UROLOGIE Prostaatklachten Prostaatklachten In deze folder vindt u informatie over de prostaat, zoals de functie en ligging van de prostaat, de meest voorkomende aandoeningen en de behandelingen die daarbij horen. De folder is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts. Algemeen De prostaat is een kastanjegrote klier die zaadvocht maakt. Hij ligt vlak onder de blaas van de man, om de plasbuis heen. Onder de prostaat ligt de sluitspier van de blaas en plasbuis. Min of meer dwars door de prostaat heen lopen twee zaadleiders. Die zijn afkomstig van de bijballen (testikels). Door de zaadleiders stroomt alleen tijdens een zaadlozing sperma. Een voorraad sperma wordt bewaard in de twee zaadblaasjes die links en rechts tussen de prostaat en de blaas liggen. Tijdens een zaadlozing worden de zaadblaasjes ‘uitgeknepen’, zodat een hoeveelheid sperma in de plasbuis wordt gespoten en uiteindelijk via de penis het lichaam verlaat. De bijballen en de prostaat zijn met elkaar verbonden. Vlak naast de prostaat lopen een aantal zenuwbundeltjes naar de penis. Deze zenuwbundeltjes zijn belangrijk voor het ‘maken’ van erecties. Figuur 1: het mannelijk geslachtsorgaan De prostaat is bij de geboorte al aanwezig, maar heel klein. Door het mannelijk geslachtshormoon testosteron groeit de prostaat in de puberteitsjaren tot volwassen grootte. De gemiddelde grootte is 15 ml, maar afmetingen van 100 ml of meer komen ook voor. De drie meest voorkomende aandoeningen aan de prostaat zijn: ontsteking (infectie), vergroting en kanker. 1 Prostaatontsteking verschillende plekken: in het kruis, de onderbuik, liezen en rug. Het is meestal een zeurende pijn, die soms ook een paar dagen weg kan zijn. Ook kan het plassen vervelend zijn: vaker moeten plassen, niet lang de plas kunnen ophouden, branderigheid bij het plassen. Dat komt doordat de ontstoken prostaat zo dicht bij de blaas ligt. Door de ontsteking kan de prostaat iets opzwellen, zodat het plassen wat moeilijker gaat en de urinestraal slapper wordt. Als de prostaat uiteindelijk weer is genezen (vanzelf of na een antibioticakuur), dan blijven meestal wat littekentjes achter. Deze geven zelf geen klachten, maar vergroten wel de kans op een nieuwe infectie. Bij een prostaatontsteking is het klierweefsel van de prostaat ontstoken. Vaak wordt dit veroorzaakt door een eerdere blaasontsteking. In de plasbuis en blaas zitten altijd wel bacteriën, meestal de ‘bekende’ eigen darmbacteriën. Die doen normaal gesproken weinig kwaad, al horen ze er niet thuis. De urine spoelt de bacteriën vaak uit het lichaam voordat het er te veel worden. Soms, bijvoorbeeld bij een lagere weerstand door griep, kan het aantal bacteriën toch te hoog worden. Dat zorgt voor een ontstoken blaas of prostaat. Vaak gaat de blaasontsteking dan weer vanzelf over (die spoelt zichzelf weer schoon), maar bij de prostaat gaat dat moeilijker. Er stroomt namelijk wel urine langs, maar niet erdoorheen, zodat de prostaat niet zo makkelijk wordt doorgespoeld. Ook is de weerstand tegen infecties in de prostaat niet zo hoog; mogelijk vanwege het feit dat de bacteriën die erbij betrokken zijn, geen absolute ‘vreemden’ zijn voor ons afweersysteem - het zijn immers meestal de eigen darmbacteriën. Zolang de bacteriën maar niet al te agressief zijn, reageert het afweersysteem van het lichaam er nauwelijks op. Als de prostaatontsteking echter door geslachtsziekten wordt veroorzaakt, reageert het lichaam vaak sterk. De patiënt krijgt dan hoge koorts en voelt zich erg beroerd. Een ontstoken prostaat geeft geen hogere kans op prostaatkanker. Hoewel er meestal geen duidelijke oorzaak voor de ontsteking wordt gevonden, kunnen er soms omstandigheden zijn die een en ander in de hand werken: een vergrote prostaat of prostaatcysten. In het geval van prostaatcysten zit er vocht in kleine holtes in de prostaat. Ondanks behandeling met antibiotica, kunnen bacteriën er soms overleven. Daardoor blijft de ontsteking ontstaan. Prostaatpijn Soms kan de prostaat gevoelig zijn. Dat zorgt voor regelmatig terugkerende, vage pijnklachten in de onderbuik, liezen of kruis. Dat heet prostaatpijn. Net zoals een gevoelige maag kan opspelen bij spanningen op het werk of thuis (brandend maagzuur), zo kan ook het prostaatgebied (prostaat, blaas, plasbuis, bijbal) bij stress geïrriteerd raken en pijn doen. Vaak is er dan met de Klachten Meestal valt het met de klachten bij een prostaatontsteking dus wel mee. Sommige mannen hebben al een hele tijd een ontsteking voordat ze het merken. Een prostaatontsteking kan pijn geven op heel 2 uit. De blaas levert de spierkracht voor de urinestraal. Gelukkig kan de blaas in de loop van de jaren sterker worden. Bij een kijkonderzoek in de blaas is dat vaak goed te zien aan dikke spierbundels in de blaas. Maar op een gegeven moment kan de blaas niet sterker worden en zal hij de strijd verliezen met de prostaat die steeds meer in de weg zit. Vanaf dat moment zal de blaas na het plassen niet meer helemaal leeg raken. Er blijft dan steeds meer urine in de blaas achter. Ook dit gaat meestal zo langzaam dat de man het niet eens merkt. Totdat het op een dag opeens helemaal niet meer lukt om te plassen. Dit gebeurt vaak nadat hij veel alcohol heeft gedronken. Alcohol vermindert namelijk de spierkracht en dus ook de kracht van de blaas, die ook een spier is. Het hoeft zover niet te komen. Soms houdt de groei van de prostaat opeens op. Vaak kan de prostaat ook jaren niet groeien, om vervolgens wel weer groter te worden. Soms komt de patiënt door de klachten bij de dokter: een slappere straal, moeite met ‘op gang komen’, nadruppelen na het plassen, vaak plassen. In andere gevallen zijn de complicaties de reden: niet meer kunnen plassen, blaas- en/of prostaatontstekingen of blaasstenen (doordat er voortdurend urine in de blaas achter blijft). Een vergrote prostaat zorgt in elk geval niet voor prostaatkanker. Tegenwoordig komen meer en meer mannen gelukkig ‘op tijd’ bij de dokter. Als de man te lang met de behandeling wacht, dan wordt het namelijk een stuk moeilijker om de vergrote prostaat te genezen. Als de blaas te ver is uitgerekt, is het probleem zelfs niet meer te verhelpen. blaas of prostaat op zich niets aan de hand, hoewel een en ander wel vaker voorkomt bij mannen die eerder prostaatontstekingen hadden. Prostaatvergroting Bij een aantal mannen kan de prostaat in de loop van de jaren gaan groeien. Waarom dit bij sommige mannen wel gebeurt, en bij andere mannen niet, is niet duidelijk. Het mannelijk geslachtshormoon testosteron is nodig voor een normale ontwikkeling en groei van de prostaat. Maar toch is het niet zo dat een hoog testosterongehalte in het bloed eerder leidt tot een vergrote prostaat. Ook is het niet zo dat een prostaatvergroting altijd tot klachten leidt. Sommige mannen hebben een heel grote prostaat maar plassen prima, terwijl anderen met een slechts licht vergrote prostaat helemaal niet meer kunnen plassen. Verminderde straalkracht Als de vergrote prostaat wèl voor klachten zorgt, dan begint dit meestal met een verminderde straalkracht bij het plassen. Het duurt dan langer tot de blaas leeg is. Dat komt doordat de vergrote prostaat (die immers om de plasbuis heen zit) de plasbuis kan dichtdrukken. Daardoor wordt de doorgang voor de urine kleiner en de straal minder sterk. Deze ontwikkeling verloopt over vele jaren, zodat het vaak niet opvalt. Daarbij denken sommige mannen dat het bij hun leeftijd hoort dat ze zo’n slappe straal hebben. Doordat de vergrote prostaat ook de blaas begint te irriteren, moeten sommige mannen ook vaker plassen en moeten ze soms meerdere malen ‘s nachts het bed 3 Prostaatkanker Klachten Vaak merkt de patiënt in het begin niet dat hij prostaatkanker heeft. Doordat de kanker meestal aan de buitenkant van de prostaat begint, zorgt de zwelling (tumor) pas laat in de ziekte voor een verminderde straalkracht bij het plassen. Ook hebben mannen met prostaatkanker bijna nooit pijn. De pijn ontstaat vaak pas nadat de kanker is uitgezaaid. De uitzaaiing van kankercellen verloopt meestal via de lymfeklieren of via de bloedvaten. Van daaruit zaait het uit naar de botten: meestal het bekken en de ruggenwervels. Het kankerweefsel drukt het gezonde botweefsel opzij, wat bij de patiënt veel pijn kan doen. Veruit de meeste mannen van negentig jaar en ouder hebben prostaatkanker. Gelukkig groeit prostaatkanker op die leeftijd vrij langzaam, zodat de meeste mannen er nooit last van zullen krijgen. Maar op jongere leeftijd (rond de 70 jaar) groeien de cellen wat sneller. Een behandeling is dan nodig om te voorkomen dat de cellen zich verspreiden naar andere delen van het lichaam. Overigens is het niet zo dat prostaatkanker altijd uitgroeit en/of uitzaait; in een aantal gevallen zal de prostaatkanker ‘slapend’ aanwezig blijven en nooit problemen veroorzaken. Als er bij iemand kankercellen worden gevonden, is het helaas nooit te voorspellen of de kanker later actief zal worden of ‘slapend’ blijft. Onderzoek Er zijn verschillende manieren om de prostaat te onderzoeken. Niet alle onderzoeken zijn altijd nodig. Over het algemeen zal de uroloog hierin een keuze maken. Hieronder volgen de onderzoeken die het vaakst worden verricht. Oorzaak Het is niet bekend wat prostaatkanker veroorzaakt, ook al weten we wel dat het te maken heeft met testosteron. Het wordt niet veroorzaakt door een ontstoken prostaat of door een goedaardige vergroting van de prostaat. Vaak zitten kankercellen zelfs op een andere plaats in de prostaat dan bij een goedaardige vergroting; een vergrote prostaat ontstaat in het deel direct rondom de plasbuis, terwijl prostaatkanker juist aan de buitenrand van de prostaat ontstaat. Prostaatkanker is dan ook over het algemeen vanuit de endeldarm door de dokter goed te voelen als een knobbel aan het oppervlak van de prostaat. Iemand kan wel een vergrote prostaat èn prostaatkanker hebben. Dat komt vrij veel voor. Rectaal toucher Bij dit onderzoek tast de arts met de vinger via de anus de prostaat af. Hij kan zo inschatten of de prostaat vergroot is of dat er sprake kan zijn van kanker. Het onderzoek is wat oncomfortabel, maar niet pijnlijk. Een pijnlijke prostaat kan wijzen op een prostaatontsteking. Bloedonderzoek Soms kan er een infectie in het lichaam zitten. Dat kan worden aangetoond door bij een bloedonderzoek de bloedbezinking te meten en het aantal witte bloedlichaampjes 4 wordt de echografie via een speciaal staafje vanuit de endeldarm verricht. Het staafje is iets dikker dan de vinger van de dokter, dus het onderzoek is niet pijnlijk. Eventuele verkalkingen in de prostaat (bijvoorbeeld als teken van een ‘oude’ prostaatontsteking) vallen goed op en de arts kan de grootte van de prostaat heel nauwkeurig opmeten. Een gezonde prostaat is donkergrijs op het beeldscherm; lichtere plekken kunnen wijzen op een ontsteking, donkere op kanker. Ook kan de arts de grootte en uitbreiding van eventuele prostaatkanker inschatten. te tellen. Als die zijn toegenomen, is er iets in het lichaam ontstoken. Een belangrijke graadmeter voor de gezondheid van de prostaat is de hoeveelheid PSA in het bloed. PSA betekent Prostaat Specifiek Antigeen. Dat is een stof die de prostaat aan het bloed afgeeft. Normaal gesproken is de waarde lager dan 4. Op latere leeftijd (ouder dan 70 jaar) kan een hogere waarde van 7 en meer ook normaal zijn. Als de PSA-waarde verhoogd is, dan betekent dat dat er iets aan de hand is met de prostaat. Hij kan dan vergroot of ontstoken zijn of er kan kanker in zitten. Verder onderzoek is dan nodig om uit te zoeken wat er precies aan de hand is. CT-scan Met een CT-scan (Computer-Tomografiescan) wordt het lichaam als het ware in dunne plakjes röntgenafbeeldingen gesneden. Vaak spuit de arts ook nog contraststof in een ader van de patiënt om de prostaat en het gebied eromheen beter te kunnen zien. Dit onderzoek is vooral belangrijk om te weten of er uitzaaiingen zijn in geval van prostaatkanker. Hoewel het een heel nauwkeurig onderzoek is, kan het toch zijn dat de arts liever opereert. Met een kleine operatie om de lymfeklieren rondom de prostaat, kan hij ze nog nauwkeuriger onderzoeken. Urineonderzoek Vaak is aan de urine niet te zien waar in de urinewegen (nieren, blaas, prostaat) een mogelijke infectie precies zit. Meestal is het aantal witte bloedcellen bij een prostaatontsteking niet sterk verhoogd, maar bij een gelijktijdig optredende blaasontsteking kan dat wel het geval zijn. Bloed in de urine kan voorkomen bij infecties, maar ook bij nier-, blaas- of prostaatkanker. Spermaonderzoek Soms kan het nodig zijn om het sperma, de witte bloedcellen of bacteriën te onderzoeken om een mogelijk ontstoken prostaat aan te tonen. Kijkonderzoek in de blaas (cystoscopie) Bij een cystoscopie kijkt de arts via de plasbuis met een kijker in de plasbuis en de blaas. Hij kan zo de grootte van de prostaat inschatten en beoordelen in hoeverre een vergrote prostaat ‘in de weg zit’. Niet elke vergrote prostaat geeft namelijk problemen bij het plassen. Ook kan de arts zien of er stenen of tumoren in de blaas zitten. Echo van de prostaat Met een echografie kan de arts de prostaat met ultrageluidsgolven aftasten. Daar hoort en voelt de patiënt niets van. Omdat de prostaat achter het schaambeen en vrij ver naar achteren ligt, is het lastig om hem van voren goed zichtbaar te maken. Daarom 5 Behandelingen Tot slot geeft het onderzoek de arts een indruk van de conditie (de kracht) van de blaas. Hieronder vindt u een aantal veel voorkomende ziektebeelden aan de prostaat met de behandelingen die daarbij horen. Weghalen van klein stukje weefsel (biopsie) Behandeling prostaatontsteking Soms kan het nodig zijn om biopten (kleine stukjes weefsel) uit de prostaat weg te halen voor verder onderzoek. Bijvoorbeeld wanneer de arts na een rectaal toucher, bij een verhoogd PSA-gehalte of bij afwijkingen bij de echografie, denkt aan prostaatkanker. De biopsie gebeurt meestal via de anus. Met een zeer dunne naald haalt de arts enkele kleine stukjes prostaatweefsel weg. Dat doet hij tegenwoordig vaak met een soort pistool, waardoor het onderzoek vliegensvlug verloopt en meestal pijnloos is. Wel kan de patiënt na het onderzoek nog even bloeden (bloed in de ontlasting, in de urine en bij een zaadlozing), maar dat houdt meestal snel weer op (bij zaadlozing duurt het wat langer). Vaak krijgt de patiënt een korte antibioticakuur om infecties te voorkomen. Het is soms moeilijk om een ontstoken prostaat te genezen. Meestal is het noodzakelijk om langdurig met antibiotica te behandelen. Ook moet de patiënt veel drinken zodat hij door de grote hoeveelheid urine de blaas en urinewegen vaak schoonspoelt. Omdat het wel enige maanden kan duren voordat de prostaat weer helemaal is hersteld, is het noodzakelijk het vele drinken lang vol te houden. Bij onvoldoende drinken raakt de prostaat namelijk weer snel ontstoken; helaas komt dit toch vaak voor. Soms is de prostaat zo ernstig en/of langdurig ontstoken geweest, dat deze nooit meer helemaal ‘de oude’ wordt. Dat betekent dat de prostaat kwetsbaar blijft voor nieuwe infecties en dat sommige mannen de rest van hun leven af en toe klachten zullen hebben. In sommige gevallen kunnen dieetmaatregels zin hebben (vermijden van scherp voedsel, koolzuurhoudende dranken, teveel alcohol). Vaak biedt een warm bad direct verlichting. Veel drinken blijft belangrijk. Uiteraard is het nodig om de oorzaak van de ontsteking in de prostaat aan te pakken. Maar vaak is er niet veel aan de hand. Botscan Ook met een botscan kan de arts bekijken in hoeverre prostaatkanker is uitgezaaid naar de botten. Hij spuit daarvoor een licht radioactieve stof in een ader. Deze stof hecht zich aan de uitzaaiingen in de botten, als die er zijn. Met een speciale camera worden de botten gefilmd, zodat ‘verdachte’ plekken direct zichtbaar worden. 6 Behandeling prostaatvergroting Terwijl vroeger alleen een operatie mogelijk was, zijn er tegenwoordig meerdere manieren om een vergrote prostaat te behandelen. sommige patiënten reageert de prostaat helemaal niet op het middel. Het is overigens nog onduidelijk wat er gebeurt als de patiënt (na goede resultaten) met het middel stopt: begint de prostaat dan weer langzaam te groeien of treedt in korte tijd een ‘inhaalgroei’ op? Medicijnen Combinatie Met speciaal voor de prostaat ‘ontworpen’ medicijnen is het mogelijk de prostaat meer ‘ruimte’ te geven of de prostaat te laten slinken. Soms kan de patiënt beide middelen tegelijk gebruiken. Het ene middel zorgt dan dat hij snel beter kan plassen, terwijl het andere middel op de langere termijn de prostaat verkleint. Meer ruimte voor de prostaat Doordat in de wand van de prostaat spiervezeltjes zitten, is het mogelijk om met bepaalde medicijnen (alfa-blokkers) deze spiervezels te ontspannen. Daardoor kan de grote prostaat wat naar buiten uitzetten. De plasbuis, die midden in de prostaat zit, komt dan minder onder druk te staan en het plassen gaat weer makkelijker. Groeit de prostaat echter door, dan zal de ruimte snel weer door nieuw prostaatweefsel worden ingenomen en keren de plasproblemen weer terug. Prostaatoperaties via de plasbuis De TURP Een standaardbehandeling is de TURP (Trans Urethrale Resectie Prostaat). Bij deze operatie wordt de prostaat gedeeltelijk verwijderd. Dat gebeurt via de plasbuis. Hierbij wordt via een buisje de prostaat als het ware weggeschraapt. Dit kun je vergelijken met het uithollen van een appel vanuit het klokhuis, waarbij uiteindelijk alleen de schil overblijft. De wand van de prostaat blijft dus achter, zodat de prostaat wel kan aangroeien. De prostaat wordt echter nooit meer zo groot dat hij voor problemen kan zorgen. Bij deze ingreep kan de patiënt veel bloed verliezen, dat meteen uit de prostaat of blaas wordt weggespoeld. Na de ingreep krijgt de patiënt een kunststof slangetje (katheter genoemd) dat via de plasbuis in zijn blaas zit. Door dit slangetje kunnen bloed- en weefselresten uit de blaas en prostaat worden gespoeld. Complicaties De prostaat laten krimpen De prostaat groeit door testosteron. Bepaalde medicijnen (5-alfa-reductaseremmers) voorkomen dat het testosteron in de prostaat actief wordt, waardoor de prostaat niet meer groeit of zelfs krimpt. Het krimpen van de prostaat gaat echter niet snel en vaak moet de patiënt deze medicijnen een aantal jaren gebruiken voordat de prostaat klein genoeg is geworden. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als het plassen helemaal niet meer mogelijk is, duurt dit te lang. Bij 7 de arts de prostaat via een snee in de onderbuik. Vervolgens maakt hij de wand van de prostaat open en haalt hij het teveel aan prostaatweefsel weg. Ook hierbij wordt dus niet de gehele prostaat verwijderd en blijft de prostaatwand achter. Het is een veilige ingreep, waarbij de patiënt wel vrij veel bloed verliest. Soms moet de patiënt weer wat bloed krijgen toegediend om het bloedverlies te compenseren. Omdat het prostaatkapsel van buitenaf is geopend, moet er een paar dagen via de plasbuis een katheter in de blaas blijven, zodat de dichtgehechte opening ‘waterdicht’ kan groeien. Ook na deze operatie stroomt het zaad tijdens een zaadlozing naar de blaas in plaats van naar de penis. zijn er zelden; wel kan het enige tijd duren voordat de patiënt zijn plas weer goed kan ophouden. De sluitspier van de blaas moet namelijk weer wennen aan de toegenomen kracht van de urine die weer langsstroomt. Ook zal bij een zaadlozing het zaad ‘de verkeerde kant’ uitgaan, namelijk naar de blaas. Dat komt doordat het kleine afsluitspiertje dat dit normaal gesproken tegengaat, bij de ingreep altijd ‘sneuvelt’. Maar de patiënt is na de ingreep slechts tijdelijk impotent. De ingreep gaat dus niet ten koste van zijn seksuele beleving. Laser-TURP Een variatie op de TURP is een operatie met behulp van het laser-apparaat. De ingreep is bijna hetzelfde, maar nu wordt het weefsel niet weggeschraapt, maar verdampt met het zeer hete laserlicht. Het voordeel is dat de patiënt bij deze ingreep minder bloed verliest dan bij de TURP. Ook kan deze ingreep bij patiënten met een minder goede conditie worden uitgevoerd. Het nadeel is dat de laserbehandeling bij sommige patiënten niet goed werkt en sommige prostaten zijn er gewoonweg niet geschikt voor. Ook hebben sommige patiënten na de ingreep met de laser erg veel aandrang en dit gevoel kan lang blijven. De laserbehandeling is om al deze redenen nog altijd experimenteel totdat artsen er voldoende ervaring mee hebben opgedaan. Niets doen In sommige gevallen is de prostaat weliswaar te groot, maar ontstaan er weinig klachten. Als de patiënt er vrij weinig last van heeft, dan kan de arts besluiten niet te behandelen. Een heleboel mannen gaan in de loop van de tijd wat langzamer plassen, terwijl dat nooit tot ernstige medische problemen leidt. In die gevallen kan ook worden besloten niets te doen. Wel moet de patiënt zijn prostaat dan regelmatig laten controleren. Prostaatkanker Bij uitzaaiingen van prostaatkanker zijn de kankercellen buiten de prostaat gaan groeien. In die gevallen is een behandeling van alleen de prostaat niet zinvol, omdat daarbij het tumorweefsel op de andere plaatsen in het lichaam niet wordt meebehandeld. Daarnaast is een eenmaal uitgezaaide pros- Open-prostaatoperatie Dit is de ingreep waarmee de meeste ervaring is opgedaan. Tegenwoordig wordt de open-prostaatoperatie vooral uitgevoerd bij zeer grote prostaten, waarbij een TURP te lang zou duren. Bij de open ingreep bereikt 8 vooral een ziekte is van de oudere man, die misschien ook andere kwalen onder de leden heeft, gebeurt het vaak dat de patiënt deze ingreep niet aankan. Ook kan deze prostaatoperatie leiden tot impotentie of tot urineverlies (incontinentie). taatkanker niet meer volledig te genezen. In sommige gevallen groeit de prostaatkanker echter zo langzaam dat, vooral bij oudere mannen (ouder dan 75 jaar), geen problemen (meer) te verwachten zijn. De patiënt hoeft dan niet te worden behandeld. Als er wel problemen zijn, zoals pijn door uitzaaiingen in de botten, of de uitzaaiingen nemen snel toe, dan kan de arts besluiten over te gaan tot een antihormonale behandeling. Dat is een behandeling die ervoor zorgt dat de hoeveelheid testosteron in het lichaam afneemt. Niet alleen het gezonde prostaatweefsel groeit door testosteron, maar ook het kankerweefsel. Als het testosterongehalte daalt, dan remt dus ook de groei van het prostaatkankerweefsel, waar het ook zit. Testosteron wordt gemaakt in de testikels. Het laten afnemen van testosteron kan door de testikels te verwijderen (castratie) of met medicijnen die het testikelweefsel remmen (de zogenaamde chemische castratie); beide mogelijkheden geven hetzelfde resultaat. Een onvermijdelijke bijwerking vormt het verdwijnen van potentie en libido. Helaas zullen de kankercellen na verloop van tijd (maar vaak pas na jaren) ‘ongevoelig’ worden voor deze behandeling en toch weer gaan groeien; dan zijn extra medicijnen nodig. Bestraling Een alternatief is het bestralen van de prostaat en de directe omgeving ervan. Dit geeft bijna hetzelfde resultaat als de operatie. Ook bestraling geeft bijwerkingen, hoewel ook bestralingstechnieken in de loop van de jaren sterk zijn verbeterd. Zo wordt ook het gezonde blaasweefsel deels meebestraald. Dat kan later leiden tot littekens en het ‘krimpen’ van de blaas. Ook kan bestraling leiden tot impotentie als de zenuwen worden beschadigd die vlak naast de prostaat liggen. Bovendien kan de endeldarm chronisch ontstoken raken, doordat deze zo dicht bij de prostaat ligt. Hoewel ook bestraling dus nadelen kent, is het een goede behandeling bij prostaatkanker en verdragen patiënten deze vaak goed. Bestraling met naaldjes Een speciale vorm van bestraling is die waarbij de arts dunne naaldjes in de prostaat inbrengt rondom het kankerweefsel. De patiënt is dan onder narcose. In de naaldjes zitten kleine hoeveelheden van een radioactieve stof. Hiermee is het mogelijk het kankerweefsel zeer intensief en zeer plaatselijk te bestralen. Daardoor krijgt de patiënt geen last van de meeste bijwerkingen die ‘gewone’ bestraling wel geeft. Deze techniek is vrij nieuw en de effecten op langere termijn zijn nog niet helemaal bekend. Operatie Als de kanker niet is uitgezaaid en zich dus nog alleen in de prostaat bevindt, dan kan de kanker worden genezen. Door een operatie kan de gehele prostaat worden verwijderd, zodat met de prostaat ook al het kankerweefsel wordt weggehaald. Dit is een vrij grote ingreep waar niet iedereen fit genoeg voor is. Omdat prostaatkanker 9 De behandeling wordt doorgaans alleen bij onderzoek toegepast en is nog niet helemaal geaccepteerd. Niets doen Ook bij prostaatkanker kan ‘niets doen’ een goede vorm van behandelen zijn. In sommige gevallen kan het middel (de behandeling) namelijk erger zijn dan de kwaal. Zeker als het gaat om een oude patiënt bij wie de prostaatkanker bij toeval is gevonden, is het onwaarschijnlijk dat de prostaatkanker nog problemen zal geven in de relatief korte tijd dat de patiënt nog te leven heeft. Een behandeling zou in dat geval meer ongemak geven dan goed doen. Bron: Nederlandse Vereniging voor Urologie 10 St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E [email protected] www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Urologie 088 - 320 25 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen Poliklinieken St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 11 Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl 1621/02-’08 Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis