MENU VAN DE CHEF : BTW-VERLAGING NU ! De horeca trekt aan de alarmbel. De horeca, dat zijn 52.000 Belgische horecaondernemers die samen 109.000 werknemers1 vast tewerkstellen en bijna evenveel studenten en gelegenheidswerknemers. waarvoor de economische realiteit vandaag uitermate kritisch is. Stijgende kosten en dalende omzetten, omwille van het zwakke consumentenvertrouwen zetten de winstmarges onder zeer sterke druk. Nooit was het aantal faillissementen in de sector zo hoog als de afgelopen jaren. Het aantal bedrijven dat over te laten staat, neemt exponentieel toe. De sector is zwaar geraakt door de huidige economische crisis. In de eerste 5 maanden van 2009 werden reeds 767 horecaondernemingen failliet verklaard 2. Dat is een stijging met 22,33 % tegenover de eerste vijf maanden van 2008. Januari - mei 2003 Januari - mei 2004 Januari - mei 2005 Januari - mei 2006 Januari - mei 2007 Januari - mei 2008 Januari - mei 2009 495 577 580 626 599 627 767 Bron: Graydon, studie faillissementen 2 juni 2009 - http://www.graydon.be/pictures/medialib/studie/248.doc Aantal faillissementen horeca Vlaa nder en Brus sel Wall onië Tota al 1996 624 1997 628 1998 647 1999 591 2000 595 2001 583 2002 611 2003 631 2004 711 2005 702 2006 729 2007 797 2008 814 221 191 194 237 188 190 175 194 216 217 253 223 293 375 384 331 358 363 357 293 388 397 411 425 223 455 1120 1203 1172 1186 1146 1085 1079 1213 1324 1330 1407 1243 1562 Bron: Studiedienst Graydon, De evolutie van de faillissementen en gerechtelijke akkoorden in België 1998-2009 http://www.graydon.be/pictures/medialib/studie/EvolutieFaillissementen.pdf Indien de overheid de horecasector echt beschouwt als een hoeksteen van het maatschappelijk netwerk dan moeten er dringend een aantal ingrijpende beleidsmaatregelen worden genomen 1 2 Situatie 2007 Graydon, Studie Faillissementen 2 juni 2009 - http://www.graydon.be/pictures/medialib/studie/248.doc om de rentabiliteit in de sector op te krikken. Het is vooral tijd om een jarenlange belofte, de BTW-verlaging, eindelijk in te vullen. 1. APERITIEF Op dit moment is het verschaffen van spijs en drank in restaurants en cafés en, meer in het algemeen, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse een dienst die belast wordt aan het normale BTW-tarief van 21 %. Voedingsmiddelen die worden afgehaald vallen onder het verlaagd tarief van 6%. De Horeca-sector ijvert al jaren voor een algemene toepassing van het verlaagd BTW-tarief van 6%. Tot voor kort liet de Europese regelgeving dit niet toe. Europa heeft in 1999 het verlaagd BTW-tarief mogelijk gemaakt voor een aantal arbeidsintensieve diensten. België koos ervoor om een verlaagd tarief toe te passen op de renovatie van privéwoningen ouder dan 5 jaar en kleine hersteldiensten aan fietsen, schoenen en kleding. Dit project werd meermaals verlengd, de laatste keer tot 2010. De horecasector werd niet in dit Europees project opgenomen. Ten onrechte, de horecasector is immers per definitie een arbeidsintensieve sector. Na jarenlang verzet van ondermeer Duitsland is er in het voorjaar van 2009 op Europees niveau een compromis tot stand gekomen met betrekking tot de verlaagde BTW-tarieven. Het bestaande project rond de arbeidsintensieve diensten krijgt een permanent karakter en de uitbreiding naar de horeca-sector is een feit. De discussie wordt hiermee (voorlopig ?) gesloten en er is geen uitbreiding voorzien naar andere sectoren. De wijziging van de richtlijn is gepubliceerd op 9 mei 2009. Hierdoor is de categorie van “restaurantdiensten, restauratie en cateringdiensten” opgenomen in de tabel van diensten waarover lidstaten een verlaagd BTW-tarief mogen invoeren. De lidstaten mogen zelf bepalen of ze ook de dranken, al dan niet met inbegrip van alcoholische dranken, hierin meenemen. Het verlaagd tarief voor de horeca is door deze wijziging mogelijk sinds 1 juni 2009. 2. VOORGERECHT : SITUATIE IN DE BUURLANDEN Een algemene toepassing van het verlaagd BTW-tarief voor de Belgische horeca zal de bestaande verschillen tussen de lidstaten opheffen en de grensoverschrijdende concurrentie en het verlies aan concurrentiekracht tegengegaan. Momenteel gebruiken reeds twee van onze buurlanden een verlaagd BTW-tarief voor de horeca, zijnde Luxemburg aan 3% en Nederland aan 6%. Frankrijk voert het verlaagd tarief van 5,5% op 1 juli 2009 in. 2.1. VERLAAGD TARIEF IN NEDERLAND EN LUXEMBURG Met de Europese Richtlijn van 19 oktober 19923 werd, in het kader van de voltooiing van de interne markt, een minimum BTW-tarief ingevoerd, zowel voor het normale tarief als voor het verlaagd tarief dat mogelijk was voor een limitatieve lijst van categorieën goederen en diensten (bijlage H)4. Om bij de inwerkingtreding van de interne markt op 1 januari 1993 een brutale overgang van het verlaagd tarief naar het normale tarief te voorkomen, werd, bij wijze van overgangsmaatregel, aan de lidstaten toegelaten om bestaande verlaagde tarieven te blijven toepassen op producten die niet in deze lijst werden opgenomen. Op basis van deze maatregel mochten Nederland en Luxemburg hun verlaagd tarief behouden voor de horeca. In Nederland geldt een BTW-tarief van 6% voor het verstrekken van voedingsmiddelen voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf. Onder voedingsmiddelen rekent men eet- en drinkwaren, ingrediënten en voedingspreparaten. Alcoholische dranken worden niet tot de voedingsmiddelen gerekend, hiervoor geldt het normale BTW-tarief van 19%. Luxemburg hanteert een verlaagd BTW-tarief van 3%. Het verlaagd tarief is van toepassing op het verbruik van voedingswaren en dranken ter plaatse. 2.2. FRANKRIJK Frankrijk is op Europees niveau steeds vragende partij geweest voor een mogelijkheid tot het invoeren van een verlaagd BTW-tarief voor de horeca, net zoals Belgie. De Franse regering heeft beslist om de BTW-verlaging van 19,6% naar 5,5% voor de horecasector in te voeren vanaf 1 juli 2009. De verlaging geldt niet voor de alcoholische dranken. 3 Richtlijn 92/77/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegd waarde en tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG (onderlinge aanpassing van de BTW-tarieven), Publicatieblad L 316 van 31 oktober 1992 4 Normaal tarief 15%, verlaagd tarief 5% Tegenover deze inspanning van de Franse regering staan ook engagementen vanuit de sector. Om hieromtrent afspraken te kunnen maken is eind april 2009 de Staten Generaal voor de Horeca bijeengeroepen. Op 28 april 2008 is het contract tussen de Franse regering en de verschillende horecafederaties5 ondertekend dat een startpunt vormt voor de vernieuwing van de horecasector. 2.3. DUITSLAND In Duitsland geldt het normale tarief van 19% maar ook daar vraagt de horeca een verlaging naar 7%. Tot op heden zijn nog geen stappen ondernemen door de regering. 3. TUSSENGERECHT : POLITIEKE BELOFTES Deze oproep van de horecasector om NU dringend werk te maken van de BTW-verlaging mag voor de politieke partijen geen verrassing zijn. Al jaren wordt deze verlaging als wortel voorgehouden aan de sector. De keren dat politici de sector via de pers een BTW-verlaging voorspiegelden, vaak net voor de verkiezingen, is niet bij te houden. Maar ook regeringen en bevoegde ministers lieten uitschijnen dat een BTW-verlaging wenselijk en realistisch was. De paarse regering maakte zich in 1999 al sterk dat ze zou ijveren voor een BTW-verlaging op Europees niveau in het kader van het project voor de arbeidsintensieve diensten. Toenmalig Minister van Middenstand Rik Daems maakte opnieuw beloftes op de StatenGeneraal voor de Horeca in september 2002. In het regeerakkoord van Verhofstadt II6, “Een creatief en solidair België”, werd de BTWverlaging uitdrukkelijk opgenomen in het regeerakkoord. Onder de titel Zuurstof voor kennis en ondernemen lezen we: “In het kader van de herziening van de BTW-tarieven binnen de Europese Unie zal de Belgische regering er nadrukkelijk naar streven een vermindering van het BTW-tarief te bekomen voor sectoren zoals onder meer de tuinaanleg en onderhoud, de geluidsdragers, de bouw met een bijzondere aandacht voor de sociale huisvesting en de schoolgebouwen en de horeca. (…) Overigens zal de regering voor de horeca een specifiek beleid ontwikkelen. De horeca maakt immers deel uit van het sociaal weefsel van onze samenleving. Met de sector zal daarom een convenant worden nagestreefd die een gunstige ontwikkeling van de activiteiten in de horeca moet mogelijk maken. Die convenant zal slaan op de arbeids-, de fiscale en de sociale voorwaarden en op de verplichtingen m.b.t. de voedselveiligheid.”7 Contrat d’avenir entre les organisations professionnelles et l’Etat en faveur des consommateurs, des salariés et de la modernisation du secteur de la restauration http://www.minefe.gouv.fr/presse/dossiers_de_presse/090428egr_contrat_avenir/som_090428egr_contrat_avenir .php 6 VLD – MR – SPA/Spirit - PS 7 http://www.dirksterckx.be/DOC/Microsoft%20Word%20-%20regeerakkoord.pdf 5 De nota “Zuurstof voor de Horeca - CD&V toekomstvisie voor de HORECA” vermeldt: “In ons land wordt op de producten en diensten van de horeca 21% BTW geheven. In de ons omringende landen is dit niet het geval. Dit betekent dat de horeca in de grensregio’s een extra concurrentiehandicap kent. De paarse regering heeft de voorbije acht jaar de sector voortdurend een verlaging van de BTW voorgehouden als tegemoetkoming aan de sector in moeilijkheden. Hiervoor was 495 miljoen euro gebudgetteerd. Maar de regering slaagde er niet in om op Europees niveau die belofte waar te maken. CD&V heeft de regering meerdere malen voorgesteld om het voorziene bedrag dan maar op een andere manier in de sector te investeren, maar daar had ze geen oren naar. we stellen voor dat de overheid er alles aan doet om op Europees niveau een harmonisatie van de BTW in de horecasector te bereiken. Een uniforme BTW van 6% is hierbij het streefdoel. Indien deze 6% niet haalbaar is moet de overheid de middelen die ze zou inleveren bij een verlaagd BTW tarief in de sector injecteren.” Nu men zich niet langer kan verschuilen achter het Europese argument, is het hoog tijd dat de Belgische regering kleur bekent. 4. HOOFDGERECHT : DE BTW-VERLAGING Niet alleen is de verlaging van de BTW noodzakelijk om grensoverschrijdende concurrentie en verlies aan concurrentiekracht tegen te gaan nu ook Frankrijk voor een verlaagd tarief kiest, de verlaging van de BTW zou eveneens een enorme impuls zijn voor de sector omdat deze leidt tot een betere rentabiliteit door verhoging van de consumptie, een gunstig effect heeft op de tewerkstelling en fraude tegengaat. De sector pleit voor een algemene BTW-verlaging voor de hele sector en een verlaging naar 6%. Een verlaging naar 12% zou voor een deel van de sector, de afhaalmaaltijden, immers een verdubbeling van het BTW-tarief zijn en is dan ook geen optie. De sector beseft dat in deze tijden de budgettaire kost een noodzakelijke bezorgdheid is. Een algemeen doorgevoerde verlaging voor de hele sector zou een theoretische kostprijs hebben van 800 miljoen Euro, in de vorm van minderontvangsten in de BTW. Men mag zich echter niet blind staren op dit bedrag. De maatregel zal immers terugverdieneffecten hebben. De sector wenst in alle openheid de onderhandelingen hierover aan te gaan met de regering. 5. DESSERT EN KOFFIE De reeds jaren beloofde BTW-verlaging zal een noodzakelijke zuurstofinjectie geven aan de horecasector. Het is evenwel geen allesomvattende zaligmakende oplossing voor alle problemen8. De Vlaamse horecasector kampt met een acuut personeelstekort. Elk jaar smeekt de sector om jobstudenten die een handje willen toesteken. De huidige regeling rond studentenarbeid is niet alleen ingewikkeld maar beperkt ook in grote mate de mogelijkheid om met studenten te werken in deze sector. De horecasector is bovendien niet alleen zeer arbeidsintensief maar is ook zeer afhankelijk van omstandigheden zoals het weer, feestdagen, … Dit zorgt ervoor dat horecazaken op piekmomenten dienen te beschikken over extra personeel, naast het vast personeel, de zogenaamde gelegenheidsarbeid. Deze gelegenheidsarbeiders zijn per definitie mensen die bijklussen in de horecasector om hun normale inkomen aan te vullen. Wanneer dit bijklussen ervoor zorgt dat men merkelijk meer belastingen moet betalen, doordat men in een hogere belastingschijf belandt of voordelen verliest, is voor de meesten het sop de kool niet waard. Hierdoor is de druk op de horecaondernemers zeer groot om deze mensen in het zwart tewerk te stellen. Daarnaast moeten horeca-uitbaters rekening houden met verschillende reglementeringen zoals rond voedselveiligheid, roken,… Dit brengt ook de nodige investeringen en administratieve rompslomp met zich mee. De BTW-verlaging is een belangrijke stap maar kan dus geen eindpunt zijn. De sector roept de regering dan ook op om in haar een gesprekspartner te blijven zien om ook de volgende stappen in het traject naar een gezonde en bloeiende horecasector te blijven zetten. 8 We mogen bovendien niet vergeten dat een deel van de sector geen voordeel haalt uit deze BTW-verlaging, zijnde de sector van de afhaalmaaltijden.