Het boek dat hierbij hoort heet - zo leer je nog eens wat over de invoering van de vmbo ict-route. Geschreven door Jos de Kleijn en Carla van den Brandt. STUDIELOOPBAANBEGELEIDING – HET VOEREN VAN STUDIEREGIE [email protected] [januari 2007] In het leerlijnenmodel worden de projecten, cursussen en trainingen geschreven volgens het stramien van professioneel leren. Dat is de manier waarop professionals in de dagelijkse praktijk leren. Het voldoet aan de volgende kenmerken: Een professional leert inductief aan de hand van concrete problemen in een context. Het werkmodel staat centraal. Het zijn de stappen de een professional maakt om de problemen te bewerken tot een probleem, waar hij wat mee kan. De benodigde kennis die aan deze stappen hangen is een belangrijk onderdeel ervan. Het is gericht op een afrekenbaar resultaat, een kleine of groot beroepsproduct. Achterliggende – Grote - theorieën helpen bij de inrichting van het werkmodel. Zij zorgen voor de patroonherkenning van het probleem en dus de transfer naar volgende situaties. Veel opdrachten in de studieloopbaanbegeleiding voldoen niet aan deze kenmerken. Achterliggende opdrachten staan geïsoleerd, worden deductief aangestuurd en gaan over de grenzen van de studieloopbaanbegeleiding. 1Veel opdrachten sturen losse zelfkennis aan. Veel onderwerpen in de studieloopbaanbegeleiding zijn achterliggende opdrachten. Ze zijn gericht op de ontwikkeling van het zelfkennis. Voorbeelden zijn: de leerstijlentest van Kolb, de groepsrollen van Belbin, een persoonlijkheidstest, een beroepstest, zwakte/sterke analyses, het formuleren van persoonlijke leerdoelen, werken aan je levens thema, een ambitieonderzoek, het ontwikkelen van arbeidsidenteit. Het zijn interessante opdrachten, maar zijn krachteloos als ze de verbinding missen met opdrachten als het kiezen van studieonderdelen, het kiezen van stageplaatsen, het verwerven van een baan, het ontwikkelen van een portfolio. Daardoor klagen studenten dat ze er vaak niks mee kunnen. 2 Het pakken van kansen versus het maken van studieplannen. Veel opdrachten in de studieloopbaanbegeleiding zijn van het type ‘we maken een studieplan’ of ‘we formuleren persoonlijke leerdoelen’ of ‘we werken aan deze competenties’ of ‘we werken aan onze zwakke punten’;. In de beroepspraktijk komen dit type opdrachten weinig voor. Voor een professional zijn studie- en loopbaankeuzen meer van het type ‘we pakken een kans’ en minder van het type ‘we maken een studieplan’. Een portfolio is bedoeld om studenten leren te reflecteren op de ervaringen van de afgelopen onderwijsperiode. Niet met het doel nieuwe studieplannen te maken, maar om studenten te helpen nieuwe kansen te pakken in studie en stage. Als opleidingen keuzemogelijkheden aanbieden, zullen studenten eerder hun stages, projecten en cursussen kiezen op basis van kansen die ze zien – en dat rationaliseren, dan op basis van een studieplan dat ze gemaakt hebben. 3 NAVERTELLEN HEEFT MEER EFFECT DAN REFLECTEREN De studieloopbaanlijn is een ervarings reflectielijn. Zonder ervaring geen reflectie. Het leren van studenten is meer het verzilveren van de reeds afgelegde weg, het zogenaamde leren van je eigen ervaring. Via reflectie kan vast gesteld worden wat het eigen aandeel in die ervaring is, waar een student zelf verantwoordelijk voor is geweest en wat de effecten zijn van de gemaakte keuzen in gedrag. Opdrachten waarin studenten gevraagd wordt na te vertellen wat er gebeurd is werken makkelijker, dan opdrachten waarin studenten gevraagd wordt een reflectieverslag of logboek te schrijven. Wat is er gebeurd?, wat heb je gedaan?, welke keuzen heb je gemaakt?, zouden standaardvragen van een studieloopbaanbegeleider moeten zijn. In het navertellen verloopt de reflectie bijna automatisch. 4 LOOPBAANTRAININGEN BEHOREN OP DE TRAININGSLIJN Veel opdrachten op de studieloopbaanbegeleiding zijn loopbaantrainingen. Het zijn trainingen, zoals het schrijven van sollicitatiebrieven, het voeren van sollicitatiegesprekken, het zoeken, kiezen en houden van je baan, stageplaats of vrijwilligerswerk, het opbouwen van netwerken en het voeren van netwerkgesprekken. Loopbaan trainingen vormen goede voertuigen om achterliggende zelfkennis aan te sturen. Alleen loopbaan trainingen zijn trainingen en horen op de trainingslijn. Zelfs als de studieloopbaanbegeleider degene is die deze trainingen verzorgd is het nog geen studieloopbaanbegeleiding. Ook beroepstrainingen rond samenwerken, vergaderen, presenteren leveren veel zelf- en beroepskennis op.Ook zij behoren op de trainingslijn. Opdrachten die rechtstreeks zelfkennis aansturen [bijvoorbeeld een sterke zwakte analyse] of kennis van de eigen bekwaamheden en ambities worden zinvol door hen te koppelen aan bovenstaande trainingen. Een opdracht voor het maken van een sterkte/ zwakteanalyse of het schrijven van een levensboek zijn goede voorbereiding op het schrijven van een sollicitatiebrief. Je kunt geen ‘motieven’ voor deze baan onder woorden brengen als je niets van jezelf weet. Een dergelijke werkwijze heeft twee voordelen. De student snapt beter waarom hij opdrachten over zichzelf krijgt en de studieloopbaanbegeleider zit niet met ‘lege’ opdrachten. Opdrachten die op zich interessant zijn, maar waarvan hij ook niet weet wat er met de resultaten kan gebeuren. We kunnen het ook andersom zeggen: door het geven van deze loopbaantrainingen krijgt de studieloopbaanbegeleider extra mogelijkheden om achterliggende onderwerpen aan te over het zelfbeeld van studenten, wat ze kunnen en wat ze willen, aan te sturen. 5Studieloopbaanbegeleiders trekken vaak een grote broek aan. Het meeste werk voor de studieloopbaanbegeleider wordt verzet door de andere docenten. Daar vindt het echte leren plaats. Zij begeleiden projecten, stages en geven cursussen en trainingen. Daarin leren studenten het meeste over zichzelf en het beroep dat ze willen leren. In een project over gehandicapten bijvoorbeeld leert een student ook of dat voor hem aantrekkelijk is. Veel opdrachten in de studieloopbaan bemoeien zich echter met andere leerlijnen. Studenten moeten dan leerdoelen voor andere leerlijnen formuleren, het samenwerkingsverslag van een project bespreken of in de studieloopbaanbegeleiding.verantwoorden over conflicten binnen hun groep. Binnen de kortste tijd is de studieloopbaanbegeleiding de grootste leerlijn geworden en neemt het de verantwoordelijkheid over van de andere leerkrachten. De studieloopbaanbegeleiding moet dus niet alle onderwerpen over zelf- en beroepskennis naar zich toe trekken. Dan loop je niet alleen de andere leerkrachten voor de voeten, maar vooral het leren van de student. Leren over jezelf gebeurt de hele dag door. We herhalen nog eens het belangrijkste principe van leerlijnen: onderwijsonderdelen zijn niet afhankelijk van elkaar. DE ESSENTIE VAN DE STUDIELIJN – ONDERSTEUNING BIJ HET REGIEVOEREN De studieloopbaanlijn is een uiterst dunne lijn en draagt net als alle andere leerlijnen bij aan zelf- en beroepskennis van studenten. De studieloopbaanbegeleider kiest een aparte insteek. Hij neemt niet het leren over in de andere leerlijnen, maar ondersteunt de regie van studenten over de keuze van studieonderdelen. Die beslissingsmoment zijn bij sommige opleiding minimaal. Waar loop ik stage? welke afstudeerrichting kies ik? waarover gaat mijn afstudeerproject? De andere beslissingen spelen zich binnen de onderwijsmodules af (waar leg ik me in dit project op toe?). Een student heeft vragen rondom deze beslissingsmomenten en wil daarover praten met iemand met veel ervaring, graag op een persoonlijke manier (dus niet een praatje over wat er allemaal mogelijk is). Daarvoor is iemand nodig die voor een student de opleiding vertegenwoordigt, 'smoel' geeft, een vaste persoon die minstens 1 - 2 jaar met je 'meeloopt'. OVERLEVINGSSTRATE GIEËN Laat beginnen met studeren, Om een studieloopbaanbegeleider goed in het zadel te zetten adviseren maximaal afwezig in de we opleidingen de keuze momenten voor studenten groter te maken, lessen. ook in het eerste jaar. Daarvoor geldt nog een andere reden. Studenten Leren is dikke boeken uit in het VMBO, MBO en HBO komen de opleiding binnen met je hoofd leren en multiple overlevingsstrategieën. Het zijn zeer succesvolle strategieën die ze choice-toets,en maken geleerd hebben in voorafgaande opleidingen om de druk van de veel kopiëren, opleiding te verminderen. Het heeft ervoor gezorgd dat ze die opleiding behaald hebben. Leerkrachten ergeren zich aan dit gedrag, omdat het niet of nauwelijks in het strijdig is met het door hen gewenste gedrag, het gedrag van een onderwerp geïnteprofessional. Door echter alle studieonderdelen verplicht te maken, resseerd, worden bij studenten tot diep in hun studie overlevingsstrategieën geluk hebben met gokken opgeroepen. Door alle onderdelen te laten kiezen kan een op een multiple choicestudieloopbaanbegeleiding extra kansen benutten studenten regie te toets, leren: ‘keuzen’ te maken, leren betekenis te geven en er onderhandelen om van verantwoordelijkheid voor te leren nemen. We stellen ook een andere naam voor: een 5 een 5,5 te maken of studieregie. Naast stage projecten, cursussen en trainingen voert en student studieregie. pakken liever de tweede kans dan een eerste kans. MIDDELEN – HET PORTFOLIO Aan het einde van een les geen vraag meer stellen. Het opbouwen van een portfolio (studiedossier) is het centraal product waaraan een studentDe in les de zou wel eens te studieregie. werkt. Het ‘voertuig’ portfolio maakt het mogelijk achterliggende opdrachten over langzelfkennis kunnen duren en beroepsdilemma’s aan te sturen. Het belangrijkste doel is echter dat studenten onder woorden brengen [navertellen] de stand van zaken in hun studie tot nu toe. In een portfolio kunnen studenten vertellen welke keuzen ze al gemaakt hebben - de eigen loopbaan tot nu toe, In een portfolio staan de resultaten van opdrachten over zichzelf , het beroep en beroepskwesties - de huidige bekwaamheden. In een portfolio kan een student zijn ambitie onder woorden brengen. In een portfolio staan die onderwerpen die een student graag wil laten zien aan een buitenwereld. Een portfolio kan een vorm aan nemen van een website van jezelf. Aanvullend op een portfolio voert de studiebegeleider gesprekken - mentorgesprekken, intakegesprekken, functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken. Gesprekken vinden altijd plaats als een student eerst wat verteld heeft. Dat kan in de vorm van een portfolio, ingevulde energiemeters en studieverslagen. Ze vragen de student na te vertellen wat er gebeurd is en zich de vraag te stellen waar de komende energie ingestoken gaat worden. Daarmee stimuleert een opleiding het nemen van verantwoordelijkheid. Een portfolio kan dus helpen bij het energie steken in nieuwe kansen. Dat is wat anders dan een studieplan maken. UITWERKING PROGRAMMA Een jaarrooster voor de studieregie kan er zo uitzien: Periode 1 Training Periode 2 Solliciteren Periode 3 Periode 4 Het voeren van sollicitatiegesprekken Periode 5 Periode 6 Kiezen van stages Periode 7 Periode 8 Opbouwen netwerk Studieregie STUDIEREGIE Groep Individueel Groep Individueel Groep Individueel Intake / Introductie Functioneringsgesprek 1 Mentorgesprekken Functioneringsgesprek 2 Keuzegesprekken Functioneringsgesprek 3 Groep Individueel Beoordelingsgesprek Werken aan je portfolio Het is wenselijk dat een studiebegeleider ook andere onderdelen verzorgd: stagebegeleiding, sociale trainingen, loopbaantrainingen of in het eerste jaar de projectbegeleider. Zeker in de combinatie met stage en loopbaan trainingen wordt de studieregie een simpel en krachtig instrument om studenten te leren professioneel regie te voeren. Bijlage - een globale uitwerking van loopbaantrainingen. In principe telt een onderdeel 20 uur studiebelasting [5 weken 4 uur]. Voor minder ervaren studenten kunnen de trainingen gesplitst worden in modulen van 20 uur. TITEL - HET SCHRIJVEN VAN SOLLICITATIEBRIEVEN EN HET VOEREN VAN GESPREKKEN Historische analyse van werkervaringen Sterkte zwakte analyse [zelfbeeld] Bekwaamhedenscan Ambitie voor dit werk Dit kunnen ook twee trainingen worden. Deze training is geen technische training Nederlands, waarin studenten uitgelegd krijgen dat een format voor een sollicitatiebrief uit meerdere onderdelen bestaat. Het gaat er om dat een sollicitatiebrief een neerslag is van het nadenken over jezelf. Wil je wel werken? Wil je deze baan of stageplek wel hebben [ambities] Is dit een kans? Past de kans bij jou? Helpt die je verder? Welke vaardigheden breng je in? , Daar zijn allerlei achterliggende opdrachten over, die studenten ammunitie geven om de brief te schrijven. HET ZOEKEN, KIEZEN EN HOUDEN VAN JE BAAN, STAGEPLAATS OF VRIJWILLIGERSWERK Het inschrijven bij het CIW, UWV, uitzendbureaus Het analyseren van een bestaande werkplek [Werkplekscan] Het vinden van vacatures [pakken van kansen] Het sluiten van een arbeidscontract/CAO [Het ontwikkelen van een eigen bedrijf] We hopen dat deze training geen beroepsoriëntatie wordt. De oriëntatie wordt feitelijk verzorgd door de andere leerplanonderdelen. Daarin staan de casussen die bewerkt moeten worden vanuit een bepaalde beroepsrol. Daar leren studenten of dat een rol is, die bij hun past. Deze training gaat vooral in op het kiezen van werk en of een stage die bij een rol passen. HET OPBOUWEN VAN NETWERKEN EN HET VOEREN VAN NETWERKGESPREKKEN Afspraken maken met relevante personen Voorbereiden, uitvoeren van netwerkgesprekken Contact met een arbeidsorganisatie Het is verbazingwekkend hoe makkelijk netwerkgesprekken te voeren zijn. Relevante mensen blijken het leuk te vinden over hun werk te vertellen. Zij leren studenten hoe het werk in elkaar zit en hoe een loopbaan daartoe leidt. Veel banen lopen via netwerken. Het opbouwen van netwerken en het leren voeren van netwerk gesprekken kost over het algemeen niet veel energie. De training leert studenten mensen in hun netwerk kiezen en er gesprekken meevoeren. BIJLAGE - LEREN ALS EEN PROFESSIONAL Voor studenten van het VMBO, MBO en HBO is ons advies het nieuwe onderwijs samen te vatten in een pamflet. Mooi gedrukt of een mooie kleur (blauw?). de voorkant bevat het onderwijs in de vorm van een leerplanschema. De achterkant de belangrijkste principes. Studenten leren natuurlijk geen nieuw gedrag door een dergelijk pamflet. Het geeft de docenten wel de gelegheid daar op te te grijpen. 1e leerjaar Periode 1 Periode2 Periode 3 Periode 4 BPV / 20% Plaats zoeken praktijk praktijk praktijk Projecten Thema-avonden kinderdagverblijf [spel, peuterpuberteit] Recreatie voor gehandicapten Ouderenhuisvesting Kindervakantieland Maak een brochure voor een crèche met als het thema het begeleiden van jonge kinderen Maak een doedoos als ontwikkelplan voor 4-6 jarigen Ontwerp een schoolreisje, als ontwikkelplan voor Maak een ontwikkelplan voor een 12-18 jaar Inrichten internaat voor visueel gehandicapte kinderen Verzorging van bewoners in een aanleunwoning Motiveren en activeren Muziek en bewegen TRAININGSL Drama IJN werkvormen 10% Werkplaats/ Trainingen 30% Cursuslijn 1 Begeleiden 10% Cursuslijn 2 Ondersteunen 10% Cursuslijn 3 Activeren 8-12 jarigen Protocollenboek, ongevallen met kinderen Jongeren met eetstoornis Ontwikkelen van drama-activiteiten voor diverse doelgroepen Sport en spel van 080 jaar Opzetten van een ontwikkelplan voor cliënten Sporttraining Gespreksvaardigheden Engelse voorlichting Presenteren Vieringen 0-80 jaar 10% Leren presenteren [Nederlands] begeleiden zorg 10% ACHTERKANT Op deze school krijg je geen vakken. Je leert doordat je projecten maakt, cursussen en trainingen volgt. Ook loop je stage. In projecten maak je producten van een professional, zoals programma-activiteit voor gehandicapten, een voorlichting over taalspelletjes voor ouders van een peuterwerkplaats, een nieuwe woonvoorziening te ontwerpen voor ouderen of een educatief spel voor kinderen van zes jaar. De leerkracht helpt je bij het maken van een plan voor deze producten en helpt je bij de uitvoering van dit plan. De producten worden aan het einde van een periode beoordeeld. In cursussen en trainingen leer je van de leerkracht hoe een professional denkt en doet. Je leert een protocol te maken voor een peuterwerkplaats over ziekten in de klas, je leert jongeren begeleiden met een eetstoornis en je leert het gemaakte werk presenteren aan anderen. In de stage die je het werk van een professional. Al doende leer je. Kennis vinden we heel belangrijk. Nog belangrijker vinden we wat je met die kennis kunt doen: programma’s maken voor zorgvragers, kinderen, lesmateriaal maken, etc etc Leren als professional betekent van het begin af aan: Op tijd komen, zoals in de echte praktijk. Je houden aan afspraken. Zelf verantwoordelijkheid nemen als je een keer ziek bent, bijvoorbeeld door je zelf af te melden als je ziek bent en na te gaan wat je moet inhalen. Als er iets mis gaat, niet gaan zeuren, maar nagaan hoe je het oplost Professioneel met spullen omgaat, zoals computers, De opleiding is huiswerkvrij. In het onderstaande modelrooster zie je hoe vaak je op school moet zijn. Je ziet ook hoeveel les je hebt en hoeveel tijd je doorbrengt met zelfstudie in het OLC ENERGIEMETER [snapshot] Van [110] INZET VOOR HET BEROEP COMPETENTIES + KERNTAKEN Activiteiten programma maken Stimuleren van kinderen Maken van een buurt analyse Netwerk contacten Vrijwilligerswerk TOTAAL INZET IN DE STUDIE Welk project…………………… Welke cursus…………………… Welke cursus……………… Welke training………… Welke training ……………… welk stage……………… Totaal INZET VAN JEZELF ALS PROFESSIONAL Het leveren van een bijdrage in de groep Het geven van feedback aan anderen Het ontvangen van feedback Het oplossen van problemen Naar Verbeteracties [110] Je werkattitude Het je houden aan afspraken TOTAAL INZET IN DE OMGEVING Bijbaan Uitgaan Vrienden Schoolvrienden Sport Totaal