2004. Nr. : 04.0001. Dnst. : Griffie Verordening op de Commissie voor de Rekeningen. Leiden, 6 januari 2004. Op 7 oktober 2003 heeft uw Raad de Verordening op de Rekenkamercommissie vastgesteld (RV 03.0078). Dit heeft gevolgen voor de werkwijze van de Commissie voor de Rekeningen. Het voorstel van de huidige Commissie voor de Rekeningen is om - voorlopig – de Commissie voor de Rekeningen in afgeslankte vorm te laten voortbestaan. Haar taken zijn: contact onderhouden met de rekenkamercommissie coördineren controle jaarrekening door de Raad, waarbij het nadrukkelijk de bedoeling is dat de vakcommissies de inhoudelijk controle voor hun rekening nemen aanspreekpunt voor periodieke doorlichtingsonderzoeken en in de toekomst de onderzoeken conform artikel 213a. aanspreekpunt voor de accountant. Voorgesteld wordt de Commissie voor de Rekeningen in afgeslankte vorm (maximaal 5 leden) te laten voor bestaan met de bovenstaande taken. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de vernieuwde Commissie voor de Rekeningen niet vaker dan vier keer per jaar bijeen zal komen. Een en ander betekent dat de huidige verordening op Commissie voor de Rekeningen aangepast moet worden. In de vergadering van de Commissie Bestuur en Veiligheid van 9 december 2003 is de Verordening op de Commissie voor de Rekeningen in conceptvorm besproken. Er zijn toen een aantal vragen gerezen, die hierbij worden beantwoord: 1 Wat is precies de rolverdeling tussen de Commissie voor de Rekeningen en de Rekenkamercommissie als het gaat om onderzoek? Antwoord: De Commissie voor de Rekeningen kan slechts in uitzonderlijke situaties onderzoek doen. Hierbij zijn een aantal situaties denkbaar, zoals: a. de rekenkamercommissie heeft gemotiveerd aangegeven waarom zij niet in wil gaan op een verzoek van de Raad om onderzoek te doen. b. er is sprake van een bijzonder (politiek gevoelige) situatie, waar mogelijkerwijs een enquête uit voort komt. 2. Wat is de positie van een duo-raadslid als het gaat om geheimhouding (is die anders dan bij gewone raadsleden)? Antwoord: De positie van duo-raadsleden is dezelfde als die van raadsleden. Artikel 86 van de Gemeentewet is van toepassing als het gaat om geheimhouding van hetgeen besproken is in een besloten commissievergadering. De geheimhouding geldt voor een ieder die aanwezig was bij de besloten vergadering waarin geheimhouding is opgelegd en geldt voor een ieder die van de geheime stukken heeft kennisgenomen. 3. Waarom is gekozen voor 14 raadsleden die kunnen verzoeken om een onderzoek (artikel 6, lid 3)? Antwoord: Dit artikel is overgenomen uit de bestaande Verordening op de Commissie voor de 2 Rekeningen uit 1992. Onduidelijk is waarom in het verleden is gekozen voor dit getal van 14. Dit getal kan naar boven of naar beneden worden aangepast. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. De Commissie voor de Rekeningen de Secretaris, de Voorzitter, M. RITZEMA. W. BLEIJIE. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van de Commissie voor de Rekeningen (raadsvoorstel nr. 04.0001 van 2004); B E S L U I T: de hieronder vermelde Verordening op de Commissie voor de Rekeningen en de toelichting vast te stellen. VERORDENING OP DE COMMISSIE VOOR DE REKENINGEN Commissie voor de Rekeningen Artikel 1 1. Er is een commissie van onderzoek en advies omtrent de gemeentelijke rekening en andere financiële verantwoordingsstukken, alsmede omtrent de in de gemeente gevoerde financiële administratie, het gevoerde financiële beheer en de direct daaraan verbonden aspecten van beleid. 2. De commissie is genaamd: Commissie voor de Rekeningen. Samenstelling Artikel 2 1. De commissie bestaat uit raadsleden en duo-raadsleden. De leden en de plaatsvervangende leden worden aangewezen door de raad. 2. Het aantal leden voor de commissie bedraagt maximaal 5. Tevens worden er maximaal 5 vervangers aangewezen. 3. De raad wijst uit de leden van de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. Deze kunnen geen duo-raadslid zijn. Artikel 3 3 Nr. Dnst. : 04.0001 : Griffie 1. De leden van de commissie worden telkens voor de (resterende) zittingsduur van de raad aangewezen. 2. In een vacature wordt, met inachtneming van artikel 2, zo spoedig mogelijk voorzien. 4 3. Indien een lid verhinderd is een vergadering van de commissie bij te wonen, kan hij zich laten vervangen door zijn vervanger. Hiervan wordt, zo mogelijk, tevoren kennis gegeven aan de voorzitter van de commissie. Degene, die als vervanger optreedt, wordt in de betreffende vergadering geacht lid van de commissie te zijn. Indien een lid bij verhindering geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot vervanging, kan hij voor of bij de aanvang van de vergadering aan de voorzitter schriftelijke opmerkingen doen toekomen, die bij de behandeling van het desbetreffende onderwerp betrokken worden. 4. Bij langdurige ziekte of verhindering anderszins van een lid van de commissie, kan de raad, met inachtneming van artikel 2, in vervanging voorzien. Artikel 4 Aan de commissie kunnen een of meer adviseurs, niet zijnde raadsleden, worden toegevoegd. Deze adviseurs hebben in de vergaderingen van de commissie geen stemrecht. Artikel 5 De Raad draagt het secretariaat van de commissie op aan een of meer medewerkers van de griffie van de gemeente. Indien nodig kan een notulist worden ingezet voor het maken van de notulen. Taak Artikel 6 1. De commissie heeft de volgende taken: a. het verrichten van het onderzoek, bedoeld in de artikelen 197 en 198 van de Gemeentewet, naar de deugdelijkheid -in de zin van juistheid en rechtmatigheid van de rekening van de gemeente. De inhoudelijke controle wordt door de afzonderlijke vakcommissies uitgevoerd; b. het onderzoek van de gemeentelijke financiële verantwoordingsstukken, mede in relatie met andere verantwoordingsstukken (zoals beleidsrapportages en jaarverslagen) en rapportages van de daartoe aangewezen accountant, ten behoeve van een beoordeling van de doelmatigheid van het door burgemeester en wethouders gevoerde financiële beheer en de daaraan verbonden aspecten van beleid; c. het op verzoek van de raad verrichten van bijzondere onderzoeken naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur als bedoeld in artikel 155a van de gemeentewet; 2 De commissie onderhoud contact met de ingestelde rekenkamercommissie en fungeert als aanspreekpunt voor de door de raad aangewezen accountant. 3. De raad is verplicht te besluiten tot het doen van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onder c., indien ten minste 14 leden van de raad daarom hebben gevraagd. 4. Een verzoek van de raad tot het verrichten van een bijzonder onderzoek wordt gedaan in de vorm van een schriftelijk onderzoeksopdracht, waarin zo nauwkeurig mogelijk wordt aangegeven wat van de commissie wordt verwacht. 5 Nr. Dnst. 5. : 04.0001 : Griffie De commissie legt haar bevindingen op grond van een krachtens het eerste lid verricht onderzoek neer in een verslag en/of een advies aan de raad. Werkwijze Artikel 7 1. De commissie vergadert in principe vier maal per jaar. 2. De voorzitter draagt zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 10 dagen voor de te houden vergadering aan de leden (en de overige aanwezigen bij commissievergaderingen) worden toegezonden. De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering, alsmede de agenda. Tegelijk met de verzending van de oproeping vindt openbaarmaking van de op de vergadering betrekking hebbende stukken plaats, met uitzondering van vertrouwelijke stukken. 3. Artikel 9, vierde lid en artikel 10, eerste en tweede lid van de Verordening van de Raadscommissies zijn van overeenkomstige toepassing. 4. De besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen met dien verstande dat bij staken van stemmen over zaken, de werkwijze van de commissie betreffende, de stem van de voorzitter beslist. Artikel 8 Indien over een aan de raad of burgemeester en wethouders uit te brengen advies in de zin van artikel 6 lid c zodanig verschil van mening tussen de leden bestaat, dat het nemen van een besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen onmogelijk is, wordt daarvan bericht gezonden aan de raad respectievelijk burgemeester en wethouders, onder opgave van de verschillende standpunten, met vermelding van de namen van de leden die deze standpunten hebben ingenomen. Artikel 9 1. De vergaderingen van de commissie, die worden belegd ter uitoefening van de in artikel 6, eerste lid, onder a. en b., bedoelde taken zijn openbaar, tenzij financiële of andere zwaarwegende belangen van de gemeente, van gemeentelijk personeel of van derden daardoor ten onrechte zouden worden geschaad, dan wel de waarheidsvinding door de commissie daardoor zou worden belemmerd. De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter dat nodig vindt of twee van de overige aanwezige leden dat vragen. De commissie besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. 2. Openbare vergaderingen van de commissie worden op de gebruikelijke wijze in de stadskrant aangekondigd. 3. De vergaderingen, belegd ter uitoefening van de in artikel 6, eerste lid, onder c., bedoelde taak, zijn niet openbaar. 4. De burgemeester en de leden van de raad, niet deel uitmakende van de commissie, kunnen ook besloten vergaderingen, met uitzondering van de in het derde lid bedoelde 6 vergaderingen, van de commissie als toehoorder bijwonen, tenzij de commissie anders beslist. Zij nemen niet deel aan de beraadslagingen. 7 Nr. Dnst. : 04.0001 : Griffie Artikel 10 1. De commissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, die aan de commissie zijn of worden overgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. Zij wordt zowel door degenen die bij de behandeling aanwezig waren, als door hen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De geheimhouding geldt ook ten opzichte van de overige leden van de Raad en van de burgemeester, tenzij de commissie uitdrukkelijk anders bepaalt. De over het in de vergadering behandelde of over de inhoud van de aan de commissie overgelegde stukken, waaromtrent geheimhouding is opgelegd, ingelichte leden van de raad en de burgemeester nemen eveneens daaromtrent geheimhouding in acht. 2. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken, als in het eerste lid bedoeld, voorlopige geheimhouding opleggen. Hiervan wordt melding gemaakt op de stukken. De voorzitter attendeert de leden van de commissie bij de toezending of overhandiging van de stukken op de geheime status daarvan. De voorlopige geheimhouding vervalt wanneer zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin het ingevolge artikel 8, eerste lid, vereiste aantal leden aanwezig is, door de commissie wordt bekrachtigd. 3. De geheimhouding geldt tot het moment dat de commissie dan wel de raad haar opheft. Artikel 11 1. De griffie draagt in overleg met Burgemeester en wethouders er zorg voor dat de commissie de voor haar werkzaamheden benodigde stukken ontvangt en dat zij voldoende bijstand, hetzij ambtelijk, hetzij - zo nodig - van externe adviseurs krijgt ten behoeve van de uitoefening van haar taken. 2. De commissie is bevoegd om van ambtenaren en bestuurders van de gemeente die inlichtingen in te winnen die zij voor de vervulling van haar taak nodig acht. 3. De voorzitter is bevoegd, uit eigen beweging of op verzoek van de commissie, ambtenaren en bestuurders van de gemeente uit te nodigen een vergadering van de commissie bij te wonen voor het geven van inlichtingen. 4. De commissie kan besluiten personen, voor zover niet vallend onder het tweede lid, te horen over zaken die aan haar oordeel zijn onderworpen. Artikel 12 De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde in een vergadering van de commissie en is bevoegd, wanneer de orde op enigerlei wijze door de toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen te doen vertrekken. Bij ernstige ordeverstoring, waardoor naar het oordeel van de voorzitter het houden van de vergadering ernstig wordt belemmerd, kan de voorzitter zo nodig alle personen die geen lid zijn van de commissie doen vertrekken. 8 Artikel 13 1. De (ontwerp-)notulen van het behandelde in de openbare vergaderingen en in de besloten vergaderingen, waarover geen geheimhouding is opgelegd, worden aan de leden van de raad toegezonden. 2. De (ontwerp-)notulen van het behandelde in besloten vergaderingen, waarover geheimhouding is opgelegd, liggen voor de leden van de raad en de burgemeester in de geheime trommel ter inzage. Indien de geheimhoudingsplicht van de commissieleden ook geldt ten opzichte van de overige leden van de raad en de burgemeester, liggen de (ontwerp-)notulen voor de leden van de commissie ter inzage bij de secretaris van de commissie. 3. Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn niet van toepassing op vergaderingen, belegd voor de onderwerpen benoemd in artikel 6, eerste lid, onder c. Artikel 14 Voor vergaderingen belegd in het kader van de onderwerpen benoemd in artikel 6, eerste lid, onder c., geldt het volgende: a. de notulen van deze vergaderingen zijn openbaar, tenzij financiële of andere zwaarwegende belangen van de gemeente, van gemeentelijk personeel of van derden daardoor naar het oordeel van de commissie ten onrechte zouden worden geschaad; b. in het geval sprake is van verslaglegging van het horen van ambtenaren of van derden door de commissie en ter zake geheimhouding is opgelegd, is artikel 13, tweede lid, van deze verordening van overeenkomstige toepassing; c. in het geval sprake is van verslaglegging van het horen van politieke ambtsdragers door de commissie, is deze verslaglegging openbaar. De commissie is bevoegd van dit voorschrift af te wijken indien en voorzover de privacy van de betrokkene daardoor ten onrechte zou worden geschaad, dan wel indien de waarheidsvinding van de commissie daardoor ernstig zou worden belemmerd. Artikel 15 In haar verslagen dan wel haar adviezen geeft de commissie aan om welke redenen zij voor een bepaalde gedragslijn op het punt van de openbaarheid van vergaderingen en van stukken heeft gekozen. Artikel 16 In gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de commissie schriftelijk worden gehoord. Indien schriftelijke afdoening bij een of meer leden op overwegende bezwaren stuit, geschiedt de behandeling van het desbetreffende stuk alsnog, zo mogelijk binnen 14 dagen, in een vergadering van de commissie. Artikel 17 Alle van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de secretaris van de commissie. In daarvoor in aanmerking komende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, worden de stukken zowel door de voorzitter als door de secretaris ondertekend. 9 Nr. Dnst. Algemeen : 04.0001 : Griffie Artikel 18 De Verordening regelende taak, samenstelling en werkwijze van de commissie voor de rekeningen, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 6 maart 1978 en nadien gewijzigd, wordt ingetrokken. Artikel 19 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de Commissie voor de Rekeningen 2003. 2. De verordening treedt in werking op 1 februari 2004. 10 Toelichting op de Verordening Algemeen De verordening op de commissie voor de rekeningen dient aangepast te worden ten gevolge van de instelling van de Rekenkamercommissie. Het instellen van een gemeentelijke rekenkamercommissie is verplicht per 1 januari 2006. De verordening voor de Rekenkamercommissie is reeds door de raad vastgesteld. De Rekenkamer zal volgens planning in januari 2004 operationeel worden. Het vaststellen van de verordening op de Rekenkamercommissie heeft gevolgen voor onder andere de Verordening op de commissie voor de rekening uit 1992. De Commissie voor de Rekeningen zal in afgeslankte vorm doorgaan en zal minder gaan vergaderen. De grootste wijzigingen in de verordening hebben betrekking op het ledenaantal van de commissie en de personen die zitting kunnen nemen in de commissie. Daarnaast is er ook een wijziging in de taken van de commissie. De overige wijzigingen zijn vooral technisch en textueel van aard. Wat nog niet in de verordening is opgenomen is een bepaling met de begripsomschrijvingen. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Behoeft geen toelichting. Artikel 2 Dit artikel gaat over de leden van de commissie voor de rekeningen. Konden in de vorige verordening alle fracties 1 lid afvaardigen, in de nieuwe verordening is dit aangepast. Er kunnen maximaal 5 leden worden benoemd. Niet alle fracties kunnen dus meer een lid leveren. In de oude commissie voor de rekeningen had ook een duo-raadslid zitting, hoewel de verordening dat niet toeliet. Gebleken is dat niet alle fracties een raadslid bereid kunnen vinden om zitting te nemen in de commissie. Er is daarom voor gekozen om de commissie open te stellen voor duo-raadsleden. Anderzijds is een model denkbaar waarin raadsleden en duo-raadsleden gelijkwaardig zijn aan elkaar als het gaat om de aanwijzing van de leden van de commissie. De fracties die een kandidaat naar voren schuiven voor de commissie mogen zelf bepalen of dit een raadslid of duo-raadslid is. Gezien de positie van de commissie kan er wel voor gekozen worden om een maximum aantal duo-raadsleden toe te laten tot de commissie. Een maximum van 2 duo’s is hierbij goed voorstelbaar. Voor de vervangers geldt een zelfde model als voor de vaste leden is gekozen. Of raadsleden worden bij voorkeur benoemd boven duo-raadsleden of beiden zijn gelijkwaardig en er wordt een maximum aantal duo-raadsleden bepaald. Een duo-raadslid kan alleen zijn een door een fractie voorgedragen lid die voorkomt op de kandidatenlijst van de desbetreffende partij zoals die luidde bij de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen. Voor een duo-raadslid gelden de eisen van benoembaarheid en de onverenigbare betrekkingen zoals gesteld in de Gemeentewet. 11 Nr. Dnst. : 04.0001 : Griffie De raad wijst de leden van de commissie aan. Indien de leden bekend zijn, wordt er uit hun midden een voorzitter en vice-voorzitter aangewezen. Deze zullen zich beschikbaar stellen voor deze functies. Gezien de bepalingen in de Gemeentewet kan de voorzitter en daarmee ook de vice-voorzitter nooit een duo-raadslid zijn. Artikel 82 lid 4 Gemeentewet bepaalt dat een lid van de raad voorzitter is van een raadscommissie. Artikel 3 Aan dit artikel is weinig gewijzigd ten opzichte van de oude verordening op de commissie voor de rekeningen. Alleen in lid 3 hebben enkele redactionele wijzigingen plaatsgevonden. Artikel 4 Geen toelichting nodig. Artikel 5 Aan dit artikel is alleen de zin toegevoegd dat de secretaris een notulist kan inschakelen indien hij dat nodig acht voor het maken van de notulen. Artikel 6 De taken van de commissie worden genoemd in lid 1. Deze taken zijn nu drieledig. In de vorige verordening had de commissie nog vier taken. Het op eigen initiatief instellen of doen instellen van een onderzoek naar de doelmatigheid van het gevoerde financiële beheer is komen te vervallen. Toegevoegd is in lid 2 dat de commissie contacten onderhoud met de rekenkamercommissie en met de accountant. Dit om coördinatieproblemen te voorkomen tussen beide commissies. In lid 3 wordt gesteld dat de raad kan besluiten de commissie op te dragen een onderzoek uit te voeren. Dit is mogelijk indien 14 raadsleden daarmee instemmen. Het getal van 14 is willekeurig gekozen en bestaat uit 1/3 van het aantal raadsleden + 1. Elk ander aantal is echter ook mogelijk. Artikel 7 Nu de taken van de commissie zijn verminderd is de noodzaak voor een groot aantal vergaderingen voor de commissie minder. De vergaderingen zijn in het vergaderschema voor raadscommissies en de raad voor 2004 dan ook niet meer opgenomen. Alleen in de periode rond het vaststellen van de perspectiefnota door de raad is een datum bepaald voor een vergadering. Ook bij de vaststelling van de begroting zal door de commissie een vergadering worden georganiseerd. De overige vergaderingen zullen gepland worden indien ze nodig zijn. Een totaal aantal vergaderingen van 4 gedurende het jaar wordt als uitgangspunt genomen. Voor de werkwijze van de commissie zijn een aantal artikelen uit de Verordening op de Raadscommissies van toepassing. De bepaling in artikel 9 lid 4 van de Verordening op de Raadscommissies gaat over de wijze waarop een lid van de commissie een onderwerp aan de agenda kan toevoegen. De eerste twee leden van artikel 10 gaan over het niet hebben van een quorum bij een vergadering (dus de helft van de leden +1) en de wijze waarop een nieuwe vergadering kan worden belegd. 12 Tevens is in lid 4 van de verordening op de commissie voor de rekeningen toegevoegd dat de commissie besluiten kan nemen bij volstrekte meerderheid van stemmen (dus een stem van de helft van het aantal leden + 1). Indien de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend bij zaken die de werkwijze van de commissie betreffen. Artikel 8 Dit artikel is overgenomen uit de vorige verordening en behoeft geen nadere toelichting. Artikel 9 De vergaderingen van de commissie zijn in principe openbaar, tenzij financiële of ander zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten. Met andere zwaarwegende belangen wordt mede gedoeld op het stadium van voorbereiding van een zaak; als het gaat om een gedachteontwikkeling kan het onder omstandigheden uit een oogpunt van een goed bestuur wenselijk zijn niet in het openbaar te beraadslagen. De vergaderingen waarin een bijzonder onderzoek wordt besproken, voorbereid ed. op grond van artikel 155a Gemeentewet zijn altijd besloten, gezien de bijzondere status van die onderzoeken en het belang dat bestaat bij het doen van zorgvuldig onderzoek. Onderzoeksresultaten worden voor hoor en wederhoor nog met de betrokkenen besproken waardoor resultaten aangepast kunnen worden. Het is dan ook zuiver om als over dergelijke resultaten wordt gesproken dit te doen in beslotenheid. Artikel 10 Over besloten vergaderingen en geheimhouding van stukken staan een aantal artikelen in de Gemeentewet. Voor de raad en raadscommissies zijn de artikelen 25 en 86 Gemeentewet van belang. Artikel 10 van de verordening is van deze artikelen afgeleid. In lid 1 is een grote wijziging opgenomen t.o.v. de oude verordening. De geheimhouding geldt nu OOK t.o.v. de overige leden van de raad en van de burgemeester. In de oude verordening was nog opgenomen dat de geheimhouding t.o.v. hen niet geldt. Er is voor gekozen om dit nu aan te passen. Geheimhouding wordt maar in een zeer beperkt aantal gevallen opgelegd en geeft aan dat het stuk of de informatie zeer gevoelig is. Vaak wordt een onderwerp of stuk besproken in een besloten vergaderingen zonder dat geheimhouding wordt opgelegd. Bij deze onderwerpen is het van belang dat voorzichtig met de verkregen informatie wordt omgegaan, maar het onderwerp of de informatie is niet zo gevoelig dat geheimhouding op zijn plaats is. Bij deze onderwerpen is het ook dan ook begrijpelijk dat er wel met fractiegenoten en overige raadsleden over gesproken mag worden. Gaat het echter om informatie waaromtrent geheimhouding is opgelegd, dan is de informatie zo gevoelig dat de commissie leden die voor zich moeten houden en hier niet over mogen praten met de overige raadsleden. In lid 2 zijn alleen enkele tekstuele wijzigingen aangebracht om het artikel meer in overeenstemming te brengen met de artikelen uit de Gemeentewet. Artikel 11 Dit artikel is overgenomen uit de vorige verordening en behoeft geen nadere toelichting. Artikel 12 Dit artikel is overgenomen uit de vorige verordening en behoeft geen nadere toelichting. Artikel 13 In het handboek voor de raad is beschreven hoe omgegaan wordt met notulen van besloten vergaderingen en notulen van vergaderingen waarover geheimhouding is opgelegd. De 13 Nr. Dnst. : 04.0001 : Griffie procedure zoals die beschreven werd in de vorige verordening kwam hier niet helemaal mee overeen. De procedure is dan ook aangepast aan de beschrijving zoals die is opgenomen in het Handboek voor de raad. De notulen van een besloten vergadering worden aan de leden van de commissie toegezonden en evt. ook aan de overige leden van de raad en overige aanwezigen bij de commissie. Op de notulen wordt aangetekend dat de stukken vertrouwelijk zijn. De notulen van een besloten vergadering waarover geheimhouding is opgelegd, mogen niet verspreid worden, zelfs niet aan de leden van de commissie. De leden kunnen de notulen inzien bij de secretaris van de commissie. Artikel 14 Voor vergaderingen waarin bijzondere onderzoeken worden behandeld, zoals genoemd in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder c geldt een ander regime. De notulen zijn in principe openbaar. Als er ambtenaren of derden worden gehoord door de commissie en geheimhouding is opgelegd geldt dat de verslagen niet verspreid worden, maar kunnen worden ingezien bij de secretaris van de commissie. Als politieke ambtsdragers worden gehoord dan zijn de notulen in principe openbaar. Artikelen 15, 16, 17, 18 en 19. Behoeven geen nadere toelichting. Gedaan ter openbare vergadering van 20 januari 2004 de Griffier, de Voorzitter, Dit raadsvoorstel is ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 20 januari 2004