In plaats van een natuurtype of het abstracte begrip ‘biodiversiteit’ kun je als natuurbeschermer ook de aandacht van het publiek richten op concrete soorten. Maar welke soorten genieten de grootste maatschappelijke belangstelling, en wat valt er daarbij nog te doen voor soorten die minder goed “scoren”? “Alleen bereik je niks.” Tekst en beeld Caroline Elfferich Waarom een grote vogel beter scoort Als je natuur wilt beschermen is het van belang dat je de publieke opinie mee hebt. Die kun je beïnvloeden door middel van de media. Met persberichten en interviews voor de radio en tv slaagt Geert van Poelgeest, voorzitter van de KNNV afdeling Delfland, er telkens weer in om de natuur onder de aandacht van zijn medemens te brengen. ‘Wees niet bang om initiatieven te ontplooien’ is zijn motto. Tekst Edo Knegtering (op persoonlijke titel) PORTRET Geert van Poelgeest, Public Relations De KNNV afdeling Delfland kiest elk jaar een thema of soort uit. Waarom doen jullie dat? Een lid zei: “We moeten ons op één punt richten!” en vanuit die invalshoek zijn we in 1988 gestart met jaarthema’s. Het eerste jaar stond de citroenvlinder centraal , het jaar daarna de kikkers en de padden en daar zijn we mee doorgegaan. Sinds vorig jaar zijn we overgestapt naar biotopen, nu staan oevers centraal. De jaarthema’s bleken een bron van grote activiteit, waar van alles uit is voortgekomen, zoals het overzetten van padden en kikkers op plekken waar ze werden doodgereden. 14 Wat was ook alweer het AA-project? AA staat voor Attractieve Aandachtssoorten, dat zijn 105 goed herkenbare plantensoorten, zoals de dotterbloem. Als districtscoördinator kreeg ik de taak om waarnemingen van AA soorten in Zuid-Holland Zuid te verzamelen. Dat werkgebied is veel te groot voor één persoon als je het gebiedsdekkend wilt doen en daarom heb ik de KNNV-afdelingen erbij betrokken. Dat resulteerde op het hoogtepunt van het project in 30.000 waarnemingen per jaar. Als je iets wilt bereiken moet je in organen denken, niet uitsluitend in mensen. Hoe promoot je zo’n natuurthema? Het eerste jaar dat we met een jaarthema begonnen, verstuurden we persberichten, het \_MMLMRIIZS_IULIIZMMVINÁKPMJQRPM\RIIZ daarop richtten we een tentoonstelling in, die in bibliotheken circuleerde. Nog weer later gingen we natuurbeschermingsmiddelen aanschaffen en plaatsen, zoals vleermuiskasten en kikkertrappen. Benader je ook de radio? Uiteraard krijgen zij onze persberichten maar ik bel ze maar heel zelden, meestal bellen ze mij. Welke tips kun je verder nog geven? Het is belangrijk dat één vast persoon het eerste aanspreekpunt is voor de PR, je bent dan in staat een goed functionerend netwerk op te bouwen. Zorg dat je goed bereikbaar bent en snel reageert. Met een regelmatige stroom berichten creëer je zichtbaarheid. Toonzetting is daarbij belangrijk, maak je boodschap niet saai en niet altijd ernstig, maar probeer er een zekere vrolijkheid in te leggen. Laat je leiden door het plezier dat je in een activiteit hebt. Zo zijn wij gestopt met activiteiten waar we geen zin meer in hadden. Want de passie voor de natuur… dat is het uitgangspunt! nemen aar r naa Tegenwoordig hebben veel organisaties een jaarthema, hoe sta je daar tegenover? De jaarthema’s zijn overgenomen door de landelijke KNNV, daar ben ik bij betrokken geweest. Het eerste jaar was de vliegenzwam de soort van het jaar. We kregen tienduizend waarnemingen binnen, vooral van nietKNNV’ers. De vliegenzwam was een groot succes als aandachtssoort, ik ben destijds op alle radio- en televisiezenders geweest. Niet elk jaarthema is even geschikt gebleken. Het onderwerp moet eenvoudig en aansprekend zijn voor het grote publiek. Er moet niet teveel inspanning en voorkennis worden gevraagd van de waarnemers. Onze afdeling doet niet aan alle landelijke thema’s mee, we maken zelf een keuze waar we aandacht aan willen besteden. Wat bijvoorbeeld ook goed liep, was het AA-project, dat een aantal jaar geleden door FLORON werd georganiseerd. van w Waarom zoek je aandacht voor de natuur? Het overbrengen van informatie vind ik heerlijk, dat zit in mijn karakter. De natuur is erg belangrijk voor mij, daarom probeer ik zoveel mogelijk mensen te betrekken bij activiteiten op natuurgebied. Alléén bereik je niks! De doelen van de KNNV zijn ijzersterk: ‘natuurstudie, natuureducatie en natuurbescherming’. Daarin herken ik de mens met ‘hoofd, hart en handen’. natuurbeschermen Meer inspiratie? Volg tijdens het congres ‘Van waarnemen naar natuur beschermen’ de lezing van de KNNV Zwolle over ‘Succesvol gebruik van digitale media, voorbeelden uit Zwolle.’ Meer informatie en aanmelden: www5.knnv.nl/congres. Welke maatschappelijke voorkeuren zijn er voor verschillende in ons land levende soorten? Kunnen vrijwilligers daar gebruik van maken in hun communicatie? Ik ga hierna op deze vragen in voor in het wild levende diersoorten in ons land. Daarvan zijn er ruim 27.000 vastgesteld. Wanneer we op drie verschillende manieren kijken naar maatschappelijke neigingen om onze diersoorten te beschermen of te ontzien, komen frappante overeenkomsten naar voren (Knegtering 2009). Afgaand op hoe vroeg en in welke aantallen soorten tussen 1857 en 1995 in soortenbeschermingswetgeving terechtkwamen, had de wetgever ruwweg de volgende voorkeursvolgorde voor soorten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Vogels Zoogdieren Amfibieën en reptielen Vissen Insecten Schaaldieren en weekdieren. zocht. We moeten dus speculeren. Er moeten kenmerken meespelen die maken dat vogels vogels zijn, of die ze zich kunnen permitteren, omdat ze vogels zijn. Een aantal auteurs wijst er op dat veel vogels erg goed waarneembaar zijn, vanwege hun vliegvermogen, beweeglijkheid, zang, roep, kleuren en aanwezigheid in steden. Bovendien zijn ze overdag actief Ook hebben vogels esthetische kwaliteiten, door hun bouw, bewegingen, kleuren en geluiden. Anderen geven aan dat je aan vogels gemakkelijk menselijke eigenschappen kunt toekennen (antropomorfisme), zoals hun tweebenigheid of de grote frontale ogen van uilen. Zoogdieren, bijvoorbeeld, verschuilen zich meer, zijn vaak saaier gekleurd en lopen op vier poten. Wat zouden we hier uit kunnen leren? Menselijke voorkeuren voor diergroepen zijn waarschijnlijk behoorlijk hardnekkig. Vrijwilligers die zich voor groepen als insecten inzetten, doen er goed aan zich dat te realiseren. Tegelijk liggen er juist ook uit- dagingen. Als je bepaalde insecten beter wilt laten ’scoren”’, zul je ze waarschijnlijk eerst veel zichtbaarder moeten maken voor mensen. En omdat grote soorten het beter lijken te doen dan kleine soorten, helpt het waarschijnlijk om kleine soorten - en dat zijn de meeste - eerst uit te vergroten. Daarbij kunnen eigentijdse hulpmiddelen als cams en videomicroscopen worden ingezet. Tot slot helpt het mogelijk ook het nut van kleine en ‘onaaibare’ soorten te onderstrepen: de ‘ecosysteemdiensten’ die ze verzorgen. Kortom, er valt via communicatie en educatie nog het nodige te doen, ondanks dat een kever een kever blijft, al heet hij vliegend hert. LITERATUUR Knegtering, E. (2009). The featheries and the furries: species characteristics and tendencies in public species conservation. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. Frequenties waarmee diergroepen meer recent in Milieueffectrapporten aan bod kwamen, laten een min of meer vergelijkbare rangorde zien. De vogels staan boven aan, vervolgens komen respectievelijk zoogdieren, amfibieën, insecten, reptielen en vissen aan bod. Tot slot onthulde een experiment met vertegenwoordigers van belangenorganisaties (ANWB, Natuurmonumenten, LTONederland), de volgende voorkeursvolgorde voor soorten: 1. vogels, 2. zoogdieren, 3. insecten, 4. slakken. Daarbij hadden de vertegenwoordigers voor soorten uit juist deze vier groepen ingeschat hoe belangrijk hun organisatie het voortbestaan van die soorten zou vinden, of zou instemmen met beschermingsmaatregelen voor die soorten. Een ander resultaat uit het experiment was dat grotere soorten binnen een diergroep hoger scoorden dan kleinere soorten. ESTHETISCHE KWALITEITEN Vogels voeren de ranglijsten duidelijk aan. Waardoor dat komt, is nauwelijks onder- Met een flinke vergroting kunnen ook zweefvliegen het grote publiek bereiken. Beeld Wikipedia.com 2011 jaargang 108 Natura nr. 5 15