Downloaden van www.knooppunt.net (na registratie, gebruik de code in deze handleiding) Jaarplan AARDRIJKSKUNDE (HorizonT 4) 2ste leerjaar, 2ste graad Inhoud: Blz. 2: Jaarplan Blz. 5: Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde (ET) Blz. 6: Vakoverschrijdende eindtermen:sociale vaardigheden (VOET) 1 Schooljaar : 20… - 20… 1 u./week Leerplan : Aardrijkskunde Studierichting : ……… Leerjaar : graad… , klas(sen) ….. Periode week Leerplandoelen Eindtermen VOET School Leerkracht : Vak : AARDRIJKSKUNDE Leerinhoud HorizonT 4 (Context / nummer) 1 4.5 Themaoverschrijdend 3.1, 3.2, 10 4.6 Bevolkingsexplosie december november oktober september 1 2 4.6 Bevolkingsexplosie 3 4.6 Bevolkingsexplosie 4 4.6 Bevolkingsexplosie 1 4.6 Bevolkingsexplosie 2 4.6 Bevolkingsexplosie 3 4.7 Ecologische problemen 1 1 1, 2 2, 3 2, 4 13, 19 1 Aardrijkskunde in de actualiteit: opdracht geven 1, 2, 3, 4, 8, 15, 18 2 China: 2.1 Situering, 2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren 3, 4, 8, 15,18 2.2 Bevolkingsspreiding en fysische factoren (vervolg) 3, 7, 8, 9, 10, 15,18 6/8 2.3 Bevolking: een vlugge bevolkingsgroei 2.4 De enorme verstedelijking 2.5 Problemen bevolkingsgroei 2.6 Bevolkingspolitiek 2.7 Gevolgen van de Chinese bevolkingspolitiek Facultatief: 2.8 India demografie 3 Bevolkingsaangroei in de wereld 3.1 De bevolkingsgroei, 3.2 Aangroeicijfers wereldbevolking 3.3 Verschil in bevolkingsgroei: oorzaken gevolgen 3.4 Economische migratiestromen 4 Midden-Oosten: op zoek naar water 4.1 Kaartbeeld, 4.2 Klimaat en plantengroei, 4.3 Beschikbaarheid van drinkbaar water 4.4 Koeweit: rijk aan olie, arm aan water 4.5 Turkije: waterrijk OF 4.6 Israël op zoek naar water 5 Het amazonewoud 5.1 Het amazonewoud: kaartbeeld, 5.2 Klimaat en plantengroei 5.3 De natuur in het amazonewoud 5.4 De bossen in de wereld worden bedreigd, 5.5 Tropisch hardhout 5.6 Bosbouw mahonie: het groene goud, 5.7 De traditionele landbouw 5.8 Akkerbouw en veeteelt, 5.9 Minerale rijkdommen 5.10 Een verbroken ecologisch evenwicht, 5.11 Oplossingen 2, 3, 7, 8, 9, 10, 15,18 6/8 3, 7, 8, 15 3, 7, 8, 15, 5/13, 6/5 2, 3, 4, 7, 11, 12, 16 1 4 4.7 Ecologische problemen 1 4.7 Ecologische problemen 2 4.7 Ecologische problemen 3 4.7 Ecologische problemen 1 4.7 Ecologische problemen 2 3 1 1,2 1,2 1,2 3 2, 3, 4, 7, 11, 12, 16 2, 3, 4, 5, 7, 10, 11, 12, 16 4/2 2, 3, 4, 5, 7, 10, 11, 12, 16 2, 3, 4, 5, 7, 10, 11, 12, 16, 4/2, 5/13 3, 4, 6, 7, 10, 11, 17, 4/2 6. Ecologische problemen in Siberië (uitbreiding) Examens Examens 2 Afgewerkt januari februari maart april mei 1 2 4.8 Industriële regio’s 3 4.8 Industriële regio’s 4 4.8 Industriële regio’s 1 4.8 Industriële regio’s 2 4.8 Industriële regio’s 3 4.8 Industriële regio’s 1 4.8 Industriële regio’s 2 4.8 Industriële regio’s 3 4.9 Verstedelijking 4 4.9 Verstedelijking 1 4.9 Verstedelijking 2 4.9 Verstedelijking 3 4 1 4.9 Verstedelijking 2 4.9 Verstedelijking 1 1 1 1 4 4 2 5 1 2 2 4 1, 14, 4/2, 5/13, 6/4 3, 6, 7, 11, 15, 16, 17 3, 5, 6, 12, 14, 16, 17 4/2, 5/13, 6/5 3, 5, 6, 12, 14, 16, 17 4/2, 5/13, 6/5 5, 6, 9, 12 6/5 3, 5, 6, 12, 14, 16, 17 4/2, 5/13, 6/5 8 Industrie in Japan, China en V.S. 8.1 Lokalisatiefactoren algemeen, 8.2. De Japanse industrie 8.2. De Japanse industrie (vervolg), 8.3 De Chinese industrie 8.3 De Chinese industrie (vervolg) 8.4 De Amerikaanse industrie 9 De industrie in Afrika 9.1 Het industrieel potentieel, 9.2 De problemen voor de industrie in Afrika 3, 5, 6, 12, 14, 16, 17 6/5 1, 2, 16, 17 9.2 De problemen voor de industrie in Afrika (vervolg) 9.3 Ook successen 10 Wereldkaart van de industrie 1, 2, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 15 3, 4, 6, 7, 9, 11, 15 11 De verstedelijking in de wereld 3, 4, 6, 7, 9, 11, 15, 6/8 5, 8 4 3 7 Industriële producten uit de hele wereld 1, 2, 12, 16, 17 12. De verstedelijking in Latijns-Amerika 12.1 situering, 12.3 Groei 12.4 Stadsstructuur, 12.5 Werkgelegenheid 13 Een Amerikaanse stad: New York City (uitbreiding) 13.1 een hoge verstedelijkingsgraad, 13.2 New York City: the big apple 13.3 De geschiedenis, 13.4 Ruimtelijke delen van de stad: de stadskern 13.5 Ruimtelijke delen van de stad: de stadswijken 13.6 Ruimtelijke delen van de stad: de stadsrand 13.7 Het toeristische landschap 14. Facetkaarten vergelijken 4.10 Facetkaarten juni 1, 2 3 4 1 2 3 4 U Landenstudies 1 1, 2, 12, 16, 17 1, 2, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 15, 17, 18 14. Facetkaarten vergelijken (vervolg) 15 Landenstudie: Japan) OF 16 Landenstudie: Australië (uitbreiding) 15 Landenstudie: Japan) OF 16 Landenstudie: Australië (uitbreiding) Examens Examens Eindejaarsactiviteiten 3 Secundair onderwijs, tweede graad ASO: vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Tweede graad http://www.ond.vlaanderen.be/DVO/secundair/2degraad/aso/eindtermen/aardrijkskunde.htm Kennis De leerlingen kunnen 1. op kaarten aanduiden en benoemen: * continenten en oceanen * de belangrijkste reliëfeenheden en rivieren * de belangrijkste staten * natuurlijke en menselijke aardrijkskundige entiteiten 2. bestudeerde regio's en thema's op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. 3. aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale ruimtelijke relaties herkennen. 4. de eigenheid van regio's beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken. 5. op een eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een bestudeerde regio verklaren. 6. aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalisatie, de spreiding en de eventuele wijzigingen verklaren van: * landbouwactiviteiten * industriële activiteiten * tertiaire activiteiten 7. in verband met een economische activiteit in een regio het bestaan van stromen van goederen of personen illustreren. 8. op basis van demografische kenmerken en hun evoluties enkele demografische situaties in de wereld beschrijven en enkele verklarende factoren aangeven. 9. de verstedelijking en haar evolutie in een regio in relatie brengen met aardrijkskundige factoren. 10. op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden. 11. op een eenvoudige manier de impact verklaren van: * politieke invloedsfactoren op kenmerken van aardrijkskundige entiteiten * de technologische evolutie op de kenmerken van de aardrijkskundige entiteiten 12. verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu. Vaardigheden De leerlingen kunnen 13. de lokalisatie van verschijnselen, ruimtelijke gegevens en aardrijkskundig relevante gebeurtenissen uit de actualiteit opzoeken. 14. de herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en lokaliseren. 15. aan de hand van verschillende informatiebronnen aardrijkskundige informatie over de belangrijkste natuurlijke en menselijke kenmerken van een gebied opzoeken en creatief verwerken. 16. aardrijkskundige entiteiten afbakenen op basis van verschillen en gelijkenissen van enkele natuurlijke of menselijke aardrijkskundige kenmerken. 17. op een eenvoudige manier aardrijkskundige gegevens cartografisch voorstellen. 18. zelfstandig een aangepast en beperkt aardrijkskundig onderzoek uitvoeren met aandacht voor: * analyse van een aardrijkskundig verschijnsel * zoeken en selecteren van relevante informatie * een samenhangende presentatie van een aantal bevindingen * het formuleren van een eigen standpunt rond mogelijke bevindingen. 4 Attitudes De leerlingen 19 nemen een kritische houding aan t.o.v. aardrijkskundige informatie in de media. 20 zijn bereid aardrijkskundige informatie te gebruiken bij het plannen van eigen activiteiten. 21 brengen begrip op voor de wijze van zingeving in eigen en andere leefmilieus en culturen. 22 houden in hun handelen rekening met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte. 23 brengen aandacht op voor het fascinerende van de wereld. 5 Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 verzorgen en gedragen zich hygiënisch; leren het eigen lichaam kennen en reageren adequaat op lichaamssignalen; vinden evenwicht tussen werk, ontspanning, rust en beweging; nemen een ergonomische en gevarieerde sta-, zit-, werk- en tilhouding aan; maken gezonde keuzes in hun dagelijkse voeding; hanteren richtlijnen voor het hygiënisch omgaan met voeding; nemen dagelijks tijd voor lichaamsbeweging; schatten de risico’s en gevolgen in bij het gebruik van genotsmiddelen en medicijnen en reageren assertief in aanbodsituaties; nemen voorzorgsmaatregelen tegen risicovol lichamelijk contact; participeren aan gezondheids- en veiligheidsbeleid op school; passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving; roepen hulp in en dienen eerste hulp en cpr toe; passen het verkeersreglement toe; gebruiken eigen en openbaar vervoer op een veilige manier; beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid Context 2: Mentale gezondheid 1 2 3 4 5 6 7 8 gaan adequaat om met taakbelasting en met stressvolle situaties; gaan gepast om met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en rouw; erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp; aanvaarden en verwerken hun seksuele ontwikkeling en veranderingen in de puberteit; kunnen zich uiten over en gaan respectvol om met vriendschap, verliefdheid, seksuele identiteit en geaardheid, seksuele gevoelens en gedrag; stellen zich weerbaar op; gebruiken beeld, muziek, beweging, drama of media om zichzelf uit te drukken; herkennen de impact van cultuur- en kunstbeleving op het eigen gevoelsleven en gedrag en dat van anderen. Context 3: Sociorelationele ontwikkeling 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 kunnen een relatie opbouwen, onderhouden en beëindigen; erkennen het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties; accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie; kunnen ongelijk toegeven en zich verontschuldigen; handelen discreet in situaties die dat vereisen; doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; bespreken opvattingen over medische, psychische en sociale aspecten van samenlevingsvormen, veilig vrijen, gezinsplanning, zwangerschap en zwangerschapsafbreking; uiten onbevangen en constructief hun wensen en gevoelens binnen relaties en stellen en aanvaarden hierin grenzen; zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten; beargumenteren, in dialoog met anderen, de dynamiek in hun voorkeur voor bepaalde cultuur- en kunstuitingen; gebruiken cultuur- en kunstuitingen om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen. 6 Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling 1 2 3 4 5 6 participeren aan milieubeleid en -zorg op school; herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid; zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen; zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren; tonen interesse en uiten hun appreciatie voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed; voelen de waarde aan van natuurbeleving en het genieten van de natuur. Context 5: Politiek-juridische samenleving 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 geven aan hoe zij kunnen deelnemen aan besluitvorming in en opbouw van de samenleving; passen inspraak, participatie en besluitvorming toe in reële schoolse situaties; tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen; tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; erkennen de rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel; illustreren de rol van de media en organisaties in het functioneren van ons democratisch bestel; onderscheiden de hoofdzaken van de federale Belgische staatsstructuur; toetsen het samenleven in ons democratisch bestel aan het samenleven onder andere regeringsvormen; illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen; kunnen van Europese samenwerking, van het beleid en de instellingen van de Europese Unie de betekenis voor de eigen leefwereld toelichten; tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen; geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt. Context 6: Socio-economische samenleving 1 2 3 4 5 6 7 8 9 leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en aanwendt; toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart; zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld; hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten; geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden; kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren; geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan; lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en internationale context. Context 7: Socioculturele samenleving 1 2 3 4 5 6 7 beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen; gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen; illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit; trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie; geven voorbeelden van de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten; gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen; illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing. 7