Advies inzake wachttijdnormen in de kankerzorg

advertisement
Advies inzake wachttijdnormen
in de kankerzorg
Signalement
Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding
Het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding, kortweg
KWF Kankerbestrijding, is in 1949 opgericht op initiatief van koningin Wilhelmina.
Haar kleindochter koningin Beatrix is onze beschermvrouwe. Al ruim 55 jaar strijden
we voor minder kanker, meer kans op genezing en een betere kwaliteit van leven
voor alle kankerpatiënten en hun dierbaren.
Advies inzake wachttijdnormen
in de kankerzorg
Signalement
Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding
Inhoudsopgave
Samenvatting
3
1
Inleiding
5
2
Opdracht
7
3
Treeknormen
9
4
Wachttijdnormen voor de patiënt met kanker10
Colofon
5
Kwaliteit van de zorg15
Dit Signalement is een uitgave van de
Signaleringscommissie Kanker van
KWF Kankerbestrijding.
6
Aanpak wachttijden17
7
Eindconclusies18
Geraadpleegde literatuur
20
Afkortingen
23
Maart 2006,
© KWF Kankerbestrijding
Tekst
De werkgroep ‘Wachtlijstenproblematiek, specifiek gericht op de patiënt met
kanker’ van de Signaleringscommissie
Kanker van KWF Kankerbestrijding
Lay-out
Studio Macaluso, Oisterwijk
Fotografie
cover: Reinier Gerritsen
Koningin Beatrix: ANP FOTO/
Lex van Lieshout
Druk
Drukkerij van den Boogaard Oisterwijk b.v.
ISBN
ISBN-10: 90-71229-16-5
ISBN-13: 978-90-71229-16-9
Bijlagen
A
oorbeelden van initiatieven om de te lange wachtlijsten en
V
wachttijden binnen de gezondheidszorg aan te pakken
24
B
Samenvatting en conclusies literatuurstudie 32
Historie en samenstelling SCK en werkgroep
34
Samenvatting
Wachten op zorg
Iedereen moet wel eens wachten op zijn beurt. We berusten doorgaans in
ons lot en proberen de wachttijd zo aangenaam en nuttig mogelijk door
te komen. Anders is het als het gaat om je gezondheid. Wie ziek is, of dit
vermoedt, wil graag zo snel mogelijk weten wat er precies aan de hand is
en geholpen worden. Zeker als het gaat om een levensbedreigende ziekte
als kanker.
Zo’n vijftien jaar geleden werd de wachttijd voor veel patiënten in Nederland zo lang,
dat zowel patiënten als artsen dit als ‘onaanvaardbaar’ bestempelden. Sindsdien
buigen de Nederlandse gezondheidszorg en de politiek zich met de regelmaat van de
klok over de ‘Wachtlijstenproblematiek’. Dat heeft geleid tot financiële injecties in de
zorg en verschillende initiatieven die op specifieke gebieden van de zorg de wachtlijsten (beter gezegd de ‘wachttijden’) zouden moeten bekorten.
Binnen de zorg voor patiënten met kanker is de wachtlijstenproblematiek nog
steeds actueel. Daarom heeft KWF Kankerbestrijding hiernaar onderzoek laten doen
door een daarvoor ingestelde werkgroep van de Signaleringscommissie Kanker.
‘Hoe is het gesteld met de wachttijden voor patiënten met kanker?’ en ‘Wat zijn de
gevolgen van de wachttijden voor de patiënt?’, waren de vragen die de werkgroep
‘Wachtlijstenproblematiek, specifiek gericht op de patiënt met kanker’ stelde. In dit
‘Signalement’ beschrijft de werkgroep haar conclusies.
De werkgroep stelt allereerst vast dat de kans op genezing bij kanker groter is naarmate de tumor in een vroeger stadium wordt ontdekt en behandeld. De groeisnelheid van een tumor varieert per type kanker en per patiënt. Voor een individuele patiënt is het daardoor bijna onmogelijk om de groeisnelheid en daarmee de gevolgen
van wachten op zijn overlevingskans te bepalen. Elke vertraging draagt daarom in
principe bij aan een vermindering van de kans op genezing.
Daarnaast vergroten wachttijden de angst, onzekerheid en stress die de ziekte toch
al met zich meebrengt, waarschuwt de werkgroep. Dit leidt tot verdere achteruitgang van gezondheid en conditie. Alleen daarom al zouden wachttijden voor de
patiënt tot een minimum beperkt moeten worden. De werkgroep verdiepte zich ook in de psychosociale gevolgen van de wachttijden
voor zorgverleners (artsen, verpleegkundigen). De conclusie is dat te lange wachttijden deze beroepsgroep sterk onder druk zetten. Ze kunnen hun werk niet naar
behoren doen. Dit leidt tot frustratie, demotivatie en zelfs burn-out.
Samenvatting
Na een uitgebreid onderzoek van wetenschappelijke literatuur moet de werkgroep
concluderen dat er geen ‘harde’ gegevens bestaan over wachttijden voor patiënten
met kanker en ook niet over de gevolgen van wachten. Het is daarom moeilijk op
­basis van wetenschappelijk onderzoek aan te geven hoe lang wachttijden mogen
zijn, concludeert de werkgroep. Nederland kent sinds 2000 zogenoemde Treek­
normen. Ze geven voor niet-acute aandoeningen de maximaal aanvaardbare wachttijd aan. Voor toegang tot bijvoorbeeld de huisarts zou de wachttijd maximaal drie
werkdagen moeten zijn, of voor een poliklinische behandeling zes weken. De werkgroep benadrukt dat deze normen zijn opgesteld op basis van maatschappelijke
aanvaardbaarheid en niet op grond van medische urgentie. Ze zijn niet toereikend
voor levensbedreigende ziekten als kanker.
De werkgroep heeft daarom zelf striktere ‘wachttijdnormen’ opgesteld voor verschillende stappen in de zorg voor mensen met kanker. Zo moet een patiënt na doorverwijzing door de huisarts binnen vijf dagen bij een specialist terecht kunnen, moet
binnen tien werkdagen daarna tot de behandeling zijn besloten, die vervolgens binnen vijftien werkdagen daarna moet zijn gestart. De totale behandelingsduur moet
zo compact mogelijk zijn. Acute zorg moet binnen enkele uren geleverd worden.
1
Inleiding
Voor veel vormen van kanker is de kans op genezing het grootst als de
ziekte vroegtijdig wordt ontdekt en behandeld. Hoe later dit gebeurt,
des te groter de kans dat de kwaadaardige tumor is ingegroeid in gezond
weefsel en/of zich heeft verspreid naar andere delen van het lichaam.
Hierdoor wordt de mogelijkheid om een in opzet genezende behandeling
met succes uit te voeren kleiner. Bovendien is er een toenemend risico op
uitzaaiingen en complicaties, zoals bloedingen, fistels, infecties of
neurologische uitval.
Kanker is niet één ziekte, maar een verzamelnaam voor een grote verscheidenheid
aan ziekten, die sterk verschillen wat betreft plaats van voorkomen, biologisch
gedrag, behandeling en prognose. De tijd die een tumor nodig heeft om zijn volume
te verdubbelen kan, afhankelijk van het tumortype en de omstandigheden, variëren
van dagen tot jaren1. De groeisnelheid verschilt dus per type kanker en per patiënt.
Het is slechts in enkele gevallen mogelijk om bij de diagnose kanker onomstotelijk
voor een patiënt te bepalen of deze een snel of langzaam groeiende tumor heeft.
De werkgroep benadrukt dat deze normen in de toekomst in detail aangepast moeten worden per vorm van kanker en voor de verschillende stappen in de diagnostiek
en behandeling. De werkgroep ziet daar een taak voor de beroepsgroepen samen
met de patiëntenorganisaties. Er moet een systeem komen voor wachttijdmetingen
om overschrijdingen te signaleren. Ten slotte moeten er afspraken worden gemaakt
over de kwaliteit en de tijdigheid van de te leveren prestaties. De werkgroep vindt
een gezamenlijke aanpak van de wachtlijstproblematiek door alle betrokkenen bij
patiënten met kanker noodzakelijk.
Voor veel groepen patiënten bestaan er ongewenst lange wachtlijsten in de gezondheidszorg, waaronder patiënten die in aanmerking komen voor een staaroperatie,
patiënten die een gewrichtsprothese nodig hebben, patiënten die in aanmerking
komen voor orgaantransplantatie en patiënten met hart- en vaataandoeningen. Ook
voor patiënten met kanker zijn er wachtlijsten.
Op een wachtlijst staan patiënten vermeld die wachten op een bezoek aan een arts,
onderzoek of behandeling. De wachttijd kan uiteenlopen van dagen tot maanden.
Wachttijden ontstaan wanneer de vraag naar zorg het beschikbare aanbod van zorg
overstijgt. Ook kunnen door een slechte logistieke organisatie van het zorgproces
wachttijden ontstaan. Wachttijden komen in het hele zorgtraject voor. Onaccep­
tabel lange wachttijden bestaan momenteel binnen de kankerzorg vooral bij de
beeldvormende diagnostiek en chirurgische voorzieningen. Daarnaast kunnen
huidige wachttijden binnen andere gebieden, zoals de radiotherapie of de intensive
care (bij risicovolle chirurgie vereist), met de tijd ook nijpender worden door het
fluctuerende karakter van de wachtlijsten.
Signalement
Inleiding
Definities van wachtlijsten en wachttijden
Een wachtlijst is een document (papieren lijst of computerbestand) waarop patiënten vermeld
worden, die wachten op een bezoek aan een arts of op de uitvoering van verrichtingen in het kader van onderzoek en/of behandeling. Onderzoek en behandeling bestaan vaak uit verschillende
activiteiten, die door verschillende beroepsbeoefenaren (medici, paramedici en verpleegkundigen) kunnen worden uitgevoerd. Voor elk van deze activiteiten bestaan wachtlijsten.
De wachttijd is de tijd die verstrijkt vanaf het moment waarop uitvoering wordt gegeven aan het
maken van de afspraak (door of voor de patiënt) tot de daadwerkelijke uitvoering van activiteiten
in het kader van diagnostiek en behandeling of het meedelen van de uitslag. Zo zijn er wachttijden voor bijvoorbeeld het eerste bezoek aan een arts, het maken van een röntgenfoto, een
biopsie, een opname, een operatieve ingreep, een bestraling en het wachten op de uitslag van
resultaten van onderzoek en behandeling (zie figuur 1). De totale wachttijd voor een patiënt is de
som van alle wachttijden voor de activiteiten in het kader van onderzoek en behandeling.
Onderscheid kan gemaakt worden tussen de werkelijke of reële wachttijden en de normatieve
wachttijden. De werkelijke wachttijd is de achteraf te meten wachttijd. De normatieve wachttijd is de vooraf vastgestelde tijd die, naar het oordeel van de desbetreffende medische staf of
de daarvoor in aanmerking komende organisatie van professionals en patiënten, ten hoogste
mag verstrijken vóór een activiteit of een geheel van activiteiten van onderzoek en/of behandeling begint. De normatieve wachttijd kan dus op het geheel van activiteiten, als op elk van deze
afzonderlijk van toepassing zijn. Hierbij kan opgemerkt worden, dat wachttijden, hoe kort ook,
noodzakelijk zijn om elke activiteit te kunnen plannen en uitvoeren. Behalve van wachttijden is er
ook sprake van tijd die nodig is voor de uitvoering van activiteiten of een verzameling ervan. Deze
kunnen ook als doorlooptijden worden beschreven. Ook deze tijden kunnen worden genormeerd (normatieve doorlooptijden).
De arts is verantwoordelijk voor het verlenen van zorg naar de stand der wetenschap, ook voor
de hem ondersteunende paramedische en verpleegkundige zorg, waarbij de wachttijd mede
bepalend is voor de kwaliteit van de zorg (criterium Kwaliteitswet zorginstellingen). Als de totale
- werkelijke - wachttijd de normatieve wachttijd in individuele gevallen overschrijdt, is er sprake
van een onaanvaardbare wachttijd, omdat dit tot onacceptabele gevolgen, lichamelijk en/of
2
Opdracht
KWF Kankerbestrijding heeft in 2002 de Signaleringscommissie
Kanker (SCK) verzocht een werkgroep ‘Wachtlijstenproblematiek, speci­
fiek gericht op de patiënt met kanker’ te laten rapporteren over de aard en
omvang van de huidige en toekomstige wachttijden voor patiënten met
kanker, de gevolgen van wachttijden voor de prognose van de patiënt,
de psychosociale gevolgen van wachttijden voor de patiënt en zijn/haar
naasten en de psychosociale gevolgen van wachttijden voor de beroeps­
groep.
In opdracht van de werkgroep is hiernaar een literatuurstudie verricht (zie bijlage B).
Daarnaast heeft de werkgroep de mogelijkheden verkend voor een wachttijdmeting.
De uitkomsten van beide studies worden in dit signalement toegelicht. De werkgroep heeft op basis van deze uitkomsten, ondersteund door de eerder gesignaleerde
sterk stijgende prevalentie van kanker en de stijgende vraag naar beeldvormende
technieken, een aanzet gedaan voor algemene normatieve wachttijden voor het
diagnose-behandeltraject van de patiënt met kanker9;10.
Aard en omvang van wachtlijsten voor patiënten met kanker
Specifiek over de kankerzorg zijn weinig gegevens beschikbaar. Het is op basis van
de literatuur niet mogelijk volledig inzicht te krijgen in de aanwezigheid en omvang
van wachttijden voor patiënten met kanker. De NVRO3;11 en de NWHHT4 hebben
onder andere normen voor het diagnose-behandeltraject geformuleerd. Uit de rapportages van de NVRO blijkt echter dat de door hen gestelde normen lang niet in alle
gevallen worden gehaald12. Ook zijn de door de NWHHT gestelde normen in de ideale
zorglijn nog niet gerealiseerd4. Het is duidelijk dat de wachtlijstenproblematiek nog
steeds actueel is.
psychosociaal, voor de patiënt kan leiden.
Hoe langer de wachttijd is, hoe groter de gezondheidsproblemen kunnen worden,
met soms onaanvaardbare gevolgen voor de patiënt en verlies van geloofwaardigheid
van de zorgaanbieders. Na een periode van goede toegankelijkheid van de specialistische zorg in de jaren tachtig zijn in Nederland halverwege de jaren negentig
steeds langere wachttijden ontstaan, waardoor de wachtlijstenproblematiek op de
politieke agenda kwam2. Binnen de kankerzorg hebben de Nederlandse Vereniging
voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) en de Nederlandse Werkgroep Hoofd-
HalsTumoren (NWHHT) in 2000 en 2001 de noodklok geluid vanwege de onaanvaardbaar lange wachttijden voor patiënten met kanker3;4. Nadien is er zowel voor de
radiotherapie als de hoofd-halsoncologie een plan van aanpak opgesteld. Daarnaast
zijn er projecten gestart als ‘Sneller Beter’. Tevens wordt de zorg voor borstkankerpatiënten geoptimaliseerd in zogenoemde ‘mammapoli’s’ volgens de NABON-nota
(nota van het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland)5. De tekortkomingen in de
zorg aan borstkankerpatiënten, waaronder de te lange wacht- en doorlooptijden, is
voor de BorstkankerVereniging Nederland (BVN) een belangrijk punt van aandacht6- 8.
Ondanks deze en andere initiatieven (zie bijlage A) zijn onaanvaardbaar lange wacht-
Gevolgen van wachtlijsten voor patiënten met kanker en zorgverlener
Uit de verschillende studies naar de relatie tussen wachttijd en prognose kunnen
geen eenduidige conclusies worden getrokken. Dit wordt veroorzaakt door factoren
die deze relatie beïnvloeden zoals: leeftijd, geslacht, tumorstadium, maar ook zaken
als prioritering van patiënten en het bijstellen van de behandeling door een lange
wachttijd13;14. Op basis van deze literatuur kunnen er geen uitspraken worden gedaan
over de kwantitatieve gevolgen van wachttijden op de prognose van de patiënt met
kanker (zie bijlage B). Uit de literatuur blijkt echter wél dat de negatieve psychosociale gevolgen van wachttijden groot zijn15;16. Vanwege het levensbedreigende karakter
van de ziekte staan patiënten met (verdenking op) kanker onder grote psychosociale
druk tijdens het wachten op:
• (een uitslag van) diagnostisch onderzoek;
• (aanvullend) diagnostisch onderzoek;
tijden nog steeds prominent aanwezig in de gezondheidszorg (zie bijlage B).
Signalement
Opdracht
• een operatie of radiotherapeutische behandeling;
• aanvullende behandeling na een operatie of radiotherapie.
Alleen al vanuit dit perspectief zouden wachttijden voor de patiënt met kanker tot
een minimum beperkt moeten worden. Lange wachttijden in het zorgtraject leiden
bij patiënten met kanker tot veel stress en tot verdere achteruitgang van gezondheid, conditie en welbevinden. Daarnaast leiden lange wachttijden bij de zorg‑
verleners tot frustratie en demotivatie. Door toenemende belasting van de zorg
(qua tijd en menskracht) kunnen zorgverleners zo onder druk komen te staan dat ze
hun vak niet meer naar behoren kunnen uitoefenen. Dit kan onder andere leiden tot
burn-out 17 en daarmee een vermindering van de zorgcapaciteit.
3
Treeknormen
Een groot aantal partijen in de gezondheidszorg heeft in 2000 de zoge­
heten ‘Treeknormen’ (tabel 1) opgesteld vanuit de gedachte dat wacht­
tijden een maatschappelijk probleem zijn18. Met de Treeknormen richtte
men zich op de normering van de wachttijden voor het hele scala van
niet-acute geneeskundige zorg.
Ook op grond van de tumorbiologie is het belangrijk om de wachttijden zo kort
mogelijk te houden. Het is namelijk zeer aannemelijk dat bij een groot deel van de
patiënten wachttijden leiden tot een verslechtering van de prognose. Bovendien
heeft het verkorten van de duur van het diagnose-behandeltraject doorgaans positieve effecten op zowel de directe als de indirecte kosten van de zorg. Aangenomen
mag worden dat per saldo bij een vroegtijdig ingezette diagnostiek en behandeling
minder kosten gemaakt zullen worden in ziekenhuis- en nazorg. Daarnaast zullen
de mogelijkheden van patiënten om zelfstandig aan het maatschappelijk verkeer te
kunnen blijven deelnemen wellicht groter zijn. Dit laatste kan bijvoorbeeld betrekking hebben op werk en de zorg voor ouder, partner, kinderen.
Bij het opstellen is geen enkele relatie gelegd met de medische urgentie. De vaststelling van deze normering is willekeurig: men onderkent dat maatschappelijk
aanvaardbare wachttijden moeilijk met objectieve argumenten te onderbouwen
zijn. In 2003 zouden de wachttijden in de gezondheidszorg moeten voldoen aan de
Treeknormen. De realiteit is echter dat deze nog worden overschreden.
Treeknormen: overeengekomen maatschappelijk aanvaardbare maximale wachttijden
in de gezondheidszorg
Het is op grond van medische - waaronder tumorbiologische -, psychosociale, maar
ook maatschappelijke overwegingen van belang dat de wachttijden en dus de totale
wachttijd tot een minimum beperkt worden.
Wachttijdmeting voor patiënten met kanker
De werkgroep heeft de mogelijkheden verkend om een meetinstrument te ontwikkelen om de wachttijden op een zodanige wijze kwantitatief in kaart te brengen, dat
onderzoek hiernaar ook reproduceerbaar zal zijn. Na een uitgebreide inventarisatie
heeft ze echter besloten de wachttijdmeting niet door te zetten. Het ontwikkelde
onderzoeksmodel voor wachttijdmeting blijkt erg arbeidsintensief te zijn. Het model
is zeer omvangrijk vanwege de vereiste representativiteit voor de verschillende
groepen patiënten met kanker, waarbij ook rekening moet worden gehouden met de
doorverwijs- en ziekenhuisstructuur in Nederland. Bijkomende overwegingen zijn
geweest dat de wachttijdgegevens niet voorhanden zijn, ook niet na bestudering
van de literatuur. De complexiteit van de wachttijdmeting wordt in belangrijke mate
bepaald door het zorgtraject dat per patiënt sterk verschilt, en mede afhankelijk is
van de subtypering van de tumor, de leeftijd en conditie van de patiënt en de vorm
van behandeling (curatief, palliatief of experimenteel).
Toegangstijd/wachttijd
80%
Maximaal
Huisarts
< 2 werkdagen
3 werkdagen
Apotheek
-
1 werkdag
Paramedische zorg
-
1 week
Ziekenhuis/specialist en RIAGG
< 3 weken
4 weken
Diagnostiek/indicatiestelling
< 3 weken
4 weken
Poliklinische behandeling
< 4 weken
6 weken
Klinische behandeling
< 5 weken
7 weken
NB: De normen zijn overeengekomen door de volgende partijen: Koninklijke Nederlandsche Maatschappij
ter bevordering der Geneeskunst (KNMG), Orde van Medisch Specialisten (OMS), Landelijke Huisartsen
Vereniging (LHV), Landelijke vereniging voor thuiszorg (LVT), Vereniging gehandicaptenzorg Nederland
(VGN), Arcares (landelijke branchevereniging voor verpleging en verzorging), Koninklijke Nederlandse
Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ Nederland), NVZ Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen NVZ, Nederlandse Maatschappij tot bevordering der
Tandheelkunde (NMT), het Paramedisch Verband (een samenwerkingsverband tussen tien paramedische
beroepsverenigingen) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
Tabel 1
De Treeknormen worden vaak als uitgangspunt gehanteerd bij de zorg aan patiënten
met kanker of verdenking daarop.
De werkgroep concludeert dat het noodzakelijk is om normatieve wachttijden
specifiek voor het diagnose-behandeltraject van de patiënt met kanker vast te stellen. Richtlijncommissies zullen de na te streven normatieve wachttijden moeten
formuleren. Deze tijden mogen in beginsel niet worden overschreden; eventuele
overschrijding moet worden gemotiveerd.
De werkgroep benadrukt dat de Treeknormen niet toereikend zijn voor levensbedreigende ziekten waaronder kanker.
De werkgroep stelt dat wachttijden binnen de kankerzorg tot een minimum beperkt
moeten worden en onder de Treeknormen moeten te liggen.
Signalement
Treeknormen
4
Wachttijdnormen voor de patiënt met kanker
De werkgroep vindt het belangrijk dat KWF Kankerbestrijding, waar mogelijk samen
met andere instellingen, aandacht blijft besteden aan voorlichting van het publiek
over symptomen en klachten die op kanker kunnen wijzen en over de betekenis van
het zélf vroegtijdig onderkennen van deze symptomen en klachten.
De huisarts moet goed toegankelijk zijn. In de landelijke richtlijn voor niet-kleincellig longcarcinoom is gesteld dat tachtig procent van de patiënten binnen twee
dagen bij de huisarts terecht moet kunnen en dat de wachttijd maximaal drie dagen
mag duren.
Het diagnose-behandeltraject is een complex geheel waarin verschillende
stappen (figuur 1) te onderscheiden zijn. In dit hele traject, bij elke stap,
krijgt de patiënt te maken met wachttijden. Voor de patiënt met kanker
De werkgroep vindt dat de normatieve wachttijd voor een bezoek aan de huisarts,
maximaal drie werkdagen mag zijn.
zijn er normatieve wacht- en doorlooptijden opgesteld voor borstkanker19,
hoofd-halstumoren20;21, radiotherapie11 en niet-kleincellig longcarcinoom22.
Bevolkingsonderzoek - specialist
Vroege ontdekking bij kanker is in principe van groot belang. Daarom heeft de
overheid voor borst- en baarmoederhalskanker een programma voor bevolkings­
onderzoek opgezet. Doorverwijzingen op grond van positieve uitkomst van
bevolkings­onderzoek (screening), volgen een aparte route in het diagnose-behandeltraject (figuur 1, stap 2a). De overheid overweegt daarnaast een bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker, en er vindt onderzoek plaats naar de effectiviteit van
­screening naar prostaat- en longkanker. Daarnaast vindt screening plaats in bijzondere situaties, zoals bij het familiair voorkomen van sommige tumortypen en/of
speciale combinaties van primaire tumoren. Ook al staat niet vast dat elke vorm van
screening nuttig is, het belang van vroege ontdekking is onomstreden.
De hieronder beschreven algemene niet-gedetailleerde normatieve wachten doorlooptijden zijn opgesteld op basis van deze bestaande normen bin­
nen de oncologie en de eisen gesteld in de Kwaliteitswet zorginstellingen
en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).
Ontdekken symptomen - bezoek aan de huisarts
De ‘wachttijd’ begint met de tijd tussen het ontdekken van de eerste symptomen en
het eerste bezoek aan de huisarts (stap 1, figuur 1). De werkgroep stelt dat het belangrijk is dat iedereen met symptomen en klachten die op kanker kunnen wijzen (tabel 2), in een zo vroeg mogelijk stadium naar de huisarts gaat. Als vuistregel geldt
dat het verstandig is naar de huisarts te gaan met klachten die binnen vier weken
niet verdwenen zijn. Soms is het raadzaam al eerder te gaan. Dit beperkt de tijdsduur van de eerste stap: de ‘patient delay’. Veel patiënten hebben echter niet zulke
specifieke klachten, maar ‘vage’ klachten, zoals vermoeidheid. De patient delay is
daardoor uiterst moeilijk te beïnvloeden.
De werkgroep wijst op het belang van vroege ontdekking en opsporing van kanker
(bevolkingsonderzoek), maar benadrukt dat dit kan leiden tot een toenemende
zorgvraag. Wanneer de zorgcapaciteit niet voldoende flexibiliteit biedt kan de zorg­
belasting die voortvloeit uit vroege ontdekking en opsporing op gespannen voet
komen te staan met de wens tot korte wachttijden voor diagnostiek en behandeling.
Bezoek aan huisarts - bezoek aan specialist
De NWHHT stelt voor de tijd tussen het bezoek aan de huisarts en het eerste poli­
klinische bezoek aan de specialist (stap 2, figuur 1) een strikte norm van maximaal
een dag. De NABON-nota stelt dat bij spoedverwijzingen meer dan negentig procent
van de patiënten binnen vijf werkdagen een poliklinische afspraak met een specialist
moet hebben. Voor alle nieuwe verwijzingen stelt de NABON dat negentig procent
van de patiënten een poliklinische afspraak met een specialist moet hebben binnen
vijftien werkdagen. In de landelijke richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom is bepaald dat tachtig procent van de patiënten binnen vijf werkdagen terecht moet
kunnen bij de longarts als er aanwijzingen zijn voor een longtumor of bij een afwijkende thoraxfoto.
Waarschuwingstekens van kanker
•
•
•
•
•
•
•
•
Bloed bij ontlasting
Bloed bij ophoesten
Ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding
Aanhoudende pijn bij het slikken
Gevoel dat het eten niet goed zakt
Schilferend plekje of knobbeltje op de huid
Wondje of zweertje dat niet geneest
Nieuwe of veranderende moedervlekken
•
•
•
•
•
•
Verdikking of knobbeltje in lichaam
Gewichtsverlies zonder aanleiding
Aanhoudende heesheid of hoest
Blijvende verandering in de stoelgang
Bloed in urine
Urinewegproblemen
De werkgroep stelt dat de normatieve wachttijd voor het traject tussen het bezoek
aan de huisarts en het eerste poliklinische bezoek aan de specialist bij verdenking op
kanker maximaal vijf werkdagen mag zijn. Per polikliniek moet extra tijd gereserveerd worden voor het inplannen van patiënten die niet lang van te voren bekend
zijn, zodat patiënten snel terecht kunnen.
Tabel 2
10
Signalement
11
Wachttijdnormen voor de patiënt met kanker
Diagnose-behandeltraject voor de patiënt met kanker
Bevolkingsonderzoek
of screening
Verwijzing en
Ontdekken
symptomen
1
bezoek andere
2a
Bezoek
specialist(en)
aan
huisarts
2
Bezoek
3b
3
aan
Multidisciplinaire
specialist
bespreking:
4#
Start
5#
behandeling
(Vervolg-)
behandeling(en)
6#
Einde
behandeling
besluit vervolgtraject
Diagnostisch
onderzoek *
3a
Diagnostisch
Diagnostische
onderzoek *
ingreep
* Diagnostisch onderzoek en (vervolg)behandeling(en) kunnen uit meerdere ‘activiteiten’
bestaan in verschillende volgorde na elkaar of tegelijkertijd.
# In het gehele behandelingstraject kunnen complicaties (bijvoorbeeld infectie of ondervoeding) zorgen voor uitstel van de behandeling.
Het diagnose-behandeltraject voor de patiënt met kanker bestaat uit verschillende stappen.
De wachttijd is de tijd die een patiënt moet wachten (bij de verschillende stappen) in dit gehele
zorgtraject.
Figuur 1
een dag kan worden afgerond. De argumenten voor eventuele overschrijding moeten
door de behandelend arts worden meegedeeld en vastgelegd.
Bezoek aan specialist - multidisciplinaire bespreking: besluit vervolgtraject
De tijd tussen het eerste poliklinisch bezoek aan de specialist en het besluit van
behandeling (stap 3, figuur 1) zou voor hoofd-halstumoren maximaal achttien dagen
mogen beslaan. De NABON stelt dat bij meer dan negentig procent van de patiënten
de diagnostiek binnen vijf werkdagen rond moet zijn. In de landelijke richtlijn nietkleincellig longcarcinoom is opgenomen dat in principe bij tachtig procent van de
patiënten de diagnostiek binnen drie weken moet zijn doorlopen.
Besluit behandeling - start behandeling
De tijd tussen het besluit en de aanvang van behandeling (stap 4, figuur 1) zou voor
hoofd-halstumoren maximaal tien dagen mogen beslaan. De NVRO stelt dat bij
tachtig procent van de patiënten die in aanmerking komen voor radiotherapie de
behandeling gestart dient te worden binnen 21 dagen na de indicatiestelling voor
radiotherapie. Voor subacute indicaties moet radiotherapie bij tachtig van de
patiënten binnen zeven dagen na indicatiestelling starten. De NABON stelt dat het
interval tussen de beslissing een diagnostische ingreep te doen en de opname­datum
bij meer dan negentig procent van de patiënten beperkt moet blijven tot twee
weken. Bij het niet-kleincellig longcarcinoom moet volgens de landelijke richtlijn
curatieve therapie bij tachtig procent van de patiënten binnen twee weken starten
en bij palliatieve therapie bij tachtig procent van de patiënten binnen een week. De
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) heeft in 2002 gesteld
dat een patiënt, tenzij grotere urgentie is geboden, in de regel binnen drie weken
moet worden geopereerd.
Voordat met de behandeling wordt begonnen, moet een multidisciplinair team de
diagnose, eventuele comorbiditeit en algemene conditie van de patiënt bespreken.
Hier worden het behandelplan, het hiervan te verwachten resultaat en eventuele vervolgbehandelingen vastgesteld. Dit vereist een zorgvuldige afweging. De werkgroep vindt dat in het algemeen de normatieve doorlooptijd voor het traject vanaf
het eerste poliklinische bezoek tot en met het besluit over de behandeling maximaal
tien werkdagen mag bedragen. Dan moet het ziektebeeld in kaart gebracht zijn, zodat de op de patiënt toegesneden behandeling gekozen en gestart kan worden.
Soms is een nadere diagnostische ingreep (voor verdere stagering) nodig.
De werkgroep benadrukt dat de beroepsgroepen in samenspraak met de patiëntenorganisaties aanbevelingen moeten doen over de meer gedetailleerde normatieve
doorlooptijden. Dit betreft doorlooptijden die met elk van de verschillende vormen
van diagnostiek gemoeid zijn, gespecificeerd naar de verschillende vormen van kanker. Ook moeten ze situaties benoemen waar op elkaar afgestemde diagnostiek in
12
Signalement
De werkgroep vindt dat in het algemeen de normatieve wachttijd voor het traject
tussen het besluit tot en de aanvang van de (geplande) behandeling(en) maximaal
vijftien werkdagen mag bedragen.
De werkgroep benadrukt dat de beroepsgroep in samenspraak met de patiëntenorganisaties aanbevelingen moeten doen over de meer gedetailleerde normatieve
wacht- en doorlooptijden voor behandeling van de verschillende vormen van kanker.
13
Wachttijdnormen voor de patiënt met kanker
Totale behandelingsduur
Voor het beperken van de totale behandelingsduur is het belangrijk dat uiteindelijk
voor iedere stap in het behandeltraject meer gedetailleerde normatieve doorloop- en
wachttijden worden vastgesteld. De stappen in het traject moeten namelijk goed
op elkaar aansluiten. Er zijn namelijk aanwijzingen dat resterende tumorcellen na
een behandeling versneld kunnen uitgroeien23-26. Postoperatieve bestraling is in het
algemeen van te voren goed te plannen; complicaties kunnen te allen tijde tot uitstel
leiden. Voor chemotherapie bestaat tot nu toe zelden een wachttijd.
De werkgroep stelt dat de totale behandelingsduur *, ook bij combinatie van behandelingen (chirurgie, radiotherapie, chemotherapie), zo kort mogelijk moet zijn (stap 5 tot en met 6, figuur 1). Dit vereist onderlinge afstemming.
Follow-up
Er is behoefte aan goed gefundeerde follow-up controleschema’s in de kankerzorg9.
De Gezondheidsraad komt naar verwachting in 2006 met een algemeen advies over
nacontrole bij kanker27.
Acute zorg
Bij patiënten met kanker kan er sprake zijn van een acute noodzaak tot zorg in verband met acute klachten of problemen door ziekte of behandeling (Tabel 3). De NVRO
stelt dat patiënten die in aanmerking komen voor acute radiotherapie de norm geldt
van behandeling binnen één dag.
5
Kwaliteit van de zorg
De werkgroep is zich ervan bewust dat behoud van de kwaliteit van zorg
onder druk staat door te weinig mankracht - nu en in de toekomst -, en
de budgetproblemen in de gezondheidszorg. Hierbij spelen ook de stel­
selwijzigingen en bijbehorende medisch-administratieve processen een
rol. Door meer administratieve taken neemt de werkbelasting van de arts
toe. De tijd die een arts hieraan besteedt, gaat ten koste van de directe
zorg aan de patiënt. Daarnaast is er een toenemende werkbelasting door
de noodzaak van intensiever en frequenter overleg in verband met toene­
mende complexiteit van diagnostiek, behandeling en nazorg, de proble­
matiek van meervoudige pathologie en de veranderende verwachtingen
en eisen van patiënten en hun familie.
Niet alleen de inhoud van het werk verandert en heeft invloed op vraag en aanbod in
de zorg, maar ook de omvang van het ‘kankerprobleem’ verandert: het aantal personen dat een beroep doet op de zorg stijgt. Uit het Signaleringsrapport ‘Kanker in Nederland. Trends, prognose en implicaties voor zorg’ blijkt duidelijk dat
het aantal mensen dat kanker heeft of hiervoor met succes is behandeld (de prevalentie) vooral door de vergrijzing flink zal toenemen9: van circa 366.000 in
2000 naar circa 692.000 in 2015 (figuur 2), ofwel met ruim 5% per jaar. Het aantal
nieuwe patiënten met kanker per jaar zal in 2015 met ongeveer 40% zijn toegenomen
ten opzichte van 2000 (van 69.000 naar 95.000, ofwel ruim 2% per jaar (figuur 3).
Niet alleen deze sterke stijging van het aantal nieuwe gevallen van kanker, maar ook
vroege opsporing en verbeterde overleving dragen er toe bij dat het aantal personen
dat een beroep doet op de zorg stijgt.
De werkgroep adviseert acute zorg onmiddellijk, dus binnen 24 uur, te leveren of zo
veel eerder als medisch noodzakelijk is.
Voorbeelden van situaties - of bij verdenking daarop - die acute zorg (onmiddellijk, dus
binnen enkele uren) vereisen bij kankerpatiënten met acute klachten of problemen als
gevolg van de ziekte of de behandeling
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Sepsis bij neutropenie na chemotherapie
Dreigende dwarslaesie
Acute galgangobstructie
Pathologische fractuur
Pericarditis carcinomatosa
Longembolie
Dreigende verstikking
Perforatie van maag of darm
Acute afsluiting van het maagdarmkanaal
Acute bloedingen
Acute nierinsufficiëntie als gevolg van obstructie van de urinewegen
Ernstige hypercalciemie
Ernstig lijden als gevolg van ongecontroleerde symptomen, b.v. heftige pijn, kortademigheid of misselijkheid/braken
• Delier
De werkgroep stelt dat er op korte termijn moet worden voorzien in de stijgende
vraag naar gekwalificeerd personeel, door zowel opleiding als nascholing. Dit opleidingsaspect verdient veel aandacht zowel op landelijk als regionaal niveau,
mede gezien de grote regionale verschillen tussen zorgvraag en -aanbod9.
Tabel 3
* De duur van het behandelingsschema is onder andere afhankelijk van tumorsoort en type behandeling(en).
14
Signalement
15
Kwaliteit van de zorg
450000
6
Absolute prevalentie van kanker met een 95%
betrouwbaarheidsinterval, 2000-2015
Aanpak wachttijden
400000
Onder auspiciën van de werkgroep is een literatuuronderzoek gedaan
350000
300000
mannen
vrouwen
250000
naar de wachttijdproblematiek in Nederland en de andere westerse,
ontwik­kelde landen. In deze studie zijn de aard en omvang van deze
200000
problematiek, oorzaken, gehanteerde methoden van onderzoek en aanpak
150000
ervan in deze landen beschreven. Ook zijn de onderliggende oorzaken van
100000
de als te lang ervaren wachttijden beschreven.
50000
Uit het onderzoek blijkt, dat er betrekkelijk weinig onderzoek is gedaan naar de
wachttijdproblematiek in de oncologische zorg. In bijlage B worden de samenvatting en de belangrijkste conclusies van deze studie weergegeven.
0
2000
2005
2010
2015
Bron: Kanker in Nederland9
Figuur 2
600000
In Nederland zijn met betrekking tot de zorg voor kankerpatiënten door de NVRO
en de NWHHT oorzaken en mogelijke oplossingen beschreven. Dat extra geld voor
uitvoering van goed onderbouwde plannen leidt tot resultaten, wordt wellicht
zichtbaar bij de radiotherapie. Daar lijken de wachttijden korter te worden door uit­
breiding van de radiotherapiecapaciteit. Het beleid staat beschreven in het rapport
‘Het tekort: ook uw zorg!’11. De uiteindelijke evaluatie zal plaatsvinden door het College voor Zorgverzekeringen (CvZ). Vanaf 2010 worden opnieuw problemen voorzien als geen nieuwe maatregelen worden getroffen.
Het door de NWHHT in overleg met de Nederlandse Federatie van Universitair
Medische Centra (NFU, voorheen de VAZ;Vereniging van Academische Ziekenhuizen)
geformuleerde plan van aanpak had begin 2004 nog niet geleid tot concrete maatregelen4. De NWHHT stelt dat samenwerking tussen de NWHHT, de NFU, de lokale
hoofd-halswerkgroepen en raden van bestuur van de diverse ziekenhuizen noodzakelijk is om deze maatregelen ten uitvoer te brengen. Echter, begin 2005 heeft de
NFU aangegeven dat in haar ogen het wachttijdenprobleem lokaal moet worden
aangepakt en heeft zich daarom uit dit landelijk initiatief teruggetrokken.
Aantal nieuw gediagnosticeerde gevallen van kanker met
een 95% betrouwbaarheidsinterval, 2000-2015
500000
400000
mannen
vrouwen
300000
200000
100000
0
2000
2005
2010
Over werkelijke en normatieve wachttijden moeten patiënten worden geïnformeerd. De NVZ heeft de Databank wachttijden (via internet toegankelijk), per
februari 2005 gesloten, omdat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS) de subsidie hiervoor heeft beëindigd. De ziekenhuizen hebben namelijk vanaf
2005 krachtens de WTG ExPres* leveringsplicht van wachttijdgegevens aan het Diagnose-Behandel-Combinatie (DBC)-informatiesysteem.
2015
Bron: Kanker in Nederland9
Figuur 3
Het signaleringsrapport ‘Beeldvormende technieken binnen de kankerbestrijding.
Vizier op de toekomst’ benadrukt de noodzaak van investering in capaciteit voor
beeldvormende technieken10. De vraag hiernaar zal stijgen omdat steeds geavan­
ceerdere beeldvormende technieken in een steeds eerder stadium van het diagnosebehandeltraject ingezet zullen worden.
De werkgroep vindt dat gezien de nu al bestaande problemen met lange wachttijden
voor de geavanceerde beeldvormende procedures, er aanzienlijk geïnvesteerd moet
worden in de capaciteit van apparatuur én personeel voor de diverse beeldvormende
technieken.
16
Signalement
Het is noodzakelijk om feitelijke wachttijden in het traject van diagnostiek en behan­
deling van de patiënt met kanker inzichtelijk en toegankelijk te maken, zodat maatregelen kunnen worden genomen als normatieve wachttijden worden overschreden.
* WTG ExPres: Onder de noemer WTG ExPres werkt VWS aan een aanpassing van de Wet Tarieven Gezondheidszorg. De naam
WTG ExPres is ontleend aan het scheppen van mogelijkheden voor experimenten en het faciliteren van prestatiebekostiging.
17
Aanpak wachttijden
7
Eindconclusies
Normatieve wachttijden in het zorgtraject voor de patiënt met (verdenking op) kanker
zoals opgesteld door de werkgroep ‘Wachtlijstenproblematiek’ van de
Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding
De werkgroep heeft algemene niet-gedetailleerde normatieve wacht- en
doorlooptijden geformuleerd voor het zorgtraject voor de patiënt met
Traject
Normatieve wacht-/doorlooptijd
Nota bene
Ontdekken symptomen - bezoek aan
Met klachten die op kanker kunnen
- KWF Kankerbestrijding kan hierbij een
wijzen dient men tijdig naar de huis-
belangrijke rol spelen in de voorlichting aan
arts te gaan Afspraak met huisarts
het publiek.
huisarts (stap 1)
(verdenking op) kanker (tabel 4). Hierbij is het feit dat kanker een
binnen 3 werkdagen.
Bezoek aan huisarts - bezoek aan
levensbedreigende ziekte is als uitgangspunt genomen.
1 werkdag – 5 werkdagen
- De huisarts moet alert zijn op patiënten
met symptomen en klachten die op kanker
specialist (stap 2)
kunnen wijzen, zodat ze tijdig worden
doorverwezen.
De geformuleerde normatieve wacht- en doorlooptijden zijn naar de mening van
de werkgroep goede normen om vanaf nu de praktijk aan te toetsen: ze zijn in lijn
met al opgestelde normen binnen de oncologie (NABON-nota, NFK, NVRO, NWHHT,
richtlijn niet-kleincellig longcarcinoom) en ingegeven door de eisen gesteld in de
Kwaliteitswet zorginstellingen en de WGBO.
- Specialisten moeten ruimte hebben op
hun spreekuur om patiënten met verdenking op kanker op korte termijn te kunnen
inplannen.
- Het Nederlands Huisartsen Genootschap,
de landelijke tumorwerkgroepen en patiëntenorganisaties moeten de norm verder
De werkgroep benadrukt dat de geformuleerde algemene niet-gedetailleerde normatieve wachttijden in de praktijk verder uitgewerkt moeten worden tot meer
gedetailleerde normatieve wachttijden.
Meer gedetailleerde uitwerking is nodig op drie punten, met onderscheid tussen de:
1) verschillende vormen en stadia van kanker;
2) verschillende onderdelen van het diagnose-behandeltraject;
3) normatieve wachttijd en normatieve doorlooptijd.
De beroepsgroepen moeten in samenspraak met de patiëntenorganisaties zorgdragen voor de verdere uitwerking.
uitwerken voor de verschillende vormen van
kanker en/of diagnostiek.
- De NWHHT heeft de norm gesteld op maximaal 1 dag. De NABON-nota stelt hiervoor
maximaal 5 tot 15 dagen voor meer dan 90%
van de patiënten.
Bezoek aan specialist - besluit
10 werkdagen
- De medisch wetenschappelijke beroepsverenigingen, de landelijke tumorwerkgroe-
behandeling (stap 3)
pen en de patiëntenorganisaties moeten de
norm verder uitwerken voor de verschillende vormen van kanker.
Besluit behandeling - start behande-
In het algemeen moet worden gestreefd naar een minimale wachttijd: een wacht-
15 werkdagen
ling (stap 4)
- De medisch wetenschappelijke beroepsverenigingen, de landelijke tumorwerkgroe-
tijd korter dan de normatieve wachttijd. Dit betekent dat niet alleen een bovengrens
(normatieve wachttijd) moet worden vastgesteld. Ook moeten er normen voor
doorlooptijden worden bepaald. In dit signalement geeft de werkgroep aan dat in
het algemeen de normatieve doorlooptijd voor het traject vanaf het eerste poliklinische bezoek tot en met het besluit over de behandeling maximaal tien werkdagen
mag bedragen. Op basis van de noodzakelijke doorlooptijd zou voor een nog nader
te bepalen deel van de patiënten de wachttijd voor dit traject dan korter dan tien
werkdagen kunnen zijn.
pen en de patiëntenorganisaties moeten de
Om te kunnen nagaan of de normatieve wacht- en doorlooptijden voor het diag­
nose-behandeltraject voor de patiënt met (verdenking op) kanker in de praktijk worden overschreden, is inzicht in de wachttijden in het hele zorgtraject noodzakelijk.
Een systeem voor een steekproefsgewijze meting van de wachttijden moet hierin
voorzien.
nen 21 dagen na de indicatiestelling voor
norm verder uitwerken voor de verschillende vormen van kanker.
- In de NABON-nota is de termijn tussen
besluit en start behandeling op twee weken
gesteld voor meer dan 90% van de patiënten
met borstkanker. De NWHHT stelt dat
voor de complexe hoofd-halstumoren deze
termijn maximaal 28 dagen mag zijn. De
NVRO stelt dat bij 80% van de patiënten
radiotherapie gestart moet worden binradiotherapie. Bij indicaties voor subacute
zorg moet radiotherapie bij 80% van de
patiënten binnen 7 dagen na de indicatiestelling starten.
Totale behandelingsduur
Zo compact mogelijk
(stap 5 t/m 6)
Ten slotte
De werkgroep vindt dat een multidisciplinaire aanpak vereist is om een goede kwali­
teit van de zorg voor patiënten met kanker te waarborgen. Hiervoor zijn afspraken
tussen de verschillende betrokkenen over de kwaliteit en tijdigheid van de te leveren
prestaties noodzakelijk.
18
Signalement
van tumorcellen na een eerste behandeling.
Onmiddellijk, binnen enkele
Acute zorg
uren-24 uur
Tabel 4 19
- Vanwege het risico op opnieuw uitgroeien
Eindconclusies
Geraadpleegde literatuuur
18
19
1
2 3
4
5
6
7 8
9
10
11
12
13
14
15
16 17
20
elden van de CJH, Krieken van, Mulder de PHM, Vermorken JB: Oncologie
V
2005. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2005
Bon R, Maten van der M: Wachttijden in ziekenhuizen: verslag van een verkenning naar de praktijk van ziekenhuizen en verzekeraars. Den Haag, Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2001
Commissie Actualisatie NVRO: Radiotherapie: onze zorg. Een actualisatie van
de ontwikkelingen in de radiotherapie voor de periode 2000-2010. Utrecht,
Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie, 2000
Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren (NWHHT): Knelpunten in de zorg
voor de hoofd-hals oncologische patiënt. Knelpunten in diagnostiek en behandeling: een analyse van de wachttijden anno 2001. Hoofd-Hals Journaal 2001,
17:10-15
Nationaal Borstkanker Overleg Nederland: De organisatie van diagnostiek en
behandeling van mammapathologie in Nederland. 1999
Reactie op krantenartikelen i.v.m.consumentenbond onderzoek en de discussie over centraliseren/decentraal houden van (borst)kankerzorg in Nederland.
www.borstkanker.nl/php/downloaditem.php?id=1376, 2005
Consumentenbond: Gezond leven. Welk ziekenhuis biedt de beste zorg? Deel 1:
Borstkanker. Consumentengids 2005
BorstkankerVereniging Nederland: Rapport doorlooptijden borstkankerzorg,
Utrecht, BorstkankerVereniging Nederland, 2005
Signaleringscommissie van KWF Kankerbestrijding: Kanker in Nederland,
trends prognoses en implicaties voor zorgvraag. Amsterdam, KWF Kankerbestrijding, 2004
Signaleringscommissie van KWF Kankerbestrijding: Signaleringsrapport
Beeldvormende technieken binnen de kankerbestrijding. Amsterdam, KWF
Kankerbestrijding, 2005
Vietsch CA, Zwart de PAG: Radiotherapie - Het tekort: ook uw zorg! www.nvro.
nl. Amersfoort, Twynstra Gudde, 2000
College voor zorgverzekeringen: Radiotherapie van meten naar weten. Wachttijdenmeting 2002. Den Haag, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, 2004
Kievit J: De invloed van uitstel van behandeling op de prognose bij patiënten
met borstkanker. Ned Tijdschr Geneeskd 2002, 146:1031-1034
Seel M, Foroudi F: Waiting for radiation therapy: does it matter? Australas
Radiol 2002, 46:275-279
Schag CA, Ganz PA, Polinsky ML, Fred C, Hirji K, Petersen L: Characteristics of
women at risk for psychosocial distress in the year after breast cancer. J Clin
Oncol 1993, 11:783-793
Risberg T, Sorbye SW, Norum J, Wist EA: Diagnostic delay causes more psychological distress in female than in male cancer patients. Anticancer Res 1996,
16:995-999
Taylor C, Graham J, Potts HW, Richards MA, Raminez AJ: Changes in mental health of UK hospital consultants since the mid-1990s. Lancet 2005, 366:742-744
Signalement
20
21
2 2
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
3 4
35
3 6
37
38
21
reekoverleg: Notitie Streefnormstelling wachttijden curatieve sector. ZN,
T
Zeist, 2000
Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO: Mammacarcinoom:
screening en diagnostiek. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO in
samenwerking met het Nationaal Borstkankeroverleg Nederland en de Vereniging van Integrale Kankercentra, Utrecht, 2000
Nederlandse Werkgroep Hoofd-Halstumoren: Evaluatie knelpunten in de zorg
voor de hoofd-hals oncologische patiënt: een vervolganalyse. Utrecht, Nederlandse Werkgroep Hoofd-Halstumoren, 2004
Nederlandse Werkgroep Hoofd-Halstumoren: Knelpunten in diagnostiek
en behandeling: een vervolganalyse van de wachttijden anno 2001 - 2003.
Utrecht, Nederlandse Werkgroep Hoofd-Halstumoren, 2004
NVALT: EBRO-richtlijn 2004
Kim JJ, Tannock IF: Repopulation of cancer cells during therapy: an important
cause of treatment failure. Nature Rev 2005, 5:516-525
Wyatt RM, Beddoe AH, Dale RG: The effects of delays in radiotherapy treatment on tumour control. Phys Med Biol 2005, 48:139-155
Yamada S, Takai Y, Nemoto K, Ogawa Y, Kakuto Y, Hoshi A, Sakamoto K: Prognostic impact of the period between surgery and postoperative irradiation in
esophageal carcinoma. Tohoku J Exp Med 1994, 172:275-282
Elsharouni SY, Kal HB, Battermann JJ: Accelerated regrowth of non-small-cell
lung tumors after induction chemotherapy. British Journal of Cancer 2003,
89:2184-2189
Gezondheidsraad/ RGO: Werkprogramma 2006 A05/05, Den Haag, Gezondheidsraad, 2005
Laeven AMW, Hulst van BL, Mathijssen SW, Eijk van W: Het wachtlijstfonds
1999. De derde inhaalslag? Utrecht, Prismant, 2000
Laeven A, Mathijssen S, Vliet van C, Talma H: Het wachtlijstfonds 2000. De
verandering gaat door Utrecht, Prismant, 2001
e minister en staatssecretaris van VWS: Actieplan Zorg Verzekerd. Den Haag,
D
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2000
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties: www.kankerpatient.nl. Dossier wachttijden, 2005
Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Vereniging van ziekenhuizen, Orde van Medisch Specialisten: www.snellerbeter.nl, 2005
Nationaal Programma Kankerbestrijding: Nationaal Programma Kankerbestrijding, deel 1, 2005
BorstkankerVereniging Nederland: www.borstkanker.nl, 2005
Laeven AMW, Huijsmans H, Hulst van BL, Vissers J, Eijk van W: De achterkant
van de wachtlijst Een verkennend onderzoek naar achterliggende factoren van
de wachtlijstproblematiek, Utrecht, Prismant, 2000
Schellekens W: Wachtlijsten ziekenhuis korter. Medisch Contact 59, 2004
Ministerie van VWS: Wachttijdgegevens: www.euromort.rivm.nl/object_document/o606n680.html (website is vervallen). 2004
Mikeljevic JS, Haward R, Johnston C, Crellin A, Dodwell D, Jones A, Pisani P, Forman D: Trends in postoperative radiotherapy delay and the effect on survival
in breast cancer patients treated with conservation surgery. Br J Cancer 2004,
90:1343-1348
Geraadpleegde literatuur
39
40
41
22
Afkortingen
ichards MA, Smith P, Ramirez AJ, Fentiman IS, Rubens RD: The influence on
R
survival of delay in the presentation and treatment of symptomatic breast cancer. Br J Cancer 1999, 79:858-864
Huang J, Barbera L, Brouwers M, Browman G, Mackillop WJ: Does delay in starting treatment affect the outcomes of radiotherapy? A systematic review.
J Clin Oncol 2003, 21:555-563
Hutten J, Beaujean DJMA, Beaujean D, Groenewegen P: De zorg van medisch
specialisten. Utrecht, NIVEL, 2003
Signalement
BVN CBO CVZ NABON
NFK NFU NPK NVRO
NVZ NWHHT
SCK VIKC VWS WGBO
WZW ZN 23
Afkortingen
BorstkankerVereniging Nederland
Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO
College voor zorgverzekeringen
Nationaal Borstkanker Overleg Nederland
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
Nationaal Programma Kankerbestrijding
Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
NVZ vereniging van ziekenhuizen
Nederlandse Werkgroep Hoofd-HalsTumoren
Signaleringscommissie Kanker
Vereniging van Integrale Kankercentra
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst
Werken zonder wachtlijst
Zorgverzekeraars Nederland
A
Bijlage
Voorbeelden van initiatieven om de te lange wachtlijsten en wachttijden binnen de gezondheidszorg aan te pakken
Tijdstip
1997-2000
Initiatief
Wachtlijstfondsen:
een deel van het wachtlijstfonds 2000 is ingezet voor de oncologie en radiotherapie in academische ziekenhuizen28;29
Initiator
Ministerie van VWS
Doel
Terugdringen van het aantal wachtenden tot
aanvaardbaar niveau d.m.v.: • productieverhoging;
• aanstelling van extra personeel.
Resultaat
• Verbeterde planning binnen de instellingen.
• Verwachte inhaalslag wachtlijsten niet gerealiseerd.
Mei 1999
NABON-nota5
NABON, multidisciplinaire landelijke Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) tumorwerkgroep
• Instellen multidisciplinair ‘mammaspreekuur’ voor vlotte
afhandeling triple-diagnostiek
• Meer dan 90% van de spoedverwijzingen moet binnen 5
werkdagen worden gezien door veelal in eerste instantie
de chirurg.
• 90% van alle nieuwe verwijzingen moet binnen 15 werkdagen worden gezien.
• Als beeldvorming en/of cytologie of naaldbiopsie nodig
is, moet dat gebeuren bij het eerste bezoek. Voor minder
dan 10% van alle nieuwe mammapatiënten mag meer dan
tweemaal een bezoek voor diagnostiek nodig zijn.
• Patiënten die komen voor diagnostiek, horen bij ten minste één gelegenheid te worden gezien door een gespecialiseerde mammachirurg.
• Meer dan 90% hoort binnen 2 weken na de chirurgische
beslissing te worden opgenomen voor een diagnostische
operatie
• Niet meer dan 20% van de cytologische puncties mag als
inadequaat worden beoordeeld.
• Bij minstens 90% van de patiënten met kanker moet de
diagnose met zekerheid zijn gesteld door cytologie of
dikke-naaldbiopsie.
• Bij meer dan 90% van de patiënten moet de uitslag (benigne of maligne) binnen 5 werkdagen worden verteld.
Deel van de doelstellingen is overgenomen in
doorbraakproject mammacarcinoom
(zie verderop in tabel 2004-2005).
Januari 2000
Treeknormen: overeengekomen maximale maatschappelijk
aanvaardbare wachttijden voor niet acute zorg18.
Groot aantal partijen uit de gezondheidszorg (zie tabel 2)
Realisatie Treeknormen per 1 januari 2003.
Doelstelling niet gerealiseerd.
Mei 2000
Planningsbesluit radiotherapie 200011.
NVRO/Ministerie van VWS
Uitbreiding radiotherapiecapaciteit zodat deze in 2005 op peil is en de wachttijd binnen de door de NVRO gestelde normen valt11.
Evaluatie zal in 2005 door het College
voor zorgverzekeringen (CVZ) plaatsvinden.
24
Signalement
25
Bijlage A
vervolg bijlage A
Tijdstip
November 2000
December 2001
Najaar 2002
November 2002
Vanaf november 2003
26
Signalement
Initiatief
Nota Actieplan Zorg Verzekerd. Beleidsinspanningen binnen de gezondheidszorg n.a.v. kabinetsbeleid 200130.
Initiator
Minister en staatssecretaris van VWS
Doel
• Aanpakken onredelijke wachttijden gericht op:
geld, arbeidsmarkt en organisatie van de zorg.
• Ombouw van aanbodgestuurd naar
vraaggestuurd stelsel.
Resultaat
Presentatie van ad-hoc en structurele oplossingen voor de wachttijden binnen de hoofd-halsoncologie in het rapport van de NWHHT4.
Wachttijden bij chirurgie31.
NWHHT
Aanpakken wachttijden binnen de hoofd-halsoncologie.
Het door de NFU en NWHHT geformuleerde plan
van aanpak heeft nog niet geleid tot concrete
maatregelen4. Begin 2005 heeft NFU zich uit dit
landelijk initiatief teruggetrokken.
NFK
De NFK stelt dat een patiënt, tenzij grotere
urgentie is geboden, in de regel binnen drie weken
moet worden geopereerd. Kan dit niet worden
gerealiseerd, dan moet dit z.s.m. aan de patiënt
worden verteld en moet er naar alternatieven worden
gezocht.
Algemene politieke beschouwing vermeld in Rapport ’Aanpak wachttijden’32.
Ministerie van VWS
Binnen 2 jaar geen wachttijden meer voor ziekten
met gezondheidsschade (levensbedreiging):
• oncologie (voornamelijk radiotherapie);
• openhartchirurgie.
Doelstelling niet gehaald.
Sneller Beter, een landelijk ondersteuningsproject gericht
op het verbeteren van de zorg32.
Ministerie van VWS,
instituut Beleid en Management
Gezondheidszorg (iBMG), Orde van Medisch Specialisten
i.s.m. de NVZ.
• Terugdringen van de toegangstijd van de poliklinieken tot minder dan 1 week.
• Verkorten van de doorstroomtijd voor diagnostiek en behandeling met 40-90%.
• Bevorderen van de productiviteit van de OK met 30%.
• Verminderen van de ligduur met 30%.
Een onafhankelijk evaluatieonderzoek naar
het meten van resultaten en het vaststellen
van effecten zal na afloop van het project
worden uitgevoerd door het Nederlands
instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL).
27
Bijlage A
vervolg bijlage A
Tijdstip
Vanaf maart 2003
Initiatief
Doorbraakproject Werken zonder wachtlijst (WZW).
Initiator
Samenwerking van een aantal poliklinieken met het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO.
Doel
Minimaliseren van de toegangstijd tot de polikliniek tot onder 1 week.
Resultaat
80 poliklinieken uit 30 ziekenhuizen doen aan
project mee; 20 hiervan hebben inmiddels
het project afgerond. Bij 15 van de 20 poliklinieken is het gelukt om de toegangstijd te minima-
liseren. De ervaringen zijn zeer positief:
• een kortere toegangstijd;
• betere service aan de patiënt;
• een prettige werksfeer.
Dit heeft geleid tot de start van een vervolgpro‑
ject per november 2005: interne verspreiding van WZW.
2004-2005
April 2004 Doorbraakprojecten mammacarcinoom
Richtlijn stadiëring en behandeling niet kleincellig longcarcinoom.
CBO en VIKC
Nederlandse vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
(NVALT), Multidisciplinaire Landelijke Werkgroep Longtumoren.
• Versnelling van de triple-diagnostiek: een wachttijd
van maximaal 4 dagen voor een eerste bezoek aan
de mammapoli, diagnostiek in 1 dagdeel en uitslag
uiterlijk binnen 5 dagen, met een streven naar 3.
• Verkorting van de toegangstijd voor operatie. De
operatie vindt uiterlijk 3 weken na de uitslag plaats.
• Minder operaties door o.a. afname van onnodige
borstoperaties en het aantal heroperaties.
• Preoperatieve multidisciplinaire besprekingen. Een
multidisciplinair behandelplan bevordert het succes
van een eerste operatie. Verder zorgt deze afstem ming voor verkorting van het behandeltraject.
Opstellen van landelijke richtlijn voor het niet-kleincellig longcarcinoom binnen het
programma Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling
(ERBO) van de Orde van Medisch Specialisten.
Slotconferentie van het eerste project (9 juni
2005). Goede resultaten dankzij:
• Het specialiseren van chirurgen en radiologen
in mammacare.
• Het opvragen van de planning van het
jaarlijkse bevolkingsonderzoek om tijdelijk
meer policapaciteit te hebben.
• Het plaatsen van een echoapparaat in de
mammografiekamer.
• Het uitbreiden van de formatie mammacare
verpleegkundigen.
• Het verbeteren van de punctietechniek.
28
Signalement
29
Bijlage A
De richtlijn is op 15 oktober 2004 goedgekeurd.
vervolg bijlage A
Tijdstip
November 2004
Initiatief
Nationaal Programma Kankerbestrijding (NPK)33
Initiator
VIKC, KWF Kankerbestrijding, NFK, ministerie van VWS, ZN
Doel
• In 2010 zijn vraag en aanbod in de oncologische
zorg op elkaar afgestemd voor alle patiënten met
(verdenking op) kanker. Dit is meetbaar aan de hand
van wachtlijsten, doorlooptijden en evaluatie van de
implementatie van richtlijnen voor diagnostiek en
behandeling.
• In 2005 zijn kwaliteitscriteria voor de
multidisciplinaire ketenzorg gereed. Hieronder valt
de multidisciplinaire afstemming en uitvoering van
het gehele zorgproces inclusief afspraken over
toegangstijden en doorlooptijden bij voorkeur per
tumorsoort.
Deze doelen zijn gebaseerd op de aanbevelingen van
de werkgroep Zorg van het NPK. Deze werkgroep
adviseerde tevens dat de Treeknormen voor de
oncologie moeten worden aangepast. Deze normen
moeten tumor- specifiek inhoudelijk onderbouwd
worden door te bepalen wat optimale doorlooptijden
zijn binnen elke fase die een patiënt doorloopt.
Daarnaast gaf deze werkgroep aan dat de
capaciteitsproblemen en onaanvaardbare wachttijden
tijdens de ketenzorg dienen te worden weggenomen.
Centrale monitoring op dit gebied is noodzakelijk.
Resultaat
September 2005
Onderzoek wacht- en doorlooptijden borstkankerzorg:
- Enquête onder 1527 (ex)borstkankerpatiënten8. - Onderzoek van de Consumentenbond, samen met ZonMw, de Borstkanker-Vereniging
Nederland (BVN) en de Nederlandse
Patiënten Consumenten Federatie
naar welke ziekenhuizen het best
toegerust zijn op de borstkankerzorg7. BVN34
Actief inspannen voor verbetering van de kwaliteit van de borstkankerzorg in de Nederlandse ziekenhuizen, met name vanuit het patiënten perspectief.
De BVN ziet de metingen in deze onderzoeken
als ‘nulmeting’ van een kwaliteitsmonitor die de
BVN samen met partners komend jaar wil
introduceren om de snelheid en kwaliteit van de
borstkankerzorg in Nederland beter in kaart te
brengen6.
November 2005
Interne verspreiding WZW
CBO
De interne verspreiding van kennis en ervaring van WZW te bewerkstelligen naar andere poliklinieken in hetzelfde ziekenhuis.
Eéndaagse landelijke werkconferentie op
18 mei 2006. Het accent ligt op de externe
zorgprocessen, zoals bijvoorbeeld het
verwijsbeleid van de huisartsen en de ‘one stop shop’ diagnostiek.
30
Signalement
31
Bijlage A
B
Bijlage
Samenvatting en conclusies literatuurstudie
Voorbeelden van deze factoren zijn: tumorstadium, maar ook zaken als prioritering
van patiënten en het bijstellen van de behandeling als gevolg van een lange wachttijd. Uit de literatuur blijkt echter wél dat de negatieve psychosociale gevolgen van
wachttijden groot zijn15;16. Vanuit dit perspectief zouden wachttijden voor de patiënt
met kanker tot een minimum beperkt moeten worden. Ook op grond van de tumorbiologie is het belangrijk om de wachttijden zo kort mogelijk te houden. Het is namelijk zeer aannemelijk dat bij een deel van de patiënten wachttijden leiden tot
een verslechtering van de prognose. Voorbeelden uit de praktijk ondersteunen dit4;38-40.
KWF Kankerbestrijding heeft de Signaleringscommissie Kanker gevraagd de werkgroep ‘Wachtlijstenproblematiek, specifiek gericht op de patiënt met kanker’ te laten
rapporteren over de aard en omvang van de huidige en toekomstige wachttijden
voor patiënten met kanker, over de gevolgen voor de prognose van de patiënt en over
de psychosociale gevolgen voor de patiënt en zijn naasten en voor de beroepsgroep.
Hiertoe is in opdracht van de werkgroep deze literatuurstudie gedaan. Dit onderzoek
had niet alleen betrekking op Nederland, maar ook andere ontwikkelde landen waaronder Australie en Canada*.
Vanwege het levensbedreigende karakter van de ziekte, leiden lange wachttijden bij
de diverse stappen in het diagnose-behandeltraject tot veel stress bij patiënten met
kanker en tot een verdere achteruitgang van gezondheid, conditie en welbevinden.
Ook de zorgverleners komen onder druk te staan en kunnen in die gevallen3;41 hun vak
niet naar behoren uitoefenen, hetgeen leidt tot frustraties en demotivatie. Om deze
redenen moeten de wachttijden tot een minimum beperkt worden.
Uit de literatuur kan met betrekking tot ons land worden afgeleid dat de wachtlijsten­
problematiek nog actueel is. Zo moest er de afgelopen vijf jaar regelmatig onaanvaardbaar lang worden gewacht voor het krijgen van de nodige zorg 2-4;11;30;35;36. Verder
bestaan er, zo blijkt o.a. uit de meest recente wachttijdgegevens van het Ministerie
van VWS37, voor de meeste aandoeningen nog steeds te lange wachtlijsten. De in
Nederland overeengekomen maximale wachttijden voor niet-acute geneeskundige
zorg, de zogenaamde Treeknormen, worden nog overschreden. Het uitgangspunt
voor de Treeknormen was de verwachte maatschappelijke acceptatie. De normen
zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en niet specifiek voor kanker. In Canada zijn
voor een aantal soorten kanker streefwachttijden opgesteld voor medisch oncologische behandelingen. Ze zijn opgesteld op basis van de kans op overlijden of op het
ontstaan van ziektegerelateerde aandoeningen, op het verwachte effect van behandeling, alsmede op de ernst en progressie van de symptomen. Over wachttijden in
de kankerzorg in Nederland zijn weinig gegevens beschikbaar. Het is op basis van de
literatuur niet mogelijk inzicht te krijgen in de aanwezigheid en omvang van wachttijden voor patiënten met kanker.
Het is aannemelijk dat er tijdens de wachttijd voor de behandeling van kanker progressie optreedt en daardoor de kans op genezing kan afnemen. In de literatuur zijn
er echter geen kwantitatieve gegevens over de invloed van wachten op de prognose
beschikbaar. De interpretatie van de verschillende studies naar de relatie tussen
wachttijd en prognose wordt bemoeilijkt door modificerende en verstorende factoren. Vaak is in de opzet van deze studies hiermee niet adequaat rekening gehouden, waardoor geen eenduidige conclusies kunnen worden getrokken t.a.v de wachttijdproblematiek.
* De wetenschappelijke literatuur is doorzocht met behulp van PubMed, waarbij de zoekopdracht in principe is
beperkt tot publicaties vanaf 1997 tot eind 2004. Met behulp van Google (optie: ‘Geavanceerd zoeken’) is gezocht
naar niet-wetenschappelijke publicaties. Ook hierbij is de zoekopdracht in principe beperkt tot publicaties
vanaf 1997 tot eind 2004. Noodzakelijkerwijs is uit het grote aanbod van meer en minder relevante publicaties
een selectie gemaakt van die publicaties die het meest betrouwbaar leken en die een goed beeld leken te schetsten over de aanwezigheid van wachtlijsten in Nederland en/of andere landen.
32
Signalement
33
Bijlage B
Historie en samenstelling SCK en werkgroep
Samenstelling werkgroep:
Ch.J. Maats, arts (voorzitter) Prof. dr. J.W.W. Coebergh De Signaleringscommissie Kanker (SCK) is in 1997 geïnstalleerd door het bestuur van
KWF Kankerbestrijding, met als taak het bestuur te adviseren over te verwachten
ontwikkelingen binnen de kankerbestrijding.
De SCK heeft verschillende werkgroepen ingesteld die studie doen naar uiteenlopende deelgebieden binnen de kankerbestrijding. Dit Signalement is opgesteld
door de SCK-werkgroep ‘Wachtlijstenproblematiek, specifiek gericht op de patiënt
met kanker’. De werkgroep is ingesteld in 2002 op verzoek van het bestuur van KWF
Kankerbestrijding. De werkgroep is gevraagd de stand van zaken rond de wachtlijstenproblematiek in kaart te brengen.
Mr. W. Heijbroek-de Clercq De werkgroep heeft daarnaast de mogelijkheden verkend voor wachttijdmeting bij
verschillende vormen van kanker. De eerste aanzet voor deze studie is gedaan door
de onderzoekers drs. J. Schelhaas en dr. L.J. Middel. Daarbij zijn onder andere de
volgende uitgangspunten gehanteerd: reproduceerbaarheid, retrospectieve meting
en steekproef van ziekenhuizen, daarbij gelet op de grootte, het type en de regionale
ligging van het ziekenhuis. Gezien het belang van input van praktijkervaringen van
professionals zijn onder de hoede van de werkgroep gesprekken gevoerd met diverse
specialisten (de zogenoemde ‘begeleidingscommissie’). Op basis van deze gesprekken zijn de diagnose-behandeltrajecten voor verschillende vormen van kanker in
kaart gebracht. De bij de werkgroep betrokken onderzoeker drs. A. Zuurbier heeft
onder andere hiervoor werkzaamheden verricht. De werkgroep heeft op basis van
deze inventarisatie besloten de wachttijdmeting niet door te zetten. Het geschetste
model voor wachttijdmeting is namelijk omvangrijk, complex, tijdrovend en kostbaar. Bovendien zijn wachtlijsten en wachttijden fluctuerende van aard.
Directeur, Integraal Kankercentrum
Prof. dr. H.J. Hoekstra Chirurg-oncoloog, UMC Groningen
Prof. dr. C.C.E. Koning adiotherapeut-oncoloog, AMC
R
Amsterdam
Prof. dr. G.P. Krestin Radioloog, Erasmus MC, Rotterdam
Prof. dr. H.M. Pinedo Medisch oncoloog, VUmc,
Amsterdam
Prof. dr. F.H. Schröder (tot april 2004)
Uroloog, Erasmus MC, Rotterdam
Drs. S. Terpstra Bedrijfseconoom en consultant,
Groningen
Vanuit KWF Kankerbestrijding:
Dr. J.C. Alers (secretaris, tot oktober 2004)
Beleidsmedewerker
Dr. F.A. Vlems (secretaris, vanaf oktober 2004) Beleidsmedewerker
Dr. J.F.A.M. Wijffels Dit alles overziend heeft de werkgroep geconcludeerd dat het noodzakelijk is om te
komen tot normatieve wachttijden specifiek voor het diagnose-behandeltraject van
de patiënt met kanker. Met dit Signalement vraagt de werkgroep aandacht voor de
problematiek met betrekking tot wachttijden voor de patiënt met kanker.
Beleidsmedewerker
Samenstelling SCK per 1 januari 2006:
Voorzitter:
Prof. dr. C.C.E. Koning, hoogleraar en afdelingshoofd Radiotherapie, Academisch
Medisch Centrum, Amsterdam
Meer informatie over de SCK en haar werkgroepen zie www.kwfkankerbestrijding.nl
trefwoord: SCK.
Signalement
ociaal-geneeskundige-epidemioS
loog, Integraal Kankercentrum Zuid,
Eindhoven en Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC,
Rotterdam Amsterdam
In opdracht van de werkgroep is een literatuurstudie gedaan naar de wachtlijstproblematiek van kankerpatiënten in Nederland, alsmede een vergelijking met andere
landen. Deze is gedaan door dr. P. Damen, Information Providing Centre Holland,
Tilburg. De literatuur geeft geen inzicht in de omvang van de wachttijden voor de
patiënt met kanker.
34
dviseur Macwel BV, ziekenhuis‑
A
bestuurder, Delfzijl
Vice-voorzitter:
Prof. dr. W.P.Th.M. Mali, hoogleraar radiologie, afdeling Radiologie, Universitair
Medisch Centrum Utrecht
35
Historie en samenstelling SCK en werkgroep
Overige leden:
Prof. dr. F.S.A.M. van Dam, psycholoog afdeling Psychosociaal Onderzoek en Epidemiologie, NKI-AVL, Amsterdam
Prof.dr. B.A. van Hout, hoogleraar Medical Technology Assessment, Julius Centrum,
UMC Utrecht
Prof.dr. L.A.L.M. Kiemeney, hoogleraar Kankerepidemiologie, afdeling Epidemiologie
en Biostatistiek & afdeling Urologie, UMC St Radboud
Prof.dr. Ph.M. Kluin, hoogleraar Oncologische Pathologie, Academisch Ziekenhuis
Groningen
Prof. dr. J.G.M. Klijn, bijzonder hoogleraar Medische Oncologie, Erasmus MC,
Rotterdam
Prof. dr. J.A. Knottnerus, hoogleraar Huisartsgeneeskunde, afdeling Huisartsgeneeskunde, Universiteit Maastricht, voorzitter Gezondheidsraad, Den Haag
Ch.J. Maats, arts, adviseur Macwel BV, ziekenhuisbestuurder, Delfzijl
Prof. dr. H.G.J. Nijhuis, bijzonder hoogleraar Grote stad en gezondheidszorg, afdeling Sociologie en Antropologie, Universiteit van Amsterdam, hoofd Bureau Public
Health, Gemeente Den Haag
Dr. P.H.M. Peeters, arts-epidemioloog, universitair hoofddocent Julius Centrum
voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, Universitair Medisch
Centrum Utrecht
Prof. dr. S. Rodenhuis, hoofd cluster Medische Oncologie, directeur zorg & ontwikkeling, Medische Oncologie, NKI-AVL, Amsterdam
Dr. L.J. van ’t Veer, hoofd Moleculaire Pathologie, NKI-AVL, Amsterdam
Prof. dr. C.J.H. van de Velde, subhoofd afdeling Gastrointestinale, Endocrine en Oncologische Chirurgie van de afdeling Heelkunde, Leids Universitair Medisch Centrum,
Leiden
Prof. dr. P.C. van der Vliet, hoogleraar fysiologisch chemie, afdeling Fysiologische
Chemie, Universitair Medisch Centrum Utrecht
Prof. dr. T.J.M. de Witte, internist hematoloog, hoofd afdeling Hematologie, Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen
36
Signalement
Dankwoord
De werkgroep dankt de leden van de begeleidingscommissie voor hun tijd en
bijdrage: dr. J.F.W.M. Bartelsman (AMC), dr. B. Biesma (Jeroen Bosch Ziekenhuis),
dr. C.H.J. van Eijck (Erasmus MC), prof. dr. P.C. Huijgens (VUmc), prof. dr. P.E. Postmus
(VUmc), prof. dr. H.W. Tilanus (Erasmus MC), drs. C. Verheij (VieCurie Medisch
Centrum voor Noord-Limburg).
Daarnaast wil de werkgroep de volgende personen danken voor hun constructieve
bijdrage: dr. M.S.A. Boddaert (VUmc), dr. A. de Graeff (UMC Utrecht), drs. L. Maes
(Platform Wachttijden NFK), dr. H.A.M. Marres (UMC St Radboud), dr. J.P. Oudhoff
(VUmc), ir. H.J. Roelants (Platform Wachttijden NFK), M. Seijbel (Erasmus MC),
dr. D.R.M.Timmermans (VUmc), dr.ir. P.H. Vos (Verbeeten Instituut).
De Signaleringscommissie Kanker (SCK) is in 1997 geïnstalleerd door het bestuur
van KWF Kankerbestrijding met als taak het Bestuur van advies te dienen over te
verwachten ontwikkelingen binnen de kankerbestrijding. De SCK heeft
verschillende werkgroepen ingesteld die studie verrichten naar uiteenlopende
deelgebieden binnen de kankerbestrijding. Dit Signalement is vervaardigd door
de SCK-werkgroep ‘Wachtlijstenproblematiek, specifiek gericht op de patiënt
met kanker’. In dit Signalement presenteert de werkgroep ‘wachttijdnormen’
voor verschillende stappen in de zorg voor mensen met kanker. De werkgroep
benadrukt dat deze normen in de toekomst in detail aangepast moeten
worden per vorm van kanker en voor de verschillende stappen in de diagnostiek
en behandeling.
KWF Kankerbestrijding
Postbus 75508
1070 AM Amsterdam
T (020) 570 05 00
F (020) 675 03 02
E [email protected]
www.kwfkankerbestrijding.nl
Giro 26000
Koningin Beatrix is beschermvrouwe van het Koningin Wilhelmina Fonds
voor de Nederlandse Kankerbestrijding
Download