Postgraduaat cultuurbemiddeling Het voorbije decennium, vooral dan sedert het invoeren van het decreet op het geïntegreerd lokaal cultuurbeleid in 2001, is het denken rond de functies van cultuur in een stroomversnelling gekomen. De spanning tussen lage en hoge cultuur, het probleem van (het gebrek aan) kunst- en cultuureducatie in het onderwijs, het vraagstuk van participatie in het algemeen en in het bijzonder de participatie van geselecteerde doelgroepen komen meer en meer op de voorgrond. De rol die cultuur kan (of moet) spelen wordt nadrukkelijk in beleidsteksten opgenomen. Het maatschappelijke debat hierover draait op volle toeren en het lokaal en bovenlokaal cultuurbeleid zijn meer dan ooit daarin betrokken. Vaak stellen cultuurwerkers zich de vraag naar het hoe en waarom van hun veeleisend engagement. De job vraagt immers tegelijk vakkennis, vaardigheden en flink wat enthousiasme, naast de nodige flexibiliteit. In dat geval is het handig om weten wat de staprichting van de functie is: waar doet men het voor, wat wil men bereiken, wat zijn de doelstellingen op langere termijn. Hoe houdt een cultuurwerker het midden tussen publiek, verenigingen, medewerkers, overheden, collega’s en vrijwilligers? En vooral: hoe ziet dat ‘midden’ er dan wel uit? Al te dikwijls krijgt de cultuurwerker niet de tijd om over dat alles na te denken, terwijl zijn werk een deel is van zijn wezen, van zijn persoon. Deze opleiding wil alvast een kader aanreiken om zich op een deskundige manier een plaats in het veld te zoeken en stil te staan bij de opdracht, het materiaal, de functie en het doel van cultuurwerk. De cultuurwerker is een bemiddelaar in cultuur. Hij is een draaischijf met welbepaalde opties. Zijn werk is van existentiële aard, en ook dat maakt het boeiend en intrigerend. Het postgraduaat cultuurbemiddeling kan terugvallen op vakspecialisten met uiteenlopende achtergrond. Want ook dat is bemiddelen: al die achtergronden vaak in slechts één persoon verenigen. Vanuit uiteenlopende hoeken wordt interactief een antwoord gezocht op de vraag wat de bestaansreden van de cultuurwerker is, wat zijn bijdrage tot het verbeteren van mens en samenleving zou kunnen zijn. Cultuur is een hefboom. Alleen is het van wezenlijk belang dat de cultuurwerker zich daar van bewust is, en dat de middelen en de richting hem of haar niet afschrikken. DOELSTELLING & EINDTERMEN Doelstelling De opleiding wil een gespecialiseerde bijdrage leveren aan de vraagstukken van trajectmatige culturele bemiddeling zoals ze in de sector van jeugd, cultuur, bibliotheken… meer en meer aan bod komen. In het bijzonder focust de opleiding op het aanbieden van een overzicht van kenmerken van doelgroepen en cultuurproducten, om van daaruit de expertise van het creatief en vernieuwend opzetten van trajecten te exploreren. Daarbij is de maatschappelijke opdracht van cultuur en van sociaal werk bepalend. Eindtermen De student heeft bij het afronden van deze opleiding een aantal doelen bereikt. Hij of zij kan: - het ruime aanbod van cultuurproducten overzien en als beginnend criticus bestuderen; - de bruikbaarheid van cultuurproducten beoordelen in functie van een bemiddelingsproces; - cultuurkenmerken van personen en groepen herkennen en erkennen; trajecten ter bemiddeling tussen cultuurproducten en personen of groepen concipiëren; projecten en processen binnen de missie van de organisatie plaatsen en binnen de organisatiecultuur; de eigen rol als maatschappelijke actor op een sociaal verantwoorde manier invullen. STRUCTUUR Planning Semester 1 Semester 1 Semester 1 Semester 2 Semester 2 Semester 2 Sem. 1 en 2 Totaal Opleidingsonderdelen Studie van het landschap (OOD 1) Kijken naar cultuuruitingen (OOD 2) Methode van bemiddeling (OOD 3) Culturele antropologie (OOD 4) Cultuurcommunicatie (OOD 5) Cultuurkritiek (OOD 6) Geïntegreerde proef (OOD 7) Studiepunten 6 4 7 3 3 8 9 40 Aantal contacturen 12 x 2 10 x 2 12 x 3 9x2 9x2 12 x 3 8x2 INHOUD Module 1: PRODUCTGERICHTHEID OOD 1 Studie van het culturele landschap (6 SP) Inhoud Een overzicht van de hedendaagse cultuuruitingen is in deze opleiding uiteraard onontbeerlijk. Er staat altijd wel wat te gebeuren op vlak van theater, dans, kunstencentra, werkplaatsen, kunsteducatie, muziek, audiovisuele kunsten, sociaal-artistiek werk, architectuur, vormgeving, beeldende kunsten, nieuwe media, literatuur, erfgoed, musea of film. Om van de recente zogenaamde ‘crossovers’ nog te zwijgen. Ook een overzicht van het cultuurbeleid is voor dit opleidingsonderdeel essentieel: de veelvoudige regelgeving en andere juridische aspecten, het historisch kader ervan, trends in het cultuurbeleid etc. Onderwijsvorm Theorie en praktijk(bezoek) worden aan elkaar gekoppeld. Door het landschap onder de studentengroep te verdelen, wordt de breedte ervan verkend. De terugkoppeling vindt plaats tijdens de contacturen. De inzichten met betrekking tot het cultuurbeleid worden in de colleges aangeboden en besproken. Studieomvang 6 SP, 150 tot 180 uur studiebelasting Beoordelingsvorm - Beoordeling van de eigen bijdrage aan de cursus (werkbezoeken) - mondeling examen OOD 2 Kijken naar cultuuruitingen (4 SP) Inhoud Het is geen sinecure om op een doordachte manier om te gaan met artistieke kwaliteit. Wat is precies kwaliteit, hoe herkent men haar? Wat is intersubjectiviteit? Hoe beslist men welke voorstelling of tentoonstelling men zal organiseren en welke net niet? Onderwijsvorm Op basis van cases uit OOD1 wordt gedebatteerd over artistieke kwaliteit. Daarbij worden de nodige referentiekaders bestudeerd en toegepast. Studieomvang 4 SP, 100 tot 120 uur studiebelasting Beoordelingsvorm Casestudie in de vorm van een paper, toelichting in de examenperiode Module 2: MENSGERICHTHEID OOD 3 Culturele antropologie (3 SP) Inhoud De cultuurbeleving in Vlaanderen heeft de laatste jaren, onder meer door de vermenigvuldiging en herdefiniëring van doelgroepen, grondige wijzigingen ondergaan. Hoe ziet de samenstelling van de verschillende doelgroepen eruit? Hoe beleeft en begrijpt men cultuur in en van andere continenten? Hebben geschiedenis en ervaring onze kijk op dat alles aangepast of gewijzigd? Wat leert het theoretisch kader ons hierover? Onderwijsvorm Hoorcollege met interactieve gespreksvormen. Studenten krijgen de kans om een ‘andere’ cultuurbeleving te exploreren (alleen of in kleine groep) en dit toe te lichten aan medestudenten. Studieomvang 3 SP, 75 tot 90 uur studiebelasting Beoordelingsvorm Permanente evaluatie en beoordeling presentatie OOD4 Culturele communicatie (3 SP) Inhoud Een vlekkeloze en doeltreffende communicatie is in de cultuursector onontbeerlijk. De nieuwe media vormen voor de cultuurwerker over het algemeen geen geheim meer: cultuur- en gemeenschapscentra bedienen zich nadrukkelijk van websites en andere, veelsoortige vormen van communicatie. Het is daarbij essentieel dat de boodschap niet alleen visueel goed wordt verpakt, maar dat ze ook vlot geschreven is en goed leesbaar voor de ontvangers ervan. Wervend kunnen schrijven is erg belangrijk. Inzicht in (aspecten van) communicatiewetenschap, het hanteren van uiteenlopende communicatiekanalen, een overzicht van de bestaande media en de stand van zaken m.b.t. digitalisering kunnen daarbij alleen maar helpen. Onderwijsvorm Hoorcollege met oefenmomenten en voorbereidingsopdrachten Studieomvang 3 SP, 75 tot 90 uur studiebelasting Beoordelingsvorm Schriftelijk examen Module 3: PROCESGERICHTHEID OOD5 Methode van bemiddeling ( 7 SP) Inhoud Cultuurbemiddeling situeert zich op verschillende niveaus en in gedifferentieerde kaders. Het is noodzakelijk dat de cultuurwerker een goed overzicht bewaart over de plaatsen en methodes van bemiddeling tussen cultuurproducent en -consument, tussen gebruikers onderling, tussen de verschillende niveaus van cultuurproductie en participatie. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de theoretische onderbouw van kunst- en cultuureducatie, aan proces- en trajectwerking, aan (vernieuwende) methodiekontwikkeling en creativiteit. Onderwijsvorm Combinatie van methoden. Er worden hoorcolleges ingelegd met gastlezingen en debatten. Daarnaast zal een training rond creativiteit ingebouwd worden en zal in groepsvorm een vraagstuk uit de sector worden onderzocht en uitgewerkt. Studieomvang 7 SP, 175 tot 210 uur studiebelasting Beoordelingsvorm Een deel op het groepswerk en een deel op een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. OOD6 Geïntegreerde proef (9 SP) Inhoud In de geïntegreerde proef worden de verworven inzichten en vaardigheden aan elkaar gekoppeld. Via de beschrijving van een probleemstelling probeert de student een vernieuwend cultuurbemiddelingstraject te genereren, gekoppeld aan een uitvoeringsfase en toegepast op een case die hem of haar goed ligt en/of aansluit bij persoonlijke ervaringen. Onderwijsvorm Na enkele hoorcolleges over de opdracht volgt een individuele begeleiding die doorheen het academiejaar garant moet staan voor een kwaliteitsvol eindproduct. Studieomvang 9 SP, 225 tot 270 uur studiebelasting Beoordelingsvorm Panel van externe jury bij een uitgebreide presentatie en een lokale beoordeling. Module 4: MAATSCHAPPIJGERICHTHEID OOD7 Cultuurkritiek (8 SP) Inhoud Belangrijke cultuurkritische denkers worden bestudeerd met het oog op een beter begrip van het wezen van cultuur en cultuurkritiek. Aspecten van massificatie, moderniteit en individualisme worden onderzocht en gedocumenteerd. Diversiteitvraagstukken worden van hieruit benaderd. Bij dat alles is het de bedoeling dat men een eigen cultuurkritisch parcours kan traceren en verwoorden. Vanuit de cultuurkritiek worden antwoorden gezocht op essentiële vragen die in deze opleiding aan de orde werden gesteld. Onderwijsvorm Hoorcolleges, referaten en debat Studieomvang 8 SP, 200 tot 240 uur studiebelasting Beoordelingsvorm individuele paper en referaat, toepassingsvraagstuk PRAKTISCHE INFORMATIE Het programma wordt aangeboden in één lesdag per week: dinsdag van 13.30 tot 21.00 uur. Dit impliceert dat bepaalde samenwerkingsverbanden kunnen resulteren in het bijwonen van namiddag- of avondvoorstellingen. Werkstudenten kunnen op die manier ook besparen op het verlof dat ze moeten nemen om naar de les te kunnen komen. Bovendien ontloopt men de verkeersdrukte, wat de nodige ademruimte oplevert. Voor het aantal contacturen per opleidingsonderdeel gebruiken we dezelfde parameters als in de dagopleiding: 1 studiepunt (SP) = 25 tot 30 uren studiebelasting De lokalen van het departement zijn volledig uitgerust en voorzien van moderne ICT mogelijkheden. Toelatingsvoorwaarden Het programma mag beschouwd worden als een gespecialiseerde bijscholing. Er worden maximaal 20 studenten toegelaten, dit om de werkbaarheid en interactie te optimaliseren. De kandidaat dient een bachelor- of masterdiploma behaald te hebben. Er is geen vereiste van een specifieke vooropleiding. In een intakegesprek wordt gepolst naar de persoonlijke motivering en achtergrond van de kandidaat, dit met het oog op de inpassing van de studie in zijn of haar persoonlijk opleidings- en beroepstraject. Concreet Inschrijvingsgeld: € 1350 Plaats: Sociale School Heverlee – Groeneweg 151 – 3001 Heverlee Tijdstip lessen: elke dinsdag van 13.30 tot 21.00 uur Studieprogramma: 40 studiepunten 7 opleidingsonderdelen gespreid over 4 modules Duur: 1 academiejaar Opleidingstaal: Nederlands Info & aanmelding Departement Sociale School Heverlee Groeneweg 151 3001 Heverlee Tel. 016 375 100 Contactpersonen: - Christel Bruninx, Opleidingshoofd Permanente Vorming, [email protected]; tel. 016 375 155 - Peter Wouters, Opleidingshoofd Sociaal-cultureel Werk, [email protected]; tel. 016 375100 - Stefan Vandenbossche, programmacoördinator, [email protected];tel.0486 394738