Gizeh, erfenis van de farao's In de kale woestijn die zich 8 km buiten Caïro bevindt, verheffen zich de drie grote piramiden van El Giza. Deze piramiden liggen temidden van een complex van kleinere piramiden en tomben. Niet ver daar vandaan staat het beeld van de grote sfinx. Alle zijn het wonderen uit de oudheid met een ouderdom van bijna 5.000 jaar. De graven van El Giza Farao Cheops, Chefren en Mykerinos zijn koningen uit de vierde dynastie. Hun graven zijn de beroemdste monumenten van Egypte. De verst verwijderde is de piramide van Cheops, de middelste die van Chefren. Deze piramide staat hoger dan die van Cheops en daardoor lijkt dit graf groter. De dichtstbij gelegen piramide is die van Mykerinos. Voor de laatst genoemde staan drie kleine piramiden. In de middeleeuwen is de gladde kalkstenen bekleding van de piramiden gehaald en gebruikt voor gebouwen in Caïro. Daardoor zijn nu de onderliggende treden zichtbaar. Om de piramiden heen liggen diverse mastaba's. Mastaba's zijn kleine rechthoekige graven. Ook liggen er twee tempels die door een verhoogde weg met elkaar verbonden zijn. Een van die tempels stond oorspronkelijk aan een kanaal dat vanaf de Nijl was gegraven. Bouw van een piramide Voor de bouw van een piramide bestaan twee methoden, elk in drie fasen: Eerste fase In de eerste fase werd (ongeacht de methode) een bestaande heuvel uitgezocht. Binnen een lemen muur legde men een netwerk aan van greppels. Tweede fase Eerste methode: de hellingbaan Wanneer de onderste laag van de piramide gelegd was, werd er aan één kant van de piramide een hellingbaan aangelegd. Daartoe had men steenblokken nodig. Deze werden aangevoerd per slee en ter bestemder plaatse neergelegd. Mannen sleepten de blokken langs de hellingbaan omhoog. De hellingbaan werd verhoogd naarmate de werkzaamheden voortschreden. Dus bij het begin van een nieuwe laag van de piramide, werd de hellingbaan verhoogd. Dit gebeurde bij elke nieuwe laag tot aan de top toe. Op de top kwam een afdeksteen. Tweede methode: de spiraalhellingbaan Sommige archeologen menen dat de oude Egyptenaren een hellingbaan rondom de piramide aanlegden tijdens de bouw. Een lange hellingbaan zou volgens hen te veel materiaal gevergd hebben en op zich al een enorm bouwwerk geweest zijn. De spiraalhellingbaan slingert zich om de piramide heen. Derde fase In de derde fase bracht men van boven naar beneden de bekleding aan van kant-en-klare platen witte kalksteen. Deze bekleding werd aangebracht tijdens het verwijderen van de hellingbaan die geleidelijk werd afgebroken. Inwendige van een piramide Een piramide bestond uit een koningskamer, waar vijf granieten platen het plafond ondersteunen, een koninginnekamer en een grafkamer. Stenen valdeuren sloten de koning- en koninginnekamer af. Ook was er een grote galerij met een stijgende en een dalende gang. Tenslotte was er ook een ontsnappingsschacht. Toegang tot het graf Reeds lang breekt men zich het hoofd over de majestueuze afmetingen van de grote 'galerij' die uitkomt op de stijgende gang naar de koningskamer in de Grote Piramide. Het is mogelijk dat deze galerij gebruikt is om de grote granietblokken te 'stallen' waarmee de gang na de begrafenis werd afgesloten. Opgegraven boot In onderdelen is een boot opgegraven bij de piramide van Cheops. Deze boot was 42 m lang en had in het midden een breedte van 5,9 m. In de kuil lagen 1224 stukken hout (waarschijnlijk van de Libanese cederboom) in dertien lagen. Ook waren er touwen en roeiriemen. De functie van deze boot is niet bekend. Misschien werd hij gebruikt voor het vervoer van het lijk van de farao naar El Gizeh voor de mummificatie en de begrafenis. Maar het kan ook een ' zonneboot' geweest zijn, die de ziel van de overleden farao naar de hemel moest brengen.