Prostaatklachten - St. Antonius Ziekenhuis

advertisement
UROLOGIE
Prostaatklachten
Prostaatklachten
In deze folder vindt u informatie over de prostaat, zoals de
functie en ligging van de prostaat, de meest voorkomende
aandoeningen en de behandelingen die daarbij horen. De folder
is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts.
Algemeen
De prostaat is een kastanjegrote klier die
zaadvocht maakt. Hij ligt vlak onder de blaas
van de man, om de plasbuis heen. Onder de
prostaat ligt de sluitspier van de blaas en
plasbuis. Min of meer dwars door de prostaat heen lopen twee zaadleiders. Die zijn
afkomstig van de bijballen (testikels). Door
de zaadleiders stroomt alleen tijdens een
zaadlozing sperma. Een voorraad sperma
wordt bewaard in de twee zaadblaasjes die
links en rechts tussen de prostaat en de
blaas liggen. Tijdens een zaadlozing worden
de zaadblaasjes ‘uitgeknepen’, zodat een
hoeveelheid sperma in de plasbuis wordt
gespoten en uiteindelijk via de penis het
lichaam verlaat. De bijballen en de prostaat
zijn met elkaar verbonden. Vlak naast de
prostaat lopen een aantal zenuwbundeltjes
naar de penis. Deze zenuwbundeltjes zijn
belangrijk voor het ‘maken’ van erecties.
Figuur 1: het mannelijk geslachtsorgaan
De prostaat is bij de geboorte al aanwezig, maar heel klein. Door het mannelijk
geslachtshormoon testosteron groeit de
prostaat in de puberteitsjaren tot volwassen grootte. De gemiddelde grootte is 15
ml, maar afmetingen van 100 ml of meer
komen ook voor. De drie meest voorkomende aandoeningen aan de prostaat zijn:
ontsteking (infectie), vergroting en kanker.
1
Prostaatontsteking
verschillende plekken: in het kruis, de onderbuik, liezen en rug. Het is meestal een
zeurende pijn, die soms ook een paar dagen
weg kan zijn. Ook kan het plassen vervelend
zijn: vaker moeten plassen, niet lang de plas
kunnen ophouden, branderigheid bij het
plassen. Dat komt doordat de ontstoken
prostaat zo dicht bij de blaas ligt. Door de
ontsteking kan de prostaat iets opzwellen,
zodat het plassen wat moeilijker gaat en de
urinestraal slapper wordt. Als de prostaat
uiteindelijk weer is genezen (vanzelf of na
een antibioticakuur), dan blijven meestal
wat littekentjes achter. Deze geven zelf
geen klachten, maar vergroten wel de kans
op een nieuwe infectie.
Bij een prostaatontsteking is het klierweefsel van de prostaat ontstoken. Vaak wordt
dit veroorzaakt door een eerdere blaasontsteking. In de plasbuis en blaas zitten altijd
wel bacteriën, meestal de ‘bekende’ eigen
darmbacteriën. Die doen normaal gesproken weinig kwaad, al horen ze er niet thuis.
De urine spoelt de bacteriën vaak uit het lichaam voordat het er te veel worden. Soms,
bijvoorbeeld bij een lagere weerstand door
griep, kan het aantal bacteriën toch te hoog
worden. Dat zorgt voor een ontstoken blaas
of prostaat. Vaak gaat de blaasontsteking
dan weer vanzelf over (die spoelt zichzelf
weer schoon), maar bij de prostaat gaat dat
moeilijker. Er stroomt namelijk wel urine
langs, maar niet erdoorheen, zodat de prostaat niet zo makkelijk wordt doorgespoeld.
Ook is de weerstand tegen infecties in de
prostaat niet zo hoog; mogelijk vanwege
het feit dat de bacteriën die erbij betrokken
zijn, geen absolute ‘vreemden’ zijn voor ons
afweersysteem - het zijn immers meestal
de eigen darmbacteriën. Zolang de bacteriën maar niet al te agressief zijn, reageert
het afweersysteem van het lichaam er nauwelijks op. Als de prostaatontsteking echter
door geslachtsziekten wordt veroorzaakt,
reageert het lichaam vaak sterk. De patiënt
krijgt dan hoge koorts en voelt zich erg
beroerd.
Een ontstoken prostaat geeft geen hogere
kans op prostaatkanker. Hoewel er meestal
geen duidelijke oorzaak voor de ontsteking
wordt gevonden, kunnen er soms omstandigheden zijn die een en ander in de hand
werken: een vergrote prostaat of prostaatcysten. In het geval van prostaatcysten zit
er vocht in kleine holtes in de prostaat. Ondanks behandeling met antibiotica, kunnen
bacteriën er soms overleven. Daardoor blijft
de ontsteking ontstaan.
Prostaatpijn
Soms kan de prostaat gevoelig zijn. Dat
zorgt voor regelmatig terugkerende, vage
pijnklachten in de onderbuik, liezen of kruis.
Dat heet prostaatpijn. Net zoals een gevoelige maag kan opspelen bij spanningen
op het werk of thuis (brandend maagzuur),
zo kan ook het prostaatgebied (prostaat,
blaas, plasbuis, bijbal) bij stress geïrriteerd
raken en pijn doen. Vaak is er dan met de
Klachten
Meestal valt het met de klachten bij een
prostaatontsteking dus wel mee. Sommige mannen hebben al een hele tijd een
ontsteking voordat ze het merken. Een
prostaatontsteking kan pijn geven op heel
2
uit. De blaas levert de spierkracht voor de
urinestraal. Gelukkig kan de blaas in de loop
van de jaren sterker worden. Bij een kijkonderzoek in de blaas is dat vaak goed te zien
aan dikke spierbundels in de blaas. Maar
op een gegeven moment kan de blaas niet
sterker worden en zal hij de strijd verliezen
met de prostaat die steeds meer in de weg
zit. Vanaf dat moment zal de blaas na het
plassen niet meer helemaal leeg raken.
Er blijft dan steeds meer urine in de blaas
achter. Ook dit gaat meestal zo langzaam
dat de man het niet eens merkt. Totdat het
op een dag opeens helemaal niet meer lukt
om te plassen. Dit gebeurt vaak nadat hij
veel alcohol heeft gedronken. Alcohol vermindert namelijk de spierkracht en dus ook
de kracht van de blaas, die ook een spier
is. Het hoeft zover niet te komen. Soms
houdt de groei van de prostaat opeens op.
Vaak kan de prostaat ook jaren niet groeien,
om vervolgens wel weer groter te worden.
Soms komt de patiënt door de klachten bij
de dokter: een slappere straal, moeite met
‘op gang komen’, nadruppelen na het plassen, vaak plassen. In andere gevallen zijn de
complicaties de reden: niet meer kunnen
plassen, blaas- en/of prostaatontstekingen
of blaasstenen (doordat er voortdurend
urine in de blaas achter blijft). Een vergrote
prostaat zorgt in elk geval niet voor prostaatkanker. Tegenwoordig komen meer
en meer mannen gelukkig ‘op tijd’ bij de
dokter. Als de man te lang met de behandeling wacht, dan wordt het namelijk een stuk
moeilijker om de vergrote prostaat te genezen. Als de blaas te ver is uitgerekt, is het
probleem zelfs niet meer te verhelpen.
blaas of prostaat op zich niets aan de hand,
hoewel een en ander wel vaker voorkomt bij
mannen die eerder prostaatontstekingen
hadden.
Prostaatvergroting
Bij een aantal mannen kan de prostaat in
de loop van de jaren gaan groeien. Waarom
dit bij sommige mannen wel gebeurt, en bij
andere mannen niet, is niet duidelijk. Het
mannelijk geslachtshormoon testosteron
is nodig voor een normale ontwikkeling en
groei van de prostaat. Maar toch is het niet
zo dat een hoog testosterongehalte in het
bloed eerder leidt tot een vergrote prostaat.
Ook is het niet zo dat een prostaatvergroting altijd tot klachten leidt. Sommige
mannen hebben een heel grote prostaat
maar plassen prima, terwijl anderen met een
slechts licht vergrote prostaat helemaal niet
meer kunnen plassen.
Verminderde straalkracht
Als de vergrote prostaat wèl voor klachten zorgt, dan begint dit meestal met een
verminderde straalkracht bij het plassen.
Het duurt dan langer tot de blaas leeg is.
Dat komt doordat de vergrote prostaat (die
immers om de plasbuis heen zit) de plasbuis kan dichtdrukken. Daardoor wordt de
doorgang voor de urine kleiner en de straal
minder sterk. Deze ontwikkeling verloopt
over vele jaren, zodat het vaak niet opvalt.
Daarbij denken sommige mannen dat het bij
hun leeftijd hoort dat ze zo’n slappe straal
hebben. Doordat de vergrote prostaat ook
de blaas begint te irriteren, moeten sommige mannen ook vaker plassen en moeten
ze soms meerdere malen ‘s nachts het bed
3
Prostaatkanker
Klachten
Vaak merkt de patiënt in het begin niet
dat hij prostaatkanker heeft. Doordat de
kanker meestal aan de buitenkant van de
prostaat begint, zorgt de zwelling (tumor)
pas laat in de ziekte voor een verminderde
straalkracht bij het plassen. Ook hebben
mannen met prostaatkanker bijna nooit pijn.
De pijn ontstaat vaak pas nadat de kanker
is uitgezaaid. De uitzaaiing van kankercellen verloopt meestal via de lymfeklieren of
via de bloedvaten. Van daaruit zaait het uit
naar de botten: meestal het bekken en de
ruggenwervels. Het kankerweefsel drukt het
gezonde botweefsel opzij, wat bij de patiënt veel pijn kan doen.
Veruit de meeste mannen van negentig jaar
en ouder hebben prostaatkanker. Gelukkig
groeit prostaatkanker op die leeftijd vrij
langzaam, zodat de meeste mannen er nooit
last van zullen krijgen. Maar op jongere leeftijd (rond de 70 jaar) groeien de cellen wat
sneller. Een behandeling is dan nodig om te
voorkomen dat de cellen zich verspreiden
naar andere delen van het lichaam. Overigens is het niet zo dat prostaatkanker altijd
uitgroeit en/of uitzaait; in een aantal gevallen zal de prostaatkanker ‘slapend’ aanwezig
blijven en nooit problemen veroorzaken. Als
er bij iemand kankercellen worden gevonden, is het helaas nooit te voorspellen of de
kanker later actief zal worden of ‘slapend’
blijft.
Onderzoek
Er zijn verschillende manieren om de prostaat te onderzoeken. Niet alle onderzoeken
zijn altijd nodig. Over het algemeen zal de
uroloog hierin een keuze maken. Hieronder
volgen de onderzoeken die het vaakst worden verricht.
Oorzaak
Het is niet bekend wat prostaatkanker
veroorzaakt, ook al weten we wel dat het
te maken heeft met testosteron. Het wordt
niet veroorzaakt door een ontstoken prostaat of door een goedaardige vergroting van
de prostaat. Vaak zitten kankercellen zelfs
op een andere plaats in de prostaat dan bij
een goedaardige vergroting; een vergrote
prostaat ontstaat in het deel direct rondom
de plasbuis, terwijl prostaatkanker juist aan
de buitenrand van de prostaat ontstaat.
Prostaatkanker is dan ook over het algemeen vanuit de endeldarm door de dokter
goed te voelen als een knobbel aan het
oppervlak van de prostaat. Iemand kan wel
een vergrote prostaat èn prostaatkanker
hebben. Dat komt vrij veel voor.
Rectaal toucher
Bij dit onderzoek tast de arts met de vinger
via de anus de prostaat af. Hij kan zo inschatten of de prostaat vergroot is of dat er
sprake kan zijn van kanker. Het onderzoek
is wat oncomfortabel, maar niet pijnlijk. Een
pijnlijke prostaat kan wijzen op een prostaatontsteking.
Bloedonderzoek
Soms kan er een infectie in het lichaam zitten. Dat kan worden aangetoond door bij
een bloedonderzoek de bloedbezinking te
meten en het aantal witte bloedlichaampjes
4
wordt de echografie via een speciaal staafje
vanuit de endeldarm verricht. Het staafje
is iets dikker dan de vinger van de dokter,
dus het onderzoek is niet pijnlijk. Eventuele
verkalkingen in de prostaat (bijvoorbeeld als
teken van een ‘oude’ prostaatontsteking)
vallen goed op en de arts kan de grootte
van de prostaat heel nauwkeurig opmeten.
Een gezonde prostaat is donkergrijs op het
beeldscherm; lichtere plekken kunnen wijzen op een ontsteking, donkere op kanker.
Ook kan de arts de grootte en uitbreiding
van eventuele prostaatkanker inschatten.
te tellen. Als die zijn toegenomen, is er iets
in het lichaam ontstoken. Een belangrijke
graadmeter voor de gezondheid van de
prostaat is de hoeveelheid PSA in het bloed.
PSA betekent Prostaat Specifiek Antigeen.
Dat is een stof die de prostaat aan het bloed
afgeeft. Normaal gesproken is de waarde
lager dan 4. Op latere leeftijd (ouder dan
70 jaar) kan een hogere waarde van 7 en
meer ook normaal zijn. Als de PSA-waarde
verhoogd is, dan betekent dat dat er iets
aan de hand is met de prostaat. Hij kan dan
vergroot of ontstoken zijn of er kan kanker
in zitten. Verder onderzoek is dan nodig om
uit te zoeken wat er precies aan de hand is.
CT-scan
Met een CT-scan (Computer-Tomografiescan) wordt het lichaam als het ware in
dunne plakjes röntgenafbeeldingen gesneden. Vaak spuit de arts ook nog contraststof
in een ader van de patiënt om de prostaat
en het gebied eromheen beter te kunnen
zien. Dit onderzoek is vooral belangrijk om
te weten of er uitzaaiingen zijn in geval van
prostaatkanker. Hoewel het een heel nauwkeurig onderzoek is, kan het toch zijn dat de
arts liever opereert. Met een kleine operatie
om de lymfeklieren rondom de prostaat, kan
hij ze nog nauwkeuriger onderzoeken.
Urineonderzoek
Vaak is aan de urine niet te zien waar in de
urinewegen (nieren, blaas, prostaat) een
mogelijke infectie precies zit. Meestal is het
aantal witte bloedcellen bij een prostaatontsteking niet sterk verhoogd, maar bij een
gelijktijdig optredende blaasontsteking kan
dat wel het geval zijn. Bloed in de urine kan
voorkomen bij infecties, maar ook bij nier-,
blaas- of prostaatkanker.
Spermaonderzoek
Soms kan het nodig zijn om het sperma, de
witte bloedcellen of bacteriën te onderzoeken om een mogelijk ontstoken prostaat
aan te tonen.
Kijkonderzoek in de blaas
(cystoscopie)
Bij een cystoscopie kijkt de arts via de
plasbuis met een kijker in de plasbuis en de
blaas. Hij kan zo de grootte van de prostaat
inschatten en beoordelen in hoeverre een
vergrote prostaat ‘in de weg zit’. Niet elke
vergrote prostaat geeft namelijk problemen
bij het plassen. Ook kan de arts zien of er
stenen of tumoren in de blaas zitten.
Echo van de prostaat
Met een echografie kan de arts de prostaat
met ultrageluidsgolven aftasten. Daar hoort
en voelt de patiënt niets van. Omdat de
prostaat achter het schaambeen en vrij ver
naar achteren ligt, is het lastig om hem van
voren goed zichtbaar te maken. Daarom
5
Behandelingen
Tot slot geeft het onderzoek de arts een
indruk van de conditie (de kracht) van de
blaas.
Hieronder vindt u een aantal veel voorkomende ziektebeelden aan de prostaat met
de behandelingen die daarbij horen.
Weghalen van klein stukje weefsel
(biopsie)
Behandeling
prostaatontsteking
Soms kan het nodig zijn om biopten (kleine
stukjes weefsel) uit de prostaat weg te
halen voor verder onderzoek. Bijvoorbeeld
wanneer de arts na een rectaal toucher, bij
een verhoogd PSA-gehalte of bij afwijkingen bij de echografie, denkt aan prostaatkanker. De biopsie gebeurt meestal via de
anus. Met een zeer dunne naald haalt de
arts enkele kleine stukjes prostaatweefsel
weg. Dat doet hij tegenwoordig vaak met
een soort pistool, waardoor het onderzoek
vliegensvlug verloopt en meestal pijnloos
is. Wel kan de patiënt na het onderzoek nog
even bloeden (bloed in de ontlasting, in de
urine en bij een zaadlozing), maar dat houdt
meestal snel weer op (bij zaadlozing duurt
het wat langer). Vaak krijgt de patiënt een
korte antibioticakuur om infecties te voorkomen.
Het is soms moeilijk om een ontstoken
prostaat te genezen. Meestal is het noodzakelijk om langdurig met antibiotica te behandelen. Ook moet de patiënt veel drinken
zodat hij door de grote hoeveelheid urine
de blaas en urinewegen vaak schoonspoelt.
Omdat het wel enige maanden kan duren
voordat de prostaat weer helemaal is hersteld, is het noodzakelijk het vele drinken
lang vol te houden. Bij onvoldoende drinken
raakt de prostaat namelijk weer snel ontstoken; helaas komt dit toch vaak voor. Soms
is de prostaat zo ernstig en/of langdurig
ontstoken geweest, dat deze nooit meer
helemaal ‘de oude’ wordt. Dat betekent dat
de prostaat kwetsbaar blijft voor nieuwe infecties en dat sommige mannen de rest van
hun leven af en toe klachten zullen hebben.
In sommige gevallen kunnen dieetmaatregels zin hebben (vermijden van scherp
voedsel, koolzuurhoudende dranken, teveel
alcohol). Vaak biedt een warm bad direct
verlichting. Veel drinken blijft belangrijk.
Uiteraard is het nodig om de oorzaak van
de ontsteking in de prostaat aan te pakken.
Maar vaak is er niet veel aan de hand.
Botscan
Ook met een botscan kan de arts bekijken in
hoeverre prostaatkanker is uitgezaaid naar
de botten. Hij spuit daarvoor een licht radioactieve stof in een ader. Deze stof hecht
zich aan de uitzaaiingen in de botten, als die
er zijn. Met een speciale camera worden de
botten gefilmd, zodat ‘verdachte’ plekken
direct zichtbaar worden.
6
Behandeling
prostaatvergroting
Terwijl vroeger alleen een operatie mogelijk
was, zijn er tegenwoordig meerdere manieren om een vergrote prostaat te behandelen.
sommige patiënten reageert de prostaat
helemaal niet op het middel. Het is overigens nog onduidelijk wat er gebeurt als
de patiënt (na goede resultaten) met het
middel stopt: begint de prostaat dan weer
langzaam te groeien of treedt in korte tijd
een ‘inhaalgroei’ op?
Medicijnen
Combinatie
Met speciaal voor de prostaat ‘ontworpen’
medicijnen is het mogelijk de prostaat meer
‘ruimte’ te geven of de prostaat te laten
slinken.
Soms kan de patiënt beide middelen tegelijk gebruiken. Het ene middel zorgt dan dat
hij snel beter kan plassen, terwijl het andere
middel op de langere termijn de prostaat
verkleint.
Meer ruimte voor de prostaat
Doordat in de wand van de prostaat spiervezeltjes zitten, is het mogelijk om met
bepaalde medicijnen (alfa-blokkers) deze
spiervezels te ontspannen. Daardoor kan de
grote prostaat wat naar buiten uitzetten.
De plasbuis, die midden in de prostaat zit,
komt dan minder onder druk te staan en het
plassen gaat weer makkelijker. Groeit de
prostaat echter door, dan zal de ruimte snel
weer door nieuw prostaatweefsel worden
ingenomen en keren de plasproblemen
weer terug.
Prostaatoperaties via de
plasbuis
De TURP
Een standaardbehandeling is de TURP
(Trans Urethrale Resectie Prostaat). Bij deze
operatie wordt de prostaat gedeeltelijk
verwijderd. Dat gebeurt via de plasbuis.
Hierbij wordt via een buisje de prostaat als
het ware weggeschraapt. Dit kun je vergelijken met het uithollen van een appel vanuit
het klokhuis, waarbij uiteindelijk alleen de
schil overblijft. De wand van de prostaat
blijft dus achter, zodat de prostaat wel kan
aangroeien. De prostaat wordt echter nooit
meer zo groot dat hij voor problemen kan
zorgen. Bij deze ingreep kan de patiënt veel
bloed verliezen, dat meteen uit de prostaat
of blaas wordt weggespoeld. Na de ingreep
krijgt de patiënt een kunststof slangetje
(katheter genoemd) dat via de plasbuis
in zijn blaas zit. Door dit slangetje kunnen
bloed- en weefselresten uit de blaas en
prostaat worden gespoeld. Complicaties
De prostaat laten krimpen
De prostaat groeit door testosteron. Bepaalde medicijnen (5-alfa-reductaseremmers)
voorkomen dat het testosteron in de prostaat actief wordt, waardoor de prostaat niet
meer groeit of zelfs krimpt. Het krimpen
van de prostaat gaat echter niet snel en
vaak moet de patiënt deze medicijnen een
aantal jaren gebruiken voordat de prostaat
klein genoeg is geworden. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als het plassen helemaal
niet meer mogelijk is, duurt dit te lang. Bij
7
de arts de prostaat via een snee in de onderbuik. Vervolgens maakt hij de wand van
de prostaat open en haalt hij het teveel aan
prostaatweefsel weg. Ook hierbij wordt dus
niet de gehele prostaat verwijderd en blijft
de prostaatwand achter. Het is een veilige
ingreep, waarbij de patiënt wel vrij veel
bloed verliest. Soms moet de patiënt weer
wat bloed krijgen toegediend om het bloedverlies te compenseren. Omdat het prostaatkapsel van buitenaf is geopend, moet er
een paar dagen via de plasbuis een katheter
in de blaas blijven, zodat de dichtgehechte
opening ‘waterdicht’ kan groeien. Ook na
deze operatie stroomt het zaad tijdens een
zaadlozing naar de blaas in plaats van naar
de penis.
zijn er zelden; wel kan het enige tijd duren
voordat de patiënt zijn plas weer goed kan
ophouden. De sluitspier van de blaas moet
namelijk weer wennen aan de toegenomen
kracht van de urine die weer langsstroomt.
Ook zal bij een zaadlozing het zaad ‘de verkeerde kant’ uitgaan, namelijk naar de blaas.
Dat komt doordat het kleine afsluitspiertje
dat dit normaal gesproken tegengaat, bij
de ingreep altijd ‘sneuvelt’. Maar de patiënt
is na de ingreep slechts tijdelijk impotent.
De ingreep gaat dus niet ten koste van zijn
seksuele beleving.
Laser-TURP
Een variatie op de TURP is een operatie met
behulp van het laser-apparaat. De ingreep is
bijna hetzelfde, maar nu wordt het weefsel
niet weggeschraapt, maar verdampt met
het zeer hete laserlicht. Het voordeel is dat
de patiënt bij deze ingreep minder bloed
verliest dan bij de TURP. Ook kan deze ingreep bij patiënten met een minder goede
conditie worden uitgevoerd. Het nadeel
is dat de laserbehandeling bij sommige
patiënten niet goed werkt en sommige
prostaten zijn er gewoonweg niet geschikt
voor. Ook hebben sommige patiënten na
de ingreep met de laser erg veel aandrang
en dit gevoel kan lang blijven. De laserbehandeling is om al deze redenen nog altijd
experimenteel totdat artsen er voldoende
ervaring mee hebben opgedaan.
Niets doen
In sommige gevallen is de prostaat weliswaar te groot, maar ontstaan er weinig
klachten. Als de patiënt er vrij weinig last
van heeft, dan kan de arts besluiten niet
te behandelen. Een heleboel mannen gaan
in de loop van de tijd wat langzamer plassen, terwijl dat nooit tot ernstige medische
problemen leidt. In die gevallen kan ook
worden besloten niets te doen. Wel moet de
patiënt zijn prostaat dan regelmatig laten
controleren.
Prostaatkanker
Bij uitzaaiingen van prostaatkanker zijn de
kankercellen buiten de prostaat gaan groeien. In die gevallen is een behandeling van
alleen de prostaat niet zinvol, omdat daarbij
het tumorweefsel op de andere plaatsen
in het lichaam niet wordt meebehandeld.
Daarnaast is een eenmaal uitgezaaide pros-
Open-prostaatoperatie
Dit is de ingreep waarmee de meeste ervaring is opgedaan. Tegenwoordig wordt de
open-prostaatoperatie vooral uitgevoerd bij
zeer grote prostaten, waarbij een TURP te
lang zou duren. Bij de open ingreep bereikt
8
vooral een ziekte is van de oudere man,
die misschien ook andere kwalen onder de
leden heeft, gebeurt het vaak dat de patiënt
deze ingreep niet aankan. Ook kan deze
prostaatoperatie leiden tot impotentie of
tot urineverlies (incontinentie).
taatkanker niet meer volledig te genezen.
In sommige gevallen groeit de prostaatkanker echter zo langzaam dat, vooral bij
oudere mannen (ouder dan 75 jaar), geen
problemen (meer) te verwachten zijn. De
patiënt hoeft dan niet te worden behandeld.
Als er wel problemen zijn, zoals pijn door
uitzaaiingen in de botten, of de uitzaaiingen
nemen snel toe, dan kan de arts besluiten
over te gaan tot een antihormonale behandeling. Dat is een behandeling die ervoor
zorgt dat de hoeveelheid testosteron in het
lichaam afneemt. Niet alleen het gezonde
prostaatweefsel groeit door testosteron,
maar ook het kankerweefsel. Als het testosterongehalte daalt, dan remt dus ook de
groei van het prostaatkankerweefsel, waar
het ook zit. Testosteron wordt gemaakt in
de testikels. Het laten afnemen van testosteron kan door de testikels te verwijderen (castratie) of met medicijnen die het
testikelweefsel remmen (de zogenaamde
chemische castratie); beide mogelijkheden
geven hetzelfde resultaat. Een onvermijdelijke bijwerking vormt het verdwijnen
van potentie en libido. Helaas zullen de
kankercellen na verloop van tijd (maar vaak
pas na jaren) ‘ongevoelig’ worden voor deze
behandeling en toch weer gaan groeien; dan
zijn extra medicijnen nodig.
Bestraling
Een alternatief is het bestralen van de prostaat en de directe omgeving ervan. Dit geeft
bijna hetzelfde resultaat als de operatie.
Ook bestraling geeft bijwerkingen, hoewel
ook bestralingstechnieken in de loop van
de jaren sterk zijn verbeterd. Zo wordt ook
het gezonde blaasweefsel deels meebestraald. Dat kan later leiden tot littekens en
het ‘krimpen’ van de blaas. Ook kan bestraling leiden tot impotentie als de zenuwen
worden beschadigd die vlak naast de prostaat liggen. Bovendien kan de endeldarm
chronisch ontstoken raken, doordat deze
zo dicht bij de prostaat ligt. Hoewel ook bestraling dus nadelen kent, is het een goede
behandeling bij prostaatkanker en verdragen patiënten deze vaak goed.
Bestraling met naaldjes
Een speciale vorm van bestraling is die
waarbij de arts dunne naaldjes in de prostaat inbrengt rondom het kankerweefsel. De
patiënt is dan onder narcose. In de naaldjes
zitten kleine hoeveelheden van een radioactieve stof. Hiermee is het mogelijk het
kankerweefsel zeer intensief en zeer plaatselijk te bestralen. Daardoor krijgt de patiënt
geen last van de meeste bijwerkingen die
‘gewone’ bestraling wel geeft. Deze techniek is vrij nieuw en de effecten op langere
termijn zijn nog niet helemaal bekend.
Operatie
Als de kanker niet is uitgezaaid en zich
dus nog alleen in de prostaat bevindt, dan
kan de kanker worden genezen. Door een
operatie kan de gehele prostaat worden
verwijderd, zodat met de prostaat ook al
het kankerweefsel wordt weggehaald. Dit
is een vrij grote ingreep waar niet iedereen
fit genoeg voor is. Omdat prostaatkanker
9
De behandeling wordt doorgaans alleen bij
onderzoek toegepast en is nog niet helemaal geaccepteerd.
Niets doen
Ook bij prostaatkanker kan ‘niets doen’ een
goede vorm van behandelen zijn. In sommige gevallen kan het middel (de behandeling) namelijk erger zijn dan de kwaal. Zeker
als het gaat om een oude patiënt bij wie de
prostaatkanker bij toeval is gevonden, is
het onwaarschijnlijk dat de prostaatkanker
nog problemen zal geven in de relatief korte
tijd dat de patiënt nog te leven heeft. Een
behandeling zou in dat geval meer ongemak
geven dan goed doen.
Bron: Nederlandse Vereniging voor Urologie
10
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
Urologie
088 - 320 25 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
11
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
1621/02-’08
Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
Download