Document

advertisement
Nr.201 *** NIEUWS VAN HER EN DER *** 14 juni 2012
Uitgave van Afrika-Europa Netwerk E-mail: [email protected] Web www.afrikaeuropanetwerk.nl
Internationale richtlijnen over landrechten
Op 11 mei jl. werden de Voluntary Guidelines on the Governance of Tenure of Land,
Fisheries and Forests in the context of National Food Security goedgekeurd. Het is de
eerste keer dat er mondiale richtlijnen worden opgesteld rond het beheer van rechten
omtrent land, visserij en bosbouw. De richtlijnen zijn vrijwillig, maar wel een eerste,
goede stap.
Landrechten en rechten ten aanzien van visserij en bosbouw zijn van groeiend belang in de
huidige globaliserende wereld. Landgrabbing, de grootschalige aankoop van landbouwgrond
door buitenlandse investeerders, leidt in toenemende mate tot conflicten en mondiale
ongelijkheid. Ook bedreigt het de mondiale voedselzekerheid. Omdat lokale overheden in
ontwikkelingslanden vaak niet over de juiste capaciteiten beschikken om de tegenstrijdige
belangen over eigendom te behartigen, gaat dit vaak ten koste van lokaal belang. Met het oog
op deze groeiende problematiek initieerde de VN Food and Agricultural Organization (FAO)
de ontwikkeling van de zogenaamde Voluntary Guidelines (VG) over verantwoordelijk
beheer van eigendomsrechten. De richtlijnen zijn bedoeld als leidraad voor het verbeteren van
rechten ten aanzien van land, visserij en bosbouw met het overkoepelende streven
voedselzekerheid voor iedereen te garanderen. De richtlijnen zijn tot stand gekomen na
overleg met 96 lidstaten, met het maatschappelijk middenveld, VN agentschappen, en diverse
internationale organisaties, landbouwverenigingen en vertegenwoordigers van de private
sector.
Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw aan de Universiteit van
Wageningen, noemt de richtlijnen ‘een minimum standaard’. Ze juicht het toe dat de
richtlijnen gefundeerd zijn op een visie waarin het recht op voedsel voorop staat. “Deze brede
blik is van belang, omdat onzekerheid over rechten op land, op natuurlijke hulpbronnen en op
eigendom van grond in stedelijke gebieden wijdverspreid is. Bovendien neemt deze
onzekerheid toe onder druk van bijvoorbeeld de stijging van de waarde van land, de
bevolkingsgroei, het onvermogen van bestaande instituties om de veranderingen bij te benen
en de groeiende corruptie. Een ongunstig gevolg van de onzekerheid over eigendomsrecht is
dat de wil om te investeren in productie kan verminderen, wat weer gevolgen heeft voor
voedselzekerheid.”
De snelheid waarmee, in een periode van nauwelijks drie jaar, op mondiaal niveau afspraken
zijn gemaakt over minimale richtlijnen is bijzonder. Thea Hilhorst: “De eerste stap is gezet en
dit is een goed begin. Deze richtlijnen zijn vrijwillig, maar wel in lijn met internationale
kaders en daarmee coherent. In landen waar politieke wil ontbreekt, zullen de Voluntary
Guidelines geen verschil maken en zal er een beroep moeten worden gedaan op andere
internationale afspraken. In landen waar politieke wil wel aanwezig is bieden de richtlijnen
een kader waaruit men kan werken om landrechten zekerder te maken voor iedereen, op een
rechtvaardige manier. Het is aan private partijen – bedrijven en maatschappelijke organisaties
– om dit te blijven benadrukken in dialoog met overheden die hebben ondertekend en te
streven naar implementatie.” (Bron: Vice Versa, 15/5/2012)
Afrika moet meer eisen stellen aan China en India
Als Afrikaanse landen beter samenwerken, zouden ze veel meer kunnen profiteren van
buitenlandse investeringen. Dat zeiden deskundigen die eind mei bijeen waren in
Kaapstad voor een conferentie over ontwikkeling in Afrika, getiteld ‘Geld, Seks en
Macht’.
Afrika zat lange tijd in een positie waarin er weinig handelsopties waren. Nu valt er te kiezen
uit niet alleen Noord-Amerika en Europa, maar ook China en India. Wereldmachten
concurreren om aanwezigheid op het continent, dat zo rijk is aan mineralen en
landbouwgronden. Volgens de Wereldbank groeien de buitenlandse directe investeringen uit
Azië razendsnel. China sloot in 2010 voor 101 miljard euro aan deals op het gebied van
grondstoffen en infrastructuur. De investeringen vanuit India zijn kleiner, 37 miljard euro,
maar groeien snel. Tegelijkertijd is de Afrikaanse export naar Azië in vijf jaar tijd
verdrievoudigd en zorgde het in 2010 al voor 27 procent van de totale import in Azië.
Naar Chinese investeringen wordt meestal met argwaan gekeken, omdat ze worden gedaan
door reusachtige staatsbedrijven die met voornamelijk eigen, Chinees, personeel grote
openbare werken uitvoeren die voor China economisch nuttig zijn. India heeft niet zo'n
officieel beleid. De investeringen uit India worden gedaan door private bedrijven en zijn
vooral gericht op overnames. Die zorgen voor veel meer banen en kennisoverdracht. Chinese
deelnemers aan de conferentie zeiden dat als China een rol wil blijven spelen, het moet
vasthouden aan het principe van niet-inmenging, maar zich ook aan nieuwe principes moet
gaan houden, zoals multilaterale betrokkenheid en voorzichtig beleid als het gaat om
landeigendom. Ook moeten Chinese bedrijven zich beter gaan houden aan lokale regels over
arbeid en milieu, en zorgen dat er meer kennisoverdracht plaatsvindt. Overigens heeft ook
India bepaald geen schone handen. Het heeft veel landbouwgrond gekocht om de
voedselvoorziening voor India te verbeteren. En in Indiase bedrijven heersen uitbuiting,
corruptie en omkoping.
Als de enorme buitenlandse investeringen in goede banen worden geleid, zou de handel tot
echte ontwikkeling in Afrika leiden. Maar het ontbreekt aan samenwerking tussen Afrikaanse
landen en aan een samenhangend beleid. Buddy Kuruku, beleidsadviseur aan het Afrikaanse
Centrum voor Economische Transformatie in Liberia, merkte op: “We gebruiken het gewicht
van onze regionale gemeenschappen of de Afrikaanse Unie niet om te zorgen voor betere
deals en de ontwikkeling die we nodig hebben”. (Bron: IPS, 25/5/2012)
Rio 20 +: Op weg naar een groene economie, zonder armoede?
Van 20-22 juni zal Brazilië de gastheer zijn voor de Conferentie van de Verenigde Naties
rond duurzame ontwikkeling, Rio +20 genoemd. Het is urgent dat in Rio de Janeiro
spijkers met koppen worden geslagen. Maar de top start bepaald niet onder een gunstig
gesternte.
De uitdaging van Rio 20+ is om een compromis te vinden tussen economische ontwikkeling
en de bescherming van de planeet. Dit alles met inbegrip van het versterken van de sociale
dimensie. Maar de economische crisis overschaduwt alle zorg om een duurzame
ontwikkeling. Verder is er politieke onwil (onmacht?) om te zoeken naar manieren om de
enorme tegenstellingen van belangen te overbruggen: tussen de rijke landen onderling, maar
zeker ook tussen de rijke en armere landen.
Maar elk algemeen akkoord dat geen kritische houding omvat en dat geen instrumenten biedt
om de achteruitgang van de planeet tegen te gaan, gaat tegen de erfenis in van de milieutop
die twintig jaar geleden in Rio de Janeiro plaatsvond.
Download