Introductiebrochure Cathlab.indd

advertisement
DIENST HARTKATHETERISATIE
INTRODUCTIEBROCHURE VOOR
NIEUWE VERPLEEGKUNDIGEN EN STUDENTEN
DIENST HARTKATHETERISATIE
Introductiebrochure voor nieuwe
verpleegkundigen en studenten
versie oktober 2015
INTENSIEVE THERAPIE EENHEID (A3 + C3)
1
Versie januari 2010
Versie oktober 2015
DIENST HARTKATHETERISATIE
Welkom
Het team van de dienst Hartkatheterisatie heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen opdat
jij je zo snel mogelijk thuis voelt in onze groep.
Deze brochure biedt je een eerste kennismaking met onze afdeling. Op de volgende pagina’s vind je
een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlotte en aangename
manier kan inwerken op onze dienst.
Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen hebt of meer informatie wenst,
kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding
behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid.
We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes!
Voornaamste stelregel:
als je twijfelt, vraag dan hulp!
Dit doe je beter te vroeg
dan te laat!
2
DIENST HARTKATHETERISATIE
Inhoudstafel
1. Voorstelling van de afdeling
p. 4
1.1. Locatie
p. 4
1.2. Plaats binnen de organisatie
p. 4
1.3. Multidisciplinair team
p. 5
1.4. Specialismen
p. 6
1.5. Afdelingsopdrachten
p. 9
2. Een dag op de afdeling p. 11
3. Procedures p. 12
4. Patiëntenvoorlichting
p. 13
Jessa Patiëntgericht!
p. 14
5. Communicatie
p. 15
5.1. Telefonie
p. 15
5.2. ICT
p. 16
5.3. Buizenpost
p. 16
5.4. Mondelinge communicatie
p. 16
5.5. Schriftelijke communicatie
p. 16
5.6. Extra informatie
p. 16
6. Personeelsinformatie
p. 17
6.1. Ziekenhuisbreed
p. 17
6.2. Dienstspecifiek
p. 17
3
DIENST HARTKATHETERISATIE
1. VOORSTELLING VAN DE AFDELING HARTKATHETERISATIE
1.1. Locatie
De afdeling hartkatheterisatie bevindt zich in de c-vleugel op de 2de verdieping. De dienst telt drie
zalen. Zaal 1 en zaal 2 worden voornamelijk gebruikt voor coronarografie en percutane coronaire interventies. Zaal 3 wordt voornamelijk gebruikt voor onderzoek en behandeling van ritmestoornissen.
Tussen zaal 1 en zaal 2 bevindt zich de tussenruimte. Hier heeft de arts al de nodige apparatuur ter
beschikking om de gemaakte beelden te bestuderen en om zijn verslag te maken.
De beddenruimte is de plaats waar de patiënten vóór en na het onderzoek en/of behandeling worden
opgevangen door de omloopverpleegkundige.
Het secretariaat is bereikbaar op het nummer 9447 (intern) of 011 30 94 47 (extern). Voor het plannen van de procedures maakt de secretaresse gebruik van Ultragenda.
Verder is er op de dienst een berging voor stockage van de geleverde materialen.
In de kleedkamer voor de artsen is er een toilet en een douche.
Net buiten de dienst, op de kruising tussen de A-, B-, en C-vleugel, bevindt zich de multifunctionele
ruimte. Deze is voorzien van allerlei technologische apparatuur, waardoor het mogelijk is om van hieruit procedures te volgen die op hetzelfde moment in één van de zalen worden uitgevoerd. Door middel van een microfoon is het tevens mogelijk om van hieruit te communiceren met de behandelende
arts in de zaal en omgekeerd. Naast de zogenaamde live case demonstraties, wordt deze ruimte ook
gebruikt voor bijscholingen, dienstvergaderingen,… De multifunctionele ruimte wordt gereserveerd
via de secretaresse van de dienst hartkatheterisatie.
1.2. Plaats binnen de organisatie
De afdeling Hartkatheterisatie maakt deel uit van de zorgcluster Circulatie & vitale organen.
Deze zorgcluster bestaat verder uit de volgende diensten:
• Cardiologie
• Longgeneeskunde
• Cardiologische, thoracale en vasculaire heelkunde
• Hart-, long- en vaatrevalidatie
• ICCU Hartbewaking
Carl Renckens
Dr. Jos Vandekerkhof
Zorgmanager
Medisch manager
4
DIENST HARTKATHETERISATIE
1.3. Het multidisciplinair team
Medisch team
Prof. Dr. Paul Dendale Medisch diensthoofd Cardiologie
Dr. Edouard Benit
Verantwoordelijke arts Dr. Dilling Dr. Geukens
Dr. Heidbuchel Dr. Koopmans
Dr. Reenaers
Dr. Stroobants Dr. Timmermans
Dr. Timmermans jr.
Dr. Verwerft
Dr. Vijgen
Dr. Herbots
Dr. Vranckx
5
DIENST HARTKATHETERISATIE
Luc Jaspers
Verpleegkundig coördinator
1.4.Specialismen
Patiëntenpopulatie
• Angina pectoris (stabiel/instabiel)
• Acuut myocardinfarct
• Cardiogene shock
• Hartfalen
• Kleplijden
• Pericarditis
• Ritmestoornissen
Diagnostische procedures
Coronarografie
Een coronarografie is een onderzoek dat antwoord geeft op de volgende vragen:
• of de hartspier nog voldoende samentrekt,
• en/of er vernauwingen of afsluitingen zijn van de kransslagaders,
• en/of de hartkleppen nog voldoende werken,
• en/of er eventueel een aangeboren misvorming is.
Tijdens een coronarografie wordt er via een katheter een vloeibaar contrastmiddel in de kransslagaders ingespoten. Op die manier worden de kransslagaders duidelijk zichtbaar op de röntgenbeelden.
Zijn er vernauwingen in de kransslagaders aanwezig, dan zien we dit als een onregelmatigheid of een
plaats waar helemaal geen contrastmiddel meer te zien is. In 95% van de gevallen gebeurt de coronarografie via de arteria femoralis. De overige 5% gebeurt via de arteria radialis of de arteria brachialis.
Na het onderzoek van de kransslagaders wordt er meestal nog een ventriculogram gemaakt, waarbij
er een grote hoeveelheid contrastmiddel (35ml) wordt ingespoten in het linkerventrikel. Achteraf kan
dan het slagvolume en de ejectiefractie berekend worden.
6
DIENST HARTKATHETERISATIE
Rechterhartkatheterisatie
Wanneer verwacht wordt dat bepaalde kleppen niet meer voldoende werken, wordt ook het rechterhart onderzocht. De coronarografie wordt dan uitgebreid met drukmetingen via een Swan Ganzkatheter.
Intracoronaire echografie
De intracoronaire echografie is een uitstekende manier om de kransslagaders van binnenuit te bekijken. De echokatheter, met een zeer klein ultrasoon kristal dat roteert in de tip, wordt ingebracht in de
kransslagader tot voorbij het te onderzoeken segment. Tijdens de pullback van de katheter worden
de beelden geregistreerd. Dit onderzoek maakt het mogelijk om de samenstelling van een atherosclerotische plaque te bestuderen of om het resultaat van een ballondilatatie te bekijken. Vaak ook wordt
deze techniek gebruikt om, bij twijfel, na te gaan of een ballondilatatie nodig is of niet.
Elektrofysiologisch onderzoek
Het elektrofysiologisch onderzoek heeft als doel de elektrische activiteit van het hart in kaart te
brengen om op die manier de oorzaak van bepaalde ritmestoornissen op te sporen. Dit gebeurt met
behulp van katheters die voorzien zijn van elektroden. Via deze katheter kunnen prikkels worden afgegeven, waardoor het hart wordt gestimuleerd in een bepaalde frequentie en/of kunnen premature
slagen worden opgewekt. ‘Spontaan’ optredende ritmestoornissen kunnen meestal tijdens dit onderzoek worden uitgelokt.
Interventionele procedures
Percutane coronaire interventie (PCI)
Tijdens een percutane coronaire interventie wordt er een ballonkatheter opgevoerd in de vernauwde
kransslagader. Wanneer de ballon ter hoogte van de stenose is gepositioneerd, wordt deze kortstondig onder hoge druk gevuld met contraststof. Na het verwijderen van de ballonkatheter kan via contrastinjecties het resultaat bekeken worden. Is het resultaat niet optimaal, dan wordt er aansluitend
een stent geplaatst. Dit is een metalen structuurtje, dat via een ballonkatheter ter hoogte van de
stenose wordt opgerekt. De stent blijft ter plaatse, de ballonkatheter wordt verwijderd. Vaak wordt er
direct overgegaan tot stenting van het bloedvat, zonder predilatatie met een ballonkatheter.
IABP-plaatsing
Het plaatsen van een IABP of een intra-aortale ballonpomp zorgt voor een tijdelijke ondersteuning
van de linkerventrikelfunctie. Dit gebeurt met behulp van een EKG- of ABP-getriggerde in- en deflatie
van een met heliumgas gevulde ballon, die percutaan via de arteria femoralis in de aorta descendens
wordt geplaatst.
Indicaties: cardiogene shock, acuut hartinfarct, ondersteuning tijdens high risk PCI, hartfalen.
7
DIENST HARTKATHETERISATIE
Pacemakerimplantatie
Een pacemaker wordt geïmplanteerd om het hart te helpen een regelmatig ritme aan te houden. Het
pacemakersysteem bestaat uit een pacemaker en een of twee (soms zelfs drie) dunne flexibele geleidingsdraden (leads) die de pacemaker met het hart verbinden. In de pacemaker bevinden zich de
batterij, de impulsgenerator en een elektronisch circuit. Het inbrengen van een pacemaker vereist
een kleine operatieve ingreep, die gewoonlijk onder plaatselijke verdoving wordt uitgevoerd. Via een
kleine incisie in de huid onder het sleutelbeen worden de leads via een vene opgevoerd naar het
hart. De procedure gebeurt onder scopie. Na het bepalen van de optimale locatie, worden de leads
gefixeerd en aangesloten op de pacemaker. Tot slot wordt in het gebied van de borstspier een kleine
pocket gemaakt waarin de pacemaker geplaatst wordt. Een pacemaker wordt meestal aan de rechterkant geplaatst, maar kan ook aan de linkerkant geplaatst worden.
ICD-implantatie
Een ICD is een implanteerbare cardioverter-defibrillator. De ICD bestaat uit een batterij, de impulsgenerator en een elektronisch circuit. Een ICD heeft gewoonlijk één of twee leads in de rechterzijde van
het hart. Soms wordt er een derde lead geplaatst in de linkerkamer van het hart om ervoor te zorgen
dat linker- en rechterkamer tegelijkertijd samentrekken. Men spreekt dan van resynchronisatie van
de hartslag. Een ICD corrigeert snelle, abnormale hartritmes (ventriculaire tachycardie en ventriculaire fibrillatie), maar reageert ook bij een te traag ritme. Wanneer er een VT gedetecteerd wordt, zal
de ICD in eerste instantie trachten de VT te stoppen door overpacing. Lukt dit niet, dan zal er een
elektrische shock volgen. Bij een VF wordt er onmiddellijk een elektrische shock afgegeven. Een ICDimplantatie gebeurt onder volledige narcose. Het inbrengen van de leads en het maken van de pocket
is vergelijkbaar met de pacemakerprocedure. Eens de leads gepositioneerd zijn, en aangesloten op de
defibrillator, wordt het systeem nauwkeurig getest. Daarvoor wordt er enkele malen VF geïnduceerd
om na te gaan of de ICD deze detecteert en adequaat reageert. De ICD wordt meestal links onder het
sleutelbeen geplaatst.
Ablatie
Wanneer het elektrofysiologisch onderzoek wijst op een tachycardie die niet, of niet voldoende reageert op medicatie, kan een ablatie vaak een oplossing bieden. De aberrante geleidingsbundel, verantwoordelijk voor de tachycardie, wordt gelokaliseerd tijdens het elektrofysiologisch onderzoek.
Daarna wordt de ablatiekatheter zo dicht mogelijk in de buurt van die geleidingsbaan gebracht. Via
deze katheter wordt er radiofrequente energie afgegeven ten einde het weefsel rond de abnormale
geleidingsbundel te vernietigen.
Pericarddrainage
Bij ophoping van vocht of bloed in het pericardzakje, kan de arts beslissen om een pericardpunctie
uit te voeren. Dit gebeurt onder scopie of onder echo. Het vocht wordt geaspireerd en kan verder in
het labo onderzocht worden om de onderliggende oorzaak te achterhalen. Wanneer de productie van
vocht hoog is, wordt er overgegaan op een evacuerende pericarddrainage. Er wordt dan een pigtailkatheter ingebracht, die kan aangesloten worden op een Redonflesje, om zo het overtollige vocht te
laten afvloeien.
8
DIENST HARTKATHETERISATIE
1.5. Afdelingsopdrachten
Taakdifferentiëring
Omloopverpleegkundige in de beddenwacht
• Contact met de verpleegafdelingen i.v.m. patiëntenvervoer
• Organisatie van de transfer van patiënten tussen de verschillende afdelingen
• Opvang en begeleiding van de patiënt pré-en post-procedure
• Informatie geven
• Verwijdering van de arteriële sheath en aanleggen van een drukverband
• Observatie van de patiënt pré-en post procedure
• Schriftelijke en mondelinge overdracht naar de verpleegafdeling
• Zo mogelijk: - Administratie
• Neventaken (logistiek)
Omloopverpleegkundige in de zaal
• Voorbereiden van de uit te voeren procedure in de ruime zin van de betekenis (materiaal, toestellen,
omgeving, administratie…)
• Eventueel assisteren van de anesthesist bij de voorbereiding (vnl. in de EFOzaal)
• Steriel aangeven van materialen
• Bediening van de röntgenapparatuur
• Toediening van medicatie
• Observatie van de patiënt
• Nazorg van de patiënt
• Opruim van de zaal
Instrumenterende verpleegkundige
• Opruim van de zaal
• Voorbereiden van de uit te voeren procedure in de ruime zin van de betekenis (materiaal, toestellen,
omgeving, administratie…)
• Steriel assisteren van de cardioloog
• Nazorg van de patiënt
• Nazorg instrumentarium
• Opruim van de zaal
9
DIENST HARTKATHETERISATIE
Verpleegkundige met vroege shift
• Opstarten van röntgenapparatuur en computers
• Voorbereiding van de contrastpompen
• Klaarleggen van medicatie (nitroglycerinespuitjes, heparine en Atropine®)
• Patiëntenvervoer regelen voor de eerste procedures van de dag
Begeleidingsaspecten
• Informatie geven betreffende het onderzoek en/of de behandeling
• Psychosociale begeleiding van de patiënt voor, tijdens en na het onderzoek en/of de behandeling
Observatie en rapportage
• Somatische en niet-somatische observaties voor, tijdens en na het onderzoek en/of de behandeling
• Mondelinge en schriftelijke rapportage toegespitst op de observaties
Administratief
• Checklist in het verpleegdossier invullen
• Medicatie bestellen
• Gebruikte materialen bestellen
• Database bijhouden
10
DIENST HARTKATHETERISATIE
2. EEN DAG OP DE DIENST HARTKATHETERISATIE
De procedures op de dienst hartkatheterisatie gebeuren in principe tussen 08u00 en 16u30. Dagelijks wordt de zaalverdeling van de volgende dag opgemaakt.
Één verpleegkundige begint om 07u30 om de zalen startklaar te maken (op de dienstlijst is dit een
C1: van 07u30 tot 16u00).
De andere verpleegkundigen starten met de dienst om 08u00.
Per zaal zijn er twee verpleegkundigen voorzien. Daarbuiten staat één verpleegkundige in voor de
opvang van de patiënten in de beddenruimte.
Van de aanwezige verpleegkundigen is er dagelijks één verpleegkundige die de wachtdienst verzorgt,
en één verpleegkundige die samen met de wachtdienst blijft tot alle procedures zijn afgelopen.
Hoewel je elke dag samen met een andere verpleegkundige één zaal krijgt toegewezen, is het soms nodig om
bij te springen in een andere zaal. Flexibiliteit en inzet zijn een must om een goede teamspirit te behouden.
11
DIENST HARTKATHETERISATIE
3. PROCEDURES & PROTOCOLLEN
Het procedureboek
Alle technieken en procedures eigen aan de dienst hartkatheterisatie kan je uitvoerig beschreven
terugvinden in het procedureboek op de dienst.
De agenda
Omdat het praktisch onmogelijk is om iedereen persoonlijk op de hoogte te houden van de laatste
nieuwigheden of afspraken op de dienst, worden deze genoteerd in de agenda. Om up to date te blijven, is het dus nodig deze agenda regelmatig eens in te kijken.
12
DIENST HARTKATHETERISATIE
4. PATIENTENVOORLICHTING
Momenteel zijn er diverse patiëntenbrochures ter inzage en ter beschikking voor onze patiënten.
• Hartkatheterisatie
• P.T.C.A. of ballondilatatie
• De pacemaker
• Electrofysiologisch onderzoek en ablatie
• Richtlijnen na een coronarografie via de lies
• Richtlijnen na een ambulante coronarografie via de lies
• Richtlijnen na een ballondilatatie via de lies
Een goed ingelichte
patiënt is een
gemotiveerde patiënt!
13
DIENST HARTKATHETERISATIE
10 standaarden
In het Jessa Ziekenhuis volstaat patiëntvriendelijkheid niet. We streven bewust naar patiëntgerichtheid. Dat betekent dat je niet enkel passief vriendelijk bent, maar oplossingsgericht en proactief
handelt. Door het overtreffen van de verwachtingen van je patiënt zorg je ervoor dat hij niet enkel tevreden maar ook loyaal is. Als werkinstrument gebruiken we 10 standaarden die aangeven op welke
manier je het verschil kan maken in je omgang met patiënten.
1. Zie de mens achter de patiënt: geef de patiënt het gevoel dat hij gezien en gehoord wordt.
2. Toon de mens achter de medewerker: zorg voor een menselijke connectie.
3. Geef informatie in de juiste dosis: doseren en herhalen is de boodschap.
4. Bouw samen aan het zorgverhaal: betrek je patiënt actief bij het proces.
5. Maak er een familieverhaal van: verlies de familie niet uit het oog.
6. Respecteer de privacy: gun de patiënt zijn veilige plek.
7. Maak wederzijdse afspraken: stel je grenzen.
8. Trek als team aan één koord: laat de patiënt voelen dat hij in veilige handen is.
9. Vergeet het eilandgevoel: ga in dialoog met andere diensten.
10.Vertrouw op de expertise van anderen: bundel de krachten met experts buiten de eigen muren.
Meer informatie vind je op Jessanet!
14
DIENST HARTKATHETERISATIE
5. COMMUNICATIE
5.1. Telefonie
Contactgegevens
Artsen
Dr. Edouard Benit
Telefoon
(011 30) 94 44
Pieper
94 44
E-mail
[email protected]
Prof.Dr. Paul Dendale
(011 30) 95 84
95 84
[email protected]
Dr. Dagmara Dilling-Boer
(011 30) 95 80
95 80
[email protected]
Dr. Robert Geukens
(011 30) 94 48
94 48
[email protected]
Dr. Lieven Herbots
(011 30) 95 73
95 73
[email protected]
Dr. Philippe Timmermans
Dr. Veerle Reenaers
Dr. Didier Stroobants
Dr. Jan Verwerft
Dr. Johan Vijgen
Dr. Pascal Vranckx
Dr. Raymond Vroninks
Assistent-geneesheer
(011 30) 94 43
(011 30) 83 79
(011 28) 96 16
(011 28) 96 16
(011 30) 94 46
(011 30) 95 89
(011 28) 97 21
94 43
83 79
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
94 46
95 89
9570
Secretariaten
Secretaresse van Dr. Dendale/ Dr. Vijgen
Telefoon
(011 30) 78 42
Secretaresse van Dr. Benit/ Dr. Dilling-Boer
Secretaresse van Dr. Geukens/ Dr. Vranckx
Secretaresse van Dr. Timmermans
Andere lokalen
Raadplegingslokaal
Staflokaal
Functiemetingslokaal
Electrofysiologielokaal
Hartfalenverpleegkundige Marita Houbrechts
Cathlab
Telefoon
Verpleegeenheid
(011 30) 94 47
(011 30) 78 40
(011 30) 78 43
(011 30) 78 41
Telefoon
(011 30) 82 22
(011 30) 94 42
(011 30) 94 49
(011 30) 95 81
(011 30) 95 82
Pieper
94 47
Noodnummers
Brand
M.U.G.
Alarm bij acute agressie
9999
9600
5555
Dringende technische interventie
3333
15
DIENST HARTKATHETERISATIE
5.2. ICT
• De introductie van informaticatoepassingen is sterk merkbaar op de afdeling. We beschikken over
een aantal vaste pc’s en laptops.
• De pc’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden.
• Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (code gebruiker en paswoord).
5.3. Buizenpost
De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen zodat je als verpleegkundige maximaal kan aanwezig zijn voor je patiënten. Via de buizenpost kan je snel en eenvoudig labostalen en
onderzoeksaanvragen versturen en ontvangen. De gebruiksaanwijzing en de lijst met de te gebruiken
nummers bevindt zich aan de binnenzijde van de deur.
5.4. Mondelinge communicatie
• Briefing
• Multidisciplinair overleg
• Teamoverleg
• Dienstvergadering
5.5. Schriftelijke communicatie
• Werkboek
5.6. Extra informatie
• Website www.jessazh.be (deelwebsite Hartcentrum)
• Mappen
• Naslagwerken
• Tijdschriften
• Beroepsverenigingen
16
DIENST HARTKATHETERISATIE
6. PERSONEELSINFORMATIE
6.1. Ziekenhuisbreed
Op Jessanet vind je:
• algemene personeelsinformatie (ziektemelding,
verlof, uurrooster verzekering,...)
• informatie over de evaluatieprocedure
• informatie over de vormingsprocedure
• stappenplan per dienst
Een groot deel van deze informatie vind je ook in de infomap die je ontvangt bij je aanwerving.
6.2. Dienstspecifieke
Werklijst
• X’: 08u00 -16u30
• X’: 08u00 -16u30 of later
• X’WA: 08u00 -16u30 met wachtdienst
• C1: 07u30 -16u00
• 8: 08u00 -12u00
• B0: 12u30 -16u30
De middagpauze kan genomen worden in het personeelsrestaurant om even van de afdeling te zijn.
Hier kan je een middagmaal, slaatje of een broodje bekomen tegen betaling. Je mag er ook je eigen
boterhammen opeten.
Dienstlijst
De verantwoordelijk verpleegkundige maakt iedere maand de werklijst voor de volgende maand op.
Verlof of andere wensen voor de volgende maand dien je aan te vragen tijdens de eerste week van
de lopende maand. Achter in de lijst bevindt zich een enveloppe waarin je jouw aanvraag kan deponeren. De verantwoordelijk verpleegkundige tracht bij het opstellen van de lijst hiermee rekening te
houden. De planning voor het grote verlof tijdens de zomermaanden wordt in het voorjaar bekeken.
17
DIENST HARTKATHETERISATIE
Overuren
Overuren zijn supplementaire uren naast de normale dienstregeling. Indien je minder dan 15 minuten
overuren hebt, heb je geen compensatie. Vanaf 15-60 minuten heb je recht op compensatie. Vanaf 1
uur heb je recht op compensatie + 50% vergoeding (op zon– en feestdagen andere regeling).
Overuren kunnen teruggenomen worden na overleg met hoofdverpleegkundige en in samenspraak
met de collega’s die op dat moment aanwezig zijn. Het terugnemen ervan moet ook worden genoteerd in de speciale kaft van overuren. We rekenen hierbij op je eerlijkheid en collegialiteit.
Overuren dienen verantwoord te zijn!
Verlof
Verlof kan aangevraagd worden door een nota te maken in het wensenboek met de gewenste periode. In de mate van het mogelijke zal hieraan gevolg worden gegeven. Verlof wordt alleen gegeven
als het aangevraagd is, verlof kan niet zomaar gegeven worden.
Wanneer je een weekend vrij wil, dien je dit eveneens te noteren. In de mate van het mogelijke zal
hieraan gevolg gegeven worden. Probeer anders zelf op voorhand al met een collega van weekend te
ruilen.
Ruilen
In principe kan er alleen geruild worden met iemand die in hetzelfde regime werkt (dus iemand die
hetzelfde aantal uren werkt). Als er geruild wordt, moeten de juiste uren goed aangegeven worden
op de lijst.
Ziekte
Bij afwezigheid dient de werknemer twee meldingen te doen:
• een eerste melding bij de leidinggevende of zijn vervanger
• een tweede melding bij de dienst P&O, cel afwezigheden.
De melding bij de dienst P&O kan op volgende wijze gebeuren:
• telefonisch op het toestel 011 30 85 75 of 011 30 85 79
• via fax 011 30 85 88
• via e-mail: [email protected].
Doe je de ziektemelding via e-mail of fax, dan moet je als werknemer volgende gegevens vermelden:
naam, personeelsnummer, de duur van je afwezigheid, indien je al dan niet de woning mag verlaten.
De dienst P&O stuurt een ontvangstbevestiging met de melding of er al dan niet een controle volgt.
Bij verlenging waarschuwt de werknemer opnieuw beide contactpersonen.
De risicoanalyse en werkpostfiche vind je op onze website www.jessazh.be.
18
Download