Programvergelijking zorg - Provincie Overijssel Welzijn en zorg algemeen CDA De vraag is vaak breder dan de zorg in enge zin. Ze doet zich ook voor op de terreinen van het wonen, werken, welzijn en vervoer. De individuele vraag en de behoefte van de zorgvrager staat naar het oordeel van het CDA centraal. We leven in een tijd van veel veranderingen vanwege de toenemende vergrijzing, de vermaatschappelijking, extramuralisering en deconcentratie van de zorg. Vrijwilligers zijn van steeds groter belang voor de kwaliteit van de samenleving en de invulling van de zorgvraag. Dat wordt nog eens versterkt door de invoering van de WMO. Het CDA is van oordeel dat op dit terrein de verschillende overheden elkaar moeten aanvullen en versterken. De directe beleidsmatige en uitvoerende verantwoordelijkheid ligt naar haar oordeel grotendeels bij de gemeenten. Het CDA wil dat de provincie gemeenten stimuleert. Het CDA ondersteunt de organisaties van vrijwilligers, gehandicapten, ouderen, mantelzorgers en Patiënten Consumenten Platforms die zich provinciaal inzetten voor de bovenlokale aspecten van de zorg(vrager). Het zijn de gemeenten die de invoering van de WMO monitoren. Het CDA wil dat de provincie dit nauwlettend volgt en de resultaten daarvan meeneemt in haar eigen beleid. De druk op de zelfredzaamheid van burgers en de ondersteuning vanuit de directe omgeving, wordt steeds groter. We kunnen ook vaststellen dat veel mensen een positieve stimulans ontvangen, een extra prikkel of motivatie krijgen door als vrijwilliger deel te nemen aan de maatschappij. Ook de kerkelijke betrokkenheid en de impact daarvan in maatschappelijke zin is van groot belang. Vrijwilligers worden ook steeds belangrijker en hun maatschappelijke positie onmisbaar. Dat geldt voor veel terreinen, zoals zorg, cultuur, sport, natuur en landschap etc. Dat neemt verder toe door de invoering van de WMO. De beschikbaarheid van vrijwilligers in de verschillende sectoren verschilt echter. De werving van vrijwilligers blijft nodig. Daarom zal deze groep beter gepositioneerd moeten worden, door ze ondersteuning te (laten) geven waaraan ze behoefte hebben, door de regellast te slechten waarmee ze ongewild en onnodig worden belast in hun vrijwilligerswerk. De (grote) steden zijn niet alleen de motoren van de werkgelegenheid met het daarbij behorende ontwikkelingspotentieel, maar er is eveneens sprake van een concentratie van maatschappelijke problematiek, zoals de armoede problematiek, veiligheid, werk en participatie. Versterking van de positie van het vrijwilligerswerk is noodzakelijk door het ontwikkelen en uitvoeren van een integraal vrijwilligersbeleid, deskundigheidsbevordering (vrijwilligersacademie) en intensivering van de werving. SVWO neemt daarbij het voortouw. Het CDA wil dat de vrijwilligers zo veel mogelijk worden ontlast en vrijgesteld van bureaucratie. Het CDA wil dat de provincie inzet op het stimuleren en innoveren van de welzijnsdiensten op bovenlokaal niveau ter bevordering van een efficiënte en effectieve inzet binnen de keten wonen, zorg en welzijn. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld maaltijdservice aan huis, regie ondersteuning door voorlichting en financiële dienstverlening, ondersteuning bij sociale contacten en hand en spandiensten bij het dagelijks functioneren zoals klussendiensten. Het CDA wil dat de provincie de mantelzorg ondersteunt om te voorkomen dat de continue doorgaande zorg van de mantelzorgers leidt tot overbelasting. Dit dient uiteraard in samenwerking met de gemeenten te geschieden. Het gaat dan om initiatieven op het terrein van voorlichting, informatie, lotgenotencontacten en het aanbod van vervangende mantelzorg. ChristenUnie De ChristenUnie vindt dat het provinciale beleid primair gericht moet zijn op de eigen verantwoordelijkheid en keuzemogelijkheden van de burgers. De huidige tendensen van individualisme, vereenzaming, opvoedingsproblemen, zinloos geweld, criminaliteit, materialisme en verval in verslavingen, vereisen goede en professionele hulp. Het beleid gaat uit van de eigen capaciteiten van de hulpvrager. De provincie beschikt over expertise om gemeenten, die daarom vragen, te ondersteunen bij de hun toegewezen taken voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Voor een optimale ondersteuning van vrijwilligers krijgt het Servicecentrum Vrijwilligerswerk Overijssel (SVWO) meer structurele middelen. Op het gebied van zorg en welzijn is een eenduidige regelgeving noodzakelijk. Het beleid dient gericht te zijn op de vraag naar zorg. De provincie blijft ruimte scheppen voor identiteitsgebonden instellingen. D66 D66 gelooft in de eigen kracht van mensen. Dat neemt niet weg dat sommige inwoners wel eens wat steun in de rug kunnen gebruiken. Met name op het gebied van zorg en welzijn moeten inwoners van Overijssel snel hun weg kunnen vinden naar instellingen en regelingen. Ook binnen het maatschappelijk welzijn doet marktwerking zijn intrede, D66 wil actief op de ontwikkelingen inspelen. Op het gebied van sport en recreatie heeft de provincie veel te bieden. D66 wil dat het aanbod van voorzieningen divers genoeg is. Het zorgstelsel heeft ingrijpende veranderingen ondergaan. Maar het einde van de veranderingen is nog niet in zicht. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) moet bijdragen aan verbeteringen in de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg. De invoering van de WMO is een ingrijpende operatie die met name bij kleine gemeenten voor problemen zorgt. D66 is van mening dat alle veranderingen in de zorgsector niet ten koste mogen gaan van de mensen die zorg nodig hebben. D66 stelt voor om: Bovengemeentelijke afstemming van zorgactiviteiten actief te bevorderen. Daarbij kan vrijwilligerswerk worden betrokken. Hierdoor ontstaat een netwerk van voorzieningen waarvan de inwoners van Overijssel gebruik kunnen maken. Extra aandacht te geven aan kwetsbare groepen in de samenleving. D66 wil dat mensen uit deze groepen hun weg binnen het zorgstelsel kunnen vinden. Onderzoek te doen naar de manier waarop zorgvoorzieningen het best kunnen worden afgestemd op veranderingen in leefstijl. Een voorbeelden hiervan is bedrijfsfitness (werk en sport). Het onderzoek moet op regionaal niveau plaatsvinden en kan leiden tot adviezen aan gemeenten voor lokale invulling van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Uit te gaan van wat de klant zelf nog kan. Dit betekent dat in de zorg vraaggericht wordt gewerkt, met als resultaat: Slagvaardige zorginstellingen, heldere en transparante dienstverlening. GroenLinks De mens, de samenleving en het samenleven staan in dit onderdeel centraal. Het gaat om participatie, emancipatie en integratie. Het gaat om tolerantie, om verscheidenheid in eenheid. Het gaat om cultuur in alle maten en vormen. Wat is hier de taak van de provincie? GROENLINKS is van mening dat de provincie zich in eerste instantie dient bezig te houden met haar wettelijke taken. Daarnaast kan de provincie waar nodig een stimulerende en ondersteunende rol vervullen. GROENLINKS wil dat iedereen in Overijssel volledig aan de samenleving kan deelnemen. Volwaardig burgerschap voor jong en oud, arm en rijk, homo en hetero, vrouw en man. Mensen met een laag inkomen, gehandicapten, chronisch zieken en vluchtelingen ervaren in het bijzonder belemmeringen om voluit deel te kunnen nemen. Dus moeten bezuinigingen zoals bij de patienten-consumenten platforms worden teruggedraaid. Leefbaar Overijssel / VSP Als gezinspartij zijn wij een grote voorstander van de verdere uitbouw van mantelzorg en thuiszorg. Vanuit deze optiek pleiten wij ervoor de mantelzorgers en thuiszorgers een rechtvaardig financiëel en sociaalrechtelijk statuut te geven via, onder andere het zorgverlof en het bijzondere verlof. De werkzaamheden van vrijwilligers in de welzijnssector zijn van levensbelang en dienen met een redelijke financiële tegemoetkoming te worden gehonoreerd. De uitvoering van de wet W.M.O. nu dus door de gemeenten, laat veel te wensen over. Een diepgaand onderzoek naar de feitelijke handelwijze, in het bijzonder ten aanzien van leveranties van kunst- en hulpmiddelen en vaste voorzieningen, wordt sterk aanbevolen. Ondanks dat het Rijk roept te zullen bekijken of de wachtlijsten in o.a. de thuiszorg werkelijk zijn opgelost, moet Leefbaar Overijssel/VSP nog steeds vaststellen dat er in Overijssel nog lange wachtlijsten aanwezig zijn. De zogenaamde financiële injecties (de laatste van 110 miljoen) voor het aannemen van extra personeel, heeft geen verbetering opgeleverd. Zeker nu er veel nieuwe aanmeldingen komen van patiënten kunnen thuiszorgorganisaties deze extra toeloop niet meer aan. Ook de provincie Overijssel zal naast het controleren dat de gelden efficiënt worden ingezet, richting Den Haag stevig aan de bel moeten blijven trekken. Nieuw Rechts PvdA De invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning mag niet leiden tot knelpunten voor kwetsbare groepen in onze Overijsselse samenleving. De PvdA zal alert zijn op het ontstaan van knelpunten, met name waar marktwerking de kwaliteit van zorg dreigt aan te tasten. SGP SP De SP kiest voor een zorgverzekeringsstelsel met een inkomensafhankelijke premie, waarbij de solidariteit tussen sterk en zwak en tussen ziek en gezond gewaarborgd is. Er dient een budget gereserveerd te worden om de ouderenzorg te verruimen. Dit is nodig om een netwerk van goede thuisvoorzieningen voor ouderen te garanderen, zowel thuis- en mantelzorg, als aanvullende voorzieningen. In plaats van telefonische indicatiestelling willen we een mensgerichte indicatiestelling met kwalitatieve eigenschappen. De SP vindt het belangrijk dat mensen die behoefte hebben aan enige vorm van zorg, deze snel en op eenvoudige wijze kunnen verkrijgen. Dat betekent dus dat er een einde moet komen aan wachtlijsten, aan reeksen ingewikkelde formulieren en aan de bureaucratische doorverwijscultuur. Het aanbod van zorg moet meer worden afgestemd op de individuele behoeftes van mensen. Ook moet er meer aandacht komen voor de problematiek van specifieke doelgroepen. De provincie dient de samenwerking tussen de verschillende belangengroeperingen en instanties te stimuleren om te komen tot een integrale aanpak van zorgproblematiek. De provincie dient erbij de gemeenten op aan te dringen dat er bij de uitvoering van Wet Maatschappelijke Ondersteuning voldoende ruimte en voorzieningen worden getroffen voor mantelzorgers. De indicatiestelling van de zorgvragers dient te voldoen aan de menselijke maat. We wijzen een telefonische vorm van indicatiestelling dan ook af. De SP stelt dat er niet mag worden bezuinigd op het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en indirect op de WVG. Veel zorgvragers zijn afhankelijk van dit soort vervoersregelingen om nog enigszins mobiel te kunnen zijn. Daarnaast moet ook de kwaliteit van de regelingen en van de bedrijven die ze uitvoeren door de overheden kritisch worden gevolgd. De zorgvrager weet over het algemeen zelf het beste waaraan hij of zij behoefte heeft. Het zorgaanbod moet daarom gevarieerd zijn en er moeten meer mogelijkheden worden gecreëerd om invulling te geven aan individuele wensen. Uit onderzoeken is gebleken, dat veel gehandicapten en chronisch zieken vinden dat gemeentes hun zorgbeleid beter moeten afstemmen op hun vaak verschillende behoeftes, en dat het veel te vaak voorkomt dat zorgvragers het financieel erg zwaar hebben. De SP pleit voor meer betrokkenheid van cliënten bij het maken van beleid en concrete plannen, en voor financiële hulp aan zorgvragers die dat nodig hebben. Gelukkig zijn er belangengroeperingen die de stem van de specifieke groep die zij vertegenwoordigen in de politiek kunnen laten horen. De provincie heeft in de afgelopen jaren onnodig en kortzichtig meer dan tien miljoen bezuinigd op maatschappelijke organisaties zoals Patiënten- en Consumenten Platforms. De SP vindt dat een sterke belangenorganisatie van de bewoners van Overijssel noodzakelijk is om hun inspraak op de toenemende marktwerking enigszins te laten beïnvloeden. Deze bezuinigingen dienen te worden hersteld in het belang van de burgers. Geen commentaar in de marge achteraf, maar daadwerkelijke inspraak vanaf het begin bij het maken en uitvoeren van beleid. De zorg, gezondheid en voorzieningen moeten als een overheidstaak blijven en de kwaliteit moet worden verbeterd. Alle voorzieningen dienen toegankelijk te zijn voor iedereen ongeacht sociaal economisch positie en geestelijk, lichamelijke gezondheid. De indicatiestelling van de zorgvragers dient te voldoen aan de menselijke maat. Iedereen heeft recht op medische hulp en kwalitatieve zorg ongeacht inkomen en de sociale positie. Geen schaalvergroting die ten koste gaat van de voorzieningen en ziekenhuizen in de steden en dorpen. Het pakket van het zorgaanbod dient breed samengesteld te zijn en afgestemd op de individuele wensen. De Provincie moet zorgen voor goede platforms waar de inwoners van Overijssel hun ervaringen, vragen en klachten kwijt kunnen. Op geconstateerde knelpunten moet actie worden ondernomen, zoveel mogelijk afgestemd met de vertegenwoordigende instellingen. De Provincie moet met de gemeenten afspraken maken over het actief benaderen van kwetsbare groepen zorgvragers om hulp en ondersteuning te bieden. VVD De Provincie vervult een belangrijke rol op het gebied van zorg. Het provinciale beleid is erop gericht de actieve betrokkenheid van de inwoners van Overijssel bij het maatschappelijke leven te behouden en te vergroten. De VVD is voorstander van vraaggerichte zorg. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is een belangrijk onderdeel van de herijking van de verzorgingsstaat en is gericht op het behoud van de sociale kwaliteit van de samenleving. Het vernieuwende van de wet zit hem in de wederkerigheid die de wet van de mensen vraagt. Met andere woorden het gaat niet alleen om wat de overheid voor zijn inwoners kan doen, maar ook wat de inwoners voor elkaar kunnen betekenen. De WMO is geen voorzieningenwet. Dit betekent dat wanneer een burger in bepaalde omstandigheden verkeert, er geen automatisch recht bestaat op bepaalde voorzieningen en dus op zorg. Dit is afhankelijk van het gemeentelijke beleid. De verantwoordelijkheid voor de toegang tot voorzieningen wordt in dezelfde hand gelegd als de verantwoordelijkheid voor de financiering van de voorzieningen: bij de gemeente. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning maakt de gemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. Of: gemeenten moeten het mogelijk maken dat alle inwoners maatschappelijk kunnen meedoen. Voor kwetsbare groepen is extra aandacht. Het doel van het Provinciaal beleid moet zijn het versterken van de positie van de cliënten (“zorgvragers”), door: Wonen, zorg en welzijn te combineren. Te zorgen voor samenhang tussen mantelzorg, vrijwilligers-en zorgvragersbeleid. Het stimuleren van samenwerking tussen betrokken partijen zoals gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders. Het vergroten van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van ouderen. Het faciliteren van gemeenten bij het tot stand komen van de keten. Gezondheidszorg CDA ChristenUnie D66 GroenLinks Leefbaar Overijssel / VSP De overheid moet zich beperken tot het bewaken van de kwaliteit, bereikbaarheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg. De huidige problemen in de gezondheidszorg zijn mede veroorzaakt door de opleidingsbeperking van artsen en verpleegkundig personeel in het verleden, waardoor ernstige tekorten ontstonden. De Arbeids Tijden Wet voor medische beroepsbeoefenaren dient te worden geliberaliseerd. De sterke machtspositie die zorgverzekeraars op grond van de recent ingevoerde wetgeving kregen toebedeeld, dient zeer kritisch te worden bezien en geëvalueerd. De patiënt is nummer één en dat moet de medische wereld respecteren. Een nieuwe organisatie van de zorg hoeft echter niet op rijksoverheidsmaatregelen te wachten. Leefbaar Overijssel/VSP wenst een organisatie, waarin regionaal alle hulpverleners van huisarts tot en met ziekenhuis, verpleeghuis tot en met aanleunwoning en thuiszorg structureel zijn opgenomen met een eenduidige centrale begeleiding, financiering en administratie. Een dergelijke organisatie bespaart enorm op de kosten, omdat het inzicht biedt in de bezetting van de zorgsoorten en daarmee stuurmogelijkheden in direct optredende over- en onderbezetting van zorgfuncties. In plaats van los en naast elkaar werkt de eerstelijns nu met elkaar, met één administratie en één contact met verzekeraars. Een dergelijke organisatiestructuur hoeft niet op actie van de rijksoverheid te wachten, maar kan direct provinciaal en regionaal worden ingevoerd. Het geld dat hiermee wordt bespaard kan weer geïnvesteerd worden in de zorg zelf. Wachttijden kunnen bij een dergelijke kleinregionale opzet worden voorkomen door een veel efficiëntere benutting van het huidige apparaat. Leefbaar Overijssel/VSP is groot voorstander om met een dergelijke organisatievorm op korte termijn op verschillende plaatsen in de provincie te experimenteren. Een cliëntgebonden budget dat bij kan dragen aan grotere keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid maakt wensen en mogelijkheden binnen de regionale organisatie nog duidelijker. De grens van 90 dB is een risicogrens en bij een overschrijding wordt een aantasting van het gehoor reëel. Daarom achtte de wetgever het nodig om 90 dB als wettelijke grens te hanteren. Ondanks deze wettelijke bepaling wordt deze gevarengrens bij tal van evenementen niet gerespecteerd. Dit houdt een ernstig risico in op lawaaidoofheid en blijvende ernstige gehoorstoornis. Leefbaar Overijssel/VSP eist een preventiecampagne die wijst op de gevaren van langdurige geluidsoverlast, het nastreven van een betere verhouding tussen de beschikbare ruimte en het geluidsniveau, het besteden van aandacht aan dit probleem door radiometrische onderzoeken en op termijn het verlagen van de norm tot maximaal 80 dB. Nieuw Rechts Nieuw Rechts vindt gezondheid een belangrijk punt en maakt zich met het nieuwe zorgstelsel grote zorgen over de positie van zwakkeren in de samenleving. Tot op heden lijkt het alsof het moeilijk is om keuzen te maken in de gezondheidszorg. De wachttijden zijn lang, de werkdruk is hoog etc. Nieuw Rechts vindt dat diegene die actief is op de arbeidsmarkt in principe voorrang moet kunnen krijgen in de planning bij een afspraak voor een behandeling. De boeteregeling bij niet verschijnen op een afspraak in bijvoorbeeld het ziekenhuis kan worden verscherpt. Ondanks alle veranderingen in de zorg blijven de wachtlijsten voor behandelingen bestaan. Nieuw Rechts vindt dat deze wachtlijsten binnen drie jaar niet meer een punt van discussie mogen zijn. Hieraan gekoppeld vindt Nieuw Rechts dat bezuinigen in de zorg niet mogelijk moet zijn. Recht op zorg is er wat Nieuw Rechts betreft voor iedereen die de premies voor deze zorg betaalt. PvdA SGP SP Er is een begin gemaakt met het opzetten van huisartsenposten. Belangrijk hierbij is een goede spreiding van voorzieningen. Iedereen heeft recht op goede medische hulp waarvan de kwaliteit voor iedereen gelijk is, ongeacht inkomen of sociale positie. De SP is voorstander van het behouden en verder ontwikkelen van medische voorzieningen in kleine stadskernen en op het platteland. De ongewenste beweging van schaalvergroting en het verdwijnen van ziekenhuizen in kleinere plaatsen moet een halt worden toegeroepen. De SP betreurt daarom ook het verdwijnen en/of de slechte bereikbaarheid van de huisartsenposten in Kampen, Wierden en Goor. VVD Gehandicapten CDA ChristenUnie De (verstandelijk) gehandicapte medemensen zijn volwaardige leden van onze maatschappij. Ook zij zijn unieke schepselen van God. Binnen de mogelijkheden die zij van hun Schepper hebben ontvangen moeten zij in staat worden gesteld zich te ontplooien. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan sport voor mensen met een handicap en aan jongerensport. D66 GroenLinks Leefbaar Overijssel / VSP Aan gehandicapten moeten steeds meer mogelijkheden worden geboden om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Mensen met één of andere handicap hebben het in onze samenleving moeilijker dan anderen. Door een aantal vooroordelen en misverstanden, die nog steeds bestaan ten opzichte van sommige handicaps, geraken ze moeilijker aan een vaste baan, door de extra kosten specifiek aan hun handicap hebben ze meer uitgaven, door de onaangepastheid van gebouwen en openbaar vervoer kunnen ze zich minder goed verplaatsen. Dit alles maakt het hen moeilijk zelfstandig te wonen en een eigen, autonoom bestaan op te bouwen, wat nochtans de wens is van veel gehandicapten. Leefbaar Overijssel/VSP eist dat de overheid meer middelen uittrekt om aan deze wens tegemoet te komen. De structurele wachtlijsten voor personen met een handicap blijven voor schrijnende toestanden zorgen, waarbij de levenskwaliteit van zowel de gehandicapten zelf als die van de mensen in hun directe omgeving ernstig wordt aangetast. Momenteel wachten te veel mensen in Overijssel met een handicap op een plaats in een gespecialiseerde voorziening of op een persoonlijk budget. Tevens is gebleken dat de wachtlijsten voor thuiszorg dramatisch zijn gestegen. Overijssel neemt hier een toppositie in op de landelijke lijst. Leefbaar Overijssel/VSP eist dat er resoluut een einde wordt gemaakt van deze wachtlijsten. Er moet dan ook onmiddellijk voldoende geld worden uitgetrokken om de urgente problemen in de residentiële sector op korte termijn op te lossen, maar ook om een structurele oplossing te bieden aan de zorgvragen van alle personen op de wachtlijst. Mensen met een handicap die een eigen, autonoom bestaan willen en kunnen opbouwen en daarbij een beroep willen doen op thuisverzorging moeten meer op overheidssteun kunnen rekenen. De bouw van aanpasbare woningen moet worden gestimuleerd, technische hulpmiddelen moeten meer en beter worden terugbetaald. Leefbaar Overijssel/VSP eist de invoering van een kwaliteitslabel voor technische hulpmiddelen, zoals rolstoelen en andere voorzieningen. De toegankelijkheid van gebouwen en van openbaar vervoer voor personen met een handicap is bovendien aan verbetering toe. Mensen met een handicap dienen verder een verbeterde toegang tot de arbeidsmarkt te krijgen. Leefbaar Overijssel/VSP wil meer aanwervingen in de overheidssector voor mensen met een handicap. Mensen met een handicap die tewerkgesteld zijn in een beschutte werkplaats moeten een volwaardig loon krijgen. Ten behoeve van de specifieke noden van mensen met een handicap is het initiatief van een raad voor mensen met een handicap per stad en gemeente, zeker een goed idee Nieuw Rechts PvdA SGP De provincie moet in haar beleid veel aandacht geven aan onze gehandicapte burgers en de maatschappelijke solidariteit met deze groep inwoners van onze provincie, waar nodig en mogelijk, versterken. Gehandicapten moeten zoveel mogelijk zelfstandig kunnen wonen, werken en aan het maatschappelijk leven deelnemen. Er dienen voldoende aangepaste woningen gebouwd te worden. Openbaar vervoer en openbare gebouwen moeten voor gehandicapten goed toegankelijk zijn. In haar rol als werkgever dient deze groep bij de provincie nadrukkelijk in beeld te zijn. SP VVD Ouderenbeleid CDA Op meerdere plaatsen is de verzilvering al genoemd. Het CDA is van mening dat dit niet moet worden benaderd vanuit de daarmee samenhangende zorgen, maar juist vanuit de unieke rol die deze generatie nog in de toekomst kan spelen. We mogen deze mensen gerust aanduiden als de zilveren kracht voor de samenleving. Deze generatie wil zo lang mogelijk op eigen benen staan, hun eigen boontjes doppen en hun bijdrage aan de samenleving blijven leveren. Juist door de grote hoeveelheid tijd waarover ze beschikken en hun ervaring ligt hier een niet te onderschatten potentieel voor de samenleving. Wanneer dat vermindert of wegvalt door fysieke en/of geestelijke beperkingen, dan heeft men recht op en behoefte aan ondersteuning op maat zonder betutteling. Dan moet er een vangnet zijn waar respect en zorgzaamheid voorop staan. We kunnen en mogen deze groep niet over één kam scheren, maar zullen rekening moeten houden met de drie typen ouderen die zich ruwweg in drie leeftijdsfasen onderscheiden: ouderen in de leeftijd van 55 – 65 (delen van de protestgeneratie), ouderen in de leeftijd van 65 – 75 (delen van de zogenaamde stille generatie) en ouderen in de leeftijd van 75 en ouder (de vooroorlogse generatie).Vanuit een integraal ouderenbeleid geredeneerd, liggen er vooral taken voor de provincie op de terreinen wonen, vervoer, vrijwilligers, cultuur en platteland. Daarbuiten mag van de provincie een actieve betrokkenheid verwacht worden in verschillende rollen. Het CDA wil dat de provincie de oudereneducatie stimuleert en faciliteert, e.e.a. gericht op het bijblijven, de zelfredzaamheid en de participatie, waar tegenover staat dat ook een beroep op de ouderen kan worden gedaan om te participeren en zich actief te blijven inzetten voor de samenleving. Het CDA wil dat in het beleid de ouderen worden aangezet en gefaciliteerd bij het oppakken van een tweede ‘carrière’. Dat kan door een goed aanbod van opleiding en educatie, informatie en advies, trajectbegeleiding, bemiddeling en het opzetten van uitwisselingsprogramma’s tussen werkgevers en vrijwilligersorganisaties. Dat kan ook door pilots te bevorderen die gericht zijn op leeftijdsbewust personeelsbeleid. Het CDA wil dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Het CDA wil dan ook dat de provincie inzet op het ondersteunen en verstevigen van het vrijwilligerswerk dat dit mede mogelijk maakt. Het CDA wil dat de provincie de gemeenten stimuleert en faciliteert bij vernieuwingen op gemeentelijk niveau waarbij ouderen worden aangezet tot nieuwe en maatschappelijk relevante initiatieven. Het CDA wil dat de provincie projecten faciliteert, gericht op de sociale participatie van senioren. Deze leiden tot een zinvolle dagbesteding en daarmee tot het voorkomen van eenzaamheid onder senioren. Het CDA wil dat de provincie partijen met elkaar in verbinding brengt en de ketenkwaliteit in de zorg stimuleert. Hiermee wordt beoogd een verbetering van het aanbod voor ouderen tussen de caresectoren, dan wel tussen de professionele zorg, de mantelzorg en het vrijwilligerswerk. Hierbij is ook, juist voor senioren, van belang de bereikbaarheid van voldoende huisartsenzorg, ziekenhuiszorg en spoedeisende hulpverlening. Het CDA wil dat de zorg toegankelijk is voor iedereen. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar de groep allochtone ouderen (de “oudkomers”) Het CDA wil de regionale zorginfrastructuur verder versterken in Overijssel. Speciale aandacht hierbij krijgt de palliatieve zorg. Regionale initiatieven (o.a. hospices) krijgen provinciale ondersteuning. ChristenUnie De toenemende vergrijzing vraagt ook van de provincie extra aandacht. Er wordt een toekomstgericht en integraal ouderenbeleid ontwikkeld, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende provinciale beleidsterreinen. Wanneer thuis sterven niet kan, is opname in een hospice een goed alternatief. De provincie stimuleert een provinciebrede dekking van hospices en kan een startsubsidie verstrekken. D66 GroenLinks Leefbaar Overijssel / VSP De provincie Overijssel zal in de nabije toekomst te maken krijgen met een groeiende vergrijzing van haar bevolking. Deze vergrijzing zal een vast onderdeel zijn van onze samenleving en Overijssel dient hierop in te spelen. Juist deze vergrijzing en de gevolgen daarvan zullen zich afspelen op meerdere beleidsterreinen. Hierdoor zullen de behoeften van een deel van de Overijsselse samenleving veranderen m.b.t. zorg, economie, ondernemerschap, werkgelegenheid, cultuur, sport en recreëren. In Overijssel zal men dan ook m.b.t. de zorg, mantelzorg en vrijwilligers middels beleid moeten ontwikkelen. Op andere beleidsterreinen liggen veel kansen om op positieve wijze in te spelen op de vergrijzing onder de noemer “Senioreneconomie”. Senioreneconomie betekent niet alleen inspelen op de senior als consument maar ook als ondernemer, investeerder, werknemer, kennisoverdrager of adviseur. We kunnen vaststellen dat de Provincie Overijssel hiervoor nog geen alomvattend beleid heeft ontwikkeld. Leefbaar Overijssel/VSP is dan ook van zins om in 2007 een onderzoek te laten doen ter voorbereiding van een voorstel m.b.t. de integrale inpassing van Senioreneconomie binnen het huidige economische beleid en ter aanvulling op het seniorenbeleid van Overijssel. Leefbaar Overijssel/VSP rekent het tot haar taak om te bevorderen dat zowel senioren als jongeren op alle terreinen van de samenleving mee kunnen besturen vanuit hun eigen waarde, levenservaring en levensovertuiging om zo mede richting te kunnen geven aan een maatschappij waarin het leven voor iedereen zinvol is. Concreet houdt dit ook in dat de overheid ruim gebruik moet maken van het werk dat door de ouderenbonden op de verschillende terreinen van de samenleving wordt verricht. Een belangrijk aandachtspunt zal daarbij zijn: het bewerkstelligen van een evenwichtig beleid, waarbij naast aandacht voor het algemene belang ook hoge prioriteit wordt gegeven aan de leefwereld van de individuele mens. De senioren moeten kunnen rekenen op een veilig woon-, werk- en leefklimaat. Met de vergrijzing neemt natuurlijk ook de vraag naar zorg toe, steeds meer senioren worden van zorg afhankelijk. In verband met die toenemende vraag zullen de budgetten voor de zorg voortdurend toereikend aangepast moeten worden. Door de oprichting van een breed samengestelde Ouderenraad voor de Overijsselse Gemeenschap wil Leefbaar Overijssel/VSP een inclusief ouderenbeleid op Overijssels niveau ontwikkelen en stimuleren. De leeftijdsgebonden regelgeving is aan evaluatie toe en andere criteria kunnen de leeftijdsgrenzen, waar nodig vervangen. De Overijsselse Staten moet hiervoor de nodige financiële middelen vrijmaken. Wij willen bovendien dat de Overijsselse Staten een stappenplan uitwerken om alle knelpunten in verband met leeftijdsgrenzen in de Overijsselse regelgeving weg te werken. Oudere werknemers hebben het recht hun economische nut, ook na de behaalde pensioenrechtelijke leeftijd, zo lang mogelijk te bewijzen en moeten, indien zij dat wensen, de kans krijgen om hun jarenlange professionele ervaring en kennis door te geven aan een volgende generatie. Leefbaar Overijssel/VSP spreekt zich dan ook uit tégen cumulbeperkingen voor gepensioneerden die nog een bezoldigde activiteit uitvoeren. Zoals ouders de morele plicht hebben voor hun kinderen te zorgen als zij klein en hulpbehoevend zijn, zo hebben kinderen de morele plicht voor hun oude en hulpbehoevende ouders te zorgen. Maar die morele plicht tot familiale solidariteit is nog wel wat anders dan een door de staat opgelegde onderhoudsplicht. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat mensen financiële moeilijkheden krijgen omdat ze de rusthuisfactuur voor hun ouders moeten betalen. Daarom pleit Leefbaar Overijssel/VSP voor de afschaffing van deze verplichting. Het is de taak van de overheid ervoor te zorgen dat ouderen, die heel hun arbeidzame leven AOW-bijdragen en belastingen hebben betaald, hun eventuele rusthuisrekening kunnen betalen, zonder dat de kinderen hiervoor worden aangesproken. Nieuw Rechts De ouderen in 3B-hoek hebben hun steentje aan deze samenleving al bijgedragen. Door het benutten van de kwaliteiten van de ouderen kunnen zij nog optimaal en volledig deel uitmaken van de samenleving. Het ouderenbeleid moet dan ook geënt zijn op ouderen, dat wil zeggen: met oog voor de leefwereld van de ouderen. Meer ouderen moeten betrokken worden bij de ontwikkeling van de samenleving. Indien de oudere in de samenleving nog wil werken moet dit niet door regelgeving onmogelijk gemaakt worden. De overheid zou dit moeten stimuleren. Zelfredzame ouderen dienen, indien zij dit wensen, zo lang mogelijk op zichzelf te blijven wonen. De mogelijke verzorging dient hierop zoveel mogelijk middels een persoonsgebonden budget aangepast te worden. Het groeiende gevoel van onveiligheid onder ouderen is voor Nieuw Rechts een bron van grote zorg. Ouderen, maar eigenlijk iedereen, moeten zich veilig op straat kunnen voelen. De nationale overheid dient hieraan prioriteit te geven en de burger de straat terug te geven in plaats van deze over te dragen aan – grotendeels - raddraaiende (niet-westerse) jongeren. Nadat de oudere stopt met werken mag deze oudere op geen enkele manier een onderwerp van bezuinigingen zijn. De oudere die afhankelijk is moet over mantel- en thuiszorg kunnen beschikken zonder dat dit gevolgen heeft voor de financiële draagkracht van deze oudere. PvdA De PvdA stimuleert bereikbaarheid van ouderenzorg. SGP De groep senioren groeit ook in Overijssel de komende tijd. Senioren hebben een schat aan levenservaring en hebben vaak een arbeidzaam leven achter zich. Ze verdienen het met respect behandeld te worden. Het is een categorie inwoners die een prominente plaats verdient in het provinciaal beleid. Voor beleid op maat is het nodig met de doelgroep zelf en de vertegenwoordigende organisaties in gesprek te gaan om te horen wat er onder hen leeft. Goede communicatie is dus een belangrijke voorwaarde. Er moeten voldoende woningen en woonvormen zijn die toegesneden zijn op de wensen van senioren, waarin zij zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen, maar desgewenst ook hulp kunnen krijgen vanaf het moment waarop dat nodig is. Daarom verdient het aanbeveling om bij inrichting van woonwijken te streven naar levensloopbestendig bouwen (zorg- en gemaksvoorzieningen aanbrengen voor de toekomst en clustering van dergelijke woningen rond een verzorgings-/verpleeghuis, zodat daar in de toekomst zorg gevraagd kan worden vanuit de wijk). Kangoeroewoningen passen wat ons betreft goed in bovenstaand concept. Senioren die langer aan het arbeidsproces deel willen nemen, moeten hiervoor alle ruimte krijgen. De provincie dient een positieve bijdrage in de voorwaarden scheppende sfeer te leveren. Door het oprukkende verschijnsel van de tweeverdieners dreigt een tekort aan vrijwilligers. Senioren kunnen hier een belangrijke bijdrage leveren; de provincie moet dit stimuleren en faciliteren. Ouderenmishandeling komt helaas voor. De provincie moet er alles aan doen dit onderwerp op de agenda van de gemeenten te zetten en een regionale aanpak in gang te zetten. Ook kan de provincie bijdragen door incidentele projectsubsidies te verlenen. De provincie stelt zich actief op, ook richting de gemeenten, om te voorkomen dat (alleenstaande) ouderen in een sociaal isolement of onder de armoedegrens terechtkomen. De SGP hecht grote waarde aan palliatieve zorg, waarbij mensen op een menswaardige wijze begeleid en verzorgd worden in de laatste fase van hun aardse leven. De provincie dient steun te verlenen aan initiatieven om tot uitbreiding te komen van het aantal hospices waar palliatieve zorg gegeven wordt. SP Ouderen met een AOW uitkering hebben veelal recht op voorzieningen die de bijzondere bijstand verstrekt. Veel ouderen weten dit niet. De SP wil ouderenconsulenten laten aanstellen die ouderen bezoeken en hen wijzen op de rechten die zij hebben m.b.t. het aanvragen van bijzondere bijstand. Dit kan tot effect hebben dat de financiële lasten van ouderen, die net onder of boven de minimagrens leven, verlicht worden. De SP vindt dat de provincie in samenwerking met de gemeenten voldoende ouderenhuisvesting moet realiseren. Het openbaar vervoer moet fijnmazig, toegankelijk en betaalbaar zijn voor ouderen. Er komt een regeling voor gratis openbaar vervoer voor ouderen vanaf 65 jaar. Er moet een budget komen om de ouderenzorg te verruimen, ook de mantelzorg moet hiervan profiteren. De indicatiestelling van zorgvragers wordt niet telefonisch verricht. In plaats hiervan dient een mensgerichte kwalitatieve vorm van indicatiestelling te worden opgezet. De SP wil in elke gemeente meerdere ouderenconsulenten. De provincie Overijssel moet budget vrijmaken voor de ouderenvoorzieningen. Bij het maken van het beleid is er niet alleen aandacht voor de collectieve behoeftes van ouderen, maar ook voor de verschillen in mogelijkheden en wensen binnen deze grote groep. De SP wil dat er actief bijgedragen wordt aan het welzijn van ouderen in de hele provincie, ongeacht hun woonplaats en achtergrond. De provincie dient een gericht ouderenbeleid te ontwikkelen, welke regelmatig wordt geëvalueerd. Ouderen willen meestal langer zelfstandig thuis wonen, de overheid dient dat mogelijk te maken. VVD Senioren worden een steeds grotere en belangrijker groep van de bevolking. Deze groep stroomt over van (levens)ervaring, wijsheid en vitaliteit. Helaas worden zij vaak afgedankt als behoeftige ouderen en dat terwijl zij nog steeds een erg belangrijke bijdrage kunnen leveren aan onze maatschappij. Juist de interactie tussen jeugd en onze senioren kan verhelderend zijn. Bovendien kan deze bevolkingsgroep een oplossing bieden voor vrijwilligers werk. Hierbij denkt de VVD vooral aan het onderhouden van ons cultuurgoed, buitenschoolse opvang, jeugdwerk en thuislandsteun bij ontwikkelingswerk in den vreemde. De VVD wil de actieve participatie van senioren in onze maatschappij stimuleren. Jeugdzorg CDA Het gaat gelukkig goed met onze jeugd, onze jongeren. Wij mogen ook wat dat betreft vertrouwen hebben in de toekomst. Het CDA wil de jongeren blijvend aan onze provincie binden en vindt dan ook dat er kansen voor hen moeten zijn en komen om in onze mooie provincie een succesvol bestaan op te bouwen. Juist omdat de jeugd de toekomst van onze samenleving in handen heeft, is ze daarom onmisbaar. Reden genoeg om ze zoveel mogelijk en op alle terreinen te betrekken bij die samenleving. We moeten echter erkennen dat er ook jongeren zijn, gelukkig relatief weinig, maar altijd teveel die problemen hebben of veroorzaken. Die moeten doelgericht en efficiënt worden geholpen, zodat er nieuwe kansen voor hen ontstaan. Het CDA wil dat problemen bij jongeren zo vroeg mogelijk worden opgespoord en zo dicht mogelijk bij huis worden opgelost. Dit betekent sterker inzetten op een preventieve aanpak, waarin vraaggericht werken voorop staat. De samenleving is ingewikkelder geworden, de overdracht van de waarden en normen op de nieuwe generatie moet op een eigentijdse manier gebeuren. De verantwoordelijkheid daarvoor blijft primair bij de ouders liggen. De eigen kracht van het gezin en zijn sociale omgeving moeten benut en versterkt worden. Het CDA wil dat de samenwerking met de gemeenten wordt geïntensiveerd om een sluitende en samenhangende aanpak met het provinciaal jeugdbeleid te bewerkstelligen. Het CDA wil ruimte scheppen voor nieuwe en onorthodoxe initiatieven op het terrein van jeugdzorg, zodat jongeren eerder en sneller geholpen worden. Doelmatig werken in de keten moet meer bevorderd worden. Het CDA wil dan ook dat de samenwerking tussen de verschillende actoren op dit terrein, zoals onderwijsinstellingen, het Bureau Jeugdzorg en de Gemeentelijke Centra voor Jeugd en Gezin wordt geïntensiveerd en op elkaar afgestemd. Het CDA vindt wachtlijsten als het gaat om kindermishandeling ontoelaatbaar. Bestrijding hiervan heeft de hoogste prioriteit. Het CDA wil dat in 2007 de wachtlijsten in de jeugdzorg duurzaam zijn weggewerkt en dat daarna de doorlooptijden teruggedrongen worden. Daartoe kan één registratiesysteem behulpzaam zijn, evenals het terugdringen van de bureaucratie en de regellast. Het CDA is er een voorstander van om in de eerste plaats de eigen kracht van het gezin te mobiliseren, te benutten en te verstreken in plaats van direct naar de oplossing in de professionele hulpverlening te zoeken. Dat kan bijvoorbeeld door inzet van Eigen Krachtconferenties. De provincie moet stimuleren dat dit ook als uitgangspunt wordt gehanteerd bij de voorliggende gemeentelijke voorzieningen. Het CDA wil dat de pleegzorg verder wordt versterkt. Belemmeringen voor pleegouders moeten worden weggenomen. Het CDA ondersteunt deskundigheidsbevordering bij de op provinciaal niveau opererende instellingen op het terrein van vroegsignalering, opvoedingsondersteuning, de inzet van straathoekwerkers en het begeleid wonen voor jongeren. Als er een sluitende (preventieve) netwerkstructuur voor jongeren is gerealiseerd, kan de ontwikkeling van deze groep tot 23 jaar beter worden gevolgd. Het CDA wil dat zo’n netwerkstructuur tot stand wordt gebracht. ChristenUnie De zorg voor de jeugd is allereerst een verantwoordelijkheid van de ouders. Soms redden de ouders het niet alleen en is extra zorg nodig; die moet zoveel mogelijk tijdig, dichtbij en kortdurend zijn. Bureau Jeugdzorg Overijssel wordt ontwikkeld tot een herkenbare en gemakkelijk bereikbare voorziening, die op basis van de hulpvraag alert en tijdig doorverwijst naar de meest gewenste (identiteitsgebonden) hulpverleningsinstantie. Voor plaatsing op de wachtlijst is een geldige indicatie vereist. De periode tussen aanmelding van een kind en de indicatiestelling mag niet meer dan enkele weken bedragen. Voor urgente hulpvragen mag er helemaal geen oponthoud zijn. De provincie houdt overzicht van de wachtlijsten en wachttijden van zorgverlenende instellingen. Zij heeft budget beschikbaar om plotselinge hulpvragen snel te laten oppakken. Identiteitsgebonden hulpverleningsorganisaties krijgen dezelfde faciliteiten om hun werk te doen als andere organisaties. Gezinscoaching is een goed instrument om vroegtijdig grotere problemen te voorkomen. Eigen-kracht conferenties worden ondersteund. D66 D66 stelt voor de jeugdzorg zowel op wettelijk niveau als in de praktijk drastisch te verbeteren. De huidige Wet op de Jeugdzorg is eerder een belemmering voor de jeugdzorg dan een ondersteuning. Integraal jeugdbeleid zou het leidmotief moeten zijn. Alle organisaties en personen die met jeugdzorg en -hulpverlening van doen hebben, zouden ondergebracht moeten worden in één wet, waarin de gemeenten verantwoordelijk moeten worden voor zowel zorg als preventie. Alleen op deze wijze kan maatwerk worden geleverd. De provincie moet zich met andere partijen inzetten voor vernieuwing/verbetering van de Wet op de Jeugdzorg. Zolang de huidige wet nog in werking is, zal de provincie volop moeten inzetten op een Bureau Jeugdzorg dat efficiënt en effectief werkt en dat kwaliteit levert. Daarnaast moet de provincie er alles aan doen om wachtlijsten te verkleinen en te voorkomen: jongeren die door het Bureau Jeugdzorg zijn doorverwezen naar een behandelende instantie, moeten direct geholpen kunnen worden. Deze hulp en begeleiding moet voortduren totdat ouders/verzorgers deze rol (weer) kunnen overnemen, of totdat de jongere zich zelfstandig kan redden in onze samenleving. GroenLinks Jeugdzorg Dit is een wettelijk voorgeschreven taak. Vooralsnog vindt GROENLINKS dat de verantwoordelijkheid hiervoor bij de provincie moet blijven. De zorgvrager, dus de jongere en zijn/haar omgeving, dient centraal te staan. De zorgvrager moet snel en dichtbij huis adequate zorg kunnen krijgen. Marktwerking is in de jeugdzorg geen optie. Ook niet-jeugdzorg moet meer aandacht krijgen van de provincie, bijvoorbeeld door het stimuleren van zorgprojecten. Leefbaar Overijssel / VSP Nieuw Rechts PvdA Het gaat met de meeste jongeren in Overijssel hartstikke goed. De PvdA wil dat gemeenten en provincie de handen ineen slaan om iedere jongere in Overijssel de mogelijkheden te bieden die hij verdient. De Provinciale jeugdzorg moet naadloos aansluiten op het preventieve jeugdbeleid van de gemeente. De PvdA buigt jeugdproblematiek om in jeugdperspectief. SGP Kinderen zijn een kostbaar bezit. Door hen liefde en aandacht te geven in een stabiele gezinssituatie, is de kans groot dat ze zich tot evenwichtige burgers ontwikkelen. In het leven van een kind is vooral in de eerste levensjaren de moeder onvervangbaar en onovertroffen. De SGP waardeert het bijzonder dat veel moeders in Overijssel zich samen met hun man primair verantwoordelijk voelen voor de zorg en opvoeding van hun kind(eren) en dit geen vijf dagen in de week aan anderen uit willen besteden. De overheid moet zorgen voor een gezinsvriendelijk beleid waarin ouders ook vanuit financieel oogpunt niet ontmoedigd, maar gestimuleerd worden hun verantwoordelijkheid m.b.t. hun kinderen te nemen. De provincie dient steun te verlenen aan projecten die opvoedingsondersteuning geven aan ouders die dit nodig hebben. Hierbij wordt primair gekeken naar de directe omgeving van familie, vrienden, en kennissen. In het kader van preventie moeten gemeenten gestimuleerd worden buurtnetwerken op te zetten, waarin het consultatiebureau, het maatschappelijk werk, de GGD, de scholen/peuterspeelzalen en de politie vertegenwoordigd zijn. Zo kunnen problemen in gezinnen vroeg gesignaleerd worden en kan er tijdig actie ondernomen worden. Wanneer een kind niet in het eigen gezin kan blijven, verdient opvang in een pleeggezin de voorkeur. De provincie ondersteunt daarom de Pleegzorg in Overijssel. Voorkomen is beter dan genezen, maar als er voor een kind/jongere hulp nodig is, moet er snel gehandeld kunnen worden. Dit betekent dat de provincie er alles aan moet doen wachtlijsten bij Bureau Jeugdzorg Overijssel en het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, tegen te gaan. Tevens dient de provincie er zorg voor te dragen dat er na indicatiestelling voldoende mogelijkheden zijn om adequate hulp te bieden. De SGP vraagt hierbij nadrukkelijk aandacht voor (landelijk werkende) instellingen die zorg aanbieden vanuit een christelijke identiteit. SP De SP vind dat instellingen die zich bezig houden met jeugdzorg moeten werken aan de ontwikkeling van een pedagogische visie op jeugdzorg, waarbij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind als uitgangspunt dient. Dit Verdrag geeft de wijze aan waarop de samenleving met het belang van kinderen zou moeten omgaan. Een concrete visie op jeugdzorg die voor maar één uitleg vatbaar en voor iedereen begrijpelijk is, is niet voldoende om goede professionele zorg voor kinderen en hun ouders te garanderen. Het beleid faalt niet alleen op het gebied van afstemming tussen cliënt en organisatie, maar ook tussen overheid en instellingen en tussen de organisaties onderling. Marktwerking is één van de factoren die de situatie sterk verslechtert, omdat instellingen worden gedwongen zorg te leveren tegen een zo laag mogelijk tarief, wat ten koste gaat van de kwaliteit. Cliënten binnenhalen en binnenhouden is belangrijker geworden dan kwalitatief goede zorg regelen die aansluit bij de zorgbehoefte van de cliënt. De SP maakt zich grote zorgen over deze ontwikkeling en pleit er daarom voor om de jeugdzorg te hervormen. Jeugdzorg moet in wijkgerichte instellingen algemeen toegankelijk zijn voor iedereen die jeugdzorg nodig heeft. Samenwerking tussen organisaties en instellingen is nodig om excessen te voorkomen en zo vroeg mogelijk in te grijpen wanneer het dreigt fout te gaan. Een integrale aanpak met als uitgangspunt het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, waarbij de cliënt centraal staat. Om dat mogelijk te maken wil de SP dat de provincie samen met de gemeente en maatschappelijke organisaties grote investeringen doet in de jeugdzorg. De SP is van mening dat de jeugdzorg een integrale aanpak behoeft. Lokale initiatieven hebben zeker hun waarde doordat ze goed kunnen inspelen op de bijzonderheden van een bepaalde woonomgeving of plaatselijke subcultuur. Een ander voordeel is dat lokale instellingen bij uitstek geschikt zijn om de zorg te brengen waar zij hoort: letterlijk zo dicht mogelijk bij de jongeren zelf, in hun eigen omgeving. Door voldoende te investeren in de zorg voor jongeren hoeven er geen onnodige wachtlijsten te ontstaan. Er moet ruimte komen voor het uitwisseling van succesvolle aanpakken en het samen uitvoeren van projecten die leiden tot de gewenste resultaten. Er dient te worden voorkomen dat jongeren onnodig worden doorverwezen of met verschillende procedures te maken krijgen. Deze integrale aanpak moet dan ook in elke wijk, stad en school vertegenwoordigd zijn. De samenwerking tussen de GGZ en de scholen moet beter vorm krijgen. Net als bij alle andere bevolkingsgroepen geldt ook voor de jongeren dat aandacht voor preventie van groot belang is. De samenwerking tussen de GGD en de scholen moet beter vorm krijgen. Net als bij alle andere bevolkingsgroepen geldt ook voor de jongeren dat aandacht voor preventie van groot belang is. De voorzieningen zoals de tandarts, schoolarts en logopedie moeten terug in het basisonderwijs. Er moet met spoed een eind worden gemaakt aan de wachtlijsten binnen de jeugdzorg, jeugdhulpverlening en reclassering. Instellen van jongerenpanels om de betrokkenheid van de jongeren bij de beleidsontwikkeling en besluitvorming laten toenemen. Op het gebied van preventie en opvoedingsondersteuning, actieve hulpverlening en de voorzieningen in de buurt dient de provincie samen te werken met de gemeenten. VVD Het Provinciale doel is te komen tot een sluitende keten van preventie tot jeugdzorg en moet gericht zijn op het versterken van de maatschappelijke deelname en positie van jongeren. Wel moeten de organisaties veel beter gaan samenwerken. De VVD wil dat jongeren op eigen benen kunnen staan. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun eigen kroost. Daar waar nodig, grijpt de overheid in. De jeugdzorgorganisaties worden gefinancierd op basis van prestaties. Jeugdzorg moet vraaggestuurd en niet aanbodgestuurd worden geleverd.