Opgave :met een context over “het deeltje in de doos” : Snaar A Laat zien dat voor een snaar met lengte L de passende golflengten worden gegeven door: λn = 2L / n B Welke golflengte hoort bij de grondtoon van de snaar? C Heeft het geluid dat de snaar voortbrengt in de lucht ook deze golflengte? Leg uit. Antwoorden: a Uit de figuur blijkt dat er telkens een geheel aantal halve golflengtes op de snaar passen. Als je dit in een formule zet dan ziet dat er zo uit: L = nλ/2, dus λ= 2L/n b De grondtoon hoort bij de kleinste n dus n = 1. λ is dan gelijk aan 2L. c Nee, het geluid heeft dezelfde frequentie als de trillende snaar. De golflente wordt dan bepaald door λ= v/f en de golfsnelheid in de snaar is niet hetzelfde als de geluidssnelheid in lucht Opgave 2 De kinetische energie van een deeltje wordt gegeven door Ek=1/2 mv2. A Laat zien dat dit ook geschreven kan worden als Ek=p2 / 2m B Gebruik p = h / λ om af te leiden dat Ek=h2 / 2mλ2 Voor het deeltje in een doos geldt dat λn = 2L / n. C Gebruik deze formule om af te leiden dat Ek,n = n2h2/8mL2. Antwoorden opgave 2 A Dit volgt direct uit gebruik van p=mv . B Dit volgt direct uit invullen van p = h/λ in Ek = p2/2m C Ook hier een kwestie van invullen: λn = 2L / n in Ek = h2 / 2mλ2 levert het juiste resultaat