EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid 21 juni 2000 WERKDOCUMENT over hormoonontregelaars - achtergrondinformatie Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid Rapporteur: Torben Lund DT\413253NL.doc NL PE 290.147 NL Geschiedenis Het is niet nieuw dat kunstmatige chemische stoffen schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid, zoals de hormoonontregeling. In 1938 werd bij een onderzoek ontdekt dat sommige synthetische chemische stoffen oestrogene werking hebben1. Ongeveer dertig jaar geleden vestigde Rachel Carson de aandacht op de door sommige synthetische chemische stoffen veroorzaakte problemen. In het boek Silent Spring beschrijft zij hoe sommige synthetische chemische stoffen water, de bodem, in het wild levende dieren en zelfs mensen aantasten. Reeds toen waarschuwde zij tegen gevolgen als het dunner worden van eierschalen, kanker en uitsterving. Sedert haar waarschuwing heeft onderzoek geholpen de meest schadelijke chemische stoffen te identificeren en het gebruik ervan te beperken, werd een begin gemaakt met het ontdekken hoe deze stoffen de hormoonwerking kunnen belemmeren en aanleiding geven tot gezondheidsproblemen en werd de definitie van blootstelling aan giftige chemische stoffen, die tot nu toe tot kanker was beperkt, uitgebreid tot gezondheidsproblemen bij voortplanting en ontwikkeling. Wat zijn hormoonontregelaars? Vele algemeen gebruikte synthetische stoffen en natuurlijke plantaardige verbindingen kunnen het hormonale systeem wijzigen en aantasten. Deze lichaamsvreemde stoffen zijn geassocieerd met gezondheids- en voortplantingsproblemen bij wilde en laboratoriumdieren. Sommigen geloven dat deze in het milieu voorkomende stoffen de menselijke gezondheid, ontwikkeling en voortplanting op soortgelijke wijze kunnen aantasten, hoewel er nog geen rechtstreeks verband is vastgesteld tussen oorzaak en gevolg. Deze stoffen kunnen de hormoonhuishouding op vele manieren aantasten. Zo kunnen in de natuur bestaande oestrogenen de lichaamseigen oestrogenen die de vrouwelijke kenmerken bepalen, nabootsen of dezelfde werking hebben. Vele kunnen de hormonale werking blokkeren of geheel stopzetten. De stoffen die de vrouwelijke hormonen ontregelen worden anti-oestrogenen genoemd, terwijl stoffen die mannelijke hormonen ontregelen, antiandrogenen zijn. Andere stoffen kunnen hormonen zowel nabootsen als blokkeren. Nog andere, bekend als milieuontregelaars, wijzigen de samenstelling, eiwitreceptoren, afbraak en werking van natuurlijke hormonen. En om de zaak nog gecompliceerder te maken, vele chemische stoffen hebben verschillende effecten in verschillende diersoorten en organen. Ontregeling van de hormoonhuishouding kan vele oorzaken hebben en niet altijd worden toegewezen aan bepaalde chemische stoffen. Het kan gedeeltelijk te maken hebben met het moderne leven. Hormoonontregelaars kunnen mensen op vele manieren aantasten. Dit kan gebeuren door voedsel en drinkwater met chemische residuen. Chemische stoffen kunnen lang in de natuur aanwezig blijven en zich accumuleren via de voedselketen en in het vetweefsel van het organisme. Van meerdere hormoonontregelaars of verdachte 1 E.C. Dodds en W. Lawson (1938) "Molecular structure in relation to oestrogenic activity. Compounds without a phenantrene nucleus. Proceedings of the Royal Society of London. (Series B) 118, 222-232. PE 290.147 NL 2/8 DT\413253NL.doc hormoonontregelaars is bekend dat zij toxisch, hersenbeschadigend of kankerverwekkend zijn. Het is soms moeilijk vast te stellen welke chemische stoffen hormoonontregelaars zijn. Op de hoorzitting van 18 april 2000 van het Parlement bleek de noodzaak van een nieuwe benadering van de invloed van chemische stoffen. Dit geldt met name voor de timing van de blootstelling, duur, dosis, effecten van een chemicaliënmengsel en synergetische effecten. Van sommige stoffen is aangetoond dat zij zelfs in zeer geringe doses werken. Waar en hoe worden verdachte hormoonontregelaars gebruikt? Er zij op gewezen dat dit geen definitieve lijst is van hormoonontregelaars, maar een lijst van illustratieve voorbeelden van waar en wanneer verdachte hormoonontregelaars worden gebruikt. Momenteel buigt het Europees Parlement zich over een verslag over ftalaten als weekmakers in speelgoed. Ftalaten zijn een gevaar voor de gezondheid omdat zij o.a. ervan worden verdacht hormoonontregelaars te zijn. Aangezien zij als weekmakers voor plastic worden gebruikt, zijn zij algemeen verbreid. Zij kunnen worden gevonden in elektrische kabels, vinylvloerbedekking, auto's, lijm, verf, lakken, cosmetica en andere zachte PVC-producten. Bovendien omvat een aantal huishoudelijke producten hormoonontregelaars of verdachte hormoonontregelaars. Alkylfenolethoxylaten worden gebruikt in gewasbesproeiingsmiddelen, plastic, waterverf en cosmetica. schoonmaakmiddelen, Bisfenol A wordt gebruikt in epoxilakken, sommige soorten plastic vulsels, plastic waterflessen en flessen voor babyvoeding. TBT (tributyltin) wordt gebruikt tegen schimmels en algen. Aangroeiwerende verf wordt gebruikt om te voorkomen dat algen en andere zeeorganismen zich vastzetten aan de scheepsromp en bevat eveneens TBT. Organische chloorverbindingen worden meestal gebruikt in chemische sprays als DDT e.a., die thans in de EU zijn verboden. Grote hoeveelheden residuen van deze chemische stoffen zijn echter nog aanwezig. Polychloorbifenylen (PCB's) zijn een grote groep van nauw verwante industrieel geproduceerde synthetische oliën die bestendig zijn tegen vuur en elektrische ontladingen. Van 1930 tot ongeveer 1985 werden PCB's algemeen gebruikt in smeeroliën en elektrische toepassingen. Momenteel zijn deze stoffen in de meeste industrielanden verboden, maar er zijn nog steeds grote hoeveelheden residuen ervan. Dioxinen en furanen zijn welbekend en worden niet commercieel gebruikt. Beide stoffen komen o.a. voort uit de staalproductie, afvalverbranding, de productie van chloorhoudende chemische stoffen en het bleken van papier met chloor. DT\413253NL.doc 3/8 PE 290.147 NL Overeenkomsten tussen chemische stoffen en hormonen Het endocriene systeem bestaat uit een aantal klieren, zoals de schildklier, geslachtsklieren en bijnieren, en de hormonen die zij produceren, t.w. thyroxine, oestrogeen, testosteron en adrenaline, die een regulerende werking hebben bij de ontwikkeling, groei, voortplanting en het gedrag van dieren en dus ook van mensen. Hormonen zijn signaalstoffen die zich door de bloedbaan bewegen en in andere delen van het lichaam reacties teweeg brengen. Hormoonontregelaars ontwrichten waarschijnlijk de werking van dit ingewikkelde systeem op tenminste drie mogelijke manieren: door het nabootsen van de werking van een natuurlijk geproduceerd hormoon zoals oestrogeen of testosteron, waardoor soortgelijke chemische reacties in het lichaam plaatsvinden, door het blokkeren van de receptoren in de cellen waar de hormonen terecht komen (hormoonreceptoren), waardoor ze de werking van normale hormonen in de weg staan, of door het aantasten van de synthese, het transport, het metabolisme en de uitscheiding van hormonen waardoor de concentraties van de natuurlijke hormonen worden gewijzigd. De effecten van hormoonontregelaars Foetussen en embryo's, waarvan de groei grotendeels wordt geregeld door het endocriene systeem, zijn klaarblijkelijk bijzonder gevoelig voor blootstelling aan hormoonontregelaars. De moeders kunnen verontreinigde stoffen doorgeven aan hun ongeboren jongen in het ei (vogels, reptielen, enz.) of in de baarmoeder (zoogdieren) en na de geboorte bij het zogen. Aldus kunnen de jongen, zelfs al schijnen de volwassen dieren die zijn blootgesteld aan hormoonontregelaars geen gevolgen te ondervinden, hun hele leven lang kampen met gezondheidsproblemen en veranderingen in hun vermogen om zich voort te planten, zoals verminderde vruchtbaarheid en verandering in seksueel gedrag, alsmede een verzwakt immuunsysteem en kanker. Ook al weet niemand precies hoe en in welke mate fyto-oestrogenen, natuurlijke veel voorkomende hormonen, het endocriene systeem aantasten, is er reden tot bezorgdheid, omdat het endocriene systeem van vitaal belang is voor onze gezondheid. Hormonen als oestrogenen regelen groei, voortplanting, metabolisme, terwijl het immuunsysteem de lichamelijke ontwikkeling en de voortplanting regelt en zorgt voor het evenwicht van de normale lichamelijke functies. Het probleem met industrieel geproduceerde chemische stoffen is dat zij ervan worden verdacht zich te gedragen als natuurlijke hormonen, hetgeen betekent dat de meest waarschijnlijke gezondheidsproblemen in verband zullen staan met seksuele ontwikkeling, voortplanting en kanker, zoals borst- en testikelkanker. Het is bewezen dat hormoonontregelaars in sommige gevallen schadelijke gevolgen hebben voor de menselijke gezondheid. De ervaringen uit dierproeven wijzen er echter op dat hormoonontregelaars in de toekomst dezelfde wijdverbreide gevolgen voor mensen kunnen hebben. PE 290.147 NL 4/8 DT\413253NL.doc DT\413253NL.doc 5/8 PE 290.147 NL Bij vrouwen: borstkanker, kanker aan de voortplantingsorganen, mastopathieën, polycystisch syndroom van de eierstokken, endometriose, baarmoederfibromen en bekkenontsteking2. Bij mannen: verminderde/slechte zaadkwaliteit (lage spermatelling, gering ejaculaatvolume, groot aantal abnormale spermacellen, gering aantal mobiele spermacellen), testikelkanker, misvormde voortplantingsorganen2. Gevolgen voor de mens Sedert het initiatiefverslag van het Parlement over hormoonontregelaars in 1998 is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van menselijk sperma. Professor Niels Skakkebæk, die ook deelnam aan de hoorzitting van het Parlement van 18 april 2000, heeft dit onderzoek verricht. Het onderzoek is een samenvatting van en discussie over verschillende onderzoekingen over de kwaliteit van menselijk sperma. Het onderzoek concludeert dat de vermindering van de spermakwaliteit een grote bedreiging vormt voor de voortplanting. Dit komt tot uitdrukking in het feit dat ongeveer 4% van de Deense kinderen worden verwekt met hulp van buitenaf. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat de spermakwaliteit van 133 miljoen cellen/ml in 1938 is verminderd tot 66 miljoen/ml in 19903. Indien de spermakwaliteit daalt tot een niveau van minder dan 40 miljoen/ml, dan heeft dit negatieve gevolgen voor het voortplantingsvermogen. Vermeld zij dat de onderzoekingen waarbij een vermindering van de spermakwaliteit naar voren kwam, alle zijn verricht in of in de buurt van grote Europese steden. Nog een feit: hoe jonger de mannen waren, hoe lager de spermatelling. Tevens onderzocht professor Skakkebæk de ontwikkeling van en het verband tussen testikelkanker en het mannelijk voortplantingsvermogen. Het aantal gevallen van testikelkanker is toegenomen van 2 tot 4% voor mannen jonger dan 50 jaar en komt het meest voor bij mannen onder de 30 jaar. De reden voor deze zorgwekkende ontwikkeling kan niet met zekerheid worden toegeschreven aan hormoonontregelaars, maar professor Skakkebæk vermeldt de volgende stoffen: organische chloorverbindingen, pesticiden, PCB's, alkylfenolpolyethoxylaten, ftalaten en bisfenol A als stoffen die rechtstreeks het endocriene systeem ontregelen. In de laatste decennia is borstkanker in vele landen toegenomen. In Finland is het aantal vermelde gevallen van borstkanker toegenomen van 25 per 100.000 inwoners in 1953 tot 40 per 100.000 inwoners in 1980. In Denemarken van 40 per 100.000 inwoners in 1945 tot ongeveer 60 per 100.000 inwoners in 1980. Ook al kan een aantal oorzaken van deze ontwikkeling liggen in de levensstijl (roken, stress en ongezond dieet), zijn lang niet alle oorzaken die hiertoe kunnen bijdragen duidelijk. Andere studies vonden een ongebruikelijk 2 3 Tulane en Xavier Universities, New Orleans, LA. www.tmc.edu/ECME/eehome/basics/effects. Elisabeth Carlsen en Jorma Toppari en Niels Skakkebæk Secular Changes in male reproductive health. PE 290.147 NL 6/8 DT\413253NL.doc hoge concentratie van synthetische chemische stoffen bij vrouwen die borstkanker hebben gekregen (zie: Een uitdaging voor de milieuwetgeving van de EU, blz. 11). Bij verschillende onderzoekingen is verband gevonden tussen de DDT-concentratie en borstkanker. Een uitgebreid onderzoek wees op dit verband bij Amerikaanse zwarte vrouwen en Europese vrouwen, maar niet bij Aziatische vrouwen. Onderzoek dat was gebaseerd op meer dan 11.000 monsters van borsttumoren in de VS toonden een verhoging aan van op oestrogeen reagerende soorten borstkanker, alsmede de oestrogeenreceptordichtheid van deze tumoren. Nog een uitgebreid onderzoek naar de gevolgen van PCB's voor mensen betreft kinderen van Taiwanese vrouwen die in 1979 spijsolie gebruikten met grote hoeveelheden PCB's en furanen. Dit onderzoek werd zowel op embryo's als kinderen gedaan. Deze kinderen wogen minder, toonden een abnormale ontwikkeling van de penis, verzwakte motorische functies en concentratiemoeilijkheden. (M. YU et al "Disordered Behavior in the Early Born Taiwan Yucheng Children"). Een onderzoek bij vrouwen die vis uit het Michiganmeer aten die PCB's en andere chemische stoffen bevatten, toonde het verband aan tussen de hoeveelheid geconsumeerde vis en een lager gewicht bij de geboorte en omvang van het hoofd van hun kinderen. Deze kinderen hadden geringe reflecties en een slechte motorische functie. Bovendien leerden zij moeilijk en scoorden minder punten bij talen- en geheugentests. Het is niet bewezen dat PCB's alleen verantwoordelijk zijn voor deze effecten, aangezien de moeders aan een reeks chemische stoffen waren blootgesteld (Y. Guo et al "Growth Abnormalities in the Population exposed to PCB's and Dibenzofurans"). Gevolgen voor in het wild levende dieren Een reeks verschillende synthetische chemische stoffen is in de gehele wereld gevonden, omdat zij algemeen worden gebruikt, niet gemakkelijk worden afgebroken en naar andere plaatsen worden vervoerd via de lucht, het water en bioaccumulatie door de voedselketen. Deze chemische stoffen of dikwijls hun meer schadelijke afbraakproducten worden gevonden in de bodem, het water, planten en dieren, overal van de Zuid- tot de Noordpool. Alle dieren, ook mensen, accumuleren sommige van deze chemische stoffen in hun vetweefsel en geven ze dikwijls door aan hun nakomelingschap en roofdieren. In sommige gevallen, wanneer wilde dieren en mensen bij ongeluk worden blootgesteld aan chemische stoffen, zijn voortplantings- en ontwikkelingsproblemen het gevolg, bijv.: alligators in Lake Apopka in Florida werden blootgesteld aan de oestrogene verontreinigende stoffen dicofol, DDT en de metabolieten ervan, DDD, DDE en chloroDDT, toen er in 1980 een grote lekkage was bij een chemische fabriek in de buurt. Tien jaar later vonden onderzoekers die trachtten uit te vinden waarom de alligatorpopulatie in het meer daalde, een hoog sterftecijfer bij eieren en pasgeboren alligators. Tevens vonden zij dat jonge vrouwtjes leden aan ernstige afwijkingen aan de eierstokken en de bloedoestrogeenspiegel tweemaal zo hoog was dan normaal. De jonge mannelijke alligators waren vervrouwelijkt, d.w.z. zij hadden kleinere penissen, abnormale testikels en hogere oestrogeen- en lagere testosteronbloedspiegels dan normale mannetjes van diezelfde leeftijd. De onderzoekers concludeerden dat de chemische stoffen van de DT\413253NL.doc 7/8 PE 290.147 NL lekkage niet alleen zich ontwikkelende eieren grondig vernietigden, maar tevens het endocriene systeem van de embryo's wijzigden (hormoonconcentratie en seksuele ontwikkeling), waardoor het voortplantingsvermogen van de alligators ernstig was verminderd4. Wetenschappers van het "Norsk Polarinstitut" hebben samen met Canadese geleerden juist een uitgebreid onderzoek naar ijsberen afgesloten. De wetenschappers documenteerden dat een sterke blootstelling aan PCB's negatieve gevolgen heeft voor de geslachtshormonen, stofwisselingshormonen en stresshormonen en dat het relatief veel voorkomen van pseudohermafrodiete ijsberen in het Svalbardgebied kan worden toegeschreven aan de hoge PCB-concentraties die de geslachtshormonen aantasten5. PCB's zijn in West-Europa verboden, maar worden nog steeds gebruikt bij de Russische energieproductie. Bovendien zijn er nog grote hoeveelheden PCB's op Europese stortplaatsen. PCB's worden zowel door de wind, als zeestromingen en ijs vervoerd. Een onderzoek van het Nationale Milieuonderzoekinstituut in Denemarken toonde aan dat vele zeeslakken in de Deense wateren aan imposeks lijden. Imposeks geeft o.a. verandering van geslacht: vrouwelijke slakken ontwikkelen mannelijke kenmerken, zoals een penis en een zaadleider, zodat de slakken pseudohermafrodiet worden. In een later stadium betekent imposeks dat de slakken steriel worden of doodgaan. In Denemarken lijden alle slakken van de soort rode wulk aan imposeks en tenminste acht andere soorten zijn aangetast. Imposeks staat in nauw verband met het gebruik van TBT (tributyltin). TBT wordt gebruikt tegen schimmels en algen. Scheepseigenaars gebruiken aangroeiwerende verf met TBT tegen algen. De hormoonontregelende werking van TBT is goed gedocumenteerd, zowel door laboratoriumproeven als onderzoekingen op verschillende plaatsen in de kustwateren. De stof is uiterst gevaarlijk: minder dan 0,5 nanogram/liter kan imposeks veroorzaken (1 nanogram = 1 duizendmiljoenste gram). Geschat wordt dat in de Deense wateren ongeveer 0,6 tot 4,9 ton TBT wordt geloosd. Het gevolg hiervan is een TBT-concentratie van 0,3 tot 2,4 nanogram/liter, wanneer wordt aangenomen dat de stof gelijkmatig is verdeeld en niet wordt afgebroken. Deze concentraties zouden een uitleg kunnen zijn voor imposeks6. 4 L.H. Guilette Jr. (1995) "Endocrine disrupting environmental contaminants and developmental abnormalities in embryos". Human and Ecological Risk assessment. 1 (2): 25-36. 5 Voor nadere informatie zie: www.npolar.no. 6 Voor verdere informatie, zie: http://www.dmu.dk/1 english/default.asp. PE 290.147 NL 8/8 DT\413253NL.doc