ZONDAG 20 NOVEMBER 2016: 150 JAAR KERK VAN VLIJMEN 1 kor.9B-11.16-17 EN Johannes 2 ( 13-22 ) Verkondiging Het is goed om bij een kroonjaar van dit opgetrokken bouwwerk met zomaar een dak boven wat hoofden ‘nadrukkelijk stil te staan. Jullie doen dat op een speciale en bijzondere dag. De Kerk viert vandaag Christus Koning ( volgende week beginnen we aan de tijd van voorbereiding op kerstmis: het feest van nieuw leven en vol licht ) en vandaag wordt het speciale jaar van barmhartigheid afgesloten. Een heilig jaar of jubeljaar is van oorsprong een oude joodse traditie. In de katholieke traditie vond in het jaar 1300 voor het eerst een heilig jaar plaats. De bijzondere tijd welke we nu afsluiten begon op 8 december vorig jaar. Het was toen precies 50 jaar geleden dat het Tweede Vaticaans Concilie in 1965 werd afgesloten. Een jubileum dat 150 jaar geleden de deuren van deze Sint Jan Geboorte werden geopend en dat herdenken we nu bijzondere deuren in het kader van het heilige jaar geopend , weer worden gesloten. Een mooie samenloop. 150 jaar als mijlpaal in een veel langere geschiedenis van gemeenschaps- en kerkopbouw onder leiding van – en ik zeg dat met trots – heel lang norbertijnen van Berne. Halverwege de 13e eeuw was er al een bescheiden gebedsplaats in Vlijmen en sinds het einde van de 13e eeuw waren Norbertijnen van Berne pastoraal actief in deze regio. Thijs Moons en Jan Nabuurs sloten die periode van daadwerkelijke Norbertijnse aanwezigheid af. Dan volgden pastoor Goedhart, onze indiase pastoor Jesudas en nu uw huidige parochieherder David Lebrun. Heel internationaal positioneert deze geloofsgemeenschap zich: Brabant werd India en India werd door België opgevolgd. Dit bouwwerk heeft een eigen plaats verworven in die 150 jaar. Veel lief en leed is er gevierd: een stevig gefundeerd bouwwerk, symbool voor een stevig bouwwerk waarvan velen van deze parochiegemeenschap de levende stenen vormen. Zo’n mijlpaal wil je vieren, daar wil je bij stilstaan. 150 jaar luisteren naar de verhalen van de Schrift. 150 jaar zingen van een boek dat geleefd wordt, 150 jaar bidden om inspiratie voor alledag. 150 jaar een bijzondere plek: niet om er vast te roesten als kerkuilen, maar om in beweging te blijven. Het verhaal van die 150 jaar. Hoe was het in het begin. Hoe kreeg het samenleven anderhalve eeuw geleden vorm in deze geloofsgemeenschap en die uit de nabije omgeving. Er was saamhorigheid, men kwam voor elkaar op, bij tij en ontij. Men wist dat er meer was tussen hemel en aarde, dat wij allen op zoek zijn naar het ongrijpbare, onmeetbare maar o zo werkelijke dat vrede en geluk zo kostbaar en breekbaar maakt: namelijk vertrouwen, geloof en liefde. Men wist van het beloofde land en had een vermoeden van de schenker, van de schepper. Om Hem te eren maakte men ruimte. Het werd geen benepen ruimte, ergens aan de marge van de samenleving. Nee, het werd een grote ruimte, hoog en licht, in de geest van de moderne stijl van die tijd . In onze tijd maken we nagenoeg alleen nog maar kerksluitingen mee in plaats van kerkwijdingen. En we weten dat sluiting van een kerk voor veel gelovigen een dramatisch gebeuren is. Het blijkt veel meer te zijn dan gestapelde stenen op een fundament met zomaar een dak erop. Zo’n bouwwerk heeft een veel belangrijkere waarde gekregen dan enkel voor die weekendviering of toevallige samenkomst op een door de weeks moment. Het staat als een baken, als een symbool van gemeenschap welke voortdurend opgebouwd moet worden, waar onderhoud aan gepleegd moet worden, waarvoor je elkaar moet motiveren. In het evangelie van vandaag ranselt Jezus de commercie de tempel uit. ’Maak van het huis van mijn vader geen markt ‘. En die harde actie van Jezus was niet in de eerste plaats gericht tegen de verkopers van offerdieren en geldwisselaars, want hun service was voor de tempeldienst in feite onmisbaar. Nee, het was Jezus er niet om te doen de handelaren aan te pakken, maar allen die met dubieuse intenties dat godshuis binnengingen. En dat uitgangspunt lijkt me heden ten dage nog steeds en vooral te moeten gelden. Kerkgebouwen zijn toch alleen maar van waarde als daar iets wordt beleefd en als er iets van uitgaat. Alle menselijke bouwsels zijn van betrekkelijke waarde. De eerste eeuwen van het christendom heeft men het zonder eigen gebouwen gedaan. Men kwam bijeen op locaties waar voldoende ruimte en veiligheid was: in prive vertrekken of in ondergrondse kamers van de catacomben in Rome. Nog niet zo lang geleden hield onze inspirerende paus Franciscus het nog voor: Kom bij elkaar, zoek elkaar op, wees elkaar nabij er is altijd wel een schuur of garage te vinden, zo maar een dak boven wat hoofden. De apostel Paulus besefte goed waar het om ging . Wanneer hij in zijn brief aan de inwoners van Korinthe de woorden ‘tempel ‘of ‘bouwwerk ‘gebruikt, bedoelt hij daarmee geen gebouw, maar de gelovigen zelf: ‘Gij weet toch dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest van God in u woont. Met de afsluiting van het heilige jaar van barmhartigheid worden naar goede traditie speciale deuren gesloten, maar niet om je achter de deuren te verschansen, om je daar af te sluiten voor de ander en de samenleving, om de werkelijke inhoud en aandacht voor dat speciale te vergeten. Heel beeldend nodigen Paulus en Johannes uit om een stroom op gang te brengen en te houden die op gang komt in het eigen binnenste, een beweging die uitstraalt naar de wereld. Wat vaststaat en vastligt, is niet zo van belang. Het gaat om wat stroomt, om een voor elkaar opkomen. Werkelijk lief en leed delen, werkelijk goed en kwaad beoordelen, werkelijk niemand bij voorbaat ongewild of ongewenst afschilderen, als dief of crimineel beoordelen. Nee in het voetspoor van Jezus gaan en elkaar vertrouwen, alle kansen gunnen en zorgen dat niemand kwijt raakt, niemand een verloren zoon of dochter laten zijn, uit welk land of welke cultuur men ook komt. Geloven in elkaar onder een en hetzelfde dak is vertrouwen hebben, kansen gunnen, zicht op toekomst bieden. Mag deze ruimte een plek zijn en blijven van dankbaar terugkijken en hoopvol vooruitzien, waar we aansluiting vinden en blijven zoeken bij allen die ons voorgingen in geloof en daaraan leiding mochten geven, van norbertijnse huize of anderszins. Geloven in nieuwe mogelijkheden is gaan staan in die open ruimte die mensen reserveren voor God die ons alle ruimte geeft. En wat kun je dan beter doen dan samen het geloof in zo’n toekomst uitspreken: geloven in een God als bron van alle leven. Amen