Rotterdam, gastles Filosofie, 6 maart 2012

advertisement
Rotterdam, gastles Filosofie, 6 maart 2012
(HAVO/VWO) leerlingen en docenten en belangstellenden, in het kader van thema
filosofie–examen onderwerp).
1. Teveel en te complex voor 1 uur! Ik kan alleen maar een aantal zaken kort aangeven
en vooral zelf filosoferen, kritische opmerkingen maken en vragen stellen, stof tot
nadenken geven. Vgl. Imanuel Kant: leren filosoferen i.p.v. filosofie geven/doceren.
2. Emoties tussen cultuur en natuur?
a. Filosofie is voor mij systematisch en kritisch nadenken, en gaat net als wetenschap
over de aard en de oorzaken van de verschijnselen, dus ze begrijpen en verklaren. Iets
kennen is de oorzaak kennen. (Spinoza titel Ethica III) Net als de arts: oorzaak van
ziekte, niet het effect ervan, de functie ervan, en niet ‘hoe je er mee omgaat’. Dat is
een ander vak, bv. psychologie of sociologie. Filosofie valt niet samen met de publieke
opinie, volkswijsheden, gemeenplaatsen en eigen ervaringen en waarnemingen, maar
kijkt daar kritisch naar.
b. Het is belangrijk eerst een begrip waarover met elkaar gesproken wordt te
definiëren, omschrijven, af te bakenen. Begripsverheldering! De begrippen emoties
en voelen worden in erg veel betekenissen gebruikt.
Voelen: zintuiglijk (tasten), lichamelijk (kiespijn), i.p.v. denken (‘intuïtie’), en – daar
gaat het vandaag over – gemoedsaandoeningen, qua gemoed bewogen worden.
Analogie lichamelijk – gemoedsaandoening: allebei prettig of vervelend, en we
noemen het ook pijn- genot en lust- onlust, positief - negatief.
Medische analogie, Oudheid! En nog, vgl. gebroken been versus angst, gebrek aan
zelfvertrouwen.
Het filosofische begrip is affecten en/of passies. Lijden, ondergaan, het overkomt je
en het is smartelijk, pijnlijk. // Matheus Passion, het lijdensverhaal van Christus.
Verwant met pathos, pathologisch en met passief.
Het gaat dus in de filosofie om de oorzaak, waardoor wordt je bewogen, hoe ontstaan
ze, i.p.v. het effect of gevolg dat ze hebben, de uitdrukking (Darwin)/ manifestatie
ervan, waar ze toe leiden, de invloed ervan, de functie die ze kunnen hebben. Dat heeft
allemaal niets met filosofie te maken. En - // geneeskunde! – het leert je niets over hoe
je er vanaf komt als ze je belemmeren en vervelend voelen. Daarvoor ga je niet naar de
dokter met een klacht, dat weet je allemaal zelf wel!
Oorzaak is sleutelwoord en dat is wat anders dan vage termen (lees er het hoofdstuk
maar op na=vraag 1) als ‘ze hebben iets te maken met’, ‘ze spelen een rol bij, ‘gaan
gepaard met’……ja, maar wat dan en welke en hoe? Als er woorden worden gebruikt
als ‘reactie’, respons, roepen die de vraag op naar de voorafgaande actie,
aanleiding/oorzaak.
Cognitieve theorie: een gebeurtenis niet op zich (Epictetus), maar de ervaring, beter,
de opvatting, inschatting, van die gebeurtenis! Dan pas worden gemoedsaandoeningen,
passies onderwerp van de filosofie, niet als ze reactie op een gebeurtenis/ van het
lichaam zijn; dat is geneeskunde of natuurkunde of biologie. Ook als ze aan babies en
dieren worden toegeschreven, als ze vereenzelvigd worden met gedrag en uitdrukking.
Relatie tussen de regen en de natte straat (oorzaak) is niet hetzelfde als die tussen
regen en de pest in hebben!
Alleen de cognitieve theorie verklaart de verschillen tussen culturen, seksen,
samenlevingen en individuen: schuldgevoel, schaamte, jaloezie, woede, ‘kort lontje’…
Emotie veronderstelt bewustzijn, interpretatie, evaluatie (waardering) en vooral
normen, ideeën van recht hebben op, niet mogen falen, etc. Dat verklaart ook de
intensiteit van de emotie, waarom in eenzelfde situatie mensen verschillende emoties
hebben (bv. bij de regen) of dezelfde mens in verschillende levensfasen.
Emoties overvallen mensen schijnbaar en lijken vast te zitten aan gebeurtenissen, maar
filosofie, kritisch denken kan de onderliggende opvattingen (gemeenplaatsen,
meningen, clichés, verinnerlijkte opvoeding) bewust maken (Ken uzelf, Socrates!)
Universeel, natuurlijk, menselijk???? Ja, ziekte ook! D.w.z. dat iedereen ze onder
bepaalde voorwaarden en omstandigheden kan krijgen, NIET dat iedereen ze
noodzakelijk altijd allemaal krijgt! Dat hangt weer van de OORZAAK af. Kennen en
begrijpen is voorwaarde voor ingrijpen, voorkomen en genezen, ook bij universele,
natuurlijke en menselijk zaken als ziektes..en ongewenste en lastige passies.
En wat is ‘universeel’ (weer onnauwkeurig taalgebruik) aan de emotie? De emotie
zelf (zie hiervoor) is onzin! Of hoe het voelt als je hem hebt, hoe de uitdrukking is als
je hem hebt, de cognitie (oorzaak) eronder?
De emotie is niet (ir)rationeel - net zo min als koorts of pijn gezond of ongezond, is
maar de onderliggende oorzaak is dat. De emotie is zelf ook geen oordeel, - zoals
koorts niet de ziekte zelf is - maar het gevolg, het symptoom ervan. Emoties bestrijden
schiet niet op, is symptoombestrijding. Tandarts!
De gemoedsaandoening is éen manifestatie van inschatting, evaluatie en het oordeel,
er is ook altijd een lichamelijke uitwerking en een gedragsmatige.
3. Seneca: verschil in oorzaak tussen lichamelijk kwetsing (wond) en een woord van een
vriend (op je ziel getrapt, gekwetst zijn). Is geen dualisme, weten we steeds beter na
Descartes! Het functioneren van de hersenen en ons denkvermogen is één (dementie,
Alzheimer, verstandelijk beperkt, intelligentie, hersenbeschadiging etc.) en hetzelfde.
Maar ook: je iets wel of niet herinneren bij een toets, de werking van
geheugensteuntjes. Geen heer en meester in ons brein. De oorzaak van het denken is
divers, maar hier gaat het om de relatie tussen denken en gemoedsaandoeningen, en
met name de vervelende (vgl. arts); voor gezondheid en je gelukkig voelen vragen we
geen verklaring, wel voor de afwijkingen daarvan!
Voorbeelden: emotie verdwijnt als door nieuwe informatie de onderliggende gedachte
niet meer houdbaar is: kwaad OM? gestolen fiets? Ongeruste ouders? Vlieg- versus
auto- angst! Als dit niet door feitelijke informatie kan gebeuren, is het lastig, want pas
het GELOOF en niet het kunnen bedenken werkt!
Ook Seneca: bestrijdt dat een positieve of nuttige functie van een vervelend gevoel
(irritatie, woede) een argument vóór die woede is. Integendeel: het is bij gebrek aan
beter, vgl. de dronkenschap. En dat is zo voor alle vervelende gevoelens! Idem:
gebroken been, kiespijn, of een onvoldoende halen. Extern versus intrinsiek
gemotiveerd zijn, bv. om te studeren.
4. Descartes (1596-1650) en Spinoza (1632-1677).
17e eeuw: 1) filosofie: passies van de ziel, hoe ontstaan ze?
2) medisch: ongezonde effecten, schadelijk
3) cognitief (neo-stoïcijns): onderliggende cognitie bewust worden,
begrijpen en veranderen
4) christelijk: bestrijden met vrije wil en liefde tot God
Descartes: door oma opgevoed, Jezuïtencollege, rechtenstudie, Breda leger, veel
rondgereisd, wiskunde, fysiologie, waarneming, fysica. Alles achterhaald. Rol van
God in zekerheid, maar God is juist ook vrij! Dualisme lichaam – geest, vrije wil,
onsterfelijke ziel…..kortom, als Descartes de eerst moderne filosoof is, dan is Spinoza
al post-modern. (Damasio) Descartes is niet uit te leggen, ook niet zijn theorie van de
passies, zie Briefwisseling met Elisabeth (1643): n.a.v. de ‘animale geesten in de
pijnappelklier’: hoe is die wisselwerking, de invloed? De passies zijn een sein van of
gewaarwording van het lichaam en een signaal van en eigen aan de ziel, ze komen
door indrukken van buiten, maar zijn alleen mogelijk door de ziel en ze ondersteunen
op hun beurt weer de ziel in haar aansturen van lichamelijke actie? Een ‘toestand van
de ziel met een lichamelijke component, is voelbaar in longen en hart en zet aan tot
actie’? Passies van de ziel gaan gepaard met veranderingen in hart en bloed, hebben
dus een ‘fysiologische inslag’? Descartes: niet zoveel denken, zoek afleiding, gebruik
je verstand en je vrije wil en beteugel je emoties. Geloof in God helpt tegen de angst.
Spinoza over het ontstaan van de affecten, waaronder de passies.
Conatus > lust- onlust > drie basisaffecten: de begeerte zelf, maar vooral blij, droef >
alle andere affecten daarvan afgeleid, is blij/droef + gedachte/ voorstelling. En de al of
niet waarheid van de gedachte geeft het onderscheid tussen passio of actio; en dat is
NIET hetzelfde onderscheid als positief/ negatief.
Voor ons merkbaar onderscheid tussen steen – dier – mens.
De cognitie is dubbel: besef van de situatie en een oordeel. Elke passie heeft een eigen
constituerend oordeel als oorzaak: afgunst en jaloezie heeft met de idee van recht op
iets of iemand te maken, irritatie/woede en schuldgevoel met iets niet hadden mogen
doen of juist wel moeten doen (ander of zelf).
Dus: 6 basisemoties, op grond waarvan? Versus Spinoza: verwondering/ verbazing is
geen passie, maar onwetendheid. Descartes ook: van de geest, het denken, dus
cognitief.
En de andere 5, in deze volgorde:
Begeerte/aandrift/wil/verlangen< lust en onlust m.b.t. zelfbehoud = affectiones/ zich
doorzetten/ blij en droef (los van naam of kunnen beschrijven hoe het voelt!) =
affectus < + idee van oorzaak > liefde en haat = passio of actio
Drie kenvormen gekoppeld aan de affecten: verbeelding, ratio en intuïtieve weten
Kritiek van Spinoza op Descartes:
- Al in PPC (1663): niet eens met persoonlijke god, dualisme lichaam – geest en vrije
wil.
- De macht van de rede versus Medea (i.t.t p. 27: Spinoza is géén rationalist) Ethica
IV, st. 14.
- Kritiek op de Stoa en op Descartes: Ethica III voorrede; Ethica V voorrede
(weergave van Descartes’ theorie van de passies en zijn kritiek daarop) vanwege de
vermeende macht van de rede en de wil.
Dr. Miriam van Reijen
[email protected]
www.wijsgeer.nl/miriamvanreijen
www.spinozahuis.nl
Download