GLB na 2014. Hierbij een korte samenvatting van de nieuwe informatie over het glb. Alle bedragen en of feiten die worden genoemd zijn op basis van de nu beschikbare informatie. (bron: component agro) Budgetverdeling: Als gevolg van herverdeling tussen de lidstaten daalt het budget voor Nederland voor de 1e pijler van een 900 miljoen naar circa 730 miljoen Door verplichte en vrijwillige bestemmingen blijft er in 2019 circa 460 miljoen over voor de basispremie. Denk aan vergroening, jonge boeren etc. Artikel 68 maatregelen (Investeringsregelingen) blijft in 2014. Vanaf 2015 kan dat niet meer, dan komt dit bedrag uit 2e pijler maximaal 15% (35 miljoen). Een belangrijk bedrag verschuift dus naar de 2e pijler. Nederland moet hier nog over beslissen. Gekoppelde steun (max. 10%) verwachting is dat Ned. daar niet voor kiest. (schapen en zoogkoeien, kalveren, vlas??) 2014: 12% waardedaling op de TR vanaf de eerste euro. (5000,- vrijstelling gaat eruit) 12% gaat ook af van de waarde waarover de compensatie in 2015 wordt berekend 2015: 2015 – 2018 geldt de overgangsregeling. De uitkering in deze periode is afhankelijk van de waarde van de TR in 2014. In 2015 wordt op de compensatie naast de 12%, 35% gekort vanwege de andere maatregelen. (vergroening, jonge boeren etc.) Wie komt er in aanmerking; KvK verplicht. (landbouw als hoofdactiviteit) Let op bij campings! Moet als nevenactiviteit staan. 2011 eis vervallen, wordt 2013 eis. In 2013 moet je TR hebben aangevraagd. (bedrijven die niet aan een van deze eisen voldoen kunnen beter hun TR voor 313-2014 verkopen) Uitzondering: bedrijven die nog nooit directe betalingen hebben ontvangen, maar in 2013 wel landbouwactiviteiten hebben uitgevoerd of in 2013 een van de volgende gewassen geteeld. (CA, PA, groente, fruit, sierteelt, wijnbouw. Conclusie van deze omschrijving is dat vrijwel alle bedrijven in Nederland straks voor nieuwe betalingsrechten in aanmerking komt. Bedrijfsovernames, splitsingen etc. komen in aanmerking op het recht op betalingsrechten. Leg alles goed vast op papier. Minimaal 0,3 ha (kalverhouders) Waarde betalingsrechten Waarde bij de huidige berekening in 2019: 256,-/ha basispremie. (uitgangspunt 1,8 miljoen rechten) Compensatiebedrag: in 2015: - 47% (huidige inzichten) In 2016, 2017 en 2018 in gelijke stappen afgebouwd. In 2019 wordt er geen compensatie meer uitbetaald Voorbeeld berekening compensatiebedrag; 2013: 100% minus de modulatiekorting 2014: 88% (Let op vanaf 2014 is er geen 5000,- meer vrijgesteld van korting) 2015: 53% 2016: 40% 2017: 26% 2018: 13% 2019: 0% Basispremie stijgt in 5 jaar in gelijke stappen naar 256,-/ha, is € 51,- per jaar. (zoals nu de inzichten zijn) Bij wie tellen de TR: Waarde op 15 mei 2014 is van belang. Op dit moment nog niet duidelijk bij wie ze meetellen: eigenaar of gebruiker. Vergroening: Geen vrijwillige keuze om wel of niet mee te doen Wat telt mee: alle landbouwgrond excl. Blijvend grasland en blijvende teelten. (teeltduur van 5 jaar of langer die een regelmatige oogst opleveren.) Fruit gaat hieronder vallen. 2 eisen: gewasdiversificatie op bouwland en 5% ecologisch aandachtsgebied Vergroeningseisen geldt alleen voor bedrijven die bouwland in gebruik hebben (incl. tijdelijk grasland) Gewasdiversificatie: o < 10 ha bouwland vrijgesteld o Tussen de 10 en 30 ha: 2 gewassen (grootste max. 75%) o > 30 ha: 3 gewassen: (grootste max. 75%, 2 grootste max. 95%) Wat telt als vergroening; (lijst kan nog uitgebreid worden) o Braakleggen o Landschapselementen o Bufferzones: akkerranden (geen stapeling van subsidies, zoals nu de verwachting is) o Houtwallen o Stikstofbindende gewassen o Hakhout Moet op het bouwland liggen. Landschapselementen en bufferzones mogen direct aansluitend aan het bouwland liggen. Vrijgesteld zijn: Biologische bedrijven Max. 10 ha bouwland Meer dan 75% gras wordt geteeld, restend bouwland mag max. 30 ha bedragen. Vrijstelling gewasdiversificatie: meer dan 50% is het vorige jaar niet bij de desbetreffende teler in gebruik en op ieder perceel bouwland staat een ander gewas. Nederland kan er voor kiezen dat max. 50% van de EFA-eis gezamenlijk met collega landbouwbouwers wordt ingevuld. Collectieven mogen max. uit 10 deelnemers bestaan. Misschien iets voor de studiegroepen? Alternatieven: gecertificeerde bedrijven: Nederland moet nog keuzes maken. Veldleeuwerik wordt genoemd. Hou hier nog geen rekening mee. Bij niet voldoen vanaf 2018 korting op de basispremie. Blijvend grasland eis: Nationaal areaal; referentiejaar 2012. Bij meer dan 5% daling kan er een herinzaaiplicht worden opgelegd, op basis van 2012. Huur- en verhuur grond: 2014: Voor zover nu bekend geen gevolgen, mits de verhuurder de eigen TR kan verzilveren. In 2014 kan er dus op normale wijze, via een grondgebruikersverklaring ge-verhuurd worden. Verhuur van TR in 2014 wordt ontraden. Zijn er bijzonderheden of afwijkende omstandigheden bel dan even. 2015: huurder van de grond krijgt de betalingsrechten, hij ontvangt dus meer basispremie. De huurder krijgt wel te maken met een hogere vergroeningseis. Verhuurder krijgt minder basispremie. Bij verhuur altijd afspreken dat de betalingsrechten na afloop van de periode meegaan met de grond. Het compensatiebedrag van de huurder gaat mee over naar de verhuurder. o Afspraken die je kunt maken: verhuurder ontvangt de misgelopen basispremie o Huurder ontvangt het compensatiebedrag terug wat aan de nieuwe betalingsrechten wordt gekoppeld. (per bedrijf verschillend) o Het nadeel voor de verhuurder van de hogere vergroeningseis komt terug door de premie die men voor deze ha’s ontvangt. Jonge landbouwers Maximaal 5 jaar na de eerste aanvraag van uitbetaling van betalingsrechten (BR) voor een natuurlijk persoon die voor het eerst als bedrijfshoofd op een landbouwbedrijf zich heeft gevestigd. In het eerste jaar van aanvraag mag hij/zij maximaal 40 jaar oud zijn. Op dit moment is nog niet duidelijk of het aangaan van een maatschap ook als zodanig geldt. Nederland moet nog kiezen uit de volgende keuzes; Keuze uit: 25% van de basispremie per BR over een max. aantal BR of 25% van de landelijk gemiddelde basispremie per BR over een max. BR Of: een vast bedrag per jonge landbouwer. Het max. aantal BR waarover wordt uitgekeerd mag worden ligt tussen 25 en 90 BR Let op: In de overgangsperiode 2015 tot 2019, kan er bij een percentage van de basispremie, aanzienlijk meer geld ontvangen worden door de jonge landbouwer, dan na 2019. Uiteraard afhankelijk van het compensatiebedrag wat men krijgt. Schoondijke, november 2013 Jan Moggré Agrarisch Advies Tel: 0638787855 Email: [email protected]