Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 Datum: 24 juli 2009 Inhoud nieuwsbrief: Termijn voorwas gesloten PGB experiment verloopt per 1 januari 2010 Voorgenomen wijzigingen polisjaar 2010 Geïndexeerde eigen bijdragen 2010 Wijzigingen regeling zorgverzekering 2010 Beste contactpersoon, In deze nieuwsbrief wordt allereerst aandacht besteed aan het verlopen van het experiment PGB in de Zvw. Daarnaast komen de voorgenomen wetswijzigingen voor 2010 aan de orde. Voorwas en hoofdwas Inmiddels is de datum van 1 juli verstreken. Dat betekent dat zorgverzekeraars geen modelovereenkomsten voor de voorwas meer kunnen aanleveren. De zorgverzekeraars hebben nu de mogelijkheid om de modelovereenkomsten voor de hoofdwas aan te bieden. Voor de brochure met de aanleverrichtlijnen voor de modelovereenkomsten verwijzen wij nogmaals naar de website van de NZa. PGB-experiment Zvw In het Algemeen Overleg van 2 juli 2009 is het PGB-experiment in de Zvw besproken. De Minister heeft aangegeven het experiment in de huidige vorm niet te willen voortzetten. De Minister heeft toegezegd met ZN en Per Saldo te overleggen. In ieder geval vervalt het PGB in de Zvw (artikel 14a Zvw) met ingang van 1 januari 2010. Dit betekent voor de zorgverzekeraars dat de artikelen met betrekking tot het PGB uit de modelovereenkomsten en reglementen moeten worden verwijderd. De NZa wil de zorgverzekeraars er nog op wijzen om verzekerden die gebruik maken van een PGB in de Zvw tijdig te wijzen op het verlopen van dit experiment. Voorgenomen wetswijzigingen voor polisjaar 2010 Net als voorgaande jaren heeft de Minister ons geïnformeerd over de wijzigingen voor het komende jaar. De voorgenomen wijzigingen van de Zvw hebben betrekking op de volgende onderwerpen: 1. wijzigingen vanuit het Pakketadvies 2009 van het CVZ; 2. het wegnemen van onduidelijkheden en aanpassing in verband met medische ontwikkelingen met betrekking tot de op grond van de Zvw te verzekeren prestatie in-vitrofertilisatiepoging; 3. het regelen dat transplantatie buiten de landen van de Europese Unie en van de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van de te verzekeren prestaties worden uitgesloten, tenzij de verzekerde kan aantonen dat het een donatie betreft van een bloedverwant, echtgenoot of geregistreerd partner; 4. het helder formuleren dat verloskundige zorg en kraamzorg buiten het verplicht eigen risico vallen; 5. geïndexeerde eigen bijdragen en maximumvergoedingen 2010; 6. overige wijzigingen Regeling zorgverzekering met ingang van 1 januari 2010; 1 Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 De volgende wijziging staat ook op stapel, maar wordt in ieder geval niet met ingang van 1 januari 2010 ingevoerd: 7. het regelen van zorg bij stoppen-met-rokenprogramma als onderdeel van de te verzekeren Zvw-prestaties. De eerste zes wijzigingen worden hieronder nader toegelicht. Ad 1. Wijzigingen vanuit Pakketadvies 2009 CVZ In- en uitstroomadviezen De gemaximeerde vergoeding voor haarwerken wordt per 1 januari 2010 verhoogd. Na trendmatige aanpassing van het voorgestelde bedrag € 374,00 wordt dit € 383,00. Het Mandibulair repositie apparaat (MRA) voldoet aan de pakketcriteria en wordt per 1 januari 2010 opgenomen in de Regeling zorgverzekering als onderdeel van de functiegerichte omschrijving van hulpmiddelen voor het ademhalingsstelsel. Het geneesmiddel acetylcysteïne wordt met ingang van 1 januari 2010 niet meer vergoed. Functiegerichte omschrijving hulpmiddelenzorg Het streven is om de hulpmiddelenzorg in 2011 zo volledig mogelijk te hebben gebaseerd op het opheffen of verminderen van een functioneringsprobleem. Het Pakketadvies 2009 bevat voorstellen om twee hulpmiddelcategorieën op basis van dit principe te omschrijven. - Uitwendige hulpmiddelen ter volledige of gedeeltelijke vervanging van onderdelen van het menselijk lichaam Deze omschrijving vervangt de productgebonden aanspraak op schouder-, arm-, hand-, voet-, mamma-, gelaat-, stem- en oogprothesen alsmede pruiken. - Uitwendige hulpmiddelen voor het geheel of gedeeltelijk opheffen van de gevolgen van functiestoornissen in het ademhalingsstelsel. Deze omschrijving vervangt de besloten aanspraak op onder andere vernevelaars, tracheacanules, zuurstofapparatuur, CPAP-apparatuur, longvibrators etc. Door deze omschrijving zullen “losse voorzetkamers” (bedoeld om vernevelde geneesmiddelen te kunnen inademen) en het Mandibulair Repositie apparaat (MRA) en hypertoon zout eveneens tot de aanspraak gaan behoren. Hulpmiddelen die uitsluitend worden toegepast ter vermindering van snurken, blijven van aanspraak uitgesloten. Onlangs heeft het CVZ een standpunt ingenomen over het vernevelen van hypertoon zout bij Cystische Fibrose (CF). Als hypertoon zout gecertificeerd is als medisch hulpmiddel – zoals dat het geval is bij MucoClear 6% NaCl – valt het onder de door het CVZ in het Pakketadvies 2009 voorgestelde functiegerichte omschrijving van hulpmiddelen voor het ademhalingsstelsel. De Minister heeft dit standpunt in zijn wijzigingsbesluit overgenomen. De nieuwe omschrijving van de aanspraak wordt per 1 januari 2010 van kracht. Zie hiervoor de wijzigingen in de Regeling zorgverzekering. Ad 2. Nadere definiëring IVF-poging Per 1 januari 2010 zullen in het Besluit zorgverzekering de begrippen ‘poging’ en ‘doorgaande’ zwangerschap nader worden gedefinieerd, om een aantal 2 Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 knelpunten in de uitvoeringspraktijk weg te nemen, zodat de te verzekeren prestatie aansluit op de huidige medische praktijk. In zijn Pakketadvies 2009, heeft het CVZ geadviseerd de definitie voor “invitrofertilisatiepoging” in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van het Bzv alsmede de uitsluiting van de vierde en volgende pogingen per te realiseren zwangerschap in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 3º, van het Bvz aan te passen. Dit advies is overgenomen. Het woord “en” is in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, komen te vervallen om de verwarring weg te nemen dat een “in-vitrofertilisatiepoging” alleen meetelt voor het aantal van maximaal drie pogingen indien alle in die bepaling genoemde onderdelen door de verzekerde zijn afgenomen. Artikel 2.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 3º, van het Bzv, is aangepast teneinde duidelijk te regelen wanneer een poging als een poging telt en wanneer er dus sprake is geweest van drie pogingen. Daarbij is tevens rekening gehouden met de medische ontwikkeling die gericht is op zo laag mogelijke dosering hormonale stimulatie. Een poging gaat pas als een poging tellen indien er een geslaagde follikelpunctie (het verkrijgen van rijpe eicellen) heeft plaatsgevonden. Alleen pogingen die daarna zijn afgebroken tellen mee voor het aantal pogingen De terugplaatsing van de/alle bij een poging verkregen embryo's (al dan niet tussentijds gecryopreserveerd) maakt deel uit van de poging waarmee de embryo's verkregen zijn. Verder is de tekst aangepast omdat de oude tekst niet duidelijk maakte wanneer er sprake was van een gerealiseerde zwangerschap. Dat is nu verduidelijkt door aan te geven wanneer er geen sprake is van een doorgaande zwangerschap in de zin van de te verzekeren prestaties op grond van de Zorgverzekeringswet. Van belang hierbij is dat onderzoek heeft bevestigd dat de uitkomstmaat doorgaande zwangerschap (clinical pregnancy) een valide maat is om het succespercentage van in-vitrofertilisatie behandeling te bepalen. Een doorgaande zwangerschap is te definiëren als een levend embryo van ten minste 12 weken zwangerschapsduur vanaf de laatste menstruatie bij een fysiologische zwangerschap. Voor de zwangerschapsduur bij IVF betekent dat 10 weken na het moment van follikelpunctie. De bevruchting van de eicel vindt direct aansluitend aan de punctie plaats. Bij cryo-embryo’s geldt niet de punctie, maar het tijdstip van implantatie als beginpunt van de telling voor het begrip doorgaande zwangerschap en daarmee wordt de telperiode enige dagen korter. Indien drie pogingen niet hebben geleid tot een zwangerschap van minimaal 10 weken te rekenen vanaf het moment van de follikelpunctie, dan is er geen recht meer op een vierde of volgende poging. Een nieuwe poging na een doorgaande zwangerschap – spontaan of na in-vitrofertilisatie - geldt als een eerste poging. Omdat conform het advies van het CVZ in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 3º, van het Bzv, gesproken wordt van “follikelpunctie” en niet meer van het afnemen van eicellen, is de in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van het Bzv, gehanteerde definitie daarmee in overeenstemming gebracht. Wijzigingen: Artikel 1, onderdeel e Bzv, wordt gewijzigd als volgt: 1. De komma’s worden telkens vervangen door puntkomma’s. 2. In subonderdeel 2º wordt “het afnemen van eicellen” vervangen door: de follikelpunctie. 3. Aan het slot van subonderdeel 3º vervalt het woord: en. Artikel 2.4 Bzv wordt gewijzigd als volgt: 3 Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 2. Het eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 3º, komt te luiden: 3º. de vierde of volgende in-vitrofertilisatiepoging per te realiseren zwangerschap, nadat drie pogingen zijn geëindigd tussen het moment dat een follikelpunctie is geslaagd en het moment dat er sprake is van een doorgaande zwangerschap van tien weken te rekenen vanaf het moment van de follikelpunctie en indien de implantatie van gecryopreserveerde embryo’s niet heeft geleid tot een doorgaande zwangerschap van negen weken en drie dagen te rekenen vanaf de implantatie;. Ad 3. Transplantaties van weefsels en organen buiten Nederland Artikel 2.4, eerste lid, onderdeel c, van het Bzv is om twee redenen gewijzigd. In de eerste plaats is artikel 2.4, eerste lid, onderdeel c, gewijzigd om de regelgeving zodanig aan te vullen dat de zorgverzekeraar in die gevallen dat ernstig twijfel bestaat over de ethische aanvaardbaarheid van een transplantatie de vergoeding voor rekening van de zorgverzekering moet weigeren. Aanleiding voor deze toezegging waren de problemen waarmee zorgverzekeraars werden geconfronteerd in geval van declaraties van niertransplantaties buiten Nederland waarbij er sprake was van het afstaan van een nier door een levende donor tegen betaling. Een dergelijke vergoeding verzet zich tegen de ethische en wettelijke normen in Nederland dat een orgaan om niet wordt afgestaan. Zorgverzekeraars Nederland heeft daarom aangegeven het wenselijk te achten dat geregeld zou worden dat transplantaties buiten de landen van de Europese Unie en van de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van de te verzekeren prestaties zouden worden uitgesloten, tenzij de verzekerde kan aantonen dat het een donatie betreft van een bloedverwant, echtgenoot of geregistreerde partner. In dat geval zal er geen sprake zijn van extra financiële compensatie, zo is de redenering. Deze aanbeveling van Zorgverzekeraars Nederland is gevolgd. Wat betreft de bloedverwantschap is gekozen voor bloedverwanten in de eerste, tweede of derde graad. Deze regeling laat de bepalingen met betrekking tot de hoogte van de vergoeding, te weten artikel 13 van de Zvw en artikel 2.2, tweede lid, van het Bzv, onverlet. In de tweede plaats is de limitatieve opsomming van transplantaties van weefsels en organen achterhaald gebleken. Zo worden geïsoleerde pancreastransplantaties voor rekening van de zorgverzekering verricht, terwijl deze niet afzonderlijk in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel c, zijn genoemd. Deze transplantaties voldoen echter wel aan het criterium van artikel 2.2, de stand van de wetenschap en praktijk. De limitatieve opsomming is vervallen. Wijzigingen Artikel 2.4 Bzv wordt gewijzigd als volgt: Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: c. transplantaties van weefsels en organen slechts tot de zorg behoren indien de transplantatie is verricht in een lidstaat van de Europese Unie, in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in een andere staat indien de donor woonachtig is in die staat en de echtgenoot, de geregistreerde partner of een bloedverwant in de eerste, tweede of derde graad van de verzekerde is. Ad 4. Verloskundige zorg en kraamzorg De kosten van verloskundige en kraamzorg vallen niet onder het verplichte eigen risico. Dit is dezelfde uitzondering als voorheen bij de no-claimteruggave op grond van de Ziekenfondswet en later op grond van de Zvw gold. Bij de invoering van de Zvw is bij de formulering van de tekst voor deze uitzondering, 4 Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 in plaats van de woorden “verloskundige zorg en kraamzorg” gekozen voor een formulering die aansloot bij de omschrijvingen van paragraaf 1 van hoofdstuk 2 van het Bzv. De term “kosten in verband met zwangerschap, bevalling en kraamzorg” leidt in de praktijk tot verwarring of daaronder meer zou vallen dan voorheen. Dat is niet het geval. Het gaat om de directe kosten voor verloskundige zorg en voor kraamzorg, zoals ook duidelijk blijkt uit de nota van toelichting op het Bzv. Onder de directe kosten behoren kosten zoals bijvoorbeeld de kosten van echoscopisch onderzoek uitgevoerd door de verloskundige en niet de kosten van zorg die onder andere te verzekerde prestaties vallen zoals bijvoorbeeld de kosten van geneesmiddelen, bloedonderzoeken, vlokkentesten of ziekenvervoer. Om de verwarring weg te nemen is artikel 2.17 van het Bzv aangepast. Wijzigingen Artikel 2.17 Bzv wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt “indien deze verband houden met” vervangen door: betreffen. 2. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. verloskundige zorg en kraamzorg. Ad 5. Geïndexeerde eigen bijdragen en maximum vergoedingen 2010 De in de Regeling zorgverzekering genoemde vergoedingslimieten en eigen bijdragen van verzekerden worden jaarlijks trendmatig aangepast. Het betreft de kraamzorg, de hulpmiddelenzorg en het ziekenvervoer. Deze bijdragen voor 2010 worden als volgt aangepast. Kraamzorg Uitgaande van de onafgeronde bedragen voor 2009 leidt de aanpassing voor 2010 tot de volgende bedragen: Artikel 2.37, eerste lid, € 3,82 x 1,0204 = € 3,90 afgerond op tien eurocenten is dat € 3,90; Artikel 2.37, tweede lid, € 15,17 x 1,0204 = € 15,48 afgerond op 50 eurocenten is dat € 15,50; € 108,12 x 1,0204 = € 110,33 afgerond op 50 eurocenten is dat € 110,50. Ziekenvervoer Uitgaande van de onafgeronde bedragen voor 2009 leidt de aanpassing voor 2010 tot de volgende bedragen: Artikel 2.38, eerste lid, € 0,2802 x 0,9034 = € 0,2531 afgerond op eurocenten is dat € 0,25; Artikel 2.38, tweede lid, € 89,40 x 1,0204 = € 91,23 afgerond op hele euro’s is dat € 91,00. Hulpmiddelen Hulpmiddel Orthopedische en allergeenvrije* schoenen (eigen bijdrage) Medisch geïndiceerde contactlenzen Hoortoestellen** Leeftijd of Bedrag 2009 GebruiksAfgerond Termijn < 16 jaar 68,00 > 16 jaar 136,00 < 1 jaar 102,50 > 1 jaar 51,20 < 6 jaar 496,50 6-7 jaar 587,50 > 7 jaar 678,00 5 Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 Uitvoering in brilmontuur** Haarwerken*** Verbandschoenen Allergeenvrije schoenen* < 16 jaar > 16 jaar * * * 64,00 383,00 142,50 185,00 253,00 321,00 Voor allergeenvrije schoenen gelden twee vormen van bijdragen; ** ** de nominale besparingsbijdrage en; een bijdrage die de verzekerde verschuldigd is als de aanschaffingskosten van de schoenen hoger zijn dan het in artikel 2.23, derde lid, onderdeel a en onderdeel b, van de Regeling zorgverzekering genoemde bedragen. Doordat twee bijdragensystematieken tegelijkertijd worden toegepast, komt ongeacht de leeftijd van de verzekerde maximaal een vast bedrag voor rekening van de Zorgverzekeringswet (dit vaste bedrag is het verschil tussen de vergoedingslimiet en de nominale bijdrage). Om te voorkomen dat de vergoeding voor schoenen aan verzekerden jonger dan 16 jaar en vanaf 16 jaar uit elkaar gaan lopen, wordt alleen het bedrag dat maximaal voor rekening van de verzekering komt, verhoogd met het daarvoor geldende indexcijfer. In 2010 bedraagt dit maximaal ten laste van de verzekering komende bedrag € 185,00 (180,64 x 1,024 afgerond op halve euro's). De in artikel 2.23, derde lid, onderdeel a en onderdeel b, van de Regeling opgenomen bedragen waarboven de verzekerde zelf voor de schoenen moet betalen, zijn verkregen door de nominale bijdrage te verhogen met het maximaal ten laste van de verzekering komende bedrag. Voor verzekerden van 16 jaar of ouder wordt dit bedrag voor 2010 vastgesteld op € 321,00 (namelijk € 185,00 + € 136,00 ) en voor verzekerden jonger dan 16 jaar geldt een bedrag van € 253,00 (namelijk € 185,00 + € 68,00). Hoortoestellen De drie vergoedingslimieten voor de hoortoestellen worden alle drie met hetzelfde absolute bedrag aangepast, te weten de prijsstijging van de laagste vergoedingslimiet. Als er sprake is van een hoortoestel in cros-, bicros- of een beengeleideruitvoering, opgenomen in een brilmontuur, wordt het bedrag van de van toepassing zijnde vergoedingslimiet verhoogd met € 64,00 (artikel 2.14, zesde lid, van de Regeling). Haarwerken het Pakketadvies 2009 heeft het CVZ geadviseerd de maximum vergoeding voor haarwerken als bedoeld in het eerste lid van artikel 2.18 te verhogen. De minister heeft dit advies overgenomen en zodoende bedraagt het onafgeronde bedrag voor 2009 € 373,80. Indien de aanschaffingskosten in 2010 hoger zijn dan € 383,00, betaalt de verzekerde een bijdrage ter grootte van het verschil tussen de aanschaffingskosten en dat bedrag. Ad 6. Wijzigingen Regeling zorgverzekering miv 1 januari 2010 De volgende artikelen in de Regeling zorgverzekering worden met ingang van 1 januari 2010 gewijzigd. Artikel 2.6 wordt gewijzigd; Artikel 2.8 wordt gewijzigd; Artikel 2.9 wordt gewijzigd; Artikel 2.10 vervalt; De onderdelen c, g en i van artikel 2.15, eerste lid, en de artikelen 2.18 en 2.21 vervallen; De artikelen 2.27 en 2.28 vervallen; Bijlage 2 onderdeel 12 vervalt; Bijlage 2 onderdeel 32 wordt gewijzigd; Bijlage 2 na onderdeel 58 wordt een onderdeel ingevoegd. 6 Beoordeling Modelovereenkomsten Nieuwsbrief nr. 1 polisjaar 2010 Voor de inhoudelijke wijzigingen wordt verwezen naar de bijlage. 001.PDF Correspondentie De NZa is gehuisvest aan de Newtonlaan 1-41, 3584 BX te Utrecht. Het postadres van de NZa is Postbus 3017, 3502 GA Utrecht. Onze website: www.nza.nl Met vriendelijke groet, Helma Havinga-van Faassen Beleidsmedewerker (030) 29 68 378 Marianne Pattenier Beleidsmedewerker (030) 29 68 364 Maaike Verkooijen Beleidsmedewerker (030) 29 68 377 7