HANDLEIDING INDICATIESCHERMEN MIJN LOOPBAAN Inhoudstafel 1. Inleiding p. 2 2. Arbeidsbeperking binnen Mijn Loopbaan p. 3 2.1. Het tabblad ‘Vertrouwelijk’ p. 5 2.2. De mogelijke indicaties in alfabetische volgorde zijn: p. 10 2.2.1. ACTIRIS – attest arbeidsbeperking 2.2.2. ADG – attest arbeidsbeperking 2.2.3. Arbeidsgeneeskundige diensten – attest arbeidsbeperking 2.2.4. Arts-specialist – attest arbeidsbeperking 2.2.5. AWIPH-erkenning 2.2.6. Beschutte werkplaats – attest tewerkstelling 2.2.7. Bijkomende kinderbijslag als PmAH 2.2.8. Blijvende arbeidsongeschiktheid 2.2.9. CLB-attest 2.2.10. COCOF – erkenning 2.2.11. DPB-erkenning 2.2.12. Ex-BuSO of ex-BLO-leerling zonder hoger kwalificatie 2.2.13. FOD Soc. Zekerheid – attest mbt zelfredzaamheid 2.2.14. FOREM – attest arbeidsbeperking 2.2.15. Gesp. Arbeidsonderzoeksdienst GA – attest arbeidsbeperking 2.2.16. Integratietegemoetkoming als PmAH 2.2.17. Inkomensvervangende tegemoetkoming als PmAH 2.2.18. Invaliditeitsuitkering i.h. kader v.d. ZIV 2.2.19. Multiple problematieken 2.2.20. Rechtbank – attest 2.2.21. RVA – attest arbeidsbeperking 2.2.22. VAPH – erkenning 2.2.23. VDAB arbeidsgeneeskundige dienst – attest arbeidsbeperking 2.2.24. VDAB screeningsdienst – attest arbeidsbeperking 2.2.25. Verhoogde kinderbijslag als ouder met een arbeidshandicap 2.2.26. Ziekenfonds (adv. geneesheer) – attest arbeidsongeschiktheid 2.3. Meerdere indicaties p. 11 p. 12 p. 13 p. 14 p. 15 p. 16 p. 17 p. 18 p. 20 p. 22 p. 23 p. 24 p. 26 p. 28 p. 29 p. 30 p. 31 p. 32 p. 33 p. 34 p. 37 p. 38 p. 42 p. 43 p. 44 p. 45 p. 46 3. Aanvraag van rechten p. 47 4. Premies p. 59 4.1. 4.2. p. 60 p. 61 Een vraag tot effectieve tegemoetkoming in arbeidsgereedschap Een vraag tot VOP Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 1 1. Inleiding Afhankelijk van uw takenpakket hebt u een bepaalde ‘rol’ in Mijn Loopbaan die bepaalt welke acties van de onderstaande u kunt doen. Lees in de handleiding ook de inhoud van de ingevulde teksten: deze bevat vaak interessante informatie voor uw taak. U kan steeds een indicatie (zie verder) toevoegen als u hiervan bewijzen heeft. Meestal zult u vervolgens een aantal rubrieken verplicht moeten invullen in het betreffende indicatiescherm. Dit gaat vaak om detaillering van de indicatie, omdat deze detaillering een belangrijke rol speelt bij het toekennen van een recht (op basis van de criteria van de lijst RvB, van het multi-elementen-advies of het ICF-verslag: zie onderrichting). Verplicht in te vullen rubrieken zijn ofwel aangeduid met een “*” ofwel krijgt u hierover een boodschap bij het proberen bewaren van de gegevens. De status ‘bevestigd’ betekent dat u de gegevens daadwerkelijk gecontroleerd hebt en het document in uw bezit is. Een geldigheidsperiode is nooit een verplicht veld, maar daar waar u over deze gegevens beschikt, vult u ze uiteraard in. Actueel moet de klant voor heel wat indicaties het schriftelijk bewijs leveren en moeten de gegevens eveneens manueel ingevuld worden in Mijn Loopbaan. Het is de bedoeling om in de toekomst zoveel als mogelijk te werken via elektronische uitwisseling van de gegevens met de bevoegde afleverende instantie. Dit is op heden al zo voor de indicatie van RVA en VAPH. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 2 2. Arbeidsbeperking binnen Mijn Loopbaan Na het openen van een dossier, hebt u het tabblad ‘PmAB’. Deze is voorbehouden voor al de hieronder beschreven opties en acties. Na aanklikken van het tabblad ‘PmAB’ krijgt u een scherm te zien dat bestaat uit 2 of 3 fiches/tabbladen: Rechten: hier worden de rechten aangevraagd door de trajectbegeleider op vraag van de klant en beslist door de Dienst Arbeidsbeperking (DABP). Premies: hier wordt de valorisatie van een toegekend recht aangevraagd en beslist. Toegangsbeheer (enkel aanwezig bij trajectbegeleiders en leden van de DABP): Hier kunnen trajectbegeleiders of leden van de DABP zichzelf en anderen toegang geven tot het vertrouwelijk luik. Indien er toegang werd verleend, wordt het tabblad ‘Vertrouwelijk’ toegevoegd. Dit tabblad komt voor het tabblad ‘Rechten’. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 3 Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 4 2.1. Het tabblad ‘Vertrouwelijk’ Het tabblad ‘Vertrouwelijk’ bestaat uit 5 fiches/tabbladen: Persoonsgegevens: hier staan de contactgegevens van de klant, de trajectbegeleider en de provinciale dienst DABP. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 5 Indicaties: hier kunnen de indicaties aangeduid worden. U ziet ze staan in het overzicht samen met de geldigheidsperiode. In het overzichtsscherm is er geen bepaalde volgorde van bewaren van de indicaties. Opgelet! Zorg ervoor dat u een zelfde indicatie maar 1 maal invoert. Mijn Loopbaan geeft hiervan geen foutmelding. Via ‘detail’ kunt u het volledige scherm bekijken en via ‘terug’ terug keren naar het overzicht. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 6 U kunt via ‘detail’ ook de optie ‘wijzig’ kiezen. Bijvoorbeeld om gegevens te corrigeren of aan te vullen. Wilt u toch niets wijzigen, dan kiest u ‘annuleer’. Er bestaat ook de optie ‘verwijder’, waardoor u een verkeerd toegevoegde indicatie definitief kunt verwijderen uit het dossier. Na het bewaren blijft de informatie zichtbaar staan op het overzichtsscherm. Door te klikken op het pijltje naast het lege veld, krijgt u alle mogelijkheden van indicaties te zien, waaruit u de benodigde kiest en toevoegt (zie 2.2.). Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 7 ICF: hier staat het indiceringsinstrument o.b.v. ICF ontwikkeld door VDAB. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 8 Contacten en documenten: Hier worden de contacten met de klant en derden geregistreerd en worden de belangrijkste documenten opgeladen. GTB: hier blijven de vroeger door ATB/GTB ingevulde gegevens staan. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 9 2.2. De mogelijke indicaties in alfabetische volgorde zijn: 2.2.1. ACTIRIS – attest arbeidsbeperking 2.2.2. ADG – attest arbeidsbeperking 2.2.3. Arbeidsgeneeskundige diensten – attest arbeidsbeperking 2.2.4. Arts-specialist – attest arbeidsbeperking 2.2.5. AWIPH – erkenning 2.2.6. Beschutte werkplaats – attest tewerkstelling 2.2.7. Bijkomende kinderbijslag als PmAH 2.2.8. Blijvende arbeidsongeschiktheid 2.2.9. CLB – attest 2.2.10. COCOF – erkenning 2.2.11. DPB – erkenning 2.2.12. Ex-BUSO of ex-BLO-leerling zonder hogere kwalificatie 2.2.13. FOD Soc. Zekerheid – attest mbt zelfredzaamheid 2.2.14. FOREM – attest arbeidsbeperking 2.2.15. Gesp. arbeidsonderzoeksdienst GA – attest arbeidsbeperking 2.2.16. Integratietegemoetkoming als PmAH 2.2.17. Inkomensvervangende tegemoetkoming als PmAH 2.2.18. Invaliditeitsuitkering i. h. kader v.d.ZIV 2.2.19. Multiple problematieken 2.2.20. Rechtbank – attest 2.2.21. RVA – attest arbeidsbeperking 2.2.22. VAPH – erkenning 2.2.23. VDAB arbeidsgeneeskundige dienst – attest arbeidsbeperking 2.2.24. VDAB screeningsdienst – attest arbeidsbeperking 2.2.25. Verhoogde kinderbijslag als ouder met een handicap 2.2.26. Ziekenfonds (adv. geneesheer) – attest arbeidsongeschiktheid Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 10 2.2.1. ACTIRIS – attest arbeidsbeperking De arbeidsgeneeskundige dienst van ACTIRIS, de arbeidsbemiddelingsdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (vroegere BGDA), kan een uitspraak doen over arbeidsongeschiktheid. Dit kan uitgedrukt worden in ‘percentage’, ‘ernst’ ofwel door middel van ‘extra informatie’. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 11 2.2.2. ADG – attest arbeidsbeperking Hetzelfde als uitgelegd binnen 2.2.1. geldt voor de ADG, de Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft. Ook hier moet minstens 1 van de velden: ‘percentage’, ‘ernst’ of ‘extra informatie’ ingevuld worden. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 12 2.2.3. Arbeidsgeneeskundige diensten Indien het gaat om een uitspraak over arbeidsongeschiktheid of over een problematiek/beperking door een niet-anders vermelde arbeidsgeneeskundige dienst, vult u de gegevens in onderstaand scherm in. Vergeet niet in te vullen van welke specifieke organisatie de gegevens komen. De rubriek ‘aanduiding beperking/problematiek’ kan ook (bijkomende) gegevens bevatten over de arbeidsongeschiktheid. Zie voorbeeld in volgend scherm. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 13 2.2.4. Arts-specialist – attest arbeidsbeperking Hetzelfde als 2.2.3. geldt voor een indicatie afkomstig van een arts-specialist. Zie ook het ingevulde voorbeeld van mogelijke verkregen gegevens. Opgelet: dit mag geen huisarts zijn! Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 14 2.2.5. Het Agence Wallonne pour l’integration des personnes handicapées of AWIPH Het Agence Wallonne pour l’integration des personnes handicapées of AWIPH is de openbare instelling voor gehandicaptenzorg voor de Franstalige Gemeenschap van het Waals Gewest. Deze instelling neemt beslissingen gelijkaardig aan deze van het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap, VAPH (zie 2.2.22.), doch gebaseerd op een andere definitie (cfr. de oude definitie van het Rijksfond = handicap uitgedrukt in %). Het AWIPH neemt beslissingen over: - tewerkstelling in een beschutte werkplaats (rubriek ‘beschutte werkplaats’). - tewerkstelling in het reguliere arbeidscircuit en over opleidingen (rubriek ‘werk andere’). - hulpmiddelen/aanpassingen en woon- en begeleidingsvormen ( rubriek ‘andere’). Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 15 2.2.6. Beschutte werkplaats – attest tewerkstelling Van sommige personen in het verleden erkend door het Rijksfonds (RF) als persoon met een handicap én met een positieve beslissing voor een tewerkstelling in een beschutte werkplaats (dit zijn de huidige maatwerkbedrijven en –afdelingen) is geen enkel afschrift van deze beslissing meer terug te vinden. Noch bij betrokkene, noch bij het VAPH (rechtsopvolger van het RF), noch in de beschutte werkplaats. Het enige spoor dat er soms nog terug te vinden is van deze RF-beslissing is in de boekhouding van een beschutte werkplaats waar betrokkene ooit gewerkt en gesubsidieerd werd als doelgroepwerknemer categorie A, B of C volgens het Ministerieel Besluit(MB) van 23 maart 1970. Een schriftelijke verklaring op eer van de betreffende beschutte werkplaats dat betrokkene in het verleden gesubsidieerd werd als doelgroepwerknemer volgens dit MB, geldt voor het VAPH als een volwaardig ticket beschutte werkplaats. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 16 2.2.7. Bijkomende kinderbijslag als PmAH De indicatie bijkomende kinderbijslag als PmAH wordt gebruikt wanneer de klant recht heeft op bijkomende kinderbijslag. Voor kinderen met een handicap of ernstige ziekte kan een ouder bijkomende kinderbijslag ontvangen. Momenteel zijn er drie systemen/procedures van bijkomende kinderbijslag mogelijk. 1°: voor personen geboren vóór 1 juli 1966: komt nog zelden voor 2°: voor kinderen gevat door het KB van 3 mei 1991: het ‘oud’ uitdovend systeem 3°: voor kinderen gevat door het KB van 28 maart 2003: het nieuwe systeem Dit onderscheid is belangrijk, omdat de procedure voor toekenning verschillend verloopt en de systemen verschillende punten/categorieën hanteren (waaraan andere bedragen van bijkomende kinderbijslag gekoppeld zijn). Kijk goed na op het papieren document op basis van welk koninklijk besluit (KB) de bijkomende kinderbijslag werd toegekend, zodat u het juiste ‘systeem’ selecteert. Bij elk systeem zal u andere extra invulopties krijgen. In onderstaand voorbeeld werd geprobeerd om de indicatie toe te voegen zonder een verplicht veld in te vullen. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 17 2.2.8. Blijvende arbeidsongeschiktheid Het volgende indicatiescherm wordt gebruikt wanneer de klant in het bezit is van een afschrift van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of een attest van een bevoegde federale instelling waaruit een blijvende (graad van) arbeidsongeschiktheid blijkt. Opgelet! Deze verschillen van beslissingen tot een niet-blijvende graad van arbeidsongeschiktheid bv. indicatie van een adviserend geneesheer ziekenfonds/kas, rechtbank, indicatie van andere arbeidsgeneeskundige diensten. De instanties die een uitspraak over een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid doen zijn: FAO: het Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ: het Fonds voor Beroepsziekten FOD: de Federale overheidsdienst van de Sociale Zekerheid Riziv: de Rijksdienst voor ziekte-en invaliditeitsverzekering, namelijk de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit van het ZIV Rechtbank ingeval van een blijvende graad Een andere federale of gerechtelijke instantie: bv. Medex (het bestuur medische expertise van de FOD Volksgezondheid. Cfr. de vroegere AGD: administratieve gezondheidsdienst bij de Vlaamse overheid) Hier moet, afhankelijk van de betreffende uitspraak, één van de drie velden ingevuld worden: een ‘percentage van ongeschiktheid’, de ‘ernst’ van de ongeschiktheid of het veld ‘extra informatie’ (voorbeeld zie ingevulde tekst). Het is verplicht één van de drie velden in te vullen! Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 18 Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 19 2.2.9. CLB - attest Kinderen met een handicap kunnen terecht in het buitengewoon onderwijs met zijn verschillende types en opleidingsvormen. Er is echter ook de mogelijkheid om onderwijs te volgen in het regulier onderwijs met de nodige ondersteuning. Zo ontstond samenwerking tussen het buitengewoon en het gewoon onderwijs. Het GON of geïntegreerd onderwijs (van kleuter tot hoger onderwijs) bestaat erin dat de leerlingen met een handicap of leer- en opvoedingsmoeilijkheden tijdelijk of permanent, gedeeltelijk of volledig, lessen kunnen volgen in een school van het regulier onderwijs. Via een GON-begeleider biedt de school voor buitengewoon onderwijs dan onderwijskundige of paramedische hulp aan. De kinderen moeten dankzij deze extra hulp kunnen voldoen aan dezelfde vereisten en leerplannen als hun klasgenootjes. Niet elk kind komt daardoor voor GON in aanmerking. Inclusief onderwijs of ION gaat ervan uit dat de doelstellingen per kind kunnen verschillen. De nadruk ligt eerder op inclusie, de sociale integratie in de klas. De kinderen volgen de lessen in de school voor gewoon onderwijs. De leerling en de klasleerkracht krijgen ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs type 2 met als doel de deelname aan activiteiten door de leerlingen met een handicap te maximaliseren. Momenteel is er in dit kader een proefproject voor een 100-tal leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het lager en secundair onderwijs. Naast het project wordt inclusief onderwijs ook vaak gerealiseerd dankzij de inbreng van vrijwilligers. De school uit het gewoon onderwijs krijgt dan geen ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs, maar van vrijwilligers of studenten (logopedisten, kinesitherapeuten, orthopedagogen,… ). Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 20 Het is het centrum voor leerlingenbegeleiding of CLB dat een kind goedkeuring moet geven tot het geïntegreerd (GON) of inclusief (ION) onderwijs, op basis van eigen onderzoeken en onderzoeken van specialisten Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 21 2.2.10. COCOF-erkenning De COCOF of Commission Communautaire Française du service bruxellois francophone des personnes handicapées is er voor de Franstalige Gemeenschap in Brussel Hoofdstad. Het COCOF neemt beslissingen gelijkaardig aan deze van het AWIPH en volgens dezelfde definitie van handicap. Wanneer er meerdere beslissingen met een verschillende geldigheidsperiode ingevuld worden, wordt de oudste datum getoond in het overzichtsscherm. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 22 2.2.11. DPB-erkenning De Dienstelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit Behinderung of de DPB is er voor de Duitstalige Gemeenschap in België. Zij neemt gelijkaardige beslissingen als VAPH, AWIPH en COCOF, doch evolueert van de ‘oude’ definitie (uitgedrukt in %) van handicap van AWIPH en COCOF naar de ‘nieuwe ‘definitie (participatieprobleem vanuit de inclusiegedachte) van het VAPH en VDAB. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 23 2.2.12. Ex-BUSO of ex-BLO-leerling zonder hogere kwalificatie. De indicatie “ex-BUSO of ex-BLO-leerling zonder hogere kwalificatie” is er voor gewezen leerlingen van het buitengewoon onderwijs die hoogstens een (kwalificatie)getuigschrift of diploma behaald hebben in het buitengewoon onderwijs. Het gaat hier wel degelijk om studies die gevolgd werden binnen de setting van het buitengewoon onderwijs. Opgelet! Het GON- en IONonderwijs dat gevolgd wordt in het gewoon onderwijs (in samenwerking met het buitengewoon onderwijs), kan ook een indicatie zijn. Deze indicatie wordt echter ingevuld bij de indicatie van een CLB (zie 2.2.9.). Zorg ervoor dat u ook telkens het attest, getuigschrift en diploma hebt gezien! Voor een uniforme interpretatie van gegevens vanuit het Departement onderwijs, worden hieronder de verschillende types van buitengewoon onderwijs en hun doelstelling kort uitgelegd. Ook tot welke ‘kwalificatie’ deze kunnen leiden wordt ruimer belicht. Correct interpreteren en noteren van deze gegevens is essentieel, omdat deze indicaties verschillende rechten openen op BTOM’s . De dienst arbeidsbeperking kan op deze basis gegronde beslissingen nemen. Het buitengewoon onderwijs is onderverdeeld in verschillende types: type 1 is voor kinderen met een licht verstandelijke handicap type 2 is voor kinderen met een matig of ernstig verstandelijke handicap type 3 is voor kinderen met ernstige gedrags en/of emotionele problemen type 4 is voor kinderen met een fysieke handicap type 5 is voor kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of preventorium type 6 is voor kinderen met een visuele handicap type 7 is voor kinderen met een auditieve handicap type 8 is voor kinderen met ernstige leerstoornissen Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 24 Kinderen tussen 6 en 13 jaar kunnen terecht in het Buitengewoon Lager Onderwijs of BLO. Uitzonderlijk kan dit tot 14 jaar, op beslissing van de ouders na advies van de klassenraad en het CLB. Het buitengewoon lager onderwijs organiseert alle types. In het buitengewoon secundair onderwijs of BUSO kunnen jongeren van 13 tot 21 jaar terecht. De Commissie van Advies van het Buitengewoon Onderwijs (CABO) kan dit verlengen tot maximum 25 jaar. Alle types bestaan in het Buso, behalve type 8. Binnen de verschillende types Buso spreekt men over opleidingsvormen, die telkens andere doelstellingen hebben in functie van de toekomst van de jongere: opleidingsvorm 1 (Ov1) is onderwijs tot sociale aanpassing, met als doel de jongere een sociale vorming te geven zodat hij in een beschermde leefomgeving kan wonen. Opleidingsvorm 1 bestaat binnen het type 2, 3, 4, 6 en 7. Opleidingsvorm 2 (Ov2) traint de jongere in algemene en sociale vorming én in arbeidsvaardigheden. De bedoeling is dat hij in een beschermde leef- en werkomgeving kan wonen en werken. Deze opleidingsvorm bestaat eveneens binnen het type 2, 3, 4, 6 en 7. Opleidingsvorm 3 (Ov3) geeft de jongere een algemene-, sociale- en beroepsvorming. Bedoeling is dat de jongere zich later integreert in een gewone leef- en arbeidsomgeving. Opleidingsvorm 3 bestaat binnen het type 1, 3, 4, 6 en 7. Opleidingsvorm 4 (Ov4) is algemeen-, technisch-, kunst- of beroepsonderwijs. Hier gelden dezelfde doelen als in het gewoon onderwijs. Maar omwille van de extra zorgen die nodig zijn door de handicap volgt de jongere dit onderwijs binnen de setting van een school voor buitengewoon onderwijs. Deze opleidingsvorm bestaat niet voor jongeren met een verstandelijke handicap. De laatste jaren worden de types en de onderwijsvormen niet meer zo strikt gehanteerd dankzij de evoluerende visie op handicap, waarbij zorg op maat en inclusie fundamenteel geworden is. Naar de (nabije) toekomst toe is dit vertaald in het nieuwe concept van ‘leerzorg’. De volgende specifieke kwalificaties kunnen behaald worden op het einde van het BUSO: Ov1 en Ov2: een attest. Ov3, in toenemende volgorde van hoger opgeleid: een attest van gevolgd onderwijs, een attest met de verworven bekwaamheden, een getuigschrift van verworven competenties, een getuigschrift van de opleiding (het uitdovend kwalificatiegetuigschrift personenzorg). Ov4, algemeen of kunstonderwijs: diploma secundair onderwijs. Ov4, 6 succesvolle jaren technisch onderwijs: een diploma secundair onderwijs (én een kwalificatiegetuigschrift met specificatie van de gevolgde opleiding). Ov4, 6 succesvolle jaren beroepsonderwijs: een studiegetuigschrift van de 3° graad secundair beroepsonderwijs (én een kwalificatiegetuigschrift met specificatie van de gevolgde opleiding). Ov4, 7 succesvolle jaren beroepsonderwijs: een diploma secundair onderwijs én een studiegetuigschrift 7° jaar (én een kwalificatiegetuigschrift 7° jaar met specificatie van de gevolgde opleiding). Opmerking: Op dit moment is het bijzonder onderwijs volop in ontwikkeling. Dit betekent dat bovenstaande informatie binnenkort wellicht mogelijk niet meer up-to-date is. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 25 2.2.13. FOD Soc. Zekerheid – attest mbt zelfredzaamheid Sinds de federalisering van de Belgische staat zijn voor het beleid ten aanzien van personen met een handicap verschillende instanties bevoegd. Onderwijs, huisvesting, welzijn, cultuur, vrije tijd,… zijn Vlaamse materies. De federale overheid regelt bijvoorbeeld materies als tegemoetkomingen, pensioenen, bijkomende en verhoogde kinderbijslag (zie 2.2.7.), revalidatie, juridische bescherming (zie 2.2.20.) of fiscaal-sociale maatregelen. Binnen de Federale OverheidsDienst (FOD) van de Sociale zekerheid volgt de DirectieGeneraal (DG) voor personen met een handicap diverse aspecten van de sociale zekerheid op. Zij staat o.a. in voor de reglementering betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming aan personen met een handicap. Deze dienst onderzoekt de aanvragen voor deze tegemoetkomingen. Elke aanvraag gaat gepaard met een medisch onderzoek, waaronder ook de zelfredzaamheid nagegaan wordt aan de hand van een zelfredzaamheidvragenlijst. Het resultaat van dit medische onderzoek kan zijn dat men op basis van zijn handicap recht heeft op een inkomensvervangende – en/of een integratietegemoetkoming. Het kan echter ook zijn dat men minder dan de 7 punten scoort op de zelfredzaamheidschaal die nodig zijn om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming, maar toch kan genieten van andere fiscaal-sociale voordelen. Dus, hoewel men niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming, kan er wel sprake zijn van een indicatie van arbeidsbeperking. De toegekende punten worden steeds schriftelijk meegedeeld. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 26 Indien men te weinig punten haalt op de zelfredzaamheidschaal voor volwassenen van de FOD Sociale Zekerheid om recht te hebben op een tegemoetkoming, vult men de indicatie van arbeidshandicap in onderstaand scherm in. Haalt men meer dan 7 punten en heeft men op basis van (de ernst van) zijn handicap recht op een integratietegemoetkoming of een inkomensvervangende tegemoetkoming dan vult men de betreffende schermen in (zie 2.2.17). Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 27 2.2.14. FOREM – attest arbeidsbeperking Net als de arbeidsgeneeskundige dienst van VDAB, Actiris en ADG, kan ook ‘le service public Wallon de l’emploi et de la formation professionelle’, beter bekend als de FOREM, een uitspraak doen over de arbeidsongeschiktheid. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 28 2.2.15. Gesp. arbeidsonderzoeksdienst GA – attest arbeidsbeperking Wanneer de GA (d.i. de arbeidsonderzoeksdienst van GTB) een uitspraak gedaan heeft over de indicatie van arbeidsbeperking bij de klant, worden de gegevens in het scherm ‘indicatie door de VDAB erkende gespecialiseerde onderzoeksdienst GA’ ingevoerd. Meestal zal de GA als resultaat van het onderzoek meer dan enkel een code hebben. Deze vult u in binnen het vrije tekstveld ‘aanduiding beperking/problematiek’. Het kan hier gaan om bijkomende gegevens die nodig zijn in het kader van verdere begeleiding en/of het aanvragen van een BTOM. Een verslag arbeidzorg geldt als indicatie. Een verslag voor maatwerk is indicatie en recht. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 29 2.2.16. Integratietegemoetkoming als PmAH Iemand heeft recht op een integratietegemoetkoming als hij door verminderde zelfredzaamheid bijkomende kosten heeft om zich te integreren. De aanvraag voor integratietegemoetkoming kan men doen zonder een aanvraag voor een inkomensvervangende tegemoetkoming te doen. Ook hier gaat het om het recht op, los van de bijkomende voorwaarden die het bedrag en de grootte ervan bepalen. De verminderde zelfredzaamheid moet minstens 7 punten op de zelfredzaamheidschaal voor volwassenen bedragen, alvorens men recht heeft op deze tegemoetkoming van de FOD Sociale Zekerheid. Scoort men lager, dan heeft men enkel recht op fiscale en sociale voordelen (zie 2.2.14.). Hoe slechter men functioneert, hoe meer punten men behaalt, hoe hoger de categorie van tegemoetkoming. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 30 2.2.17. Inkomensvervangende tegemoetkoming als PmAH Heeft iemand vanuit zijn handicap recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming dan vult u dit gegeven hier in, ongeacht of de persoon ook effectief een bedrag ontvangt. Er zijn immers nog andere voorwaarden (leeftijd, nationaliteit, verblijfplaats, inkomsten, categorie) die het effectief uitbetalen én de hoogte van het bedrag bepalen. Recht hebben op een inkomensvervangende tegemoetkoming vanuit de handicap wil zeggen dat de FOD Sociale Zekerheid geoordeeld heeft na onderzoek van het aanvraagdossier dat de persoon omwille van zijn handicap minder dan een derde kan verdienen van wat een persoon zonder handicap op de algemene arbeidsmarkt verdient. De aanvraag voor een inkomensvervangende tegemoetkoming geldt ook als aanvraag voor een integratietegemoetkoming. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 31 2.2.18. Invaliditeitsuitkering i.h. kader v.d. ZIV Wanneer iemand een invaliditeitsuitkering ontvangt in het kader van de ZIV vult u de onderstaande indicatie in. Let erop dat het hier wel degelijk om een invaliditeitsuitkering gaat en niet om een ziekte-uitkering (zie boven). Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 32 2.2.19. Multiple problematieken Een persoon heeft een indicatie multipele problematieken als zij/hij op minstens 8 van de 43 ICF-categorieën een ‘licht of ernstig probleem’ scoort waarbij minstens 3 van deze problemen zich situeren binnen de cluster ‘arbeidsmatige zelfredzaamheid’. De overige 5 categorieën zijn niet verder gespecifieerd. De cluster ‘arbeidsmatige zelfredzaamheid’ (deze cluster verwijst naar iemands probleemoplossende en mentale vermogens) bevat onderstaande categorieën: - psychische stabiliteit (ICF 3) vertrouwen (ICF 4) aandacht (ICF 9) tijdmanagement (ICF 10) cognitieve flexibiliteit (ICF 11) ontwikkelen van vaardigheden (ICF 15) oplossen van problemen (ICF 18) besluiten nemen (ICF 19) omgaan met stress (ICF 20) copingstijl (ICF 38) werktempo (ICF 43) Opmerking: Dit is de enige indicatie van de lijst die niet tot de indicatie arbeidshandicap behoort maar een afzonderlijke indicatie is. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 33 2.2.20. Rechtbank - attest Beschikt de klant over een schriftelijke uitspraak van een rechtbank inzake een nietblijvende graad van arbeidsongeschiktheid of inzake het hem toegewezen beschermingsstatuut, dan vult u deze gegevens hier in. De volgende beschermingsstatuten zijn mogelijk: verlengde minderjarigheid: voor personen met een ernstig verstandelijke handicap, ontstaan bij de geboorte of in de vroege kinderjaren. Dit statuut stelt de persoon gelijk met iemand jonger dan 15 jaar, hij blijft onder het ouderlijk gezag, hij heeft beperkte rechten en kan bepaalde handelingen niet zelfstandig verrichten (huwen, een lening aangaan, een testament maken, een huis kopen, …). In het verleden werd deze maatregel ook toegekend voor personen met wat betere verstandelijke mogelijkheden. onbekwaam verklaarde: De onbekwaam verklaarde wordt gelijkgesteld met een minderjarige wat persoon en goederen betreft en kan geen rechtshandelingen meer stellen. De maatregel geldt voor meerderjarige personen met een verstandelijke of psychische handicap. Een voorlopige bewindvoerder met dezelfde bevoegdheden als een voogd wordt aangesteld. Echtgenoten treden van rechtswege als elkaars voogd op indien één van hen onbekwaam verklaard wordt. gerechtelijk raadsman: voor personen met dementie, voor personen met een verstandelijke handicap en voor wie niet in staat is zijn goederen te beheren kan een gerechtelijk raadsman aangesteld worden. De personen worden als bekwaam beschouwd, maar worden voor geldzaken beschermd door hun raadsman, zij mogen geen leningen aangaan, geen processen voeren, geen bezittingen kopen of verkopen. voorlopige bewindvoering: de vrederechter kan de meerderjarige die (geheel, gedeeltelijk, onbepaald en/of tijdelijk) niet in staat is zijn goederen te beheren, als er nog geen wettelijke vertegenwoordiger werd aangesteld, een voorlopige bewindvoerder toewijzen. De onmogelijkheid de goederen te beheren moet het gevolg zijn van de gezondheidstoestand, zoals dementie, een psychische handicap, coma of verlamming. De voorlopige bewindvoerder heeft tot taak de goederen van de te beschermen persoon als een goede huisvader te beheren binnen de bevoegdheid die de vrederechter hem toekende. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 34 Invullen van een geldigheidsperiode is niet verplicht, zoals eerder al gemeld, doch als u toch een datum invult moet dit een bestaande datum zijn én in het aangewezen formaat. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 35 Wanneer u meerdere geldigheidsperiodes invult, zal in het overzichtsscherm de oudste ‘van’datum en de recentste ‘tot’-datum staan. Zo krijgt u snel informatie over de ‘geldigheid’ van deze indicatie. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 36 2.2.21. RVA – attest arbeidsbeperking Wanneer er in een dossier een indicatie van de RVA is, zal dit indicatiescherm automatisch ingevuld worden dankzij de elektronische uitwisseling van deze gegevens tussen RVA en VDAB. Deze gegevens kunnen niet gewijzigd worden door de gebruiker, omdat de authentieke bron behouden moet blijven. Indien dit scherm nog niet is ingevuld en de klant toch beschikt over een document waaruit blijkt dat er een bepaald percentage van arbeidsongeschiktheid is toegekend door een erkende RVA-arts, kan u zich wenden tot een collega met de rol van corrector. Op basis van de beschikbare gegevens kan deze collega dit scherm invullen. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 37 2.2.22. VAPH - erkenning Net zoals het scherm voor de indicatie van RVA is het scherm voor de indicatie ‘erkend zijn door het VAPH als een persoon met een handicap’ een scherm dat ingevuld wordt met gegevens via elektronische transfer vanuit de authentieke bron/VAPH. U kunt deze gegevens niet zelf invullen, wel opvragen via de status ‘aanvragen’. Het VAPH of het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap is de ‘nieuwe’ benaming sinds 1 april 2006 voor het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een handicap (VFSIPH), ook wel kortweg het Vlaams Fonds genoemd. De afdruk van het betreffende scherm bestaat uit twee delen. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 38 Beslissingen genomen door het VFSIPH zijn geldig voor het VAPH, tenzij anders vermeld. Zoals het VFSIPH een rechtsvoorganger is voor het VAPH, zijn het Rijksfonds voor de sociale reclassering van mindervaliden (werk en opleiding) en het Fonds’81 voor medische, sociale en pedagogische hulp (zorgsector) dit voor het VFSIPH. Dit betekent dat ook beslissingen van het Rijksfonds en van het Fonds’81 nog geldig zijn. Er zijn dus nog dergelijke oude beslissingen in omloop, zonder een recentere bevestiging ervan (door VFSIPH of VAPH), die nog steeds geldig zijn. Net zoals bij het scherm voor de indicatie van RVA hebt u ook hier de mogelijkheid om in het vrije tekstveld ‘extra informatie’ in te vullen (bv. informatie over een aanvraag nog in onderzoek bij het VAPH). Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 39 Een collega met de rol van corrector kan deze gegevens van het VAPH wel invullen of wijzigen. Maar let op: van zodra er opnieuw gegevens vanuit het VAPH elektronisch ingevoerd worden in dit scherm, worden alle door de corrector ingevulde/gewijzigde gegevens overschreven of verwijderd. Daarom dat het belangrijk is om zo weinig als mogelijk beroep te doen op deze corrector, maar de essentiële gegevens die kunnen leiden tot toekenning van een BTOM in het veld ‘extra informatie’ te zetten. Zo is ook later te achterhalen op basis van welk gedetailleerd gegeven het recht op BTOM toegekend werd. De recentste beslissingen omtrent werk zullen steeds automatisch geüpdate worden (w1= verplaatsings-of verblijfskosten gewoon onderwijs). Van de zorgbeslissingen zal de hoogst toegekende code, die automatisch de lagere bevat, automatisch ingevoegd worden. Alle ooit toegekende/besliste interventiedoelen in het kader van rechten op hulpmiddelen/aanpassingen blijven staan. Eens een beslissing doventolk of PAB blijft deze staan. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 40 De contactgegevens van het multidisciplinaire team (MDT) dat betrokken was bij de laatste aanvraag aan het VAPH wordt vermeld. Dit is niet noodzakelijk het MDT dat het laatste A002-griffoenverslag opstelde. Van de onderzoeksgegevens bij het VAPH, bekomen via een MDT, krijgt u telkens de recentste gegevens te zien. Wanneer u een negatieve IQ-waarde te zien krijgt, betekent dit dat het MDT vond dat de persoon niet testbaar was. Bij de rubriek ‘stoornissen’ staan codes die gelijkaardig doch niet identiek zijn aan de codes voor de problematieken. Deze zijn terug te vinden in de Handleiding Griffoen van het VAPH. Enkel codes en waarden zijn zichtbaar in het dossier, de verklarende uitleg ervoor bevindt zich niet in Mijn Loopbaan. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 41 2.2.23. VDAB arbeidsgeneeskundige dienst – attest arbeidsbeperking De arbeidsgeneeskundige dienst van de VDAB, actueel AristA, kan bij een vermoeden van arbeidshandicap op vraag van VDAB een onderzoek doen naar de indicatie. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 42 2.2.24. VDAB screeningsdienst – attest arbeidsbeperking Wanneer een screening gebeurde door de psychologische dienst van de VDAB en resulteerde in een indicatie van arbeidshandicap, gebruikt u het onderstaande scherm om de gegevens in te vullen. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 43 2.2.25. Verhoogde kinderbijslag als ouder met een arbeidshandicap Wanneer een persoon recht heeft op verhoogde kinderbijslag voor de kinderen omwille van de eigen handicap als ouder vult u deze indicatie van arbeidshandicap hier in. Let er op dat het omwille van de handicap is en niet omwille van arbeidsongeschiktheid. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 44 2.2.26 Ziekenfonds (adv. geneesheer) – attest arbeidsongeschiktheid Indien de adviserend geneesheer van het ziekenfonds of de ziekenkas erkend dat u meer dan 66% arbeidsongeschikt bent, ontvangt u een ziekte-uitkering. Dit gedurende maximum een jaar, de periode van primair of tijdelijke ongeschiktheid genoemd De 5 grote ziekenfondsen in België zijn: de landsbond der christelijke mutualiteiten het nationaal verbond van socialistische mutualiteiten de landsbond van liberale mutualiteiten de landsbond van de neutrale ziekenfondsen de landsbond van de onafhankelijke ziekenfondsen Andere verzekeringsinstellingen in het kader van ziekte- en invaliditeit zijn: de hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV): een openbare instelling met gewestelijke diensten de kas der geneeskundige verzorging van de NMBS: voorbehouden voor de eigen personeelsleden Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 45 2.2. Meerdere indicaties Hierboven werden alle mogelijke indicaties en –schermen besproken. Alvorens over te gaan tot het vragen van een recht, toch u er even attent op maken dat u eenzelfde indicatie meermaals kan toevoegen. Wees er zeker van als u dat doet, dat wel degelijk uw bedoeling is en dat het niet om een onoplettendheid gaat. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 46 3. Aanvraag van rechten Wanneer u op vraag van de klant en samen met de klant een recht wil aanvragen, moet u in het dossier binnen de rubriek arbeidshandicap naar het tabblad ‘rechten’. Daar vindt u de verschillende mogelijkheden van rechten terug. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 47 Na aanklikken van ‘aanvraag rechten’ onderaan het scherm, vinkt u de rechten aan die u (actueel) wil aanvragen. Opgelet! De aangeduide rechten moeten steeds besproken worden met de klant. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 48 U klikt de toets ‘aanvraag rechten ‘ aan. U ziet op het scherm dat de aanvraag aangevinkt blijft staan en in de status ‘niet onderzocht ‘ komt. De datum van laatste aanvraag staat ook vermeld. De bij ‘extra informatie’ ingevulde gegevens staan ook zichtbaar. Een mail met de vraag voor het recht vertrekt automatisch naar de Dienst Arbeidsbeperking (DABP) van uw provincie. Vergeet niet het origineel document van de aanvraag recht en uw adviesverslag nog zelf aan de DABP te bezorgen. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 49 De DABP opent het dossier van de betreffende klant op het tabblad ‘rechten’. Ziet de rechten die aangevraagd moeten worden en nog niet onderzocht zijn, alsook de ‘extra informatie’ en de datum van laatste aanvraag. De DABP dubbelklikt in de blauwe tekst op het aangevraagde recht dat hij wil onderzoeken. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 50 De DABP past de status aan, vult de geldigheid in en de basis van de beslissing. Is het recht gebaseerd op een w2 of w3 beslissing van het VAPH, dan wordt dit aldus aangeduid. Anders wordt één van de andere opties genomen, namelijk: ‘lijst van rechten tot BTOM’, Multielementen-advies (of screening o.b.v. ICF) of GA. Gaat het om een voorwaardelijk recht, dan wordt dit in het veld ‘voorwaarde ‘ ingevuld dat dan mee geprint wordt op de beslissing. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 51 Na bewaren van de ingevulde gegevens, staat de aanvraag in de status ‘toegekend’ en de basis waarop het recht toegekend is. De DABP kan vervolgens ofwel deze beslissing al printen ofwel de andere aanvraag tevens onderzoeken om voor beide aanvragen 1 document te printen. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 52 De aanvraag voor VOP wordt bv. geweigerd en de motivatie voor deze weigering wordt verplicht ingevuld in het veld ‘motivatie beslissing’, dat mee afgeprint wordt op de beslissing. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 53 Na het bewaren van de gegevens staat ook de reden van weigering in het overzicht. Omdat alle aanvragen onderzocht zijn, beslist de DABP om de beslissing te printen ter verzending. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 54 Onderaan het scherm ziet de DABP in het groen welke acties gebeuren als hij op ‘bevestig’ klikt. De PDF wordt klaar gezet om te printen, een mail gaat naar de aanvrager en zijn begeleider. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 55 Het bericht wordt gegeven dat de e-mail verstuurd is na klikken op ‘bevestig’. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 56 De PDF van de beslissing wordt getoond op scherm. Het recht op en de weigering met de reden staan in 1 document. Uitleg over de verdere procedure wordt gegeven. De DABP kan de beslissing afdrukken. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 57 De beslissing kan ook later steeds geprint worden. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 58 4. Premies De aanvraag om een toegekend recht effectief te gebruiken, gebeurde vroeger via het tabblad ‘premies’. Actueel wordt er (meestal) een aanvraag gedaan via de website http://www.vdab.be/arbeidshandicap/default.shtml: Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 59 4.1. Een vraag tot effectieve tegemoetkoming in arbeidsgereedschap Een vraag tot effectieve tegemoetkoming in arbeidsgereedschap ziet er als volgt uit. En via de website http://www.vdab.be/pmab/aanvragenWeb.htm?entryPoint=AanvragenAG-Web-Individu: Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 60 4.2. Een aanvraag tot VOP Een vraag voor VOP zo: Of via de website http://www.vdab.be/pmab/aanvragenWeb.htm?entryPoint=AanvragenVOPWeb-Werkgever: Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 61 In het tweede deel van dit scherm staat de standaardregeling uitgelegd en de voorwaarden voor tegemoetkoming in het kader van de VOP. Vervolgens moeten deze aanvragen beslist worden door de DABP, al dan niet via een bezoek op de werkplek. In een volgend stadium kan overgegaan worden door de DABP tot de betaling. Handleiding indicatieschermen Mijn Loopbaan – versie mei 2015 62