Labonderzoek bij vermoeidheid • • • • • • • De bezinkingssnelheid van de erytrocyten (BSE, bezinking) is afhankelijk van de eiwitsamenstelling van het bloedplasma. Bij een normale bezinking kan een acute en/of chronische ontsteking nagenoeg worden uitgesloten. • CRP of C-reactief proteïne is een eiwit dat bij infecties door de lever wordt aangemaakt (acuut fase eiwit). CRP is behulpzaam bij het opruimen van bacteriën zoals pneumococcen C, vandaar de naam. Het CRP-gehalte is ook verhoogd bij grote operaties en ernstige verwondingen. CRP wordt snel aangemaakt en weer afgebroken waardoor het een goede maat is voor het optreden en weer verdwijnen van een (acute) infectie (of verwonding). • Het hemoglobinegehalte (Hb) van het bloed geeft aan of er voldoende aanmaak en vulling is van de rode bloedcellen. Hemoglobine is verantwoordelijk voor het zuurstoftransport in het bloed. Aangezien voor zowel lichamelijke als geestelijke inspanning een goede aanvoer van zuurstof vereist is, geeft een te laag hemoglobinegehalte aanleiding tot vermoeidheid of problemen bij inspanning. Een verlaagd Hb (anemie of bloedarmoede) kan worden veroorzaakt door een versneld verlies of vertraagde aanmaak van rode bloedcellen. Door het bepalen van de grootte en de vulling (volume) van de rode bloedcellen (MCV), de aanwezigheid van belangrijke bouwstoffen (foliumzuur, vitamine B12, ferritine) alsmede merkstoffen voor afbraak (LDH) en aanmaak (reticulocyten) kan er een uitspraak worden gedaan over de mogelijk oorzaak van de bloedarmoede. Er wordt dan in het algemeen een bloedbeeld bepaald waarin al deze bovengenoemde waardes worden meegenomen, inclusief ook hematocriet. Suikerziekte (diabetes mellitus) treedt op als het hormoon insuline te weinig wordt aangemaakt of te weinig effect op het lichaam (m.n. spiercellen en levercellen) heeft. Dit leidt tot een verstoorde stofwisseling met onder andere verhoogde glucose (bloedsuiker) spiegels. De schildklier heeft een centrale rol in de stofwisseling. Bij een tekort aan schildklierhormoon verlopen allerlei processen in het lichaam trager hetgeen vaak gepaard gaat met klachten als moeheid, traagheid, lusteloosheid, gewichtstoename, en obstipatie. Een te snel werkende schildklier leidt juist tot versnelling van veel processen wat kan leiden tot gejaagdheid, vermagering, hartkloppingen en diarree. Bij een te snel of te traag werkende schildklier zal de hoeveelheid schildklierhormoon (vrij T4) te hoog of te laag zijn. Daarbij gaat het hormoon dat de schildklier stimuleert (TSH) omlaag of omhoog. Veranderingen in dit TSH geven heel gevoelig aan of de schildklier te snel of te traag werkt. Vitamine D kan met name in de winterperiode flink dalen. Er wordt een normaalwaarde aangehouden van 50 nmol/l, maar voor sporters is optimaal boven de 75 nmol/l. Vitamine D is een belangrijk hormoon dat o.a. betrokken is bij spierfunctie, afweer en - bij een te lage waarde - ook vermoeidheid en spier/gewrichtspijn geeft. Vitamine B6 kan vermoeidheid geven bij een overdosering. Dit kan ontstaan bij inname van veel te hoog gedoseerde voedingssupplementen met vaak meer dan 500% van aangeraden dagelijkse hoeveelheid (ADH). Vermoeidheidsklachten zijn het gevolg. Creatinekinase (CK). Bij beschadiging van de spiercel (bijvoorbeeld na zware training of wedstrijd) zal er CK uit de spier lekken en is de CK waarde verhoogd. Ureum is een afbraak product wat vrij komt na afspraak van eiwitten, dus dit kan een indruk geven over de (eiwit)afbraakprocessen in het lichaam. De volgende bepalingen worden vaak pas later uitgevoerd, als er geen oorzaak gevonden is in boventaande bepalingen en klachten toch blijven bestaan: • Bij al veel langer bestaande vermoeidheid kan er ook gekeken worden naar virale infecties zoals M. Pfeiffer (Epstein Barr virus) of ook wel mononucleosis infectiosa genoemd, en ook Cytomegalie Virus (CMV) kan een veroorzaker zijn. • Hormonale bepalingen (zoals testosteron en cortisol) zijn meestal niet zo zinvol. Vanwege het circadiane ritme van de hormoonspiegels (deze spiegels variëren met het dag-nacht ritme) kun je hierover weinig harde conclusies trekken. Verder moet je ook meerdere waardes van hormonen hebben om iets te zeggen over afname of toename van de concentratie. Veel meer informatie over de diverse bloedwaardes is te vinden op: www.uwbloedserieus.nl/aanvraagformulier.php