Les 1 Bouw van het hart Inhoud Hulpmiddel 1. De leerkracht vertelt

advertisement
Les 1 Bouw van het hart
Inhoud
Hulpmiddel
De leerkracht vertelt dat de
leerlingen tijdens deze les het gaan
hebben over de bouw van het
hart.
Prezi les 1:
De leerkracht laat het skelet van een
mens zien en vraagt de leerlingen
waar het hart zit en of ze nog
meer organen kunnen benoemen.
Website:
3.
De leerkracht deelt de leerlingen in
groepjes van circa 3/4 leerlingen en
geeft de leerlingen een placemat
met 5 vakken.
A3 placemat met vijf vakken
4.
De leerlingen schrijven in elk vak op
wat zij individueel al weten over het
menselijk lichaam en het hart.
De leerlingen overleggen met elkaar
wat zij hebben opgeschreven en
schrijven de overeenkomsten in het
vijfde vak.
De leerkracht bespreekt de opdracht
klassikaal en schrijft de belangrijkste
begrippen op het digibord.
De leerkracht vraagt de leerlingen
om allemaal een vuist te maken. De
leerkracht vertelt dat je hart
ongeveer zo groot is als je vuist.
De leerkracht laat zien hoe een hart
eruit ziet.
1.
2.
5.
6.
7.
8.
9.
De leerkracht legt uit dat het hart uit
verschillende boezems en kamers
bestaat. Ter ondersteuning laat de
leerkracht een filmpje zien.
http://prezi.com/nur-81uo0aat/?utm_campaign
=share&utm_medium=copy
http://dcr.bibliotheek.nl/binaries/
content/assets/bibliotheek.nl/edumedia/389.swf
Digibord: schrijfprogramma
Afbeelding: 'het hart'
Filmpje:
http://www.schooltv.nl/video/het-hart-je-hartis-zo-groot-als-een-vuist/#q=bouw%20hart
10. De leerkracht vraagt de leerlingen
welke ruimte van het hart dunne of
dikke wanden heeft en vraagt de
leerlingen waarom dit kan zijn.
De leerkracht vraagt een leerling om
aan te wijzen waar het bloed
vandaan komt en waar het bloed
naartoe stroomt.
11. De leerlingen krijgen in groepjes een
werkblad met opdrachten. Daarna
evalueert de leerkracht klassikaal de
opdrachten.
De volgende keer: De functie van
het hart
Afbeelding:
Werkblad: het hart les 1
Les 2 functie van het hart
Les 1
1.
Werkblad het hart
Op welke plaats in het lichaam zit je hart?
……………………………………………………………………………………………………………………
2.
Hoe groot is je hart?
……………………………………………………………………………………………………………………
3.
Is je hart een spier of een bot?
……………………………………………………………………………………………………………………
4.
Wat voor geluid maakt je hart?
……………………………………………………………………………………………………….…………..
5.
Uit hoe veel helften bestaan je hart?
……………………………………………………………………………………………………………………
6.
Hoe veel kamers telt je hart?
……………………………………………………………………………………………………………………
7.
Welke ruimte heeft dunne wanden?
……………………………………………………………………………………………………………………
8.
Welke ruimte heeft dikke wanden?
……………………………………………………………………………………………………………………
 Teken hieronder hoe het hart eruit ziet:
……………………………………………………………………………………………………………………
Les 1
Werkblad het hart
De antwoorden
Volgende keer: de functie van het hart
1.
Op welke plaats in het lichaam zit je hart?
Ongeveer in het midden van je borstkast
2.
Hoe groot is je hart?
Ongeveer zo groot als je vuist
3.
Is je hart een spier of een bot?
Een spier
4.
Wat voor geluid maakt je hart?
Bonkend geluid
5.
Uit hoe veel helften bestaan je hart?
Twee helften
6.
Hoe veel kamers telt je hart?
Twee
7.
Welke ruimte heeft dunne wanden?
Boezems
8.
Welke ruimte heeft dikke wanden?
Kamers
 Teken hieronder hoe het hart eruit ziet:
……………………………………………………………………………………………………………………
Les 2
Functie van het hart
Inhoud
Hulpmiddel
De leerkracht vraagt aan de leerlingen wie
kort kan vertellen waar we de vorige keer
tijdens de les over hebben gehad.
Prezi les 2:
2.
De leerkracht laat een afbeelding van het
hart zien en vraagt de leerlingen te
benoemen welke ruimtes zich in het hart
bevinden.
Afbeelding: het hart
3.
De leerkracht vertelt dat ze tijdens deze
les het gaan hebben over de functie van
het hart
De leerkracht vraagt aan de leerlingen wie
weet waarom we een hart hebben.
De leerkracht vraagt aan de leerlingen wie
kan uitleggen hoe het hart werkt.
Ter verduidelijking laat de leerkracht een
filmpje zien over de functie van het hart.
1.
4.
5.
6.
http://prezi.com/kkmfokfscbph/?
utm_campaign=share&utm_medium=copy
Filmpje:
http://www.schooltv.nl/video/de-functievan-het-hart-het-hart-is-het-begin-vanhet-transport-van-belangrijkestoffen/#q=het%20hart
7.
8.
9.
De leerkracht legt uit dat de leerlingen in
groepjes allerlei opdrachten gaan doen dat
te maken heeft met je hart.
De leerkracht legt de klassikale opdracht
uit. De leerlingen gaan hun hartslagen
tellen. De leerkracht zet een timer op het
digibord en zet de tijd in op 60 seconden.
De leerkracht bespreekt wat de leerlingen
hebben ontdekt tijdens het uitvoeren van
de opdrachten.
Opdrachtenkaart 'het hart' per groepje
De volgende keer: De bloedsomloop
Les 3 bloedsomloop
Website:
http://tools.teachwithatouch.nl/#/Timer
Les 2
Opdrachtenkaart 'het hart'
Klassikaal:
Opdracht 1
Leg je hand op je hart en je gaat een minuut meetellen met het kloppen van je hart. Je
leerkracht zal zeggen wanneer die minuut in zal gaan en wanneer je moet gaan stoppen.
Mijn hart klopt ____________ keer per minuut.
Nu ga je staan, schuif je stoel aan en ga achter je stoel staan.
Op het teken van je leerkracht ga je achter je stoel op en neer springen. Als je leerkracht
stop zegt, leg je weer je hand op je hart. Weer tel je het kloppen van je hart.
Mijn hart klopt nu _________________ keer per minuut.
Het menselijk hart klopt gemiddeld 60 tot 80 keer per minuut. Bij kinderen is tot ongeveer
80 tot 110 slagen per minuut. Klopt dit met jouw hart?
In groepjes:
Opdracht 2
Je hartslag kun je op vele plaatsen voelen. Je voelt je hartslag door licht op een bepaalde
plek te drukken. De makkelijkste plaats is waarschijnlijk je pols. Hier voel je dan ook je
polsslag.
Om je hartslag te voelen moet je twee of drie vingers van een hand op de pols onder de
duim plaatsen en zachtjes drukken. Verschuif net zo lang totdat je de ader zachtjes voelt
kloppen.
Je kunt dit regelmatige ritme of hartslag voelen op bepaalde
plaatsen van je lichaam waar slagaders dicht onder de huid
lopen. Je hartslag is een maat voor de snelheid waarmee je hart
klopt.
Opdracht:
Zoek bij jezelf en bij de anderen de hartslag. Probeer daarna je
hartslag eens op andere plaatsen te vinden.
Je kunt je hartslag op deze plaatsen vinden:
1……………………………….
2……………………………….
3……………………………….
4……………………………….
5……………………………….
6……………………………….
Opdracht 3
Als je je inspant, heeft je lichaam meer voedsel en zuurstof nodig om door te kunnen
gaan. Daardoor gaat je hart sneller en luider kloppen en word je ademhaling sneller en
dieper.
Tel gedurende 20 seconden het aantal slagen en vermenigvuldig dit getal met drie. Dat is
het aantal keer dat je hart per minuut klopt. Doe dit een aantal keer, maar dan zittend,
lopend en springend.
Zittend ………………….
Lopend …………………
slagen per minuut.
slagen per minuut.
Springend ………………
slagen per minuut.
Anders, namelijk ………………
slagen per minuut.
Maak eens 10 diepe kniebuigingen en meet daarna je polsslag.
Mijn pols klopt na 10 kniebuigingen …………… keer per minuut.
Les 3 De bloedsomloop
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Inhoud
Hulpmiddel
De leerkracht vraagt de leerlingen om
een aantal woorden of zinnen op te
schrijven over wat ze tot nu toe over
het hart hebben geleerd. Vervolgens
lopen ze rond in het lokaal en vertellen
ze aan een ander. Daarna vertelt de
ander wat hij/zij heeft opgeschreven.
Daarna lopen de leerlingen verder naar
een andere leerling.
De leerkracht evalueert klassikaal of de
leerlingen nieuwe informatie hebben
gehoord.
De leerkracht laat een afbeelding zien
van de bloedsomloop van de mens en
vraagt wie er weet wat een
bloedsomloop is en hoe het werkt.
Prezi les 3:
De leerkracht vraagt wie er kan
uitleggen hoe het bloed in je lichaam
stroomt. Vervolgens laat de leerkracht
aan de hand van een animatie zien.
De leerkracht legt uit wat zuurstofrijk
en zuurstofarm bloed is.
De leerkracht laat het filmpje over de
bloedsomloop zien.
Animatie bloedsomloop:
http://dcr.bibliotheek.nl/binaries/
content/assets/bibliotheek.nl/
edumedia/387.swf
De leerlingen krijgen een werkblad
over de bloedsomloop. Ze mogen met
hun buurman/vrouw overleggen.
De leerkracht bespreekt de opdrachten
klassikaal.
Werkblad bloedsomloop
De volgende keer: De rol van het hart
in je lichaam
Les 4 Rol van het hart in je lichaam
http://prezi.com/scgosfwzclqe/?utm_campaign
=share&utm_medium=copy
A5'tjes
Afbeelding bloedsomloop:
Filmpje:
http://www.schooltv.nl/video/bloedsomloopeen-uitleg-van-de-bouw-en-de-functie-vanhart-en-bloedvaten/#q=bouw%20hart
Les 3
Werkblad bloedsomloop
Hoe stroomt het bloed dan door je aders?
De rechterboezem ontvangt het “vuile” bloed. Dat noemen we zuurstofarm bloed. Deze
boezem stuurt het bloed door naar de rechterkamer. De rechterkamer stuurt het bloed naar
de longen.
Opdracht 1 Kleur in ‘je’ hart het zuurstofarme bloed blauw.
De longen maken het bloed “schoon”, dat betekent dat ze er zuurstof bij
doen. De longen sturen het zuurstofrijke bloed naar de linkerboezem. De
linkerboezem stuurt het weer door naar de linkerkamer. De linkerkamer
stuurt het bloed daarna naar de rest van je lichaam.
Opdracht 2 Kleur in ‘je’ hart het zuurstofrijke bloed rood.
Opdracht 3 Wat is een ander woord voor “schoon” bloed?____________________
Opdracht 4 Wat is een ander woord voor “vuil” bloed?_______________________
We hebben in ons lichaam twee
bloedsomlopen. De grote
bloedsomloop en de kleine
bloedsomloop.
De kleine bloedsomloop loopt van het
hart naar de longen en terug. In de
longen wordt het bloed gezuiverd en
krijgt het bloed nieuwe zuurstof.
De grote bloedsomloop loopt van het
hart door je hele lichaam en terug. Je
lichaam haalt de zuurstof uit het bloed
en geeft afvalstoffen aan het bloed.
De buizen die het bloed naar je hart
brengen, noemen we aders.
De buizen die het bloed naar je
lichaam brengen, noemen we
slagaders.
Opdracht 5 Hoe heten de buizen die het bloed naar je hart brengen?
_________________________________________________________
Opdracht 6 Hoe heten de buizen die het bloed naar je lichaam brengen?
_________________________________________________________
Opdracht 7 Bij de bloedsomloop zijn het hart, de slagaders en de aders van belang. Vul bij
de volgende twee zinnen het woord van of naar in op de stippellijn.
- In de aders loopt het bloed …………… het hart.
- In de slagaders loopt het bloed ……………. het hart.
Opdracht 8 Vul bij de volgende zin op de stippellijnen de juiste woorden in.
- In het hart zitten tussen de boezem en de kamer …………………………………., deze werken
als een …………………………………. .
Opdracht 9 Hiernaast zie je een plaatje van het hart. Zet op de 5 streepjes de cijfers van de
volgende onderdelen.
1. slagader
2. ader
3. boezem
4. kamer
Er zijn vijf streepjes en vier onderdelen, er is dus
een cijfer dat twee keer moet worden ingevuld.
Opdracht 10 Geef in het plaatjes met pijlen aan hoe het bloed in en uit het hart stroomt.
Les 3
Werkblad bloedsomloop
De antwoorden
Hoe stroomt het bloed dan door je aders?
De rechterboezem ontvangt het “vuile” bloed. Dat noemen we zuurstofarm bloed. Deze
boezem stuurt het bloed door naar de rechterkamer. De rechterkamer stuurt het bloed naar
de longen.
Opdracht 1 Kleur in ‘je’ hart het zuurstofarme bloed blauw.
De longen maken het bloed “schoon”, dat betekent dat ze er zuurstof bij
doen. De longen sturen het zuurstofrijke bloed naar de linkerboezem. De
linkerboezem stuurt het weer door naar de linkerkamer. De linkerkamer
stuurt het bloed daarna naar de rest van je lichaam.
Opdracht 2 Kleur in ‘je’ hart het zuurstofrijke bloed rood.
Opdracht 3 Wat is een ander woord voor “schoon” bloed? Zuurstofrijk bloed
Opdracht 4 Wat is een ander woord voor “vuil” bloed? Zuurstofarm bloed
We hebben in ons lichaam twee
bloedsomlopen. De grote
bloedsomloop en de kleine
bloedsomloop.
De kleine bloedsomloop loopt van het
hart naar de longen en terug. In de
longen wordt het bloed gezuiverd en
krijgt het bloed nieuwe zuurstof.
De grote bloedsomloop loopt van het
hart door je hele lichaam en terug.
Je lichaam haalt de zuurstof uit het
bloed en geeft afvalstoffen aan het
bloed.
De buizen die het bloed naar je hart
brengen, noemen we aders.
De buizen die het bloed naar je
lichaam brengen, noemen we
slagaders.
Opdracht 5 Hoe heten de buizen die het bloed naar je hart brengen? Aders
Opdracht 6 Hoe heten de buizen die het bloed naar je lichaam brengen? Slagaders
Opdracht 7 Bij de bloedsomloop zijn het hart, de slagaders en de aders van belang. Vul bij
de volgende twee zinnen het woord van of naar in op de stippellijn.
- In de aders loopt het bloed naar het hart.
- In de slagaders loopt het bloed van het hart.
Opdracht 8 Vul bij de volgende zin op de stippellijnen de juiste woorden in.
- In het hart zitten tussen de boezem en de kamer hartkleppen, deze werken
als een soort deurtje.
Opdracht 9 Hiernaast zie je een plaatje van het hart. Zet op de 5 streepjes de cijfers van de
volgende onderdelen.
1. slagader
2. ader
3. boezem
4. kamer
Er zijn vijf streepjes en vier onderdelen, er is dus
een cijfer dat twee keer moet worden ingevuld.
Opdracht 10 Geef in het plaatjes met pijlen aan hoe het bloed in en uit het hart stroomt.
Les 4
1.
2.
3.
4.
De rol van je hart in het lichaam
Inhoud
Hulpmiddel
De leerkracht bespreekt enkele
weetjes over het hart met de
leerlingen.
Prezi les 4:
De leerkracht bespreekt wat zuurstof
en kooldioxide is en laat hierbij een
animatie zien.
Zuurstof en kooldioxide:
http://dcr.bibliotheek.nl/binaries/
content/assets/bibliotheek.nl/edumedia/385.swf
De leerkracht laat een aantal
afbeeldingen zien over de rol van het
hart in het lichaam. De leerkracht
vraagt bij elke afbeelding wat de rol
van het hart is.
De leerkracht bespreekt met de
leerlingen welke aspecten er
belangrijk zijn om je hart gezond te
houden.
De leerkracht deelt de leerlingen in
groepjes van circa vier leerlingen. De
leerlingen gaan een quiz spelen. De
vragen gaan over wat ze afgelopen
lessen hebben geleerd. Het groepje
die de meeste vragen goed heeft
beantwoord, heeft gewonnen.
Afbeeldingen in Prezi
De volgende keer: Herhaling lessen
over het hart
Les 5 herhaling
http://prezi.com/h9k4aptul1ak/?utm_campaign
=share&utm_medium=copy
Quiz 'het hart'
Quiz
'Het hart'
Vraag 1: Hoe groot is ongeveer een hart?
Vraag 2: Hoe veel kamers heeft het hart?
Vraag 3: Hoe veel boezems heeft het hart?
Vraag 4: Wat is zuurstofrijk bloed?
Vraag 5: Wat is zuurstofarm bloed?
Vraag 6: Hoe veel slagen per minuut klopt een hart van een volwassene?
Vraag 7: Welke bloesomloop loopt van het hart naar de longen en terug?
Vraag 8: Welke bloedsomloop loopt van het hart naar de rest van je lichaam en weer terug?
Vraag 9: Hoe heten de buizen die het bloed naar je hart brengen?
Vraag 10: Hoe heten de buizen die het bloed naar je lichaam brengen?
Vraag 11: Wat is zuurstof?
Vraag 12: Wat is kooldioxide?
Quiz
'Het hart'
De antwoorden
Vraag 1: Hoe groot is ongeveer een hart?
Een vuist
Vraag 2: Hoe veel kamers heeft het hart?
Twee
Vraag 3: Hoe veel boezems heeft het hart?
Twee
Vraag 4: Wat is zuurstofrijk bloed?
'Schoon' bloed
Vraag 5: Wat is zuurstofarm bloed?
'Vuil' bloed
Vraag 6: Hoe veel slagen per minuut klopt een hart van een volwassene?
60 tot 80 keer
Vraag 7: Welke bloesomloop loopt van het hart naar de longen en terug?
Kleine bloedsomloop
Vraag 8: Welke bloedsomloop loopt van het hart naar de rest van je lichaam en weer terug?
Grote bloedsomloop
Vraag 9: Hoe heten de buizen die het bloed naar je hart brengen?
Aders
Vraag 10: Hoe heten de buizen die het bloed naar je lichaam brengen?
Slagaders
Vraag 11: Wat is zuurstof?
Zuurstof is lucht dat je inademt om te kunnen leven.
Vraag 12: Wat is kooldioxide?
Kooldioxide is de lucht die we uitademen.
Les 5
Herhaling lessen
Inhoud
Hulpmiddel
1.
De leerkracht vraagt de leerlingen
Prezi les 5:
http://prezi.com/judcuxzr9i1/?utm_campaign=share&utm_medium=copy
2.
De leerkracht legt uit dat de leerlingen Mix en koppel spel
allemaal een strookje krijgen met een
vraag een antwoord erop. Het vraag en
antwoord spel gaat over wat er de
afgelopen lessen is geleerd. Elke
leerling zoekt een andere leerling. Ze
moeten de juiste vraag en antwoord bij
elkaar zoeken.
Volgende keer: Thema reptielen
Les 1 Reptielen
Les 5
Mix en koppel
De kleine bloedsomloop
(zoek afbeelding)
De kleine bloedsomloop
(zoek betekenis)
De grote bloedsomloop
(zoek afbeelding)
Deze bloedsomloop loopt van het hart
naar de longen en terug. In de longen
wordt het bloed gezuiverd en krijgt het
bloed nieuwe zuurstof.
De grote bloedsomloop
(zoek betekenis)
Deze bloedsomloop loopt van het hart
door je hele lichaam en terug. Je
lichaam haalt de zuurstof uit het bloed
en geeft afvalstoffen aan het bloed.
Zuurstofrijk bloed
(zoek afbeelding)
Zuurstofrijk bloed
(zoek betekenis)
De longen maken het bloed “schoon”,
dat betekent dat ze er zuurstof bij doen.
Dit noemen we.......
Zuurstofarm bloed
(zoek afbeelding)
Zuurstofarm bloed
(zoek betekenis)
Linker kamer
(zoek afbeelding)
De rechterboezem ontvangt het “vuile”
bloed, dit noemen we......
Rechter kamer
(zoek afbeelding)
Linker boezem
(zoek afbeelding)
Rechter boezem
(zoek afbeelding)
Wat moet je doen om je hart
gezond te houden?
Waarom gaat je hart harder
kloppen als je rent?
Aders



Gezond eten
Voldoende slaap
Voldoende beweging
Dat komt omdat als je aan het rennen
bent, je meer zuurstof nodig hebt en
dan gaat je hart sneller kloppen om je je
hart meer zuurstof te kunnen geven.
Deze buizen brengen het bloed
naar je hart toe
Slagaders
Deze buizen brengen je bloed
van je hart naar de rest van je
lichaam
Download