Top margin 1

advertisement
IP/00/583
Brussel, 7 juni 2000
Belastingen : de Commissie stelt een wijziging voor
van de BTW-regeling voor diensten die met
elektronische middelen worden verricht
De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn ingediend tot
wijziging van de regels voor het toepassen van de belasting over de
toegevoegde waarde (BTW) op bepaalde diensten die met elektronische
middelen worden verricht alsook op abonneeradio- en televisie-uitzendingen
of "pay-per-view"-uitzendingen.
Het voorstel heeft tot doel gelijke
voorwaarden te creëren voor het belasten van de digitale elektronische
handel in overeenstemming met de beginselen die op de Ministerconferentie
van de OESO van 1998 zijn overeengekomen en de naleving daarvan zo
gemakkelijk en eenvoudig mogelijk te maken.
Het voorstel heeft
hoofdzakelijk betrekking op de levering via elektronische netwerken (d.w.z.
digitale levering) van software en computerdiensten in het algemeen, plus
informatieverstrekking en culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke,
onderwijs- en vermakelijkheidsactiviteiten of soortgelijke activiteiten. Het
voorstel zal ervoor zorgen dat deze diensten, wanneer zij worden geleverd
voor gebruik binnen de Europese Unie, worden onderworpen aan het BTWstelsel van de EU en dat diensten die worden geleverd voor gebruik buiten de
EU vrijgesteld zijn van BTW. Door de wijzigingen worden de bestaande BTWregels gemoderniseerd en aangepast aan de zich ontwikkelende
elektronische handel en wordt een helder en betrouwbaar regelgevend kader
opgezet voor alle, binnen of buiten de EU gevestigde dienstverleners. Het
voorstel bevat ook een aantal maatregelen ter vergemakkelijking en
vereenvoudiging die de naleving door het bedrijfsleven moeten
vergemakkelijken.
Commissaris Frits Bolkestein, bevoegd voor belastingen, heeft verklaard dat "deze
wijzigingen de elektronische handel zouden vergemakkelijken door het bedrijfsleven
zekerheid te bieden omtrent zijn verplichtingen in het kader van de BTW-regeling
van de EU". "Door de modernisering van het BTW-stelsel om de elektronische
levering van diensten te bestrijken, zullen wij ervoor zorgen dat alle
belanghebbenden op een eerlijke en billijke basis kunnen deelnemen aan de
ontwikkeling van de informatiemaatschappij in overeenstemming met de op de
OESO-Ministerconferentie van 1998 in Ottawa overeengekomen beginselen".
Het voorstel heeft tot doel de BTW-regeling van de Europese Unie te wijzigen om
rekening te houden met het feit dat Internet zich heeft ontwikkeld als een medium
voor internationale handel. Een van de grondbeginselen van het BTW-stelsel van de
EU is dat alle leveringen voor gebruik binnen de EU aan BTW zijn onderworpen
terwijl leveringen daarbuiten van BTW zijn vrijgesteld. Wat betreft materiële
goederen die via elektronische netwerken worden gekocht en via traditionele
middelen worden geleverd, voorziet het huidige BTW-stelsel in een belastingheffing
in overeenstemming met dit gevestigde beginsel. De ontwikkeling van Internet vergt
bijgevolg geen wijzigingen voor wat betreft transacties waarbij materiële goederen
zijn betrokken.
De huidige BTW-regels zijn onvoldoende berekend op diensten die on-line via
digitale weg worden geleverd, vooral wanneer dergelijke diensten tussen de lidstaten
van de EU en derde landen worden verricht. Bij de opstelling van de vigerende
BTW-wetgeving werd nog geen rekening gehouden met dergelijke diensten.
Daardoor leidt de toepassing van de huidige BTW-regels op elektronisch geleverde
diensten tot discriminatie. Op dit ogenblik zijn elektronisch geleverde diensten van
oorsprong uit de EU steeds aan BTW onderworpen, ongeacht de plaats waar zij
worden gebruikt, terwijl die van buiten de EU niet aan BTW zijn onderworpen, zelfs
wanneer zij binnen de EU worden geleverd.
Deze situatie kan leiden tot een ernstige verstoring van de concurrentieverhoudingen
en de in de EU gevestigde dienstverleners kunnen hierdoor in een nadelige
concurrentiepositie ten opzichte van buiten de EU gevestigde dienstverleners
komen.
De voorgestelde wijzigingen in de BTW-regels zullen dit verhelpen door gelijke
voorwaarden te creëren voor ondernemers binnen en buiten de EU en door het
grondbeginsel dat de belastingheffing moet plaatsvinden binnen het rechtsgebied
waar het verbruik plaatsvindt te versterken. Kortom, elektronisch geleverde diensten
voor gebruik binnen de EU zullen aan BTW worden onderworpen terwijl die voor
gebruik buiten de EU BTW-vrijstelling zullen genieten.
Krachtens het voorstel zal de BTW-heffing afhankelijk zijn van de belastingstatus en
de vestigingsplaats van de ontvanger. Elektronische diensten die vanuit een lidstaat
worden geleverd aan bedrijven in een andere lidstaat van de EU zullen in de regel
vrijgesteld zijn van BTW en de BTW zal door het bedrijf dat de diensten koopt
worden betaald op basis van afdracht op aangifte tezamen met zijn normale BTWaangiften (de zogenoemde "verleggingsregeling"). Worden elektronische diensten
geleverd vanuit een lidstaat aan klanten in een andere lidstaat binnen de EU, dan zal
de dienstverlener BTW blijven aanrekenen tegen het tarief dat van toepassing is in
de lidstaat waarin hij geregistreerd staat. Zo zal bijvoorbeeld een Italiaans bedrijf dat
via Internet software verkoopt en levert aan een klant in Spanje het BTW-tarief
blijven aanrekenen dat in Italië van toepassing is, zoals op dit ogenblik het geval is.
Regelingen voor buiten de EU gevestigde ondernemers
Voor buiten de EU gevestigde ondernemers zullen de administratieve verplichtingen
zo eenvoudig en duidelijk mogelijk zijn. Buiten de EU gevestigde ondernemers
zullen zich alleen voor BTW-doeleinden hoeven te registreren voor transacties met
eindgebruikers. Zij zouden zich niet te hoeven registreren voor transacties tussen
ondernemingen omdat afnemers die ondernemer zijn de BTW zelf betalen op basis
van afdracht op aangifte in het kader van de zogenoemde "verleggingsregeling".
Ondernemers uit derde landen die aan klanten binnen de EU jaarlijks voor meer dan
de minimumdrempelwaarde van 100.000 € verkopen, zouden zich voor BTWdoeleinden moeten laten registreren, doch slechts in één lidstaat (zij kunnen om het
even welke lidstaat kiezen waar zij diensten leveren). Zij zouden dan BTW
aanrekenen tegen het tarief dat van toepassing is in de door hen gekozen lidstaat en
zouden slechts met één enkele belastingadministratie binnen de EU te maken
krijgen.
Tenslotte zou het voorstel ook duidelijkheid brengen in de regels met betrekking tot
de toepassing van BTW op radio- en televisieomroepdiensten die op basis van een
abonnement of volgens het "pay-per-view" worden geleverd. Het belang van deze
diensten als commerciële activiteiten neemt voortdurend toe en de huidige BTWwetgeving is discriminerend voor de in de Europese Unie gevestigde
dienstverleners. De voorgestelde wijzigingen zouden ervoor zorgen dat voor de
dienstverleners uit de EU en uit derde landen dezelfde regels gelden wat betreft
BTW en de plaats waar de dienst wordt verricht.
2
Het voorstel vormt de neerslag van uitgebreid overleg over belastingkwesties dat de
Commissie als gevolg van de groei van de elektronische handel heeft gevoerd met
de belastingadministraties van de lidstaten en met vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven.
Het voorstel zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van ministers van
de EU. Het kan worden goedgekeurd zodra het Europees Parlement en het
Economisch en Sociaal Comité van de EU daarover advies hebben uitgebracht.
Voor nadere gegevens betreffende het voorstel, zie ook MEMO/00/31
3
Download