VRAGENFORMULIER A1 Onder infobronnen staan een hele serie kunststromingen genoemd. Bekijk de stromingen Renaissance en Barok. De letter die je onder A1 in moet vullen is de eerste letter van de achternaam van de schilder die “de Zigeunerin” schilderde. A2 Bekijk en lees de stromingen: Rococo, Classicisme en Romantische stijl. Vul de eerste letter van de naam van de Nederlandse schilder in die in de tijd van de strikjes, pruiken en hoepelrokken schilderde. A3 In welk land begon Vincent van Gogh in fellere kleuren te schilderen ? Schrijf van dit land de 2e letter op. Hulp bij deze vraag vindt je onder de stromingen Realisme, Impressionisme en Post-Impressionisme. A4 Voor deze vraag bekijk en lees je de stromingen: Expressionisme, Fauvisme en Kubisme. Welke schilder stond bekend om zijn schilderijen die bestonden uit felle, vrolijke kleuren en lijnmotiefjes. Deze schilder maakte onder andere het schilderij “muziek”. Schrijf de 1e letter van zijn achternaam in dit vakje. A5 Kijk op de site van het Museum of Modern Art in New York (infobronnen). Bekijk de on line collectie en zoek onder de naam René Magritte. Hoe heet het schilderij van een oog dat hij maakte in 1928. Vul de 3e letter in. Bekijk ook de stromingen Dadaïsme, Surrealisme en Magisch-Realisme. A6 Onder de stromingen, Abstract, Cobra en Pop-Art vind je het antwoord op de volgende vraag. Welke kunstenaar ontmoette Karel Appel tijdens zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam ? Vul de 4e letter van zijn naam in. A7 Bekijk de laatste drie kunststromingen die genoemd worden onder infobronnen. Noteer de 1e letter van de achternaam van de kunstenaar die de postzegel ontwierp waarop koningin Beatrix afgebeeld staat ? A8 Kijk op de site van het Museum of Modern Art in New York. Kijk bij ‘the collection’ onder het kopje drawings-highlights. Zoek een schilderij van Kurt Schwitters uit 1921. De letter die je mag invullen is de 4e letter van de titel van het schilderij. B1 Wanneer schilderde Pieter Breughel ‘de toren van Babel’ ? Noteer het eerste cijfer in dit hokje. (tip: gebruik Davindi) B2 Noteer het laatste cijfer van het jaar waarin de franse impressionist Claude Monet overleed. B3 In welk jaar werd de kunstenaar Michelangelo Buanarroti geboren. Noteer het tweede cijfer van zijn geboortejaar in de hokje. B4 Uit hoeveel fragmenten bestaat de collage onder infobronnen. Deel dit aantal door het getal 2 en deel dan nogmaals door het getal 6. Noteer de uitkomst onder B4. C1 Bij welke stroming is het vlak overdadig en overdreven gevuld met vormen en kleuren maar heeft de naam van de stroming niets met liefde te maken. Noteer de eerste letter. C2 Welke schilder begon voor het eerst abstract te schilderen ? Noteer de 5 e letter van zijn voornaam. C3 Welke kunstenaar uit de baroktijd schilderde allerlei onderwerpen uit het dagelijks leven. Noteer de eerste letter van zijn voornaam. C4 Een groep Japanse computertechnici heeft eind jaren ‘60 een programma voor de computer gemaakt, met als resultaat het portret van een bekende president. Hoe heette deze president. Noteer de eerste letter van zijn achternaam. C5 Kijk naar het derde fragment uit de collage onder infobronnen. Bij welke stroming hoort dit kunstwerk ? Noteer de eerste letter van deze stroming.