De laatste fase: afwerken van het sporenvlak Paleolithicum Mesolithicum Neolithicum Oude Steentijd Midden Steentijd Nieuwe Steentijd 300.000 tot 8.800 v. Chr. 8.800 tot 4.900 v. Chr. 5.300 tot 2.000 v. Chr. Bronstijd IJzertijd Romeinse Tijd 2.000 tot 800 v Chr 800 tot 12 v. Chr. 12 v. Chr. tot 450 na Chr. Middeleeuwen Vroeg Middeleeuwen Laat Nieuwe Tijd 450 tot 1.050 1.050 tot 1.500 1.500 tot heden De laatste fase van deze opgraving bestaat uit het extra goed bekijken van verkleuringen in de bodem: de grondsporen. Naast de vondsten leveren zij een belangrijk deel van het verhaal. Na duizenden jaren is menselijk handelen in de bodem nog altijd ‘leesbaar’. Waar ooit een hut of beschutting heeft gestaan, zijn vele eeuwen later donkere vlekken zichtbaar op de plaats van vergane houten palen. Waar een vuur is gestookt is een zwarte vlek in de bodem te zien. Daarvoor moet het opgravingsvlak eerst goed glad worden afgegraven. In deze opgraving ontbreken tot nu toe grondsporen van hutten en zo valt er niets met zekerheid te zeggen over het onderkomen van de bewoners. Wat wel duidelijk is, is waar de kampbewoners vuur hebben gestookt. Deze haardkuilen zijn goed te herkennen, al is de vraag nog steeds waarvoor de vuren brandden. Want een vuur in een kuil geeft weinig warmte af als je er omheen zit... De komende weken wordt de opgravingsput van oost naar west in stroken onderzocht op grondsporen en de relatie daarvan met de vondsten. De sporen worden getekend, gefotografeerd en de inhoud wordt opgegraven. Daarna rest een enorme hoeveelheid ‘molshopen’! Put 2 Put Put 3 4 Put 5 Put 6 Put 7 Put Put 8 9 Put 10 Put 11 Put 12 Put Put 13 14 Put 15 Put 16 Van oost naar west wordt de hele opgravingsput op grondsporen onderzocht. (illustratie: Archol bv, Leiden) N N N N N N 506930 506940 506950 506960 (foto: Archol bv, Leiden) 506970 506980 506990 507000 507010 Put 1 25m 25m 25m 25m 25m 25m 25m 25m 0 0000 0 171260 171270 171280 171290 171300 171310 171320 171330 171340 171350 171360