Ruimte voor velen Woord- en Communievieringen Torentjeshoef zaterdag 19 april 2008, 19.00 uur St.Caeciliakerk zondag 20 april 2008, 9.30 uur Welkom Lied Hier wordt een huis voor God gebouwd waar mensen samenkomen en waar Hij zelf aanwezig is om onder ons te wonen. Hier wordt een boek opengelegd en klinken goede woorden van God die van de mensen houdt en die naar ons wil horen. Hier wordt een tafel aangericht om Jezus te gedenken, die voor ons leven en geluk zich weg heeft willen schenken. Hier delen wij het levensbrood en worden nieuwe mensen: de aarde wordt een vredeshuis, vervuld van oude wensen. Gebed om vergeving Worden wij aan het begin van deze viering stil en bidden wij om Gods nabijheid... Heer, die niemand uitsluit en voor alle mensen een Vader wilt zijn, ontferm U over ons Heer, ontferm U over ons. Christus, die ons een nieuwe levenswandel voorleeft, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. Heer, die ons oproept om in uw voetspoor te treden, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. Moge de goede en barmhartige God onze zwakheid vergeven en ons de kracht geven zó te leven dat onze aarde een thuis wordt voor Hem, vandaag en alle dagen. Amen. Eerste lezing (1 Petrus, 2,4-9) Dierbaren, treedt toe tot de Heer, de levende steen, door de mensen verworpen, maar uitverkoren en kostbaar in het oog van God. Laat ook uzelf als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Draagt als een heilig priesterschap geestelijke offers op, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: “Ik leg in Sion een steen, een uitverkoren, kostbare hoeksteen. En wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld”. Kostbaar, dat geldt voor u die gelooft. Maar voor de ongelovigen geldt: “De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden,” maar ook “een steen waaraan zij zich stoten, een rots waarover zij struikelen.” Zij stoten zich omdat zij het woord weigeren te gehoorzamen; en daartoe waren zij ook bestemd. Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht. Tussenzang Waar liefde mensen samenvoegt, worden stenen een paleis, de kille straat een lentetuin, de hel een paradijs. Een land van licht en zonneschijn, een haard waar men zich warmt: een overvolle beker wijn, een mens die je omarmt. De deur roept je een welkom toe, een stoel staat voor je klaar; de tafel is gastvrij gedekt, een heerlijk avondmaal. Een land van licht en zonneschijn, een haard waar men zich warmt: een overvolle beker wijn, een mens die je omarmt. Evangelie (Johannes 14,1-12) Na het weggaan van Judas tijdens het Laatste Avondmaal houdt Jezus een toespraak om zijn leerlingen gerust te stellen. Het is een rede waarin Jezus hen uitnodigt om mee te denken. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers: zou ik anders gezegd hebben dat ol een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.” Toen zei Tomas: “Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?” Jezus zei: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.” Daarop zei Filippus: “Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.” Jezus zei: “Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Warachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader.” Zo spreekt de Heer. U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie, o Vader, o Zoon, O Heilige Geest, in alle eeuwen de eeuwen. Overweging - stilte Geloofsbelijdenis Ik geloof dat ik nooit alleen ben: God is bij mij, Hij is mijn Vader. Hij heeft alles geschapen, ook mij. Ik geloof dat God deze wereld in zijn handen houdt. Hij heeft Zijn Zoon Jezus Christus op aarde gezonden. Ik geloof dat Hij de Zoon van God is. Hij werd aan het kruis geslagen en ging door de dood om ons te bevrijden van zonde en schuld. Hij is opgestaan: Hij is mijn broeder. Ik geloof dat ik ook onder de mensen niet alleen ben: om mij heen is de gemeenschap van de kerk. In alle landen van de wereld en onder alle mensen leeft God die de mensen liefheeft. Voorbeden Eeuwige God, geef ons uw barmhartigheid want wij vertrouwen op U. Gij God van mildheid en erbarmen, Wij bidden U voor alle mensen die achtergesteld worden. Geef hen deel aan het recht en de gerechtigheid die Gij liefhebt. Laat ons bidden: Heer, onze God, wij bidden U: verhoor ons. Gij God van mildheid en erbarmen, wij bidden U voor alle mensen die zich als levende stenen voegen in de bouw van de geestelijke tempel. Geef hen deel aan uw mildheid die de aarde vervult. Laat ons bidden: Heer, onze God, wij bidden U: verhoor ons. Gij God van mildheid en erbarmen, wij bidden U voor alle mensen die ruimte verlangen in de vele verblijven van uw woning. Geef hen deel aan de overvloed van uw liefde en trouw Laat ons bidden: Heer, onze God, wij bidden U: verhoor ons. (eigen intenties) Laat ons bidden: Heer, onze God, wij bidden U: verhoor ons. Eeuwige God, bewaak ons die uw dienaars zijn en vertrouwen op uw gunst. Amen. Collecte en klaarmaken van de tafel Lied De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia. Nu breekt de nieuwe lente aan, alleluia. Want Jezus onze Koning groot, alleluia, verrees in glorie van de dood, alleluia. Gij die de Vorst van vrede zijt, alleluia, de schepping is om U verblijd, allelua. De morgen van de eerste dag, alleluia, zijt Gij verrezen uit uw graf, alleluia. De Heer herwon zijn heerschappij, alleluia. Hij maakt’ ons in zijn liefde vrij, alleluia. Hij roept ons naar zijn paradijs, alleluia, zijn Woord en Brood zijn onze spijs, alleluia. Communiegebed God, onze Vader, uw Zoon Jezus is de weg, de waarheid en het leven. Hij leerde ons uw liefde kennen door dienstbaar te zijn aan alle mensen. Hem willen we vol dankbaarheid gedenken, Hij die zieken genas en hongerigen te eten gaf, die zondaars vergaf en twijfelaars de weg wees, die zich vernederde door de voeten van zijn leerlingen te wassen en op het einde zelfs zijn eigen leven gaf. Hij zette zijn volgelingen op het spoor van dienstbaarheid voor elkaar en zorg voor de zwaksten. Wij gedenken Hem door brood te delen, zoals Hij eens brood deelde met zijn vrienden als teken van zijn eigen lichaam, als teken van zijn liefde en overgave. Wij vragen U: moge dit brood ook ons de kracht geven zijn spoor van dienstbaarheid te volgen in gemeenschap met apostelen, diakenen en alle gelovigen. Dat vragen wij U door Jezus, de weg naar U tot in eeuwigheid. Amen. En wij bidden met de woorden die Jezus ons gegeven heeft: Onze Vader die in de Hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de Heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. Vredesgebed Heer Jezus Christus, Gij zijt het fundament waarop uw kerk gebouwd is. Gij houdt ons als levende stenen bijeen. Wij vragen U: geef ons de kracht om daden te stellen, die vrede nabij brengen. Fluister ons woorden in, die eenheid en harmonie oproepen. En geven wij elkaar nu ook een teken van die vrede. Uitnodiging tot de communie De Heer heeft gezegd: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Komt en volgt Mij.” Wij moeten zijn wegen gaan, ook al zijn ze moeilijk begaanbaar. De Heer komt ons echter tegemoet en geeft ons voedsel voor onderweg. Hij reikt ons zijn Brood aan als leeftocht. Eet dan van het Brood dat ons sterkt: het Lichaam van Christus. Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek, en ik zal gezond worden. Lied Christus die verrezen is, doet ons samenkomen; ’t maal van zijn gedachtenis wordt hier blij hernomen. Broeders, vrij en opgericht, alleluia heft uw ogen, alleluia, naar den hoge, heft uw ogen naar het licht. Christus brak de slavernij, brak de donk’re dagen. Rijzend uit zijn graf heeft Hij Adams dood verslagen. Broeders, vrij en opgericht, alleluia heft uw ogen, alleluia, naar den hoge, heft uw ogen naar het licht. Christus die verrezen is, straalt van eeuwig leven; ’t maal van zijn gedachtenis zal dat ons ook geven. Broeders, vrij en opgericht, alleluia heft uw ogen, alleluia, naar den hoge, heft uw ogen naar het licht. Mededelingen Slotgebed en Zegen God, onze Vader, Wij danken U voor dit samenzijn. De woorden die wij hoorden en het Brood dat wij deelden, hebben ons opnieuw de weg gewezen naar dienstbaarheid en liefde voor elkaar. Help ons om deze weg ten leven vast te houden. Dat vragen wij U door Jezus, de weg naar U tot in eeuwigheid. Laten wij gaan met de zegen van God. Mag die ons kracht geven om de weg van Jezus te gaan en zijn liefde door te geven. † In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Slotlied Zingt voor de Heer van liefde en trouw, die onder ons verblijven wou. Zingt als het gras, dat dankt voor dauw, alleluja, alleluja. Zingt voor het heilig hemels brood, dat ons versterkt in alle nood, dat ons doet leven na de dood, alleluja, alleluja. Zingt voor de liefde, die ons bindt, die in ons hoofd haar woning vindt, die in ons hart haar rijk begint, alleluja, alleluja. Zingt voor het heil dat komen gaat, zingt voor de deur die open staat, zingt voor de God die zingen laat, alleluja, alleluja.