda
en Joegoslavië, zijn vaak velerlei voorzieningen van onderwijs en gezondheidszorg
vernietigd. Laagdrempelige voorzieningen voor jeugdigen, waarin men middels theater,
muziek, dans en sport in een gestructureerde context met de jongeren werkt, vormen de
kern van traumaverwerkingsprogramma’s. Een belangrijke voorwaarde voor verwerking van
traumatische ervaringen is enige normalisering van het gewone bestaan. Georganiseerde en
begeleide sportactiviteiten kunnen structuur, houvast en veiligheid bieden. Sport biedt de
mogelijkheid om het eigen lijf weer terug te vinden en positief te ervaren. Opnieuw ergens
bijhoren, onbedreigd gevoelens uiten en ervaringen delen met anderen kan een gevoel van
eigenwaarde en zelfcontrole teruggeven. Zo kan men een aanzet geven tot (re)socialisering
en re-educatie. (Re)socialisatie-programma’s van kindsoldaten in Mozambique zijn daarvan
een voorbeeld. Bij dergelijke programma’s, waarvan de sportactiviteit een onderdeel is, gaat
het ook om attitudevorming, het bijbrengen van normen en waarden en het opvoeden tot
goed burgerschap. Het moge duidelijk zijn dat sport en spel geen wondermiddel is voor de
verwerking van traumatische ervaringen. Sport kan daarbij helpen als onderdeel van een
breder programma. Onderwijs en voorbereidingen op een beroepsleven zijn eveneens van
groot belang voor de normalisering van de leefsituatie van jeugdigen. Zonder goede voeding
kan niemand hardlopen!” (Prof. dr. W.H.G. Wolters, 1998).
Marjolein Hammink, persvoorlichter bij Mensen in Nood:
“Helaas hebben nogal wat kinderen wereldwijd te maken met geweld, natuurrampen,
armoede, ziektes en het verlies van familieleden. Ze maken daardoor al op jonge leeftijd
traumatische ervaringen mee. Sport, spel en theater kunnen een belangrijke rol spelen bij de
verwerking hiervan. Deze uitingen zijn een uitlaatklep voor emoties en een goede manier om
kinderen uit hun isolement te halen. Ze hebben behalve basisbehoeften als eten, drinken en
scholing, ook recht op ontspanning. Tegelijkertijd kan op een speelse manier aandacht
gevraagd worden voor traumaverwerking bij kinderen. Een goede samenwerking met de
partners ter plekke staat voorop. Op een gegeven moment is het de bedoeling dat de acteurs
zichzelf leren bedruipen. Bijvoorbeeld door winstgevende activiteiten te ontplooien. Acteurs
van Theatergroep El Trono gaan na elk optreden langs met de pet. Zowel op straat als ook
op toneel. De jonge toneelspelers hebben veel succes in Bolivia, maar ook in het buitenland.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
43
Vorig jaar speelde de theatergroep in een overvolle zaal in Helmond voor de
donateurbijeenkomst van Mensen in Nood.
Sport gewoon leuk of als therapie?
Sport en bewegingsactiviteiten hebben zich nadrukkelijk bewezen als zinvolle therapeutische
en integratieve methoden (Sietsma L.W.,2001) Maar wanneer is sport en bewegen gewoon
leuk en goed voor wat afleiding en wanneer kun je nu spreken van therapie? Wanneer sport
en bewegen wordt ingezet als middel bij traumaverwerking, dan is het intrinsieke doel van
sport en bewegen minder van belang en ondergeschikt aan het uiteindelijke doel wat men
hier wil bereiken; namelijk traumaverwerking. Deze scheiding werd in het begin al benadrukt
(zie p.9) door de tweedeling in sport+ en +sport-projecten. Waar het accent bij sport+
projecten meer ligt op de intrinsieke waarde van sport, ligt het bij +sport projecten meer op
de inzet van sport als middel om hiermee andere doelen te bereiken.
In onderstaand schema wordt het verschil in accenten bij het aanbod van sport en spel in
verschillende vormen verduidelijkt. In dit schema komt een driedeling naar voren waarbij
telkens de verschillende accenten en doelen apart worden aangegeven.
Dit overzicht geeft een specifiekere verdeling aan dan de tweedeling in sport+ en +sportprojecten. Dit om aan te tonen waar nu de verschillen in liggen bij het aanbod, de activiteit en
de doelen wanneer je praat over sport+, +sport en therapie. Traumaverwerking en sport is
zoals eerder genoemd een +sport- project waarbij sport het instrument is wat wordt ingezet
om andere doelen te bereiken. Het gaat hierbij dus meer om een vorm van therapie dan
bijvoorbeeld bij een regulier sporttoernooi het geval is. Nu is het natuurlijk niet zo dat deze
verdeling altijd opgaat, in de praktijk zul je zien dat er vele combinaties ontstaan waarbij het
aanbod bestaat uit meerdere accenten uit verschillende categorieën. Wat hiermee wordt
aangegeven is dat wanneer je sport en spel als middel wil inzetten bij traumaverwerking is
dat de soort activiteit eigenlijk niet van belang is. Het gaat erom hoe de therapeut met de
situatie omgaat en welke informatie hij/zij uit de situatie kan halen. Aan de hand van deze
informatie wordt de activiteit aangepast zodat ‘de therapeut’ daarmee inspeelt op de
hulpvraag van de in dit geval getraumatiseerde persoon. Interactie tussen de therapeut en
de cliënt en cliënten onderling staat hierbij centraal. Traumaverwerking en sport valt in mijn
ogen meer in de laatste categorie dan in de eerste, wil je tenminste een werkelijke bijdrage
leveren aan traumaverwerking. Waarbij nogmaals wordt aangegeven dat sport een
onderdeel moet zijn van een programma waarin meerdere methoden worden gebruikt dan
alleen sport en bewegen.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
44
Accenten
Sport en Spel
-
Bewegen
-
Bewegingsonderwijs
centraal
-
Plezier
-
Sporttoernooien
-
Recreatie
-
Samen ‘doen’
-
Trainingen
-
Plezier
-
interacties
-
Buitenschoolse
-
Fysiek bezig zijn
-
Vaardigheden (aan)
-
Oefen gericht
(Sport+/+Sport)
activiteiten
leren
‘functioneel
-
Sociale contacten
-
Groepsgericht
-
Gezondheid
-
Competitie
-
Bewegen als doel
-
lukken staat
bewegingsaanbod
Vormen
Leren staat
-
(Sport+)
Aangepast
Doelen
verbeteren
-
centraal
positieve
-
lichaamsbeleving
activiteiten
-
laagdrempelig
-
ervaren
activiteit aan de
gericht op specifieke
-
keuze van de
doelgroep
doelgroep zoals b.v.
vergroten van
gehandicapten,
belangrijk
gevoel van
kinderen enz.
bewegen als doel
zelfvertrouwen en
activiteit is hier
-
-
-
aanpassen van de
laagdrempelige
-
activiteiten zijn
veiligheid
PMT
-
(+sport)
-
ontdekken staat
problemen
-
therapiesessies
centraal
ontdekken,
-
sportworkshops
activiteit wordt
benoemen en erover -
ontspanningsoefenin
gebruikt als
praten
gen
spiegel voor de
-
-
-
-
(therapeut)binnen
deelnemer
een willekeurige
lichamelijkheid
activiteit gedrag
(aandacht voor
beïnvloeden wat
ontspanning,
aansluit bij de
ademhaling of
hulpvraag van de
pijn)
patiënt.
-
kan individueel maar
ook in groepsvormen
bewegen als
middel
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
45
Waar moet je als hulpverlener op letten?
Wanneer je sport als middel bij traumaverwerking gaat inzetten is het van belang om meer
inzicht te krijgen in de gevolgen van traumatische ervaringen bij kinderen. Belangrijk is te
weten hoe je hier als hulpverlener het beste mee kunt omgaan. Juist bij sport en
bewegingsactiviteiten kunnen er situaties ontstaan waarbij bijvoorbeeld agressie ontstaat of
angst voor lichamelijk contact. In het vorige hoofdstuk is dieper ingegaan op de oorzaken en
gevolgen van een traumatische ervaring, hier gaan we kijken waar je als hulpverlener extra
op moet letten bij de omgang met getraumatiseerde personen.

Wanneer je als hulpverlener gaat werken met getraumatiseerde kinderen is het van
belang om te beginnen met het verwerken van je eigen traumatische ervaringen. Het kost
immers erg veel moeite om met een open oor te luisteren naar verhalen van anderen, als
jezelf nog zoveel onvertelde verhalen hebt.

Zorg ervoor dat je als hulpverlener niet te veel domineert.

Stel open vragen en luister goed.

De traumatische ervaring moet worden herbeleefd in een veilige setting waarbij uiting kan
worden gegeven aan bijbehorende emoties.

Vooral bij kinderen is het belangrijk dat ze jou vertrouwen en dat je lief voor ze bent, ze
hebben al genoeg ellende mee gemaakt.

De betekenis die aan een traumatische ervaring wordt gegeven is zeer cultuur bepaald,
je kunt dus niet zomaar westerse methoden overplanten naar een gebied waarbij deze
traumabehandeling niet past. (daarbij is veel traumaliteratuur uit het westen gaat over
individuele trauma’s terwijl de oorlog bij uitstek een collectief gebeuren is)

Belangrijk is om je activiteiten af te stemmen op de cultuur en te luisteren naar de vraag
van mensen in een gemeenschap of vluchtelingen kamp.

In een oorlogssituatie waar werkelijk gebrek is aan alles kan het ondersteunend zijn om
iets mee te nemen.

Kinderen hebben behoefte aan afleiding, dit kan worden gegeven in vormen van sport en
spel, toch mag men de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen. Een veilige plek voor
kinderen is dan het belangrijkst.

Moedig kinderen aan om hun ervaringen te delen met leeftijdsgenoten.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
46
5.3
Organisaties en projecten
Door middel van een inventariserend onderzoek zijn er een aantal relevante projecten en/ of
organisaties verzameld die in verband staan met het thema traumaverwerking en sport. Per
organisatie wordt er een korte uitleg gegeven over de achtergrond van het project en de
eventuele werkwijzen die daarbij zijn ingezet. Bij ieder project is gekeken of sport en spel
wordt ingezet bij traumaverwerking. Sport, spel en bewegen staat niet in elk project centraal
maar vormt wel bij iedere organisatie een onderdeel van het programma.
Van sommige organisaties is meer inhoudelijke informatie verkregen over de projecten dan
bij anderen, dit door de soms moeilijk bereikbare kantoren in het buitenland en de geringe
informatie in Nederland.
Het gaat hierbij om de volgende organisaties:
1. Life Foundation International
2. War Child
3. Plan Nederland
4. Terre des Hommes
5. Mensen in Nood
De volgende organisaties zijn ook benaderd:

Olympic Aid

NOVIB

Artsen zonder grenzen

UNICEF

UNHCR
Deze organisaties steunen wel projecten rondom het thema OTS, maar zij hadden op dit
moment geen concrete informatie voor handen.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
47
Life Foundation International
Achtergrond
Eenentwintig jaar geleden kwam in Bangor een kleine groep studenten bij elkaar met de
gemeenschappelijke droom om een leefbare wereld te creëren.
‘Het was een droom van hoop. We zagen een wereld om ons heen waarin mensen honger
lijden, aan oorlog en geweld ten onder gaan of wanhopig op zoek zijn naar de zin van hun
bestaan. Naar ons gevoel was er meer dan ooit behoefte aan een praktische methode om
pijn en verdriet om te zetten in hernieuwde levensvreugde.
De Dru Yoga die we onderwijzen had haar effectiviteit al veelvuldig bewezen, maar wij
wilden ook van anderen leren. Om deze reden hebben wij sinds 1992 over de hele wereld
gereisd en zowel in het oosten als in het westen specifieke methoden gevonden die de mens
toegang geven tot zijn innerlijke kracht. Onder de naam Body Heart Mind wordt deze
synthese nu met geweldige resultaten onderwezen aan oorlogsslachtoffers en hulpverleners,
managers enz.’
Jhon Jones, een van de oprichters van Life Foundation
Organisatie
De life Foundation heeft een holistisch mensbeeld, zij gaat uit van de mens als geheel
waarbij de fysieke, emotionele en spirituele aspecten niet los te koppelen zijn. Zij hebben
technieken ontwikkeld om yoga (en ademhalings-)oefeningen direct in te zetten om trauma’s
te verwerken. Dit doen zij, vaak ondersteund door de Verenigde Naties, steeds aangepast
aan de cultuur van het land, in verschillende landen, waaronder oorlogsgebieden.
De organisatie bestaat uit 80 medewerkers met o.a. artsen, docenten ,verpleegkundigen en
specialisten op het gebied van zowel reguliere als alternatieve geneeskunde.
Body/Hart/Mind-techniek
De life Foundation maakt gebruik van de zogenoemde body/hart/mind-technieken om
mensen te helpen bij de verwerking van een trauma.
Body/Hart/Mind-technieken (BHM) werken op het lichamelijke, emotionele, intellectuele en
intuïtieve niveau van de mens. Deze technieken leren je hoe je jezelf en je omgeving tot een
ademend, wandelend, genezend geheel kunt maken.
In de praktijk komen BHM-technieken hierop neer:
1) aandachtige en rustige lichaamsbewegingen
Aandachtig bewegen zorgt ervoor dat gespannen spieren en organen gestrekt en ontgift
worden, dat wervels en beenderen weer goed op hun plaats komen, dat het zenuwstelsel
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
48
zich ontspant, dat het afweersysteem versterkt wordt, dat de levenskracht aangevuld wordt
en dat de beschikbare energie beter gebruikt wordt.
2) gebruik van handgebaren
Handgebaren werken op de subtiele energiestelsels in het lichaam en zorgen voor herstel
van het evenwicht tussen energie, hormonen en zenuwimpulsen. In India worden
handgebaren al eeuwenlang gebruikt om hormonale veranderingen die tot het ontstaan van
bepaalde emoties te transformeren.
3) ontwikkel van je vermogen tot creatieve visualisatie
Door visualisatie ontwikkel je geestkracht; je gebruikt je mentale kracht om energie te richten
op de genezing, verbetering en vervanging van oude niet langer gewenste
gedachtepatronen.
4) gebruik van klanken en affirmaties
Affirmaties en klanken zijn van groot belang voor het wijzigen van onze gevoelens, door
verandering van onze manier van denken. De geluiden die we maken en de woorden die we
spreken hebben grote invloed op hoe we ons voelen en op hoe onze relaties zich
ontwikkelen.
5) bewust ademen
Bewust ademen kalmeert de emoties en voorziet het denken van nieuwe energie. Het
activeert het parasympatische zenuwstelsel waardoor stress en bezorgdheid verminderen.
6) aandachtig lopen
Bewust wandelen is niet alleen een gezonde vorm van lichaamsbeweging, het geeft ons ook
de mogelijkheid met onszelf in contact te komen. Bovendien maakt het energie vrij, waardoor
mentale en lichamelijke weerstand en uithoudingsvermogen worden opgebouwd. (Patel, M.,
R. Goswami,1996)
War Child
Organisatie
War Child Nederland heeft zich gespecialiseerd in psychosociale hulp aan kinderen in door
oorlog getroffen gebieden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van creatieve middelen. Tijdens
gezamenlijke muzikale, creatieve en sportieve activiteiten kunnen kinderen expressie geven
aan hun emoties. Dat helpt hen bij de verwerking van hun oorlogservaringen. Ook stimuleert
het hun persoonlijke ontwikkeling en respect voor elkaar. Het leert kinderen weer spelen en
geeft hen verlichting van de alledaagse ellende. War Child streeft naar een gezonde,
geestelijke ontwikkeling van oorlogskinderen, zodat zij kunnen bijdragen aan een vreedzame
toekomst.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
49
Werkwijze
War Child werkt op verschillende niveaus:

Workshops voor kinderen: Kinderen nemen deel aan therapeutische, creatieve en
sportworkshops gedurende een periode van 6 tot 12 weken waarin gewerkt wordt aan
het verwerken van traumatische ervaringen en het versterken van coping mechanismen.

Training aan (para) professionals: Lokale dienstverleners, psychologen, docenten enz.
worden 3 tot 6 maanden intensief getraind in het gebruik van creatieve middelen in hun
werk met kinderen. Training vindt plaats op basis van kennisuitwisseling en wordt
gebaseerd op de lokale culturele en sociale waarden.

Bewustwording: Mensen uit de omgeving van het kind worden voorgelicht over de
psychosociale gevolgen van het conflict voor kinderen en de wijze waarop zij kunnen
bijdragen aan de psychosociale zorg. Dit gebeurd middels bijeenkomsten, op individueel
niveau, via scholen en soms ook via regionale of nationale campagnes.

Verzoening: Groepen kinderen, jongeren en soms volwassenen, die door het conflict
uiteen zijn gedreven worden middels creatieve activiteiten op een veilige verantwoorde
manier bijeen gebracht om verzoening te bewerkstelligen. Dit gebeurt soms op kleine
schaal in creatieve workshops maar ook grotere evenementen zoals concerten en
sporttoernooien zijn hier een middel.
Gebruik van sport als middel
In een aantal van de projecten van War Child wordt sport ingezet als middel. Dit is onder
andere het geval in Kosovo, Eritrea en Sierra Leone. Sportactiviteiten kunnen apart of in
combinatie met andere middelen worden ingezet zoals b.v. drama, muziek en tekenen.
Sport kan gebruikt worden in therapeutische programma’s en recreatieve programma’s.

Therapeutisch gebruik
In therapeutische zin is sport vooral geschikt voor het werken aan concentratie, coördinatie
en samenwerking, controleren van agressie, motoriek, gezonde competitie en
zelfwaardering. Sportactiviteiten kunnen alleen therapeutisch gebruikt worden als dit op een
veilige manier en onder deskundige leiding gebeurd. Kennis van de achtergrond van het
conflict, van psychosociale effecten van oorlog en conflict op kinderen is daarbij van
essentieel belang. In de meeste gebieden waar War Child werkt zijn geen of nauwelijks
sportfaciliteiten aanwezig. Voor de programma’s, met een therapeutisch karakter zijn de
minimale eisen een afsluitbare ruimte zoals b.v. een klaslokaal. Verder worden er bij de
activiteiten zo weinig mogelijk gebruik gemaakt van materialen. Materialen voor programma’s
worden zoveel mogelijk lokaal aangeschaft. Een enkele keer worden materialen gestuurd
van uit Nederland, dit zijn over het algemeen gedoneerde materialen.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
50
Bij de samenstelling van een groep moeten deze zo homogeen mogelijk zijn en in leeftijd. Bij
voorkeur wordt gewerkt met al een bestaande groep, zoals een klas, om op die manier
stigmatisering te voorkomen en om zo dicht mogelijk bij de dagelijkse situatie en omgeving
van het kind te blijven.

Recreatief gebruik
In veel (post) conflict gebieden is een van de problemen dat kinderen en jongeren weinig
mogelijkheden tot ontspanning kennen en weinig structuur vinden in het dagelijks leven.
Afleiding en het beleven van positieve ervaringen, het kwijt kunnen van energie en
ontspanning zijn heel belangrijk. Het voordeel van sportieve activiteiten is dat het in veel van
bovenstaande behoeften voorziet. Grote groepen kinderen kunnen op een recreatief niveau
worden bereikt terwijl het aantal kinderen dat op therapeutisch niveau per keer kan
deelnemen veel kleiner is.
(Voor voorbeeld sportworkshop zie bijlage)
Plan Nederland
Aangepast onderwijs en Traumaverwerking in het Moyamba district, Sierra Leone
Organisatie
Plan Nederland is een internationale, kindgerichte ontwikkelingsorganisatie met activiteiten in
45 programmalanden. Plan International werd in 1937 opgericht als Foster Parent's Scheme
for (War) Children of Spain. De primaire doelstelling van Plan is het realiseren van een
structurele verbetering van de levensomstandigheden van kansarme kinderen in
ontwikkelingslanden. Teneinde haar internationale herkenbaarheid en zichtbaarheid te
vergroten heet Foster Parents Plan Nederland, sinds 1 mei 2002, Plan Nederland.
De primaire doelstelling is: 'Structurele verbetering van de levensomstandigheden van
kansarme kinderen' door het uitvoeren van gemeenschapsprojecten met deze kinderen.
Plan staat een wereld voor, waarin alle kinderen tot volle ontplooiing kunnen komen in een
samenleving die de rechten en de waardigheid van de mens respecteert. De organisatie
streeft naar blijvende verbeteringen in het leven van kansarme kinderen in
ontwikkelingslanden door:

Kinderen, hun familie en de gemeenschappen waarin zij leven, in staat te stellen hun
mogelijkheden te vergroten om volledig in de gemeenschap te kunnen participeren;

Het op gang brengen van communicatie tussen mensen uit verschillende landen en
culturen, zodat er een verstandhouding kan ontstaan die begrip en saamhorigheid
bevordert;

Op te komen voor de rechten en belangen van kinderen, waar ook ter wereld.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
51
Werkwijze
Bij Plan Internationaal staan kinderen centraal. Kinderen worden betrokken bij de keuze,
planning en uitvoering van projecten, dit om de betrokkenheid te vergroten. Plan Nederland
werkt met 5 verschillende aandachtsgebieden die worden geïntegreerd in de programma’s
en projecten.
Aandachtsgebieden:

Een betere gezondheidszorg

Beter onderwijs

Een betere leefomgeving

Inkomensverbetering

Wereldwijde communicatie
Plan blijft gemiddeld tien tot vijftien jaar actief in een programmagebied. Bij de ontwikkeling
van programma’s en projecten is altijd overleg met de betrokken gemeenschappen. De
prioriteiten die zij zelf aangeven, staan voorop en volwassenen en kinderen worden actief
betrokken bij de identificatie, planning en evaluatie van programma’s en projecten. Plan
werkt bovendien intensief samen met nationale, regionale en lokale overheden, met
vrouwenorganisaties, zoals bijvoorbeeld; dorpscomités, vrouwenorganisaties en
jongerenorganisaties en andere NGO’s zoals UNICEF.
Projectachtergrond
In samenwerking met de lokale tak van het Ministerie van Jeugd, Onderwijs en Sport,
FAWE(For African Women Educationalists), Pikin to Pikin (lokale NGO gericht op
gezondheid en hygiëne), schoolcomités en de gemeenschappen heeft Plan International in
Sierra Leone een onderwijs en traumaverwerkingsproject opgestart met als doelstelling:
waar mogelijk alle kinderen in het Moyamba district te voorzien van kwaliteitsonderwijs en te
ondersteunen bij het verwerken van trauma’s. (totale duur project: juli 2000-juni 2003) Om
deze doelstelling te bereiken, wordt er actief gewerkt:
1. Ontwikkeling van het middelen en kennis van de partnerorganisaties;
2. Verbeterde kennis over (vredes)educatie, traumaverwerking en counseling;
3. Zichtbare traumavermindering bij kinderen en verbeterde concentratie;
4. Verbeterd onderwijsniveau en verbeterde academische resultaten;
5. Verbeterde kennis onder de kinderen omtrent hygiëne en sanitaire voorzieningen;
6. Verbeterd en gezond schoolmilieu.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
52

Probleemanalyse en projectinrichting
Een situatieanalyse voor het project begon, heeft uitgewezen dat kinderen door de oorlog
ernstig getraumatiseerd zijn. Bijna de hele onderwijsinfrastructuur is ontwricht. Het
programma richt zich daarom op zowel verbetering van het onderwijs als op het verminderen
van het trauma bij kinderen. Het project is toegespitst op twee vormen van onderwijs,
namelijk formeel en non-formeel. In het formele systeem wordt er lesgegeven vanuit een
vaststaand curriculum, waarin geen ruimte is voor traumaverwerking (door middel van
recreatie en sport en spel) en traumacounseling (middels praten, je hart luchten). In het
programma worden deze scholen , en de omgeving, opgeknapt en worden onder andere
leerkrachten getraind. In het non-formele systeem, waarbij schooltjes simpel maat effectief
worden opgezet in regio’s waar de onderwijsstructuur ver te zoeken is, mag een eigen
onderwijscurriculum gehanteerd worden. In dit curriculum zijn traumaverwerkings-en
traumacounselingactiviteiten geïntegreerd. In de loop van het project is, door lobby en
beleidsinvloeding, het MYES akkoord gegaan om traumaverwerking in het officiële
onderwijscurriculum op te nemen.
Loop van het project
In 2002 hebben Plan Sierra Leone en partners het volgende bereikt:
1. Ontwikkeling van de middelen en kennis van de partnerorganisaties
Pikin to Pikin heeft het afgelopen jaar, samen met het Ministerie van Gezondheid en
Sanitaire Voorzieningen, trainingen gegeven op het gebied van hygiëne. Daarnaast heeft
Pikin to Pikin ondersteunend materiaal gekregen om deze activiteiten uit te kunnen voeren.
2. Verbeterde kennis omtrent (vredes)educatie, traumaverwerking en counseling
FAWE heeft zich in de verschillende chiefdoms, toegelegd op training workshops. Trainingen
voor traumacounseling en trainingen gericht op vredeseducatie. Aan het einde van deze
workshops zijn er clubs gevormd. Deze clubs bestaan uit jongeren die anderen in hun
gemeenschap willen helpen.
3. Zichtbare traumavermindering bij kinderen en verbeterde concentratie
Vorig jaar (2002) heeft het MYES traumaverwerking aan het nationale curriculum
toegevoegd. Traumacounseling behoort nog niet tot het officiële curriculum, hoewel
onderzoek uitwijst dat counseling effectief bijdraagt aan de vermindering van trauma’s bij
kinderen. Hiertoe heeft Plan Sierra Leone een proefproject gestart met in totaal 12 scholen
om ook traumacounseling onderdeel van het nationale curriculum te laten worden. Op de
interventiescholen zal traumacounseling geïntegreerd worden, op de controlescholen niet.
Zo is aan het eind van het experiment het effect van traumacounseling te meten.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
53
4. Verbeterd onderwijs niveau
In 2002 heeft Plan Sierra Leone zicht gericht op bevoorrading van 305 lagere scholen met
onder andere schrijfmaterialen, recreatiematerialen, meubilair enzovoort.
Meer dan 200 leraren hebben training gekregen om het onderwijs te verbeteren. Voor het
goed besturen van een school, evenals het herkennen van schoolkinderen met traumatische
ervaringen, is een schoolmanagement comité onmisbaar. Meer dan 2000 leden hebben een
management comité training gekregen.
5. Verbeterde kennis onder kinderen omtrent hygiëne en sanitaire voorzieningen
6. Verbeterd en gezond schoolmilieu
Sport en spel als middel
Het verwerken van trauma’s kan grof gezien opgedeeld worden in twee onderdelen:
traumahealing door middel van interactieve, recreatieve sessies met leeftijdsgenootjes, en
daarnaast door middel van counseling en directe confrontatie. PlAN richt zich met FAWE en
recreatieve materialen (via leerkrachten en vrijwilligers) op beide. Voorafgaand onderzoek en
evaluatie heeft aangetoond dat kinderen middels het ondergaan van counseling en het
recreatief bezig zijn, hun gevoelens kunnen tonen en ervaringen kunnen verwerken. Dit
verhoogt het concentratie niveau.
Terre des Hommes
Gulu support the children Organisation (GUSCO)-Uganda
Organisatie
Terre des Hommes is een kinderhulp- én kinderrechtenorganisatie. Terre des Hommes is in
1965 begonnen als een kleine vrijwilligersorganisatie met beperkte middelen. Nu - 36 jaar
later - wordt het werk uitgevoerd door 34 betaalde medewerkers en een groot aantal
vrijwilligersgroepen. Op het moment steunt Terre des Hommes ruim 350 projecten in 20
landen en voert actie tegen de meest ernstige schendingen van kinderrechten.

Achtergrond
Terre des Hommes heeft een Franse naam, maar is geen Franse organisatie. 'Terre des
Hommes' is de titel van een boek, geschreven door Antoine de Saint-Exupéry. De romancier
- vooral beroemd vanwege zijn filosofisch sprookje 'Le Petit Prince' - was niet alleen een
hartstochtelijk avonturier, hij stond ook bekend om zijn hoge opvattingen over menselijke
waardigheid, onderlinge verantwoordelijkheid en solidariteit. Deze filosofie verwoordde hij in
1939 in het boek 'Terre des Hommes'.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
54
doelstelling: 'Daadwerkelijke en onmiddellijke hulpverlening aan het noodlijdende kind, waar
ook ter wereld, zonder onderscheid van huidskleur, geloof of politieke gezindheid.'
Terre des Hommes komt op voor de Rechten van het Kind en probeert wereldwijd
regeringen te dwingen zich aan deze rechten te houden. Daarnaast stelt Terre des Hommes
de meest ernstige schendingen van kinderrechten publiekelijk aan de kaak door middel van
grote campagnes als 'Stop de Kinderslavernij!' en 'Stop de Kinderprostitutie!'.

Werkwijze
De projecten van Terre des Hommes zijn gericht op een gedegen gezondheidszorg voor
kinderen, en sport- en spelactiviteiten. De kracht van Terre des Hommes schuilt in de
rechtstreekse samenwerking met lokale organisaties. De bevolking is op die manier zelf
betrokken bij de organisatie en uitvoering van hun project. Vier Terre des Hommesvertegenwoordigers in Kenia, Sri Lanka, Indonesië en Costa Rica dragen zorg voor de
directe begeleiding van de projecten in de regio's. Zij reizen doorlopend langs de projecten,
bieden hulp waar dat nodig is en begeleiden het opzetten van nieuwe initiatieven.
Door de jaren heen heeft Terre des Hommes de nadruk van haar werk verschoven van
noodhulp naar duurzame hulp via lokale partnerorganisaties. Iedere twee jaar voert Terre
des Hommes een interne controle uit op alle regiokantoren. In deze zogenoemde
'Operational Audit' lichten medewerkers van het hoofdkantoor het regiokantoor volledig door.
Steekproefsgewijs bezoeken zij een aantal projecten in de regio om vast te stellen of gelden
verantwoord worden besteed.
Projecten
In die landen waar kinderuitbuiting aan de orde van de dag is, biedt Terre des Hommes
financiële, en waar noodzakelijk, praktische steun aan honderden hulpprojecten in
ontwikkelingslanden. In 2000 waren dit er zo'n 350 projecten in 20 landen, gericht op
onderwijs, medische zorg, sport en spel, opvang en onderdak voor wezen en straatkinderen
en revalidatie van gehandicapte kinderen
De activiteiten van het project passen binnen de doelstelling van Terre des Hommes: het
moet dus direct of indirect om kinderen gaan. De organisatie en uitvoering van het project
moeten altijd in handen zijn van een lokale organisatie: op deze wijze wordt de bevolking zelf
gemotiveerd zich actief in te zetten voor het welslagen van hun project.
De projectenportefeuille is de laatste jaren samengesteld op basis van een aantal
speerpunten. Geografische concentratie speelt een rol bij de keuze van de projecten. Uit
oogpunt van efficiëntie en effectiviteit, selecteert Terre des Hommes initiatieven die dicht bij
elkaar plaatshebben. Daarnaast zijn inhoudelijke clustering en onderlinge samenwerking
aanknopingspunten bij het beoordelen van de aanvraag. Terre des Hommes werkt ook aan
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
55
de bouw van modelprojecten, die als voorbeeld kunnen dienen voor ontwikkelingen in een
land. Daarnaast probeert Terre des Hommes sportactiviteiten in onderwijsprojecten te
integreren.
Werkgebied
Terre des Hommes concentreert haar werkzaamheden in vier werelddelen, namelijk OostAfrika (Kenia, Tanzania en Uganda), Latijns Amerika (Brazilië, Bolivia en Peru), Zuid-Azië
(Bangladesh, India en Sri Lanka) en Zuidoost-Azië (Indonesië, Filippijnen, Thailand en
Cambodja). Terre des Hommes steunt op het moment wederopbouwactiviteiten in de landen
Nicaragua, Timor Loro Sae en Kosovo.
Project: Gulu support the children Organisation (GUSCO)-Uganda

Achtergrond
In het Noorden van Oeganda woedt nu al ruim tien jaar een gruwelijke burgeroorlog
waarvoor met name het beruchte Verzetsleger van de Heer (Lord’s Resistance Army, LRA)
verantwoordelijk is. Het LRA ontvoert jonge kinderen uit het noorden van Uganda naar haar
thuisbasis in Zuid-Sudan. Het LRA gebruikt kinderen als soldaat en als menselijk schild in de
strijd tegen het Ugandese leger. Naar schatting bestaat 90% van het leger uit ontvoerde
kinderen en er wordt aangenomen dat dit leger zonder hen niet zou kunnen bestaan. Op
desertie staan wrede straffen. Kinderen die vluchtpogingen ondernemen worden gemarteld
of gedood. De kinderen krijgen zelfs de opdracht om andere kinderen te vermoorden.
Desondanks zijn honderden kinderen erin geslaagd om te vluchten en terug te keren naar
Uganda. Omdat het LRA wraakacties onderneemt op familieleden en dorpsgenoten, kunnen
kinderen niet of nauwelijks meer door hun eigen gemeenschap worden opgenomen.
Het zijn deze getraumatiseerde kinderen en andere jonge slachtoffers van de burgeroorlog
waar Terre des Hommes zich, in samenwerking met lokale organisaties, over ontfermt.

Sport en spel als middel
De lokale organisatie Gulu Support the children Organisation (GUSCO) vangt deze exsoldaten op, helpt ze bij het verwerken van de trauma’s en begeleid ze bij hun terugkeer
naar hun familie en de maatschappij. GUSCO maakt vooral gebruik van sport en spel als
methodes om traumatische ervaringen te verwerken en weer vertrouwen te krijgen in
anderen. Zo gaan kinderen in hun tekeningen en toneelstukjes terug naar de situaties die ze
zelf hebben ervaren. Lange gesprekken aan de hand van tekeningen en toneelstukjes
brengen de kinderen weer terug naar de realiteit. Bovendien krijgen de kinderen weer
contact met andere kinderen buiten GUSCO door het organiseren van voetbalwedstrijden.

Knelpunten
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
56
Acceptatie van de ex-soldaten door de gemeenschappen is een probleem. De kinderen, in
hun hoedanigheid als rebel, mensen uit hun eigen gemeenschap moeten plunderen,
mishandelen en vermoorden. Veel leden van de gemeenschap willen deze ‘moordmachines’
niet meer terug in hun dorp. De voetbalwedstrijden bijvoorbeeld zijn een eerste stap. Maar
voor de terugkeer van de ex-kindsoldaten is het noodzakelijk dat in gemeenschappen, op
scholen en in vluchtelingenkampen voorlichting wordt gegeven over de situatie van de
kindsoldaten. Terre des Hommes helpt GUSCO en CPA (De Concerned Parents
Association) bij het trainen van lokale leiders die deze bewustwordingsprogramma’s zullen
gaan voeren, het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal en de bijeenkomsten zelf.
Mensen in Nood
Psycho-sociale Gezondheidszorg Noord-west Oeganda
Organisatie
Sinds 2000 maakt Mensen in Nood deel uit van Cordaid. Cordaid vertegenwoordigt alle
aspecten van ontwikkelingssamenwerking: noodhulp, structurele armoedebestrijding en de
opbouw van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Mensen in Nood zet zich in voor
noodhulp en kinderen, wereldwijd en onvoorwaardelijk. Mensen in Nood zet zich in voor
slachtoffers van natuurrampen en oorlogen, kinderen, ouderen en andere kwetsbare
groepen. Dit doen zij door financiële steun te verlenen aan lokale hulporganisaties. Mensen
in Nood heeft nog een apart programma dat heet ‘kinderstem’ hiermee willen ze kinderen
letterlijk een stem geven.

Werkwijze
Mensen in Nood biedt geen noodhulp zonder wederopbouw. De projecten zijn erop gericht
om de situatie structureel te helpen verbeteren en samen met de bevolking de kans op een
betere toekomst te vergroten. Dit kan bijvoorbeeld door de bevolking te helpen eigen
inkomsten te verwerven, de infrastructuur te verbeteren enzovoort. De keuze van projecten
en aandachtsgebieden gebeurt altijd op basis van de ideeën en wensen van de bevolking
zelf.
Project: Psycho-sociale Gezondheidszorg Noord-west Oeganda
Land
: Uganda
Plaats (van uitvoering)
: Adjumani, Arua en Moyo district
Aanvragende org.
: Transcultural Psychosocial Organisation
Type organisatie
: Intermediaire organisatie
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
57
Gebied
: Stad en platteland
Bereik
: Hoofdzakelijk lokaal
Gendergegevens
: aandacht voor specifieke problematiek van
mannen, vrouwen en kinderen
Korte beschrijving:

Achtergrond
In de districten Arua, Moyo en Adjumani wonen 16 miljoen mensen, waarvan 145.000 Zuid
Soedanese vluchtelingen. Vele vluchtelingen verblijven hier al meer dan 10 jaren. Ruim 62%
van de bevolking is onder de 18 jaar. De psycho-sociale problematiek die aangetroffen
wordt, is over de jaren langzaam veranderd: van trauma verwerking door plotseling geweld
en noodzakelijke vlucht, naar een situatie van uitzichtloosheid met tot gevolg depressie,
hopeloosheid, agressie, alcoholmisbruik en suïcide.
Periodes van onrust, veroorzaakt door rebellen die vluchtelingen en lokale bevolking
terroriseren en destabiliseren, hebben de ontwikkeling van de noordelijke districten sterk
beïnvloed. Ontwikkeling is sterk afhankelijk van de positieve psychologische conditie en
motivatie van de bevolking. Gevoelens van verslagenheid en excessief alcoholgebruik
reduceren de capaciteit. Daar komt bij dat onenigheid tussen vluchtelingen en lokale
bevolking toegenomen is door de wetenschap dat men langdurig aan elkanders
aanwezigheid gebonden zit. Historische geschillen tussen bevolkingsgroepen (stammen)en
onderlinge competitie in een omgeving met beperkte economische mogelijkheden leiden
gemakkelijk tot grotere conflicten. De meest kwetsbare mensen zijn hen, die het meest
moeite hebben zich aan te passen aan de moeilijke situatie, zoals weduwen, ouderen,
weeskinderen, lichamelijk- en geestelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten.

Organisatie
TPO is een internationale NGO, met het hoofdkantoor in Nederland en opereert in Azië en
Afrika en Oost Europa. Vanuit een kantoor in Kampala assisteert het sinds 1994 de 3
noordelijke districten in Oeganda met psychosociale en mentale zorgverlening aan
vluchtelingen en lokale bevolking en is enige tijd geleden ook begonnen met een pilot project
in Zuid Soedan. Met dit laatste beoogt TPO op den duur terugkerende Soedanese
vluchtelingen van continuerende zorg te voorzien, daarmee hun vestiging in eigen land te
begeleiden.
Met uitzondering van de regionale programma coördinator, die is aangesteld voor directe
technische supervisie van het programma en deel uit maakt van het 5 leden tellende
management team, bestaat de staf van TPO uit Soedanese vluchtelingen en Oegandesen.
Daarnaast zijn een Psychologe en een Ugandese Psychiater op parttime basis aangesteld
voor training en klinische supervisie. De overige staf van TPO Oeganda bestaat uit 2 veldcoördinatoren en 20 psycho-sociale counselors. Zij zijn allen opgeleid in het verlenen van
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
58
psychosociale zorg in die specifieke context (diversiteit in culturele behoeftes, waarden en
normen). Daarnaast zijn er 28 parttime ondersteunende stafleden.
Vanuit het hoofdkantoor in Nederland vindt slechts incidentele begeleiding plaats. Wel
worden vanuit het hoofdkantoor regelingen getroffen voor regelmatige internationale
evaluaties naar effectiviteit van de TPO programma’s.
TPO werk nauw samen met UNHCR, de (lokale)overheid, internationale en lokale NGO’s en
lokale dorpsleiders. Nieuwe aanvragen voor assistentie van TPO komen van individuen en
families, gezondheidscentra, de UN, overheid, en NGO’s en bedragen gemiddeld 90 per
maand.

Activiteit
Hoofd doelstellingen van TPO in Oeganda zijn:
1) Het leveren van kwalitatief uitstekende psychosociale en mentale gezondheidsinterventies aan mensen woonachtig in de districten Adjumani, Moyo en Arua;
2) Het versterken van capaciteit van de vluchtelingen- en lokale gemeenschap; het
ondersteunen van district- en centrale overheden in het onderkennen, uitvoeren en
effectief managen van psychosociale en mentale gezondheidsproblemen zodat zij in de
toekomst de verantwoordelijkheid voor het managen van deze service over kunnen
nemen.
Het zorgverleningpakket van TPO in de 3 noordelijke districten bestaat uit onder meer de
volgende activiteiten:

Psychosociale counseling aan individuen, families (1500 p/ jr) en groepen (5-600 p/ jr);

Crisis interventie counseling aan individuen, families, groepen, dorpsgemeenschappen
waar situaties van onveiligheid, verdwijningen, geweld, kindermishandeling, verkrachting,
zelfmoord en psychiatrische noodsituaties voor komen; (gemiddeld 10 p/ mnd)

Doorverwijzingen naar andere organisaties voor redenen als gezondheidszorg; protectie/
rechtshulp; sociaal economische hulp; onderwijs.

Facilitatie van mobiele mentale gezondheidszorg in samenwerking met het Oegandese
ministerie van gezondheid: hierin verzorgt men psychiatrisch onderzoek en medicatie van
psychiatrische en epileptische patiënten in gebieden waar geen andere de district
gezondheidszorg geboden wordt (1200 p/ jr);

Voorlichtingsactiviteiten middels workshops voor gemeenschap, kampen, leiders,
gezondheidswerkers, leraren, NGO personeel, georganiseerd door TPO staf (aan 4000
p/ jr).

Jeugd sport activiteiten (in groepjes voor totaal 2000 kinderen p/ jr);
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
59

Programma voor alcoholmisbruikers (behandeling van 300 p/jr, voorlichting aan 30-50
kinderen per counsellor, assistentie aan vrouwen die bier brouwen);

Revalidatie voor families met geestelijk gehandicapte kinderen/ volwassenen;

Training en capaciteitsopbouw
Een groot deel van de doelgroep bestaat uit jongeren onder de 18 jaar.
In toenemende mate is de laatste jaren gewerkt aan een samenwerking met de lokale
departementen van onderwijs, maatschappelijk werk. Concentreerde het TPO programma
zijn activiteiten eerder uitsluitend op de vluchtelingenkampen, nu wordt er op verzoek van de
districtsautoriteiten gestreefd naar een inbedding van programma in de districtsplannen van
Arua. Moyo en Adjumani.
5.4
Samenvatting
Sport en bewegen hebben een aantal waarden die een grote bijdrage kunnen leveren bij
traumaverwerking. Sport kan mogelijkheden bieden bij de opbouw van een gemeenschap of
in de context van een vluchtelingenkamp. Sportactiviteiten kunnen de stress verlichten van
mensen die dagelijks moeten leven onder erbarmelijke omstandigheden. Sport kan daarbij in
een opbouwende fase structuur, houvast en veiligheid bieden. Daarbij is sport spel een
essentieel onderdeel voor de ontwikkeling van het kind. Het kan nuttig zijn om kinderen
aangrijpende gebeurtenissen te laten begrijpen en te leren hier mee om te gaan. Enige
normalisering van het gewone bestaan is een voorwaarde voor traumaverwerking.
Met sport kun je veel bereiken maar is er is nog wel een verschil in de manier waarop je
sport kunt aanbieden. Een voetbalwedstrijd spelen kan een goede uitlaatklep zijn maar kan
ook agressie oproepen. Van belang is dus dat je als hulpverlener enig inzicht hebt in de
achtergrond van je doelgroep en in de reacties die een trauma met zich mee kunnen
brengen. Daarbij kun je in je bewegingsaanbod verschillende accenten leggen om zo tot een
bepaald doel te komen. Bij het doel traumaverwerking ligt dit meer op accent ervaren dan op
het accent leren. Hierbij ligt de waarde van sport niet meer zo zeer in de activiteit zelf maar
meer in de interactie tussen ‘cliënt’ en hulpverlener.
Uit de inventarisatie naar organisaties zien we dat bij vele projecten sport en spel een klein
onderdeel is van het gehele programma. Vaak worden projecten gestart in samenwerking
met lokale organisaties. Elke organisatie heeft daarbij een duidelijke visie en doelgroep. De
wijze waarop sport en spel wordt ingezet komt niet heel concreet naar voren omdat de
informatie hierover ontbreekt. Wel zien we dat iedere organisatie op zijn eigen manier dit
onderdeel invult.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
60
6:
Praktijkervaringen; traumaverwerking en sport
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan verschillende praktijkervaringen met
traumaverwerking en sport. In § 6.1 wordt informatie gegeven over de achtergrond van het
project en een korte uitleg over de personen die geïnterviewd zijn. In § 6.2 zal vervolgens per
onderzoeksvraag de ervaringen van de geïnterviewden worden weergegeven.
6.1
Achtergrond informatie
Voor het veldonderzoek zijn 3 deskundigen door middel van een interview ondervraagd. Bij
de geïnterviewden; Moniek Loeffen en Jaap Akkerhuis is dit gebeurd via de mail, bij Christel
de Jong heeft het interview plaats gevonden door middel van een persoonlijk gesprek.
De geïnterviewden zijn:
1. Moniek Loeffen:
Achtergrond: werkte als sportontwikkelingswerker voor het project SCORE in Zuid-Afrika en
is via NOC*NSF 1 jaar werkzaam geweest in een vluchtelingenkamp in Kenia. Ze is nu
coördinator van de FASD (Foundation for African Sports Development).
Projectinhoud: Sport en bewegen in het vluchtelingenkamp Kakuma in Kenia met extra
aandacht voor vrouwen en gehandicapten. (sport + project)
Betrokken Organisaties: NOC*NSF, LWF(Lutheran World Federation) en UNHCR op locatie.
2. Christel de Jong
Achtergrond: Vooropleiding CIOS en ALO, werkzaam geweest als vrijwilligster bij het project
SCORE in Afrika. Vier maanden voor de organisatie War Child werkzaam geweest in Kosovo
(Joegoslavië).
Projectinhoud: In opdracht van War Child onderzoek verricht naar wat de rol van sport zou
kunnen zijn binnen het huidige programma van War Child. Het project van war Child in
Kosovo werkte op 3 niveaus:

Directe creatieve workshops met kinderen

Het trainen en ondersteunen van lokale mensen

Trainen van en kennis delen met leraren, kinderwerkers, gezondheidswerkers enzovoort.
Het doel van War Child is met behulp van creatieve therapie de kinderen te helpen bij het
verwerken van hun vaak traumatische ervaringen.
Betrokken organisaties: War Child
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
61
3. Jaap Akkerhuis
Achtergrond: Werkzaam als leraar Lichamelijke Opvoeding en tevens docent bij de NeVoBo
(Nederlandse Volleybal Bond).
Projectinhoud: Het opleiden van docenten in Rwanda via een trainersopleiding, zodat zij op
hun beurt de docenten van de basisscholen kunnen opleiden in algemene
bewegingsscholing en minivolleybal. Volleybal wordt hier ingezet bij basisscholen om het
traumaverwerkingsproces te bevorderen (sport+).
De specifieke doelgroepen zijn de 10/11-jarigen van de basisschool. De totale duur van het
project is 7 jaar. Van 1998 tot 2004 is dit project gefinancierd door de Nederlandse overheid
daarna neemt de Rwandese overheid het over. Visie van de organisatie is: na genocide van
1994 ( Rwanda) kan sport een helende of zelfs verbroederende werking hebben.
Betrokken organisaties: Ministeries van OS, VWS en BUZA.
6.2
Onderzoeksvragen
Wat voor rol kan sport en spel spelen bij traumaverwerking?
[Moniek Loeffen] “Mijns inziens een behoorlijke rol. Zowel bij sport+ als +sportprojecten.
Mensen die veel hebben meegemaakt, krijgen zo geestelijke afleiding en sport is een
legitiem kanaal om agressie kwijt te kunnen. Bij +sport projecten kun je mensen mobiliseren
om ze zo een bepaalde ‘boodschap’ mee te geven. Je bereikt ze zo misschien
gemakkelijker. Met sport is het niet moeilijk om een grote groep mensen te bereiken. In een
kamp van 80.000 vluchtelingen hebben wij 20.000 mensen kunnen betrekken bij het
programma”.
[Christel de Jong]”Het belang van sport kan voor kinderen erg groot zijn, dat is iets wat zeker
uit het onderzoek naar voren is gekomen. De kinderen kunnen hun opgekropte emoties kwijt
en weer even helemaal nergens aan denken. Daarnaast leren kinderen tijdens het sporten
veel over zichzelf en over anderen. Bepaalde waarden en normen komen naar voren tijdens
het beoefenen van sport. Daarnaast zijn de kinderen er ook motorisch zeer zeker op vooruit
gegaan”.
[Jaap Akkerhuis]”Traumaherkenning en traumaverwerking is een heel lang en moeilijk
proces. Allereerst omdat de getraumatiseerde vaak niet over het verschrikkelijke verleden
kan praten. Hij of zij kan het vaak ook niet bevatten. Rwandezen praten in de regel niet met
elkaar over dit probleem. Het belangrijkste doel van de sport en met name van de teamsport
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
62
(en daarom is volleybal zo bijzonder geschikt) is dat de spelers(sters) onderling vertrouwen
in elkaar krijgen en daarna de vriendschap sterker wordt.
Pas na die vriendschap en vertrouwen blijkt dat teamgenoten met elkaar (zeer emotioneel
vaak) praten over de genocide. In 2002 (acht jaar na de genocide) kregen we de eerste
signalen van gesprekken van volleybalteams”.
Zijn er meetbare resultaten ten aanzien van traumaverwerking en sport?
[Moniek Loeffen] “Nauwelijks omdat er te veel andere factoren meespelen. Ook is
traumaverwerking bij ons nooit een doel geweest.
Wel hele positieve reacties van andere ontwikkelingswerkers. Zoals UNHCR opmerkte dat er
wel degelijk meer verdraagzaamheid en afname van criminaliteit is geconstateerd sinds het
sportprogramma van start ging”.
[Christel de Jong]”In augustus 2000 ben ik naar Kosovo vertrokken voor 4 maanden en heb
daar een veldonderzoek gedaan. Dit veldonderzoek wordt ondersteund door observaties en
interviews met experts. De resultaten die daaruit voortkwamen waren alleen maar positief. In
het veld ondervond ik geen problemen om de doelstellingen van War Child te
verwezenlijken. De observatielijsten die twee keer uitgevoerd zijn, in september 2000 en
later met dezelfde groep in april 2001, toonden positief verschil in gedragingen van de
kinderen(zie bijlagen: voorbeeld observatielijst). Dit heeft uiteindelijk geresulteerd dat War
Child haar methodologie heeft aangepast en vanaf heden niet alleen meer met creatieve
therapie werkt maar ook met sport”.
Wat is noodzakelijk om sport in te (kunnen) zetten als middel bij traumaverwerking?
[Moniek Loeffen]”Voor een goed resultaat is kennis over (organiseren van) sport, kennis over
de achtergrond van de deelnemers en meer inzicht in het thema traumaverwerking van groot
belang. Bij het ontbreken van een van deze factoren, zal het effect minder zijn. Ik denk dat
de rol van sportfacilitator redelijk groot kan zijn”.
[Christel de Jong]”Belangrijk is:

De activiteit zeer laagdrempelig en voorzichtig aan te aanbieden

Structuur en een veilige omgeving

Kinderen moeten je lief en aardig vinden

Eerst kijken en leren van andere workshopsleiders dan pas zelf workshops geven.

Elke ochtend beginnen in een cirkel (vertrouwd en rustig)
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
63

Door normaal te doen bereik je meer

Drama / toneel vormen zijn een goede warming-up

Goed engels kunnen praten”
[Jaap Akkerhuis] “Er zijn twintigduizend ballen naar Rwanda gegaan. Tweeduizend netten
zijn gemaakt. Velden zijn ontworpen bij en rondom de school buiten. Elke school heeft
minstens één onderwijzer(es) die opgeleid is om minivolleybal te geven. De
volleybalfederatie heeft in elke provincie een subafdeling opgericht om met de trainers en
scholen contact te onderhouden over de voortgang van het project”.
Wat zijn de belangrijkste knelpunten die je bent tegen gekomen?
[Moniek Loeffen] “Met betrekking tot traumaverwerking hadden wij geen knelpunten omdat
dit niet een doel van ons programma was. Als ik kijk naar de geestelijk gehandicapten , dan
was de zo divers dat het moeilijk is om een bepaald programma aan te kunnen bieden.
Verder is het heel erg lastig om met vluchtelingen te werken. Ze zijn heel veeleisend (niet
altijd terecht). Je blijft het probleem houden dat je iets opbouwt, maar dat mensen ook weer
vertrekken”.
[Christel de Jong]”Het is moeilijk om een veilige situatie op een sportveld te creëren. Het is
buiten dus de ruimte is groter en onoverzichtelijker, plus dat er nog gevaar is voor
landmijnen. Verder verliep de integratie tussen verschillende groepen erg moeizaam. De
verschillende organisaties en het ministerie van onderwijs wil graag integratie tussen de
Ashkaliers en de Albanezen, ze spreken immers dezelfde taal, echter de Ashkaliers moeten
zodoende hun gemeenschap verlaten en door Albanees gebied naar school lopen. Dit gaat
niet zonder gevolgen. De kinderen willen elkaar geen hand geven en doen net alsof de
anderen lucht zijn.
In het begin verliep de verzameling van kinderen lastig omdat de scholen nog niet begonnen
waren, Unicef zorgde later voor deze taak”.
[Jaap Akkerhuis]”Toch wel velen, maar de voornaamste knelpunten zijn: organisatie,
discipline, infrastructuur, planmatig denken”.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
64
Welke activiteiten/ methodiek zijn het meest geschikt met traumaverwerking als doel?
[Moniek Loeffen] “Ik denk dat het van belang is dat je een combinatie hebt van ervaring op
sportgebied met ervaring op het gebied van traumaverwerking. Je kunt dan in een team
werken, zo bereik je het beste resultaat”.
[Christel de Jong]

“Voorzichtig beginnen en een vertrouwensband opbouwen

In het begin geen contactsporten, eerst moeten ze met zich zelf weer vertrouwd voelen.

Competitie element moet je eruit halen. Kinderen hebben te veel verloren. Ze kunnen de
begrippen winnen en verliezen nog niet relativeren. (winnen =de oorlog, verliezen
=doodgaan)

Wanneer je op den duur wel het competitie element erin brengt doe dit dan altijd in
groepsverband. Zodat kinderen niet alleen staan. (b.v. touwtrekken)

Werk zoveel mogelijk in groepsverband, kinderen leren dan om samen te werken en ze
kunnen bij elkaar troost vinden.

Wanneer je niet in groepsverband werkt probeer dan zoveel mogelijk in circuit vormen te
werken. Let er dan op dat je niet overdreven kinderen met elkaar vergelijkt maar stel een
algemeen doel (zoals b.v. zo vaak mogelijk overgooien, zo lang mogelijk volhouden
enz.)”
[Jaap Akkerhuis] “Elke activiteit die erop gericht is sfeer en vriendschap en vertrouwen in de
groep als heel belangrijk te beschouwen, is geschikt voor dit doel. Het duurt echter heel lang
voor het vertrouwen wordt gevoeld.
Na elk bezoek van mij (inmiddels al weer zo'n 13 keer sinds 1997) van ongeveer twee
maanden maken we een verslag en wordt er geëvalueerd met Den Haag., Ambassade in
Kigali en met de Rwandese trainers en de Rwandese federatie”.
Iemand die niet geschoold is in traumaverwerking kan die in korte tijd voldoende
kennis verwerven om hier mee te kunnen omgaan?
[Christel de Jong]”Het zou zinvol zijn voor diegene die uitgezonden wordt om zich te
verdiepen in het verschijnsel trauma en hoe hiermee om te gaan. Het is ten zeerste aan te
bevelen om van tevoren wat extra training / informatie te verkrijgen over traumaverwerking
en sport.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
65
Ik zelf heb veel gehad aan mijn ervaring in Afrika, dit is een goede basis omdat je bekend
bent met het gevoel om ergens alleen in het buitenland te zijn plus dat je weet hoe het is om
creatief met kinderen en activiteiten (in het engels) om te gaan”.
[Jaap Akkerhuis] “Ik heb een tweeweekse clinici gevolgd in 1997. Gesprekken met de
ambassade in Kigali, gesprekken met de voorzitter van de volleybalfederatie van Rwanda en
een gesprek met de toenmalige minister van OS, dhr J.Pronk.
Ik ben van mening dat je beslist niet ongeschoold kan omgaan met traumaverwerking?
Ik had in het begin ook merkwaardige ervaringen. In de eenjarige trainersopleiding 1998/99
zaten ook veel uren traumaherkenning en traumaverwerking door de Ierse organisatie
‘Precair’ “.
Kan sport en bewegen een aanvulling zijn bij reeds lopende projecten waarbij gebruik
gemaakt wordt van andere methoden zoals b.v.: muziek, theater, dans of circus?
[Christel de Jong] “Ja, de groep begeleiders bestond uit: 2 creatieve therapeuten, een
dramatherapeut, een muziektherapeut en ik zelf. In het begin werden er wel eens workshops
gecombineerd zoals b.v. een warming-up op muziek dit gaat heel goed samen. Ook werd er
met thema’s gewerkt wat dan in iedere workshop terug kon komen”.
Tips
[Christel de Jong] “Veel verenigingen, ALO’s en scholen hebben afgeschreven
sportmateriaal waar de kinderen heel erg blij mee zijn”.
[Jaap Akkerhuis] ‘Ja wat zal ik zeggen. Heel belangrijk is natuurlijk de cultuur en waarden
van een land te eerbiedige, al zijn ze nog zo vreemd voor ons”.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
66
7:
Conclusies en aanbevelingen
7.1
Inzichten verkregen vanuit de literatuur (hst. 1-5)
Het onderwerp ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport bestaat eigenlijk uit
drie verschillende deelgebieden. Over deze drie onderwerpen apart is redelijk tot veel
informatie te vinden. Echter de combinatie van deze drie maakt dit tot een vrij lastig en
tevens boeiend thema waar nog niet veel literatuur en onderzoeksresultaten over
verschenen zijn. Gekeken naar het onderdeel sport binnen het ontwikkelingssamenwerkingbeleid kunnen we vaststellen dat dit onderwerp steeds meer aandacht en
waardering krijgt van de overheid en andere betrokken organisaties. Naar aanleiding van de
nota ‘Sport in ontwikkeling: samenspel scoort’ zijn er heel wat nieuwe initiatieven van de
grond gekomen (bijvoorbeeld het platform sport en ontwikkeling). Deze nota gaf ook de
eerste aanzet tot verdere exploitatie op het gebied van traumaverwerking en sport in
ontwikkelingslanden.
Het begrip trauma wordt in de geraadpleegde bronnen duidelijk beschreven en toegelicht.
Meer inzicht is verkregen in de verschillende oorzaken die een traumatische reactie kunnen
veroorzaken en de bijhorende symptomen die zo een ervaring met zich mee kunnen
brengen.
Maar wat is nou de extrinsieke waarde van sport en spel bij traumaverwerking in
ontwikkelingslanden? Sport en bewegen kan een positieve bijdrage leveren aan
traumaverwerking wanneer we praten over o.a. het bieden van veiligheid, structuur en
vertrouwen. Vooral bij jonge kinderen die niet instaat zijn om te praten over hun problemen
is juist bewegen een uitstekend middel om hun gevoelens te kunnen uiten. Daarbij vormt
sport en bewegen een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van het kind. Voor veel
getraumatiseerden kan het gevoel van machteloosheid worden opgeheven puur door fysiek
bezig te zijn. Sport en bewegen kan zorgen voor plezierige afleiding en kan een goede
manier zijn om emoties te uiten in een veilige situatie. Echter moet men niet vergeten dat
een trauma zeer persoonlijk is, het middel sport zal dan ook niet altijd bij iedereen de juiste
en/ of enige methode zijn. Tevens werk je in een gebied waar je te maken krijgt met een
andere cultuur waarbij er verschillen zitten in de behandeling van een trauma en de manier
waarop mensen omgaan met een traumatische ervaring t.o.v. de westerse beleving. Het niet
goed inschatten van een situatie zou kunnen leiden tot verergering van het trauma. Daarom
is het van groot belang dat je als hulpverlener enig inzicht hebt in de verschillende
uitingsvormen van een trauma en in de cultuur van een land. In de verschillende literatuur
over ontwikkelingssamenwerking en sport wordt ‘regelmatig’ geschreven over de inzet van
sport als middel bij traumaverwerking. Wat er echter vaak niet bij staat is op welke wijze dit
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
67
gebeurt en met welke doelstelling. Hierbij komen we bij de vraag op welke wijze kunnen
we sport en spel inzetten als middel bij traumaverwerking? Wanneer we gaan kijken
naar het middel bewegen als instrument bij traumaverwerking dan komen we al snel op het
vakgebied van de PMT. In Nederland wordt dit onder andere gebruikt bij verschillende
organisaties/ instituten die werken met bijvoorbeeld vluchtelingen. Overigens niet
onbelangrijk om te noemen is dat Nederland op het gebied van PMT bij traumaverwerking
qua ervaring en kennis vrij vooraan loopt. Het idee achter PMT komt erop neer dat ‘actief’
bezig zijn bijdraagt aan de genezing. Daarbij kan sport en bewegen worden aangeboden op
verschillende manieren. Om in het kort aan te geven waar de verschillende accenten liggen,
onderscheiden we drie aandachtspunten binnen het bewegingsaanbod namelijk; leren,
lukken en ontdekken (zie blz.43). Tussen deze drie vormen zijn vele combinaties mogelijk
wat aangeeft dat er meerdere manieren zijn waarop we sport en spel kunnen inzetten als
middel bij traumaverwerking. De manier waarop je iets aanbied, is afhankelijk van vele
factoren zoals o.a.; het doel wat je stelt aan een project, de cultuur, de kenmerken van een
groep en de beschikbaarheid aan materialen, hulpverleners, ruimte enzovoort.
Dit geeft gedeeltelijk antwoord op de vraag: wat is noodzakelijk om sport in te kunnen
zetten als middel bij traumaverwerking? Een concreet antwoord op deze vraag is in de
literatuur niet letterlijk te vinden. Wel wordt aangegeven wat voor methoden en werkwijzen
wenselijk zouden zijn bij de behandeling van getraumatiseerden. Aangegeven wordt dat het
verschaffen van veiligheid en vertrouwen vooral in het begin erg belangrijk is. Ten aanzien
van de activiteiten kan het vertrouwen groeien door aan activiteit heel laagdrempelig aan te
bieden. Als hulpverlener is het belangrijk om goed te luisteren, in te spelen op de situatie, je
aanbod aan te passen aan de cultuur en een betrouwbare veilige omgeving te creëren. In de
volgende paragraaf wordt hier aan de hand van ervaringen nog iets uitgebreider op in
gegaan.
Conclusies
-
OTS is nog een relatief nieuw thema waarbij in de nota wordt aangegeven dat verdere
methodiekontwikkeling en onderzoek in de toekomst noodzakelijk zijn.
-
Wanneer kinderen worden blootgesteld aan ‘gebeurtenissen die boven de normale grens
van ervaringen uitsteken’ kan dit leiden tot traumatische of psychologische wonden.
Verschillende reacties kunnen optreden; stress, contactstoornissen, slapeloosheid
enzovoort.
-
Bij kinderen die in blijvende moeilijke omstandigheden leven, kunnen stress en
emotionele reacties van pijn en angst veel langer aanhouden omdat zij niet in een rustige
omgeving kunnen ‘bijkomen’ van alles wat ze hebben meegemaakt.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
68
-
Leeftijd is een belangrijke factor, omdat leeftijd van invloed is op de wijze waarop een
kind een gebeurtenis interpreteert en de manier waarop het op de gebeurtenis reageert.
Het stadium dat het kind in zijn ontwikkeling heeft bereikt, zal van invloed zijn op de
reactie van het kind na een zeer aangrijpende ervaring.
-
Kinderen zijn over het algemeen gevoeliger voor stress dan volwassenen, dit komt o.a.
door hun geringe bekwaamheid en kennis van het omgaan met negatieve ervaringen.
-
Tieners maken minder gebruik van hun verbeelding of van spelactiviteiten om zeer
aangrijpende ervaringen te verwerken. Ze zijn beter in staat om te praten over wat er met
hen is gebeurd.
-
Verwerken houdt niet in dat de persoon nergens meer last van heeft. De traumatische
ervaring blijft onderdeel van de persoonlijkheid en de persoonlijke geschiedenis, maar de
persoon slaagt erin controle te verwerven over zijn persoonlijke bestaan.
-
De behandeling van stress kort na de traumatische gebeurtenis zijn minder
gecompliceerd dan van PTSD (lange termijn gevolgen).
-
Door alles wat deze kinderen hebben meegemaakt zijn kinderen vaak bang en ongerust.
Het is dan ook van groot belang dat mensen in hun naaste omgeving een goed
pedagogisch klimaat creëren. Kenmerken voor een dergelijke omgeving is dat men
probeert naar ze te luisteren en ze te begrijpen. In dit proces speelt communicatie een
onmisbare rol.
-
Juist in ontwikkelingslanden kunnen sport en spelactiviteiten bijdragen aan de
ontwikkeling van kinderen en ze weer een redelijk normale jeugd geven. Georganiseerde
en begeleide sportactiviteiten kunnen structuur, houvast en veiligheid bieden.
-
Kinderen die niet in de gelegenheid zijn om te spelen, missen een stukje sociale
lichamelijke en persoonlijke ontwikkeling. Spel en bezigheden kunnen nuttig zijn om
kinderen aangrijpende ervaringen te laten begrijpen en ermee om te gaan. Op deze wijze
wordt ook de aandacht van hun pijnlijke gevoelens afgeleid, en misschien wel het
allerbelangrijkste kinderen kunnen weer even kind zijn.
-
Voor getraumatiseerden biedt PMT belangrijke invalshoeken om gevoelens van
machteloosheid op te heffen door iets ‘te doen’ en om te beschikken over de
mogelijkheid tot communicatie voor datgene waar geen woorden voor zijn.
-
Martinsen (1987) vindt bij aërobe oefeningen dat er een vermindering is te constateren
van innerlijke spanning, depressief denken, concentratiemoeilijkheden, slaapstoornissen
en waarneembare spierspanning. Oefeningen zijn meer dan een afleiding, ze hebben
een antidepressieve werking. Ook lijkt het dat oefeningen een positief effect hebben op
verschillende psychosomatische stoornissen als hoofdpijn, migraine, spierspanning
enzovoort. (Stigelbout 1991; Vuori e.a. 1995; uit: Sportsociologie)
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
69
-
Spel en bewegen is een uitstekend middel voor kinderen om hun gevoelens te kunnen
uiten. Het kan een bijdrage leveren aan de verwerking van hun problemen.
-
In de context van b.v. een vluchtelingenlamp of een gemeenschap die weer vanaf het
begin moet worden opgebouwd, zijn recreatie- en onderwijsactiviteiten zeer belangrijk om
de stress waar deze kinderen mee kampen te verlichten.
-
Wanneer sport daadwerkelijk wil bijdragen aan traumaverwerking dan zal het in
therapievorm moeten worden aangeboden. Daarbij gaat het niet zo zeer om de activiteit
maar hoe de therapeut met de situatie omgaat en welke informatie hij/zij uit de situatie
kan halen. Aan de hand van deze informatie wordt de activiteit aangepast zodat ‘de
therapeut’ daarmee inspeelt op de hulpvraag van de in dit geval getraumatiseerde
persoon. Interactie tussen de therapeut en de cliënt en cliënten onderling staat hierbij
centraal.
-
Sport en bewegen brengen een aantal waarden met zich mee die een toevoegende
waarde hebben bij traumaverwerking.
-
Belangrijk is dat sport een onderdeel moet zijn van een programma waarin meerdere
methoden worden gebruikt dan alleen sport en bewegen.
Aanbevelingen
-
Aangezien er tot op heden de ervaringen op het gebied van OTS beperkt zijn, is het
belangrijk om positieve ervaringen te bespreken en deze meer bekendheid te geven.
Uitwisseling van ervaringen tussen verschillende organisaties kan dit proces bevorderen.
-
Samenwerking tussen sport en ontwikkelingsorganisaties kan leiden tot betere projecten
waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis uit twee verschillende invalshoeken.
-
Kinderen zijn het meest afhankelijk van de hulpverlening. Van belang is voor hen een
veilig klimaat te creëren zodat ze beter in staat zijn met de stress om te gaan.
-
Door sport en spelactiviteiten aan te bieden kunnen kinderen hun gevoelens van
machteloosheid tegengaan.
-
Per leeftijdscategorie treden er andere reacties op, belangrijk is om hier als hulpverlener
in je bewegingsaanbod rekening mee te houden.
-
Belangrijk bij de behandeling en/of omgang met getraumatiseerde personen in de eerste
fase van het herstelproces is het verschaffen van veiligheid en het creëren van een
vertrouwensband. Dit kan alleen in een situatie waarbij kinderen zich op hun gemak
voelen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van bestaande homogene groepen, zoals
een klas, hiermee blijf je zo dicht mogelijk bij hun ‘oude’ vertrouwde wereld.
-
Aanbevolen wordt sport en spelactiviteiten aan te bieden in een kalme omgeving zonder
afleiding en onderbrekingen van buitenaf. Zo zijn kinderen beter in staat om hun
gevoelens te tonen en te praten zonder dat ze telkens worden onderbroken door factoren
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
70
uit hun omgeving. Belangrijk hierbij is dat mensen uit hun omgeving die dicht bij het kind
staan, laten zien dat ze geïnteresseerd zijn, en in staat zijn om te luisteren naar wat een
kind zegt.
-
Belangrijk bij therapie is om aan te sluiten bij het kind, dat zich spelend en bewegend
ontwikkelt. In het bewegend omgaan kan het kind geaccepteerd worden en zich veilig
gaan voelen. Als een kind zich geaccepteerd voelt, zal de situatie toenemende veiligheid
bieden en het vertrouwen zal groeien. Het kind zal dan ook toenemend zijn gevoelens
durven laten zien. Hierdoor kan er een relatie ontstaan waarin een kind zich gaat uiten en
ontwikkelen.
-
Uit het onderzoek van het NISB kwam naar voren dat er modules werden aangeboden
op het CIOS. Dit zou ook een aanbeveling zijn voor Hbo-opleidingen zoals: ALO, Sport
en Bewegen, Sportmanagement enzovoort.
-
Concrete methodiekontwikkeling is wenselijk voor het thema traumaverwerking en sport.
In Nederland zijn de ontwikkelingen op dit gebied al redelijk ver. Gekeken zou moeten
worden naar meer samenwerking tussen instanties als bijvoorbeeld Centrum 45, PMTinstanties, TPO en onwikkelings- en sportorganisaties. Belangrijk is dat Nederlandse
kennis en behandelingsmethoden niet zomaar worden overgeheveld naar het buitenland,
maar dat deze methodieken zoveel mogelijk worden aangepast aan een bepaalde cultuur
in samenspraak met mensen met praktijkervaring.
7.2
Inzichten verkregen vanuit inventarisatie organisaties
Verkregen via internet, telefoongesprekken en enkele persoonlijke afspraken worden er in
hoofdstuk 5 een aantal projecten toegelicht waarbij traumaverwerking en sport een
onderdeel is. Uit dit onderzoek kwamen een aantal knelpunten naar voren: Maar bij weinig
organisaties is traumaverwerking en sport een hoofddoel en/ of onderwerp, en wordt het dus
ook niet zo gerapporteerd of geëvalueerd.
Bij deze inventarisatie had ik als doel zoveel mogelijk concrete informatie te verzamelen over
de daadwerkelijke uitvoering van activiteiten en de rol van sport in het gehele programma.
Deze informatie blijkt echter moeilijk tot niet te krijgen. Op Internet, in artikelen en folders
wordt vaak door organisaties aangegeven dat sport en bewegen wordt ingezet als middel bij
traumaverwerking. Echter de concrete informatie hierover, de manier waarop dit gebeurt, is
nauwelijks te krijgen, althans niet in Nederland. Veel organisaties verwezen door naar het
buitenland waar ik meestal na een aantal pogingen stranden en op niets uitkwam. Velen
organisaties hebben kantoren over heel de wereld. In Nederland liggen de taken meer op
een voorwaarde scheppend en ondersteunend niveau. Kantoren in landen waar de projecten
plaats vinden zijn meer op de hoogte van wat er precies plaats vindt, alleen deze zijn
(helaas) niet goed te bereiken.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
71
De projecten die beschreven staan in hoofdstuk 5 zijn allemaal zeer verschillend. Er is op dit
gebied nog niet veel samenwerking (op enkele projecten na). Veel organisaties zijn ieder
voor zich hun eigen wiel aan het uitvinden. Het platform Sport en Ontwikkeling (NCDO) wil
hier duidelijk verandering in brengen door werkgroepen op te richten waarbinnen meer
ervaringen worden gedeeld. Doordat er bij bepaalde projecten wat concrete informatie
ontbreekt, heb ik nog geen duidelijk beeld van de rol van sport in deze projecten. Door de
interviews en de informatie verkregen uit literatuurstudie is er mijns inziens een groot verschil
in de manier waarop traumaverwerking en sport wordt geïmplementeerd. Hiermee bedoel ik
dat sommige projecten schipperen tussen therapie en het aanbieden van een aangepast
bewegingsaanbod (zie hst. 5). Daaruit kan men concluderen dat traumaverwerking en sport
op verschillende manieren wordt aangeboden waarbij het uiteindelijke doel bepalend is voor
de wijze waarop dit gebeurt. Aangezien we hier praten over traumaverwerking en sport denk
ik dat wanneer traumaverwerking een doel is de projecten meer in de richting van therapie
moeten worden aangeboden. Uiteraard zijn de wensen van de bevolking en de visie van een
organisatie hierin mede bepalend.
Conclusies
-
Er is weinig concrete informatie (in Nederland) te vinden over de inzet van sport en spel
als middel bij traumaverwerking. Dit komt mede doordat organisaties dit niet als concreet
doel hanteren in de projecten. Bij organisaties waar dit wel gebeurt is er wel meer een
duidelijke lijn in het aanbod van sport en/ of bewegen.
-
Er is een groot verschil tussen de organisaties in de wijze waarop sport en spel als
middel wordt ingezet bij traumaverwerking.
-
Er vind nog weinig samenwerking plaats op het gebied van traumaverwerking en sport.
Het platform Sport en Ontwikkeling zal hier in de toekomst verandering in brengen.
-
Sport en traumaverwerking komen niet goed tot zijn recht wanneer de kennis van één
van beide kanten ontbreekt.
Aanbevelingen
-
Aanbevolen wordt een overzicht te verkrijgen van alle projecten op het gebied van
traumaverwerking en sport, waarin concreet wordt aangegeven op welke wijze sport en
spel wordt ingezet bij traumaverwerking.
-
Wanneer je sport en spel wil inzetten om een persoon te helpen met de verwerking van
een trauma, dan moet het bewegingsaanbod meer op therapeutische basis worden
aangeboden.
-
Samenwerking en uitwisseling van ervaringen kunnen leiden tot een betere en
effectievere inzet van sport als middel bij traumaverwerking.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
72
-
Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport komt het beste tot zijn recht
wanneer er deskundigheid uit alledrie de geledingen aanwezig is. Zowel in de
voorbereiding als in de uitvoering van een project.
-
Aanbevolen wordt om bij de volgende organisaties: Olympic Aid, NOVIB, Artsen zonder
grenzen, UNICEF en UNHCR nog nader onderzoek te verrichten naar de projecten die zij
ondersteunen op het gebied van OTS.
7.3
Inzichten verkregen vanuit de interviews
In hoofdstuk 6 zijn concrete vragen gesteld aan mensen die praktijkervaring hebben
opgedaan in projecten die in verband staan met traumaverwerking en sport. Het gaat hierbij
om drie verschillende organisaties en projecten in de gebieden; Kosovo, Kenia en Rwanda.
In het kort gaat het om een onderzoek naar sport in het programma van War Child (Kosovo),
sport en spel in het vluchtelingenkamp Kakuma (Kenia) en een traumaherkennings/
volleybalproject in Rwanda. Ten eerste moet worden genoemd dat bij het project in Kakuma
(Kenia) traumaverwerking geen expliciet doel was, wat voor de andere projecten wel gold.
Wel werd dit project uitgevoerd in een vluchtelingenkamp waar mensen leven onder
erbarmelijke omstandigheden en (meestal) getraumatiseerd zijn door alles wat ze hebben
meegemaakt.
Uit deze interviews komt duidelijk naar voren dat de ervaringen die opgedaan zijn met sport
en spel zeer positief zijn. Bij alledrie is er de overtuiging dat sport en spel een belangrijke rol
kan spelen wanneer het ingezet wordt als middel bij traumaverwerking. Meetbare resultaten
in de vorm van een concreet onderzoek zijn alleen verkregen bij de organisatie War Child.
Hier is expliciet gekeken naar de vooruitgang bij kinderen aan de hand van verschillende
sportworkshops die werden aangeboden (zie bijlage voor een onderzoeksvoorbeeld). Bij de
andere twee interviews werden wel positieve effecten waargenomen maar deze zijn niet
officieel onderzocht of vastgelegd. Deze effecten zitten meer op het niveau van de
persoonlijke beleving zoals bijvoorbeeld een positievere sfeer, gesprekken die opgang
komen, meer verdraagzaamheid enzovoort. Op de vraag wat noodzakelijk is om
traumaverwerking en sport in te kunnen zetten in een project komen eigenlijk drie
verschillende antwoorden naar voren. Ten eerste worden de materialen genoemd bij het
volleybalproject als onmisbaar voor het uitvoeren van de activiteit. Ten tweede wordt het
begrip kennis genoemd als noodzakelijk voor de omgang met getraumatiseerde personen.
En bij de organisatie War Child wordt dieper ingegaan op de methodiek en de activiteit.
Uit de vraag naar geschikte methodieken en activiteiten komt vooral naar voren dat vorm en
de omgang belangrijker is dan de sportactiviteit op zich. Aangegeven wordt dat
laagdrempeligheid, samenwerking en veiligheid vooral in het begin erg belangrijk zijn.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
73
Waarbij War Child grofweg het verschil in sport en therapie aanduidt door het competitieelement eruit te halen. Gekeken naar de sport wordt volleybal als voorbeeld genoemd als
een zeer geschikte activiteit waarbij ingespeeld wordt op het teamgevoel en de
samenwerking in een groep. Tot slot worden als tips aangedragen dat het belangrijk is om
het project aan te passen aan de cultuur en de wens van de bevolking met eerbied voor de
cultuur die daar heerst. En aangegeven wordt dat het meenemen van (afgeschreven)
sportmaterialen iets is waar je veel kinderen blij mee kunt maken.
Conclusies
-
De ervaringen met sport en spel als middel bij traumaverwerking zijn geheel genomen
zeer positief.
-
Er zijn weinig meetbare resultaten die aantonen dat sport en spel een positief middel is
bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden.
-
Kennis over traumaverwerking en enige ervaring in het buitenland is zeer gewenst met
betrekking tot het werken in ontwikkelingssamenwerkingsprojecten waarbij
traumaverwerking en sport een onderdeel is.
-
Er is geen duidelijke lijn in de opzet van activiteiten en de methodieken die gehanteerd
worden wanneer het gaat om traumaverwerking en sport.
Aanbevelingen
-
Een pilot (zoals ook wordt aangegeven in het onderzoek van de NISB) of een
wetenschappelijk onderzoek zou uitgevoerd moeten worden naar de extrinsieke waarde
van sport en spel bij traumaverwerking in ontwikkelingslanden. Zodat er meetbare
resultaten ontstaan wat het draagvlak en de inzet van sport als middel bij
traumaverwerking kan vergroten.
-
Aanbevolen wordt een cursus te ontwikkelen die toegankelijk en eventueel verplicht
wordt gesteld voor iedereen die gaat werken in het buitenland in het kader van
ontwikkelingssamenwerking en sport. Daarbij zouden ‘keuzemodules’ aangeboden
kunnen worden die aansluiten bij het project zodat je zelf kan kiezen voor bijvoorbeeld:
traumaverwerking en sport, Gender en sport of het geven van lichamelijke opvoeding in
het buitenland, enzovoort.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
74
7.4
Slotwoord
Er is veel geschreven over sport. Sport leeft onder mensen en niemand hoeft eigenlijk meer
overtuigd te worden van de meerwaarde ervan. Maar levert het ook daadwerkelijk een
bijdrage wanneer we praten over traumaverwerking? Of is sport alleen maar goed voor wat
lol en afleiding? Mijns inziens, na het veldonderzoek en deze literatuurstudie, kan sport wel
degelijk een positieve bijdrage leveren aan traumaverwerking, mits de ‘hulpverlener’ de
activiteiten en het middel sport op een juiste manier gebruikt en inzet. Dit houdt in dat indien
sport en spel op therapeutische basis wordt ingezet, de interactie met de groep belangrijker
is dan de activiteit op zich. Daarbij is het van belang om de gedragingen en achtergrond van
de groep en/of persoon goed in kaart te brengen zodat het bewegingsaanbod hierop
aangepast kan worden. Noodzakelijk is hierbij dat de ‘hulpverlener’ zowel kennis heeft van
de symptomen die een trauma met zich mee brengt als van het aanbieden van een
aangepast bewegingsaanbod. Hierbij kun je denken aan laagdrempelige activiteiten,
groepsopdrachten, vertrouwensspelletjes enzovoort. Daarbij is sport vaak een onderdeel van
een proces en moet het niet gezien worden als iets wat losstaat van andere therapieën.
Wanneer ik uitga van kinderen, dan denk ik dat sport en bewegen juist bij deze doelgroep
heel goed past. Kinderen houden van bewegen en willen graag spelen. Sport geeft ze de
mogelijkheid om weer even wat plezier te hebben en wat afleiding van de dagelijkse
beslommeringen. Daarbij denk ik dat je met sport emoties los kan maken, samenwerking kan
bevorderen en op een ontspannen manier invloed kan uitoefenen op normen en waarden.
Traumaverwerking is zeer complex en erg gebonden aan de persoonlijke situatie. Des te
moeilijker wordt het om ‘standaard’ methodieken te ontwikkelen die toepasbaar zijn en bij
een bepaalde doelgroep en ook nog in een bepaalde cultuur. Daarbij denk ik dat wanneer je
activiteiten aanpast aan een bepaalde doelgroep je veel kunt bereiken. De vraag is echter of
je dan echt bezig bent met traumaverwerking. Het hangt er vanaf wat voor doel je stelt aan
een project. Kinderen kunnen al enorm geholpen zijn wanneer ze door sport en spel gewoon
puur wat afleiding en plezier ervaren op een dag. Wil je echt bijdragen aan de verwerking
van een trauma zal dit meer met een therapeutisch karakter moeten worden aangeboden.
Hierbij is nog steeds sport en bewegen een uitstekend middel om dat te bereiken. De vraag
is alleen of je dat met vrijwilligers met geringe kennis en in een situatie waarbij gebrek is aan
alles voor elkaar krijgt. Dit is echter geen knelpunt die de inzet van sport als middel
onmogelijk maakt. Het geeft wel aan dat kennis van traumaverwerking en sport zeer
wenselijk is in dit vakgebied.
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
75
Na dit onderzoek is mijn nieuwsgierigheid en interesse in dit onderwerp alleen maar groter
geworden. De ontwikkelingen op dit gebied staan voor wat betreft
ontwikkelingssamenwerking nog in de kinderschoenen en dat is misschien wel hetgeen wat
me zo aantrekt. Veel onderzoek en ervaring is binnen dit gebied nog gewenst. Mijn handen
jeuken om na al dit schrijven werkelijk iets te gaan doen voor al deze mensen die elke dag
nog moeten leven in een nachtmerrie. Misschien dat ik zelf na een jaar kan schrijven uit
eigen ervaring……….
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
76
Literatuurlijst:
Aguilar,P., G. Retamal,
‘In complex emergencies: A discussion document’
Geneva : Unicef / Unesco / UNHCR, 1998
Children, war and persecution : rebuilding hope.
Maputo : [s.n.],1997
Communicating with children.
London : Save the Children, 1993
Foto voorpagina
www. Olympic Aid .nl
Gersons-Bertbold, P.R.
Trends in de traumabehandeling: een kritische beschouwing
Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 231-235, Houten/Diegem
Harare, M.
Learning through play.
Unicef / Ministry of Education, 1999
Hart, O. van der, Nijenbuis, E.
Fasengerichte behandeling van posttraumatische stress
Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp.245-253, Houten/Diegem
Helping children outgrow war.
Washington : Usaid, 2002
Helping the young traumatised child.
Amman: Unicef, 1995
Jol, D., Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten
Psychomotorische therapie bij posttraumatische stress-stoornis
Bewegen en Hulpverlening 1997, 14,pp. 231-249
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
77
Jong, C. de
Afstudeerscriptie Oorlog, trauma en sport
War Child, 2001
Kleber, T.J.
Trauma en verwerking
Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 45-54, Houten/Diegem
Knop de, Vanreusel, Scheerder
Sportsociologie; Het spel en de spelers
Maarssen, 2001
Krot, J., Medisch Kleuterdagverblijf ‘Margriet’, Leiderdorp
Bewegen tot praten
Bewegen en Hulpverlening 1988, 1,pp. 37-46
Macksoud, M.
Kinderen met oorlogservaringen.
Den Bosch,1995
Ministerie van Buitenlandse Zaken en ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Sport in ontwikkeling: Samenspel Scoort!
Den Haag, Romer BV, 1999
Ministerie van Buitenlandse Zaken en ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Sport in het kader van ontwikkelingssamenwerking: Voortgangsrapportage
Den Haag, 2000
Montfort, W. van.,Steenbergen, B.
Quickscan: Ontwikkelingssamenwerking, traumaverwerking en sport
Arnhem, NISB, 2001
Montfort, W. van.,Steenbergen, B.
Vervolginventarisatie; ontwikkelingssamenwerking, traumaverweking en sport
Arnhem, NISB, 2002
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
78
Molen, T. van der, Perreijn, S.,Hout, A. van den
Klinische psychologie
Groningen, 1997
Meyden, H. van der- van der Kolk, St. Franciscushof Raalte
Psychomotorische therapie met kinderen
Bewegen en Hulpverlening 1988, 1,pp.13-24
NCDO
Rapport studiemiddag: samenwerken is samen scoren
Utrecht, 2001
Scheer, M.R. van der & Scheewe, T.W.
Pilotstudy naar seksspecifieke focale behandeling
Vrije Universiteit Utrecht, 2002
Sietsma, L.W.
Sport en Psychiatrie
Sport, psychiatrie et évolution de la psychomotricité aux Pays-Bas, 2002/Vol.14,nr.56.
Steggink, D.C.E., Medisch Kleuterdagverblijf ‘Tamarinde’, Hoorn
Overeenkomsten en verschillen tussen psychomotorische therapie voor kinderen en
speltherapie
Bewegen en Hulpverlening 1988, 1,pp. 25-34
UNICEF,
Implementation Handbook for the convention on the rights of the child.
New York, 2002
Willigen, L.H.M. van
Trauma’s bij vluchtelingen en asielzoekers
Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 201-207, Houten/Diegem
Wertheim-Caben, T.
De rol van vaktherapieën bij de behandeling van psychotrauma
Trauma, Diagnostiek en behandeling, 1999,pp’. 339-352, Houten/Diegem
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
79
Internetpagina’s:
www.bibliotheek.nl
www.centrum45.nl
www.childsoldiers.org
www.cordaid.nl
www.cossen.nl
www.hulporganisaties.be
www.jcwf.net
www.kindsoldaten.nl
www.lbr.nl
www.learningchannel.org
www.minbuza.nl
www.min.ocw.nl
www.min.vws.nl
www.moveyourworld.nl
www.menseninnood.nl
www.ncdo.nl
www.nisb.nl
www.nks.nl
www.novib.nl
www.olympicaid.org
www.oneworld.net
ontwikkelingssamenwerking.beginthier.nl
www.playsoccer-nonprofit.org
www.pharos.nl
www.sport.nl
www.sportdevelopment.org
www.sos-childrenvillages.org
www.terredeshommes.nl
www.un.org
www.unicef.nl
www.UNHCR.ch
www.voicesforchildren.org
www.vluchtelingen.nl
www.vluchtelingenwerk.nl
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
80
www.warchild.nl
www.wartraumafoundation.nl
www.worldvision.nl
www.zoaweb.org
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
81
Bijlagen:
1. Voorbeeld observatielijst onderzoek War Child
2. Voorbeeld sportworkshop War Child
3. Minder spanningen in het kamp door sport
4. Rondkomen van een lokaal salaris
5. Op een zijspoor van de geschiedenis
6. Met Marco dansen in de loopgraven
Ontwikkelingssamenwerking, Traumaverwerking & Sport
82
Download