Factsheet Wind op Zee Economische aspecten 2 Factsheet Wind op Zee | Economische aspecten inhoud INHOUD Inleiding3 De investeringen 4 - Subsidie 4 - Kostenreductie 5 De opbrengsten 6 - Schone energie en gezonde leefomgeving 6 - Offshore windindustrie in Nederland is internationale koploper 6 - Werkgelegenheid 7 3 Factsheet Wind op Zee | Economische aspecten inleiding De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt als gevolg van menselijk handelen. Daarmee komt de leefbaarheid op steeds meer plekken onder druk te staan. De belangrijkste manier om verdere opwarming tegen te gaan is het terugdringen van onze CO2-uitstoot door het verminderen van het verbranden van fossiele brandstoffen. Dit is bovendien beter voor het milieu omdat bij de verbranding van fossiele brandstoffen ook andere schadelijke stoffen vrijkomen zoals fijnstof. Enerzijds moeten we energie besparen en anderzijds moeten we de fossiele brandstoffen vervangen door duurzame en schone energiebronnen. Nederland wekt nu maar 5,6% schone energie op, dat moet minstens 14% zijn in 2020. Windenergie, op land en zee, is de schoonste en best toepasbare optie voor het verminderen van CO2-uitstoot en een onmisbare pijler in onze toekomstige energiemix. Daarnaast maakt schone energie die we zelf opwekken ons minder afhankelijk van olie- en gas producerende landen. In 2023 moeten we 16 procent van onze energie duurzaam opwekken. Dat is gezamenlijk afgesproken door de overheid en ruim veertig bedrijven en maatschappelijke organisaties in het SER Energieakkoord. Een fors deel van deze duurzame energie komt straks van windenergie op zee: in 2023 zal er 4500 megawatt (MW) aan vermogen op zee staan. Daarmee zullen vijf miljoen huishoudens hun elektriciteit krijgen van windturbines op zee. Er worden nu al voorbereidingen getroffen, zodat de bouw van de windparken in 2019 kan starten. In deze factsheet bespreken we de economische aspecten van windenergie op zee. Het eerste deel toont welke investeringen nodig zijn voor het bouwen van windparken op zee. Het tweede deel beschrijft welke bijdrage windenergie op zee levert aan de Nederlandse economie. Deze factsheet is een vervolg op de algemene factsheet over wind op zee. 4 Factsheet Wind op Zee | Economische aspecten De investeringen Dit hoofdstuk toont welke investeringen nodig zijn voor het produceren van windenergie. Het laat ook zien dat de productie van windenergie nog niet rendabel is voor investeerders, en dat de overheid daarom de productie van windenergie op zee subsidieert. Zo breidt Nederland zijn productie van duurzame elektriciteit uit en kan klimaatverandering worden beperkt. Investeringen voor windparken op zee bestaan ten eerste uit de kosten voor aanschaf en aanleg van de windparken, zoals de kosten van de turbines, de funderingen en de aansluiting op het hoogspanningsnet. Daarnaast zijn er onderhoudskosten om te zorgen dat de molens jarenlang kunnen draaien. Beide bedragen komen voor rekening van (consortia van) de bedrijven die de windparken bouwen. Kostprijs van wind op zee 2013 12,5 cent per kWh 2016 7,3 cent per kWh Omgerekend naar productie was de kostprijs van wind op zee in 2013 12,5 cent per kWh (Rijksoverheid, 2016) exclusief de kosten voor het elektriciteitsnet. Deze kostprijs daalt snel, zo gaat het eerstvolgende windpark in Nederland gebouwd worden voor 7,27 cent per kWh. Tegenover deze kosten staat natuurlijk de opbrengst van de elektriciteit uit wind. Deze is afhankelijk van de marktprijs, die kan fluctueren. In 2015 was de elektriciteitsprijs gemiddeld 4 eurocent per kWh (TenneT, 2016). Op dit moment is windenergie op zee, als we de kosten en exploitatieopbrengst tegen elkaar afzetten, nog niet rendabel. Subsidie Windenergie is nu nog duurder dan fossiele energie. Ter vergelijking: elektriciteit uit fossiele energie kost ongeveer 4 eurocent per kWh. Dit verschil komt onder andere doordat de kosten voor vervuiling niet zijn meegenomen in de prijs van fossiele energie. Voor elektriciteit uit kolen zijn deze externe kosten zo’n 9,5 cent per kWh. De externe kosten van windenergie daarentegen zijn nihil, ongeveer 0,3 cent per kWh (Ecofys, 2014). Externe kosten Kolen 9,5 cent per kWh Windenergie 0,3 cent per kWh Goedkoopste windpark ter wereld In 2016 werd bekend dat het windpark bij Borssele gebouwd kan worden voor 7,27 cent per kWh en daarmee het goedkoopste windpark ter wereld wordt. Dit betekent ook dat er naar verwachting 2,7 miljard euro minder subsidie nodig is. Het bedrijf Dong Energy gaat dit windpark ontwikkelen. Het zal medio 2020 gereed zijn en op meer dan 22,5 km van de Zeeuwse kust worden gebouwd. (Rijksoverheid, 2016). Bovendien zorgen verschillende subsidies voor een kunstmatig lage prijs van elektriciteit uit fossiele bronnen. Zo kent de Nederlandse overheid per jaar 2,7 miljard euro subsidie toe aan kolen (IMF, 2015). Er is dus nog geen eerlijke concurrentie tussen duurzame en fossiele energie. Daarom besteedt de overheid de komende 20 jaar naar verwachting in totaal 8 miljard euro subsidie aan de productie van windenergie, en 4 miljard euro subsidie voor de aanleg van het elektriciteitsnet (Rijksoverheid, 2015). Deze SDE+ subsidie (Subsidie Duurzame Energieproductie) compenseert het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs van de geleverde energie, de zogeheten onrendabele top. Deze subsidie bestaat ook voor windenergie op land, zonne-energie en andere soorten hernieuwbare energie. Consumenten en bedrijven betalen hieraan mee via een SDE+ heffing op de elektriciteitsrekening. Voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik (Milieu Centraal, 2016) is deze bijdrage ongeveer 33 euro per jaar (Rijksoverheid, 2016). De kosten voor windenergie op zee zullen op termijn dalen als gevolg van de kennis en ervaring die nu opgedaan wordt. Anno 2016 werd al bekend dat op het eerste windpark Borssele naar verwachting voor 2.7 miljard euro minder subsidie gebouwd kan worden. Naar verwachting zal subsidie op den duur niet meer nodig zijn. 5 Factsheet Wind op Zee | Economische aspecten Kostenreductie Aanzienlijke kostenbesparingen voor wind op zee zijn al in zicht. De Rijksoverheid en de offshore wind sector hebben afgesproken dat de kosten uiterlijk in 2023 moeten zijn gedaald met 40 procent t.o.v. 2014. Deze kosten besparingsdoelstelling bleek in 2016 al gerealiseerd in de eerste tender voor Borssele (Rijksoverheid, 2016). Een belangrijke reden voor kostenreductie is het Nederlandse systeem. De overheid heeft een aantal voorbereidende werkzaamheden op zich genomen waardoor de risico’s voor de projectontwikkelaars sterk zijn gereduceerd. Zo zorgen zij voor flexibele vergunningen, subsidie in de eerste 15 exploitatiejaren en hebben zij een volledige set locatieonderzoeken uitgevoerd die de windparkontwikkelaars niet meer hoeven te doen. Verdere kostenreductie is volgens ECN (ECN, 2015) mogelijk door diverse stappen: 1. Technologische vernieuwing: zoals grotere rotoren, een groter vermogen per windmolen en efficiëntere componenten leidt tot een kostenreductie van 15 procent. 2. Verbetering ontwerp van de windmolenparken: lay-out, logistiek (aanleg en onderhoud) en infrastructuur (o.a. bekabeling) zorgen voor een verlaging in kosten van 6 procent. 3. Verbeterde efficiëntie projectontwikkelaar: netbeheerder TenneT schat in tot 10 procent te kunnen besparen op de totale kosten van windenergie op zee door standaardisatie, inkoopvoordelen, systeem optimalisatie en leereffecten. 4. Samenwerking windmolenparken: dit leidt tot het verminderen van risico’s, het van elkaar leren en het delen van testen en innovaties. Hierdoor is een kostenverlaging van eveneens 10 procent mogelijk. 5. Optimalisatie van organisatie en kosten: meer kennis en ervaring leiden tot een efficiëntere organisatie en management van windmolenparken. Hiermee wordt nog eens 3 procent aan kostenreductie gerealiseerd. Opbrengst turbines Turbine van 4 MW: 6,6 miljoen kWh Turbine van 8 MW: 17,6 miljoen kWh De locatie Windparken verder weg uit de kust vergen hogere investeringen en onderhoud vanwege de grotere diepte en afstand tot de haven. Daartegenover staat een hogere elektriciteitsopbrengst omdat het harder waait verder op zee. ECN heeft berekend dat het verplaatsen van 2100 MW van de locatie Hollandse Kust naar IJmuiden Ver (zo’n 40km verder op zee) 3 miljard euro meer kost. (Rijksoverheid, 2016) Voorbeelden van kostenreductie Het gebruik van windmolens met een groter vermogen (MW) Door windmolens van 8 MW te gebruiken (ten opzichte van bijvoorbeeld 4 MW) kan een flinke kostenreductie plaatsvinden. Ter vergelijking: een windmolen van 4 MW produceert ongeveer 6,6 miljoen kWh (genoeg voor bijna 2.000 huishoudens) en een windmolen van 8 MW 17,6 miljoen kWh (genoeg voor 5.000 huishoudens). Hoewel deze 8 MW-molens duurder zijn kunnen zij toch de kosten per kWh drukken met 7%. Er zijn simpelweg minder molens nodig om dezelfde hoeveelheid elektriciteit te genereren (TKI Wind op Zee, 2015). TenneT als beheerder van het net op zee TenneT zal de aansluiting van de windparken op het hoogspanningsnet verzorgen. De netbeheerder schat in hierbij een kostenreductie van 10% te kunnen realiseren door onder andere standaardisatie van de platformen en het gebruik van innovatieve 66 kV kabels (TKI Wind op Zee, 2015). Deze innovatie zorgt voor een kleinere totale kabellengte en minder kruisingen van kabels en maakt grotere vermogens mogelijk. Daarnaast kan TenneT kostenreductie realiseren door inkoopvoordelen bij kabels en platformen. 6 Factsheet Wind op Zee | Economische aspecten De opbrengsten Windenergie op zee gaat een grote bijdrage leveren aan de duurzame elektriciteitsvoorziening van Nederland. Het zorgt voor minder CO2-uitstoot en draagt bij aan het beperken van klimaatverandering. Ook in economisch opzicht dragen windparken op zee bij aan de toekomst van Nederland. De bouw van windmolens op zee levert een geheel nieuwe economische sector op met bijbehorende banen, exportkennis en, op de lange termijn, een goede prijs voor duurzame energie. Schone energie en gezonde leefomgeving Offshore windindustrie in Nederland is internationale koploper Windenergie op zee wordt een belangrijk onderdeel van de duurzame elektriciteitsvoorziening. In 2023 dekt windenergie op zee 20% van gehele Nederlandse elektriciteitsbehoefte (Rijksoverheid, 2016). Voor andere duurzame bronnen is het moeilijk om ook zulke grote hoeveelheden elektriciteit te produceren. Ter vergelijking: één windmolen op zee produceert evenveel stroom als 63 voetbalvelden vol met zonnepanelen. Om klimaatverandering tegen te gaan hebben we overigens zowel wind- als zonne-energie nodig. De offshore sector in Nederland behoort tot de mondiale marktleiders (ATO). Veel Nederlandse offshore bedrijven zijn over de hele wereld actief. Onze expertise op het gebied van materialen, windmolentechnologie, funderingen, offshore technologie en elektrische infrastructuur is van wereldklasse. Door het Energieakkoord kan de sector zich verder ontwikkelen en een sterke positie verwerven op internationale markten. Ter vergelijking Eén windmolen op zee produceert evenveel stroom als 63 voetbalvelden vol met zonnepanelen. Een windmolen op zee vermijdt daarnaast 0.57 kg CO2 per kWh geproduceerde elektriciteit (SEO, 2014). Met de huidige plannen betekent dit een besparing van zo’n 9 Megaton CO2 per jaar. Behalve dat windmolens geen CO2 uitstoten, produceren ze ook geen verzurende stoffen als NOx (stikstofoxiden), SO2 (zwaveldioxide) en fijnstof. Fossiele energiebronnen zoals kolencentrales stoten deze stoffen wel uit. De productie van windenergie komt dus ook de luchtkwaliteit en onze gezondheid ten goede. Tenslotte heeft wind op zee een positief effect op de voorzieningszekerheid. Terwijl fossiele energiebronnen, zoals gas en kolen, eindig zijn, zal windenergie juist tot in lengte van dagen beschikbaar zijn. Bovendien worden we met windenergie van de Noordzee minder afhankelijk van de inkoop van energie uit het buitenland. De offshore windindustrie in Nederland bestaat uit minstens 200 bedrijven (TKI Wind op Zee, 2013) die zich op verschillende wijze met windenergie bezighouden. Ingenieursbureaus ontwerpen turbines, rotorbladen, funderingen, installatiemethoden en speciale installatie- en onderhoudsschepen. Ook partijen als Van Oord, Damen Shipyards, Volker Stevin Offshore en de Nederlandse havens langs de Noordzeekust zijn al volop betrokken bij de realisatie van windmolenparken. En ook in het buitenland doen Nederlandse bedrijven het goed: zo heeft Boskalis een contract van ruim 100 miljoen euro binnengesleept voor een offshore windmolenpark bij Aberdeen (Boskalis, 2016). VSMC in Papendrecht is internationaal marktleider in aanleg van kabels op zee en Tata Steel ziet een nieuwe groeimarkt als toeleverancier van staal voor de windmolenindustrie. Nederlandse bedrijven leveren vele innovaties op het gebied van materiaal, transport, logistiek, financiering en techniek. Naast de bedrijven zijn er diverse Nederlandse kennisinstellingen die een sterke internationale positie hebben opgebouwd: TU Delft, IMARES, ECN en TNO. In 2010 was de omzet van de Nederlandse offshore windindustrie circa 1 miljard euro (Agentschap NL, 2011), een kwart van de Europese markt. Met de huidige plannen van de overheid om te investeren in windenergie op zee ambieert de sector een omzet van 6 miljard euro in 2020 (TKI Wind op Zee, 2013). 7 Factsheet Wind op Zee | Economische aspecten Ook andere landen investeren in windenergie. Alleen al in Europa werd in de eerste helft van 2016 maar liefst 14 miljard euro geïnvesteerd (Wind Europe, 2016). Dit biedt veel kansen voor de Nederlandse windsector om producten en diensten te exporteren. Nederland gaat offshore windmolenparken bouwen, exploiteren, onderhouden, ontmantelen, vervangen en offshore elektrische infrastructuur aanleggen (ATO). Werkgelegenheid Het ontwikkelen van windparken op zee heeft ook positieve effecten op de werkgelegenheid. Voor de bouw en het onderhoud zijn arbeidsplaatsen nodig. In 2014 zorgde de wind op zee sector voor 2154 fte. Naar verwachting zal dit groeien tot 10.000 banen in 2020 (Ecofys, 2014). Onderstaande figuur toont het type werkgelegenheid dat gecreëerd wordt door de bouw van drie windparken (samen 2100 MW) op de locaties Hollandse Kust (zuid) en Hollandse Kust (noord). In een eerdere fase wordt nog 1400 MW aan windparken gebouwd voor de kust van Zeeland en ook daar zullen nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd worden. Werkgelegenheidseffecten plannen Hollandse Kust (zuid) en Hollandse Kust (noord) (Decisio, 2016). Aantal FTE in Nederland 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 Tijdens de bouwfase leveren deze windparken zo’n 1.600 fte aan arbeidsplaatsen op (Decisio, 2016). Deze werkgelegenheid is gerelateerd aan de productie van onderdelen, de bouw van parken, onderzoek naar en beleidsvorming voor wind op zee projecten. Wanneer de bouw voltooid is, leveren de windparken 475 fte aan permanente arbeidsplaatsen op. Deze werkgelegenheid komt voort uit onderhoudswerkzaamheden aan de windparken (Decisio, 2016). Fte per sector Kolensector: 14,5 fte per MW Wind op zee: 33,6 fte per MW Wind op zee draagt daarmee substantiëler bij aan de werkgelegenheid dan bijvoorbeeld kolencentrales. Werkgelegenheid in de kolensector bedraagt bijvoorbeeld 14,5 fte per MW, terwijl dit bij wind op zee wel 33,6 fte per MW is (CE Delft, 2013). Windmolens op zee kunnen effecten hebben op het toerisme en daarmee op de werkgelegenheid. Studies laten een wisselend beeld zien: van 0-10% van de toeristen die overwegen weg te blijven, met een mogelijk banenverlies van 0-1250 fte (Decisio, 2016), tot een toename van het aantal toeristen met 20% (GfK, 2015). In de meest recente studie (Motivaction, 2016) laten plannen voor de huidige windmolenparken een amper aantoonbaar effect zien op hoe mensen de Nederlandse kust beleven en willen bezoeken. 400 200 0 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2022 Permanent vanaf 2023 Ontwikkeling Productie Bouw Exploitatie Verder lezen over windenergie op zee? Bekijk dan ook de Factsheet met Algemene Informatie of de Factsheet over Ecologie. Dit is een publicatie van Natuur & Milieu in samenwerking met het SER Energieakkoord en NWEA • September 2016 Vormgeving: Ben Peters, De Hondsdagen • Foto voorzijde: Van Oord’s offshore installatie schip Aeolus (aan het werk bij Luchterduinen Offshore Wind Farm) • Fotografie binnenwerk: Mischa Keijser