Algemene voorzorgsmaatregelen

advertisement
Algemene voorzorgsmaatregelen
-
Toegankelijkheid lokalen binnen het ziekenhuis:
•
In geen geval worden assistentiehonden toegelaten tot volgende specifieke ruimten:

afdelingen/lokalen voor intensieve zorgverlening (ICU, CCU & Stroke unit, medium
care, neonatologie, reanimatie, brandwonden, spoedgevallen)

afdelingen/lokalen voor invasieve handelingen (OK & CSA, verloskwartier,
katheterisatie labo, angiografie, IVF, dialyse)

afdelingen met immuungecompromitteerde patiënten (oncologie, oncologisch
dagziekenhuis …)

kamers waar geïsoleerde patiënten verzorgd worden

keuken en cafetaria

wasserij

steriele opslagruimte

apotheek
•
De deur van het lokaal waar de assistentiehond aanwezig is, blijft gesloten.
•
De assistentiehond moet binnen het ziekenhuis te allen tijde aangelijnd blijven.
•
De assistentiehond blijft met de vier poten op de grond en mag niet in het patiëntenbed
of op ander meubilair van het ziekenhuis liggen, zitten of staan.
-
Aansprakelijkheid m.b.t. gedrag van de assistentiehond:
•
De eigenaar van de assistentiehond is altijd aansprakelijk voor het gedrag van de
assistentiehond (cfr. art. 1385 B.W.).
•
Verwondingen die door de assistentiehond zijn toegebracht, moeten als geïnfecteerde
wonden worden behandeld. Indien het slachtoffer een medewerker van het ziekenhuis
betreft, moet er een arbeidsongevallen aangifte gebeuren. Indien het slachtoffer een
medepatiënt of bezoeker betreft, wordt dit als FONA geregistreerd.
-
Aandachtspunten voor artsen en personeel van het ziekenhuis:
•
Vermijd contact met de assistentiehond met de handen (niet aaien …). Indien dit
contact niet kan worden uitgesloten, moet er na contact handhygiëne (wassen en
ontsmetten) worden toegepast. De principes van handhygiëne bij patiëntencontact
blijven steeds van groot belang.
•
Vermijd rechtstreeks contact met lichaamsvochten van de hond (zie onderhoud lokaal).
-
Onderhoud lokalen waar assistentiehond verbleef:
•
Eventuele bevuilingen met lichaamsvochten van de assistentiehond worden direct met
behulp van niet steriele handschoenen en een wegwerpdoek verwijderd en nadien
ontsmet met Anios DDSH. Het afval wordt afgevoerd als niet-risicohoudend medisch
afval (blauwe zak). Draag daarbij steeds handschoenen.
•
Laat altijd de kamer of het lokaal waar de assistentiehond verbleef grondig reinigen.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen volgens doelstelling
1. Geplande raadpleging of onderzoek
-
Enkel een blindengeleidehond, hulphond, signaalhond en epilepsiehond worden
toegelaten mits het naleven van de algemene voorzorgsmaatregelen.
-
De behandelende arts stemt in met een ambulante raadpleging of onderzoek van een
individuele patiënt met assistentiehond i.f.v. praktische haalbaarheid en op voorwaarde dat de
aanwezigheid van de hond geen risico’s inhoudt voor de gezondheid van de patiënt en het
geen belemmering vormt voor het slagen van de behandeling/onderzoek.
-
De patiënt met assistentiehond wordt altijd als laatste op de agenda gepland.
-
Bij het betreden van het ziekenhuis meldt de patiënt zich aan het onthaal en neemt de
medewerker van het onthaal contact met de behandelende arts of secretariaat van de arts en
begeleidt hem/haar naar de betrokken raadplegings- of onderzoeksruimte. Dezelfde procedure
is van toepassing bij het verlaten van het ziekenhuis.
2. Bezoek aan een patiënt
-
Enkel een blindengeleidehond, hulphond, signaalhond en epilepsiehond worden
toegelaten mits het naleven van de algemene voorzorgsmaatregelen.
-
De behandelende arts stemt in met het bezoek van de assistentiehond i.f.v. praktische
haalbaarheid en op voorwaarde dat de aanwezigheid van de assistentiehond geen risico’s
inhoudt voor de gezondheid van de aanwezige patiënten in de betrokken kamer.
-
De gehospitaliseerde (mede-)patiënt stemt in met het bezoek van de assistentiehond.
Indien de patiënt wel en de medepatiënten niet akkoord gaan met de aanwezigheid van de
hond in de kamer, wordt in overleg met de verantwoordelijke verpleegkundige of sociale dienst
een oplossing gezocht om het bezoek in een ander lokaal te laten plaatsvinden.
-
Bij het betreden van het ziekenhuis meldt de bezoeker zich aan het onthaal en neemt de
medewerker van het onthaal contact op met de betrokken afdeling. In onderling overleg tussen
het onthaal en de betrokken afdeling wordt de bezoeker met assistentiehond door een
medewerker van het ziekenhuis (incl. vrijwilligers) via de kortste route naar de betrokken kamer
begeleid. Dezelfde procedure is van toepassing bij het verlaten van het ziekenhuis.
3. Geplande (dag)hospitalisatie
-
Enkel een epilepsiehond
wordt
toegelaten
mits
het naleven van de algemene
voorzorgsmaatregelen.
-
De behandelende arts stemt in met een opname met epilepsiehond i.f.v. praktische
haalbaarheid en op voorwaarde dat de aanwezigheid van de hond geen risico’s inhoudt voor
de gezondheid van de patiënt en het slagen van de behandeling/onderzoek.
-
De opnameplanner verwittigt de behandelende arts, hoofdverpleegkundige van de
betreffende afdeling en het team ziekenhuishygiëne zodra de opnamedatum bekend is.
-
Bij het betreden van het ziekenhuis meldt de patiënt zich aan het onthaal en neemt de
medewerker van het onthaal contact met de betreffende verpleegafdeling. De patiënt met
assistentiehond wordt door een verpleegkundige van de afdeling via de kortste route naar zijn
kamer begeleid. De behandelende arts wordt verwittigd via de verpleegafdeling. Zelfde
procedure van toepassing bij het verlaten van het ziekenhuis.
-
De patiënt wordt verpleegd in een eenpersoonskamer, zo dicht mogelijk bij de uitgang.
Hierbij wordt geen toeslag aan de patiënt aangerekend gezien hij/zij omwille van medische
redenen genoodzaakt is op een eenpersoonskamer verzorgd te worden.
-
De verzorging van de epilepsiehond (uitlaten, voeden …) is de verantwoordelijkheid van
de patiënt en/of familie/vrienden. In hoogst uitzonderlijke gevallen en indien de patiënt geen
familie/vrienden
heeft,
kan
hiervoor
een
medewerker
van
het
ziekenhuis
(zonder
patiëntencontact) ingeschakeld worden. Droge voeding, voeder- en drinkbak en eventueel
proper hondenkussen worden altijd aangeleverd door de patiënt of familie/vrienden.
-
De epilepsiehond blijft tijdens het ganse verblijf in het ziekenhuis steeds met de patiënt op
de eenpersoonskamer met uitzondering van:
•
het dagelijks uitlaten op voorwaarde dat de epilepsiehond via de kortst afgesproken
route naar buiten begeleid wordt en op de afgesproken plaats zijn behoefte doet.
Dezelfde route wordt teruggevolgd naar de patiëntenkamer.
•
een geplande raadpleging of onderzoek op voorwaarde dat deze niet kan doorgaan
op de patiëntenkamer en mits het naleven van de maatregelen vermeld onder punt 1.
-
De eenpersoonskamer wordt laatst gereinigd volgens de standaard reinigingsprocedure
maar vóór de schoonmaak van kamers waar bronisolatie van toepassing is. In geval van
kamers waar protectieve isolatie van toepassing is, worden deze zoals altijd steeds eerst
gereinigd.
4. Spoedopname
-
Voor spoedopname van patiënten met een assistentiehond wordt in eerste instantie gevraagd
de assistentiehond buiten het ziekenhuis een onderkomen aan te bieden.
•
Bij een spoedopname van de patiënt via ambulance kan de assistentiehond niet mee
vervoerd worden met de ambulance naar het ziekenhuis. De assistentiehond dient ter
plaatse opgehaald te
worden
en
een
onderkomen
buiten het
ziekenhuis
(familie/vrienden, asiel …) te krijgen.
•
Bij een spoedopname van de patiënt via privévervoer samen met de assistentiehond
kan de assistentiehond de spoedgevallen niet betreden. Het privévervoer neemt de
assistentiehond terug mee en kijkt uit naar een onderkomen voor de assistentiehond
buiten het ziekenhuis (familie/vrienden, asiel …).
-
Afhankelijk van de toestand van de patiënt, de noodzaak tot verder verblijf in het ziekenhuis en
de categorie waar tot de assistentiehond behoort, wordt in tweede instantie enkel de
epilepsiehond bij verder verblijf in het ziekenhuis toegelaten mits de algemene maatregelen
en de maatregelen vermeld onder punt 3. nageleefd worden.
5. Groepsbezoek in functie van een opleiding
-
Enkel bij een door het ziekenhuis toegestaan en gepland groepsbezoek in functie van een
opleiding kan de bezoeker met epilepsiehond toegelaten worden mits het naleven van de
algemene voorzorgsmaatregelen.
-
De planner van het groepsbezoek verwittigt het diensthoofd van de te bezoeken afdeling en
het team ziekenhuishygiëne zodra de datum en tijdstip van bezoek bekend is.
-
Het diensthoofd van de te bezoeken afdeling stemt in met een bezoek met epilepsiehond
i.f.v. praktische haalbaarheid en op voorwaarde dat de aanwezigheid van de hond geen risico’s
inhoudt voor de gezondheid van de (eventueel) aanwezige patiënten en geen belemmering
vormt voor de activiteiten op deze afdeling.
-
Bij het betreden van het ziekenhuis meldt de groepsverantwoordelijke zich aan het
onthaal en neemt de medewerker van het onthaal contact op met de te bezoeken afdeling. In
onderling overleg tussen het onthaal en de te bezoeken afdeling wordt de groep met
epilepsiehond door een medewerker van het ziekenhuis via de kortste route naar de te
bezoeken afdeling begeleid. Dezelfde procedure is van toepassing bij het verlaten van het
ziekenhuis.
Download