Schildklier; van basale histologie tot DNA. Dr. Francien van Nederveen, patholoog PAL Dordrecht. De schildklier is een relatief klein vlindervormig endocrien orgaan in de hals. Aandoeningen van de schildklier kunnen echter grote invloed hebben op het hele lichaam. Deze kunnen ontstaan door aandoeningen van de schildklier in de vorm van ontsteking, maar ook maligniteiten van de schildklier hebben een effect op de hormonen in het lichaam. Basale histologie van de schildklier is onder te verdelen in een dominant celtype; het follikelepitheel. Deze cellen produceren schildklierhormoon en reguleren de afgifte hiervan naar het lichaam. Dit hormoon wordt opgeslagen in follikels in de vorm van colloid. Hiernaast zijn er een klein aantal parafolliculaire cellen of C-cellen in de schildklier, deze zijn echter zonder immunohistochemisch onderzoek niet te onderscheiden van follikelepitheelcellen. Deze cellen produceren calcitonine, welke een functie heeft bij het op niveau houden van de calciumspiegel in het bloed. Aandoeningen van de schildklier zijn met name ontsteking en vorming van weefsel (neoplasie), welke goedaardig en kwaadaardig kunnen zijn. Meest voorkomende ontstekingen, neoplasieën en hun histologische kenmerken zullen worden besproken. Belangrijkste maligniteiten zijn het papillair schilkdliercarcinoom en het folliculair schilkdliercarcinoom. Naast histologische kenmerken kunnen ook verworven afwijkingen in het DNA helpen bij diagnostiek van schildklierafwijkingen. Ook deze zullen kort worden toegelicht.