Document

advertisement
*1
#3
1
HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam
Psalm 8
HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw Naam
op de ganse aarde.
Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.
Uit de mond van kinderen en zuigelingen
hebt Gij sterkte gegrondvest,
uw tegenstanders ten spijt,
om vijand en wraakgierige te doen verstommen.
Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers
de maan en de sterren die Gij bereid hebt,
de maan en de sterren die Gij bereid hebt
2
wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt
en hem met heerlijkheid en luister gekroond.
Gij doet hem heersen over de werken uwer handen,
alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd:
3
schapen en rund'ren altegader
en ook de dieren des velds
de voog'len des hemels en de vissen der zee,
hetgeen de paden der zee?n doorkruist
O HERE onze Here, hoe heerlijk is uw Naam
op de ganse aarde,
op de ganse aarde.
--*2
#7
1
HEER onze Heer, hoe heerlijk is op aarde
naar Psalm 8
HEER onze Heer, hoe heerlijk is op aarde
uw grote Naam, uw kracht, uw majesteit
Schepper en Heerser, creatieve Maker,
die aan de hemel heel uw luister spreidt.
2
Met kinderstem, met klanken van de kleinen
bouwt U een bolwerk, dat de vijand stuit;
uw wapen, waardoor vijanden gaan zwijgen
wraakzucht en woede doven daarop uit.
3
Als ik omhoog kijk naar wat eens uw handen
schiepen, het werk door vingers Gods gemaakt,
zie ik de maan en fonkelende sterren,
die op hun plaats door U zijn vastgemaakt,
4
Heer God, dan moet ik steeds weer hieraan denken:
Wat is de mens, dat U zo om hem geeft
dat U voor hem wilt zorgen, hem wilt dragen,
U die voor eeuwig en voor altijd leeft.
5
U hebt hem bijna goddelijk geschapen
met glorie en met heerlijkheid gekroond.
U laat hem heersen over heel de schepping
ja, over alles wat op aarde woont.
6
U hebt gelegd de schepping aan zijn voeten,
runderen, schapen, wild, vee op het land,
vogels omhoog en vissen in de zee?n,
zoekend hun weg, geschapen door uw hand.
7
HEER, onze Heer, hoe heerlijk is op aarde
uw grote Naam, uw kracht, uw majesteit.
Schepper en Heerser, creatieve Maker,
die aan de hemel heel uw luister spreidt.
--*3
#1
1
U zal ik loven, HEER
U zal ik loven, HEER,
met mijn ganse hart.
O God, ik wil uw wonderen verhalen,
in U wil ik mij verheugen.
U zal ik loven HEER,
met mijn ganse hart.
Ik zal U maken tot het
voorwerp van mijn vreugde,
halleluja.
--*4
#10
1
Mijn enige goed is de HEER
naar Psalm 16
refrein.
Bewaar mij, o God,
mijn Beschermer, mijn Heer,
bij U wil ik schuilen.
Mijn enige goed is de HEER!
En vrienden vind ik in zijn huis:
zijn heil'gen, met wie ik verkeer
- daar ben ik gezegend en thuis.
refrein
2
Verwacht het van afgoden niet
- hun eredienst vier ik niet mee.
Het brengt je slechts eenzaam verdriet:
Je naam telt in Israël niet mee.
refrein
3
U bent, HEER, al wat ik bezit:
mijn voorland, mijn beker vol wijn.
Wat is zo bekoorlijk als dit:
U zult er altijd voor mij zijn!
refrein
4
Ik prijs als mijn Raadsman de HEER.
Mijn binnenste leert mij bij nacht.
Mijn oog blijft gericht op de HEER;
ik blijf overeind door zijn kracht.
refrein
5
Van blijdschap juich ik het nu uit:
U zorgt nog voor mij als ik sterf!
Uw vriend komt de groeve weer uit
zijn lichaam ontrijst het verderf!
refrein
6
De weg die ten leven mij leidt
wijst U; van uw stralend gelaat
stroomt eeuwig uw liefelijkheid...
uw vreugde, die gaat waar U gaat!
refrein 2 maal
7
For You are my God
naar Psalm 16
refrein:
For You are my God, You alone are my joy;
defend me, oh Lord.
You give marvellous comrades to me:
the faithful who dwell in your land.
Those who choose alien gods,
have chosen an alien band.
refrein
8
You are my portion and cup.
It is You that I claim for my prize.
Your heritage is my delight:
the lot You have given to me.
refrein
9
Glad are my heart and my soul;
securely my body shall rest.
For You will not leave me for dead;
nor lead your beloved astray.
refrein
10
You show me the path for my life;
in your presence the fullness of joy.
To be at your right hand forever
for me would be happiness always
refrein 2 maal
--*5
#2
1
Wie is God behalve onze HEER?
naar Psalm 18:3, 22-25
Wie is God behalve onze HEER?
En wie is een rots behalve onze God?
Een schuilplaats en een schild,
een burcht en een bevrijder is Hij
voor wie vertrouwen op Hem.
2
Wie is God behalve onze HEER?
Wie is een rots behalve onze God?
Hij sterkt mij in de strijd
en doet mij overwinnen keer op keer,
ik geef voor eeuwig Hem de eer.
--*6
#3
1
De HERE is mijn herder
Psalm 23
De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets;
Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
Hij voert mij aan rustige waat'ren;
Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in de rechte sporen
om zijns Naams wil.
2
Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis,
ik vrees geen kwaad want Gij zijt bij mij;
uw stok en uw staf die vertroosten mij;
Gij richt voor mij een dis aan
voor d'ogen van wie mij benauwen;
3
Gij zalft mijn hoofd met olie
mijn beker vloeit over.
Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven,
ik zal in het huis des HEREN verblijven
tot in lengte van dagen.
De HERE is mijn herder.
--*7
#16
1
De HEER's mijn herder
Psalm 23
De HEER's mijn herder, en geen ding
ontbreekt mij, naar zijn wil.
Hij schenkt mij rust in grazig land,
aan waat'ren klaar en stil.
2
Hij is het die mijn ziel verkwikt
en die mijn schreden leidt
in rechte sporen, om de eer
zijns Naams in eeuwigheid.
3
Al ga ik door een duister dal,
ik vrees geen kwaad, want Gij
zijt altijd met mij en uw stok
en staf vertroosten mij.
4
Gij zijt het die mijn dis bereidt,
voor 't oog van wie mij krenkt,
die zalft mijn hoofd en mij een kelk
des overvloeiens schenkt.
5
Zo zullen heil en goedheid groot
mij volgen dag aan dag.
En ik verkeer in 's HEREN Huis,
waar 'k eeuwig wonen mag.
6
Mijn herder is de HERE God
naar Psalm 23
Mijn Herder is de HERE God,
in Hem is al mijn lust;
in groene weiden voert Hij mij
aan wateren der rust.
7
De Heer verkwikt mijn matte ziel,
Hij doet mijn voeten gaan
in 't spoor van zijn gerechtigheid
terwille van zijn Naam.
8
En ga 'k door 't diepe doodsravijn,
geen vrees verbijstert mij:
Uw stok en staf zijn mij tot troost,
Gijzelf zijt mij nabij.
9
Voor 't oog van wie mijn hater is,
hebt Gij mijn dis gespreid,
met olie wordt mijn hoofd gezalfd,
mijn beker is bereid.
10
Genade en goedheid volgen mij
mijn ganse levensdag,
totdat ik eens in 's HEREN huis
voor eeuwig wonen mag.
11
De HEER 's mijn herder
Psalm 23
De HEER 's mijn herder, en geen ding
ontbreekt mij, naar zijn wil.
Hij schenkt mij rust in grazig land,
aan waat'ren klaar en stil.
12
Hij is het die mijn ziel verkwikt
en die mijn schreden leidt,
in rechte sporen, om de eer
zijns Naams in eeuwigheid.
13
Al ga ik door een duister dal,
ik vrees geen kwaad, want Gij zijt
altijd met mij en uw stok
en staf vertroosten mij.
14
Gij zijt het die mijn dis bereidt
voor 't oog van wie mij krenkt,
die zalft mijn hoofd en mij een
kelk des overvloeiens schenkt.
15
Zo zullen heil en goedheid groot
mij volgen dag aan dag
en ik verkeer in 's HEREN Huis,
waar 'k eeuwig wonen mag.
16
Halleluja, halleluja! Halleluja, halleluja!
Halleluja, halleluja! Halleluja, Amen.
--*8
#1
1
Als een hert, dat verlangt naar water
Psalm 42 (2)
Als een hert, dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen;
mijn aanbidding is voor U.
U alleen bent mijn kracht, mijn schild.
Aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
--*9
#3
1
God is ons een toevlucht en sterkte
naar Psalm 48
God is ons een toevlucht en sterkte
ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheid.
Daarom zullen wij niet vrezen,
al verplaatste zich de aarde,
al wankelden de bergen in het hart van de zee.
Laat bruisen, laat schuimen haar waat'ren,
laat de bergen beven door haar onstuimigheid
Laat bruisen, laat schuimen haar waat'ren,
laat de bergen beven door haar onstuimigheid.
2
Een rivier haar stromen verheugen de stad Gods,
de heiligste onder de woningen des Allerhoogsten.
God in haar midden, zij zal niet wankelen;
God zal haar helpen
bij 't aanbreken van de morgen.
Volk'ren woedden, koninkrijken wankelden.
Hij verhief zijn stem; de aarde versmolt.
De HERE der heerscharen is met ons,
een burcht is ons de God van Jacob.
3
Komt, aanschouwt de werken des HEREN
die verwoesting op aarde aanricht,
die oorlogen doet ophouden
tot het einde der aarde,
de boog verbreekt, de lans stukslaat
de strijdwagens met vuur verbrandt.
Laat af en weet dat Ik God ben;
Ik ben verheven onder de volken,
verheven op de aarde,
de HERE der heerscharen is met ons,
een burcht is ons de God van Jacob.
--*10
#1
1
Create in me a clean heart, o God
naar Psalm 51: 12-14
Create in me a clean heart, o God,
and renew a right spirit within me.
Create in me a clean heart, o God,
and renew a right spirit within me.
Cast me not away from thy presence, o Lord,
and take not thy Holy Spirit from me.
Restore unto me the joy of thy salvation,
and renew a right spirit within me.
--*11
#3
1
Wees mij genadig
naar Psalm 56, 57
Wees mij genadig, mensen belagen mij.
Balling gestadig, wie keert het tij?
Ja, zovelen zijn het die mij benauwen.
Toch in mijn bangste uur
blijf ik op U vertrouwen, Heer,
op God, wiens woord ik prijzen zal.
Wat kan een mens mij aandoen?
refrein:
Doe mijn tranen in uw kruik,
laat er geen verloren gaan.
Want de zwerftocht van mijn leven
zal bij U beschreven staan.
2
Hoe kan ik vluchten, wegvliegen naar het licht?
Nooit meer te duchten duister gericht?
Ja, onder uw vleugels wil ik vertoeven.
Ik roep tot U mijn God,
bepleit voor mij mijn rechtsgeding,
zodat ik voor uw aangezicht
wandelen mag ten leven.
refrein
3
U hoort mijn bede, mijn hart is nu gerust.
'k Ben mij uw vrede nu weer bewust.
Uw Naam zal ik loven onder de volken.
Waak op mijn ziel, ontwaak!
De dag breekt aan, het licht verschijnt.
Tot aan de wolken reikt uw trouw,
hemelhoog uw goedheid.
refrein
--*12
#4
1
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God
naar Psalm 62
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
van Hem is mijn heil.
Hij is mijn rots, mijn burcht, ik zal niet wank'len.
2
Waarlijk mijn ziel keert zich stil tot God,
ik verwacht het van Hem,
mijn schuilplaats is in mijn God.
3
Ik heb U lief, mijn Redder
en ik vertrouw op U,
mijn handen hef ik naar het heiligdom.
Zo prijs ik U, mijn leven lang.
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
van Hem is mijn heil.
Hij is mijn rots, mijn burcht, ik zal niet wank'len.
4
Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
op Hem rust mijn heil,
mijn schuilplaats is in mijn Heer.
--*13
#2
1
Heel mijn ziel roept naar U
naar Psalm 63 en Johannes 7:38
refrein:
Heel mijn ziel roept naar U, o Heer, mijn God
Heel mijn hart strekt zich uit naar U.
Want uw goedheid is beter dan het leven.
Heel mijn ziel roept naar U,
(heel mijn ziel roept naar U).
Heel mijn ziel roept naar U, o Heer, mijn God.
Als een woestijn die smacht naar water,
zo wacht mijn ziel op U.
Als uw regen valt, uit uw milde hand,
Heer, dan jubel ik in U.
refrein
2
Als een fontein die springt ten leven,
zo zingt mijn ziel in mij.
Als uw liefde stroomt, uit uw milde hand,
Heer, dan jubel ik in U.
refrein
--*14
#2
1
Uw liefde en goedheid
naar Psalm 63:3,4
Uw liefde en goedheid zijn beter dan leven.
Uw liefde en goedheid zijn beter dan leven.
Mijn lippen eren U, ik wil U prijzen
en mijn handen hef ik op in uw Naam.
Mijn lippen eren U, ik wil U prijzen
en mijn handen hef ik op in uw Naam
lai, lai, lai ...
Mijn lippen eren U, ik wil U prijzen
en mijn handen hef ik op in uw Naam.
2
Thy loving kindness
Thy loving kindness is better than life.
Thy loving kindness is better than life.
My lips shall praise Thee, thus will I bless Thee;
I will lift up my hands in thy Name.
My lips shall praise Thee, thus will I bless Thee;
I will lift up my hands in thy Name.
lai, lai, lai, lai, lai, lai, lai ...
My lips shall praise Thee, thus will I bless Thee;
I will lift up my hands in thy Name.
--*15
#4
1
God zij ons genadig
Psalm 67
God zij ons genadig en zeeg'ne ons.
Hij doe zijn aanschijn bij ons lichten.
opdat men op aarde
uw weg kenne
onder alle volken Uw heil.
2
Dat de volken U loven, o God, halleluja.
Dat de volken altegader U loven. Halleluja.
Dat de nati?n zich verheugen en jubelen,
omdat Gij de volken in rechtmatigheid richt
en de nati?n op de aarde leidt,
omdat Gij de volken in rechtmatigheid richt
en de nati?n op aarde leidt.
3
Dat de volken U loven, o God,
dat de volken altegader U loven.
De aarde gaf haar gewas,
God, onze God zegent ons; God zegent ons,
opdat alle einden der aarde Hem vrezen.
4
Halleluja. Halleluja. God zij ons genadig
en zeeg'ne ons.
Halleluja. Halleluja. God zij ons genadig
en zeeg'ne: ons.
Hij doe zijn aanschijn bij ons lichten.
Hij doe zijn aanschijn bij ons lichten.
Glorie halleluja, Glorie halleluja,
Glorie halleluja. Amen.
Glorie halleluja, Glorie halleluja,
Glorie halleluja. Amen.
coupletten zijn in canon op elkaar te zingen.
--*16
#4
1
Heel de aarde jubelt en juicht
naar Psalm 67
refrein:
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
halleluja, halleluja!
Ja, heel de aarde moet God wel prijzen,
loven zijn machtig beleid,
omdat Hij steeds op wondere wijze
alles bestuurt in gerechtigheid.
refrein
2
Ja, God is goed, schenkt ons zijn zegen,
toont ons zijn aanschijn van licht,
Hij gaat ons voor op alle wegen,
heeft uit de zonde ons opgericht.
refrein
3
Hij is de God, die ons verblijdde,
die onze nood heeft verstaan;
die ons een hemels Paasmaal bereidde
en zonder vrees door de wereld laat gaan.
refrein
4
Laat alle volken uw almacht vrezen,
alle lof zij U gewijd,
laat Heer, uw Naam bezongen wezen,
in aller eeuwen eeuwigheid.
refrein
--*17
#3
1
Wie in de schaduw Gods mag wonen
naar Psalm 91
Wie in de schaduw Gods mag wonen,
hij zal niet sterven in de dood.
Wie bij Hem zoekt naar onderkomen,
vindt eenmaal vrede als zijn brood.
God legt zijn vleugels van genade
beschermend om hem heen als vriend.
En Hij verlost hem van het kwade,
opdat bij eens geluk zal zien.
2
Engelen zendt Hij alle dagen
om hem als vaste gids te zijn.
Zij zullen hem op handen dragen
door een woestijn van hoop en pijn.
Geen vrees of onheil doet hem beven,
geen ziekte waar een mens van breekt.
Lengte van dagen zal God geven,
rust aan een koele waterbeek.
3
Hem zal de nacht niet overvallen,
zijn dagen houden eeuwig stand.
Duizenden doden kunnen vallen,
hij blijft geschreven in Gods hand.
God legt zijn schild op zijn getrouwen,
die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen
van liefde om hun tranen heen.
--*18
#5
1
De HERE is Koning, de HERE is Koning
Psalm 93
De HERE is Koning, de HERE is Koning
met majesteit heeft Hij zich bekleed.
De HERE heeft zich bekleed,
de HERE heeft zich bekleed.
tegenstem:
De HERE is Koning,
met majesteit heeft Hij zich bekleed.
2
Hij heeft zich met kracht omgord,
vast staat nu de wereld, zij wankelt niet.
Uw troon staat vast van oudsher,
van eeuwigheid zijt Gij.
3
Stromen verheffen, O HERE,
stromen verheffen hun stem,
stromen verheffen hun bruisen
boven de stemmen van vele waat'ren,
tegenstem:
Stromen verheffen hun bruisen
boven de stemmen van vele waat'ren,
4
van geweldige baren der zee,
is de HERE geweldig in de hoge.
Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar,
de heiligheid is uw huis tot sieraad.
5
O, HERE tot in lengte van dagen,
halleluja.
O, HERE tot in lengte van dagen,
halleluja.
tegenstem:
De heiligheid is uw huis tot sieraad,
O HERE, tot in lengte van dagen
De HERE is Koning.
--*19
#12
1
Zing voor de HEER
naar Psalm 96
refrein:
Onze HEER is Koning,
dat heel de aarde brenge Hem lof.
Onze HEER is Koning, alleluja, alleluja.
Zing voor de HEER, zing Hem een nieuw lied
zing voor de HEER, aarde alom!
refrein
2
Zing voor de HEER en zegen zijn Naam,
van dag tot dag, getuig van zijn genade.
refrein
3
Groot is de HEER en hoog is Hij te loven,
boven alle goden is Hij geducht.
refrein
4
Hij is de HEER, de Schepper des hemels,
macht en heerlijkheid vervullen zijn tempel.
refrein
5
Huldig de HEER, geslachten der volken.
Huldig de HEER om zijn glorie en macht.
refrein
6
Breng Hem uw gaven, treed in zijn voorhof
Buig voor Hem neer, Hij is uw HEER.
refrein
7
Hij komt tot u in volle glorie.
Beef voor de HEER, mensen op aarde.
refrein
8
Zeg aan de naties, de HEER is Koning.
Hij bestuurt de volken in gerechtigheid.
refrein
9
Dan straalt de hemel en jubelt de aarde,
't is feest op 't veld en bij al wat daar leeft...
refrein
10
voor 't aanschijn van de HEER,
want Hij is in aantocht.
Hij is in aantocht als rechter der aarde.
refrein
11
Hij oordeelt de aarde in rechtvaardigheid
en alle volken krachtens zijn trouw.
refrein
12
Glorie aan de Vader, de Zoon en de Geest
hier en nu, in alle eeuwigheid.
refrein
--*20
#1
1
Jismechoe ha sjammajiem
Psalm 96:11
Jismechoe hasjammajiem.
Jismechoe hasjammajiem.
Jismechoe hasjammajiem.
We tagel ha-arets.
Jeram hajam, jeram hajamjeram hajam oem lo.
Jeram hajam, jeram hajamjeram hajam oem lo.
Jeram hajam, jeram hajamjeram hajam oem lo.
vertaling.
De hemel verheuge zich,
de aarde juiche,
de zee bruise en haar volheid.
--*21
#2
1
De HEER regeert
naar Psalm 97:1-6,9
refrein:
De HEER regeert!
De HEER regeert!
Dat de aarde juicht!
Dat de aarde juicht!
Dat de aarde juicht!
Dat het volk zich verheugt!
Want Hij regeert!
refrein tweemaal zingen
Het vuur dat voor Hem uitgaat,
verteert zijn sterkste vijanden.
De bergen zijn als was
bij 't verschijnen van de Heer,
bij 't verschijnen van de Heer.
refrein tweemaal
2
De hemel toont zijn heerlijkheid.
De volken zien zijn grootheid.
Want U, o HEER, bent verheven
boven al wat leeft
boven al wat leeft.
refrein
De HEER regeert!
De HEER regeert!
De HEER regeert!
Dat de aarde juicht!
Dat de aarde juicht!
Dat de aarde juicht!
Dat het volk zich verheugt!
Want Hij regeert!
Hij regeert! Hij regeert!
--*22
#4
1
Zingt een nieuw lied, alle landen
naar Psalm 98
refrein:
Zingt een nieuw lied, alle landen,
Zingt voor de HEER en verheerlijkt zijn Naam.
Zingt een nieuw lied voor de HEER, alle landen.
Zingt voor de HEER en verheerlijkt zijn Naam.
Treedt in zijn tempel met uw offeranden,
kondigt zijn roem bij de heidenen aan.
refrein
2
Groot is de HEER, die wij vrezen en prijzen!
Aarde en lucht komen vers uit zijn hand,
schoonheid en kracht vergezellen Hem beide:
wild is de zee en tevreden het land.
refrein
3
Roept tot de volkeren: God is de Koning,
Hij houdt de weegschaal der wereld loodrecht,
Hij is rechtvaardig, bij Hem is het oordeel,
alles wordt Hem aan zijn voeten gelegd.
refrein
4
Juicht wat in zee leeft of leeft op de velden:
ziet uw Verlosser gaat komen, weest blij!
Wuift, alle bomen der wouden, verwelkomt
juichend uw Koning, want Hij is nabij!
refrein
--*23
#1
1
Juicht de HERE, gij ganse aarde
naar Psalm 100
Juicht de HERE, gij ganse aarde,
dient de HERE met vreugde.
Juicht de HERE, gij ganse aarde,
dient de HERE met vreugde.
Komt voor zijn aangezicht met gejubel.
Erkent dat de HERE God is.
Hij heeft ons gemaakt en Hem behoren wij.
Gaat met een loflied zijn poorten binnen,
zijn voorhoven met een lofgezang.
Gaat met een loflied zijn poorten binnen,
zijn voorhoven met een lofgezang.
Looft Hem! Prijst zijn Naam!
lied herhalen
--*24
#4
1
Juicht aarde juicht alom de HEER
naar Psalm 100
Juicht aarde,juicht alom de HEER,
dient God met blijdschap, geeft Hem eer.
Komt nadert voor zijn aangezicht,
zingt Hem een vrolijk lofgedicht.
refrein:
Halleluja, glorie, halleluja,
halleluja, glorie, halleluja,
halleluja, glorie, halleluja,
halleluja, glorie, halleluja!
2
De HEER is God, erkent dat Hij
ons heeft gemaakt en geenszins wij
tot schapen die Hij voedt en weidt,
een volk tot zijnen dienst bereid.
refrein
3
Gaat tot zijn poorten in met lof,
met lofzang in zijn heilig hof
Looft Hem aldaar met hart en stem,
prijst zijnen naam, verheerlijkt Hem!
refrein
4
Want goedertieren is de HEER.
Zijn goedheid eindigt nimmermeer.
Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht
tot in het laatste nageslacht!
refrein
--*25
#1
1
Looft de HERE, mijn ziel
Psalm 103:1
Looft de HERE, mijn zie].
Looft de HERE, mijn ziel,
en alles wat in mij is zijn heilige Naam.
--*26
#3
1
Gij dienaars van Hem
naar Psalm 103:19-22
Gij dienaars van Hem, die alles regeert,
verenigt uw stem, verheft en vereert
de Naam aller namen, vol rijkdom en kracht,
bezingt Hem tezamen, Gods arm is met macht
2
God heerst van zijn troon, in 't heilige licht,
maar zoekt in de Zoon wie machteloos ligt.
De heiligen loven reeds hier in hun lied,
met d'engelen boven, het heil, hun geschied.
3
Aan Hem zij het lied der wereld gewijd,
die eens uit het niet 't heelal heeft bereid,
de dank, de aanbidding, de wijsheid en kracht,
om eeuwige redding de wereld gebracht.
Amen, amen.
--*27
#5
1
Gewillig zal uw volk zijn
naar Psalm 110
refrein:
Gewillig zal uw volk zijn,
als uw macht aan de dag treedt.
In een feestkleed van heiligheid,
fris als dauw die de morgen baarde,
rijst de jeugd voor U op:
Uw volk is U gewillig zeker van uw zege op die dag.
De HERE sprak tot mijn Here:
'Zet U aan mijn rechterhand
totdat Ik uw vijanden
gemaakt heb tot uw voetbank'
refrein
2
Uit Sion strekt de HERE
uw machtige scepter uit:
'Temidden van uw vijanden
zult U heersen'.
refrein
3
De HERE heeft gezworen
en het berouwt Hem niet:
'U bent priester voor eeuwig
naar de wijze van Melchizedek'
refrein
4
De HEER aan uw rechterhand
slaat koningen neer
op de dag
van zijn toorngericht.
refrein
5
Het hoofd van een groot land
vernietigt Hij totaal.
Maar Hij drinkt uit de beek
en heft het hoofd.
refrein
--*28
#4
1
Halleluja, halleluja. Ik zal de HERE
Psalm 111, refrein Psalm 136
Halleluja, halleluja.
Ik zal de HERE van ganser harte loven.
in de kring der oprechten en in de vergadering.
Groot zijn de werken des HEREN,
om na te speuren door allen
die er behagen in hebben.
refrein:
Want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
2
Majesteit en luister is zijn doen
en zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.
Hij heeft voor Zijn wond'ren
een gedachtenis gesticht;
genadig en barmhartig is de HERE.
Hij gaf spijze aan wie Hem vrezen
en gedenkt voor eeuwig zijn verbond.
refrein
3
Hij deed zijn volk
de kracht van zijn werken kennen
door hun de erve der heidenen te geven.
De werken zijner handen zijn waarheid en recht.
Betrouwbaar zijn al zijn bevelen,
vastgesteld voor immer en altoos,
volbracht in waarheid en oprechtheid.
refrein
4
Hij heeft aan zijn volk verlossing gezonden,
Hij heeft zijn verbond van eeuwig verordend
Heilig en geducht is zijn Naam.
De vreze des BEREN is 't begin der wijsheid
een goed inzicht hebben allen die ze betracht
Zijn lof houdt eeuwig stand.
refrein
--*29
#4
1
God heb ik lief naar Psalm 116
refrein:
God heb ik lief, Hij hoort mijn stem.
Met heel mijn hart wil ik hem blijven zoeken
Dan vlucht ik naar Hem, vind ik rust,
omdat Hij luistert.
Hij wist mijn tranen af,
leidt mij langs elke steen,
verlost mijn leven van het graf
en legt zijn handen om mij heen.
refrein
2
Het leven van zijn knecht
is kostbaar in zijn oog.
In vrijheid brengt Hij mij terecht.
Zijn Naam houd ik eerbiedig hoog.
refrein
3
Geboeid, van angst vervuld,
verborgen in verdriet
word ik verlost met veel geduld.
Zijn beker hef ik met een lied.
refrein
4
Hoe toon ik U mijn dank?
Uw liefde bracht mij thuis.
Aanbidding met zuiv're klank
breng ik als offer in uw huis.
refrein
--*30
#1
1
Looft de HERE, alle gij volken
Psalm 117 (canon)
Looft de HERE, alle gij volken,
prijst Hem, alle gij nati?n,
want zijn goedertierenheid is machtig over ons
en des HEREN trouw is tot in eeuwigheid.
Halleluja, halleluja.
Halleluja, halleluja.
Halleluja, halleluja.
Halleluja, halleluja.
--*31
#1
1
Laudate onmes gentes
Psalm 117:1
Laudate omnes gentes,
laudate Dominum.
Laudate omnes gentes,
laudate Dominum.
--*32
#1
1
Ik hef mijn ogen op naar de bergen
Psalm 121:1,2
Ik hef mijn ogen op naar de bergen:
vanwaar zal komen mijn hulp?
Ik hef mijn ogen op naar de bergen:
vanwaar zal komen mijn hulp?
Mijn hulp is van de HERE,
die heeft gemaakt de hemel en de aarde.
--*33
#1
1
HERE, mijn hart is niet hovaardig
Psalm 131
HERE, mijn hart is niet hovaardig
mijn ogen zijn niet trots;
ik wandel niet in grootse dingen,
noch in dingen die te wonderbaar voor mij zijn
immers heb ik mijn ziel tot rust en stilte gebracht
als een gespeend kind bij zijn moeder;
als een gespeend kind is mijn ziel in mij.
Israël hope op de HERE
van nu aan en voor immer.
--*34
#2
1
Hinnee matov
Psalm 133:1 (canon)
Hinee matov oema najiem
sjewet achiem gam jachad.
Hinee matov oema najiem
sjewet achiem gam jachad.
Hinee matov
sjewet achiem gamjachad.
Hinee matov
sjewet achiem gam jachad.
2
Hinnee matov
Psalm 133:1
Hinnee matov oema najiem
sjewet achiem gam jachad.
Hinnee matov oema najiem
sjewet achiem gam jachad.
Hinnee matov, hinnee matov.
La, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
Hinnee matov, hinnee matov.
La la la, la la la la la la la.
Hinnee matov oema najiem
sjewet achiem gam jachad.
Hinnee matov oema najiem
siewet achiem gam jachad.
Hinnee matov, hinnee matov.
La, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
Hinnee matov, hinnee matov.
La, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
--*35
#1
1
Komt prijst de HEER
naar Psalm 134:1,2; Psalm 100:2
Komt, prijst de HEER,
al gij knechten van de HEER,
die staan des nachts in het huis van de HEER.
Komt, prijst de HEER,
al gij knechten van de HEER,
en prijst zijn heil'ge Naam.
Zing voor de Koning, want Hij is waardig.
Kom, zing je vreugdelied tot eer van Hem.
Kom voor zijn aangezicht dien Hem met vreugde;
breek uit in luid gejuich.
Komt prijst de HEER,
al gij knechten van de HEER.
die staan des nachts in het huis van de HEER.
Komt prijst de HEER,
al gij knechten van de HEER,
en prijst zijn heil'ge Naam.
--*36
#4
1
Schepper en Koning
naar Psalm 146
Schepper en Koning, U klinkt mijn zang.
U geldt mijn lof mijn leven lang,
ja, al mijn dagen hier op aard.
Ik zal, zolang ik leven mag
uw naam bezingen dag aan dag,
uw liefd' is aller lofzang waard. Amen.
2
Zalig, ja zalig is toch Hij
die Jacobs God weet aan zijn zij.
De HEER die aard en hemel schiep.
Zijn trouw houdt alle eeuwen stand,
Hij voedt zijn volk met milde hand,
dat Hem in nood om redding riep.
3
Blinden hergeeft Hij het gezicht;
Hij heeft verdrukten opgericht,
die HEER, die onze nood gedenkt.
Hij is 't die ons in gunst aanschouwt,
die wees en weduw staande houdt;
en aan gevang'nen vrijheid schenkt.
4
Juich dan, o Sion, Hem ter eer;
Hem, onze Schepper, Koning, HEER.
Verheug u in zijn liefd' en macht.
Al staat de wereld ook in brand,
uw God regeert met vaste hand
tot in het laatste nageslacht. Amen.
--*37
#8
1
Prijs de HEER met blijde galmen
naar Psalm 146
Prijs de HEER met blijde galmen,
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal zo lang ik leef, mijn psalmen
vrolijk wijden aan zijn lof;
'k Zal zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied!
Hem verhogen in mijn lied!
2
Vest op prinsen geen betrouwen,
waar men nimmer heil bij vindt;
zoudt g' uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt
keren zij tot d' aarde weer,
storten met hun aanslag neer,
storten met hun aanslag neer.
3
Zalig hij, die in dit leven
Jakobs God ter hulpe heeft;
hij, die door de nood gedreven,
zich tot Hem om troost begeeft;
die zijn hoop in 't hach'lijkst lot
vestigt op de HEER, zijn God,
vestigt op de HEER, zijn God.
4
't Is de HEER, wiens alvermogen
't groot heelal heeft voortgebracht;
die, genadig, uit de hoge
ziet, wie op zijn bijstand wacht,
en aan elk, die Hem verbeidt
trouwe houdt in eeuwigheid,
trouwe houdt in eeuwigheid.
5
't Is de HEER, die 't recht der armen,
der verdrukten gelden doet;
die uit liefderijk erbarmen
hongerigen mild'lijk voedt;
die gevang'nen vrijheid schenkt
en aan hun ellende denkt
en aan hun ellende denkt.
6
't Is de HEER, wiens mededogen,
blinden schenkt het lief'lijk licht.
Wie in 't stof lag neergebogen,
wordt door Hem weer opgericht.
God, die lust in waarheid heeft,
mint hem, die rechtvaardig leeft,
mint hem, die rechtvaardig leeft.
7
't Is de HEER, die vreemdelingen
met een wakend oog beschouwt,
weeuw %) en wees in twistgedingen
en in kommer staande houdt;
maar zijn arm, der vromen hoop,
stuit de bozen in hun loop,
stuit de bozen in hun loop.
8
't Is de HEER van alle Heren,
Sions God, geducht in macht,
die voor eeuwig zal regeren
van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer;
prijs zijn grootheid, loof de HEER,
prijs zijn grootheid, loof de HEER.
%) weeuw=weduwe
--*38
#1
1
Israël, verheug u in uw Maker
naar Psalm 149:2,5-9
Israël, verheug u in uw Maker,
kinderen van Sion, juicht nu met uw Koning.
Israël, de HEER is uw bewaker,
Hij is als de muren van een sterke woning.
Halleluja!
2
Israël, verheug u in de HERE,
Hij heeft uw land met liefde overgoten.
Israël, u zult met Hem regeren,
dat is de luister van zijn gunstgenoten.
Halleluja!
3
Israël, verheug u in uw Maker,
kinderen van Sion juicht nu met uw Koning.
Israël, de HEER is uw bewaker,
Hij is als de muren van een sterke woning.
Halleluja!
--*39
#3
1
Halleluja, looft God in zijn heiligdom.
Psalm 150
Halleluja, looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem in zijn machtig uitspansel.
Looft Hem om zijn machtige daden.
Looft Hem naar zijn geweldige grootheid.
refrein:
Alles wat adem heeft, love de HEER, halleluja.
Alles wat adem heeft, love de HEER, halleluja.
2
Looft Hem met bazuingeschal, looft Hem,
looft Hem met de harp en de citer,
looft Hem met de tamboerijn en reidans,
looft Hem met het snarenspel en fluit.
refrein
3
Looft Hem met de klinkende cimbalen,
looft Hem met de schallende cimbalen.
refrein
--*40
#3
1
In het begin lag de aarde verloren
naar Genesis 1
In het begin lag de aarde verloren,
in het begin in de duisternis;
God sprak zijn woord en het licht werd geboren,
't licht dat vandaag onze dag nog is.
2
In het begin zijn de wolken en luchten,
in het begin is de hemel ontstaan.
God sprak zijn woord en de wateren vluchtten
zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.
3
In het begin is de aarde gekomen,
in het begin uit de diepte der zee.
In het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde het vee.
4
In het begin zijn de sterren gaan branden,
in het begin kwam de zon en de maan.
Boven het land en de zee en de stranden
wijzen zij wegen en tijden aan.
5
In het begin kwamen vogels gevlogen,
in het begin werd hun lied al gehoord.
Vissen in 't water, wat leeft op het droge:
God schiep de dieren, elk naar hun soort.
6
In het begin riep God mensen tot leven,
in het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op aarde te leven,
wat was God blij dat de wereld bestond.
--*41
#2
1
Eenmaal, toen alle dieren kwamen
naar Genesis 2:18-25 en Ef,zi?rs 5:25-27
Eenmaal, toen alle dieren kwamen
en Adam namen voor hen vond,
zag hij hen aan: zij gingen samen,
maar geen die hem terzijde stond;
de mens, de kroon op al Gods werken
was eenzaam in het paradijs
totdat een vrouw hem kwam versterken ook mensen schiep God paarsgewijs!
2
Als man en vrouw zijn wij geschapen,
een koning en een koningin,
elkaar tot schild, elkaar tot wapen,
tezamen één, een nieuw gezin.
Zoals de Heer zijn bruid beminde,
zich voor haar gaf tot in de dood,
zo wil Hij man en vrouw verbinden:
voorgoed elkanders deelgenoot.
--*42
#3
1
Abraham, Abraham, verlaat je land
naar Genesis 12A-9
Abraham, Abraham,
verlaat je land, verlaat je stam!
Abraham, Abraham,
verlaat je land, verlaat je stam!
Abraham, je moet gaan wonen
in het land dat Ik zal tonen.
Tel de sterren in de nacht,
zo groot wordt jouw nageslacht.
2
Abraham, Abraham,
verlaat je land, verlaat je stam!
Abraham, Abraham,
verlaat je land, verlaat je stam!
Ik zal jou mijn zegen geven,
je geleiden allerwegen,
en de volkeren tezaam
vinden zegen in jouw naam.
3
Abraham, Abraham,
verlaat zijn land, verlaat zijn stam!
Abraham, Abraham,
verlaat zijn land, verlaat zijn stam!
Met een woord gaat hij het wagen.
Zonder verder iets te vragen
staat hij op en gaat op reis,
langs de weg die God hem wijst.
--*43
#2
1
De scepter zal van Juda niet wijken
Genesis 49: 10
De scepter zal van Juda niet wijken
noch de heersers staf van tussen zijn voeten,
totdat Silo komt totdat Silo komt,
en Hem zullen de volken gehoorzaam zijn.
2
Heer, wij komen allen samen
bij Genesis 49: 10
Heer, wij komen allen samen rondom U.
Heer, wij komen allen samen rondom U.
Alle volk'ren zullen U gehoorzaam zijn.
Heer, wij komen allen samen rondom U.
--*44
#6
1
De koning van Egypteland
naar Exodus 15:1-18
De koning van Egypteland
trok al zijn legers saam.
Ons lot was echter in Gods hand.
Geprezen zij zijn Naam!
refrein:
Zingt de HEEP, want Hij is hoog verheven
het paard en zijn ruiter stortte Hij in zee.
Zingt de HEER, want Hij is hoog verheven,
het paard en zijn ruiter stortte Hij in zee.
2
Hun ruiters zaten hoog te paard,
hun wagens reden snel.
Maar hoger nog verheven is
die streed voor Israël.
refrein
3
De aarde dreunde van geweld,
de lucht zag zwart van stof.
Maar met ons was de sterke held.
Zing, Israël, zijn lof.
refrein
4
Zijn adem baande ons een pad,
de wind werd bondgenoot.
De vijand echter vond zijn graf
in 't water van de dood.
refrein
5
Voor altijd worden man en paard
verzwegen in de vloed.
Maar rondom is de naam vermaard
van Hem die wond'ren doet.
refrein
6
Looft nu de Heer met snarenspel
en heft de tamboerijn,
want Hij verloste Israël.
Geprezen moet Hij zijn.
refrein
--*45
#1
1
Sjma Jisraeel
Deuteronomium 6:4
Sjema. Jisraeel, Adonaj Eloheenoe,
Adonaj Echad.
vertaling
Hoor Israël: de HERE is onze God;
de HERE is één!
--*46
#5
1
Dit is het lied van de man die overwon
naar Richteren 7
keervers
Dit is het lied van de man die overwon,
dit is het lied van Gideon.
Dit is het lied van de man die overwon,
dit is het lied van Gideon.
Die de vijand heeft verslagen
zonder paard en zonder wagen
zonder leger sterk en groot
maar met God als bondgenoot.
keervers
2
Met bazuinen en met kannen
wapent Gideon zijn mannen,
bij deelt fakkels uit en waakt
tot de sterke vijand slaapt.
keervers
3
Middernacht geeft hij een teken,
fakkels branden, kruiken breken,
de bazuinen klinken luid
en de vijand schreeuwt het uit.
keervers
4
De soldaten van het leger
moeten lopen voor hun leven,
Israël juicht opgelucht
nu de sterke vijand vlucht.
keervers
5
Zo wordt Midian verslagen,
zonder paard en zonder wagen,
zonder leger sterk en groot,
maar met God als bondgenoot.
keervers
--*47
#4
1
De dorre vlakte der woestijnen
naar Jesaja 35
De dorre vlakte der woestijnen
zal zich verblijden eindeloos;
de zandzee zal herschapen schijnen,
want bloeien zal zij als een roos.
Van heil'ge vreugde zal zij beven,
doortinteld van een heerlijk leven,
dat nimmermeer verwelken zal.
Zij zal de wonderen des HEREN
aanschouwen en zijn grootheid eren
met jubelend triomfgeschal .
2
Versterkt dan nu de slappe handen,
en zet hem vast de Wank'le voet!
Zegt tot wie zucht in pijn en banden:
'Wees sterk, vrees niet heb goede moed!'
De Redder nadert ten gerichte;
van zijn aanbidd'lijk aangezichte
straalt waarheid en barmhartigheid.
Hij zal uw lijden u vergelden,
de boeien breken, die u knelden,
Hij, die u uit het diensthuis leidt.
3
Dan ziet het oog des blindgeboren'
uw schepping in haar zomergloor;
dan dringen tot des doven oren
uw goddelijke woorden door.
De kreup'le zal van vreugde springen,
de sprakeloze tong zal zingen,
hosanna's meng'lend tot uw lof,
en stromen levend water spreiden
hun zilv'ren beekjes door de heide,
zo fris als eens in Edens hof.
4
Waar eens vergeefs verdwaalden zochten
is nu een welbereide baan,
waarop des BEREN vrijgekochten
bij duizenden naar Sion gaan.
Zij voelen zich van Gods geslachte,
verstomd is nu de laatste klachte,
en alle kommer weggevloôn!
Zij jubelen in blijde reien,
zij kronen 't hoofd met groene meien,
een eeuw'ge blijdschap is hun kroon.
--*48
#3
1
De steppe zal bloeien
naar Jesaja 35 en Psalm 126
De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen,
De rotsen die staan vanaf de dagen der schepping,
staan vol water, maar dicht,
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen,
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen en drinken,
de steppe zal drinken.
De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen.
2
De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw tot aan de einden der aarde,
Eén voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water,
als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen,
als lachen en juichen,
Die zaaiden in tranen,
die keren met lachen en juichen.
3
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
een stem zal ons roepen:
Ik open hemel en aarde en afgrond
en wij zullen horen.
En wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
--*49
#2
1
Ik zal mijn water gieten op dorstig land
naar Jesaja 44A-3
Ik zal mijn water gieten op dorstig land.
Ik breng een vloed over droge grond.
Ik giet mijn Geest over al uw kinderen,
stromen van zegen in overvloed.
Stroom van levend water,
kom en maak ons rein.
Stroom van levend water,
dat reinigt het hart en de ziel.
Stroom van levend water,
dat verzadigt de ziel.
2
Israël mijn dienstknecht. Ik ben uw Formeerder.
Ik delg uw overtredingen uit.
Nee, Ik vergeet u niet, keer weer terug naar Mij.
Mijn helend water doorstroomt u opnieuw.
Stroom van levend water,
kom en maak ons rein.
Stroom van levend water,
dat reinigt het hart en de ziel.
Stroom van levend water,
dat verzadigt de ziel.
3
Ik ben de HEER, ja de Alpha en Omega.
Rots en Verlosser, wie is als Ik.
Hemel en aarde verheug u en zing uw lied.
Neem levend water in stromen om niet.
Stroom van levend water,
kom en maak ons rein.
Stroom van levend water,
dat reinigt het hart en de ziel.
Stroom van levend water,
dat verzadigt de ziel.
--*50
#1
1
Dwalende schapen
Jesaja 53:6 en 4
Dwalende schapen waren wij
dwalende schapen waren wij.
Dwalende schapen waren wij
dwalende schapen waren wij.
Ieder koos te gaan op zijn eigen weg,
ieder koos te gaan op zijn eigen weg.
Maar ons aller ongerechtigheid,
heeft de HEER doen komen op Hem.
Waarlijk, waarlijk, waarlijk,
Hij droeg onze ziekten, onze schuld
waarlijk, waarlijk,
onze ziekten, onze schuld droeg Hij.
--*50
#2
1
All we like sheep
Jesaja 53:6 en 4
All we like sheep have gone astray
all we like sheep have gone astray.
All we like sheep have gone astray
all we like sheep have gone astray.
We have turned ev'ry one into his own way.
We have turned ev'ry one into his own way,
and the Lord has laid on Him
the iniquity of us all.
Surely, surely, surely,
surely, He hath borne our griefs
surely, surely, surely,
He has borne our griefs.
2
Zelfs als de bergen wijken en wank'len
Jesaja 54: 10
Zelfs als de bergen wijken en wank'len
Zelfs als de wereld dreigt te vergaan.
Zelfs als de bergen wijken en wank'len
God bijft trouw aan wat Hij belooft.
Mijn gena, ja mijn gena
zal niet van U wijken, nee nooit!
Mijn gena, ja Mijn gena
zal niet van U wijken, nee nooit!
Zelfs als de bergen wijken en wank'len
Zelfs als de wereld dreigt te vergaan
Zelfs als de bergen wijken en wank'len
God blijft trouw aan wat Hij belooft.
--*51
#1
1
Quand les montagnes s'éloigneraient
Jesaja 54: 10
Quand les montagnes s'éloigneraient,
quand les collines chancelleraient,
quand les montagnes s'éloigneraient.
Dieu fera tout comme Il promet.
Mon amour, oui mon amour,ne
s'éloignera point de toi.
Mon amour, oui mon amour ne
s'éloignera point de toi.
Quand les montagnes s'éloigneraient,
quand les collines chancelleraient
quand les montagnes s'éloigneraient.
Dieu fera tout comme Il promet.
--*52
#5
1
Daar komt de man uit Anatot
Jeremia
Daar komt de man uit Anatot,
hij deelt de woorden uit van God:
keervers:
Hoor het woord des HEREN:
wij moeten ons bekeren!
Maar niemand luistert naar zijn stem,
in heel Jeruzalem.
2
Het volk is doof, het volk is blind,
het slaat de woorden in de wind:
keervers:
Hoor het woord des HEREN:
wij moeten ons bekeren!
Voor vreemde goden knielt het neer;
vergeten is de Heer.
3
Waarom, o volk van Israël,
waarom is God niet meer in tel?
keervers:
Hoor het woord des HEREN:
wij moeten ons bekeren!
Hij die ons riep in de woestijn,
wil onze Vader zijn!
4
De kruik breekt stuk, de kruik breekt stuk,
de scherven brengen geen geluk:
keervers:
Hoor het woord des HEREN:
wij moeten ons bekeren!
Jeruzalem zal ondergaan.
Er is geen redden aan.
5
Daar komt de man uit Anatot
hij deelt de woorden uit van God:
keervers:
Hoor het woord des HEREN:
wij moeten ons bekeren!
Maar niemand luistert naar zijn stem,
in heel Jeruzalem.
--*53
#10
1
Heel de schepping, prijs de Heer!
naar Daniël 3:52-90 (apocrief)
1
Heel de schepping, prijs de Heer!
Al zijn werken, geeft Hem eer!
En gij, engelen in koor:
zingt uw gloria ons voor!
2
Zegent Hem, gij zon en maan,
sterren in uw vaste baan,
laat uw licht in volle schijn
voor de Heer een loflied zijn.
3
Alle wind en alle weer,
alles wat er gaat te keer,
angstaanjagend in uw kracht
weest de weerklank van Gods macht.
4
Licht en donker, dag en nacht,
strenge winter, zomer zacht,
ieder op zijn eigen tijd,
zingt een lied de Heer gewijd.
5
Berg en heuvel, rots en dal,
klaterende waterval,
geeft luidkeels de echo weer
van de jubel tot zijn eer.
6
Alles wat op aarde groeit,
wat ontkiemt en wat er bloeit,
weest een kleurig lofgedicht
voor zijn vriend'lijk aangezicht.
7
Vogels, vissen, wild en vee,
dieren hoog en laag, doe mee,
ieder met uw eigen stem,
in het feestconcert voor Hem.
8
En gij mensen, allen saam,
zegent nu de hoge Naam,
voegt u in het grote koor
van zijn volk de eeuwen door.
9
Want in 't dodelijke uur
gaat Hij voor ons door het vuur
en Hij zal ons op doen staan
om Hem achterna te gaan.
10
Al wat leeft, wees welgemoed,
looft de Heer, want Hij is goed.
Zegent Hem dan, hier en nu,
want zijn goedheid zegent u.
--*54
#5
1
Waarom, waarom?
naar Habakuk 1
Waarom, waarom? Waarom, o God waarom
Ik roep naar u bij dag en nacht
terwijl ik op uw antwoord wacht.
U luistert niet uw stem blijft stom. Waarom?
2
Waarom, waarom? Waarom, o God waarom?
Ik schreeuw het uit: 'Geweld, geweld'.
De mensen sterven ongeteld.
Ze buigen wat nog recht was krom. Waarom?
3
Waarom, waarom? Waarom, o God waarom
Zie wat ons hier wordt aangedaan.
Hoe lang moet dat nog verder gaan?
Wij komen in het onrecht om. Waarom?
4
Ik zal van u dromen, dan ben ik niet bang.
Het antwoord zal komen, al duurt het ook lang
5
Ik blijf op U wachten. Ik hoop op uw woord.
Ik weet in gedachten dat U naar mij hoort.
--*55
#4
1
Ik heb verstaan, HEER, wat Gij hebt gezegd
naar Habakuk 3:2 en 17-18
Ik heb verstaan, HEER, wat Gij hebt gezegd
Gij hebt mij vrees voor U in 't hart gelegd,
uw werk vervult mijn wezen met ontzag.
Breng nu, o God, uw werken aan de dag:
toon deze tijd uw trouw, uw goedheid weer;
uw volk zal juichen om zijn God en HEER.
2
Woedt overal op aarde het geweld,
wordt nergens meer Gods Naam met eer vermeld.
maakt zich de macht van haat en afgunst groot,
brengt zij het leven enkel nog ter dood,
hoopt ook geen mens op 't komend Godsrijk meer,
toch blijf ik juichen om mijn God en HEER.
3
En als het licht eenmaal zelfs duister wordt,
- geen oogst op 't land, de vijgenboom verdord,
geen levend water meer, geen brood, geen wijn
wanneer de schapen Gods verdreven zijn,
is er bij mensen geen verwachting meer;
nog zal ik juichen om mijn God en HEER.
4
'k Blijf daarom, tegen beter weten in,
mij richten naar het woord van het begin,
dat Gij ons, God der eeuwen, hebt gezegd:
't verbond van trouw, van onverbreekbaar recht.
Gij, HEER, Gij zijt mijn kracht, mijn zekerheid;
ik juich om U in tijd en eeuwigheid.
--*56
#3
1
Al zou de vijgenboom niet bloeien
naar Habakuk 3:17-18
Al zou de vijgenboom niet bloeien,
geen opbrengst aan de wijnstok zijn,
toch zal mijn beker overvloeien
want Jezus schenkt mij vreugdewijn.
Al draagt ook de olijf geen vrucht
en ontbreekt het koren op het veld
met Hem heb ik geen kwaad te duchten
die zelfs mijn hoofdhaar heeft geteld.
2
Al loopt geen schaap meer in de weide
en staat geen rund meer in de stal,
toch zal ik mij in Hem verblijden,
die is, die was en komen zal.
Hij maakt mijn voeten als der binden,
zodat ik op mijn hoogten treed.
'k Zal mij aan zijn beloften binden,
en word met zijn gezag bekleed.
3
Al kwellen ziekten, zorgen, machten,
ik zal hen met Gods woord verslaan.
Ik blijf zijn beeld in mij verwachten,
al klaagt de boze mij ook aan.
Nochtans, ja nochtans zal ik juichen:
De HERE Here is mijn kracht,
en ied're vijand zal zich buigen
voor Hem die alles heeft volbracht.
--*57
#1
1
Roeach
naar Zacharia 4:6
Roeach, Roeach, Roeach.
Roeach, Roeach, Roeach.
Niet door kracht of geweld
maar door mijn Geest, zegt de HEER.
--*58
#3
1
Zoekt eerst het Koninkrijk van God
naar Mattheüs 6:33, 4:4, 7:7,8
Zoekt eerst het Koninkrijk van God
en zijn gerechtigheid
en dit alles krijgt u bovendien.
Hallelu, halleluja.
refrein:
Halleluja, halleluja,
Halleluja, hallelu, halleluja.
2
Men kan niet leven van brood alleen,
maar van ieder woord,
dat door de HEER gesproken wordt.
Hallelu, Halleluja.
refrein
3
Bidt en u zal gegeven zijn,
Zoekt en gij zult het zien.
Klopt en de deur zal voor u opengaan.
Hallelu, Halleluja.
refrein
--*59
#3
1
Weest niet bezorgd
naar Mattheüs 6:25-34
Weest niet bezorgd; uw leven
is meer dan kleed en brood,
Zou Hij die dat gegeven heeft
niet kennen al uw nood?
Gaat gij het gras niet te boven?
Hoe bloeit het eer het verdort!
Vreest dan niet kleingelovig
dat gij vergeten wordt.
2
Ziet hoe Hij kleedt de bomen
en bloemen van het veld.
Hij voedt de zorgeloze vogels,
spelend ongeteld;
zou Hij ook u dan niet kleden,
de kinderen die Hij kent,
niet horen de gebeden
van wie zich tot Hem wendt?
3
Zoekt eerst het Rijk, uw Vader
schenkt alles bovendien,
Hij zal u niet beschamen, maar
zijn goedheid u doen zien.
Weest niet bezorgd tegen morgen,
want elke dag heeft zijn kwaad
en heeft zijn eigen zorgen,
't is God die met u gaat.
--*60
#1
1
Komt tot Mij
naar Mattheüs 11:28-30
Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt.
Komt tot Mij en Ik geef u rust.
Neemt mijn juk op u en leert van Mij.
Want ik ben zachtmoedig en need'rig van hart
en gij zult rust vinden voor uw zielen,
want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
--*61
#8
1
Gods liefde is te groot
naar Mattheüs 14:13-21
Gods liefde is te groot
voor mensen één of twee
Hij breekt, Hij deelt het brood,
de gastheer bij de zee!
2
Gods liefde is te groot
voor één of twee of drie
Hij haat de hongersnood,
Hij haat de jaloezie.
3
Gods liefde is te groot
voor twee of drie of vier
al kleurt de hemel rood,
Hij voedt ons allen hier.
4
Gods liefde is te groot
voor drie of vier of vijf
wie wil wordt disgenoot:
God houdt bij ons verblijf.
5
Gods liefde is te groot
voor vier of vijf of zes
gezegend zij dit brood,
het heil draagt ons adres.
6
Gods liefde is te groot
voor zeven of voor acht wie delen in zijn dood
gaan van kracht tot kracht.
7
Gods liefde is te groot
voor negen, tien of elf
het koren dat ontsproot,
het brood - dat is Hijzelf'
8
Gods liefde is te groot:
wel twaalfmaal duizend keer
breekt Hij het levensbrood
wie liefde deelt, krijgt m,,r!
--*62
#4
1
Als een wijngaard
naar Mattheüs 21:33-46
Als een wijngaard is de aarde
met een toren en een muur.
Wij bepalen zelf de aarde
en betalen nooit de huur.
refrein:
Wij vergeten telkens weer:
de aarde is van de Heer.
Wij vergeten telkens weer:
de aarde is van de Heer.
2
Wachters boven op de toren
met geweren in hun hand,
willen van geen pachtgeld horen,
blijven baas in eigen land.
refrein
3
Als de Zoon wordt uitgezonden
wordt hun hart met vrees gevuld,
en hun angst slaat diepe wonden
want zijn komst wordt niet geduld.
refrein
4
Eens wanneer de Heer zal komen
aan het einde van de tijd,
wordt het land dan afgenomen
schenkt hij ons de schulden kwijt?
refrein
--*63
#5
1
Met lampen voor het feest gereed
naar Mattheüs 25:1-13
Met lampen voor het feest gereed
gaan wij, in stralend wit gekleed,
de vreugde vrolijk tegemoet
de liefde geeft ons glans en gloed.
2
En duurt het wachten deze nacht
veel langer dan iemand dacht
wij hebben olie, Geest genoeg
voor vuur en vlam tot morgenvroeg.
3
Met lampen voor het feest gereed,
gaan wij, in stralend wit gekleed,
de vreugde vrolijk tegemoet
de wijn zal zuiver zijn en zoet.
4
Wees waakzaam, gij die met ons gaat,
God dank, het is nog niet te laat
maar wie straks aanklopt na de tijd
vindt deuren dicht. Dus: wees bereid!
5
Met lampen voor het feest gereed
gaan wij, in stralend wit gekleed,
de vreugde vrolijk tegemoet
want God is gul en groot en goed!
--*64
#7
1
Als Hij komt in zijn luister
naar Mattheüs 25:31-40
Als Hij komt in zijn luister, de Mensenzoon,
en al de engelen, de eng'len met Hem,
dan zal Hij zetelen op zijn glorietroon.
2
En Ie volken komen voor Hem staan.
Hij zal hen scheiden zoals een herder doet,
zoals men schapen van de bokken scheidt.
3
De schapen zet Hij aan zijn rechterhand
en links de bokken - dan spreekt de Koning
tot de schapen rechts van Hem:
U gezegend door mijn Vader...'
4
'... Komt, erft Gods Rijk, dat voor u is bereid,
voor Hij de wereld vestte op haar fundament.
Want Ik was hongerig - U gaf water en brood.'
5
' ... U kleedde mijn naaktheid en u zocht mij op
in de gevangenis en toen Ik ziek was.
Ik kwam als vreemdeling - u bood onderdak.'
6
En als zij vragen: 'Here, wanneer
hebben wij u gediend?' dan is zijn antwoord:
'Wat u voor mijn broeder deed, dat deed u aan Mij ...'
7
Als Hij komt in zijn luister, de Mensenzoon,
en al de engelen, de eng'len met Hem,
dan zal Hij zetelen op zijn glorietroon.
--*65
#4
1
't Is middernacht en in de hof
naar Mattheüs 28:36-46 en par.
't Is middernacht en in de hof buigt,
tot de dood bedroefd, in 't stof
de Levensvorst, in zijn gebEén
doorworstelt Hij zijn strijd alleen.
2
't Is middernacht, maar hoe Hij lijdt
zijn jong'ren slapen bij die strijd;
en derven, afgemat in rouw,
de aanblik op des Meesters trouw.
3
't Is middernacht, maar Jezus waakt,
en 't zielelijden, dat Hij smaakt,
bant uit zijn hart de bede niet:
Mijn Vader, dat uw wil geschied'.
4
't Is middernacht, en 't Vaderhart
sterkt en verstaat de Man van smart,
die 't enig lijden, dat Hij torst
ten eind doorstrijdt als Levensvorst.
--*66
#5
1
Eén ding hebben we maar nodig
naar Lukas 10:38-42
Eén ding hebben we maar nodig,
leer ons, Heer, dat in te zien.
Veel daarnaast is overbodig,
is een juk, te zwaar misschien,
waaronder een mens
maar moet ploegen en zwoegen
om dan nog te missen het ware genoegen.
Verkrijg ik dit ene dat alles vervangt,
dan vind ik geluk waar mijn hart naar verlangt
2
Als Maria, die aandachtig
eens aan Jezus' voeten zat
wil ik luist'ren, want zij wachtte
op wat Hij te zeggen had.
Haar hart was verlangend dit ene te horen:
het woord van de Meester, muziek in haar oren.
Zo koos zij het goede wat geen haar ontsteelt
en alles viel haar in dit ene ten deel.
3
Zo is ook mijn diepst verlangen,
lieve Heer, op U gericht,
om uw woorden te ontvangen,
vensters op een vergezicht.
De zee van de massa heeft velen verzwolgen,
maar ik wil zo graag, Heer, in liefde U volgen.
Waar zouden wij heengaan, voor eeuwig het meest
geraakt door uw woorden van leven en Geest?
4
Niets kan ik voor God volbrengen
sinds ik weet van kwaad en goed.
Christus doet mij kleur bekennen,
en nu kies ik voor zijn bloed.
De hoogste gerechtigheid is mij verworven,
toen Hij aan het hout van het kruis is gestorven.
Het kleed van het heil heeft een helder motief
de Here heeft recht en gerechtigheid lief.
5
Daarom, Gij alleen, Heer Jezus,
zijt voor mij het één en al.
Laat oprechtheid in mij wezen,
eerlijkheid die blijven zal.
Laat huichelarij niet mijn wegen bepalen,
maar leid mij, o Heer, in de eeuwige zalen.
Dan laat ik hetgeen overbodig is gaan,
neem Jezus als enige nodige aan.
--*67
#4
1
Een klacht klinkt uit Gods Vaderhart
naar Lukas 18: 11-32
Een klacht klinkt uit Gods Vaderhart,
het weent in bodemloze smart,
dat kind'ren Hem verlaten
Hij roept ben t'rug in 't Vaderhuis,
maar bijna niemand keert naar huis.
Hij wordt alleen gelaten ...
2
O eeuw'ge pijn, o groot verdriet,
waarom toch zien de kind'ren niet
het lijden van hun Vader?
Zij voelen niet zijn harteklop,
maar gaan in and're dingen op
waarvoor zij willen leven.
3
Gods heilig hart - het weent en klaagt,
maar wie van al zijn kind'ren vraagt
naar wat Hem zo doet lijden?
Slechts liefde zal zijn pijn verstaan
en alle wegen met Hem gaan,
zijn heil'ge wil aanvaardend.
4
Zo wacht de Vader, jaar na jaar,
totdat zijn heilsplan wonderbaar
is tot zijn doel gekomen:
Waar Vaders liefde antwoord vindt,
daar wijkt zijn pijn, omdat zijn kind
vol liefde aan zijn hart rust.
--*68
#2
1
Zoon van David
naar Markus 10:46-52, Lukas 18:35-43
keervers:
Zoon van David, kijk naar mij: kyrieleis!
Jezus, loop mij niet voorbij: kyrieleis!
Er zit een blinde bij de poort,
de poort van Jericho.
Hij heeft van Jezus' komst gehoord,
en daarom roept hij zo:
keervers
2
En Jezus heeft die roep verstaan,
Hij zegt niet: zwijg maar stil!
Hij roept hem van zijn plaats vandaan,
en geeft hem wat hij wil.
keervers
--*69
#1
1
Want alzo lief
Johannes 3:16
Want alzo lief heeft God de wereld gehad
dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft
opdat een ieder die in Hem gelooft
niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe,
eeuwig leven hebbe.
--*70
#3
1
Zij was op zoek naar het geheim
naar Johannes 4:1-42
Zij was op zoek naar het geheim
van het geluk, dat zij niet kende;
haar dagen waren vol ellende.
'Opnieuw mislukt!' was het refrein
dat zich herhaalde in haar leven.
Ze was een afgedankte vrouw;
vijf mannen werden haar ontrouw,
maar God had haar niet afgeschreven.
2
Toen Jezus bij de Jacobsbron
vol liefde tot die vrouw zich wendde
en zij Hem als profeet erkende
in het gesprek dat zich ontspon,
kwam er een nieuwe vreugde dagen:
het levend water, het geheim
van het geluk, bleek Hij te zijn,
die antwoord gaf op al haar vragen.
3
De Heer liet haar niet zomaar gaan,
maar Hij vergaf haar al haar zonden,
goot liefde-olie in haar wonden Barmhartige Samaritaan!
Zij hoefde niet meer schuw te hopen
op iemand die haar liefde schonk.
Sinds zij het Levend Water dronk,
ging er een nieuwe toekomst open.
--*71
#5
1
Ik ben het levende brood
naar Johannes 6:22-59, 11:25-27
Ik ben het levende brood,
wie tot Mij komt, lijdt nimmermeer honger,
wie tot Mij komt, lijdt nimmermeer dorst,
niemand komt tot Mij,
tenzij de Vader hem trekke.
refrein:
Ik wek hem op uit zijn graf
Ik wek hem op uit zijn graf,
Ik wek hem op uit zijn graf
op de jongste dag.
2
't Brood, dat Ik geven zal
is mijn vlees voor het leven der wereld
en een ieder, die eet van dit brood,
leeft in de eeuwen der eeuwen,
hij leeft in de eeuwen der eeuwen.
refrein
3
Tenzij gij eet van mijn vlees
en drinkt van het bloed van de Zoon;
ja, zijn vlees eet en drinkt van zijn bloed,
hebt gij geen leven in u,
geen leven in uzelven.
refrein
4
Ik ben het leven zelf;
Ik ben het nieuwe verrijzen.
Die gelooft in Mij, zelfs als hij sterft,
bij zal leven voor eeuwig;
ja, hij zal leven voor eeuwig.
refrein
5
Heer, ik geloof, dat Gij zijt de Christus,
de Zoon van de Vader,
Het Woord van de eeuwige God,
vlees van ons vlees op aarde,
onze Broeder en Vriend in de hemel.
refrein
--*72
#5
1
Meester, tot wie zouden wij gaan
naar Johannes 6:68
Meester, tot wie zouden wij gaan?
Bij U zijn woorden van leven!
U zocht ons op, U sprak ons aan
wat zou de wereld ons geven,
waar door de macht der duisternis
het leven zelf ontluisterd is?
Bij U zijn woorden van leven!
2
Zouden wij tot het westen gaan?
Wat kan het westen ons geven?
Het westen biedt ons rijkdom aan
en wordt door hebzucht gedreven.
Heer die van onze eenzaamheid,
van onze zelfzucht ons bevrijdt,
bij U zijn woorden van leven!
3
Zouden wij tot het oosten gaan?
Wat heeft het oosten te bieden?
Het oosten biedt verlossing aan
door uit de wereld te vlieden.
Heer die ons in de wereld houdt,
o maak ons hier tot zoutend zout!
Bij U zijn woorden van leven!
4
Of straalt uit mensen soms een licht
tot heil van volken en landen?
Wordt soms een vrederijk gesticht
door bloedbezoedelde handen?
U kent het boze mensenhart:
al onze plannen zijn verward
bij U zijn woorden van leven!
5
Heer, stort uw liefde in ons uit
maak ons fonteinen van leven!
Dan dragen wij uw woorden uit,
die in ons hart staan geschreven.
Leer ons te volgen waar U gaat
en leer ons spreken metterdaad,
Meester, uw woorden van leven!
--*73
#5
1
Waar zal ik heen gaan
naar Johannes 6:68
Waar zal ik heen gaan, tot wie mij wenden?
Wie spreekt de waarheid die eeuwig bestaat?
Alleen bij U, Heer heb ik gevonden
de weg naar 't leven dat niet vergaat.
2
Waar zal ik heen gaan, tot wie mij wenden?
Wie breekt het brood dat mijn zoekend hart voedt?
Alleen bij U, Heer heb ik gevonden
liefde en vrede in overvloed.
3
Waar zal ik heen gaan, tot wie mij wenden?
Wie is de wijnstok die mijn ranken draagt?
Alleen bij U, Heer heb ik gevonden
de vaste grond die mij steunt en schraagt.
4
Waar zal ik heen gaan, tot wie mij wenden?
Wie reikt het water dat mij kracht hergeeft?
Alleen bij U, Heer heb ik gevonden stromen
van zegen, de bron die leeft.
5
Waar zal ik heen gaan, tot wie mij wenden?
Wie is het licht dat het duister bestrijdt?
Alleen bij U, Heer heb ik gevonden uitzicht
op toekomst, in eeuwigheid.
--*74
#2
1
Een nieuw gebod
naar Johannes 13:34-35
Een nieuw gebod geef Ik aan u:
dat gij houdt van elkander, zoals Ik van u;
dat gij houdt van elkander, zoals Ik van u.
En zo zal iedereen zien dat gij van Mij zijt:
als gij elkaar van harte liefhebt.
En zo zal iedereen zien dat gij van Mij zijt:
als gij elkaar van harte liefhebt.
2
new commandment
A new commandment I give unto you,
that you love one another as I have loved you
that you love one another as I have loved you.
By this shall all men know
that you are my disciples
if you have love one to another
By this shall all men know
that you are my disciples
if you have love one to another.
--*75
#7
1
Jezus die wist dat zijn uur gekomen was
naar Johannes 13
refrein:
Waar wij in liefde samen zijn,
daar is God bij ons.
Jezus die wist dat zijn uur ge/komen was
om uit de wereld over te gaan naar de /Vader
en die de zijnen in de wereld be/mind had,
beminde /hen ten einde /toe.
refrein
2
'Ik geef u een nieuw ge/bod:
gij moet elkander be/minnen;
zoals Ik u heb liefge/had,
zo moet ook gij el/kander be/minnen.'
refrein
3
'Want Ik, de Heer en /Meester,
heb u de voeten ge/wassen.
Ik heb u een voorbeeld ge/geven,
opdat gij zoudt doen zoals /Ik u heb ge/daan.'
refrein
4
'Wie onder u de grootste wil /wezen,
moet uw dienaar /worden;
en wie onder u de eerste wil /zijn,
moet voor u /slavenwerk /doen.'
refrein
5
'Als ik u de voeten niet /was,
hebt gij geen deel aan mijn /koninkrijk.
Nu begrijpt ge nog niet wat Ik /doe,
maar gelukkig die handelt zoals /Ik.'
refrein
6
'Ik ben niet gekomen om gediend te /worden,
maar om te /dienen.
Ik geef mijn leven als losprijs voor /velen,
opdat in u de /liefde mag /wonen.'
refrein
7
'Er bestaat geen groter /liefde
dan zijn leven te geven voor wie men /liefheeft.
Men zal u als mijn leerlingen her/kennen,
aan de /liefde die gij hebt voor /elkander.'
refrein
Aanwijngen voor de voorzang: De schuine strepen in de tekst
van de coupletten geven aan waar men overgaat naar een andere
toon uit de melodie van het couplet. De lange noten worden
onderverdeeld over de woorden volgens het natuurlijke ritme
van de tekst.
--*76
#2
1
Mijn vrede laat Ik u
naar Johannes 14:27
Mijn vrede laat Ik u.
Mijn vrede geef Ik u.
Weest dan niet bezorgd.
Mijn vrede laat Ik u.
Mijn vrede geef Ik u.
Weest niet bevreesd!
eenmaal herhalen.
2
My peace I leave you
My peace I leave you.
My peace I give you.
Trouble not your hearts.
My peace I leave you.
My peace I give you.
Be not afraid.
(eenmaal herhalen.)
--*77
#3
1
U bent de wijnstok
refrein:
U bent de wijnstok, wij zijn de ranken
ik kan niets doen zonder U.
U bent de wijnstok, wij zijn de ranken
ik kan niets doen zonder U.
De Vader is de landman die ons snoeit.
Mijn leven draagt vrucht door Hem.
De Vader is de landman die ons snoeit.
Mijn leven draagt vrucht door Hem.
refrein
2
Wie geen vrucht draagt neemt Hij weg,
maar Hij snoeit de vruchtbare tak.
Wie geen vrucht draagt neemt Hij weg,
maar Hij snoeit de vruchtbare tak.
refrein
3
Blijven wij in U, U verhoort
opdat wij nog meer vrucht dragen.
Blijven wij in U, U verhoort
opdat wij nog meer vrucht dragen
refrein
--*78
#4
1
Het is volbracht
naar Johannes 19:30
Het is volbracht - o machtig woord,
dat Jezus, aan het kruis doorboord,
voor zondaars stervend heeft gesproken.
Bevrijdingsdag is aangebroken.
Gedenk dit kruiswoord van zijn liefdemacht.
Zo spreekt de Heer: Het is volbracht!
2
Het is volbracht door wat Hij leed,
de Schrift - de wet en de profeet,
Gods Woord, ontkracht door onze zonden,
is nu volbracht in Jezus' wonden.
Wat God zijn schepping eeuwig toebedacht
zijn heerlijk heil: Het is volbracht!
3
Het is volbracht - God schrijft: Voldaan;
de schuld van ons failliet bestaan
heeft Jezus hier voor ons gedragen.
De aanklacht, aan het kruis geslagen,
is door zijn kostbaar bloed niet meer van kracht.
Zo spreekt de Heer: Het is volbracht!
4
Het is volbracht - de angst verdwijnt,
nu Hij, die liefhad tot het eind,
voor heel de schepping heeft gesproken.
De vrede Gods is nu ontloken.
Zijn laatste woord verdrijft de bangste nacht.
Vertrouw op Hem: Het is volbracht!
--*79
#4
1
Vrede zij u
naar Johannes 20:21, 22
Vrede zij u, vrede zij u.
Gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Vrede zij u, vrede zij u.
Gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
2
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij.
Mijn woord moet in u zijn,
dat maakt u vrij.
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij.
Mijn woord moet in u zijn,
dat maakt u vrij.
3
Ontvangt mijn Geest, heilige Geest
Hij zal u leiden,
weest niet bevreesd.
Ontvangt mijn Geest, heilige Geest
Hij zal u leiden,
weest niet bevreesd.
4
herhaal vers 1
--*80
#4
1
Geen and're naam
naar Handelingen 4:12, Filippenzen 2:9-11
Geen and're naam dan de Naam van Jezus,
geen and're naam dan de Naam van de Heer.
Geen and're naam dan de Naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
Geen and're naam dan de Naam van Jezus,
geen and're naam dan de Naam van de Heer.
Geen and're naam dan de Naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
2
Zijn Naam is verheven, boven heel de aard'.
Zijn Naam is hoger dan de hemel.
Zijn Naam is verheven boven heel de aard'.
Geef glorie en eer Hem en prijs nu zijn Naam.
3
Geen and're naam dan de Naam van Jezus,
geen and're naam dan de Naam van de Heer.
Geen and're naam dan de Naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
4
de kracht en de lof in eeuwigheid.
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof en de eeuwigheid.
--*81
#6
1
Zing met ons mee uit alle macht
naar Handelingen 16:19-40
Zing met ons mee uit alle macht,
zing met ons mee te middernacht;
al zien wij nog de morgen niet,
wij zingen toch dit vrolijk lied!
2
In vuur en vlam zet ons de Geest
gegeven op het pinksterfeest
het licht dat op ons uitgestort,
weerkaatst, vermenigvuldigd wordt.
3
Zijn wij bezorgd, bedroefd of bang,
dan zingen wij een nieuw gezang;
de vlam, ons door de Geest beloofd,
wordt door geen duisternis gedoofd.
4
Soms is ons lied een vuurkolom,
soms blaast een psalm de muren om
dan is te horen, onverwacht,
hoe wie gelooft ten laatste lacht!
5
Hier straalt, nog voor de zon opgaat
het licht dat nimmer ondergaat;
het is nog niet voorgoed te laat
geloof en doe uzelf geen kwaad!
6
Zing met ons mee, uit alle macht,
zing met ons mee te middernacht,
zing met de hele kerk in koor,
en geef dit licht de wereld door!
--*82
#3
1
God die ons heeft voorzien
naar Romeinen 8:29-39
God die ons heeft voorzien
en kent bij onze naam,
die ons ten leven riep
en houdt in het bestaan,
Hij heeft ons voorbestemd
te lijken op zijn Zoon
die mens is zoals wij
en in ons midden woont.
2
Hij heeft zijn eigen Zoon
geen enkel leed bespaard.
Hij heeft ten einde toe
zijn Geest geopenbaard.
Als God zo v??r ons is,
wie zal dan tegen zijn?
Al wat ons overkomt
zal hoop en zegen zijn.
3
Wie zal ons scheiden ooit
van God ons goed en bloed?
Geen toekomst en geen dood
bedreigt ons meer voorgoed.
Genadig en getrouw wil Hij mijn vrede zijn.
Geen mens die Hem weerhoudt
om onze God te zijn.
--*83
#3
1
Heer Jezus, uw genade
naar 2 Korinti?n 12:9
Heer Jezus, uw genade
is mij genoeg.
Tot winst maakt Gij de schade
die ik verdroeg;
in zwakte zal ik roemen:
Het is volbracht!
en zo mijn onmacht noemen
verborgen kracht.
2
Heer Jezus, uw genade
is mij genoeg.
Toen ik U vastberaden
tot driemaal vroeg:
Kan ik niet beter zonder
die doorn, o Heer? toen sprak Gij onomwonden:
Vraag dat niet meer!
3
Hoe zwak, toch ben ik machtig
en sterk in U:
hoe kwetsbaar, soms neerslachtig,
toch weet ik nu
waartoe die doorn mij schaadde,
die vuist mij sloeg Heer Jezus, uw genade
is mij genoeg.
--*84
#2
1
Met Christus ben ik gekruisigd
naar Galaten 2:20 (canon)
Met Christus ben ik gekruisigd en toch leef ik
niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij.
Met Christus ben ik gekruisigd en toch leef ik
niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij.
2
Leven door het geloof in de Zoon van God
die mij heeft liefgehad,
leven door het geloof in de Zoon van God
die mij heeft liefgehad.
--*85
#2
1
Zegen zij de God en Vader
naar Efeze 1:3
Zegen zij de God en Vader
van onze Heer Jezus Christus.
Zegen, zegen, gezegend zij onze God,
die met elke geest'lijke zegen in de heem'len
ons heeft gezegend in Christus.
die met elke geest'lijke zegen in de heem'len
ons heeft gezegend in Christus.
2
Blessed be the God and Father
Blessed be the God and Father
of our Lord Jesus Christ.
Blessed, blessed,
blessed be our God!
Who hath blessed us with all spiritual
blessings in heavenly places in Christ!
--*86
#6
1
Bekleedt u met de nieuwe mens
naar Efeze 4: 24-30
Bekleedt u met de nieuwe mens
en houdt u naar de Heer gewend,
maakt u gereed en blaakt van vuur
verwacht zijn uur!
2
Legt daarom alle leugen af,
al wat bederft is voor het graf,
maar doet van Die is opgestaan
de waarheid aan.
3
Wij zijn elkanders hart en hand
op weg naar het beloofde land,
verdraagt en steunt de zwakken maar,
vergeeft elkaar.
4
En gaat niet toornig in de nacht,
maar laat de vrede als een wacht
uw slaap verlichten, in uw droom
gaan eng'len om.
5
O broeders, zusters van de Heer:
geeft aan de boze plaats noch eer,
maar arbeidt liever voor het brood
en deelt in nood.
6
Hebt gij niet van die dag gehoord
dat God zal richten met zijn Woord,
zo doet dan heden aan de tijd
gerechtigheid!
--*87
#8
1
Zonen van Gods zonlicht
naar 1 Thessalonicenzen 5A-II en Efeze 6 10:18
Zonen van Gods zonlicht
en dochters van de Dag,
laat aan nacht en duister,
bij jullie geen gezag.
Als de mensen zeggen:
'Is alles pais en vree',
bidt dan en weest wakker
droomt die droom niet mee.
2
Als een dief die insluipt
- wie is daarop verdacht? zo overvalt de Here
de mensheid onverwacht.
Maar jullie - zoekt je sterkte
in Hem en in zijn macht,
biddend in de Geest en
wakend door de nacht.
3
Neemt Gods wapenrusting
van liefde en geloof,
kennis van Gods toekomst
als helm op ieders hoofd,
vrede aan je voeten,
als gordel trouw en recht,
met Gods Woord gewapend
- klaar voor het gevecht!
4
Dochters van de Dag en
zonen van Gods licht,
niets heb je te vrezen
van oordeel en gericht.
Waakt totdat Hij weerkomt,
dan zullen wij bevrijd
samen met Hem leven
in zijn heerlijkheid.
5
Children of the daytime
Children of the daytime,
children of the light
you are not of darkness,
you are not of night,
Peace there is and safety,
other men will say,
you must not believe them,
you must watch and pray.
6
For as a thief comes softly,
when no-one is prepared,
suddenly destruction
when not a man is spared.
In the Lord be strengthened,
in the power of his might,
praying in the Spirit,
and watching through the night.
7
The shield we hold before us,
our faith we will confess,
we stand arrayed in armour
of truth and righteousness,
the gospel of the Kingdom
with which our feet are shoed,
the helmet of salvation
and the Word of God.
8
herhaal couplet 1
--*88
#6
1
Wij zingen, Vader, U ter eer
naar Filippenzen 2:5- 11
Wij zingen, Vader, U ter eer,
van Christus Jezus, onze Heer.
Hij werd een dienstknecht, arm als wij:
dat zijn gezindheid in ons zij.
2
Hij heeft wat Hij bij U bezat
niet boven alles liefgehad,
maar zich van majesteit ontdaan:
Hij deed het kleed van slaven aan.
3
Hij werd een mens, in needrigheid,
en, levend uit gehoorzaamheid,
heeft Hij zich aan U toevertrouwd:
tot in de hof, tot aan het hout.
4
Daarom heeft God zijn knecht die leed
met alle macht en eer bekleed:
zijn hoge Naam, die Here luidt,
gaat boven alle namen uit.
5
Dat God zijn offer heeft aanvaard
wordt in het einde openbaar,
als elke tong van Hem getuigt
en elke knie voor Hem zich buigt,
6
als alle vlees de Vader roemt
en Jezus Christus Here noemt.
Leer ons de weg die Christus ging:
de weg van zelfverloochening.
--*89
#6
1
Christus, Gods Zoon en Gods gelijke
naar Filippenzen 2:5-11
Christus, Gods Zoon en Gods gelijke heeft
Zich ontdaan van glorie.
refrein:
Christus is God! Christus is mens!
Christus is Heer!
2
Hij koos de rang van de geringen,
deelde het lot van slaven.
refrein
3
Hij werd gehoorzaam tot het einde,
tot aan het kruis uit liefde.
refrein
4
Daarom werd Jezus' Naam verheven,
hoog boven alle namen.
refrein
5
Dat in de hemel en op d'aarde
iedere knie zich buige.
refrein
6
Dat alle tongen nu belijden
tot eer van God de Vader:
refrein
--*90
#3
1
Wat mij dierbaar was
naar Filippenzen 3:4-11
Wat mij dierbaar was, wat ik vinden wou,
dingen waar ik mij aan binden zou,
alles wat ik zocht kennis, macht of geld,
heeft geen waarde meer, wat werk'lijk telt:
Ik wil U kennen, Jezus.
Dat is mijn grootste schat.
U verlost, U bevrijdt,
U bent mijn gerechtigheid;
o, ik houd van U.
2
Ik geloof dat ik gerechtvaardigd ben,
doordat U mij uw genade geeft.
En mijn liefste wens is om meer en meer
zoals U te zijn die in mij leeft.
Ik wil U kennen, Jezus.
Dat is mijn grootste schat.
U verlost, U bevrijdt,
U bent mijn gerechtigheid;
o, ik houd van U.
3
En wanneer ik deel in uw lijden Heer,
zal ik delen in uw heerlijkheid.
Door nu één met U in uw dood te zijn,
zal ik bij U zijn in eeuwigheid.
Ik wil U kennen, Jezus.
Dat is mijn grootste schat.
U verlost, U bevrijdt,
U bent mijn gerechtigheid;
o, ik houd van U. Ik houd van U.
--*91
#4
1
Weest blij te allen tijde
naar Filippenzen 4:4-9
Weest blij te allen tijde,
verheugt u in de Heer!
De Here is nabij u,
ja, spoedig keert Hij weer!
Laat iedereen het merken
dat Christus in u woont,
dat u in woord en werken
zijn vriend'lijkheid vertoont.
2
Weest niet bezorgd, maar blijde:
de Here zorgt voor u.
Laat niet door vrees u leiden,
want Hij staat borg voor u.
En wat u mag ontbreken,
zegt aan de Heer uw nood
met bidden en met smeken,
maakt zijn genade groot.
3
Dankt God te allen tijde,
verwacht het uit zijn hand:
dan zal zijn milde vrede
- te hoog voor het verstand uw hart en uw gedachten
behoeden in uw Heer.
Wie op de Here wachten
verblijdt Hij keer op keer.
4
Voorts, broeders, al wat waardig,
wat waar en zuiver is,
beminnelijk, rechtvaardig,
al wat welluidend is en al wat u geleerd is,
doet dat en leeft daarbij:
en God, de God des vredes,
zal altijd met u zijn.
--*92
#4
1
Er is maar één God
naar 1 Timotheüs 2:5-6
Er is maar één God
en maar één Middelaar
tussen God en mensen:
Jezus Christus,
die zich gegeven heeft
als een losprijs voor allen.
Eén God, één Middelaar:
Jezus Christus,
de Zoon van God.
2
Er is geen kloof meer
en geen angst als tussenmuur
tussen God en mensen,
in Jezus Christus,
die zich gegeven heeft
als een losprijs voor allen.
Geen kloof, geen tussenmuur
in Jezus Christus,
de Zoon van God.
3
Hij is Heer over zon en maan.
Hij is Heer over heel het heelal,
Hij is Heer; Hij is opgestaan.
Hij is Heer in mijn hart.
4
Er is maar één God
en maar één Middelaar
tussen God en mensen:
Jezus Christus,
die zich gegeven heeft
als een losprijs voor allen.
Eén God. Eén Middelaar:
Jezus Christus,
de Zoon van God.
Eén God. Eén Middelaar:
Jezus Christus,
de Zoon van God.
--*93
#2
1
De zaligheid is van God
naar Openbaring 7-10
De zaligheid is van God,
die samen met het Lam regeert op zijn troon.
Eer en rijkdom, wijsheid en macht
heerlijkheid, sterkte en kracht...
refrein:
zij onze God voor eeuwig en eeuwig,
zij onze God voor eeuwig en eeuwig,
zij onze God voor eeuwig en eeuwig. Amen!
2
En wij, de verlosten, zijn sterk
door 't woord van ons getuigenis.
En wij roepen uit:
Eer en rijkdom, wijsheid en macht,
heerlijkheid, sterkte en kracht...
refrein
--*94
#3
1
De lof, de heerlijkheid, de kracht
naar Openbaring 19:6-10
De lof, de heerlijkheid, de kracht
worde voor eeuwig toegebracht
de Here God Almachtig!
Het koningschap heeft Hij aanvaard
over de hemel en de aard,
rechtvaardig en waarachtig.
Halleluja!
Laat ons blijde
't loflied wijden
aan de Here,
juichen onze God ter ere!
2
Nu kan de bruiloft van het Lam,
waar heel de schepping naar verlangt,
de goede tijd, beginnen.
Zijn bruid maakt zich voor Hem gereed:
zij mag zich tooien met een kleed
van smetteloos fijn linnen.
Halleluja!
Heil'ge daden
zijn als draden
saamgeweven,
tot een feestkleed haar gegeven.
3
Welzalig wie genodigd zijn
tot deze bruiloft, dit festijn,
wie reine kleren dragen.
Hun loflied, dat het Lam begroet
klinkt als het daav'ren van de vloed,
als zware donderslagen.
Halleluja!
De Gerechte
zal zijn knechten
niet beschamen:
wat God spreekt is amen. Amen.
--*95
#10
1
Ik zag een wonderlijke stroom
naar Openbaring 22:1-5
Ik zag een wonderlijke stroom
van zuiver water in mijn droom,
het bruiste in een stad van goud:
een stroom van leven en behoud.
2
En met haar druppels van kristal
bracht zij verkwikking overal,
ik zag de bron waaruit zij kwam:
de troon van God en van het Lam.
3
Toen zag ik op het grote plein,
waar ook de vele mensen zijn,
zoals het was in het begin:
de boom des levens middenin.
4
Die goede boom gaf goede vrucht,
daar werd van maand tot maand geplukt
twaalf keren was het, welgeteld:
zo bloeit de stam van Israël.
5
O stad van vrede en van lust
waar al de toorn is uitgeblust,
geen wet is tegen u gekeerd,
en daar is geen vervloeking meer.
6
Geen hoge raad en geen gericht
weerstaan ons in het aangezicht,
want waar God troont is ook het Lam
dat dood en oordeel op zich nam.
7
Zo mogen al de knechten vrij!
Goeden en slechten, zij aan zij,
gaan opgetogen door de poort:
zij groeten God en doen het woord.
8
Al doende zien zij 't witte licht
dat uitstraalt van zijn aangezicht
en op hun voorhoofd blinkt zijn Naam
EMMANUEL in alle taal!
9
O volk dat vredelievend lacht,
daar komt geen avond meer, geen nacht,
dat gij met lampen door de straat
bang uitziet naar de dageraad.
10
Want 's Heren woord is in uw mond
en God is goud, is morgenstond,
gij zult regeren, en voortaan
zal nooit de zon meer ondergaan!
--*96
#2
1
En de Geest en de bruid
naar Openbaring 22:17-20
En de Geest en de bruid zeggen: Kom!
En die het hoort, zegt: Kom!
En wie dorst heeft, kome. En wie wil,
neemt het water des levens om niet;
neemt het water des levens om niet.
2
Hij die van deze dingen getuigt,
Hij zegt: 'Ja, ik kom'.
Ik zal spoedig komen, ja, Ik kom.
Amen, ja Here Jezus, kom.
Amen, ja Here Jezus, kom.
--*97
#3
1
Bereidt de weg van de Heer
naar Jesaja 40:3-5, 62:10-12
Bereidt de weg van de Heer,
effent de baan in Jezus' Naam.
Hij zal de poorten van uw hart binnen gaan.
Hosanna, wij volgen de Heer.
refrein:
Wij zullen heel de aarde vullen met lof.
Jezus is Heer, aan Hem alle eer.
Wij willen Hem alleen, geen ander als Heer,
Hosanna, wij volgen de Heer.
2
En Jezus komt weer t'rug, wij zullen Hem zien
in al zijn pracht, vol glorie en macht,
maar wij ervaren nu reeds zijn koningschap.
Hosanna, wij dienen de Heer.
refrein
3
Zijn rijk breekt krachtig baan.
De schepping wordt vrij onder zijn heerschappij.
Eens buigt zich elke knie en juicht elke tong:
Hosanna, want Jezus is Heer.
refrein
--*98
#3
1
Mijn ziel maakt groot de Heer
naar Lukas 1:46-55
keervers:
Mijn ziel maakt groot de Heer
en ik juich om God, mijn Redder.
Uit de hoge zag Hij neer,
bewogen met mijn lot.
Grote daden heeft de Machtige
stil voor mij gedaan.
Hij bewijst zich de Barmhartige
en heilig is zijn Naam.
keervers
2
Hij heeft een krachtig werk getoond,
hoogmoed is verjaagd.
Vele machtigen heeft Hij onttroond,
eenvoudigen geschraagd.
keervers
3
Zijn recht heeft Hij gezonden,
zoals was voorzegd.
in ontferming vast verbonden
met Israël, zijn knecht.
keervers
--*99
#7
1
Op aarde plant het kwaad zich voort
Op aarde plant het kwaad zich voort,
de waanzin voert het hoogste woord,
het zaad verdort, de oogst wordt schraal
o Wijsheid, daal als vruchtbare taal!
O kom ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
2
Verlichte wolk en lopend vuur,
zo waart Gij eens op aarde hier,
die onze Heer en Meester zijt
zie neer en kom in majesteit!
O kom, ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
3
Ja kom, Gij wortel Isai,
verlos ons van de tirannie,
van alle goden dezer eeuw,
o Herder, sla de boze leeuw!
O kom, ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
4
Ontsluit, Gij die de sleutel zijt,
die opendoet en niemand sluit,
het huis van dood en duisternis
waarin uw volk gekluisterd is!
O kom, ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
5
Daag op, o grote Dageraad,
licht aan, wij zijn ten einde raad,
verjaag de nacht van onze nood
en maak uw toekomst rozerood!
O kom, ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
6
Koning der volken, heers alom
en, eerste van de aarde, kom!
Gij hoeksteen, maak ons samen één,
verzamel allen om U heen!
O kom, ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
7
Zegen het volk dat vrede wil,
maak Israël gerust en stil,
wees uw belofte, neem ons aan,
Emmanuël, bewijs uw naam!
O kom, ja, kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
Dit lied is gedicht naar de O-Antifonen van de zeven dagen
vóór het Kerstfeest. Iedere strofe bevat de inhoud van telkens
een van deze antifonen. De beginletters in het Latijn kunnen
van achter naar voor gelezen worden en dan leveren ze de
Latijnse tekst: 'ERO CRAS' op, wat betekent: Morgen zal Ik (de
Heer) er zijn.
--*100
#2
1
Donker de nacht
Donker de nacht met sterren aan de hemel,
de aarde diep in het duister gehuld.
't Was in die nacht dat Jezus werd geboren,
het Woord van God in de tijd werd vervuld.
Heil en vrede heeft Hij ons verkondigd
een nieuwe dag brak voor de wereld aan.
Lof zij de Heer, de Heer van alle heren,
Verlosser is Hij, de Zoon van God uit Davids huis.
Hosanna in de hoge,
God is met ons, Immanuel.
2
Ere zij God, zijn liefde voor de wereld
heeft hij in Jezus, de Christus, getoond.
om ons van schuld en zonde te verlossen
ging Hij de weg van het lijden, de dood.
Opgestaan is Jezus Overwinnaar,
er klinkt een lied dat jubelt door de tijd:
Lof zij de Heer, de Heer van alle heren,
Verlosser is Hij, de Zoon van God uit Davids
Hosanna in de hoge,
God is met ons, Immanuel.
--*101
#1
1
Ere zij God
naar Lukas 2:14
Ere zij God, ere zij God
in de hoge, in de hoge, in de hoge.
Vrede op aarde, vrede op aarde
bij de mensen van zijn welbehagen.
Ere zij God in de hoge,
ere zij God in de hoge.
Vrede op aarde, vrede op aarde,
vrede op aarde, vrede op aarde,
bij de mensen, bij de mensen van zijn behagen,
bij de mensen, van zijn behagen, zijn welbehagen.
Ere zij God, ere zij God,
in de hoge, in de hoge, in de hoge.
Vrede op aarde, vrede op aarde
bij de mensen van zijn welbehagen.
Amen. amen.
--*102
#2
1
Heil'ge nacht, u groeten wij
Heil'ge nacht, u groeten wij;
Christus is geboren.
Jezus kwam, ja ook voor mij,
'k mag Hem toebehoren,
Alle klachten, alle zorgen
wijken voor de held're morgen,
voor het hemels zonnelicht
van Gods vriend'lijk aangezicht.
2
Leid mijn schreden, Zoon van God,
met uw Geest van boven.
Doe mij dieper, doe mij meer,
moediger geloven.
Geef mij elke levensstonde
overwinning van de zonde,
O, verbreek door uwe kracht
in mijn leven satans macht.
--*103
#4
1
In Bethlehems stal lag Christus de Heer
In Bethlehems stal lag Christus de Heer,
in doeken gehuld, als kindje terneer.
Voor Hem was geen plaats meer in herberg of huis.
Zijn wieg was een kribbe, zijn troon was een kruis.
2
Zó arm werd de Heer, der engelen Heer,
die zondaren mint zo nameloos teer,
die hun wil vergeven, hoeveel het ook zij;
zó arm werd de Heiland voor u en voor mij.
3
Lam Gods, voor de schuld der wereld geslacht,
dat eens aan het kruis voor mij hebt volbracht;
ik kniel voor uw kribbe met dankend gemoed,
en breng U eerbiedig mijn zeeg'nende groet.
4
U wijd ik mijn vreugd, mijn leven, mijn hart,
bij U wil ik zijn in blijdschap en smart.
Geef Gij mij een harte dat steeds U bemint,
dan ben ik van nu aan voor eeuwig Gods kind.
--*104
#2
1
Jezus, Koning, Redder, Heer
Jezus, Koning, Redder, Heer,
bij uw kribbe kniel ik neer.
Kind, aanvaard wat ik u bied:
heel mijn hart, mijn hoogste lied.
2
Jesus, Saviour, Lord, and King
Jesus, Saviour, Lord, and King,
to your cradle I will bring
gifts You wanted from the start
this, my song, and this, my heart.
--*105
#7
1
't Licht dezer wereld is reddend verschenen
't Licht dezer wereld is reddend verschenen,
't Woord, dat voor eeuwen bij God was,
werd vlees.
Christus komt mensen met God weer verenen,
zondaars verlossen van oordeel en vrees.
Hemelen, wilt uw gezangen ons lenen,
't Licht dezer wereld is reddend verschenen.
't Licht dezer wereld is reddend verschenen.
2
Christus daalt neder, geslaakt zijn de banden;
d'Eniggeboor'ne des Vaders bevrijdt.
't Lied der verlossing weergalmt langs de stranden.
Dat nu heel de aard Hem als Redder belijd'.
Dat aller harten van dankbaarheid branden!
Christus daalt neder, geslaakt zijn de banden.
Christus daalt neder, geslaakt zijn de banden.
3
Christus daalt neder, de Heer aller heren;
hemel en aarde, verheft thans uw stem!
Christus, Gods Heil'ge, komt zondaars bekeren,
opent nu deuren en harten voor Hem!
Zalig, wie Hem als hun Koning vereren!
Christus daalt neder, de Heer aller heren.
Christus daalt neder, de Heer aller heren.
4
Christus daalt neder als 't offer der zonden.
Dank en aanbidding, die Een'ge gebracht!
Laat ons met d'eng'len zijn liefde verkonden,
prijzen het Lam, aan het kruishout geslacht.
Wie kan die diepten van liefde doorgronden?
Christus daalt neder als 't offer der zonden.
Christus daalt neder als 't offer der zonden.
5
Christus daalt neder als Redder uit lijden,
Trooster in droefheid, in angst en gevaar.
Hij zal de zijnen eens heerlijk verblijden,
valle ook de vuurproef des levens hun zwaar.
Psalmen der zege vervangen het strijden.
Christus daalt neder als Redder uit lijden.
Christus daalt neder als Redder uit lijden.
6
Christus daalt neder als bron van verblijden.
Hij schenkt het water des levens om niet.
Kom tot dat water, wie bukt onder lijden,
waar zijn ontferming genezing u biedt.
Kranken, komt knielend uw harten Hem wijden:
Christus daalt neder als bron van verblijden.
Christus daalt neder als bron van verblijden.
7
Christus daalt neder als beeld van de Vader;
Hij openbaart ons Gods eeuwige trouw,
leidt ied're ziel die gelooft tot Hem nader
en schenkt aan zondaars bekering, berouw.
Amen, Heer Jezus! Wij smeken te gader:
Schenk ons een plaats in het huis van uw Vader.
Schenk ons een plaats in het huis van uw Vader.
--*106
#4
1
Middenin de winternacht
Midden in de winternacht ging de hemel open;
die ons 't heil der wereld bracht,
antwoord op ons hopen.
Elke vogel zingt zijn lied;
herders, waarom zingt gij niet?
Laat de citer slaan, blaast de fluiten aan,
laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:
Christus is geboren.
2
Vrede was het overal, wilde dieren kwamen
bij de schapen in de stal en zij speelden samen.
Elke vogel zingt zijn lied;
herders, waarom zingt gij niet?
Laat de citer slaan, blaast de fluiten aan,
laat de bel, laat de trom, laat de beltrom boren:
Christus is geboren.
3
Ondanks winter, sneeuw en ijs, bloeien alle bomen,
want het aardse paradijs is vannacht gekomen.
Elke vogel zingt zijn lied;
herders waarom zingt gij niet?
Laat de citer slaan, blaast de fluiten aan,
laat de bel, laat de trom, laat de beltrom boren:
Christus is geboren.
4
Zie, reeds staat de morgenster
stralend in het duister,
want de nacht is niet meer ver, bode van de luister,
die ons weldra op zal gaan;
herders, blaast uw fluiten aan.
Laat de citer slaan, blaast de fluiten aan,
laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:
Christus is geboren.
--*107
#3
1
Wilt Gij bier op aarde slapen?
Wilt Gij hier op aarde slapen,
was de hemel U te klein?
Al wat is hebt Gij geschapen,
moest een stal uw woning zijn?
Zoon van God, de allermeeste,
die de macht op aarde heeft,
hier is slechts een stal van beesten
die U, Heiland, herberg geeft.
2
Zie, tot zwakheid wordt de sterkte,
banden vindt Hij die bevrijdt;
klein wordt hier de Onbeperkte,
tijd ontmoet de eeuwigheid.
God wil ons met vrede groeten,
thans is Hij ons zo nabij
dat wij Hem als mens ontmoeten;
wat wij zijn, dat werd ook Hij.
3
't Is te hoog voor mijn gedachten,
hoe 'k U, God, op aarde vind:
Gij, naar wie profeten smachtten,
schreit de tranen van een kind.
Door hetgeen Gij hebt geleden, 't vangt al aan in deze nacht wordt de mens het godd'lijk Eden,
't paradijs weer in gebracht.
--*108
#4
1
Zingt nu met verheugde geest
Zingt nu met verheugde geest,
Christnen, op dit zalig feest.
Spoedt u heen naar Betlehem,
hoort daar 't lied der englenstem:
God zij eer! God zij eer!
Glorie aan de hoogste Heer!
2
Komt, aanbidt Emmanu?I,
knielt voor 't heil van Isra?I,
voor de spruit uit Juda's stam,
voor het vlekkeloze Lam.
God zij eer! God zij eer!
Glorie aan de hoogste Heer!
3
Komt, dan, nad'ren wij zijn troon,
loven wij Maria's zoon
met een hart vol dankbaarheid
voor het heil, ons toebereid.
God zij eer! God zij eer!
Glorie aan de hoogste Heer!
4
Neem ons dankbaar offer aan,
zie ons bij uw kribbe staan!
Jezus, stort in ons gemoed
't vuur van uwe liefdegloed.
God zij eer! God zij eer!
Glorie aan de hoogste Heer!
--*109
#4
1
Al wie dolend in het donker
Al wie dolend in het donker
in de holte van de nacht
en verlangend naar een wonder
op de nieuwe morgen wacht:
Vrijheid wordt aan u verkondigd
door een koning zonder macht.
2
Onze lasten zal Hij dragen
onze onmacht totterdood
geeft als antwoord
op ons vragen ons
zichzelf als levensbrood
nieuwe vrede zal er dagen
liefde straalt als morgenrood.
3
Tot de groten zal Hij spreken
even weerloos als een lam
het geknakte riet niet breken
Hij bewaakt de kleine vlam:
hoort en ziet het levend
teken van een God die tot ons kwam.
4
Dor en droog geworden aarde
die om dauw en regen vraagt
dode mens die snakt naar adem
wereld die om toekomst vraagt:
Zie mijn Zoon, de nieuwe Adam,
die mijn welbehagen draagt.
--*110
#3
1
Het licht van de Heer
refrein:
Het licht van de Heer is midden onder ons.
Het licht van de Heer is midden onder ons.
Ieder mens moet herboren zijn
om 't rijk van God te zien.
Het water en de Geest brengen
nieuw leven in Gods liefde.
refrein
2
God gaf ons zijn een'ge Zoon
uit liefde voor de mens.
En ieder die gelooft in Hem,
zal leven voor altijd.
refrein
3
't Licht van God is hier
bij ons om ons voorgoed te redden.
En duisternis en zonden zijn
door Christus overwonnen.
refrein
--*111
#3
1
Mildheid en majesteit
Mildheid en majesteit God in zijn waardigheid,
werd in zachtmoedigheid een mens zoals wij,
Heer van de eeuwigheid, teder en toegewijd,
wast ons de voeten, Hij werd need'rig en klein.
refrein:
O, wat een heerlijkheid, mildheid en majesteit.
Kom en aanbid Hem, want dit is uw God.
Dit is uw God.
2
Vaders voorzienigheid, beeld van zijn zuiverheid,
leer de gehoorzaamheid al was Hij de Zoon,
droeg elke marteling toen Hij door 't lijden ging,
bad bij zijn kruisiging: 'vergeef wat ze doen.'
refrein
3
Wijsheid uitzonderlijk, God ondoorgrondelijk,
heeft ons zo wonderlijk zijn liefde betoond;
brengt ons barmhartigheid, schenkt ons standvastigheid,
tilt onze mens'lijkheid omhoog tot zijn troon.
refrein
--*112
#7
1
Laat ons het leven van de Heer
Laat ons het leven van de Heer
lofprijzen en Hem roemen zeer
om zijn verborgen heerlijkheid,
om 't heil dat Hij ons heeft bereid.
2
Want Hij verheelt zijn goedheid niet,
zij straalt dat iedereen het ziet;
aan vriend en vijand openbaart
de Heer de roers'len van zijn hart
3
De armen dezer aarde zegt
Hij 't heil van God aan: hulp en recht;
gevangenen verkondigt Hij
de blijde boodschap: gij zijt vrij!
4
Hij heelt het hart dat is gewond,
lichaam en ziel maakt Hij gezond;
in Hem wordt eindlijk openbaar
des Heren aangename jaar.
5
Hij is het die zijn kudde leidt
naar 't leven van de eeuwigheid;
voor schapen, afgedwaald van 't heil,
heeft Hij zijn eigen leven veil.
6
Dank, dat het was uw hartewens,
Heer Jezus Christus, om als mens
bij ons te wonen in de tijd,
in onze arme mens'lijkheid.
7
Woon ook in ons, opdat uw kracht
in onze zwakheid wordt volbracht,
dan straalt in alle duisternis
het licht van uw verrijzenis.
--*113
#5
1
Hoor hoe een held're stem weerklinkt
Hoor boe een held're stem weerklinkt,
het is met slaap en droom gedaan,
het is de tijd om op te staan
zie hoe de ster van Jezus blinkt.
2
Het hart dat aards en donker is,
aanschouwt het licht waarop het wacht.
Een nieuwe ster staat in de nacht
en overwint de duisternis.
3
Het is een Lam dat komt en lijdt,
om niet ons alle schuld vergeeft.
ons hart dat van verlangen beeft,
bidt Hem om zijn barmhartigheid.
4
Opdat Hij, als Hij komen zal
in 't lichten van de jongste dag,
ons zijn genade schenken mag,
ons opheft uit de diepe val.
5
Lof, eer en heerlijkheid en kracht
zij Vader, Zoon en Geest gewijd;
van nu af tot in eeuwigheid
zij onze hulde hun gebracht.
Tijd voor Pasen (Lijdenstijd)
--*114
#8
1
Als ik in gedachten sta
Als ik in gedachten sta
bij het kruis van Golgotha,
als ik hoor wat Jezus sprak,
voor zijn oog aan 't kruishout brak.
2
Hoe nog stervende zijn mond
troost voor vriend en moeder vond,
weet ik: 'Hij vergeet ons niet,
schoon Hij stervend ons verliet.'
3
Hoor ik dan, hoe Jezus bad
voor wie Hem gekruisigd had,
'k weet dan: 'Bij de Heiland is
ook voor mij vergiffenis.'
4
Zie ik, hoe genaad' ontving,
die met Hem aan 't kruishout hing,
'k bid, mij voelend hem gelijk
'Heer, gedenk mij in uw rijk!'
5
Hoor ik, hoe Hij klaagde, dat
Hem zijn God verlaten had,
'k weet dan, wat mij ook ontvall',
God mij nooit verlaten zal!
6
Hoor ik, hoe Hij riep: 'Mij dorst!'
dan roep ik: 'O Levensvorst,
Gij, Gij naamt de bitt're dronk,
die deez' aard verzoening schonk!'
7
Op zijn kreet: 'Het is volbracht',
antwoordt mijn aanbidding zacht:
'Jezus, ook voor mij verwierft
Gij verlossing, toen Gij stierft.'
8
Hoor ik, boe het laatst van al
Hij zijn geest aan God beval,
weet ik ook mijn geest en lot
in de handen van mijn God.
--*115
#6
1
Geeft ere de Here
refrein:
Geeft ere de Here
wie ouden en jongen
't hosanna eens zongen,
eert de Heer!
Heiland, hoop van oude tijden,
hoor U thans welkom wijden.
Hosanna,hosanna!
Eeuwge poorten, hoog uw hoofd:
hier komt Hij die is beloofd!
refrein
2
't Volk van Juda langs de wegen
zingt U bij uw intocht tegen:
Hosanna, hosanna! Koning zijt Gij, die bevrijdt,
die thans naar uw stede rijdt.
refrein
3
Niemand die vergeefs zal smeken,
al het onrecht wilt Gij wreken.
Hosanna, hosanna!
Priester, koning en profeet
die men zoon van David heet!
refrein
4
Heden toont God zijn erbarmen
aan de armsten van de armen.
Hosanna, hosanna!
't Lastdier is de wank'le troon
van de hoge koningszoon.
refrein
5
Palmen strooiden Abrams zonen:
God komt in ons midden wonen!
Hosanna,hosanna!
Stad van God, verheerlijk Hem,
Hij bevrijdt Jeruzalem!
refrein
6
Gods Gezalfde treedt thans binnen,
't eeuwig Godsrijk gaat beginnen.
Hosanna, hosanna!
zingt ook ons lied Hem ter eer
met de Naam van God de Heer!
refrein
--*116
#6
1
Glorie zij aan Jezus
Glorie zij aan Jezus, die in lijden groot
voor verloren zondaars hartebloed vergoot.
2
Aller eeuwen eeuwen zij 't geheim beschouwd
van dat heilig lijden, dat de mens behoudt.
3
Want het eeuwig leven vind ik in zijn dood.
Lof zij zijn erbarmen, dat ook mij omsloot.
4
Abel's bloed riep wrake van de Rechter af.
Christus bloed: verzoening! Zelf droeg Hij de straf.
5
Glorie zij aan Jezus, die in bittere pijn
onze Plaatsbekleder, Redder wilde zijn.
6
Glorie zij aan Jezus, die in heerlijkheid
ons verloste zondaars, teder binnenleidt.
Amen.
--*117
#4
1
Het is volbracht
Het is volbracht kom, laat ons binnengaan.
De weg is open en de wet vervuld.
Hij heeft betaald en met zijn eigen bloed
heeft Hij ons vrijgekocht van elke schuld.
refrein:
Het is volbracht halleluja.
Uw liefde kwam met zoveel kracht
dat ik aan U alleen
door heel mijn leven heen
de dank wil brengen dat het is volbracht.
2
Het is volbracht, en zie de satan vlucht,
zwicht voor de overmacht van onze Heer.
Het is volmaakt, het offer dat Hij bracht.
In Christus is er nu geen aanklacht meer.
refrein
3
Het is volbracht, en in zijn lijdensweg
nam Hij de ziekten in zijn lichaam aan;
en door zijn pijn en zijn gebrokenheid
brengt Hij ons vrede en genezing aan.
refrein
4
Het is volbracht, het Lam van God alleen
is tot in eeuwigheid ons loflied waard.
In Jezus' Naam, bekleed met zijn gezag
zal zijn gemeente heersen hier op aard.
refrein
--*118
#4
1
Hij kwam bij ons
Hij kwam bij ons, heel gewoon,
de Zoon van God als mensenzoon.
Hij diende ons als een knecht,
en heeft zijn leven afgelegd.
refrein:
Zie onze God, de Koning-Knecht.
Hij heeft zijn leven afgelegd.
Zijn voorbeeld roept ons te dienen elke dag,
gedragen door zijn liefdemacht.
2
En in de tuin van de pijn
verkoos Hij als een lam te zijn,
verscheurd door angst en verdriet,
maar toch zei Hij: 'Uw wil geschied'.
refrein
3
Zie je de wonden zo diep?
De hand die aard en hemel schiep
vergaf de hand die Hem sloeg,
de man, die onze zonden droeg.
refrein
4
Wij willen worden zoals Hij.
Elkanders lasten dragen wij.
Wie is er need'rig en klein?
Die zal bij ons de grootste zijn.
refrein
--*119
#2
1
Liefde was het, onuitputt'lijk
Liefde was het, onuitputt'lijk
liefd' en goedheid, eind'loos groot,
toen de Levensvorst op aarde
tot ons heil zijn bloed vergoot.
Komt laat ons zijn liefde prijzen!
God geeft vreugd en dankensstof
Eenmaal zingen wij voor eeuwig
in de hemel Zijnen lot.
2
Rijd als Heerser door de velden,
Jezus in uw grote kracht.
Niets, niets kan U tegenhouden,
zelfs de hel niet met haar macht.
Voor uw Naam, zo groot en heerlijk,
zinkt de vijand weg in 't niet.
Heel de schepping, Heer, zal beven,
als zij U, haar Koning ziet.
---
*120
#1
1
Wij roemen in 't Kruis
Wij roemen in 't Kruis van de Heer Jezus Christus.
In Hem is ons heil, ons leven en verrijzenis,
door wie wij verlost en bevrijd zijn.
God zij genadig en zegene ons,
en dat zijn aanschijn over ons moge lichten.
--*121
#5
1
O Heer, hoe zwaar hebt Gij gestreden
O Heer, hoe zwaar hebt Gij gestreden
voor mijner ziele zaligheid,
hoe in Geths,mane gebeden,
tot God geroepen in uw strijd!
Ja, alle schuld en alle zonden,
die God hier op U komen deed,
brachten U in de bange stonden,
waarin uw ziel zo naamloos leed.
2
Wat moest uw heilig hart niet dragen,
toen men U spuwde in 't gelaat;
toen Gij met gesels werdt geslagen
en stil verdroegt der mensen haat;
toen men uw hoofd met doornen kroonde,
U honend in uw diepe smart;
o dat ik U daarvoor beloonde
met al de liefde van mijn hart!
3
Daar gaat Gij nu en draagt geduldig
het kruis, waaraan Gij hangen moet.
Ik volg U, want ik weet mij schuldig,
het is voor mij, dat Gij dit doet.
Gij draagt met 't kruis ook al mijn zonden,
zij drukken U temeer in 't stof,
zij hebben U zo fel geschonden.
Heb daarvoor eeuwig dank en lof.
4
O dat uw lijden voor mijn zonden
mij diep in 't hart geschreven stond,
dan bleef ik steeds met U verbonden
en deed alom uw liefde kond!
Gij kent mijn armoe en gebreken,
uw oog ziet al wat mij ontbreekt,
toch wilt Gij van geen schuld meer spreken,
maar schenkt gena, waar 't hart om smeekt.
5
'k Wil tot de arbeid mij begeven,
als Gij mij blijft voor ogen staan,
zoals Ge aan 't kruis U hebt gegeven.
Gij doet mijn harte sneller slaan,
Gij doet mij gans voor U ontbranden,
Ge omvangt mij met uw vlammenpracht.
Mijn alles leg ik in uw handen;
wijd ik mij, bij dag en nacht.
--*122
#4
1
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans' Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
2
Geen graf hield Davids Zoon omkneld,
Hij overwon, die sterke Held,
Hij steeg uit 't graf door eigen kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!
3
Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan;
wie in geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en duivel niet.
4
Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven door zijn dood bereid,
een leven in zijn heerlijkheid!
--*123
#2
1
De hemel juicht
De hemel juicht
tot eer van de verrezen Heer,
en alles buigt
voor de schoonheid van de Heer.
In eeuwigheid zal Hij
het Lam zijn op de troon.
En daarom knielen wij
uit eerbied voor Gods Zoon.
2
Kom, zing met mij
tot eer van de verrezen Heer.
Hij kocht ons vrij
met zijn leven en zijn eer.
In eeuwigheid zult Gij
het Lam zijn op de troon.
En daarom knielen wij
uit eerbied voor Gods Zoon.
--*124
#3
1
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt
en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken verheugd
dat wij leven.
Diep in de nacht
heeft Hij verlossing gebracht,
heeft Hij ons aan 't licht geheven
2
Waren wij dood door de zonde verminkt
en verloren,
doven van harte, verhard om zijn woord
niet te horen.
Hij is zo groot
Hij overmande de dood.
Wij zijn in Jezus herboren.
3
Zend nu uw Geest als een vuur,
als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan
en beminnen.
En zo voortaan
eren Gods heilige Naam
en Hem in waarheid aanbidden.
--*125
#3
1
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft,
die vol ontferming ieder troost
en alle schuld vergeeft,
die al het aards gebeuren vast in handen heeft.
refrein:
Hem zij de glorie, want Hij die overwon
zal nooit verlaten wat zijn hand begon.
Halleluja, geprezen zij het Lam,
dat de schuld der wereld op zich nam.
2
Verdreven is de schaduw van de nacht,
en wie Hem wil aanvaarden wordt
eens veilig thuisgebracht.
Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht.
refrein
3
Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht,
dat uitstraalt van het kruis.
dat eens voor ons werd opgericht;
en voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht.
refrein
--*126
#5
1
Halleluja, halleluja, aanbidt de verrezen Heer
refrein:
Halleluja, halleluja,
aanbidt de verrezen Heer.
Halleluja, halleluja,
verheerlijkt zijn Naam.
Jezus is Heer van heel de aard'
Hij is de Koning der schepping.
refrein
2
Boodschapt dit heil aan iedereen:
Jezus de Heer is verrezen.
refrein
3
Wij zijn met Hem aan 't kruis gegaan
om met Hem eeuwig te leven.
refrein
4
Want nu Hij alles heeft volbracht,
heeft Hij de hemel ontsloten.
refrein
5
Prijst nu met ons de God die leeft,
looft onze Heer en Verlosser.
refrein
--*127
#2
1
Halleluja, Jezus Christus leeft
Halleluja, Jezus Christus leeft!
Nu Hij het graf verlaten
en de dood ontwapend heeft,
zal Hij voor eeuwig heersen.
Jezus leeft. Ja Hij leeft.
(1. herhalen)
2
Hij, de Alfa en Om,ga, zal altijd Koning zijn;
Hij kocht ons vrij van zonde,
met zijn bloed wast Hij ons rein.
Het Lam is Overwinnaar; Jezus leeft.
Ja, Hij leeft!
(1. en 2. herhalen waarna afsluiting
Halleluja, Jezus Christus leeft!
--*128
#3
1
Laat ons loven, laat ons juichen
Laat ons loven, laat ons juichen
nu de Heer is opgestaan!
Alles moet voor Hem zich buigen,
die voor zondaars heeft voldaan.
Laat ons juichen, Hem ter eer,
Jezus, aller schepslen Heer!
2
Voor het eerste morgendagen
rees Hij heerlijk uit het graf.
Dood en hel heeft Hij verslagen,
die voor ons zijn leven gaf.
Dood en hel deed Hij teniet.
Looft de Heiland in uw lied!
3
Jezus leeft en nu zal leven
ieder die in Hem gelooft.
Jezus zal ons nooit begeven,
dat heeft Hij ons zelf beloofd.
Jezus leeft! Komt, zingt zijn eer!
Hij begeeft ons nimmermeer.
--*129
#6
1
Hij, wie men door de marteldood
Hij, wie men door de marteldood
het leven had ontnomen,
is door de macht van onze God
de greep des doods ontkomen.
Het leven gaf en nam Hij weer
om ons tot God te dragen.
'En wat doen wij voor zulk een Heer?'
moet zijn gemeente vragen.
2
Laat dit door allen zijn bedacht:
de liefde deed Hem sterven;
de liefde maakte Hem veracht,
deed Hem de Vader derven.
De liefde bracht Hem in het graf,
legde Hem in 't stof terneder;
de liefde neemt zijn boeien af,
de liefde wekt Hem weder.
3
Hij leeft! Zo klinkt het wachtwoord luid
der heilige gemeente.
Ja, rustte zij, eeuw in, eeuw uit,
niet op dit rotsgesteente,
zij had reeds lang door satans macht
en helse duisternissen
en door de onzaalge zondenacht
haar heillicht moeten missen.
4
Hij echter leeft, dus leeft ook zij!
Zij blijft aan Hem verbonden.
Zijn levensadem maakt haar vrij
van doodsnacht en van zonden.
Zowaar als 't offer, dat Hij bracht,
niet vruchtloos werd gegeven,
zowaar schenkt Hij ons ook de kracht
van 't opgestane leven.
5
Groot is der liefde rijksgebied,
want groot is ook haar Koning.
Zij vraagt, als ze op zijn liefde ziet,
geen andere beloning dan dat zij,
door zijn Geest gevoed,
steeds meer voor Hem mag werken
en dat bij alles wat zij doet,
Hij steeds haar hand wil sterken.
6
Zo werkt God door de Heilge Geest,
die Hij in 't hart doet wonen;
geloof en hoop, maar liefde 't meest,
kunnen zijn werken kronen.
Een hart dat aan de voet van 't kruis
de ware liefde leerde
zodanig hart is een bewijs,
dat Jezus triomfeerde.
--*130
#3
1
Juicht want Jezus is Heer
refrein
Juicht, want Jezus is Heer
Kinderen Sions, verblijdt u ter ere
van Hem die ons liefheeft.
Hij is verrezen en leeft Jezus de Koning,
die mensen het leven weer geeft
tegenstem refrein:
Wij juichen tot eer van onze God,
die ons liefheeft.
Wij juichen tot eer van onze God
Liefde bedekt zijn schepping,
de bloemen, de vogels, het gras;
zou Hij dan jou vergeten?
Jezus die blinden genas, verrees.
tegenstem:
Liefde is zijn schepping.
Zal Hij jou vergeten?
refrein
2
Wees als een boom die vrucht draagt
ieder seizoen op zijn tijd.
Drink van het levend water.
Jezus, de bron voor altijd, verrees.
tegenstem:
Wees een boom die vrucht draagt.
Drink het levend water.
refrein
3
Wees dan het licht der wereld,
stralend herkenbaar van ver,
zodat men God zal eren.
De blinkende Morgenster, verrees.
tegenstem:
Wees het licht der wereld,
dat men God zal eren.
refrein
--*131
#6
1
Nu is het Pasen Jezus leeft
Nu is het Pasen Jezus leeft!
Komt allen, sluit u aan
die onze dood verslagen heeft:
de Heer is opgestaan!
2
O blijf niet achter, aarzel niet,
ga mee, de wereld door;
Hij gaat door heel zijn rijksgebied
ons zegevierend voor.
3
Nu zal geen grens meer scheiding zijn,
geen ras, geen kleur, geen taal,
o landen, volken, groot en klein,
Hij roept u allemaal!
4
Geen macht in hemel en op aard
maakt Pasen ongedaan,
en wie zich achter Christus schaart
zal vrede binnengaan.
5
Want welke vijand ons bedreig
zijn wapen deert ons niet als eens de laatste vijand zwijgt
klinkt nog dit vrolijk lied.
6
O hoor, de klokken luiden blij;
komt allen, sluit u aan,
dan zeggen, zingen, juichen wij:
de Heer is opgestaan!
--*132
#3
1
U zij de glorie
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen
daald' een engel af,
heeft de steen genomen
van 't verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
2
Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!
Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren,
blijd' en welgezind,
en zegt telken kere: 'Christus overwint!'
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
3
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
die mij heeft genezen,
die mij vrede geeft?
In zijn godd'lijk wezen
is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en dood.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
--*133
#4
1
Thomas heeft Jezus niet gezien
naar Johannes 20:24-29
Thomas heeft Jezus niet gezien,
hij was die avond weg.
En ongelovig roept hij uit:
'Ik geloof niet wat je zegt.
(ik geloof niet wat je zegt.)
2
Wanneer mijn ogen zelf niet zien
de tekenen van het slaan,
geloof ik niet dat Jezus leeft,
dat Hij is opgestaan.'
(dat Hij is opgestaan.')
3
Maar Jezus komt en laat hem zien
zijn handen en zijn zij,
en Thomas stamelt:
'Lieve Heer, de twijfel is voorbij.'
(de twijfel is voorbij.')
4
'Nu jij Mij ziet, geloof je wel
dat Ik ben opgestaan.
Maar zalig zij, die zonder zien
geloven in mijn Naam.'
(geloven in mijn Naam.')
--*134
#6
1
U, Vader van de lichten
U, Vader van de lichten bracht
door uw betrouwbaar woord
en door uw Geest, die werkt met kracht,
ons als uw kind'ren voort.
2
Uw wondere genade gaf
uw eengeboren Zoon;
van Hem straalt al uw glorie af;
Hij is uw vreugde en kroon.
3
Hij heeft ons duister hart verlicht,
uw Vadernaam onthuld;
Hij, zondeloos, kwam in 't gericht,
de Heil'ge droeg de schuld.
4
O Vader, alles is volbracht.
En tot uw heerlijkheid
hebt U een volk uit 's werelds nacht
getrokken en bevrijd.
5
Wij mogen nu, vernieuwd en rein,
U naad'ren, en in geest
en waarheid uw aanbidders zijn,
hier en op 't hemels feest.
6
Ja, Vader, wij aanbidden U
en uw geliefde Zoon;
de hoogste lof en eer zij U
de Eeuw'ge op de troon!
--*135
#3
1
Wat zoekt gij hier?
'Wat zoekt gij hier? Wat zoekt gij hier?
Zoekt Gij die leeft hier bij de doden?
Hij is hier niet, komt maar en ziet,'
zo sprak de hemelse bode.
refrein:
Hij is gezien! Hij is gezien!
Jezus de Christus is verrezen.
Hij maakt nieuw! Hij maakt ons nieuw!
Hij zal de wereld genezen.
2
Broeders, Hij leeft! Broeders, Hij leeft!
Leeg is het graf, de wacht verdwenen.
Weest niet bevreesd: die leven heeft,
is op de weg ons verschenen.
refrein
3
Wat wonder woord! Morgenlicht gloort.
Leven herschept Hij in ons doden.
Hij gaat ons voor, komt, volgt zijn spoor,
zoals de Heer heeft geboden.
refrein
--*136
#4
1
Wij groeten u, o dag der dagen
Wij groeten u, o dag der dagen,
o morgen der verrijzenis.
De Heer trok door de dood,
verslagen ligt wat de mens tot dreiging is:
Hij leidt ons uit de dood naar 't leven;
de laatste vrees is uitgedreven.
2
Hij laat ons, mensen, mee ontstijgen
aan al wat ons ten gronde richt
en achten wij de aarde ons eigen,
Hij gaat ons voor, wij zien in 't licht
dat Hij ontsteekt het ware leven,
ons door de hemel weergegeven.
3
Laat ons dan nieuwe mensen wezen
en leggen al het oude af,
dood en verderf zijn uitgewezen,
de schuld en zonde zijn voor 't graf.
Hij leeft en spreekt op deze morgen
van ons bestaan, in Hem geborgen.
4
De hemel zelf legt nieuwe zangen
een nieuwe aarde in de mond,
nu hopen, vrezen en verlangen
zijn opgegaan in 't nieuw verbond
van God met ons, van eeuwig leven:
waar is, o dood, uw schrik gebleven?
--*137
#2
1
Omdat Hij leeft
Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen.
Omdat Hij leeft, mijn angst is weg,
omdat ik weet: Hij heeft de toekomst
en het leven is het leven waard, omdat Hij leeft.
2
Because He lives, I can face tomorrow.
Because He lives, my fear is gone.
Because I know: He holds the future
and life is worth the living, just because He lives.
--*138
#1
1
Heer, U draagt de hoogste kroon
Heer, U draagt de hoogste kroon,
de scepter van rechtmatigheid.
Heer, U draagt de hoogste kroon,
en draagt de schepping door uw woord.
U heerst met luister, regeert met sterkte.
U bent de Heer van hemel en aard'!
Allerhoogste Heer! Allerhoogste Heer!
Allerhoogste Heer! Allerhoogste Heer!
--*139
#1
1
Jezus, wij verhogen U
Jezus, wij verhogen U.
Wij erkennen U als Heer.
U bent hier in ons midden,
Heer, en onze lofprijs geeft U eer,
Als wij aanbidden, bouw uw troon.
Als wij aanbidden, bouw uw troon.
Als wij aanbidden, bouw uw troon.
Kom, Heer Jezus, en neem uw plaats.
--*140
#3
1
Kroon Hem met gouden kroon
Kroon Hem met gouden kroon,
het Lam op zijnen troon!
Hoor, hoe het hemels loflied al
verwint in heerlijk schoon.
Ontwaak, mijn ziel en zing
voor Hem die voor u stierf.
En prijs Hem in all' eeuwighe?n,
die 't heil voor u verwierf.
2
Kroon Hem, de liefde Heer!
Aanschouw Hem, hoe Hij leed.
Zijn wonden tonen 't gans heelal
wat Hij voor 't mensdom deed.
De eng'len om Gods troon,
all' overheid en macht
zij buigen dienend zich ter neer
voor zulke wond're pracht.
3
Kroon Hem, de Vredevorst,
wiens macht eens heersen zal
van pool tot pool, van zee tot zee,
't klinke over berg en dal.
Als alles voor Hem buigt
en vrede heerst alom,
wordt d'aarde weer een paradijs.
Kom, Here Jezus, kom!
--*141
#1
1
U hebt de overwinning behaald
U hebt de overwinning behaald,
triomfeerde over zond' en dood.
En wij, uw kerk, verkondigen uw Naam op aard'.
Elke macht die troont in de hel,
beeft bij 't boren van uw heil'ge Naam.
O, de glorie van uw Naam,
de grootheid van uw Naam,
niets is gelijk aan de almacht van uw Naam.
U bent Jezus! U bent Heer! U bent God!
--*142
#1
1
Majesteit, groot is zijn majesteit
Majesteit, groot is zijn majesteit.
lof zij Jezus, en glorie, en eer.
Majesteit, God die de zijnen lijdt.
Vanaf zijn troon vestigt de Zoon zijn heerschappij.
Dus verhoog, maak eeuwig groot
de naam van Jezus.
Volk van God, kom en breng lof
aan Jezus de koning.
Majesteit, groot is zijn majesteit.
Dwars door de dood
werd Hij verhoogd, Jezus regeert.
--*143
#3
1
Majesteit, Koning in eeuwigheid
Majesteit, Koning in eeuwigheid.
U die heel de schepping door uw hand
hebt voortgebracht,
Majesteit, Koning in eeuwigheid,
U bent mijn Verlosser, mijn schuilplaats
en mijn kracht.
Wij verhogen U, Heer Jezus;
elke knie zal buigen voor uw troon.
Wij verhogen U, Heer Jezus.
Niemand is als U, nee niemand is als U.
2
Majesteit, Koning in eeuwigheid.
U die heel de schepping door uw hand
hebt voortgebracht,
Majesteit, Koning in eeuwigheid,
U bent mijn Verlosser, mijn schuilplaats
en mijn kracht.
Wij verhogen U, Heer Jezus;
elke knie zal buigen voor uw troon.
Wij verhogen U, Heer Jezus.
Niemand is als U, nee niemand is als U.
3
Wij verhogen U, Heer Jezus;
elke knie zal buigen voor uw troon.
Wij verhogen U, Heer Jezus.
Niemand is als U, nee niemand is als U.
Nee niemand is als U.
Nee niemand is als U.
--*144
#3
1
De Geest des Heren die het leven
naar 2 Corinthiers 3:14-18, 4:16
De Geest des Heren die het leven
en vrijheid is en helder licht,
weerspiegelt in ons opgeheven,
niet meer omsluierd aangezicht.
God is de Geest die ons geleidt
van heerlijkheid tot heerlijkheid.
2
Het licht dat wij aanschouwen mogen,
dat door geen duister wordt bedekt,
het evangelie ons voor ogen,
dat ons voorgoed tot leven wekt,
is Christus in wiens heerlijkheid
het beeld van God ons begeleidt.
3
De God, die sprak in den beginne:
'Licht schijne in de duisternis',
verlicht ook heden hart en zinnen
van ieder die in Christus is.
Wij zien in Christus' aangezicht
Gods eigen ongeschapen licht.
--*145
#4
1
Geest der waarheid, moge uw licht
Geest der waarheid, moge uw licht,
waarvoor zonde en dwaling zwicht
onze geest bestralen.
Leer ons Jezus als de Heer
kennen, dienen immermeer,
dat wij niet meer dwalen.
2
Geest der liefde, doe uw gloed
branden in ons dor gemoed,
wil uw licht ons geven.
Maak ons hart aan liefde rijk,
geef dat uit ons werken
blijk', hoe wij door U leven.
3
Geest der sterkte, dat uw kracht
overwinne alle macht,
die ons blijft belagen.
Maak ons willen heilig, sterk
en voltooi in ons uw werk
naar uw welbehagen.
4
Geest des vredes, daal terneer,
opdat heel de aarde U eer'
en de boosheid falen.
Zend uw vrede in ons hart,
die ons leidt door strijd en smart
tot we eens zegepralen.
--*146
#1
1
Kom, o heil'ge Geest van God
Kom, o heil'ge Geest van God, wij verwachten U.
Kom, o heil'ge Geest van God,
bedauw ons hart opnieuw.
Openbaar de Vader, Heilig Jezus' naam.
Leid ons in de waarheid.
Bind ons saam.
--*147
#6
1
Heer, ik hoor van rijke zegen
Heer, ik hoor van rijke zegen,
die Gij uitstort keer op keer.
Laat ook van die milde regen
dropp'len vallen op mij neer.
Ook op mij, ook op mij,
dropp'len vallen ook op mij.
2
Ga mij niet voorbij, o Vader,
zie hoe mij mijn zonde smart.
Trek mij met uw koorden nader,
stort uw liefd' ook in mijn hart.
Ook in mij, ook in mij,
Stort uw liefde ook in mij.
3
Heil'ge Geest, wil niet voorbij gaan:
Gij geeft blinden d'ogen weer!
Wil, o wil nu bij mij stilstaan.
Werk in mij met kracht o Heer!
Ook in mij, ook in mij,
werk ook door uw kracht in mij!
4
Wil m'o Heiland, niet voorbij gaan.
Doe mij leven U nabij;
zie mij zuchtend aan uw zij staan;
roept Gij and'ren, roep ook mij.
Ja, ook mij, ja, ook mij;
roept Gij and'ren, roep ook mij.
5
Liefde Gods, zo rein, zo krachtig,
bloed van Jezus, rijk en vrij,
Gods genade, sterk en machtig,
o, verheerlijk U in mij.
Ook in mij, ook in mij,
o, verheerlijk U in mij.
6
Ga mij niet voorbij, o Herder!
Maak mij gans van zonden vrij.
Vloeit de stroom van zegen verder,
zegen and'ren, maar ook mij.
Ja, ook mij, ja, ook mij,
zegen and'ren, maar ook mij.
--*148
#1
1
Heilige Geest van God
Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart.
Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart.
Vul mij opnieuw, vul mij opnieuw.
Heilige Geest, vul opnieuw mijn hart.
--*149
#4
1
Laat ons de Heer aanbidden
Laat ons de Heer aanbidden
met al wat in ons is,
want Hij zond in ons midden
de Geest die bij ons is!
Hij doet ons overstromen
van vreugde en van vuur;
nu is zijn tijd gekomen,
het allerlaatste uur.
refrein:
Adoramus Te Domine,
adoramus Te Domine,
Jesu Christe: Salvator,
Jesu Christe: Salvator.
2
Wie stom is gaat weer spreken,
wie blind is ziet weer licht,
wie bijna is bezweken
wordt krachtig opgericht,
wie doof is kan weer horen,
wie lam is wandelt Weer,
wie vrijwel was verloren
bespeurt een ommekeer!
refrein
3
Zo is de Geest gekomen,
zo waait Hij als de wind;
de ouderen gaan dromen,
weer dromen als een kind
en jongeren aanschouwen
een grandioos gezicht
wij zien met groot vertrouwen
een koninkrijk van licht!
refrein
4
Laat ons de Heer aanbidden
en zingt uit alle macht!
De Heer komt in ons midden,
het Lam, voor ons geslacht;
van Hem is de victorie,
voor Hem de heerlijkheid,
de eer, de lof, de glorie
van nu in eeuwigheid!
refrein
--*150
#3
1
Ruis, o Godsstroom der genade
Ruis, o Godsstroom der genad
in gemeent' en huis en hart!
Laat in U gezond zich baden,
wat gebogen gaat door smart!
Stroom, o heil'ge Geest terneder
op het uitgedroogde land;
en de bloemen bloeien weder,
haast verwelkt door zonnebrand.
2
Laat het uit Gods hemel stromen
in de kerken overal!
Van uw nederdaling dromen
moede harten zonder tal.
Nieuwe liefde, nieuwe zangen,
kracht, die zielen opwaarts tilt,
brengt uw ruisen, die 't verlangen
als een heilig lied doortrilt.
3
Komt, gij dorstigen,
hier drinken uit die milde heilfontein!
Laat uw ziel in 't stof niet zinken,
maar in haar gereinigd zijn.
Laat U door haar golven dragen
tot waar liefde nooit verkoelt,
waar de kust der aardse dagen
door Gods vreugde wordt omspoeld.
--*151
#1
1
Veni Creator Spiritus
Veni Creator Spiritus.
Veni Creator Spiritus.
Veni Creator, veni Creator,
Veni Creator Spiritus.
tegenstem:
Veni, veni, veni,
veni, veni, veni,
veni, veni, veni, veni,
veni, veni Spiritus
De gehele tekst wordt tweemaal gezongen.
--*152
#1
1
Veni sancte Spiritus
Veni sancte Spiritus
Tui amoris ignem accende.
Veni sancte Spiritus,
Veni sancte Spiritus.
Kom tot ons, o heil'ge Geest,
in ons ontsteekt Gij 't vuur van uw liefde.
Kom tot ons, o heil'ge Geest,
kom tot ons, o heil'ge Geest.
--*153
#2
1
Welkom, heil'ge Geest van God
refrein:
Welkom, heil'ge Geest van God.
Waai over ons, maak onze harten rein.
O, welkom, heil'ge Geest van God.
Waai over ons, maak onze harten rein.
Zoals koren op het veld
wordt bewogen door de wind,
buigen wij ons voor uw kracht
opdat uw Geest het werk begint.
refrein: O, welkom...
2
Schenk uw levensadem, Heer,
want wij buigen voor U neer.
Laat geen angst of trots bestaan,
en maak ons heilig in uw Naam.
refrein:
O, welkom, heil'ge Geest van God.
Waai over ons, maak onze harten rein.
O, welkom, heil'ge Geest van God.
Waai over ons, maak onze harten rein.
Maak onze harten rein.
--*154
#7
1
Zend réveil, Heer
Zend réveil, Heer, zend een herleving
in de stad (in ons dorp) en in heel ons land.
Stort op ons uw heilige Geest uit;
doe ons, Koning, uw woord gestand.
2
Zend réveil, Heer, roep uw volk Israël,
uw verkorene, met tedere stem.
Doe de volken haar zaak bepleiten.
Wek ons hart voor Jeruzalem.
3
Zend réveil, Heer, aan ben die lijden
om uw Naam Vader, sta hen bij.
Maak dat zij Jezus nooit verloochenen.
Schenk volharding, of maak hen vrij.
4
Zend réveil, Heer, wek uw gemeente
uit haar sluimer, onthul haar schuld.
Maak uw priesters als vlammend vuur, Heer:
U verenigt, vernieuwt, vervult.
5
Zend réveil, Heer, aan wie verdwaalden
op een weg, ver bij U vandaan.
Schenk de wereld een nieuwe oogsttijd.
Leer wie struikelen om vast te staan.
6
Zend réveil, Heer, wek voor U weerkeert
heel de mensheid en heel uw kerk.
Zalf getuigen, voor alle volken,
van uw rijk, uw bevrijdend werk.
7
Zend réveil in mijn eigen hart, Heer.
Spreek uw woord maak van trots mij vrij.
Maak mijn doen weerklank van mijn spreken.
Zend réveil en begin in mij ...
réveil = ontwaken; beweging van opwekking en verlangen naar
vernieuwing van de kerk door de heilige Geest.
--*155
#2
1
De aarde is van God
De aarde is van God, en al wat daarin is.
De aarde is van God, het werk van zijn hand.
De aarde is van God, en al wat daarin is
en alles schiep Hij tot zijn glorie.
Van Hem zijn de bergen, de zee?n en landen,
de steden en dorpen, elk huis, elke straat.
Laat wie rebelleert zich buigen, Hem eren,
want alles schiep Hij tot zijn glorie.
2
De aarde is van God, en al wat daarin is.
De aarde is van God, het werk van zijn hand.
De aarde is van God, en al wat daarin is
en alles schiep Hij tot zijn glorie.
Van Hem zijn de bergen, de zee?n en landen,
de steden en dorpen, elk huis, elke straat.
Laat wie rebelleert zich buigen, Hem eren,
alles schiep Hij, ja, alles schiep Hij
en alles schiep Hij tot zijn glorie.
--*156
#3
1
De mens leeft niet alleen op aarde
De mens leeft niet alleen op aarde,
ook dieren zijn door God geschapen.
De mus, de vis, de leeuw, het paard,
God schiep hen allen naar hun aard.
De dieren hebben recht op leven,
God heeft hen met zijn geest gezegend.
Hij houdt zijn oog op hen gericht,
zij spelen voor zijn aangezicht.
2
Wie zal hen liefdevol beschermen,
zich aan ben geven als een herder?
God gunt de mens de hoge eer
om uit te blinken als hun heer.
Hij zal het beeld zijn van zijn Schepper,
wanneer hij hart voor hen zal hebben.
De mens is Gods gelijkenis
als hem Gods schepping heilig is.
3
O God, wees ons toch goedertieren,
wij zijn geen herders voor de dieren,
zij zuchten onder ons geweld,
verslagen zij ruimen zij het veld.
Heiloos verlopen onze wegen,
de aarde wordt weer woest en ledig.
Ontferm U over al wat leek
herschep ons mensen naar uw beeld.
--*157
#6
1
Gebeden en liederen aan tafel
O Vader, behoed
ons leven en goed;
help allen in nood
en zegen ook heden ons dagelijks brood.
2
O Heer die altijd aan ons denkt
en ieder kent bij name,
wil zeeg'nen wat uw goedheid schenkt
om ons te sterken. Amen.
3
Kom nu tot ons, o lieve Heer,
zie in genade op ons neer
en zegen onze spijs en drank.
Wij zeggen U, o Heer, daarvoor dank.
4
Heb dank voor al wat ik ontvang
van U, Heer, dag aan dag.
Geef dat ik heel mijn leven lang
uw liefde prijzen mag.
5
Voor alle goede gaven, Heer,
zij U de dank en eer.
Wij danken U voor daag'lijks brood,
kracht en gezondheid, Heer.
Halleluja, halleluja, halleluja. Amen.
6
Hij die de mussen geeft te eten,
heeft ook ons mensen niet vergeten.
Hij is het ware levensbrood
en maakt ons vrij uit alle nood.
--*158
#5
1
Hemel, aarde, lucht en zee
Hemel, aarde, lucht en zee,
heel de schepping jubelt mee;
o mijn zie], meng u in 't lied
dat 't heelal zijn Schepper biedt.
2
Waar de zon haar stralen zendt,
maakt zij 's Hoogsten roem bekend.
Maan en sterren in hun pracht
loven God in stille nacht.
3
Zie, hoe God zijn zegen schenkt,
't land met dauw en regen drenkt,
hoe Hij alle dieren spijst
en aan elk zijn plaats toewijst.
4
Zie de vogels in de lucht
God de Heer bepaalt hun vlucht.
Onweer, hagel, stormgetij,
teeknen van zijn macht zijn zij.
5
Overal aanschouw ik 't werk
van uw almacht, groot en sterk.
Geef Heer, dat ik onderken
wie Gij zijt en wat ik ben.
--*159
#2
1
Here mijn God
Here mijn God, almachtige God,
Schepper van hemel en aarde,
Gij houdt alles in uw hand,
zonder U is er geen waarde.
tegenstem refrein:
Ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid
zijt Gij God, zijt Gij God,
en Gij zijt onze toevlucht.
Geloofd zij de Here voor eeuwig,
voor eeuwig. Amen.
refrein:
Zie ik de bergen, groter zijt Gij.
Hoger verheven, heilig zijt Gij.
O, God, mijn God, uw majesteit
is boven alles uitgebreid.
'k Prijs uw heilige naam.
2
Looft nu de Heer, gij allen met mij.
Ziet naar het werk zijner handen.
Dankt voor zijn trouw,
Hij onderhoudt al wat leeft.
Heft uwe handen!
tegenstem refrein
refrein
--*160
#6
1
Jezus is Heer
Jezus is Heer, je ziet het om je heen,
want zijn godd'lijk Woord bracht alles voort
wat er bestaat! Jezus is Heer,
de stem van al het schone
dwars door de hele schepping juicht: Jezus is Heer!
refrein:
Jezus is Heer. Jezus is Heer.
Prijst Hem, zingt halleluja, want Jezus is Heer!
2
Jezus is Heer, maar Hij verliet de hemel
om mens te zijn: Hij stierf in pijn
op Golgotha. Jezus is Heer,
de bron van alle leven
heeft door zichzelf te geven een volk vrijgemaakt!
refrein
3
Jezus is Heer, de dood is overwonnen
en elke kracht erkent zijn macht
en zijn bestaan. Jezus is Heer,
Gods Geest kwam in ons wonen.
Hij zal de wereld tonen dat Jezus is Heer!
refrein
4
Jesus is Lord
Jesus is Lord, creation's voice proclaims it.
For by His power each tree and flower
was planned and made. Jesus is Lord,
the universe declares it.
Sun, moon and stars in heaven cry: Jesus is Lord
refrein:
Jesus is Lord, Jesus is Lord.
Praise Him with hallelujahs, for Jesus is Lord
5
Jesus is Lord, yet from the throne eternal.
In flesh He came to die in pain,
on Calv'ry's tree. Jesus is Lord,
from Him all life proceeding,
yet gave his life in ransom,
thus setting us free.
refrein
6
Jesus is Lord, o'er sin the mighty conqueror.
From death He rose and all his foes,
shall know his name. Jesus is Lord,
God sent his holy Spirit
to show by works of power that Jesus is Lord!
refrein
--*161
#3
1
Komt, laat ons vrolijk zingen
Komt, laat ons vrolijk zingen
tot God die alles schiep.
Die bloemen, vissen, vogels
uit niets tot leven riep;
met nevels als een sluier
de groene aarde tooit
zijn dauw als vreugdeparels
over de velden strooit.
2
Die heuvels schiep en dalen,
waar Hij de aard' betrad,
die zon en maan en sterren
tot licht gaf op ons pad.
Looft Hem dan die de mensen
tot vreugd' geschapen heeft,
en die ons onze schulden
om Jezus' wil vergeeft.
3
O, God die ons in Christus
een machtig Vader zijt,
verlos ons van het kwade
nu en in eeuwigheid.
Leer ons als kind'ren leven,
en spelen in uw hof,
en met de eng'len zingen,
uw glorie en uw lof
--*162
#9
1
O God van hemel, zee en aard
O God van hemel, zee en aard.
Gij zijt ons loflied eeuwig waard!
O liefde, nooit ge?venaard:
Gij gaaft het al.
2
Als lente blij ons tegenlacht,
de zomer prijkt met bloemenpracht,
en d'aren staan in volle dracht:
Gij gaaft het al.
3
Gij hebt ons huis in vre? bewaard.
Gij hebt voor leed ons dak gespaard,
o bron van alle goed op aard':
Gij gaaft het al.
4
Gij daaldet van uw hemeltroon,
ontvingt der wereld smaad en hoon;
Gij gaaft uw eengeboren Zoon!
Gij gaaft het al.
5
Gij gaaft des Geestes reine kracht,
de geest van leven, liefd' en macht,
die zevenvoud genade bracht.
Gij gaaft het al.
6
Die velen door uw liefdekracht
verlost hebt uit der zonde macht.
Vader, wat kan U toegebracht!
Gij gaaft het al.
7
Wat zelf wij wonnen, baatt' ons niet;
slechts wat w'U leenden, winste liet
en wordt een schat, die Gij ons biedt;
Gij gaaft het al.
8
Wat wij ook gaven, U, o Heer,
't keer' duizendvoudig tot ons weer,
wij geven 't enkel U ter eer;
Gij gaaft het al.
9
O Gij, die onze Schepper zijt
wie gans ons hart is toegewijd,
verleen ons uw barmhartigheid,
Gij gaaft het al.
--*163
#1
1
Zie ik sterren aan de hemel staan
Zie ik sterren aan de hemel staan,
aan de donkerblauwe lucht de maan,
is het of de nacht mij noemt de naam
van een machtig God.
Zie ik 's morgens weer de zon opgaan,
in het veld de bloemen opengaan,
is het of de dag mij noemt de naam
van een machtig God.
Deze God die aard' en hemel schiep
is dezelfde God die mij eens riep
uit het duister tot zijn heerlijk licht,
zodat ik elke dag Hem Vader noemen mag
en die zijn liefde voor mij openbaart,
mij rechtvaardig in zijn Zoon verklaart,
elke dag mij in zijn hand bewaart:
Hoe groot is God voor mij.
--*164
#5
1
Wij ploegen en wij zaaien
Wij ploegen en wij zaaien,
bewerken trouw het land,
doch of wij zullen maaien,
dat staat in 's Heren hand.
Hij heeft het al geschapen,
't is door zijn hand gegaan;
Hij doet, terwijl wij slapen,
ontkiemen 't dorre graan.
refrein:
Elke goede gave daalt van de hemel neer;
de dank komt toe aan God de Heer,
geeft Hem alleen de eer!
2
De Heer zendt dauw en regen,
maanlicht en zonneschijn,
en zonder 's Heren zegen
kan 't veld niet vruchtbaar zijn.
Hij geeft om ons te sterken
het dagelijkse brood;
wij mogen medewerken,
de wasdom komt van God.
refrein
3
Wat dichtbij is en verre,
't is alles van de Heer;
de strohalm en de sterre,
het musje en het meer,
de velden en de lanen,
de bossen en de hei,
de vruchten en de granen,
het wiss'lend jaargetij.
refrein
4
Hij doet de zon verrijzen,
des nachts licht ons de maan;
aan wind en wolken wijzen
zijn handen loop en baan.
De Heer wil ons verblijden
en lenigt onze nood.
Aan 't vee geeft Hij de weiden
en aan zijn mensen brood.
refrein
5
De Heer schenkt elke morgen
voor 't werken nieuwe kracht;
bij Hem zijn wij geborgen,
ook als de avond wacht.
Laat ons zijn goedheid loven
nu en te allen tijd
op aarde en daarboven
eens in zijn heerlijkheid.
refrein
--*165
#4
1
God heeft Adam diep doen slapen
God heeft Adam diep doen slapen,
uit zijn rib een vrouw gebouwd,
want Hij heeft de mens geschapen
met een hart dat minnen zou.
Over beiden wil Hij waken
met zijn goedheid en zijn trouw!
2
Nu hebt gij uw woord gegeven
aan elkaar, met eigen mond.
Laat dit jawoord heel uw leven
voor u zijn een vast verbond.
In de hemel is 't geschreven
omdat God het zelf verstond.
3
Heer, wij bidden om uw zegen,
wil dit bruidspaar gadeslaan.
Laat z'elkander toegenegen,
telkens weer uw stem verstaan.
Ga hen voor op al hun wegen,
doe ben schuilen in uw naam.
4
Ga uw weg in goed vertrouwen,
God heeft u zijn kracht beloofd.
Op zijn woorden kunt gij bouwen,
wees voor andre stemmen doof.
Hij alleen zal u behouden,
blijf Hem volgen in geloof.
--*166
#4
1
Vader, U loven wij
Vader, U loven wij, Gij hebt ons lot
in uw handen,
laat dan uw Geest als een oplaaiend vuur
in ons branden
stralende zon,
van onze liefde de bron,
de toekomst ligt in uw handen!
2
Kome wat komt, in uw licht zijn wij
veilig geborgen,
uw zegen draagt ons door dagen van
ziekte en zorgen;
Gij houdt de wacht,
en ook al dreigt soms de nacht,
reeds glanst het licht van de morgen.
3
Heer, houd ons vast als wij toch uw
geboden vergeten
en van vergeving en vrede niet meer
willen weten;
kom dan met vuur
uw liefde, louter en puur,
kent lengte, hoogte noch breedte.
4
Vader, U loven wij ~ draag ons door
schade en schande,
dooft onze lamp, laat uw waakvlam dan nog
blijven branden;
Christus, ons licht,
op wie ons hart is gericht,
ons leven ligt in uw handen!
--*167
#5
1
Be Thou my vision
Be Thou my vision,
o Lord of my heart,
be all else hut naught to me,
save that Thou art;
be Thou my best thought
in the day and the night,
both waking and sleeping,
thy presence my light.
2
Be Thou my wisdom,
be Thou my truc word,
be Thou ever with me,
and I with Thee, Lord;
he Thou my great Father,
and I thy true son;
be Thou in me dwelling,
and I with Thee one.
3
Be Thou my breastplate,
my sword for the fight;
be Thou my whole armour,
be Thou my truc might;
be Thou my soul's shelter,
be Thou my strongt ower:
O raise Thou me heavenward,
great Power of my power.
4
Riches I heed not,
nor man's empty praise:
be Thou mine inheritance
now and always;
be Thou and Thou only
the first in my heart;
O Sovereign of heaven,
my treasure Thou art.
5
High King of heaven,
Thou heaven's bright Sun,
O grant me its joys
after vict'ry is won;
great King of my own heart,
whatever befall,
still be Thou my vision,
o Ruler of all.
eventueel eerste couplet herhalen.
--*167
#5
1
Wees mijn vooruitzicht
Wees mijn vooruitzicht, o Heer, door de tijd;
niets blijft voor mijn hart dan dit ene: Gij zijt.
Vervul mijn gedachten, houd Gij er de wacht.
Wees lichtend aanwezig bij dag en bij nacht.
2
Wees Gij mijn wijsheid, het woord in mijn mond.
Wees Gij met mij één in uw heilig verbond:
Gij - machtige Vader; ik - waarlijk uw kind,
dat in uw gemeenschap zijn oorsprong hervindt.
3
Wees Gij mijn pantser, mijn sterkte, mijn schild,
mijn zwaard voor de strijd die de luchten doortrilt.
Uw Naam is mijn toren, waar 'k veilig vernacht;
o doe mij verrijzen, Gij Opstandingskracht.
4
Ik zoek geen rijkdom, voorbijgaande eer,
want Gij zijt mijn schat en mijn erfdeel, o Heer!
Wees Gij, Soevereine, mijn Eerste altijd;
mijn hart, wees uw Hoeder geheel toegewijd.
5
Zon, die de hemel met vreugde regeert,
doorstroom met die gloed mij als Gij triomfeert!
O Hart dat mijn hart en 't heelal houdt omvat,
wees Gij mijn vooruitzicht en wijs mij uw Stad.
eventueel eerste couplet herhalen
--*168
#7
1
Dank U voor deze nieuwe morgen
Dank U voor deze nieuwe morgen,
dank U voor elke nieuwe dag.
Dank U dat ik met al mijn zorgen
bij U komen mag.
2
Dank U voor alle goede vrienden,
dank U, o God voor al wat leeft,
dank U voor wat ik niet verdiende:
dat U mij vergeeft.
3
Dank U voor alle bloemengeuren,
dank U voor ieder klein geluk,
dank U voor alle held're kleuren,
dank U voor muziek.
4
Dank U dat U in moeilijkheden,
dank U dat U in pijn en strijd,
dank U dat U in alle tijden
toch steeds bij ons zijt.
5
Dank U dat U hebt willen spreken,
dank U, U hoort een ieders taal.
Dank U dat U het brood wilt breken
met ons allemaal.
6
Dank U dat ons uw woord bewaarde,
dank U dat U uw Geest ons geeft.
Dank U dat ieder mens op aarde
van uw liefde leeft.
7
Dank U, uw liefde kent geen grenzen,
dank U dat ik nu weet daarvan.
Dank U, o God, ik wil U danken
dat ik danken kan.
--*169
#1
1
Er is geen grens
Er is geen grens aan de liefde van Jezus.
Zijn gunstbewijzen houden nooit op.
Zij zijn nieuw elke morgen, nieuw elke morgen.
Groot is uw trouw, o Heer, mijn God.
Er is geen grens aan de liefde van Jezus.
Zijn gunstbewijzen houden nooit op.
Zij zijn nieuw elke morgen, nieuw elke morgen.
Groot is uw trouw, o Heer, mijn God.
Groot is uw trouw, o Heer.
--*170
#2
1
Groot is uw trouw
Groot is uw trouw o Heer, mijn God en Vadei
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw,
Gij blijft immer dezelfde,
die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu.
refrein:
Groot is uw trouw o Heer,
groot is uw trouw o Heer,
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
2
Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
en uw nabijheid, die sterkt en die leidt;
kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
refrein
--*171
#2
1
Dans nos obseurités
Dans nos obscurités,
allume le feu qui ne s'éteint jamais,
ne s'éteint jamais.
Dans nos obscurités,
allume le feu qui ne s'éteint jamais,
ne s'éteint jamais.
2
Als alles duister is
Als alles duister is, ontsteek dan het lichtend vuur
dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft.
Als alles duister is, ontsteek dan het lichtend vuur
dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft.
--*172
#4
1
Blijf bij ons, Heer
Blijf bij ons, Heer, wanneer de nacht zal komen
nu wordt het stil en donker om ons heen.
Blijf bij ons, als ons alles wordt ontnomen,
Heer, laat uw kerk, uw schepping niet alleen.
2
Blijf ons nabij, al gaan wij eigen wegen;
blijf in uw goedheid naar ons toegewend
met uw genade, met uw troost en zegen,
blijf bij ons, Heer, in woord en sacrament.
3
Blijf ons nabij, als ons zal overkomen
de bange nacht vol twijfel, angst en nood,
blijf, als beproeving strijdt met onze dromen,
blijf, ook al dreigt de strenge, bitt're dood.
4
Blijf bij ons, Heer, hoever van huis wij zwerven,
blijf, wat dan ook ons van elkander scheidt
blijf bij ons, Heer, in leven en in sterven,
blijf bij ons, Heer, in tijd en eeuwigheid.
herdichting von een Luthers avondgebed
--*173
#3
1
Jésus le Christ, lumiere intérieure
Jésus le Christ, lumiere intérieure,
ne laisse pas mes ténebres me parler.
Jésus le Christ, lumiere intérieure,
donne moi d'accueillir ton amour. Jésus le Christ.
2
Jezus, U bent het licht in ons leven
vertaling 1:
Jezus, U bent het licht in ons leven,
laat nimmer toe dat het duister tot mij spreekt.
Jezus, U bent het licht in ons leven,
open mijn hart voor uw liefde o Heer.
3
Innerlijk licht, o Jezus Messias
vertaling 2:
Innerlijk licht, o Jezus Messias,
schijn in de donkere hoeken van mijn ziel.
Innerlijk licht, o Jezus Messias,
zet door uw liefde mijn hart in vuur en vlam.
--*174
#3
1
Leid, vriend'lijk Licht
Leid, vriend'lijk Licht mij als een trouwe wacht.
leid Gij mij voort!
'k Ben ver van huis en donker is de nacht,
leid Gij mij voort!
Schoon ook de toekomst mij verborgen zij,
licht stap voor stap mij met uw schijnsel bij.
2
Niet immer sprak mijn ziel zo stil tot U:
'Leid Gij mij voort!'
Ik liep mijn weg bij eigen licht, maar nu:
leid Gij mij voort!
Mijn zonlicht zonk, maar ach, mijn hoogmoed liet
mijn hart geen rust en 'k vond uw vrede niet.
3
Schenk mij uw zegen, toon m'uw wondermacht,
en leid mij voort
langs 't smalle pad, tot in de donk're nacht
de morgen gloort.
Dan lacht mij toe der eng'len trouwe wacht
die mij geleidd' en mij heeft thuis gebracht.
--*175
#2
1
Stilte over alle landen
refrein:
Stilte over alle landen in deze nacht.
Vouwen wij tezaam de handen voor deze nacht.
Welke zonden wij bedreven,
wil ze Here, ons vergeven.
God, wil goede rust ons geven in deze nacht.
2
refrein
God zal voor ons allen zorgen
tot het dagen van de morgen.
Veilig en bij Hem geborgen zijn wij vannacht.
--*176
#3
1
Christus, U zij geprezen
Christus, U zij geprezen
in dit gloednieuwe jaar
om goedheid ons bewezen
in nood en in gevaar;
nu wij genade zagen,
een vleugje eeuwigheid,
in 't lengen van de dagen,
de opgang van de tijd;
nu wij in stil verwachten
het oude jaar volbrachten,
bevestig ons vermoeden
en maak U openbaar.
Kom, zegen overvloedig
met licht het nieuwe jaar.
2
Laat taal en toon zich mengen,
dat wensen wij elkaar,
om zingend te volbrengen
de keerkring van het jaar.
Wij zingen U ter ere
die onze dag verlengt,
wij loven onze Here
die ons tot leven brengt.
Uw woord verlicht het heden
en zegent ons met vrede.
Laat in ons land nog schijnen
het zonlicht van uw woord;
de duivel zal verdwijnen
als hij ons zingen hoort.
3
Aan U zij alle glorie,
aan U zij alle macht.
Het kruis in de historie
heeft toekomst aangebracht.
Die troost doet in het sterven,
waar niemand aan ontkomt,
een krans van licht be?rven,
uw tijdloos licht rondom.
O Heer, heb welbehagen
in onze levensdagen,
dan gaan wij onze wegen
met U en met elkaar;
schenk ons uw heil en zegen,
een vreugdevol nieuwjaar.
--*177
#4
1
Halleluja, prijst de Onbegonnen'
Halleluja, prijst de Onbegonnen'
die bij jaar noch eeuwen telt,
die de loop der wentelende zonnen
soeverein heeft vastgesteld,
die, al zouden al hun lichten doven,
licht en waarheid blijft voor wie geloven.
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
2
Halleluja, dankt de milde Vader
die ons tijd van leven schenkt,
die ons in geduld en in genade
ieder jaar opnieuw gedenkt.
In het holste van de nacht der tijden
blijft zijn Vaderhand ons veilig leiden.
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
3
Halleluja, prijst de God der goden,
de beheerser van het graf,
die de sleutels van het rijk der doden
aan zijn Zoon in handen gaf.
Zalig, die zich stil uit handen geven
en met Christus sterven en herleven.
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
4
Halleluja, prijst de Wonderbare
die te rechter tijd voorziet,
die aan mensen met verloren jaren
toch zijn jubeljaar aanbiedt.
Eenmaal worden levenden en doden
tot de bruiloft van het Lam ontboden.
Hem zij heerlijkheid en macht
nu en immer toegebracht.
--*178
#4
1
Als ik maar weet
Als ik maar weet, dat hier mijn weg
door U, Heer, wordt bereid,
en dat die weg, boe moeilijk ook,
mij nader tot U leidt.
refrein:
Nader tot U, nader tot U,
Nader, mijn Heiland, tot U.
Als ik maar weet, dat alles hier
mij nader brengt tot U.
2
Als ik maar weet, dat ook voor mij
de Heer aan 't kruishout stierf;
en dat de Heiland ook voor mij
een levenskroon verwierf.
refrein
3
Als ik maar weet, uw liefde o Heer
vertroost mij dag aan dag;
dan juich ik voort, wat ook mijn lot
op aarde wezen mag.
refrein
4
Als ik maar weet, ook als op aard'
mij droefheid wacht of kruis,
dat ieder kruis mij nader brengt
bij 't eeuwig Vaderhuis.
refrein
--*179
#2
1
De zon schijnt in in mijn ziel vandaag
De zon schijnt in mijn ziel vandaag,
het donker is gezwicht,
en aard' en hemel lacht mij toe,
want Jezus is mijn licht.
refrein:
Er is zonneschijn, zomerzonneschijn,
alle uren van de dag zijn blij.
Zie ik in Jezus' aangezicht,
is er hemelgloed in mij.
2
Er is lofzang in mijn ziel vandaag,
en jubel voor de Heer,
en zo vol is daarvan nu mijn hart,
ik kan 't niet uiten meer.
refrein
--*180
#3
1
'k Ben een koninklijk kind
'k Ben een koninklijk kind,
door de Vader bemind,
en 'k zal wonen in 's Konings paleis,
in die stad nooit aanschouwd,
met straten van goud:
glorievol als een schoon paradijs.
refrein:
'k Ben een koninklijk kind,
door de Vader bemind,
en zijn oog rust zo teder op mij!
Als de daag'raad straks gloort,
de bazuin wordt gehoord,
roept Hij mij om te staan aan zijn zij!
2
'k Ben een koninklijk kind,
niet slechts dienstknecht of vrind,
'k ben gekocht met het bloed van mijn Heer!
En dat bloed geeft mij recht,
meer te zijn dan een knecht,
'k ben Gods kind, dat verblijdt mij zo zeer.
refrein
3
'k Ben een koninklijk kind,
dat zijn vreugd daar in vindt,
God te loven met jub'lende stem,
tot ik sta voor de poort,
van het hemelse oord,
waar ik zijn zal voor eeuwig met Hem!
refrein
--*181
#5
1
De Heer is mijn licht
De Heer is mijn licht
en zijn liefde is mijn steun.
Zijn eeuwige armen
waar 'k veilig op leun.
Hij trok m' uit het duister,
zijn bloed kocht mij vrij.
Mijn ziel rust in Jezus,
mijn Redder is Hij.
Mijn Redder is Hij,
mijn Redder is Hij,
Mijn ziet rust in Jezus,
mijn Redder is Hij.
2
Mijn zonde was groot,
maar nog groter zijn gena.
Hij troostte mijn ziel,
bracht de hemel mij na.
Zijn bloed schonk verzoening,
mijn schuld betaalde Hij
Hij brak al mijn banden,
Hij maakte mij vrij.
Hij maakte mij vrij,
Hij maakte mij vrij.
Hij brak al mijn banden,
Hij maakte mij vrij.
3
Komt twijfel en vrees,
'k weet de Heer is aan mijn zij,
en nadert de vijand,
nog nader is Hij.
Hij is mij tot burcht en
tot schuilplaats t'allen tijd.
Bij Jezus ben 'k veilig
in 't felst van de strijd.
In 't felst van de strijd,
in 't felst van de strijd,
bij Jezus ben 'k veilig
in 't felst van de strijd.
4
Ja, Jezus schenkt vrede,
zijn wil doen is genot.
'k Wijd daarom mijn leven
in dienst van mijn God.
En straks als de wereld
verzinkt in de nacht
zal 'k opzien naar boven,
daar 'k Jezus verwacht.
Daar 'k Jezus verwacht,
daar 'k Jezus verwacht,
zal 'k opzien naar boven,
daar 'k Jezus verwacht.
5
De mensheid wordt steeds meer
in vrees en angst gehuld,
't profetische Woord wordt
steeds trouwer vervuld.
Maar wat ook gaat wank'len,
mijn Jezus wankelt niet,
de Rots aller eeuwen,
mijn kracht en mijn lied.
Mijn kracht en mijn lied,
mijn kracht en mijn lied,
de Rots aller eeuwen,
mijn kracht en mijn lied.
--*182
#3
1
Dit wil ik zijn
Dit wil ik zijn: een kind van het Licht.
Ik wil U volgen, Jezus!
God gaf de sterren als licht in de nacht.
Mijn lichtende Leidsster is Jezus!
refrein;
Zijn klaarheid dooft het licht van de zon,
de dag en de nacht zijn niet meer van kracht:
het Lam is het licht van de stede van God:
Schijn in mijn hart Heer Jezus!
2
O, ik wil schouwen de glorie van God.
Ja, ik wil zien op Jezus!
Gij die de Zon der gerechtigheid zijt
wijs Gij mij de weg naar de Vader!
refrein
3
Iedere dag zie ik uit naar zijn komst,
want ik wil zijn bij Jezus!
Hij die zijn loop met volharding volbrengt
hem wacht daar de kroon des levens!
refrein
--*183
#4
1
Dit weet ik zeker
Dit weet ik zeker, dit maakt mij blij:
Ik ben in Jezus, Hij blijft in mij!
Door Hem herboren, onder het kruis
volg ik mijn Heiland zo kom ik thuis.
refrein:
Dit is mijn vreugde: Christus in mij;
dit is Gods zegen, zo maakt Hij vrij.
Blijven in Christus, nu en altijd,
dat is mijn leven, mijn zekerheid.
2
Dit is de weg: te gaan op zijn Woord
't spoor van de voeten, voor mij doorboord.
Ik moet aan 't kruis, maar met Hem verrijst
een nieuwe mens die God dient en prijst!
refrein
3
Dit is mijn doel het oude is voorbij:
alles voor Jezus, niets meer van mij.
Alles op aarde staat in zijn gloed,
nu ik de hemel in Hem ontmoet.
refrein
4
Dit zal mij troosten, dit geeft mij kracht:
dat ik zijn grote toekomst verwacht!
Ga ik door diepten, lijden en pijn
zijn komst zal vrede, heerlijkheid zijn.
refrein
--*184
#4
1
Ik wandel in het licht met Jezus
Ik wandel in het licht met Jezus.
Het donk're dal ligt achter mij
en 't weet mij in zijn trouw geborgen;
welk een liefdevolle vriend is Hij.
refrein:
Ik wandel in het licht met Jezus,
en 'k luister naar zijn dierb're stem
en niets kan m'ooit van Jezus scheiden,
sinds ik wandel in het licht met Hem.
2
Ik wandel in het licht met Jezus,
geen duist're wolk bedekt de zon
en 'k kan niet anders, 'k moet Hem prijzen,
die de zonde in mij overwon.
refrein
3
Ik wandel in het licht met Jezus,
mijn ziel is Hem gans toegewijd.
Met Hem verrezen tot nieuw leven,
volg 'k mijn Heiland tot in eeuwigheid.
refrein
4
Ik wandel in het licht met Jezus,
o mocht ik zelf een lichtje zijn,
dat straalt temidden van de wereld,
die gebukt gaat onder zorg en pijn.
refrein
--*185
#4
1
Leer mij uw weg
Leer mij uw weg, o Heer; leer mij uw weg.
Schenk van uw kracht mij meer, leer mij uw weg.
Houd mij in evenwicht, dat 'k voor uw aangezicht
wandel in 't volle licht, leer mij uw weg.
2
Als vrees soms 't hart benauwt, leer mij uw weg.
Als zorg mijn dank verflauwt, leer mij uw weg.
Help mij in vreugd en pijn, noodweer of zonneschijn
steeds blij in U te zijn, leer mij uw weg.
3
Hoe ook mijn toestand wordt, leer mij uw weg.
't Leven zij lang of kort, leer mij uw weg.
Is dan mijn loop volbracht,
vrees ik geen dood of macht,
daar mijn ziel U verwacht, leer mij uw weg.
4
Wat ook dit leven brengt, Hij is nabij.
't Zij 't vreugd of droefheid schenkt, Hij is nabij.
Hoe sterk ook satans macht,
Jezus geeft licht en kracht.
leder die Hem verwacht; Hij is nabij.
--*186
#6
1
Leid mij, Heer
Leid mij, Heer, o machtig Heiland,
door dit leven aan uw hand.
Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig,
wees mijn gids in 't barre land.
Gij, mijn sterkte, Gij, mijn leider,
vul mij met uw Geest steeds meer.
Vul mij met uw Geest steeds meer.
2
Laat mij zijn een godsgetuige,
sprekend van U meer en meer.
Leid mij steeds door uwe liefde,
groeiend naar uw beeld, o Heer.
Brood des levens, brood des hemels,
voed mij dat ik groei naar U.
Voed mij dat ik groei naar U.
3
Laat door mij uw levend water
vloeien als een klare stroom.
0, Heer Jezus, 't wordt steeds later
dat uw Geest over allen koom'.
Machtig Heiland, mijn Verlosser,
kom, Heer Jezus, in uw kracht.
Kom, Heer Jezus, in uw kracht.
4
Wees mijn leidsman
Wees mijn leidsman, trouwe Here,
voer mij, pelgrim, door de nacht.
Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig,
van wie 'k al mijn steun verwacht.
Brood des hemels, brood des hemels,
voed mij door uw heil'ge kracht,
voed mij door uw heil'ge kracht!
5
Open uw kristalfonteinen,
waar de heilstroom uit ontspringt.
Laat uw wolkkolom verschijnen
als mij moed en kracht ontzinkt.
Doe mij reizen, doe mij reizen
door uw trouwe zorg omringd,
door uw trouwe zorg omringd.
6
Komt het uur, dat ik moet sterven,
red mij dan uit angst en nood.
Doe mij Kana"n be?rven;
vrij van satan, hel en dood.
Eeuwig durend, eeuwig durend
maak ik dan uw liefde groot,
maak ik dan uw liefde groot.
--*187
#3
1
't Scheepke onder Jezus' hoede
't Scheepke onder Jezus' hoede,
met zijn kruisvlag hoog in top,
neemt als arke der verlossing
allen, die in nood zijn, op.
Al staat de zee ook hol en hoog
en zweept de storm ons voort,
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en veilig strand voor 't oog.
2
Zon, bestraal het kleine scheepke;
winden, stuwt het zacht vooruit;
golven, draagt het naar de verten,
waar Gods einder zich ontsluit.
Dat nooit 't geloof bezwijken moog';
God houdt zich aan zijn woord;
wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en veilig strand voor 't oog.
3
Zie, o zondaar, hoe de kruisvlag
wappert boven d'oceaan!
Kom tot Jezus; wie Hem volgen,
kan geen storm ooit doen vergaan.
Wij wenden ons tot God omhoog:
'O Heer, geleid ons voort!'
Wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
en veilig strand voor 't oog!
--*188
#1
1
'k Stel mijn vertrouwen
canon
'k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God.
Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief, zijn vrede woont in mij.
'k Zie naar Hem op en weet: Hij is mij steeds nabij.
--*189
#9
1
Vaste Rots van mijn behoud
Vaste Rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op uw trouw,
laat mij rusten in uw scha'uw,
waar het bloed door U gestort,
mij de bron des levens wordt.
2
Jezus, niet mijn eigen kracht,
niet het werk door mij volbracht,
niet het offer dat ik breng,
niet de tranen die ik pleng,
schoon ik ganse nachten ween,
kunnen redden, Gij alleen.
3
Zie, ik breng voor mijn behoud
U geen wierook, mirr' of goud.
Moede kom ik, arm en naakt,
tot de God, die zalig maakt,
die de arme kleedt en voedt
die de zondaar leven doet.
4
Eenmaal als de stonde slaat
dat dit lichaam sterven gaat
als mijn ziel uit d'aardse woon'
opstijgt tot des Rechters troon,
Rots der eeuwen, in uw schoot
berg mijn ziele voor de dood.
5
Rots, waaruit het leven welt
Rots, waaruit het leven welt,
berg mij voor het wreed geweld;
laat het water met het bloed,
dat Gij stort in overvloed,
als een bron van Sion zijn,
die ontspringt in de woestijn.
6
Niet de arbeid, die ik lijd,
niet mijn ijver en mijn strijd,
niet mijn have en mijn goed
komt uw wensen tegemoet;
ook mijn tranen en verdriet
zijn voor niets, redt Gij mij niet.
7
Ja, Gij zijt het die mij redt,
van uw eigen strenge wet
vab mijn eigen dwaze schuld
die Gij delgt in uw geduld;
God, die al mijn kwaad verdroeg,
uw genade is genoeg.
8
Wat ik in mijn handen houd
is uw kruis tot mijn behoud.
Gij die naakten overkleedt,
die tot redding zijt gereed,
die melaatsen rein doet zijn,
kleed mij, red mij, maak mij rein.
9
Als ik eens het leven laat
en de adem mij ontgaat
als mijn oog gebroken is,
als mijn ziel gedoken is,
in de dorre doodsvallei,
o Gij Rots, wees daar nabij.
--*190
#10
1
Nu word je uitgedragen
Nu word je uit gedragen
o God, waarom, waarom?
Waarom die duizend vragen,
waarom, waarom, waarom?
2
Nu jij wordt uit gedragen,
een kleinood in een kist,
bespringen ons de vragen
heeft God zich dan vergist?
3
Wanneer wij aan jou denken
klinkt Goddank ook een lied
dat ons de troost zal schenken
in dalen van verdriet:
4
Nu eindigt al het lijden,
dit is je laatste reis;
de engelen geleiden
je in het paradijs!
5
En alle martelaren
die wachten in de poort,
ontelbaar is de schare,
de vreugde ongestoord.
6
De engelen omringen
je in een machtig koor
om hun gezang te zingen
de hele hemel door!
7
Ze brengen je daarbinnen
die glanzend gouden stad;
het leven kan beginnen
veel beter dan je had.
8
Als bruid zal jou begroeten
die stad Jeruzalem.
Daar mag jij God ontmoeten;
ons kind, jij bent van Hem!
9
Al blijven dan de vragen
geen mens weet het waarom,
straks, aan het eind der dagen,
dan zien wij jou weerom.
10
Wij gaan dwars door het lijden
naar deze stad op reis,
en jij mag ons geleiden
tot in Gods paradijs!
--*191
#3
1
Veilig in Jezus' armen
Veilig in Jezus' armen,
veilig aan Jezus' hart;
dáár in zijn teer erbarmen,
dáár rust mijn ziel van smart.
Hoor, 't is het lied der eng'len,
zingend van liefd' en vre,,
ruisend uit 's hemels zalen,
over de glazen zee.
Veilig in Jezus' armen,
veilig aan Jezus' hart;
dáár in zijn teer erbarmen,
dáár rust mijn ziel van smart.
2
Veilig in Jezus' armen,
vrij bij mijn Heer en Borg,
vrij van 't gewoel der wereld,
vrij van verdriet en zorg;
vrij van de vrees en twijfel,
vrij van der zonden macht;
nog slechts een weinig lijden,
nog slechts een korte nacht.
Veilig in Jezus' armen,
vrij bij mijn Heer en Borg,
vrij van 't gewoel der wereld,
vrij van verdriet en zorg.
3
Jezus, mijn dierb're toevlucht,
Jezus, Gij stierft voor mij!
Dat op die rots der eeuwen,
eeuwig mijn hope zij.
Heer, laat mij lijdzaam wachten,
totdat het duister vliedt,
en 't oog aan gindse kusten
uw heillicht gloren ziet.
Jezus, mijn dierb're toevlucht,
Jezus, Gij stierft voor mij!
Dat op die rots der eeuwen,
eeuwig mijn hope zij.
--*192
#3
1
Als God zijn stem doet horen
Als God zijn stem doet horen in Israël,
dan zien wij al zijn luister en macht.
Kom naar de heilige berg van God.
Zing dit feestlied in de nacht:
refrein:
Hij is de Machtige van Israël,
de Machtige van Israël.
Zijn stem wordt gehoord
in de sterkte van zijn woord.
De Machtige van Israël.
2
Dan toont Hij zijn kracht en de blinden zullen zien.
De doven verstaan zijn stem.
De tong van de stomme zal zingen in de nacht.
De lamme zal dansen voor Hem.
refrein
3
De dorre woestijn zal gaan bloeien als een roos.
De wildernis jubelt en lacht.
Spreek tot het hart van wie moe is en bang:
Wees sterk! De Heer vernieuwt uw kracht!
refrein
--*193
#7
1
De levende God
De levende God
zij eeuwige eer,
van hemel en aarde
is Hij alleen Heer.
Hem binden geen vorm,
geen ruimte of tijd,
onzegbaar, onmeetbaar
is zijn heerlijkheid.
2
Aanwezig was Hij
ook vóór iets ontstond,
de Eerste van alles
wat zich ooit bevond
in hemel, op aard,
in zeeën zo diep:
Hij heeft het geschapen
door 't Woord dat Hij riep.
3
Geen eind is aan Hem,
Hij heeft geen begin,
de Eerste, de Laatste,
der wereld zin,
die samenhang geeft
aan al wat geschiedt,
die maakt dat zijn schepping
zijn majesteit ziet.
4
En Hij maakt zijn Naam
door mensen bekend,
die Hij als profeten
de wereld in zendt.
De grootste van hen
was Mozes, zijn knecht
hem werden tien woorden
in handen gelegd.
5
Gods scheppende woord
blijft eeuwig in stand.
Hij schouwt de gedachten,
doorziet het verband
van al wat de mens
beraamt en verzint
en kent al het einde
voordat iets begint.
6
Aan 't eind van de tijd,
zo heeft Hij voorzegd,
dan komt de Messias
en vestigt Gods recht:
Hij loont al het goed,
verbant alle kwaad;
dan ziet heel de schepping
Gods lichtend Gelaat.
7
dat opgaat voor elk
die trouw op Hem wacht
die Israël lichtend geleidt
door de nacht,
die nog in de dood
het leven hergeeft;
zijn Naam zij gezegend
die zelf eeuwig leeft.
--*194
#4
1
Er is een stad voor vriend en vreemde
Er is een stad voor vriend en vreemde
diep in het bloemendal,
er is een mens die roept om vrede,
die mens roept overal
refrein:
Jeroesjalajiem, stad van God,
wees voor de mensen een veilig huis.
Jeroesjalajiem, stad van vrede,
breng ons weer thuis.
2
Er is een huis om in te wonen
voorbij het dodendal,
er is een vader met zijn zonen,
zij roepen overal.
refrein
3
Er is een tafel om te eten
voorbij het niemandsland.
Er is een volk dat wordt vergeten,
dat volk roept overal.
refrein
4
Er is een wereld zonder grenzen,
zo groot als het heelal.
Er is een hemel voor de mensen,
dat hoor je overal.
refrein
--*195
#1
1
Gods volk wordt uitgeleid
naar Jesaja 55:12
Gods volk wordt uitgeleid,
zij gaan met vreugde voort
en de bergen en heuv'len juichen rondom hen.
Alles zingt erbij, zelfs de bomen zijn blij
en zij klappen voor hun God.
groep 1: tegelijkertijd met groep 2
En de bomen in het veld zullen klappen voor Hem,
en de bomen in het veld zullen klappen voor Hem,
groep 2: tegelijkertijd mei groep 1
En de bomen in het veld zullen klappen voor Hem,
en de bomen in het veld zullen klappen voor Hem,
groep 1 en 2:
en zij gaan vrolijk voort.
--*196
#3
1
He that keepeth is Israël
naar Psalm 121:4
He that keepeth Israël neither slumbers
nor He slumbers nor sleeps,
neither slumbers nor sleeps.
He that keepeth Israël neither slumbers
nor He slumbers nor sleeps.
2
Israëls Bewaarder, Hij sluimert noch slaapt
Israëls Bewaarder, Hij sluimert noch slaapt
sluimert noch slaapt Hij
sluimert noch slaapt.
Israëls Bewaarder, Hij sluimert noch slaapt,
sluimert noch slaapt.
3
Hinnee lojanoern
Hinnee lojanoem welojisjan,
lojisjan,
welojisjan
Hinnee lojanoem welojisjan,
Sjomeer Jisraeel.
---
*197
#3
1
Jubel, jubel dochter Sions
naar Zefanja 3: 14-17
refrein:
Jubel, jubel dochter Sions,
juich van harte, Israël.
Kom, verheug u en weest vrolijk,
dochter van Jeruzalem.
Uw gerichten heeft Hij weggenomen.
De vijand weggevaagd.
Ja, de HERE, Koning Israëls,
is in uw midden, dus vrees niet.
refrein
2
Op die dag zal worden gezegd
tot Jeruzalem:
Vrees niet Sion, Sion,
laten uw handen niet verslappen.
refrein
3
De HEER, uw God, is in uw midden,
een Held die verlost.
Hij zal zich over u met vreugd verblijden,
met gejubel over u juichen!
refrein
--*198
#10
1
Mijn volk, nooit zal Ik u vergeten
Mijn volk, nooit zal Ik u vergeten,
u, gegrift in de palm van mijn hand;
u breng ik bijeen uit de volken:
Keer terug en bewoon weer dit land.
refrein:
Nooit zal Ik u vergeten
Nooit zal Ik u verlaten
Nooit vergeet Ik mijn eigen volk
Nooit zal Ik u vergeten
Nooit zal Ik u verlaten
Nooit vergeet Ik mijn eigen volk
2
Vergeet ooit een moeder haar baby
en een vrouw wat zij droeg in haar schoot?
Zelfs dan zal Ik u nooit vergeten,
al gaat alles wat liefde heet dood.
refrein
3
Ik hoorde al zo lang uw smeken
en uw roepen in wanhoop tot Mij,
maar nu is het tijd voor mijn antwoord:
Ik zal neerdalen, Ik maak u vrij.
refrein
4
Als uw vijanden fel u bedreigen,
als van doodsangst uw hart bonst en beeft,
door een wonder zal Ik u bevrijden:
Zie, hier ben Ik: de HERE, die leeft!
refrein
5
Hoor Israël, Israël, Israël,
O, Ik zie al zo lang naar u uit
naar de dag dat u Mij uw hart geeft ...
dan maak Ik u voor eeuwig mijn Bruid.
refrein
6
'I will never forget you
'I will never forget you, my people
you are graven on the palm of my hand
I have brought you from ev'ry nation,
ev'ry tribe, for to dwell in this land
refrein:
'No, I'll never forget you,
no, I'll never forsake you,
no, l'll never forget my own.
No, I'll never forget you,
no, I'll never forsake
you, no, I'll never forget my own'
7
'Does a mother forget her baby
or a woman a child in her womb.
Yet even if she should forget,
I will never forget my own.'
refrein
8
'For many a year I have heard you
as you cried in despair to me,
but now is the time I will answer:
I wil] come down to set you free.'
refrein
9
'Tho'your enemies rise up against you
and your haunted hearts are shaking for fear,
I only am planning a miracle
of deliv'rance to show I am here.'
refrein
10
'O Israël, Israël, Israël,
still I'm calling in this century.
I want you to give me your whole heart,
I am waiting to wed you to me.'
refrein
--*199
#4
1
Pray for the peace
Pray for the peace of Jerusalem,
pray for the peace of Jerusalem,
pray for the peace of Jerusalem,
Jerusalem peace be to you!
2
Pray for the peace of Jerusalem,
pray for the peace of Jerusalem,
pray for the peace of Jerusalem,
Jerusalem peace be to you!
Shalom, shalom, shalom, shalom,
shalom, shalom, Jerusalem peace be to you!
Shalom, shalom shalom, shalom,
shalom, shalom, Jerusalem peace be to you!
3
Bid voor de vrede
Bid voor de vrede van Jeruzalem,
bid voor de vrede van Jeruzalem,
bid voor de vrede van Jeruzalem,
Jeruzalem, vrede zij u!
4
Bid voor de vrede van Jeruzalem,
bid voor de vrede van Jeruzalem,
bid voor de vrede van Jeruzalem,
Jeruzalem, vrede zij u!
Sjalom, Sjalom, Sjalom, Sjalom,
Sjalom, Sjalom, Jeruzalem, vrede zij u!
Sjalom, Sjalom, Sjalom, Sjalom,
Sjalom, Sjalom, Jeruzalem, vrede zij u!
---
*200
#7
1
Sta op, o Israël
Sta op, o Israël, geen juk van slaven meer
want de waarheid maakt u vrij.
Hij komt uit Sion, de HEER Verlosser:
in het jubeljaar komt Hij
2
Daar in de vuurhaard van vele vragen
komt er redding en behoud.
Ik geef u zilver in plaats van ijzer
en voor koper geef Ik goud.
3
Gij zijt gekozen, Ik zocht u allen,
schreef uw namen in mijn hand.
En Ik zal brengen van heind' en verre,
al mijn kind'ren naar hun land.
O halleluja, o halleluja,
halleluja, prijst de Heer!
O halleluja, o halleluja,
halleluja, prijst de Heer!
4
Awake O Israël
Awake O Israël! Put off thy slumber,
and the truth shall set you free!
For out of Zion comes thy Deliv'rer
in the year of Jubilee.
5
For in the furnace of much affliction
I have chosen thee, behold,
and so for iron, I'll give thee silver
and for brass, I'll give thee gold.
6
Thou art my chosen, for I have sought thee,
thou art graven on my hand.
And I will gather all those that gather,
they shall come back to their land.
7
O, halleluja, o halleluja,
halleluja, praise the Lord.
O, halleluja, o halleluja,
halleluja, praise the Lord.
--*201
#4
1
Sta op, o kind'ren van Israël
Sta op, o kind'ren van Israël,
Komt en prijst nu je Maker.
Dans, zing en verheug fin Hem.
Zing en verheug j'in Hem.
Zing en verheug j'in Hem, o Israël.
2
Sta op, o kind'ren van Israël,
Komt en prijst nu je Maker.
Dans, zing en verheug j'in Hem.
Zing en verheug j'in Hem.
Zing en verheug j'in Hem, o Israël.
3
de Heer is mijn licht,
de rots van mijn verlossing.
Ik vrees geen kwaad,
want Hij is bij mij.
4
Sta op, o kind'ren van Israël,
Komt en prijst nu je Maker.
Dans, zing en verheug j'in Hem.
Zing en verheug j'in Hem.
Zing en verheug j'in Hem, o Israël.
--*202
#4
1
Een stroom van ongerechtigheid
Een stroom van ongerechtigheid,
een zee van zonden zwart,
zo donker diep, zo wild en wijd,
zo duister is ons hart.
2
Het koude water van de haat,
de beek van bitterheid
die dwars door deze wereld gaat
die bron van twist en nijd,
3
dat water als het bloed zo rood,
die donkere Jordaan
is breed en diep en oeverloos
wie onzer zal bestaan?
4
Halleluja, er is een brug,
geen zee die ons nog scheidt!
God overspant hoog in de lucht
rivieren, woest en wijd!
---
*203
#4
1
Genade, zo oneindig groot
Genade, zo oneindig groot,
dat ik, die 't niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan 'k zien.
2
Genade, die mij heeft geleerd
te vrezen voor het kwaad.
Maar ook, als ik mij tot Hem keer,
dat God mij nooit verlaat.
3
Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.
4
Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon,
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond.
--*204
#2
1
Hij vergaf mijn schuld in Jezus' Naam
Hij vergaf mijn schuld in Jezus' Naam,
heeft mijn hart vervuld in Jezus' Naam;
en in Jezus' Naam deel ik met jou
zijn liefde zoals Hij het wou.
refrein:
Hij zei: geef het maar, geef het maar,
geef het om niet, geef het maar,
zoals Ik geef, ga in mijn Naam en omdat je gelooft
weet iedereen dat Ik leef.
2
Hij heeft alle macht in Jezus' Naan,
alles is volbracht in Jezus' Naam;
en in Jezus' Naam deel ik met jou
zijn grote kracht zoals Hij het wou;
refrein
--*205
#4
1
Hoe teder heeft de Heer mij aangeraakt
en mij gestreeld als zuidenwind de bomen.
Zijn liefde heeft mijn luiken losgemaakt
zodat er volop licht kan binnenstromen;
Hij roept mij zacht en zo ben ik ontwaakt
en zie verbaasd wat mij is overkomen.
2
Nog nooit heb ik zo'n zoete vrucht gesmaakt
vrede en vreugde bleven diepe dromen;
God heeft de wereld als een boek gemaakt
maar nooit had ik dat boek ter hand genomen
wanneer Hij mij niet zelf had aangeraakt
zijn licht doet al mijn knoppen openkomen.
3
Hoelang heb ik de mij geschonken tijd
met open ogen hopeloos verslapen,
hoe vaak ben ik gevlucht in eenzaamheid,
zoals een huurling wegvlucht van de schapen,
een herder die alleen zichzelf nog weidt
en van vermoeidheid valt in eigen wapen.
4
Hoe teder heeft de Heer mij aangeraakt,
ik voel zijn adem strelend langs mij strijken.
Zomer van God, hebt gij bij mij gewaakt,
doet gij de lange winter van mij wijken?
Nu pas, nu gij mijn vensters openmaakt,
kan mij de hemel werkelijk bereiken!
--*206
#3
1
Hoe kom ik van zonde vrij?
Leid mij naar het kruis van Jezus.
Vrij van schuld, van slavernij?
Leid mij naar het kruis van Jezus.
Niet door eigen kracht,
door werk dat ik volbracht,
maar het kruis dat is genoeg.
Daar heeft Hij gebloed,
in mijn plaats geboet
toen Hij al mijn zonden droeg.
2
Hoe weet ik wie vrede geeft?
Leid mij naar het kruis van Jezus.
Wie een lied van vreugde geeft?
leid mij naar het kruis van Jezus.
Als een nieuw gebod uit het hart
van God komt zijn liefde die vergeeft.
Zijn gerechtigheid, genade die bevrijdt;
en die mij in reinheid kleedt.
3
Hoe kan ik het leven aan?
Leid mij naar het kruis van Jezus.
En zijn weg gewillig gaan?
Leid mij naar het kruis van Jezus,
leid mij naar het kruis van Jezus.
--*207
#3
1
I have decided to follow Jesus.
I have decided to follow Jesus.
I have decided to follow Jesus,
no turning back,
no turning back.
2
Ik heb besloten de Heer te volgen.
Ik heb besloten de Heer te volgen.
Ik heb besloten de Heer te volgen,
en keer niet terug,
en keer niet terug.
3
Zou niemand meegaan, toch blijf ik volgen.
Zou niemand meegaan, toch blijf ik volgen.
Zou niemand meegaan, toch blijf ik volgen.
Ik zie niet om.
Ik zie niet om.
--*208
#3
1
Jezus, mijn Heer, zal nooit mij begeven,
in angst en nood werd 'k tot Hem gedreven.
Hij schonk genade en maakte mij vrij.
Daarom behoor ik Hem!
refrein:
Daarom behoor ik Jezus,
Hem ben ik toegewijd.
Hij maakt bereid mij hier op aard'
voor d'eeuw'ge heerlijkheid.
2
'k Wist mij verloren in schuld en zonden,
maar 'k werd door Jezus' liefde gevonden.
Hij trok mij op uit schande en nood,
daarom behoor ik Hem!
refrein
3
Vrede en vreugde vult nu mijn leven,
steeds heeft de Heiland meer om te geven.
'k Ben nu gered, maar 't kostte zijn bloed,
daarom behoor ik Hem!
refrein
--*208
#3
1
Jesus my Lord will love me forever,
from Hirn no power of evil can sever.
He gave His life to ransom my soul.
Now I belong to Him:
refrein:
Now I belong to Jesus,
Jesus belongs to me,
not for the years of time alone,
but for eternity.
2
Once I was lost in sin's degradation,
Jesus came down to bring me salvation,
lifted me up from sorrow and shame.
Now I belong to Him.
refrein
3
Joy floods my soul for Jesus has saved me,
freed me from sin that long had enslaved me.
His precious blood He gave to redeem.
Now I belong to Him.
refrein
--*209
#3
1
Kom in mijn hart, kom in mijn hart,
kom iedere macht onttronen.
Aan U de kroon! Kom, Vader, Zoon,
mijn hart door uw Geest bewonen.
2
Reinig mijn hart, reinig mijn hart
in bronnen van uw genade:
Uw Woord geneest; uw bloed, uw Geest
zij stuiten de stroom van 't kwade.
3
Heer van mijn hart, Heer van mijn hart,
blijf eeuwig daar resideren.
Houd Gij er hof Laat liefde en lof
en vrede vandaar regeren.
--*210
#3
1
Mijn hart zingt een lief'lijke melodie,
een lied van vreugde en kracht,
want Jezus vergaf al mijn zondeschuld,
schonk licht m'in duistere nacht.
refrein:
Ik heb een nieuw lied,
Een wonderbaar lied,
ik heb een nieuw lied in mijn hart,
en 'k juich nu zo blij:
'Het oude is voorbij,
ik heb een nieuw lied in mijn hart.'
2
Mijn Jezus kwam in en 't werd alles licht,
de duisternis vlood dra heen.
Ik wandel zo stil in de zonneschijn,
en zie slechts Jezus alleen.
refrein
3
O, glorie voor Jezus, Hij woont in mij,
gekruist mijn leven voor Hem.
Ik voel nu de druk van zijn trouwe hand,
en luister steeds naar zijn stem.
refrein
--*211
#6
1
Zoals ik ben, geen andere grond heb ik,
dan 't woord van uw verbond,
en dat Gij zelf mij zocht en vond O Lam van God, ik kom, ik kom!
2
Zoals ik ben, ik wacht niet tot
ik leven kan naar uw gebod;
Gij hebt voor mij uw bloed gestort!
O Lam van God, ik kom, ik kom!
3
Zoals ik ben, arm, blind en naakt,
kom ik tot U, die zalig maakt.
Uw liefde heeft mij aangeraakt!
O Lam van God, ik kom, ik kom!
4
Zoals ik ben, neemt Gij mij aan
en wilt mij van mijn schuld ontslaan;
op uw belofte kan ik aan!
O Lam van God, ik kom, ik kom!
5
Zoals ik ben, ver weggedwaald,
heeft mij uw liefde achterhaald;
nu ben ik, Heer, van U totaal!
O Lam van God, ik kom, ik kom!
6
Zoals ik ben, - uw liefde groot,
zo breed en lang, zo diep en hoog,
is sterker zelfs dan graf en dood!
O Lam van God, ik kom, ik kom!
--*212
#2
1
Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in uw wijngaard te staan;
samen te dienen, te zien wie U bent
want uw woord maakt uw wegen bekend.
refrein:
Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp die nog schijnt in de nacht.
2
Samen te strijden in woord en in werk.
Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk,
delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
refrein
--*213
#5
1
Ik wil jou van harte dienen
en als Christus voor je zijn.
Bid dat ik genade vind,
dat jij het ook voor mij kunt zijn.
2
Wij zijn onderweg als pelgrims,
vinden bij elkaar houvast.
Naast elkaar als broers en zusters,
dragen wij elkanders last.
3
Ik zal Christus' licht ontsteken
als het duister jou omvangt.
Ik zal jou van vrede spreken
waar je hart naar heeft verlangd.
4
Ik zal blij zijn als jij blij bent,
huilen om jouw droefenis,
al mijn leeftocht met je delen
tot de reis ten einde is.
5
Dan zal het volmaakte komen
als wij zingend voor Hem staan,
als wij Christus' weg van liefde
en van lijden zijn gegaan.
--*214
#4
1
Jezus geeft een loflied in ons hart.
Jezus geeft een loflied in ons hart.
't Is een lied van vreugde, niemand neemt het weg.
Jezus geeft een loflied in ons hart,
2
Jezus leert ons samen zijn in harmonie,
Jezus leert ons samen zijn in harmonie.
Zoveel mensen, zoveel hanen, Hij maakt ons één.
Jezus leert ons samen zijn in harmonie.
3
Jezus leert ons samenleven als gezin.
Jezus leert ons samenleven als gezin.
Door zijn liefde groeit de liefde voor iedereen.
Jezus bindt ons samen als gezin.
4
Jezus keert de rouwklacht om tot vreugdedans.
Jezus keert de rouwklacht om tot vreugdedans.
Wie gebukt gaan onder zorgen die richt Hij op,
Jezus keert de rouwklacht om tot vreugdedans
--*215
#3
1
O wil toch de hemel scheuren,
kom, daal neer, o Heil'ge Geest!
Dat uw wond'ren weer gebeuren,
laat nog zijn wat is geweest.
Wil door Jezus' Naam genezen,
teken van zijn liefd' en macht.
Mochten wij gedoopten wezen
met uw volheid, met uw kracht.
2
Kom, o God, z> in ons midden.
Dan geen lege kerken meer;
allen zullen U aanbidden,
Jezus prijzen: Hij is Heer!
Laat ons ook uw Geest verlangen
bij het woord der zuiv're leer;
mocht die blijdschap ons omvangen,
maak ons uw getuigen weer!
3
Laat uw gaven op ons dalen;
krachten, kennis, wijs vermaan,
profetie en tongentalen,
stel Gij herders, leraars aan.
Vul ons hart met zegenstromen!
Ja, waar alles scheen verkwijnd,
zal verrassend leven komen
als de Pinksterzon verschijnt.
--*216
#4
1
Praise God for the body,
praise God for the Son;
pralse God for the life
that binds our hearts in one.
refrein:
Joy is the food we share;
love is our home, brothers.
Praise God for the body;
shalom, shalom.
2
Guard your circle, brothers,
Clasp your hand in hand;
satan cannot break
the bond in which we stand.
refrein
3
Shed your extra clothing,
keep your baggage light;
rough will be the battle,
long will be the fight, but.
refrein
4
Praise God for the body,
pruise God for the Son;
praise God for the life
that binds our hearts in one.
refrein
--*217
#1
1
U maakt ons één,
U bracht ons tezamen,
Wij eren en aanbidden U.
U maakt ons één,
U bracht ons tezamen,
Wij eren en aanbidden U.
Wordt uw wil gedaan,
dan bindt het ons saam,
iedereen zal deel zijn van uw gezin.
Wordt uw wil gedaan,
dan bindt het ons saam,
iedereen zal deel zijn van uw gezin.
--*218
#3
1
Samen in de naam van Jezus
heffen wij een loflied aan,
want de Geest spreekt alle talen
en doet ons elkaar verstaan.
Samen bidden, samen zoeken,
naar het plan van onze Heer.
Samen zingen en getuigen,
samen leven tot zijn eer.
2
Heel de wereld moet het weten
dat God niet veranderd is
en zijn liefde als een lichtstraal
doordringt in de duisternis.
't Werk van God is niet te keren
omdat Hij er over waakt
en de Geest doorbreekt de grenzen
die door mensen zijn gemaakt.
3
Prijst de Heer, de weg is open
naar de Vader, naar elkaar.
Jezus Christus, Triomfator,
mijn Verlosser, Middelaar.
Vader, met geheven handen
breng ik U mijn dank en eer.
't Is uw Geest die mij doet zeggen:
Jezus Christus is de Heer!
--*219
#1
1
Ubi caritas et amor,
ubi caritas,
Deus ibi est.
vertaling:
Waar barmhartigheid en liefde is,
daar is God, daar is God.
---
*220
#4
1
'k Ben een schip in de storm
dat de haven niet vindt.
refrein:
Houd mij vast, houd mij vast,
spreek mij aan als uw kind.
2
'k Ben een vogel die vlucht,
voortgejaagd door de wind.
refrein
3
Als uw woord mij bereikt,
in uw richting vind,
refrein
4
2Dan zijn stormen gestild,
voorbij is vlucht en wind.
refrein
--*221
#2
1
Geprezen zij de Here
naar Psalm 68:20; Jesaja 42:3
refrein:
Geprezen zij de Here.
Dag aan dag draagt Hij ons;
die God is ons heil.
Geprezen zij de Here.
Dag aan dag draagt Hij ons;
die God is ons heil.
Want het geknakte riet verbreekt Hij niet.
Al wat beschadigd is herstelt Hij op den duur.
Wat walmt dat dooft Hij niet,
want Hij kent ons verdriet.
Barmhartig schenkt Hij ons
zijn warmte en zijn vuur.
refrein
2
Want een verbroken hart veracht Hij niet.
Al wat vernederd is verhoogt Hij op zijn tijd.
Hij troost de treurenden,
de zwakke beurt Hij op.
Barmhartig schenkt Hij ons
zijn goedertierenheid.
refrein
--*222
#4
1
El Senyor
El Senyor es la nueva forga,
el Senyor es meu cant.
El m' ha estat la salvaci>.
En ell confio i no tinc por,
en ell confio i no tinc por.
2
Meine Hoffnung und meine Freude,
meine Starke, mein Licht,
Christus, meine Zuversicht,
auf dich vertrau' ich und f?rcht' mich nicht,
auf dich vertrau' ich und f?rcht' mich nicht.
3
In the Lord I'll be ever thankful,
in the Lord I wilt rejoice!
Look to God, do not be afraid,
lift up your voices, the Lord is near,
lift up your voices, the Lord is near.
4
In de Heer vind ik heel mijn sterkte,
in mijn God de vreugdezang.
Gij die mijn bevrijding bewerkt,
op U vertrouw ik en ken geen angst,
op U vertrouw ik en ken geen angst.
--*223
#5
1
Ga niet alleen door 't leven,
die last is u te zwaar.
Laat Eén u sterkte geven,
ga tot uw Middelaar!
Daar is zoveel te klagen,
daar is zoveel geween
en zoveel leed te dragen.
Ga niet alleen!
En zoveel leed te dragen.
Ga niet alleen!
2
Ga niet alleen; uw Koning
wil komen in uw hart.
Ach, geef het Hem ter woning,
hoe stilt Hij dan uw smart!
Wie kan er tranen drogen
als Jezus? Immers geen!
Richt dan de treurende ogen
naar Jezus heen!
Richt dan de treurende ogen
naar Jezus heen!
3
O armen, droeven, blinden,
de hoofden opgericht!
Laat u door Jezus vinden,
zijn last is zacht en licht.
Daar is zoveel te dragen;
daar is zoveel geween.
Ach, wil dan niet vertragen!
Naar Jezus heen!
Ach, wil dan niet vertragen!
Naar Jezus heen!
4
Welzalig, die 't ervaren,
dat Hij hun alles is;
dan kennen z'in gevaren
bezorgdheid noch gemis.
Hij draagt dan in zijn armen
door alle nood hen heen.
Wie steunt op zijn ontfermen
is nooit alleen!
Wie steunt op zijn ontfermen
is nooit alleen!
5
En d?n, als 't leed der aarde
voor immer is gedaan;
als in des hemels gaarde
uw blijde voeten staan,
dan ziet g'in 't zalig Eden
slechts zaal'gen om u heen;
dan prijst g'in eeuwigheden
uw Heer alleen!
Dan prijst g'in eeuwigheden
uw Heer alleen!
--*224
#3
1
God wijst mij een weg
als ik zelf geen uitkomst zie.
Langs wegen die geen mens bedenkt,
maakt Hij mij zijn wil bekend.
Hij geeft elke dag
nieuwe liefde, nieuwe kracht.
Als ik mijn hand in zijn hand leg,
wijst Hij mij de weg,
wijst Hij mij de weg.
2
Al moet ik door de wildernis,
Hij leidt mij.
Hij toont mij een rivier in de woestijn.
Alles zal ooit vergaan
maar zijn liefde blijft bestaan
en Hij maakt iets heel nieuws vandaag.
3
God wijst mij een weg
als ik zelf geen uitkomst zie.
Langs wegen die geen mens bedenkt,
maakt Hij mij zijn wil bekend.
Hij geeft elke dag nieuwe liefde,
nieuwe kracht.
Als ik mijn hand in zijn hand leg,
wijst Hij mij de weg,
wijst Hij mij de weg.
--*225
#1
1
Heer, raak mijn hart aan,
maak mij bereid
uw pijn te voelen,
om wie er lijdt,
uw tranen te huilen,
bewogen te zijn;
o kom, raak mijn hart aan Heer,
maak mij bereid.
--*226
#2
1
Heer, ik kom tot U,
neem mijn hart, verander mij.
Als ik U ontmoet vind ik rust bij U.
Want Heer ik heb ontdekt,
dat als ik aan uw voeten ben,
trots en twijfel wijken
voor de kracht van uw liefde.
refrein:
Houd mij vast, laat uw liefde stromen.
Houd mij vast heel dicht bij uw hart.
Ik voel uw kracht
en stijg op als een arend.
Dan zweef ik op de wind,
gedragen door uw Geest
en de kracht van uw liefde.
2
Heer, kom dichterbij,
dan kan ik uw schoonheid zien
en uw liefde voelen, diep in mij.
En Heer, leer mij uw wil
zodat ik U steeds dienen kan
en elke dag mag leven
door de kracht van uw liefde.
refrein tweemaal
Dan zweef ik op de wind,
gedragen door uw Geest
en de kracht van uw liefde.
--*227
#1
1
Heer, U leidde mij in de wildernis,
in het dal van Achor
en opnieuw sprak U tot mijn hart.
Heer, U leidde mij in de wildernis,
in het dal van Achor
en opnieuw sprak U tot mijn hart.
Daar zal ik zingen, voor U zingen
als in de dagen van mijn jeugd.
In het dal van Achor klinkt mijn lied;
want God maakte het dal tot een deur der hoop.
Daarom zing ik vol vreugd dit lied:
Zing halleluja, halleluja, zing halleluja,
halleluja, halleluja, amen.
Want God maakte het dal tot een deur der hoop.
Daarom zing ik vol vreugd dit lied.
--*228
#4
1
Heer, U staat in ons midden,
Uw nabijheid maakt ons stil;
tot U richt zich ons bidden,
ons zoeken naar uw wil.
2
Vol liefde zijn uw ogen,
U noemt mijn echte naam;
geduldig met mijn pogen
leert U mij recht te staan;
3
en waar ik steeds bleef falen
om uw liefde recht te doen,
daar komt uw Geest neerdalen
en bouwt ook daar uw troon.
4
Zo bent U steeds aanwezig
als de Koning die regeert;
zo blijft U met ons bezig,
tot elke daad U eert.
--*229
#3
1
I heard the voice of Jesus say:
'Come unto me and rest;
lay down, thou weary one, lay down,
thy head upon my breast.'
I came to Jesus as I was,
weary, and worn, and sad;
I found in Him a restingplace,
and He has made me glad.
2
I heard the voice of Jesus say:
'Behold, I freely give
the living water, thirsty one;
stoop down, and drink, and live,'
I came to Jesus, and I drank
of that life-giving stream;
my thirst was quenched, my soul revived,
and now I live in Him.
3
I heard the voice of Jesus say:
'I am this dark world's Light;
look unto Me, the morn shall rise,
And all thy day be bright.'
I looked to Jesus, and I found
in Him my Star, my Sun;
and in that light of life i'll walk
till travelling days are done.
--*230
#3
1
U bent mijn schuilplaats, Heer.
U vult mijn hart steeds weer
met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben,
steun ik op U.
2
Ik vertrouw op u.
Als ik zwak ben,
ben ik sterk in de kracht van mijn Heer.
3
U bent mijn schuilplaats, Heer.
U vult mijn hart steeds weer
met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben,
steun ik op U.
Dit lied kan als canon gezongen worden.
--*231
#6
1
I wil] change your name
naar Jesaja 62:4, 11, 12;
Hosea 1 en 2;
Openbaring 2: E
I will change your name;
you shall no longer be called:
wounded, outcast,
lonely or afraid.
2
I will change your name;
your new name shall be:
confidence, joyfullness,
overcoming one.
faithfullness, friend of God,
one who seeks my face;
3
confidence, joyfullness,
overcoming one;
faithfullness, friend of God,
one who seeks my face,
one who seeks my face.
4
Ik vernieuw jouw naam;
jij wordt niet langer genoemd:
eenzaam, afgedankt,
angstig en verwond;
5
Ik vervang jouw naam;
zo zul jij heten voortaan:
vreugdevol, frank en vrij,
zegevierend mens;
sterk en trouw, vriend van God,
zoekend mijn gelaat,
6
Vreugdevol, frank en vrij,
zegevierend mens;
sterk en trouw, vriend van God,
zoekend mijn gelaat.
zoekend mijn gelaat.
--*232
#2
1
Is hier een hart, door vrees benard,
vermoeid door 's levens strijd?
Twijfel drukt u neer;
gij struikelt telkens weer;
o, vat weer moed, want God is goed
en steeds tot hulp bereid!
Zo gij slechts kunt geloven,
ziet gij zijn heerlijkheid.
refrein:
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht
voor elk die wond'ren van Hem verwacht.
Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht.
Daar zijn geen grenzen aan Jezus' macht.
2
Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt?
Leg dan uw lasten neer!
Tob niet langer voort,
vertrouw op 's Heren woord!
Hij hoort uw be? en schenkt u vre?
in liefde eind'loos teer.
Zo gij slechts kunt geloven,
niets is onmooglijk meer!
refrein
--*233
#7
1
Koester nimmer de gedachte,
dat God u verstoten zou.
Groot zijn Gods genadekrachten,
grenzeloos Gods liefd' en trouw.
0 mijn hart, vertwijfel niet!
De verzoening is geschied.
Hij toch heeft zijn Zoon gezonden
ter vergeving van uw zonden.
2
God heeft ons zijn woord gegeven:
'Ik wil niet des zondaars dood,
maar veeleer dat hij zal leven
en zich tot Mij wendt in nood.'
Wat de Heer het meest begeert,
is dat de verdwaalde keert
uit verlorenheid en duister
naar zijn Rijk van licht en luister.
3
Welke herder zoekt zijn schapen
zoals deze Herder doet,
die niet sluimeren zal noch slapen,
die zo trouw zijn kudde hoedt?
Als er een is afgedwaald,
't wordt door Hem weer thuisgehaald.
Ja Hij wil zijn eigen leven
voor 't behoud der zijnen geven.
4
Heel het englenheer daarboven,
dat zijn Schepper eeuwig eert
en niet moe wordt God te loven,
juicht als één mens zich bekeert.
leder die zijn schuld belijdt
vindt genade en zaligheid.
God wil al zijn schuld vergeten
en niet van vergelding weten.
5
Hoe hoog ook de bergen reiken
en hoe diep de zee?n zijn,
hoe oneindig 't al mag blijken,
't allergrootste zelfs is klein
tegenover het geduld,
dat Gods Vaderhart vervult
en waarmee Hij ons wil dragen
tot aan 't einde onzer dagen.
6
Zelfs al zouden alle zonden,
van de aanvang af begaan,
in uw hart worden gevonden
en gij zoudt tot Jezus gaan:
voor die schuld, onmeetlijk groot,
werd de Heer aan 't kruis gedood
dan nog hadt gij niets te vrezen,
Gods gena zou groter wezen.
7
Wil de poort dan open maken
tot uw heil, laat mij altijd
bij U zijn en doe mij smaken,
Here, dat Gij liefde zijt.
Geef dat ik van dag tot dag
in uw liefde groeien mag
en U wederom beminnen
met geheel mijn hart en zinnen.
--*234
#5
1
Mijn leven is een weefsel
tussen mijn God en mij,
niet ik kies uit de kleuren,
heel doelbewust werkt Hij.
2
Vaak weeft Hij er verdriet in,
en ik, door onverstand,
vergeet: Hij ziet de bovenkant
en ik de onderkant.
3
Als 't weefgetouw zal rusten
en de spoel schiet niet meer om,
zal God het doel ontvouwen
en verklaren elk 'waarom'.
Hoe nodig donk're draden
zijn in des Wevers hand
naast goud' en zilv'ren draden;
zo komt Zijn plan tot stand.
4
Mijn leven is een weefsel
tussen mijn God en mij,
niet ik kies uit de kleuren,
heel doelbewust werkt Hij.
5
Vaak weeft Hij er verdriet in,
en ik, door onverstand,
vergeet: Hij ziet de bovenkant
en ik de onderkant.
--*235
#3
1
Neem, Heer, mijn beide handen
en leid uw kind,
tot ik aan d'eeuw'ge stranden
de ruste vind!
Te zwaar valt m'elke schrede,
als 'k U verlaat.
O, neem mij met U mede,
daar waar Gij gaat!
2
O, doe genaad' ervaren
aan 't bevend hart,
en breng het tot bedaren
bij vreugd en smart!
Laat m'aan uw voeten rusten,
mij, hulp'loos kind,
vertrouwen en berusten,
voor d'uitkomst blind!
3
En blijft m'ook soms verborgen
uw grote macht,
Gij voert mij tot de morgen,
ook door de nacht.
Neem dan mijn beide handen
en leid uw kind,
tot ik aan d'eeuw'ge stranden
de ruste vind!
--*236
#2
1
O, laat Gods Zoon je thans omhullen
met zijn liefde en zijn Geest.
Laat je hart en ziel gevuld zijn door de Heer.
O, geef Hem alles wat je vasthoudt,
en zijn Geest zal als een duif
op je leven dalen met godd'lijke kracht.
Jezus, o, Jezus,
kom en vul ons hart.
Jezus, o, Jezus,
kom en vul ons hart.
2
O, kom en zing dit lied met blijdschap,
met een hart vol van vreugd.
Hef je handen in aanbidding naar omhoog.
O, geef Hem al je pijn en moeite
en de jaren van verdriet
en nieuw leven vangt dan aan in Jezus' Naam.
Jezus, o, Jezus,
kom en vul ons hart.
Jezus,o,Jezus,
kom en vul ons hart.
--*237
#1
1
Uw tederheid genas,
wat er bitter in mij was.
Uw heil neem ik aan,
o Heer. Uw liefde overwon,
keerde al mijn boosheid om.
Uw heil neem ik aan, o Heer.
Uw heil neem ik aan, o Heer.
Uw heil neem ik aan, o Heer.
--*238
#1
1
Vader, daal nu met uw Geest neer
op wie hopen op uw kracht.
Vader, ga genezend rond,
heel hen die verwond
op uw liefde wachten.
Vader, U kunt ons genezen,
daarom bidden wij tot U:
Kom en vul ons met uw vuur,
heel ons in dit uur;
Vader, wij verwachten U.
--*239
#4
1
Wees stil en weet: Ik ben uw God.
Wees stil en weet: Ik ben uw God.
Wees stil en weet: Ik ben uw God.
2
Ik ben de God die u geneest.
Ik ben de God die u geneest.
Ik ben de God die u geneest.
3
Ik ben de God die u doopt met zijn Geest.
Ik ben de God die u doopt met zijn Geest.
Ik ben de God die u doopt met zijn Geest.
4
Aan u, o God, geef ik al wat ik ben.
Aan u, o God, geef ik al wat ik ben.
Aan u, o God, geef ik al wat ik ben.
--*240
#4
1
Zoals een arm, vertroostend om mij heen,
zo teder ligt uw liefde om mijn leven,
Ben ik soms moe en moederziel alleen
op smalle paden en langs steile wegen
en is mijn hart zo hard gelijk een steen,
Gij streelt mij zacht uw vingers zijn een zegen.
2
Zoals een arm, een uitgestoken hand,
zoals het licht dat glimlacht in de bomen,
zoals een wolkbreuk boven dorstig land,
zo zijt Gij menigmaal tot mij gekomen,
als ik door nacht en ontij overmand
niets anders zag dan doden in mijn dromen.
3
Zoals een klauw, een ijzersterke tang,
zo is de angst: ijskoud en ongenadig,
een beest een geest een spookbeeld nachten
Hoe anders Gij! o God, hoe warm, weldadig
zegt mij uw stem: Mijn kind, wees maar niet bang
als Ik het wil, is zelfs de dood genadig!
4
Zoals een arm, zo vriendelijk en zacht
hebt Gij uw liefde om mij heengeslagen;
altijd als ik geen morgen meer verwacht
vraagt Gij vandaag het nog met U te wagen.
Mijn God, al moet ik door de langste nacht,
Gij zult mij slapend in uw armen dragen!
--*241
#6
1
Wees stil voor het aangezicht van God,
want heilig is de Heer.
Aanbid Hem met eerbied en ontzag,
en knie] nu voor Hem neer,
die zelf geen zonde kent
en ons genade schenkt.
Wees stil voor het aangezicht van God,
want heilig is de Heer.
2
Wees stil, want de heerlijkheid van God
omgeeft ons in dit uur.
Wij staan nu op heilige grond,
waar Hij verschijnt met vuur.
Een eeuwigdurend licht
straalt van zijn aangezicht.
Wees stil, want de heerlijkheid van God
omgeeft ons in dit uur.
3
Wees stil, want de kracht van onze God
daalt neer op dit moment.
De kracht van de God die vergeeft
en ons genezing brengt.
Niets is onmogelijk
voor wie gelooft in Hem.
Wees stil, want de kracht van onze God
daalt neer op dit moment.
4
Be still, for the presence of the Lord,
the Holy One is here.
Come, bow before Him now,
with reverence and fear.
In Him no sin is found,
we stand on holy ground.
Be still, for the presence of the Lord,
the Holy One is here.
5
Be still, for the glory of the Lord
is shining all around;
He burns with holy fire,
with splendour He is crowned.
How awesome is the sight,
our radiant King of light!
Be still, lor the glory of the Lord
is shining all around.
6
Be still, for the power of the Lord
is moving in this place,
He comes to cleanse and heal,
to minister His grace.
No work too hard for Him,
in faith receive from Him;
Be still, for the power of the Lord
is moving in this place.
--*242
#3
1
Zo vriendelijk en veilig als het licht
zoals een mantel om mij heen geslagen
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
2
Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om,
als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
3
Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
--*243
#2
1
'k Zegen U Heer
refrein groep 1:
'k Zegen U Heer, God van hemel en aarde.
Sjalom, Sjalom, Sjalom,
U bent mijn Vader, liefdevol in goedheid.
refrein groep 2:
Sjalom, Sjalom, Sjalom,
Sjalom, Sjalom, Sjalom,
Ik maak gevangenen los.
Ik maak blinden ziende,
gebogenen richt Ik op.
Mijn trouw is tot in eeuwigheid.
refrein
2
Ik genees de verbrokenen.
Ik verbind hun wonden.
De walmende vlaspit doof Ik niet,
het geknakte riet verbreek Ik niet.
refrein
De coupletten kunnen als solo
of door een cantorij/zanggroep
gezongen worden, de gemeente
antwoordt dan met het 'refrein
groep 1'. De cantorij/zanggroep
zingt tegelijkertijd 'refrein groep 2'.
--*244
#8
1
Een vaste burg is onze God,
een toevlucht voor de zijnen!
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet zijn hulp verschijnen!
De vijand rukt vast aan
met opgestoken vaan;
hij draagt zijn rusting nog
van gruwel en bedrog,
maar zal als kaf verdwijnen!
2
Geen aardse macht begeren wij,
die gaat welras verloren.
Ons staat de sterke Held ter zij,
die God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn Naam? Zo weet,
dat Hij de Christus heet,
Gods eengeboren Zoon,
verwinnaar op de troon:
de zeeg' is ons beschoren!
3
En grimd' ook d'open hel ons aan
met al haar duizendtallen,
toch zal geen vrees ons nederslaan,
toch doen wij 't krijgslied schallen.
Hoe ook de satan woedt,
wij staan hem voet voor voet,
wij tarten zijn geweld;
zijn vonnis is geveld:
één woord reeds doet hem vallen!
4
Gods Woord houdt stand in eeuwigheid
en zal geen duimbreed wijken.
Beef, satan! Hij, die ons geleidt,
zal u de vaan doen strijken!
Delf vrouw en kind'ren 't graf,
neem goed en bloed ons af,
het brengt u geen gewin:
wij gaan ten hemel in
en erven koninkrijken!
5
Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht en een toren.
Zijn macht bevrijdt van 't bange lot,
dat ons nu is beschoren.
De vijand rukt vast aan
met opgestoken vaan;
hij draagt zijn rusting nog
van gruwel en bedrog:
nooit zag men zijns gelijke.
6
Met onze macht is 't niets gedaan:
wij zijn alras verloren.
Maar d'een'ge, die ons bij kan staan,
God heeft Hem ons verkoren.
Vraagt gij zijn Naam, zo weet,
dat Hij de Christus heet.
Der legerscharen Heer
is onze tegenweer;
Hem blijft in 't eind de zege.
7
Al trekken op van alle kant
de helse legerscharen,
wij vrezen niet! De Heer houdt stand.
Hij zal zijn volk bewaren.
Hoe ook de vijand woedt,
wij staan hem voet voor voet,
wij tarten zijn geweld:
zijn vonnis is geveld:
één woord en hij moet wijken.
8
Het Woord, dat zult gij laten staan,
en niets daarbij verzinnen.
De Heer gaat in de strijd vooraan:
zijn Geest doet overwinnen.
Al rooft g'ons al ons goed,
vrouw, kind, en eer en bloed,
ontneem 't ons alles vrij!
Gij wint er toch niets bij:
het Rijk blijft ons behouden!
--*245
#3
1
Glorie aan God
refrein:
Glorie aan God. Glorie aan God.
Glorie aan God. Glorie aan God.
Lof zij de Heer, Hem komt toe alle eer,
Hij's het Lam dat regeert tot in eeuwigheid.
Zijn woord is macht, heeft ons vrijheid gebracht.
Wij aanbidden, wij knielen voor Jezus.
Groot is zijn troon,
eeuwig zijn kroon.
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!
refrein
2
Kondigt het aan door de kracht van zijn Naam
Heel de aard' wordt vervuld van zijn glorie!
Satan, hij beeft, want hij weet: Jezus leeft!
Hij's verslagen, het Lam troont voor eeuwig.
Jezus is Heer,
Redder en Heer!
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!
refrein
3
Heersen met Hem op de troon en zijn stem
spreekt van liefde, vervult ons met glorie.
Heilig en vrij, alle tranen voorbij,
eeuwig vreugde van God, lof, aanbidding.
Waardig het Lam! Waardig het Lam!
Overwinnaar zal Hij zijn,
over zonde, dood en pijn.
Heel het rijk der duisternis
weet wie Jezus Christus is:
Hij is de hoogste Heer!
refrein
--*246
#3
1
Ik bouw op U
Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser.
Niet eenzaam ga ik op de vijand aan.
Sterk in uw kracht gerust in uw bescherming.
Ik bouw op U en ga in uwen Naam.
Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming.
Ik bouw op U, en ga in uwen Naam.
2
Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend.
En telkens meer moet ik uw kracht verstaan.
Toch rijst in mij een lied van overwinning.
Ik bouw op U en ga in uwen Naam.
Toch rijst in mij een lied van overwinning.
Ik bouw op U en ga in uwen Naam.
3
Ik bouw op U, mijn schild en mijn Verlosser.
Gij voert de strijd, de huld' is U gewijd.
In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan
in rust met U die mij hebt voortgeleid.
In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan
in rust met U die mij hebt voortgeleid.
--*247
#4
1
In Gods overwinning
trekken wij ten strijd.
Samen in zijn leger
Hem ten dienst gewijd.
Christus onze Koning
stelt zich aan het hoofd.
Hij heeft ons de zege
in de strijd beloofd.
Hij heeft ons de zege
in de strijd beloofd.
2
Als een machtig leger,
vol van Geest en kracht,
gaan wij achter Jezus,
die ons 't leven bracht.
Nergens heerse tweedracht.
Eén geloof, één Heer,
één in hoop en liefde,
juichend Hem ter eer;
één in hoop en liefde,
juichend Hem ter eer.
3
Tronen, machten, krachten
zullen dra vergaan,
waar de heil'gen samen
vastgeworteld staan.
Niets kan ons weerhouden,
jagend naar het eind.
Glorie voor de Schepper,
nu en voor altijd.
Glorie voor de Schepper,
nu en voor altijd.
4
Volgt uw Meester, kind'ren,
sluit u vast aaneen.
Heft het schild als pijlen
suizen om u heen.
Hem zij eer, aanbidding,
roem en heerlijkheid.
Zingen wij tot glorie
Hem in eeuwigheid.
Zingen wij tot glorie
Hem in eeuwigheid.
--*248
#5
1
Jezus, Jezus, Overwinnaar,
op de allerhoogste troon,
U voert mee tot in de hemel
vele scharen als uw loon.
U hebt aan het kruis gestreden,
ons verlost van satans ban,
bitt're pijn voor ons geleden;
Ere, ere zij het Lam!
2
Jezus, Jezus, Overwinnaar,
wie, ja wie is U gelijk?
Niemand, niemand hier op aarde,
zelfs niet in het hemelrijk!
Heerlijkheid straalt heel uw wezen,
vol van adel, majesteit;
alles moet U ere geven
in ootmoed'ge dankbaarheid.
3
Jezus, Jezus, Overwinnaar,
alles maakt uw Naam nu groot,
U bent uit het graf verrezen,
opgestaan uit nacht en dood.
Heerlijk treedt U uit het duister,
stralend, schoner dan de zon,
vol van majesteit en luister,
U, die 't graf niet houden kon.
4
Zie, hoe werelden zich neigen
voor uw heerlijkheid en macht,
zie, hoe alle heem'len buigen,
zingen van uw grote kracht.
d'Aarde is niet slechts geschapen
door U, Jezus, 's Vaders Zoon,
U verlost haar door uw offer,
brengt de Vader haar als loon.
5
Daarom zij U lofgezongen,
Jezus, Lam voor ons geslacht,
tot het diep is doorgedrongen,
daar, waar men uw kruis niet acht!
Jezus, alle grendels springen,
als wij roemen, Heer, uw bloed;
werelden, zij moeten zingen,
hoe uw bloed dit wonder doet!
--*249
#3
1
Door uw genade, Vader,
mogen wij hier binnengaan.
Niet door rechtvaardige daden,
maar door het bloed van het Lam.
U roept ons in uw nabijheid
en dankzij uw Zoon.
Dankzij het bloed dat ons vrij pleit,
komen wij voor uw troon,
komen wij voor uw troon.
2
Nooit konden wij zonder zonde voor U staan,
maar in uw Zoon zijn wij schoon,
door het bloed van het Lam,
Nooit konden wij zonder zonde voor U staan,
maar in uw Zoon zijn wij schoon,
door het bloed van het Lam,
3
Door uw genade, Vader,
mogen wij hier binnengaan.
Niet door rechtvaardige daden,
maar door het bloed van het Lam.
U roept ons in uw nabijheid
en dankzij uw Zoon.
Dankzij het bloed dat ons vrij pleit,
komen wij voor uw troon,
komen wij voor uw troon,
komen wij voor uw troon.
--*250
#1
1
Komt nu zijn poorten met dankzegging binnen.
Gaat tot zijn voorhof in met lof Verheugt u,
weest blij in onze Schepper,
Verheugt u, weest blij in de Vader van 't licht.
Verheugt u, weest blij in onze Redder,
Verheugt u in Hem die was en die is.
Komt nu zijn poorten met dankzegging binnen.
Gaat tot zijn voorhof in met lof.
Verheugt u, weest blij in onze Schepper,
Verheugt u, weest blij in de Vader van 't licht.
Verheugt u, weest blij in onze Redder,
Verheugt u in Hem die was en die is.
--*251
#5
1
Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij,
Gij zijt nog altijd met ons bezig,
onder uw vleugels rusten wij.
2
Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan.
Gij zijt zo mens'lijk in ons midden
dat Gij dit lied wel zult verstaan.
3
Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.
4
Gij zijt in alles diep verscholen,
in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen
met hart en ziel aan ons getrouwd.
5
Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig,
waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig
tot wij in U volkomen zijn.
--*252
#1
1
Wij zijn hier bijeen in Jezus' Naam
canon
Wij zijn hier bijeen in Jezus' Naam
om U te loven, o Heer.
Wij zijn hier bijeen in Jezus' Naam
om U te loven, o Heer.
Eer aan de Vader, eer aan de Zoon,
eer aan de heil'ge Geest, de Drie-In-Een.
Eer aan de Vader, eer aan de Zoon,
eer aan de heil'ge Geest de Drie-In-Een.
Halleluja, halleluja.
Halleluja, halleluja.
--*253
#3
1
Genade en vrede zij u van de Vader,
als u tot Hem nadert,
dan nadert Hij tot u.
Genade en vrede zij u van de Vader,
als u tot Hem nadert,
dan nadert Hij tot u.
2
Genade en vrede zij u van de Vader,
als u zich vernedert,
rechtvaardigt Hij u.
Genade en vrede zij u van de Vader,
als u zich vernedert,
rechtvaardigt Hij u.
3
Genade en vrede zij u van de Vader,
als u zich ontledigt,
verzadigt Hij u.
Genade en vrede zij u van de Vader,
als u zich ontledigt,
verzadigt Hij u.
Bovenstem bij alle drie coupletten:
Genade zij u. Vrede zij u.
Genade zij u. Vrede zij u.
--*254
#1
1
Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
als in den beginne,
nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen.
--*255
#3
1
Kaars, jij mag branden
Als de kaars wordt aangestoken:
Kaars,jij mag branden: je geeft aan ons je licht.
Jij bent een teken: God houdt ons in het zicht
als de bijbel wordt opengeslagen:
2
Boek, jij mag open: jij bent Gods blij verhaal.
Woord, dat doet hopen. God spreekt in mensentaal.
3
Eer aan de Vader, de Zoon en aan de Geest:
God, die er zijn zal, en altijd is geweest.
--*256
#1
1
Kyrie eleison,
Kyrie eleison,
Kyrie eleison.
--*257
#1
1
canon
Eer aan God de Vader, eer aan Jezus onze Heer,
eer aan de Geest.
--*258
#2
1
Eer zij de God van de hemel,
de Heer van de geschiedenis.
Eer zij de Koning der volken.
Gloria in excelsis.
Eer zij de Vader almachtig.
De God die hoog verheven is
wil onder mensen verkeren.
Gloria in excelsis!
2
Vrede bij mensen op aarde,
waar Hij al mee begonnen is.
Vrede bij kleinen en groten.
Gloria in excelsis.
Licht van de zon in de opgang
verdrijft de grote duisternis.
Vrede bij mensen op aarde.
Gloria in excelsis!
--*259
#1
1
canon
Gloria, gloria, in excelsis Deo
Gloria, gloria, alleluja, alleluja!
--*260
#10
1
Wij kiezen voor de vrijheid
naar Exodus 20
Wij kiezen voor de vrijheid
die God ons heeft beloofd:
Hij heeft de boze goden
van al hun macht beroofd.
2
Weg met de stomme beelden,
die maken God te klein:
Hij zal ons zelf vertellen
wie Hij voor ons wil zijn.
3
En Hij heeft ook gegeven
dat je Hem noemen mag:
maak dan jezelf niet groter
met Gods naam als je vlag.
4
En neem voluit de vrijheid,
één dag van feestelijkheid,
om opgewekt te vieren
dat God ons heeft bevrijd.
5
Hoor ook naar de verhalen
van wie zijn voorgegaan:
want God, de God van gisteren
is met ons doorgegaan.
6
Geef ruimte aan je naaste,
geschapen naar Gods beeld:
want alle mensen heeft Hij
zijn leven meegedeeld.
7
Blijf met elkaar verbonden
als mens, als man of vrouw:
zo is tot in de diepte
ook God zijn liefde trouw.
8
Wil zó ruimhartig delen
dat niemand stelen moet:
God liet ons samen wonen
in 't land van overvloed.
9
En breek niet met je woorden
een anders leven stuk:
want God sprak tot ons allen
het woord van ons geluk.
10
Gun dan elkaar het goede,
zo is het ons gegund:
je leven is pas leven
als je ook geven kunt.
--*261
#3
1
Aan uw voeten, Heer
naar Lucas 10:38-42
refrein:
Aan uw voeten, Heer, is de hoogste plaats,
daarom kniel ik neer bij U.
Om bij U te zijn is de grootste eer,
daarom buig ik mij voor U.
Aan uw voeten, Heer, is de hoogste plaats,
daarom kniel ik neer bij U.
Om bij U te zijn is de grootste eer,
daarom buig ik mij voor U.
Ja, ik verkies nu om bij U te zijn
en om naar U te luist'ren.
In plaats van altijd maar weer bezig te zijn,
kom ik nu tot U, o Heer.
refrein
2
Mijn hart verlangt ernaar om samen te zijn,
hier in een plaats van aanbidding,
in Geest en waarheid samen één te zijn,
in aanbidding voor U.
refrein
3
Zoals een vader die zijn kind omarmt,
ja zo omarmt U ook mij.
U bent een Vader die vertroost en beschermt
en ik kom tot rust bij U
en ik kom tot rust bij U
en ik kom tot rust bij U.
--*262
#1
1
Uw Woord is een lamp
naar Psalm 119:105
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp, uw Woord is een licht.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
--*263
#6
1
Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
'Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs.'
refrein:
Here God, wij zijn vervreemden
door te luist'ren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden
naar het nieuw Jeruzalem.
2
Door de wereld gaat een stoet
die de ban brak van het bloed.
Die bij wat op aarde leeft
nu geen burgerrecht meer heeft.
refrein
3
Menigeen ging zelf op pad
daar hij thuis geen vrede had.
Eeuwig heimwee spoort hem aan
laat ook hem het woord verstaan.
refrein
4
Door de wereld klinkt een lied
tegen angsten en verdriet,
tegen onrecht, tegen dwang
richten pelgrims hun gezang.
refrein
5
Velen, die de moed begaf
blijven staan, of dwalen af.
Hunk'rend naar hun oude land
Reisgenoten, grijp hun hand.
refrein
6
Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
'Breekt uw tent op, ga op reis
naar het land, dat Ik u wijs.'
refrein
--*264
#1
1
canon
Licht en wijsheid, vuur en sterkte, kom,
o kom Gij Heilige Geest.
Veni Creator, Veni Creator
Veni Creator Spiritus
--*265
#1
1
Alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia. Alleluia!
--*266
#1
1
Offer glorie en lofzang aan Jezus.
Glorie en lofzang aan Jezus.
Glorie, lofzang, glorie en lofzang aan Hem.
--*267
#1
1
U komt de lof toe,
U het gezang,
U alle glorie,
o Vader, o Zoon, o heilige Geest
in alle eeuwen der eeuwen.
--*268
#1
1
Magnificat
canon
Magnificat, magnificat,
magnificat anima mea Dominum.
Magnificat, magnificat,
magnificat anima mea!
--*269
#4
1
Wij leggen onze gaven
bij die van and'ren neer.
Alleen wanneer wij delen
kan ieder leven, Heer.
2
Alleen wanneer wij geven
krijgt elk zijn part en deel,
en heeft op aarde niemand
te weinig of te veel.
3
Door ons bezit te delen
geschiedt gerechtigheid.
En wie niet wenst te delen
is zijn bestaansrecht kwijt.
4
Wij leggen onze gaven
bij alle and're neer,
opdat in deze wereld
uw vrede wone, Heer.
--*270
#2
1
Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar.
Wat wij hier beleden samen met elkaar.
Aan uw daag'lijks leven, uw gezin, uw werk,
Wilt u daaraan geven, daar bent u Gods kerk.
Ga nu heen in vrede en maak het waar.
2
Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar,
wat wij hier beleden samen met elkaar.
Neem van hieruit vrede, vrede mee naar huis,
dan is vanaf heden Christus bij u thuis.
Ga nu heen in vrede, ga en maak het waar.
--*271
#1
1
De HEER zegene u.
De HEER zegene u en Hij behoede u.
De HEER doe Zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig. Amen.
De HEER zegene u.
De HEER zegene w.
De HEER zegene u en Hij behoede u.
De HEER verheffe Zijn aangezicht over uw leven
en geve u vrede. Amen.
--*272
#1
1
De HEER zegene en behoede u,
Hij doe zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig;
de HEER verheffe zijn aanschijn over u
en geve u vrede. Amen.
--*273
#1
1
Amen
Amen, amen, amen,
amen, amen, amen.
amen, amen, amen,
amen, amen!
--*274
#2
1
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde
en in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon,
onze Here,
die ontvangen is van de heil'ge Geest,
geboren uit de maagd Maria.
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle,
ten derden dage wederom opgestaan van de doden,
opgevaren ten hemel,
zittende ter rechterhand Gods,
des almachtigen Vaders,
vanwaar Hij komen zal
om te oordelen de levenden en de doden,
ik geloof in de heilige Geest,
ik geloof ene heilige, algemene, christelijke Kerk,
de gemeenschap der heiligen,
vergeving der zonden;
wederopstanding des vleses;
en een eeuwig leven.
Amen, amen, amen.
2
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde;
en in Jezus Christus, zijn eengeboren Zoon,
onze Here,
die ontvangen is van de heil'ge Geest
geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle;
ten derden dage weder opgestaan van de doden
opgevaren ten hemel,
zittende ter rechterhand Gods,
des almachtigen Vaders;
vanwaar Hij komen zal om te oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de heilige Geest.
Ik geloof een heilige, algemene christelijke Kerk;
de gemeenschap der heiligen;
vergeving der zonden;
wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.
Amen.
--*275
#4
1
'k Heb geloofd en daarom zing ik,
daarom zing ik van gena,
van ontferming en verlossing
door het bloed van Golgotha.
Daarom zing ik U, die stervend
alles, alles hebt volbracht;
Lam Gods, dat de zonde wegneemt,
Lam van God voor ons geslacht.
2
'k Heb geloofd, en daarom hoger
hoger dan Kalvarie's I) top,
zie ik boven lucht en wolken,
Hogepriester, tot U op;
die in 's hemels tabernakel
voor Gods aanschijn t'allen tijd
als het Hoofd van zijn gemeente
strijdend bidt en biddend strijdt.
3
'k Heb geloofd in U, wien d'aarde
met haar doornen heeft gekroond,
maar die nu, gekroond met ere,
aan Gods rechterzijde troont;
U, aan wiens doorboorde voeten
eenmaal in het gans heelal,
Heer, daarboven, hier beneden,
alle knie zich buigen zal.
4
Ja, 'k geloof en daarom zing ik,
daarom zing ik, U ter eer,
's werelds Heiland, Hogepriester,
aller heren Opperheer.
Zoon van God en Zoon des mensen,
o, kom spoedig in uw kracht
op des hemels wolken weder!
Kom, Heer Jezus, kom, ik wacht.
I) Kalvarie = Golgotha
--*276
#2
1
Ik geloof in God de Vader,
Schepper, die de schepping draagt.
In zijn Zoon, in Christus Jezus,
die geboren uit een maagd,
aan het kruis de wereld redde,
onze zonden op zich nam;
Opgestaan en opgevaren,
troont Hij aan God's rechterhand.
Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer,
Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer,
Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer,
Jezus, Hij is Heer, Hij is Heer,
Naam aller namen,
Naam aller namen,
Naam aller namen.
2
Ik geloof in God de Trooster,
gaven van de heil'ge Geest;
die Gods Woord aan ons bevestigt:
'Gaat en predikt en geneest.'
Als Hij komt met macht en luister,
zal de mensheid voor Hem staan.
Dan zal elke knie zich buigen,
elke tong belijdt zijn Naam:
Jezus, U bent Heer, U bent Heer,
Jezus, U bent Heer, U bent Heer,
Jezus, U bent Heer, U bent Heer,
Jezus, U bent Heer, U bent Heer,
Naam aller namen,
Naam aller namen,
Naam aller namen.
--*277
#5
1
Naam van Jezus, erewoord,
hemelhoog aan ons gegeven.
Ongedacht en ongehoord
wekt de morgenster ten leven.
Licht dat in het donker gloort,
Naam van Jezus, erewoord.
2
Haasten zich de tijden voort,
ons vertrouwen hier op aarde
is op Jezus, op zijn woord.
Het geringe is van waarde
omdat alles Hem behoort,
Naam van Jezus, erewoord.
3
Is de levensgang verstoord,
één Naam blijft dan ongeschonden,
heeft de dood het hart doorboord,
gaan wij aan het leed ten onder,
blijft zijn Naam het toevluchtsoord,
Naam van Jezus, erewoord.
4
Die door mensen werd vermoord,
die de mensheid kwam bevrijden,
gaf zijn bloed, dat rode koord,
als houvast en vrijgeleide,
als een levend lichtend spoor.
Naam van Jezus, erewoord.
5
Wie aan Jezus toebehoort
leeft en zal opnieuw beginnen.
Door zijn Naam, de erepoort,
treden wij het Godsrijk binnen,
zaligheid die ons bekoort.
Naam van Jezus, erewoord.
--*278
#2
1
Laat de kind'ren tot Mij komen,
alle alle kind'ren.
Laat de kind'ren tot Mij komen,
niemand mag ze hind'ren.
Want de poorten van mijn rijk
staan voor kind'ren open,
laat ze allen groot en klein
bij Mij binnenlopen.
2
Laat de mensen tot Mij komen
over alle wegen.
Laat de mensen tot Mij komen,
houdt ze toch niet tegen!
Want de poorten van mijn rijk
gaan ook voor hen open,
als ze aan een kind gelijk
bij Mij binnenlopen.
--*279
#4
1
Wij blijven geloven, dat onder miljoenen
de Heer van de schepping een plan met ons heeft,
waarin zich zijn heil
en mijn twijfels verzoenen
en dat aan elk leven betekenis geeft.
2
En ook dat zijn boodschap de mens kan bevrijden,
hoe vast ook verstrikt in het web van de tijd,
nog steeds kan vertroosten,
verlichten, bevrijden,
wanneer hier de levensbaan uitzichtloos lijkt.
3
En dat Hij ons telkens de durf wil geven,
ook nu in een wereld van steen en metaal,
om buiten onszelf voor de ander te leven;
ons kleine begin van zijn groot ideaal,
4
Dat werkelijkheid wordt als de oog van de volken
zich niet meer vergeefs naar de horizon richt
en 't morgenrood rijst
dat zijn komst met de wolken
verkondigt in duizenden kleuren van licht.
--*280
#4
1
Kind, wij dragen je op handen
naar het water van de bron.
Want jouw leven mag niet stranden,
niet vergaan in het waarom.
refrein:
Door het water vroeg of later
kom je dicht bij het geheim.
In de hoge hemel staat er
dat je kind van 't licht mag zijn.
2
Als jouw naam wordt uit gesproken
over duister water heen,
is jouw eenzaamheid doorbroken,
ben je hier niet meer alleen.
refrein
3
Water, water, laat het stromen,
teken en herinnering,
van een eeuwig heimwee dromen,
van een altijd nieuw begin.
refrein
4
Opgenomen en verbonden
met de Naam die vrede is,
gaat jouw leven niet ten onder
en het wordt niet uitgewist.
refrein
--*281
#3
1
Mijn lieve kleine kindje,
vandaag zijn wij zo blij.
Je kunt het niet begrijpen,
maar tóch hoor jij erbij!
2
Je bent gedoopt met water
en daarom is het feest!
Wij hopen dat je later
gedoopt wordt met Gods Geest;
3
dat je de weg zult wand'len,
die Jezus zelf ons wees:
in liefde voor de ander
en vrij van alle vrees.
--*282
#2
1
Zijt gij gedoopt in Christus' dood
en in zijn graf begraven,
dan zijt gij daardoor deelgenoot
van zijne Geestesgaven.
Geen zonde heers' meer over u;
gij toch, gij zijt gestorven.
Leef slechts het nieuwe leven nu,
door Jezus u verworven.
2
Het is des Heilands liefste wens,
dat die zijn Naam belijden,
niet leven naar de oude mens,
maar als door Hem bevrijden.
Zo gij niet Hem gekruisigd zijt,
is u ook macht gegeven,
om door die doop te allen tijd
de nieuwe mens te leven,
--*283
#3
1
Christus die verrezen is,
doet ons samenkomen;
't maat van zijn gedachtenis
wordt hier blij hernomen.
refrein:
Broeders, vrij en opgericht,
alleluia, heft uw ogen,
alleluia, naar den hoge,
heft uw ogen naar het licht.
2
Christus brak de slavernij,
brak de donk're dagen.
Rijzend uit zijn graf
heeft Hij Adams dood verslagen.
refrein
3
Christus die verrezen is,
straalt van eeuwig leven;
't maat van zijn gedachtenis
zal dat ons ook geven.
refrein
--*284
#3
1
Eet het brood met Mij,
drink de wijn met Mij.
Tussen de vleugels van de Cheroebim,
deel het maat met Mij.
Eet het brood met Mij,
drink de wijn met Mij.
Tussen de vleugels van de Cheroebim,
deel het maal met Mij.
2
Wij aanbidden U,
wij aanbidden U.
Tussen de vleugels van de Cheroebim,
aanbidden wij U.
Wij aanbidden U,
wij aanbidden U.
Tussen de vleugels van de Cheroebim,
aanbidden wij U.
3
Ik ontmoet je daar,
Ik ontmoet je daar.
Tussen de vleugels van de Cheroebim,
daar ontmoet Ik jou.
Ik ontmoet je daar,
Ik ontmoet je daar.
Tussen de vleugels van de Cheroebim,
daar ontmoet Ik jou.
--*285
#4
1
Gedenken wij dankbaar de daden des Heren,
zijn leven, zijn dood en verrijzenis,
en dat wij oprecht tot Jezus ons bekeren
die onze God en leidsman ten leven is.
2
Hoe hadden wij onze bestemming vernomen,
was Jezus de weg niet ten einde gegaan.
Wie zouden wij zijn, als Hij niet was gekomen
om in zijn lichaam onze dood te doorstaan.
3
Hoe zouden wij ooit voor elkaar kunnen leven
had Hij ons de liefde niet voorgeleefd,
die tot de dood zich prijs heeft willen geven,
die, Zoon van God, ons aller slaaf is geweest.
4
Gij eerste der mensen, die weerloos en eenzaam
als graan in de aarde gestorven zijt,
Gij wordt ons brood,
maak ons met U gemeenzaam,
van harte maak tot wederdienst ons bereid.
--*286
#12
1
Gedachtenis aan Jezus leidt
het hart tot ware vrolijkheid,
maar de allerzoetste vreugd bereidt
zijn eigen tegenwoordigheid.
2
Geen lied heeft lieflijker accoord,
geen zoeter klank wordt ooit gehoord,
niets dat ons denken m,,r bekoort
dan Jezus Christus, 't eeuwig Woord!
3
O Heer, wat is het zoeken zoet,
wat zijt Gij mild, wat zijt Gij goed
voor wie berouwvol boete doet,
maar zalig die U zelf ontmoet.
4
O Jezus, 's harten medicijn,
o levensbron, o zonneschijn,
Gij geeft een heerlijkheid, zo rein
als ooit een vreugd begeerd kan zijn.
5
Wat uw verborgen omgang biedt,
dat zeggen mensentongen niet,
dat schrijven onze letters niet,
dat weet hij die het zelf geniet.
6
Hij die U proeft, wil altijd meer,
hij die U drinkt, komt telkens weer,
en niets dat hij verlangt zo zeer
als één met U te zijn, o Heer.
7
Ik zoek mijn Jezus in de nacht,
in alles wat mijn hart bedacht.
Alléén, ?n waar de mens mij wacht,
mijn liefde zoekt met alle kracht.
8
O Jezus, waar ik mij bevind,
ik wens, dat Gij aan U mij bindt.
Hoe goed is 't mij, als ik U vind,
hoe zalig, als mijn ziel U wint.
9
Wanneer Gij in ons hart wilt zijn,
zal daar uw waarheid lichtend zijn,
verbleekt der wereld schone schijn
en brandt in ons uw liefde rein.
10
Blijf bij ons, ga niet hier vandaan,
verlicht o Heer, ook ons bestaan.
Als Gij de nacht hebt weggedaan,
breekt liefelijk de morgen aan!
11
O, welk een wonderlijke gloed,
verlangen, nimmer uitgewoed,
en lafenis, weldadig zoet:
te minnen God in vlees en bloed!
12
Komt hemelingen, naderbij,
opent uw poort, de weg is vrij.
Looft nu zijn vredesheerschappij:
'Verheven Vorst, U groeten wij!'
--*287
#2
1
Heilig, heilig, heilig,
heilig, is de Heer.
Heilig, heilig, heilig,
heilig is de Heer.
Hij die zonder einde
altijd wezen zal,
eeuwig is en machtig,
Meester van 't heelal.
2
Heilig, heilig, heilig,
heilig, is de Heer.
Heilig, heilig, heilig,
heilig is de Heer.
Almacht zonder weerga,
liefde immer meer.
Heilig, heilig, heilig,
heilig is de Heer.
--*288
#1
1
Heilig, heilig, heilig, HEER,
God van licht en kracht.
Hemel en aarde zijn vol van glorie.
Heilig, heilig, heilig, HEER,
God van licht en kracht.
Hemel en aarde zijn vol van glorie.
Hosanna, hosanna in de hoge.
Hosanna, hosanna in de hoge.
Heilig, heilig, heilig, HEER,
God van licht en kracht.
Hemel en aarde zijn vol van glorie.
Heilig, heilig, heilig, HEER,
God van licht en kracht.
Hemel en aarde zijn vol van glorie.
Hosanna, hosanna in de hoge.
--*289
#3
1
Ik geloof in God de Vader
die een bron van vreugde is,
louter goedheid en genade,
licht in onze duisternis.
Hij, de Koning van de kosmos,
het gesternte zingt zijn eer
heeft uit liefde mij geschapen
en tot liefde keer ik weer.
2
Ik geloof in Jezus Christus
die voor ons ter wereld kwam.
Zoon van God en Zoon des Mensen
goede Herder, Offerlam.
Door te lijden en te sterven
groot is het geheimenis
schenkt Hij mij het eeuwig leven,
dat uit God en tot God is.
3
Ik geloof dat mijn Verlosser
door de dood is heengegaan
en op Pasen God zij glorie
uit het graf is opgestaan.
Door het brood dit is mijn lichaam
door de wijn dit is mijn bloed
geeft de Vredevorst mij vrede,
maakt Hij alle dingen goed.
--*290
#4
1
Het brood dat ons voor ogen staat
en zich geduldig breken laat
is uw gedaante, lieve Heer,
Gij daalt als manna in ons neer.
2
De beker die de ronde doet,
het is de omloop van uw bloed,
het spreekt van een geheimenis,
uw hartslag die ons leven is.
3
Uw bloed, het raakt de lippen aan,
de deurposten van ons bestaan,
de dood gaat aan ons hart voorbij,
O lam van God, U loven wij.
4
Gij die een broodhuis voor ons zijt,
een wijngaard die het hart verblijdt,
Heer Jezus, die ons drenkt en voedt,
Gijzelf zijt onze overvloed.
--*291
#5
1
Wat ik neem en eet als brood
naar Johannes 6:30-71
Wat ik neem en eet als brood,
is het lichaam van mijn Heer.
Wat ik uit de beker drink,
vloeide van het kruis terneer!
refrein
Geef ons een teken,
dat ons tot geloof beweegt,
onze vaad'ren aten manna,
hemelbrood.
2
Ik ben het brood,
dat van de hemel daalt.
Hij die van dit brood eet,
hij sterft nimmermeer.
refrein
3
Ik geef als brood -,
mijn vlees voor u tot spijs.
Waarlijk drank, die dorst lest,
geef Ik u: mijn bloed!
refrein
4
Dit woord is hard -,
geen mens, die het verdraagt.
Waarvoor zouden wij nog
langer met Hem gaan?
refrein
5
Gij mijn discip'len,
wilt gij nu ook niet gaan?
Uw mond slechts slechts spreekt het
levenswoord.
refrein
--*292
#4
1
Ik zal er zijn voor jou
zo heeft de Heer gezegd.
Ik zal er zijn voor jou
met vrede en met recht.
2
Ik zal er zijn voor jou
met wijn, een stukje brood.
Ik zal er zijn voor jou
mijn liefde is zo groot.
3
Ik zal er zijn voor jou
een schaduw aan je zij.
Ik zal er zijn voor jou,
Ik ben er altijd bij.
4
Ik zal er zijn voor jou.
Ik laat je niet alleen.
Ik zal er zijn voor jou
mijn licht straalt om je heen.
--*293
#5
1
Wees welkom al gij heiligen van ouds
en zie, hoe voor uw ogen zich ontvouwt
't geheimenis aan zieners toevertrouwd:
'God die met de mensen maaltijd houdt!'
'God die met de mensen maaltijd houdt!'
2
De martelaren vallen voor Hem neer,
profeten, patriarchen geven eer.
Verbijstering vaart door het englenheir:
'Slaven aan de Tafel van hun Heer!'
'Slaven aan de Tafel van hun Heer!'
3
Wie is 't die aan het hoofd der helden schrijdt?
Wie is het die de stoet der strijders leidt?
De Leeuw uit Juda die zijn volk bevrijdt.
God heeft ons zijn maaltijd toebereid.
God heeft ons zijn maaltijd toebereid.
4
Vier eredienst in zijn aanwezigheid,
verheerlijk en verhoog zijn majesteit.
Aanbid de Gastheer in zijn heerlijkheid.
God heeft ons zijn maaltijd toebereid.
God heeft ons zijn maaltijd toebereid.
5
Als deze aarde eenmaal zal vergaan,
zal Jezus met zijn bruid de glorie binnengaan.
Het feest der volle liefde vangt dan aan:
Zie hoe God en mens aan tafel gaan!
Zie boe God en mens aan tafel gaan!
--*294
#6
1
Wie kent er niet het oud verhaal
van Jezus' laatste avondmaal,
daar in die stille bovenzaal?
2
In stille eerbied horen wij
hoe, met de twaalf verzameld,
Hij hun voeten wast' en daarbij zei:
3
'Dit doe Ik als een teken u,
dat Ik het minste werk niet schuw;
wast dan elkanders voeten nu!'
4
Toen nam de Meester zelf het brood,
brak het ten teken van zijn dood,
waarna Hij het hun allen bood.
5
Vervolgens ook de beker wijn:
die zou voortaan het teken zijn
van 't nieuw verbond, door nood en pijn.
6
'Doet dit tot mijn gedachtenis',
zo sprak Hij. En nog altijd is
zijn kerk bijeen om deze dis.
--*295
#5
1
Wij worden genodigd aan tafel te gaan,
te vieren met brood en met wijn
het feest, zoals Jezus het ook heeft gedaan:
wij willen zijn leerlingen zijn.
2
Waarom is het feest in de kerk hier vandaag?
Waarom toch die wijn en dat brood?
Het antwoord is evenals toen op die vraag:
Wij werden bevrijd van de dood.
3
Eens waren wij slaaf, maar God maakte ons vrij
en leidde ons door de woestijn
naar 't land van belofte. Daar mogen ook wij
weer leren Gods kind'ren te zijn.
4
Wie leert ons dat beter dan Jezus, de Heer!
Hij zelf heeft het ons voorgedaan.
Al is het vaak moeilijk, toch zullen wij weer
Hem volgen, waar Hij is gegaan.
5
Totdat eens de dag komt, dat ieder het weet.
Dan zingen de mensen verblijd:
'Hij is onze Koning, voorbij is het leed,
Hij heeft van de dood ons bevrijd!'
--*296
#2
1
Bleibet hier und wachet mit mir.
Wachet und betet, wachet und betet.
2
Stay with me, remain here with me,
watching and praying, watching and praying.
--*297
#3
1
Hier in uw heiligdom,
dicht bij de troon,
vraagt uw aanwezigheid
ons stil te zijn.
Zo komen wij tot u
met heilig ontzag
als uw Geest ons trekt tot U.
2
Rein door uw zuiver bloed
met zekerheid,
dat wij geborgen in uw liefde zijn,
staan wij vrijmoedig hier
en antwoordt ons hart
op de roepstem van uw Geest.
3
Heer ik wil horen
uw zachte stem.
Laat and're stemmen
in mij zwijgen.
Open mijn ogen, Heer,
opdat ik het licht
van uw aangezicht zal zien.
--*298
#1
1
Ik kom Uw heiligdom binnen.
't Voorhangsel ga ik voorbij
'k Breng U een offer, een zoete geur,
vrucht van wat U deed in mij.
Mijn mond brengt een offer van lof, Heer,
't gaat U alleen om uw eer.
't Reukwerk van mijn lofgezang
stijgt op in uw woning,
ik kniel voor de troon van mijn Koning.
Samen met mijn stem
hef ik ook mijn handen op tot U.
't Loflied komt diep uit mijn hart.
Lofprijs, aanbidding,
glorie en kracht komen U toe,
God van 't heelal voor eeuwig;
lofprijs, aanbidding, glorie en kracht komen U toe,
God van 't heelal.
--*299
#3
1
Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij 't al niet brengen
in 't gebed tot onze Heer.
2
Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in 't strijduur beeft,
gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen
dan Hij, die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing;
Hij alleen is 't die ons schraagt.
3
Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg,
dierb're Heiland, onze toevlucht
Gij zijt onze hulp en borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer;
In zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.
--*299
#3
1
What a friend we have in Jesus,
all our sins and griefs to bear.
What a privilege to carry
ev'rything to God in prayer.
Oh, what peace we often forfeit,
oh, what needless pain we bear,
all beeause we do not carry
ev'rything to God in prayer.
2
Have we trials and temptations,
is there trouble anywhere?
We should never be discouraged,
take it to the Lord in prayer.
Can we find a friend so faithful,
who will all our sorrows share?
Jesus knows our ev'ry weakness.
Take it to the Lord in prayer.
3
Are we weak and heavy laden,
cumbered with a load of care?
Jesus only is our refuge:
take it to the Lord in prayer.
Do thy friends despise, forsake thee,
take it to the Lord in prayer.
In his arms He'll take and shield thee.
Thou wilt find a solace there.
--*300
#1
1
Mon ame se repose en paix sur Dieu seul:
de lui vient mon salut.
Oui, sur Dieu seul mon me se repose,
se repose en paix.
vertaling I:
In vrede komt mijn ziel tot rust bij de Heer.
Van Hem wacht ik mijn heil.
Ja, alleen God is bron van heil en vrede;
in Hem rust mijn ziel.
vertaling II:
Bij God ben ik geborgen, met heel mijn ziel.
Hij is mijn licht, mijn heil;
Ja, alleen God geeft vrede aan mijn ziel,
zij vindt rust in Hem.
--*301
#5
1
Heer, Gij hebt dit lieve leven ons gegeven
als een park, een paradijs,
als een tuin om te betreden, hof van heden
Here God, kyrie eleis!
2
God, wat is er van gekomen? Onze dromen
zijn door eigen schuld vergaan.
Recht en vrede afgestorven, hoe bedorven
is dit menselijk bestaan!
3
Kom ons harde hart bekeren, kom ons leren
wat de Geest al heeft voorspeld:
komen zal Gods rijk op aarde, niet door zwaarden,
niet door kracht, niet door geweld.
4
Laat dat Koninkrijk nu komen, doe ons dromen,
dromen van dat kleine kind
bukkend om een slang te strelen zie ze spelen!
heel uw schepping eensgezind.
5
Dan wordt alles vol van vrede, uitgestreden
buigen wij de wapens om.
O, dan ploegen wij met zwaarden nieuwe aarde
Heer, uw vrede zingt alom!
--*302
#4
1
Heer, ik kom tot U,
hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu
en reinig mijn hart.
2
Met uw liefde, Heer,
kom mij tegemoet
nu ik mij tot U keer,
en maak alles goed.
3
Zie mij voor U staan,
zondig en onrein.
O Jezus, raak mij aan,
van U wil ik zijn.
4
Jezus, op uw Woord
vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
mijn bede tot U.
--*303
#1
1
Heer, ontferm U over ons.
Kom en heel ons land.
Reinig met uw vuur.
Raak ons nu aan.
Wij buigen neer en roepen tot U, Heer.
O, Heer, ontferm U over ons.
O, Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Kom en heel ons land.
Reinig met uw vuur.
Raak ons nu aan.
Wij buigen neer
en roepen tot U, Heer.
O, Heer, ontferm U over ons.
O, Heer, ontferm U over ons.
O, Heer, ontferm U over ons.
--*304
#4
1
Vader, vol van vrees en schaamte
buigen wij voor U.
Heel uw werk, door ons vertreden,
klaagt ons, mensheid aan bij U.
2
Heer, ontferm U over ons
die schuldig voor U staan.
U bent onze God en Redder,
neem ons in uw liefde aan.
3
Vader, in dit uur der waarheid
keren we ons tot U.
O, vergeef ons, Heer, herstel ons,
maak ons hart en leven nieuw.
4
Vul ons met uw heil'ge Geest,
geef vuur en kracht steeds weer.
Ieder zal uw macht aanschouwen,
dat wij uw Naam verhogen, Heer.
--*305
#6
1
Jezus Christus, Heer en Hoofd,
bijna is het licht gedoofd.
Eeuwenlang klonk hier uw Woord,
wij geloofden ongestoord.
Maar uw goedheid en geduld
tartten wij met onze schuld.
Hoofd en Here, zend uw Geest,
die de diepste breuk geneest.
2
Roep, gemeente, tot uw Hoofd,
ieder die in Hem gelooft.
Buig u diep, besef de pijn,
die in Jezus' hart moet zijn:
Israël, volk van Gods verbond,
werd door ons verdrukt, verwond.
Hoofd en Here, zend uw Geest
die de diepste breuk geneest.
3
Kerk van Nederland, belijd,
eeuwen ongerechtigheid.
Verre volken knechtten wij,
rassenwaan en slavernij
hielden we om de winst in stand
met de bijbel in de hand.
Hoofd en Here, zend uw Geest,
die de diepste breuk geneest.
4
Lucht en wolken, zee en land,
vogels, vissen, dier en plant:
Door ons, mensen, uitgebuit
kreunt uw schepping, Heer, het uit,
totdat Adam zich bekeert
en haar liefdevol beheert.
Hoofd en Here, zend uw Geest,
die de diepste breuk geneest.
5
Heer, uw lichaam is verscheurd!
Wie is er, die met U treurt?
Ziet de wereld Gods gezicht,
nu uw kerk in scherven ligt?
Onze ontrouw aan uw Woord
heeft uw liefdestem gesmoord.
Hoofd en Here, zend uw Geest,
die de diepste breuk geneest.
6
Oordeelt U in deze tijd
't huis van God, de christenheid?
Rechte leer, de goede daad
't blijkt bij U een vuil gewaad.
Als ons werk vervalt tot gruis,
moet uw kerk wel naar het kruis:
Jezus, uw barmhartigheid
redt uw kerk in deze tijd.
--*306
#5
1
O Heer, de nacht komt over ons.
Het grote oordeel wacht
tot U zult spreken.
O Heer, kunt U nog aanzien
hoe uw liefde wordt veracht,
hoe mensen breken?
refrein
Ontferm U Heer,
vergeef ons Heer,
genees ons, Heer
en maak uw kerk weer nieuw.
Herstel het recht,
geef vrede,
doorstroom het land
met uw gerechtigheid.
2
O Heer, waar is de vredesduif,
of zijn haar vleugels lam,
voorgoed gebroken?
O Heer, wij bouwen oorlogstuig
en kinderen gaan dood,
van brood verstoken.
refrein
3
O Heer, de macht van 't duister
doet zijn gif van angst en haat
op aarde stromen.
O Heer, laat ons ontwaken
met de liefde die bevrijdt.
Laat uw rijk komen.
refrein
4
O Heer, toch zal het kruis voortaan
als baken van de hoop boven ons land staan
Door het vuur zal men
uw schoonheid zien
en zal uw volk
opnieuw voor U in brand staan.
refrein:
5
Ontferm U Heer,
vergeef ons Heer,
genees ons, Heer
en maak uw kerk weer nieuw.
Herstel het recht,
geef vrede,
doorstroom het land
met uw gerechtigheid,
met uw gerechtigheid.
--*307
#3
1
Wij die met eigen ogen
de aarde zien verscheurd
maar blind en onmeedogend
ontkennen wat gebeurt:
dat oorlog is geboden
en vrede niet mag zijn,
dat mensen mensen doden
dat wij die mensen zijn.
2
Wij die nog mogen leven
van hoop en vrees vervuld,
aan machten prijsgegeven
aan meer dan eigen schuld,
wij die God weet hoe verder
tot hiertoe zijn gespaard,
dat wij toch nooit erkennen
het recht van vuur en zwaard.
3
Dat wij toch niet vergeten
waartoe wij zijn gemaakt
dat diep in ons geweten
opnieuw het licht ontwaakt,
dat in ons wordt herschapen
de geest die overleeft,
dat onze lieve aarde
nog kans op redding heeft.
--*308
#4
1
Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer.
Beproef me en zie wat niet is tot uw eer.
Is soms de weg die 'k ga niet goed voor mij;
Leid me op de eeuw'gen weg, Heer, maak mij vrij!
2
O, Heer, heb dank, 'k mag toch de uwe zijn.
Uw dierbaar bloed wast mij van zonden rein.
Doop mij met vuur, opdat 'k mij niet meer schaam:
'k Wil leven Heer, tot eer van uwe Naam.
3
Zie Heer, hier ben ik; maak mij een vat voor U;
Woon in mijn hart, vernieuw het, doe het nu!
Verbreek mijn wil, maak me ook van hoogmoed vrij;
'k Wil U blijven, Heer, blijf Gij in mij.
4
O, heil'ge Geest, kom tot uw heerschappij.
Schenk een herleving en begin bij mij.
Zegen uw volk, maak 't als een bruid bereid,
wachtend op Jezus' komst in heerlijkheid.
--*309
#6
1
Geef mij uw licht, o Heer, toon mij uw waarheid,
dat ik mijzelf zie in uw zuiv're klaarheid.
O geef mij licht!
2
Geef mij uw licht en open mij de ogen.
Ik ben zo blind en ken mijn onvermogen.
O geef mij licht!
3
Geef mij uw licht, dat ik mijn zonde inzie.
Neem weg de blinddoek, hoor, o Heer, ik smeek U:
o geef mij licht!
4
Geef mij uw licht, dat is mijn heil en leven.
Vrij maakt de waarheid, wil mij die toch geven,
o geef mij licht!
5
Geef mij uw licht en laat mij het niet vrezen
Schenk, Heer, berouw over mijn zondig wezen
en maak mij vrij.
6
Geef mij uw licht, doe 't in mij nederdalen,
opdat in 't duister ik uw licht uitstrale
als kind des lichts!
--*310
#1
1
Geest van God, maak in dit uur al uw kind'ren vrij.
Schenk nieuw leven, kracht en vuur,
schenk het ook aan mij.
Neem mij, vorm mij, vul mij, zend mij.
Schenk nieuw leven, kracht en vuur,
schenk het ook aan mij.
--*311
#1
1
Heer, doorgrond mijn hart, maak het echt voor U.
Heer, doorgrond mijn hart, laat mij zijn als U.
U bent de maker, ik ben de klei.
Kneed mij en vorm mij, Heer, verander mij.
Heer, doorgrond mijn hart, maak het echt voor U.
Heer, doorgrond mijn hart, laat mij zijn als U.
--*312
#1
1
canon
Jezus vol liefde,
U wilt ons leiden.
Wij prijzen U als onze Heer.
Kom met uw kracht,
o Heer en vul ons tot uw eer,
kom tot uw doel met ieder van ons.
Maak ons een volk, Heer,
heilig en rein,
dat U, Heer,
volkomen steeds
toegewijd zal zijn.
--*313
#3
1
Heer, ik geef me aan U volkomen,
'k leg mijn al hier voor U neer,
opdat Gij in mij zoudt wonen
met uw Geest o Heer!
Al de liefde van mijn harte
zij U voortaan toegewijd!
'k Vrees geen moeite meer of smarte,
daar Gij met mij zijt.
refrein
Glorie, glorie, Halleluja!
'k Leg mijn al aan Jezus' voet,
en nu is mijn heil volkomen,
door het dierhaar bloed.
2
Heer, mijn wil leg 'k voor U neder,
neem hem aan nu voor altijd;
dat niets kwaads hem immer weder
van de uwe scheid'!
Heer, tot U breng ik mijn leven,
hoor nu mijn geloften aan;
'k heb mijn al aan U gegeven,
neem het Heiland, aan.
refrein:
3
Heer, mijn God, bestuur mijn wegen,
strijden wil ik slechts voor U!
Jezus' bloed kocht ook mijn leven,
Hem behoor ik nu.
Openbaar u zelf aan mij, Heer,
als mijn eeuwig trouwe Vriend!
Tot in 't stervensuur bewaar mij,
voor altijd uw kind.
refrein:
--*314
#2
1
Maak mij rein voor U
als gelouterd goud,
en zuiver zilver.
Laat mij zijn voor U
als gelouterd goud, puur goud.
refrein
Dwars door het vuur
maakt U mij rein en puur.
Ik strek mij uit, Jezus,
naar meer van uw Geest en uw heiligheid.
Ja, ik besluit, Jezus,
een dienstknecht te zijn van U,
mijn Meester, steeds tot uw wil bereid.
2
Maak mij rein voor U.
Was mijn leven schoon.
Vergeef mijn zonden.
Laat mij zijn voor U
zuiver als uw Zoon.
Heilig mij.
refrein
--*315
#1
1
U die mij geschapen hebt,
U wil ik aanbidden als mijn God,
in voor of tegenspoed.
Uw liefde doet mij zingen.
U die mij geschapen hebt,
U wil'k danken hoe ik mij ook voel,
en U gehoorzaam zijn.
Heer, U bent mijn doel.
--*316
#3
1
O God, die mij hebt vrijgekocht
en door uw bloed gered,
die, wat de duivel ook vermocht,
mij voortleidt, tred voor tred.
Die trouw mij voorgaat op de weg,
al is mijn pad ook ruw,
o wijs mij steeds de rechte weg,
maak mij een beeld van U.
refrein:
Maak mij een beeld van U,
maak mij een beeld van U,
zo vol van ootmoed, liefde en trouw,
maak mij een beeld van U.
2
Want vol van zwakheid is mijn ziel,
toch ben 'k door U gered;
wanneer de strijd soms zwaar mij viel,
Gij hoordet mijn gebed.
Sterk, o mijn God, mij meer en meer,
ja, help en steun mij nu:
Leid aan uw hand mij, trouwe Heer,
maak mij een beeld van U.
refrein
3
Ja, Heer, hervorm mij naar uw beeld,
't is al wat mij bekoort;
gedoog niet, dat de zonde leeft
in 't hart, dat U behoort.
Blijf met uw liefde zo nabij,
dat ik de zonde schuw';
dat steeds uw wil de mijne zij
maak mij een beeld van U.
refrein
--*317
#2
1
O Heer, kom met Uw stille kracht
naar 1 Johannes 3
O Heer, kom met uw stille kracht
en maak ons kind'ren Gods.
Uw liefde heeft de overmacht
op onze angst en trots.
De toekomst ligt nog open,
wij zien nog niet maar hopen,
dat daar uw Woord, voorwaar,
eerlang wordt openbaar
hoe Gij in ons te voorschijn mint,
Uw eigen beeld, uw kind.
refrein
Heer, aan U wil ik mij geven.
Neem mijn hart, vernieuw mijn leven.
Heel mijn wezen zoekt naar U,
kom dan Schepper, ja kom nu.
2
O Heer, kom met uw Heil'ge Geest,
en maak ons U gelijk,
De liefde die ons weer geneest
en heenleidt naar uw Rijk,
waarin Gij ons wilt geven,
dat wij met heel ons leven
verzadigd zullen zijn
met brood en nieuwe wijn.
Ook deze aarde komt tot rust,
doordat Gij zelf haar kust.
refrein
--*318
#1
1
Voor de allerhoogste Heer
knielen wij in ootmoed neer,
voor uw troon, uw hoog verheven troon.
Heel ons wezen, ons verstand
geven wij nu in uw hand.
Maak ons met U verweven
tot een volmaakt patroon
om het evenbeeld te worden van uw Zoon.
Voor de allerhoogste Heer
knielen wij in ootmoed neer,
voor uw troon, uw hoog verheven troon.
Heel ons wezen, ons verstand
geven wij nu in uw hand.
Maak ons met U verweven
tot een volmaakt patroon
om het evenbeeld te worden van uw Zoon.
om het evenbeeld te worden van uw Zoon,
--*319
#4
1
Heer, ontferm U, Heer, ontferm U,
Heer, ontferm U.
Amen.
2
Heer, onze God, wij bidden U, verhoor ons.
3
Kyrie, kyrie, kyrie eleison.
4
naar Psalm 104:30
Zend Uw Geest
om het gelaat der aarde te vernieuwen.
Zend Uw Geest,
die uw schepping leven doet.
--*320
#4
1
Heer, hoort Gij niet de wereld U om vrede vragen,
de honger en de dorst naar de gerechtigheid;
hoort Gij niet hoe wij smeken,
schreeuwen, kermen, klagen,
hoelang, o Heer, hoelang? Het is de hoogste tijd!
2
Ziet Gij niet allerwegen wapens opgeheven,
verwarring, grof geweld, bedreiging met de dood;
ziet Gij niet hoe wij vechten om te blijven leven,
de handen uitgestrekt, als bedelaars om brood?
3
Bespeurt Gij dan geen spanning onder alle volken,
de onrust overal, de strijd om het bestaan?
Heer, wanneer breekt uiteindelijk
door onze wolken
het zonlicht van uw dag, de grote sabbat aan?
4
Reikhalzend strekken wij ons naar dat hemelhoge,
dat veelbelovend rijk - o, laat ons op uw tijd
met boordevolle handen en verrukte ogen
de vrede binnengaan: het land Gerechtigheid.
--*321
#6
1
Dank U, Vader in de hemel
naar Mattheüs 6:913
Dank U, Vader in de hemel
dat ook ik uw kind mag zijn.
Maar 't gaat vooral, Heer, om uw Naam,
die zo heilig is en rein,
die zo heilig is en rein.
2
Uw Koninkrijk dat is en komt, wordt
steeds meer openbaar,
als overal uw wil geschiedt,
in de hemel en op aard,
in de hemel en op aard.
3
Dank U, Vader, in de hemel,
zo ver weg en toch dichtbij.
Zoals U voor uw schepping zorgt,
zorgt U nog veel meer voor mij,
zorgt U nog veel meer voor mij.
4
Door U kan ik in vrede leven
met de mensen om mij heen.
U die ook mij vergeven wilt
laat mij vandaag niet alleen,
laat mij vandaag niet alleen.
5
En sta niet toe Heer dat ik leef,
alsof U er niet bent.
Verlos mij ook van elke macht,
die U niet als Heer erkent,
die U niet als Heer erkent.
6
O Vader, U die ons echt kent,
U eren wij als Heer,
van nu aan tot in eeuwigheid,
amen, ja zo is het Heer,
amen, ja zo is het Heer.
--*322
#4
1
Heer, wij brengen onze kinderen bij U.
Heer, wij brengen onze kinderen bij U,
opdat U ze aan zult raken,
over hen en ons zult waken.
Heer, wij brengen onze kinderen bij U.
2
Heer, wij leggen nu dit kindje in uw hand.
Heer, wij leggen nu dit kindje in uw hand,
want het is van U gekregen,
wilt U komen en het zeeg'nen.
Heer, wij leggen nu dit kindje in uw hand.
3
En wij bidden U om liefde en geduld,
en wij bidden U om liefde en geduld,
geef ons kracht het op te voeden,
wilt U zelf dit kind behoeden.
Heer, wij bidden U om liefde en geduld.
4
Heer, wij prijzen U voor 't leven dat U geeft.
Heer, wij prijzen U voor 't leven dat U geeft.
Dank dat U aan het begin staat
tot het einde met ons doorgaat.
Heer, wij prijzen U voor 't leven dat U geeft.
--*323
#4
1
Laat uw vlam steeds branden.
Laat uw zon niet ondergaan.
Laat het licht van uw liefde
om hun leven staan.
Aan allen die wij liefhebben.
2
Neem hun vuisten en tranen.
Neem hun angsten en hun pijn.
Laat uw troostende olie
op hun hoofden zijn.
Aan allen die wij liefhebben.
3
Als ze schreeuwen en vloeken,
als ze door de knieen gaan,
als ze wank'len en zoeken,
raakt U ze dan aan.
Aan allen die wij liefhebben.
4
Wees hun vriend en hun vader.
Sla uw arm om hen heen.
In uw sterke bescherming,
laat ze nooit alleen.
Aan allen die wij liefhebben.
--*324
#4
1
Al wat ademt, zingt zijn glorie;
koren der eng'len, zingt met ons mee.
refrein
Laten wij met vreugde en dankbaarheid zinger
van wondere dingen, die Jezus deed,
want Hij bracht ons nader tot God,
onze Vader nam weg onze zonden, nam weg ons leed.
2
God van liefde, toon uw aanschijn;
God van vrede, maak allen één.
refrein
3
Geest van God, wil ons vervullen.
Duisternis, maak plaats voor licht.
refrein
4
Laat ons in de medemensen
't beeld van God weer mogen zien.
refrein
--*325
#3
1
Onze Vader in de hemel
naar Mattheüs 6:9-13
Onze Vader in de hemel,
heilig is uw Naam.
Laat uw Koninkrijk spoedig komen.
Laat uw wil worden gedaan
in de hemel, zo ook hier op aard';
refrein
want van U is het Koninkrijk,
de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid;
want van U is het Koninkrijk,
de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid.
2
Onze Vader in de hemel,
geef ons daag'lijks brood.
En vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij dat doen:
hun vergeven die ons iets schuldig zijn;
refrein
3
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwaad,
want van U is het Koninkrijk,
de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid;
want van U is het Koninkrijk,
de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid.
Amen. Amen.
--*326
#7
1
Van 't westen daalt het avondrood
naar Marcus 1:23-34
Van 't westen daalt het avondrood
ontfermend over stad en land.
Leg, Jezus, in hun pijn en nood,
op alle zieken nu uw hand.
2
Al ziet ons oog U nu niet meer,
een licht straalt uit uw heilig hart;
daal nu ontfermend op hen neer,
die wij U noemen, in hun smart.
3
Bevrijd van de gebondenheid
wie door de duivel wordt gekweld.
Wie wordt verscheurd door zielestrijd
wees hem een vriend, een sterke held.
4
Wie lijden door wat is geweest,
Heer, heel de wonden van hun ziel.
Herstel hun lichaam en hun geest
neem weg de last die 't hart vernielt.
5
U wilde in het lichaam zijn genees,
als teken van de hoop!
U draagt de zwakheid en de pijn,
de ziekte die het lichaam sloopt.
6
En als de diepte van de nood
de diep verborgen zonde is,
leg Gij die, Heer, barmhartig bloot
tot alle schuld vergeven is.
7
Verbind, Geneesheer, elke wond.
Herscheppend Woord, genees met kracht.
Maak met uw liefde ons gezond,
zelfs in de dood, de diepste nacht.
--*327
#2
1
Tel uw zegeningen, één voor één.
Tel ze, alle en vergeet er geen.
Tel ze, alle, noem ze één voor één
en ge ziet Gods liefde dan door alles heen.
2
Ja, onze God is een God die gebeden verhoort,
ja, onze God is een God die gebeden verhoort,
ja, een God die gebeden verhoort.
--*328
#2
1
Breng dank aan de Eeuwige,
breng dank aan de Heilige,
breng dank aan onze Vader die ons Jezus zond.
Breng dank aan de Eeuwige,
breng dank aan de Heilige,
breng dank aan onze Vader die ons Jezus zond.
2
Want nu zegt de zwakke: ik ben sterk;
zegt de arme: ik ben rijk,
om wat de Here heeft gedaan voor ons.
Want nu zegt de zwakke: ik ben sterk;
zegt de arme: ik ben rijk,
om wat de Here heeft gedaan voor ons.
na de herhalingen het lied afsluiten met:
Breng dank.
--*329
#4
1
Heer, 'k wil U danken, U loven en prijzen
voor alles wat U doet voor mij.
Heer, ik wil daag'lijks U hulde bewijzen
door te leven zoals Gij.
Ik wil de weg gaan die U hebt gewezen.
U zult mij steeds weer de kracht daarvoor geven.
Dank, Heer, dat ik in de hemel woon
en met U zitten mag op de troon.
2
Dank Heer, dat ik nu niet stil hoef te wachten
op alle dingen die komen gaan,
maar strijden mag tegen duivelse machten
en overwinnen in uw Naam.
Dank Heer, dat ik zo het doel mag bereiken,
dat is: dat ik sprekend op U zal lijken,
dat ied're vijand, die nu nog woedt,
voetbank zal zijn onder uwe voet.
3
Dank Heer, dat ondanks de listen van satan,
ondanks de nood van deze tijd,
ik deel mag hebben aan 't machtige heilsplan,
dat mij leidt tot volkomenheid.
Vol van uw kracht, Heer, en zonder te beven,
wil ik getuigen: U geeft een nieuw leven.
Alles herstelt U wat is ontwricht.
U maakt het duister tot stralend licht.
4
Dank Heer, dat U boven bidden en denken
in alle dingen rijk voorziet.
Dank, dat U mij uw bescherming wilt schenken,
daartoe uw engelenwacht gebiedt.
Blijdschap en vrede hebt U mij gegeven.
Uw Naam zij daarvoor geloofd en geprezen.
U wil ik geven steeds meer en meer
glorie en lofprijs, ja, dank en eer.
--*330
#4
1
Wij zijn met heel ons hart bij U,
in bidden en in zingen,
wij danken met ons offer nu
voor al wat wij ontvingen.
De heuvels zijn als wij zo blij,
de dalen siert het koren,
het veld draagt al zijn feestkledij,
zelfs is zijn zang te horen!
2
Uw volk brengt, Heer, op deze dag
U dank, het komt U loven
nu 't naar uw altaar brengen mag
van 't graan de eerste schoven.
De wijn, die 't mensenhart verheugt,
het brood, dat ons zal voeden,
Gij schenkt het ons, tot heil en vreugd,
het komt van U, Algoede!
3
Al zaaiden wij in diep verdriet,
in lange, zware dagen,
vandaag ontbreekt de blijdschap niet,
nu wij de vruchten dragen.
De tijden staan op 't allerhoogst,
straks daagt de grote morgen,
dan wordt door engelen de oogst
in schuren opgeborgen.
4
Gezegend is het land van God
waar heil'gen woning vinden,
als engelen de mensen tot
zijn gouden schoven binden.
Laat ons uw koren zijn,
o Heer, niet op de wind verwaaien
als kaf, maar groeien, U ter eer,
tot Gij uw oogst komt maaien.
--*331
#1
1
Bless the Lord,
my soul, and bless God's holy Name.
Bless the Lord,
my soul, who leads me into life.
Prijs de Heer, mijn ziel, en prijs zijn heil'ge Naam.
Prijs de Heer, mijn ziel, die mij het leven geeft.
--*332
#2
1
Baroech Ha-Ba B'-sjem Adonaj
naar Psalm 118:26
Baroech Haba be-sjeem Adonaj. Halleloeja!
Baroech Haba be-sjeem Adonaj. Halleloeja!
Baroech Haba be-sjeem Adonaj.
Baroech Haba beSjeem AdonaiJ. Halleloeja!
2
Gezegend is Hij
die komt in de Naam van de HEER.
Gezegend is Hij
die komt in de Naam van de HEER.
Gezegend is Hij
die komt in de Naam van de HEER.
Gezegend is Hij
die komt in de Naam van de HEER,
die komt in de Naam van de HEER.
Halleluja. Halleluja.
--*333
#1
1
Blessed be the Lord God
naar psalm 72
Blessed be the Lord God,
the God of Israël.
Blessed be the Lord God,
the God of Israël.
Who only doeth wondrous things,
who only doeth wondrous things
and blessed be His glorious Name for ever.
Let the whole earth be filled with His glory,
Amen! Amen! Amen! Amen!
Blessed be the Lord God,
the God of Israël.
Blessed be the Lord God,
the God of Israël.
Amen! Amen! Amen!
--*334
#3
1
Eer aan de Vader
Miljoenen eng'len voor zijn troon
aanbidden hem, de grote Koning.
refrein
Eer aan de Vader, eer aan de Zoon,
eer aan de Geest van God, halleluja.
2
Het Lam van God is waardig
te ontvangen sterkte, lof en heerlijkheid.
refrein
3
Kom, Schepper Geest, vervul ons leven,
Gij, Trooster uit de Vader.
refrein
---
*335
#1
1
Geef eer aan God in de hoge.
Geef eer aan God in de hoge.
Want Hij alleen is waardig,
want Hij alleen is waardig
om te ontvangen alle macht en glorie;
om te ontvangen alle macht en glorie;
want Hij is de Koning der ere,
want Hij is de Koning der ere.
Prijst de Heer. Prijst de Heer.
--*336
#3
1
Geprezen zij God op zijn heilige troon
voor hetgeen Hij ons gaf in zijn enige Zoon,
die kwam als het Godslam en droeg onze schuld
die de eis van Gods wet
aan het kruis heeft vervuld.
refrein
Prijs de Heer, prijs de Heer,
alles zing' nu zijn eer!
Stem en klank, stem en klank,
juub'len luid onze dankt.
Door 't bloed van het Lam
gaan wij vrij tot Gods troon;
brengt daarom de glorie aan Vader en Zoon.
2
O, welk een verlossing schonk God in het bloed,
de enige losprijs die voor Hem voldoet.
Geen zondaar te snood en geen zonde te groot;
het bloed van Gods Zoon redt van d'eeuwige dood.
refrein
3
O, ziet nu het Godslam, geslacht ook voor u;
het draagt al uw zonden, gelooft dit toch nu;
Zijn bloed schenkt vergeving,
't koopt slaven weer vrij,
het heiligt en reinigt, 't maakt zalig en blij.
refrein
--*337
#4
1
Glorie, glorie, glorie aan het Lam,
Glorie, glorie, glorie aan het Lam.
refrein
Want Hij is waardig te ontvangen onze eer,
het Lam op zijnen troon.
en onze stem verheffen wij tot Hem,
het Lam op zijnen troon.
2
Heilig, heilig, heilig is het Lam,
Heilig, heilig, heilig is het Lam.
refrein
3
Waardig, waardig, waardig is het Lam,
Waardig, waardig, waardig is het Lam.
refrein
4
Glorie, glorie, glorie aan het Lam.
Glorie, glorie, glorie aan het Lam.
--*338
#1
1
God is goed, komt, zingt en jubelt.
God is goed, zo vieren wij.
God is goed, er is geen twijfel.
God is goed, dit weten wij;
en als ik nu aan zijn liefde denk,
wordt mijn hart zo blij dat ik wil gaan dansen;
want in zijn hart is ook plaats voor mij
en ik ren als een kind naar Hem toe.
God is goed, komt, zingt en jubelt.
God is goed, zo vieren wij.
God is goed, er is geen twijfel.
God is goed, dit weten wij.
--*339
#2
1
God woont in de lofzang
refrein
God woont in de lofzang van zijn kind'ren.
Hij giet uit zijn glorie over ons.
God woont in de lofzang van zijn kind'ren.
Hij vult de ruimte met zijn energie.
couplet
De aarde toont de schoonheid van de Heer,
de hemel verkondigt zijn glorie.
De hele schepping zingt zijn lof,
zelfs de schare eng'len!
Dus prijst Hem! Prijst Hem!
God van verlossing, God van vreugd'.
refrein
2
Heiligen, komt en verheft uw stem,
want zijn Naam is verheven.
Cymbalen, harp en trompetten, verheugt.
Laten wij samen juichen
en prijst Hem! Prijst Hem!
God van aarde en hemel hoog,
o prijst Hem! Prijst Hem!
God van verlossing, God van vreugd'.
refrein
--*340
#3
1
He is the Lord of glory,
He is the King of kings.
He is the Sun of righteousness, with
healing in his wings.
2
Adon Hakavod,
Melech ham'lachim
Sjemesj tsdaka oemarpee
bichnaf?eha.
3
Allerhoogste Koning,
luisterrijke Heer,
opgaande Zon der Gerechtigheid, die
helend haar vleugels spreidt.
--*341
#1
1
Heer, God, U loven wij
Heer, God, U loven wij.
Heer, U belijden wij.
Vader, in eeuwigheid
zingt 't gans heelal uw Naam,
Aarde en hemel, Heer,
zingen uwen Naam ter eer,
heel uw schepping door,
eeuwig met 't engelenkoor:
Heilig, heilig, heilig is onze God,
de HEER Zebaoth.
Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol.
Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol.
Halleluja, halleluja,
halleluja, halleluja.
Amen,
--*342
#1
1
Heer, ik prijs uw grote Naam.
Heel mijn hart wil ik U geven.
Want U bent de weg gegaan
die mij redding bracht en leven.
U daalde neer van uw troon
om mens te zijn.
Van de stal naar het kruis
droeg U mijn pijn;
van het kruis naar het graf,
uit het graf weer opgestaan.
Heer, ik prijs uw grote Naam.
lied eenmaal herhalen
--*343
#4
1
Heer, onze God, boe heerlijk is uw Naam
naar Psalm 8
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam,
die U ons noemt door sterren, zon en maan.
Hemel en aarde spreken wijd en zijd,
tonen het wonder van uw heerlijkheid.
2
Heer, onze God, die aard' en hemel schiep,
zee?n en land met macht te voorschijn riep'
wat zijn wij, mensen, dat U aan ons denkt
en ons uw heerlijkheid en luister schenkt?
3
U komt ons, Heer, in Christus tegemoet.
U geeft ons Heer, verlossing door zijn bloed.
U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid:
leven om Jezus' wil in eeuwigheid!
4
Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn,
dat in ons zingt met eindeloos refrein.
Prijzend uw liefde, heffen wij het aan:
Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam!
--*344
#1
1
Hosanna, hosanna, hosanna in de hoge
Hosanna, hosanna, hosanna in de hoge.
Heer, ons hart is vol lof.
Heer, ons hart is vol lof Wij verhogen uw Naam.
Wij verhogen uw Naam.
Wees verheven, o Heer, mijn God.
Hosanna in de hoge.
Glorie, glorie, glorie voor de Koning.
Glorie, glorie, glorie voor de Koning.
Heer, mijn God. Glorie voor de Koning.
--*345
#3
1
Ik zing en juich voor mijn Verlosser,
juich voor mijn Verlosser
Ik zing en juich voor mijn Verlosser,
Jezus is mijn Heer,
Jezus is mijn Heer.
2
Hij is mijn Rots en mijn Vertrouwen,
Rots en mijn Vertrouwen.
Hij is mijn Rots en mijn Vertrouwen:
Jezus is mijn Heer Jezus is mijn Heer.
3
Hij is mijn kracht en overwinning,
kracht en overwinning,
Hij is mijn kracht en overwinning:
Jezus is mijn Heer.
Jezus is mijn Heer.
Jezus is mijn Heer.
--*346
#4
1
Ik wil zingen van mijn Heiland,
van zijn liefde, wonder groot,
die zichzelven gaf aan 't kruishout
en mij redde van de dood.
refrein
Zing, o zing van mijn Verlosser,
met zijn bloed kocht Hij ook mij,
aan het kruis schonk Hij genade,
droeg mijn schuld en ik was vrij.
2
'k Wil het wonder gaan verhalen,
hoe Hij op zich nam mijn straf;
hoe in liefde en genade,
Hij 't rantsoen gewillig gaf.
refrein
3
'k Wil mijn dierb're Heiland prijzen,
spreken van zijn grote kracht,
Hij kan overwinning geven
over zond' en satans macht.
refrein
4
Ik wil zingen van mijn Heiland,
hoe Hij smarten leed en pijn,
om mij 't leven weer te geven,
eeuwig eens bij Hem te zijn.
refrein
--*347
#1
1
Jubilate Deo
canon
Jubilate Deo, jubilate Deo, alleluja.
--*348
#5
1
Komt, laat ons zingen al te zaam
Komt, laat ons zingen al te zaam: God is goed!
Hemel en aarde, prijst zijn Naam! God is goed!
Laat ieder naad'ren tot zijn troon,
zingen met ons op blijde toon
in melodie?n, rein en schoon: God is goed!
God is goed! God is goed!
In melodie?n, rein en schoon: God is goed.
2
O, zeg het voort tot 't verste strand: God is goed!
Voor eik is plaats in 't vaderland, God is goed!
Van zonde maakt ons Christus vrij,
licht in de duist're nacht bracht Hij;
als zijn verlosten juichen wij: God is goed!
God is goed! God is goed!
Als zijn verlosten juichen wij: God is goed!
3
En zo mijn hart en vlees bezwijkt, God is goed!
Hij is de Rots, die nimmer wijkt; God is goed!
Ja, ook de kille doodsjordaan
brengt ons niet meer verschrikking aan;
daar zal de Heiland met ons gaan: God is goed!
God is goed! God is goed!
Daar zal de Heiland met ons gaan: God is goed!
4
Ginds in de hemel ruist het voort: God is goed!
Nimmer werd schoner zang gehoord: God is goed!
Eind'loze eeuwen gaan voorbij,
nog klinkt dat loflied, vol en vrij,
duizend, tienduizend juichen blij: God is goed!
God is goed! God is goed!
Duizend, tienduizend juichen blij: God is goed!
5
O, dat nu ieders hart getuig': God is goed!
Dat ied're knie voor Hem zich buig'! God is goed!
O, Hem te kennen is zaligheid,
't leven tot in de eeuwigheid;
laat ons 't vermelden wijd en zijd: God is goed!
God is goed! God is goed!
Laat ons 't vermelden wijd en zijd: God is goed!
--*349
#1
1
Lof, eer, aanbidding
Lof, eer, aanbidding voor U, Heer Jezus,
grote God, machtig Heer, stralende Ster.
En door alle eeuwen heen wil ik U prijzen
en met U regeren in uw Koninkrijk.
--*350
#2
1
Lof, dank en aanbidding
Lof, dank en aanbidding zij U,
lof, dank en aanbidding zij U.
Glorie zij U, Koning almachtig
wij loven, wij prijzen, wij zegenen uw Naam.
Glorie zij U, Koning waarachtig.
Ja, uw Geest brengt ons sa?m.
refrein:
Schepper en Heer, Vader verheven,
Redder en Vriend: Mensenzoon,
Geest van God, Gever van Leven,
wij knielen voor uw troon.
2
Glorie zij U, onnoemelijk heilig.
Glorie zij U, onnoemelijk heilig.
Wij danken, verheffen
en maken groot uw eer!
Glorie zij U, in uw nabijheid
werpen we ons voor U neer!
refrein
Lof, dank en aanbidding zij U,
lof, dank en aanbidding zij U.
--*351
#1
1
Machtig God, sterke Rots
Machtig God, sterke Rots,
U alleen bent waardig.
Aard' en hemel prijzen U,
glorie voor uw Naam.
Lam van God, hoogste Heer,
heilig en rechtvaardig,
stralend Licht, Morgenster,
niemand is als U.
Prijst de Vader, prijst de Zoon,
prijst de Geest die in ons woont.
Prijst de Koning der heerlijkheid,
prijst Hem tot in eeuwigheid.
--*352
#1
1
O, kom nu en jubel, breng dank aan de Heer
en juich voor de Rots van ons heil.
O, kom voor zijn aangezicht, breng Hem eer.
Verheug Hem met snarenspel;
want de Heer is een groot God
en de Koning van alles wat leeft;
want de Heer is een groot God
en de Koning van alles wat leeft.
--*353
#1
1
Prijs onze Heer
Prijs onze Heer, Hij alleen is de machtige God,
vol van majesteit. Kom en buig neer,
loof zijn heil'ge Naam.
Breng dan aan Hem als een offer, een zoete geur,
de gebeden van je hart naar zijn troon.
Geef Hem dank en eer.
De Heer almachtig,
zijn liefde duurt voor eeuwig.
Zijn trouw en goedheid gaan ons voor.
Zijn kracht zal nimmer falen of ontbreken
en zijn liefde blijft.
lied in zijn geheel herhalen
--*354
#3
1
Prijst Hem, prijst Hem
Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder.
Roemt zijn liefde, eeuwig en wereldwijd.
Kroont Hem, kroont Hem, engelen van zijn glorie.
Brengt Hem hulde, sterkte en heerlijkheid.
Als een herder draagt Hij ons in zijn armen,
waar Hij ons barmhartig zijn liefde geeft.
refrein
Prijst Hem, prijst Hem,
om zijn geweldige grootheid.
Prijst Hem, prijst Hem, alles wat adem heeft
2
Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder.
Om ons dwalen droeg Hij een doornenkroon.
Onze hoop, van wie wij verlossing verwachten.
Kroont Hem, kroont Hem, Jezus de Mensenzoon.
Als een offerlam heeft Hij de schuld gedragen.
Wat een liefde, dat Hij ons leven geeft.
refrein
3
Prijst Hem, prijst Hem, Jezus, de machtige Redder.
Laat de hemel jubelen tot zijn eer.
Jezus, Koning, Hij zal voor eeuwig regeren.
Kroont Hem, kroont Hem, Priester, Profeet en Heer.
Als Hij wederkomt, schitterend in zijn glorie.
Buigt zich voor Hem al wat op aarde leeft.
refrein: tweemaal
--*355
#2
1
Vader God
Vader God, ik vraag me af
hoe ik ooit heb geleefd
zonder te weten dat uw vaderhart
al zolang om mij geeft.
Maar nu ben ik uw kind,
nu mag ik wonen in uw huisgezin
en ik zal nooit meer eenzaam zijn,
want Vader, U bent altijd bij mij.
Heer, ik wil U prijzen.
Heer, ik wil U prijzen.
Heer, ik wil U prijzen zolang ik leef Heer,
ik wil U prijzen. Heer,
ik wil U prijzen. Heer,
ik wil U prijzen zolang ik leef.
2
Father God I wonder
Father God, I wonder how I managed to exist
without the knowledge of your parenthood
and your loving care.
But now I am your son,
I am adopted in your family
and I can never he alone
'cause Father God You're there beside me.
I will sing your praises,
I wilI sing your praises,
I will sing your praises, for ever more.
I will sing your praises,
I will sing your praises,
I will sing your praises, for ever more.
--*356
#3
1
Van U wil ik zingen,
wie d'eng'len omringen,
al juichend getuigend uw goedheid, o Heer.
'k Wil loven en danken met woorden en klanken
en prijzen uw goedheid en liefde steeds meer.
2
Moog' immer mijn harte
in vreugd en in smarte
zich leren te keren, o God, tot uw troon.
Verhoor mijn verlangen, wil leiden mijn zangen
tot 'k, Vader, benader der engelen toon.
3
Moog' hier dan mijn zingen,
uw heem'len doordringen
en juub'lend zich mengen met hemelse toon
tot 'k eenmaal hierboven U eeuwig mag loven
als 'k juichend zal staan bij uw stralende troon.
--*357
#5
1
Vreugde, vreugde louter vreugde
Vreugde, vreugde, louter vreugde
is bij U van eeuwigheid.
Schepper, die 't heelal verheugde,
bron van eeuw'ge vreugde zijt.
Gij, die woont in licht en luister,
drijft de schaduwen uiteen.
Hij, die zoekend doolt in 't duister,
vindt het licht bij U alleen.
2
In de harmonie der sferen
klinkt een loflied U gewijd.
Sterren, eng'len, allen eren
U, de Heer der heerlijkheid.
Velden, wouden, beken, bergen,
stromen, zeeën, alles juicht,
Vogels, bloemen en fonteinen,
't werk dat van uw vreugd getuigt.
3
Duizend lichten, duizend kleuren
zijn de weerglans van uw pracht;
daarmee wilt Gij mensen beuren
uit hun zorgen, uit hun nacht.
Op een zee van licht en zangen
voert Gij ons tot U omhoog.
Gij, Heer, zijt ons hoogst verlangen;
doof niet voor uw licht ons oog.
4
Open nu ook onze ogen
voor het ware vreugdelicht,
opdat wij uw Naam verhogen,
juichend voor uw aangezicht.
Want in Christus komt Gij nader
hem, die onder zonde zucht.
leder wilt Gij zijn een Vader,
die in Jezus tot U vlucht.
5
Wil ons van uw vreugde geven,
hef ons op tot U omhoog,
Gever van onsterflijk leven,
die tot ons U nederboog.
Dan gaan wij hier zingend voorwaarts,
onbevreesd in smart en pijn.
Laat ons Heer, door uwe liefde
eeuwig in uw vreugde zijn.
--*358
#4
1
Verblijdt u, zonen Gods
vrouwen:
Verblijdt u, zonen Gods, al gij zonen Gods
en verheugt u in de Heer, uw God.
2
mannen:
Al gij dochters, dochters van de Heer,
danst in het rond en weest verheugd,
want de Heer heeft grote dingen gedaan.
3
allen:
Gaat dan met vreugde zijn poorten binnen
en komt met lofzang in zijn heiligdom.
4
Komt prijst de Heer met ons,
groot is zijn trouw aan ons.
Zijn Woord is vlees geworden onder ons.
--*359
#1
1
Als ik opzie naar uw heiligheid,
mij verbaas over uw lieflijkheid,
dan vervagen de dingen rondom mij
door uw helder licht.
Als ik vreugde vind, heel dicht bij uw hart,
als uw liefde mijn wil heeft omvat,
dan vervagen de dingen rondom mij
door uw helder licht.
Heer, ik aanbid U.
Heer, ik aanbid U.
U schiep mij om U te aanbidden, Heer.
Heer, ik aanbid U.
Heer, ik aanbid U.
U schiep mij om U te aanbidden, Heer.
--*360
#1
1
O Adoramus O Christe
O Adoramus Te, o Christe.
O Adoramus Te, Domine.
--*361
#8
1
Annachnoe ro'iem Jesjoea
Annachnoe ro'iem Jesjoea',
Melech ha'olam, Ben Elohiem,
weBen Dawied, Arjee Jehoeda,
ha Emet we ha Chajiem.
refrein:
Josjeew iem Elohiem basjammajiem.
Josjeew iem Elohiem basjammajiem.
2
Annachnoe ro'iem Jesjoea',
Nasie Hasjalom, 'Immanoe'eel,
Ro'eh tson hatow, Chaweer hanifia,
Geien ha'emet we Go'eel.
refrein
3
Annachnoe ro'iem Jesjoea',
Sjoresj sjel Jisaj weha Derech,
Alloef natsjechem, Thalee Elohiem,
Ha Anie we Ben Tsedek.
refrein
4
Annachnoe ro'iem Jesjoea',
Ewen hagieliem, we ha lelbon,
Koheen olamee, Lechem ha chajiem,
Chawatselet, Sjosjanna Sjaron.
refrein
vertaling
5
Wij zien Jezus, Koning van de wereld,
Zoon van God en Zoon van David,
Leeuw van Juda, de Waarheid en het Leven,
zetelend bij God in de hemel.
6
Wij zien Jezus, Vredevorst, Immanuel (God met ons)
De goede Herder (van het kleinvee), wonderbare Vriend,
de ware Wijnstok en (Ver)-losser,
zetelend bij God in de hemel.
7
Wij zien Jezus, wortel van Isa? en de Weg.
Leider van uw zielen, Lam van God,
De IkBen en Zoon van de gerechtigheid,
zetelend bij God in de hemel.
8
Wij zien Jezus, Rots der eeuwen en Sterkte,
eeuwige Priester, Brood des levens
Narcis en Lelie van Saron.
zetelend bij God in de hemel.
Deze vertaling is niet opgenomen om te zingen.
--*362
#5
1
God in ons midden,
Heer, wij aanbidden
met al uw kinderen wereldwijd,
uw trouw aan mensen,
uw onbegrensde,
uw ongekende majesteit.
2
Lam dat de zonden draagt,
lam dat de leeuw verjaagt
uw wieg een kribbe, uw troon een kruis
Gij spreidt geen macht ten toon,
Gij zijt, o mensenzoon
onder een open hemel thuis.
3
Licht van de overkant,
fakkel die eeuwig brandt,
o vlam die ons naar Gods land geleidt,
wie lopen in uw licht,
zie, over hun gezicht
valt al de glans der eeuwigheid.
4
Koning der volken,
kom op de wolken,
keer al het kwade ten goede om,
kom, lam dat voor ons bloedt,
kom, licht in overvloed,
kom spoedig, Here Jezus, kom!
5
God in ons midden,
Heer, wij aanbidden
met al de heiligen uw beleid,
uw trouw aan mensen,
uw onbegrensde,
uw ongekende majesteit.
--*363
#1
1
Gij zijt waardig
naar Openbaring 4:11
Gij zijt waardig, Gij zijt waardig,
Gij zijt waardig, o Heer,
om te ontvangen macht en ere,
heerlijkheid, o Heer,
want Gij hebt geschapen, ja alles geschapen.
Gij hebt geschapen het al.
Ja, Gij zijt waardig om te ontvangen
macht en ere, o Heer.
--*364
#3
1
Heerlijk is uw Naam,
heerlijk is uw Naam.
Hoog verheven en vol van kracht
heerlijk is uw Naam.
Jezus, Jezus,
heerlijk is uw Naam.
2
Heilig Lam van God,
heilig Lam van God,
dat de zonde der wereld droeg.
Heilig Lam van God.
Jezus, Jezus,
heilig Lam van God.
3
Waardig bent U, Heer,
waardig bent U, Heer,
alle macht en heerlijkheid,
alle lof en eer.
Jezus, Jezus,
waardig bent U, Heer,
--*365
#3
1
Hoog en verheven Messias
refrein
Hoog en verheven Messias,
Koning en Heiland en Heer.
Hier in mijn hart is uw woning,
een tempel tot uw eer.
Ram wenisa haMasjieach,
hod wehadar liwoesjo.
Kan beliebi haMasjieach,
sjocheen behee'ohalo.
couplet:
2
Het offer dat U voor mij gaf,
betaalde mijn schuld, droeg mijn straf.
Iedereen buigt voor U neer,
brengt U eer.
refrein
3
Nu buigen wij ons voor U neer.
Voor eeuwig heerst Gij als Gods Zoon.
Tallozen zullen U zien,
Lam van God.
refrein
--*366
#4
1
Heilig aanschijn van het Lam
solo:
Heilig aanschijn van het Lam,
hart doorstoken, heilige wonde,
Gij, mijn levensbron, mijn heil.
Heilig aanschijn van het Lam.
2
Heilig aanschijn van de liefde,
hart gewond, tot mijn genezing.
Heilig lichaam van mijn God.
Heilig aanschijn van de liefde,
3
koor (tegenstem):
Heilig gelaat van Jezus,
heilig gelaat van Jezus.
heilig gelaat van Jezus,
heilig gelaat van Jezus.
4
Heilig gelaat van Jezus,
heilig gelaat van Jezus.
heilig gelaat van Jezus,
heilig gelaat van Jezus.
--*367
#1
1
Ik wil komen en knielen aan uw voeten,
Heer Jezus.
In uw nabijheid is volheid van vreugd.
Er is niemand, niets en niemand
die mij zo vervullen kan.
'k Vind mijn vreugde in U alleen, o Heer.
--*368
#10
1
Jezus, Jezus, Koning vol glorie,
Koning vol luister en majesteit,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
2
Jezus, stralend beeld van de Vader,
wij zien in U zijn schoonheid en pracht,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
3
Jezus, vernederd, Kind in de kribbe,
voor zoveel deemoed buig ik mij neer,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
4
Jezus, Gebieder, groot en almachtig,
golven en wind gehoorzamen U,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
5
Jezus, Lam Gods, zo stil en geduldig
voor onze schuld ter slachtbank geleid,
eeuwige Liefde, aanbidding voor U.
6
Jezus, Lam Gods, vol bloedige wonden,
waaruit ons toestroomt redding en heil,
eeuwige Liefde, aanbidding voor U.
7
Jezus, o Godslam, dat overwinnend
voor ons de macht van satan verbrak,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
8
Jezus, Verbreker van elke doodsmacht,
U bent verrezen en triomfeert,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
9
Jezus, uw hart verlangt naar de bruiloft,
die U gereed maakt voor uw bruid.
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
10
Jezus, Jezus, komende Koning,
voor wie elk koninkrijk eens buigt,
Jezus, Jezus, aanbidding voor U.
--*369
#1
1
Jezus, Jezus,
heilige gezalfde Heer,
Jezus, Jezus,
Jezus, opgestaan, verhoogd als Heer, Jezus;
uw Naam is als honing op mijn tong,
uw Geest is als water voor mijn ziel,
uw Woord is een licht op heel mijn pad.
Jezus, ik houd van U, ik houd van U.
Jezus, Jezus,
heilige gezalfde Heer, Jezus;
Jezus, Jezus,
opgestaan, verhoogd als Heer, Jezus;
--*370
#3
1
Kadosj
Kadosj, kadosj, kadosj,
kadosj, kadosj, kadosj
Adonaj Elobiem tsewa'ot,
Adonaj Elobiem tsewa'ot,
asjer haja wehowee,
asjer haja wehowee.
Kadosj, kadosj, kadosj,
kadosj, kadosj, kadosj
Adonaj Elohiern tsewa'ot,
Adonaj Elohiem tsewa'ot!
2
Holy, holy, holy,
Holy, holy, holy
is the LORD, is the LORD God of Hosts,
is the LORD, is the LORD God of Hosts.
who was and who is, and who is to come,
who was and who is, and who is to come.
Holy, holy, holy,
Holy, holy, holy
is the LORD, is the LORD God of Hosts,
is the LORD, is the LORD God of Hosts.
3
Heilig, heilig, heilig,
Heilig, heilig, heilig
is de Heer, onze God, de Almachtige,
is de Heer, onze God, de Almachtige,
die was en die is en die komen zal,
die was en die is en die komen zal.
Heilig, heilig, heilig,
Heilig, heilig, heilig
is de Heer, onze God, de Almachtige,
is de Heer, onze God, de Almachtige.
--*371
#4
1
Mijn Jezus, ik houd van U
Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend,
want U nam de straf op U die ik had verdiend,
De grote Verlosser, mijn Redder bent U;
'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
2
Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield van mij,
toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij.
Voor mij de genade, een doornenkroon voor U,
'k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
3
Ik zal van U houden in leven en dood
en ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood.
Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
4
Als ik in uw glorie, uw eeuwigheid kom,
Dan buig ik mij voor U in uw heiligdom.
Gekroond met uw heerlijkheid zal 'k zingen voor U:
'k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
--*372
#2
1
Mijn Jezus, mijn Redder
Mijn Jezus, mijn Redder, Heer,
er is niemand als U.
Laat elk moment, al wat ik denk,
vol zijn van uw liefde, Heer.
Mijn schuilplaats, mijn trooster,
veilige toren van kracht,
adem en stem, al wat ik ben
brengen U voortdurend eer.
2
Juich voor de Heer, heel de aarde wees blij.
Zing van de Koning en zijn heerschappij.
Bergen aanbidden, de zee juicht mee
bij het horen van uw Naam.
U wil ik prijzen voor dat wat U schiep;
mijn leven lang loven, want U heb ik lief.
Niets is zo goed als een leven heel dicht bij U.
hele tekst herhalen nogmaals herhalen vanaf:
'Juich voor de Heer...
--*373
#1
1
U bent het lied van mijn hart
U bent het lied van mijn hart.
U bent de liefde van mijn leven
en U komt spoedig terug, als een lied in de nacht.
Over de bergen en de heuvels,
diep in de dalen klinkt uw stem.
Ik kan U horen, mijn geliefde, het bruiloftslied!
--*374
#3
1
O Heer, mijn God
O Heer, mijn God, wanneer ik in verwond'ring
de wereld zie die U hebt voortgebracht,
het sterrenlicht, het rollen van de donder,
heel dit heelal dat vol is van uw kracht,
refrein
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God:
Hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God:
hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!
2
Als ik bedenk dat Jezus zonder klagen
tot in de dood gegaan is als een lam,
sta ik verbaasd dat Hij mijn schuld wou dragen,
en aan het kruis mijn zonde op zich nam.
refrein
3
Als Christus komt met majesteit en luister,
brengt Hij mij thuis, boe heerlijk zal dat zijn.
Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen,
en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij.
refrein
--*375
#6
1
O Heer, mijn God, ik open mijn hart voor U
refrein
O Heer, mijn God, ik open mijn hart voor U.
O, onze God, uw volk is verblijd in U.
Vader van liefde, Schepper almachtig,
God van genade, ik open mijn hart voor U.
refrein
2
God van het leven, God van alle mensen,
hemelse Vader, ik open mijn hart voor U.
refrein
3
Heer van de schepping, Heer van 't heelal,
Vader van mensen, ik open mijn hart voor U.
refrein
4
God van de zwakken, God van 't verlorene,
Vader van liefde, ik open mijn hart voor U.
refrein
5
Koning der ere, Zoon die mij redde,
o Geest der waarheid, ik open mijn hart voor U.
refrein
6
O, Brood des levens, 0 Hoorn des heils
Jezus mijn Heer, ik open mijn hart voor U.
refrein
--*376
#3
1
Abba, Vader
Abba, Vader, U alleen,
U behoor ik toe.
U alleen doorgrondt mijn hart,
U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn.
U laat nooit alleen.
Abba, Vader, U alleen,
U behoor ik toe.
2
Abba, Vader, laat mij zijn,
slechts voor U alleen.
Dat mijn wil voor eeuwig zij
d'uwe en anders geen.
Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer.
Laat mij nimmer gaan.
Abba, Vader, laat mij zijn,
slechts van U alleen.
3
Abba, Father, let me be
yours and yours alone.
May my will forever be
evermore your own.
Never let my heart grow cold.
Never let me go.
Abba, Father, let me be
yours and yours alone.
--*377
#3
1
U bid ik aan, o macht der liefde
U bid ik aan, o macht der liefde,
die zich in Jezus openbaart.
God zocht ook mij, hoezeer 'k Hem griefde;
voor mij ook kwam zijn Zoon op aard.
'k Vergeet mijzelf, waar 'k in de golven
van zulk een liefde word bedolven.
2
Hoe zijt Gij mij zo zeer genegen
en hoe verlangt uw hart naar mij?
Gij komt mij met uw liefde tegen,
opdat ook ik de uwe zij.
Gij, trouwe Heer, hebt mij verkoren:
U wil ik eeuwig toebehoren.
3
U wil ik zoeken, U mij geven;
bij U slechts vind ik lafenis.
In U alleen heb ik het leven
en niet in 't geen van de aarde is.
Bij U is rust, bij U verblijden;
U, Heer, U wil mijn hart zich wijden.
--*378
#3
1
Vader, ik aanbid U
Vader, ik aanbid U.
'k Leg mijn leven voor U.
Halleluja.
2
Jezus, ik aanbid U.
'k Leg mijn leven voor U.
Halleluja.
3
Heil'ge Geest ik aanbid U.
k Leg mijn leven voor U.
Halleluja.
--*379
#4
1
Waardig, o waardig bent U, Heer
Waardig, o waardig bent U, Heer.
Wij heffen onze stem tot U
vol aanbidding, dank en eer.
Waardig, o waardig bent U, Heer.
Wij heffen onze stem tot U
vol aanbidding, dank en eer.
2
O, halleluja, Lam voor ons geslacht
wij heffen onze handen op
naar U, die redding bracht.
O, halleluja, ere aan de Koning,
U, sterke Overwinnaar,
U, Heerser van 't heelal.
3
Heer, U bent mij kostbaarder dan goud.
Heer, uw schoonheid gaat boven diamanten,
ja niets en niemand is aan U gelijk.
4
O, halleluja, Lam voor ons geslacht,
wij heffen onze handen op
naar U, die redding bracht.
O, halleluja, ere aan de Koning,
U, sterke Overwinnaar,
U, Heerser van 't heelal.
--*380
#1
1
Wij eren en aanbidden U
Wij eren en aanbidden U,
Koning en Heer
Koning en Heer
Wij eren en aanbidden U,
Koning en Heer
en wij volgen U tezamen,
volgen U tezamen,
en wij volgen U tezamen,
Koning en Heer.
Koning en Heer
--*381
#3
1
Daar ruist langs de wolken
Daar ruist langs de wolken een lieflijke Naam,
die hemel en aarde verenigt te zaam.
Geen naam is er zoeter en beter voor 't hart
Hij balsemt de wonden en heelt alle smart.
Kent gij, kent gij, die Naam nog niet?
Die Naam draagt mijn Heiland,
mijn lust en mijn lied!
2
Die Naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard,
want Hij kwam om zalig te maken op aard;
zo lief had Hij zondaars, dat Hij voor hen stierf,
genade bij God door zijn zoenbloed verwierf.
Kent gij, kent gij die Jezus niet,
die, om ons te redden, de hemel verliet?
3
Eens buigt zich ook alles voor Jezus in 't stof,
en d'engelen zingen voortdurend zijn lof
O mochten w'om Jezus verheerlijkt eens staan,
dan hieven wij juichend de jubeltoon aan:
Jezus, Jezus, uw Naam zij d'eer,
want Gij zijt der mensen en engelen Heer!
--*382
#3
1
Heer, uw licht en uw liefde schijnen
Heer, uw licht en uw liefde schijnen,
waar U bent zal de nacht verdwijnen.
Jezus, licht van de wereld, vernieuw ons.
Levend Woord, ja uw waarheid bevrijdt ons.
Schijn in mij, schijn door mij.
refrein
Kom, Jezus kom, vul dit land met uw heerlijkheid.
Kom Heil'ge Geest, stort op ons uw vuur.
Zend uw rivier, laat uw heil heel de aard' vervullen.
Spreek, Heer uw woord dat het licht overwint.
2
Heer, 'k wil komen in uw nabijheid.
Uit de schaduwen in uw heerlijkheid.
Door het bloed mag ik U toebehoren.
Leer mij, toets mij, uw stem wil ik horen.
Schijn in mij, schijn door mij.
refrein
3
Staan wij oog in oog met U Heer,
daalt uw stralende licht op ons neer,
zichtbaar, tastbaar wordt U in ons leven,
U volmaakt wie volkomen zich geven.
Schijn in mij, schijn door mij.
refrein
--*382
#3
1
Lord, the light
Lord, the light of your love is shining
in the midst of the darkness, shining;
Jesus, Light of the World, shine upon us,
set us free by the truth You now bring us.
Shine on me, shine on me.
refrein
Shine, Jesus, shine,
fill this land with the Father's glory;
blaze Spirit, blaze, set our hearts on fire.
Flow, river, flow,
flood the nations with grace and mercy;
send forth your word, Lord, and let there be light.
2
Lord, I come to your awesome presence,
from the shadows into your radiance;
by the blood I may enter your brightness
search me, try me, consume all my darkness.
Shine on me, shine on me.
refrein
3
As we gaze on your kingly brightness
so our faces display your likeness,
ever changing from glory to glory,
mirrored here may our lives teil your story.
Shine on me, shine on me.
refrein
--*383
#7
1
Hij is de God, de waarachtige God
antifoon:
Hij is de God, de waarachtige God!
Wie vertelt de daden van de Heer?
En ik open mijn ogen, mijn oren, mijn hart:
Het is Christus, de Heiland, de Heer!
In de stilte van de nacht, toen de wereld sliep,
sprong het Woord van zijn hemelse troon,
daalde af in de schoot van Maria, de maagd:
Hij bemint ons op leven en dood.
refrein:
Christus, Koning en Heer!
antifoon
2
Er was niemand die nacht, die plaats voor ze had
en een stal was nog beter dan niets,
maar vandaag is er plaats, nu de Heer er om vraagt,
die ons hart en ons leven vernieuwt.
refrein
antifoon
3
In zijn laatste nacht, het was Pasen die nacht,
kwam Hij met zijn vrienden bijeen;
Hij brak het brood en Hij schonk de wijn:
't was zijn liefde, zijn leven, zijn bloed!
refrein
antifoon
4
't Was op Golgotha en de wereld stond stil
en ze hield haar adem in,
want God gaf daar zijn Zoon, zijn enige Zoon
en zijn eind werd een stralend begin!
refrein
antifoon
5
Vroeg in de morgen stond Hij op uit het graf
en Hij keerde ten leven weer.
Zo versloeg Hij de zonde en overwon Hij de dood.
Overwinning schonk Hij aan u en mij.
refrein
antifoon
6
Hij verscheen hun aldus, nabij Emma?s
en ze wisten nog niet wie Hij was,
tot Hij brood met hen brak en de wijn aan hen gaf:
- 'Dat was de Heer' riepen zij.
refrein
antifoon
7
O, de dag komt, waarop alle heiligen saam
voor de hemelse troon zullen staan.
Onze ogen zullen zien: het Lam als geslacht:
Jezus Christus, de Koning, de Heer!
refrein
--*384
#3
1
It only takes a spark
It only takes a spark
to get a fire going,
and soon all those around can warm
up in its glowing.
That's how it is with God's love,
Once you've experienced it,
you spread His love to ev'ryone;
you want to pass it on.
2
What a wondrous time is spring,
when all the trees are budding,
the birds begin to sing,
the flowers start their blooming.
That's how it is with God's love,
once you've experienced it;
you want to sing, it's fresh like spring,
you want to pass it on.
3
I wish for you my friend,
this happiness that I've found,
you can depend on Him,
it matters not where you're bound.
I'll shout it from the mountain top,
I want my world to know:
The Lord of love has come to me,
I want to pass it on.
--*384
#3
1
Een vonk is al genoeg
om een vuur te doen ontbranden
en spoedig laait het op en warmt je hart en handen.
Zo ook als je de liefde van God ervaren hebt.
Het warmt je hart, je straalt het uit,
het is voor iedereen.
2
In 't voorjaar schenkt de zon,
met warme kracht nieuw leven
en alles spruit weer uit
wat lang was doods gebleven.
Zo ook als je de liefde van God ervaren hebt.
Het warmt je hart, je straalt het uit,
het is voor iedereen.
3
De mensen weten niet,
dat God hen werkelijk liefheeft
en dat Hij als je 't vraagt,
zijn liefde in je hart geeft.
Wij willen dat de wereld
dit grote nieuws verneemt.
God geeft om jou, Hij houdt van jou,
Hij is voor iedereen.
---
*385
#2
1
Laatje licht helder schijnen
als het duister d'aarde bedekt
voor een volk dat dwaalt in 't donker
opdat zij zien, zullen zien een groot licht.
2
Keep your light shining brightly
as the darkness covers the earth,
for a people that walk in darkness.
They shall see, they shall see a great light.
--*386
#2
1
If you have some questions
in the corners of your mind,
traces of discouragement,
and peace you cannot find.
Reflections of your past
seem to face you ev'ry day,
but this one thing I do know:
Jesus is the way.
refrein:
Jesus is the answer
lor the world today.
Above Him there's no other,
Jesus is the way.
2
I know you've got mountains that you
think you cannot climb,
I know your skies ar dark, you think
the son won't shine.
In case you do not know
that the Word of God is true.
And everything He's promised.
He will do it for you.
--*387
#3
1
Laat mij zijn een instrument
Heer, in uw hand,
en gebruik mij waar Gij wilt,
dat ik U dienen zal.
Geef mij een open hart,
dat 't stilste schreien hoort,
en laat mij helpen,
waar 't leven zo zwaar schijnt te zijn.
Laat mij steeds wijzen, Heer,
naar uw genadetroon.
Hulp, troost en plaats is daar,
bereid door uwe Zoon.
2
Laat mij zijn een brandend licht,
stralend door U,
schijnend in de duisternis
waarin zovelen gaan;
dat 'k altijd spreken zal
over uw liefdedaad,
en uw vergeving die
zondaren op doet staan.
Geef dat ik anderen
brengen mag aan uw voet
en maak mij zelf bereid
mijn weg met U te gaan.
3
Vader, 'k wil U danken
dat Gij gaaft uw Zoon.
Stervend voor verlorenen
droeg Hij mijn zondeloon,
daar Hij verlaten werd,
alleen en eenzaam was,
dat nimmer ik meer zo
door U verlaten zou zijn.
Laat mij dan leven, Heer,
getuigend van uw gen?.
Gij zijt mijn Heer en God,
die leeft en leven geeft.
--*388
#3
1
Laat heel de wereld het zien,
maak de volk'ren weer blij
door de klank van zijn stem.
Heuvels en dalen breek uit!
Kom en juich, zing het luid!
Klap ie handen voor Hem!
refrein:
Liefde en recht zal Hij brengen op aard',
een eeuwige heerschappij.
In onze hand ligt een tweesnijdend zwaard.
't Woord van de waarheid maakt vrij!
2
Laat heel de wereld het zien,
maak gevangenen vrij,
breng de eenzamen thuis.
Heel satans bouwwerk stort neer,
door 't gebed tot de Heer,
door de kracht van het kruis.
refrein
3
Laat heel de wereld nu staan
vol ontzag voor zijn Naam,
zing het lied dat Hem eert.
Wees niet meer stil,
zeg het voort tot de wereld het hoort:
Jezus regeert!
refrein
--*389
#3
1
Maak mij een vredestichter, Heer,
die liefde brengt waar haat de mensen drijft,
verzoening waar verdeeldheid domineert,
geloof in U, waar twijfel heerst.
O, Meester, geef dat ik niet voor mezelf
begrip zoek, maar juist anderen begrijpen zal.
Geef dat ik niet om troost vraag, maar die bied;
of liefde eis, terwijl ik liefde delen kan!
2
Maak mij zo'n vredestichter, Heer,
dat wanhoop overwonnen wordt door hoop,
de duisternis verdreven door uw licht
en diep verdriet door vreugd' in U.
O, Meester, geef dat ik niet voor mezelf
begrip zoek, maar juist anderen begrijpen zal.
Geef dat ik niet om troost vraag, maar die bied;
of liefde eis, terwijl ik liefde delen kan!
3
Want 't is door geven dat men krijgt;
elkaar vergevend, dat de schuld verdwijnt;
zichzelf verliezend, dat men leven vindt
een eeuwig leven, nieuw in U.
--*390
#5
1
Maak ons tot een stralend licht voor de volken,
een stralend licht voor de mensen om ons heen
tot de wereld ziet wie haar het leven geeft.
Laat het schijnen door ons heen.
2
Maak ons tot een woord van hoop voor de volken
een levend woord voor de mensen om ons heen
tot de wereld weet dat U verlossing geeft
uw genade door ons heen.
3
Maak ons tot een zegening voor de volken,
een zegening voor de mensen om ons heen,
tot de wereld weet wie elke schuld vergeeft
uw genezing door ons heen.
4
Maak ons tot een vrolijk lied voor de volken,
een lied van dank voor de mensen om ons heen
tot de wereld zingt voor Degeen die eeuwig leeft.
Laat het klinken door ons heen.
5
En bouw uw Koninkrijk in de volken,
uw wil geschied' in de mensen om ons heen,
tot de wereld weet dat Jezus Christus heerst.
Bouw uw koninkrijk in ons.
Bouw uw koninkrijk op aard'!
--*391
#7
1
Toont de mensen zonder vrezen (ichthus)
Toont de mensen zonder vrezen
wie uw hoop, uw leven is.
Laat het teken van de VIS
uit uw hart, uw daden lezen.
I?sous
2
Jezus - mens werd Hij, de HERE,
die zijn volk van zonden redt,
ons naar Kana?n verzet,
die met God ons doet verkeren.
Christos
3
Christus met Gods Geest Gezalfde,
Israëls Koning, de Profeet,
die als Priester voor ons leed
en zijn leven zelfs niet telde.
Theou
4
God - o wonder is zijn Vader,
zei de engel Gabri?l.
Uit de schoot van Israël
kwam de liefde Gods ons nader ...
huios
5
Zoon was Hij al voor de schepping.
God wekt zijn geliefde Zoon
uit de doden, tot de troon:
Davids Zoon blijft eeuwig koning!
Soot?r
6
Redder en zijn Dag komt nader.
Hij vergeeft, herschept, maakt vrij.
Alle ding wordt heel en blij;
buig en deel in zijn genade!
7
Wie Hem volgen, ook door lijden,
vangen mensen voor de Heer.
Vol van vissers wordt het meer
kerk die lchthus blijft belijden!
--*392
#3
1
Tot zijn eer en heerlijkheid
riep Hij ons tot leven,
om een open brief te zijn,
door Hem zelf geschreven,
sprekend van zijn daden,
door zijn hand geleid,
tekenen van genade,
tot zijn eer en heerlijkheid,
tot zijn eer en heerlijkheid.
2
Tot zijn eer en heerlijkheid
delen wij zijn lijden,
tranen die de grens van tijd
en ruimte overschrijden.
Wat door Hem volbracht is,
sterkt ons in de strijd,
vult ons met verwachting,
tot zijn eer en heerlijkheid,
tot zijn eer en heerlijkheid.
3
Tot zijn eer en heerlijkheid
scherpt Hij onze zwaarden,
woorden van het Koninkrijk,
dat Hij brengt op aarde.
Al wat was gebonden,
wordt door Hem bevrijd.
Zo zijn wij gezonden,
tot zijn eer en heerlijkheid
tot zijn eer en heerlijkheid:
tot zijn eer en heerlijkheid.
--*393
#3
1
Wij gaan op weg met brandend hart,
met een gebed bij elke stap;
het lied van hoop klinkt door de landen,
zingend van de nieuwe dag.
2
Tweeduizend jaar, en dag en nacht,
brandt deze vlam, verlicht ons land;
mensen wachten, harten smachten,
naar een liefde die verwarmt.
refrein
Laat de vlam weer branden als een helder baken,
als heraut van 't morgenuur.
Laat het lied weer sprank'len,
laat de liefde branden als een vuur.
3
De liefde roept, de waarheid spreekt,
dat is de kracht waarmee wij gaan,
om hen die vallen, hen die wank'len,
op te vangen in uw Naam.
refrein tweemaal
--*394
#3
1
Wij zijn Gods kind'ren
Wij zijn Gods kind'ren, verlost door zijn lijden,
vrij door wat Hij heeft volbracht,
heilige priesters een licht voor de volken,
één in zijn Geest, vol van zijn kracht.
refrein
Ga dan in zijn Naam, verkondig Jezus' Naam.
Kind'ren van God, sta nu op in zijn kracht
en verkondig Jezus, Redder, Verlosser en Heer.
2
En terwijl duizenden dwalen in duister
slapen wij hier in het licht.
Jezus beveelt ons discipelen te maken,
liefde is meer, meer dan een plicht.
refrein
3
Hoor je de wind van de Geest ons vertellen:
'Eens komt de tijd aan zijn eind.
Machten van hemel en aarde, zij wank'len.
Alles wordt nieuw, Jezus verschijnt.'
refrein
Ga dan in zijn Naam, verkondig Jezus' Naam.
Kind'ren van God, sta nu op in zijn kracht
en verkondig Jezus, Redder, Verlosser en Heer.
Redder, Verlosser en Heer, Jezus is Heer!
Jezus is Heer! Jezus is Heer!
Jezus is Heer! Jezus is Heer!
--*395
#3
1
Wilt u van zonde en schuld zijn verlost?
naar 1 Johannes 1:7
Wilt u van zonde en schuld zijn verlost?
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Weet, dat uw redding zoveel heeft gekost.
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
refrein:
2
Satan gaat rond als een briesende leeuw.
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Wilt u verlost zijn en witter dan sneeuw?
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
refrein
3
Komt dan tot Jezus, Hij stierf ook voor u.
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Hoort naar zijn woord en gelooft in Hem nu.
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
refrein
--*396
#3
1
Grijp toch de kansen, door God u gegeven.
Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen.
Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven?
D'arbeid der liefde, gedaan om u heen.
refrein
Niets is bier blijvend, niets is hier blijvend.
Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.
2
Geef dan uw tijd niet aan ijdele zorgen.
Help hen, die vielen, breng troost in hun smart.
0, laat uw licht schijnen, blij als de morgen.
Wijs op de Heiland, die rust geeft voor 't hart.
refrein
3
Weet, al uw arbeid, uw lijden voor Jezus,
't wordt door Hem zelven geschat naar zijn waard',
en eens daarboven, daar vinden we weder,
vruchten van 't zaad, dat wij strooiden op aard.
refrein
--*397
#2
1
Handen naar boven om de Heer te loven
refrein:
Handen naar boven om de Heer te loven.
Handen uit de mouwen om voor Hem te sjouwen.
Handen moeten rijzen om de Heer te prijzen.
Handen moeten zaaien om het graan te maaien.
Handen van lof worden handen van liefde:
twee is gelijk aan één.
Handen voor God worden handen voor mensen:
God brengt de harten bijeen.
refrein
2
'k Prijs U, m'n God, voor de handen die loven:
lof die de hemel raakt.
'k Prijs U, m'n God, voor de handen die bouwen:
alles wordt nieuw gemaakt.
refrein
--*398
#5
1
Handen heb je om te geven
van je eigen overvloed,
en een hart om te vergeven,
wat een ander jou misdoet.
refrein
open je oren om te horen,
open je hart voor iedereen.
2
Ogen heb je om te zoeken
naar wat mensen nog ontbreekt,
en een hart om uit te zeggen,
wat een ander moed inspreekt.
refrein
3
Schouders heb je om te dragen
zorg en pijn van alleman,
en een hart om te aanvaarden,
wat een ander beter kan.
refrein
4
Voeten heb je om te lopen
naar een mens die eenzaam is,
en een hart om waar te maken,
dat geen mens een eiland is.
refrein
5
Oren heb je om te horen,
naar een mens die vrede is,
en een hart om te geloven,
in zijn God die liefde is.
refrein
--*399
#3
1
Ik was hongerig
ik was hongerig en jij gaf Mij te eten.
Toen Ik dorst had, bood je Mij je beker aan.
En wat je ooit gedaan hebt
aan de minste van mijn broeders,
zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan.
2
Toen ik koud was gaf je Mij je eigen kleren.
'k Was een vreemdeling, jij liet Mij binnengaan.
En wat je ooit gedaan hebt
aan de minste van mijn broeders,
zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan.
3
Toen Ik ziek was, ben jij Mij komen helpen.
'k Was gevangen, jij ging niet bij Mij vandam
En wat je ooit gedaan hebt
aan de minste van mijn broeders,
zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan,
zegt Jezus, dat heb jij aan Mij gedaan.
--*400
#4
1
O Heiland, trouwe Heer,
moog' onze tong U prijzen,
doch zij ook door de daad U lof en eer gebracht!
Als uit het dorre hart geen liefdedaden rijzen,
dan zijn de lied'ren dood, de zangen zonder kracht.
2
Vertrouwend op uw gunst,
zou ik, o Heer, betreden
de weg des heils en toch miskennen uw gebod?
Ootmoedig nijgend bij uw goedertierenheden,
maar nimmer buigen voor uw heil'ge wet o God?
3
Ging zij met Christus ginds
op Golgotha verloren,
de liefde rein en teer, een toevlucht voor elk hart?
Zij stierf niet aan het kruis,
neen, aan het kruis herboren,
zoekt z'als een dierbaar goed
de tranen en de smart.
4
Ik hoor de roep van 't leed,
der wereld bange vragen,
alom wijst God m'in and're mensen broeders aan.
Ziet, welk een grootse taak:
wat wankel is te schragen,
en bouwen 's Heren Kerk.
Vat aan het werk, vat aan!
--*401
#3
1
Wij willen gaven delen
Wij willen gaven delen
met mensen wereldwijd.
Want delen wordt tot helen
wanneer de ander lijdt.
De Heer heeft zich gegeven
en deelde onze nood.
Zo heelde Hij ons leven.
Hij is het levend brood.
2
Ver waren wij gaan dwalen,
de wijde wereld rond.
Maar 't was slechts om te halen
en hebzucht was de grond.
Het rijk dat wij zo bouwden
hield in de tijd geen stand.
Wat wij als groots beschouwden
sloeg men ons uit de hand.
3
Meer dan wij konden dromen
geschiedt in onze tijd.
Er is een weg gekomen
van wederkerigheid.
Nu leren wij ontvangen;
zij geven van hun kant.
Geen strijd meer om belangen
zo komt Gods rijk tot stand.
--*402
#6
1
Toen Ik naar mijn naaste zocht
naar Lukas 10:29-37 en Mattheüs 25: 35-36
Toen Ik naar mijn naaste zocht,
waar was jij? Waar was jij?
Toen Ik naar mijn naaste zocht,
waar was jij?
refrein
En Ik vraag je niet naar huidskleur,
naar geloof of naar je naam.
Toen Ik naar een naaste zocht,
waar was jij?
2
Ik was naakt en had geen geld,
waar was jij? Waar was jij?
Ik was naakt en had geen geld,
waar was jij?
refrein
3
Ik had niets en zocht een huis,
waar was jij? Waar was jij?
Ik had niets en zocht een huis,
waar was jij?
refrein
4
Toen Ik dorst en honger had,
waar was jij? Waar was jij?
Toen Ik dorst en honger had,
waar was jij?
refrein
5
Ik was ziek en vroeg om hulp,
waar was jij? Waar was jij?
Ik was ziek en vroeg om hulp,
waar was jij?
refrein
6
Over al waar jij zult zijn,
Zal Ik zijn, zal Ik zijn,
overal waar jij zult zijn,
zal Ik zijn!
refrein
--*403
#6
1
De aarde is vervuild,
veroordeeld tot de dood,
de schepping schreeuwt zij huilt,
zij kreunt in barensnood!
2
De aarde is vervuild
tot in de verste hoek
de zegen wordt geruild,
verkwanseld voor een vloek.
3
O aarde, hoe vervuild
door gif en gas en teer,
God, die zich nog verschuilt,
bewerkt een ommekeer:
4
de aarde wordt vervuld
door kinderen van licht
en onze oude schuld
bedekt voor zijn gezicht.
5
De aarde wordt vervuld
van groene overvloed
Jeruzalem onthult
een wereld, gaaf en goed.
6
De aarde wordt vervuld:
Gods liefde uitgestort
zie hoe uit zijn geduld
de hof herboren wordt.
--*404
#2
1
De woestijn zal bloeien
naar Jesaja 35
De woestijn zal bloeien als een roos.
En de steppe zal jubelen en juichen,
want het levend water van Gods Geest
maakt dorstig land tot waterbronnen.
De woestijn zal bloeien als een roos.
En de steppe zal jubelen en juichen,
want het levend water van Gods Geest
maakt dorstig land tot waterbronnen.
2
Sta op! Sion en juich,
want de HERE heeft u verlost.
Want de lamme zal springen als een hert
en de stomme zal jubelen en juichen.
Lai, lai, lai...
Sta op! Sion en juich,
want de HERE heeft u verlost.
Want de lamme zal springen als een hert
en de stomme zal jubelen en juichen.
Lai, lai, lai...
het lied wor& in zijn geheel herhaald,
afsluiten met nogmaals:
'Lai, lai, lai lai, lai, lai.
--*405
#3
1
Dat eens de Heer zal komen
Dat eens de Heer zal komen
in deze wereldtijd
en langvervlogen dromen
vertaalt in werk'lijkheid;
de volkeren zal dopen
in vrede en in recht
daar mogen wij op hopen,
Hij doet al wat Hij zegt.
2
Dat eens de Heer zal komen
met allen, groot en klein,
die door de dood ontnomen
allang gestorven zijn,
om ieder vrij te kopen
die dan nog wordt geknecht
daar mogen wij op hopen,
Hij doet al wat Hij zegt.
3
Dat eens de Heer zal komen
en heel de schepping juicht,
de bloemen en de bomen,
de zon, de maan zich buigt,
de wolf het lam leert lopen,
de leeuw niet langer vecht
daar mogen wij op hopen,
Hij doet al wat Hij zegt!
--*406
#4
1
Eens zal op de grote morgen
Eens zal op de grote morgen
klinken het bazuingeschal,
dan zal Jezus wederkomen
als de Rechter van 't heelal.
refrein
Wie zal op die grote morgen
buigen voor die majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?
2
Eens zal op de grote morgen
t mensdom zwijgen eind'lijk stil:
dan zal Jezus Christus vragen:
'Wat deed u om mijnentwil?'
refrein
3
Eens zal op de grote morgen
Jezus' macht worden erkend:
dan zal ieder mens beseffen,
dat Gods Woord geen leugens kent.
refrein
4
Eens zal op de grote morgen
blank en bruin worden vereend:
kleur of ras is niet belangrijk,
maar Gods gunst aan ons verleend.
refrein
--*407
#4
1
Hij komt, Hij komt, Hij is Koning
Hij komt, Hij komt, Hij is Koning
die de zondemacht overwon;
Hij maakt ons hart tot zijn woning,
die zijn werk in ons begon.
refrein:
Alle volkeren zal Hij verlichten
tot niet één meer onrecht doet
en het rijk van zijn liefde stichten,
waar vrede het recht ontmoet.
2
Hij komt, Hij komt, als de hoogste,
die de minste werd is de Heer;
verdrukten zal Hij vertroosten,
wie hoog is werpt Hij neer.
refrein
3
Hij komt, Hij komt vol genade,
Hij die heilig is kocht ons vrij;
Het leed het loon van een kwade,
met het zijne zegent Hij.
refrein
4
Hij komt, Hij komt alle dingen
maakt Hij stralend nieuw, maakt Hij goed;
verhoog de Heer dan met zingen,
ga Hem juichend tegemoet.
refrein
--*408
#5
1
Hosanna, hosanna, de Kooing komt
Hosanna, hosanna, de Koning komt
in de Naam van de God van Israël.
Hosanna, hosanna, de Koning komt
in de Naam van de God van Israël.
refrein
Hosanna, hosanna, de Koning van Israël.
Hosanna, hosanna, de Koning van Israël.
2
Wees welkom, wees welkom, o Vredevorst,
in de Naam van onze God van Israël.
Wees welkom, wees welkom, o Vredevorst,
in de Naam van onze God van Israël.
refrein
3
Hij geeft ons het leven en overvloed
in de Naam van de God van Israël.
Hij geeft ons het leven en overvloed
in de Naam van de God van Israël.
refrein
4
Gij breng ten verkondigt het jubeljaar
in de Naam van de God van Israël.
Gij brengt en verkondigt het jubeljaar
in de Naam van de God van Israël.
refrein
5
Gij zendt van de Vader de heil'ge Geest
in de Naam van de God van Israël.
Gij zendt van de Vader de heil'ge Geest
in de Naam van de God van Israël.
refrein
--*409
#4
1
Ik zie een poort wijd open staan
Ik zie een poort wijd open staan,
waardoor het licht komt stromen.
Van 't kruis, waar 'k vrij'lijk heen mag gaan
om vrede te bekomen.
refrein
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open, ook voor mij!
Voor mij, voor mij,
staat open, ook voor mij.
2
Die open poort laat d'ingang vrij
aan wie komt binnen vlieden;
aan rijk en arm, aan u en mij
komt Jezus vrede bieden.
refrein
3
Die open poort leidt tot Gods troon;
gaat door, laat niets u hind'ren.
Neemt op uw kruis, aanvaardt de kroon,
die God biedt aan zijn kind'ren.
refrein
4
In 't hemelrijk voor Jezus' troon,
daar leidt het kruis tot zegen.
Daar dragen wij voor kruis een kroon,
door Jezus' bloed verkregen.
refrein
--*410
#4
1
Jeruzalem
Jeruzalem, o eeuw'ge gouden stad.
Stad van het licht, waar iedereen op wacht.
De gouden zon, de heuvels in het rond, de heil'ge stede,
stad van Gods verbond.
2
Jeruzalem, geef dat wij door uw poort
komen tot u en leven naar Gods woord.
De stad waar droefheid niet meer zal bestaan,
Jeruzalem, laat mij naar binnen gaan.
3
Jeruzalem, de stad waar liefde woont,
de plaats waar God in licht en glorie troont:
geen rouw, geen nood, geen onrust en geen haat breng ons, o Heer, daar waar uw stede staat.
4
Jeruzalem, 'k aanschouw met eigen oog
eens uw contouren aan de hemelboog,
aIs ik verlost en horend naar Gods stem
zal ingaan tot het nieuw Jeruzalem.
--*411
#2
1
Jezus leeft in eeuwigheid
refrein
Jezus leeft in eeuwigheid.
Zijn sjalom wordt werkelijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.
Straks als er een nieuwe dag begint
en het licht het van het duister wint,
mag ik bij Hem binnengaan,
voor zijn troon gaan staan,
hef ik daar mijn loflied aan:
refrein
2
Straks wanneer de grote dag begint,
en het licht voor altijd overwint,
zal de hemel opengaan,
komt de Heer er aan,
heffen wij dit loflied aan:
refrein 2
Jezus komt in heerlijkheid,
zijn sjalom wordt wereldwijd.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van ons leven.
--*412
#4
1
Kom, leeuw van Juda
refrein 1
Kom, Leeuw van Juda, o kom. (4 maal)
Eer aan het Lam dat zit op de troon. (4 maal)
refrein 1
2
U bent de Koning en U heerst (4 maal)
refrein 1
3
Machtige God, verheerlijk uw Naam. (4 maal)
refrein 1
4
Kom met uw kracht, o sterke God. (4 maal)
refrein 2
Maranatha, ja Hij komt. (4 maal)
--*413
#4
1
Lichtstad met uw paarlen poorten
Lichtstad met uw paarlen poorten,
wond're stad zo hoog gebouwd,
nimmer heeft men op deze aarde,
ooit uw heerlijkheid aanschouwd.
refrein
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist'ren naar zijn liefdesstem,
daar geen rouw meer en geen tranen
in het nieuw Jeruzalem.
2
Heilig oord vol licht en glorie,
waar de boom des levens bloeit
en de stroom van levend water
door de gouden Godsstad vloeit.
refrein
3
Schoon tehuis voor moede pelgrims,
komend uit de zandwoestijn,
waar zij rusten van hun werken
bij de springende fontein.
refrein
4
Wat een vreugde zal dat wezen
straks vereend te zijn met Hem
in de stad met paarlen poorten
in het nieuw Jeruzalem.
refrein
--*414
#1
1
Maranatha!
Maranatha! De Heer komt spoedig!
Maranatha! Kom spoedig Heer!
--*415
#1
1
Sjalom ha Masjieach
Sjalom, sjalom sjalom ha Masjieach,
sjalom, sjalom, sjalom!
--*416
#3
1
Spoedig zal komen de hemelse Heer
Spoedig zal komen de hemelse Heer,
een komst die de wereld verbaast.
Tijd om te dromen heb je niet meer,
de boodschap van God heeft nu haast.
Gaat in de wereld en kondigt het aan
dat mensen de tijden profetisch verstaan.
refrein
Bewaar ons Heer,
dat onberispelijk rein
ons leven blijkt te zijn.
Geen vlek of rimpel meer,
wannneer U komt in heerlijkheid,
Macht en majesteit.
Laat ons leven door uw Geest
geheiligd zijn!
2
God heeft de dagen der mensen geteld,
de tijd van de wereld is kort.
Rampen en slagen en dreigend geweld
heeft Hij reeds voorzegd in zijn Woord.
Leer ons geloven en staan in uw kracht,
maak ons een gemeente,
die bidt en die wacht.
refrein
3
Zie, in het oosten het licht van de dag,
de nacht loopt nu spoedig ten eind!
Dit zal ons troosten en sterken met kracht:
Dat Hij op de wolken verschijnt.
Laten wij leven in heilig geloof,
dat Hij zal vervullen wat Hij heeft beloofd!
refrein
--*417
#2
1
Zegen, aanbidding,
kracht, overwinning,
ere zij de eeuwige God.
Laat elke natie,
elke creatie
buigen voor de eeuwige God.
Elke tong in hemel,
op aard' zal uw macht belijden.
Elke knie buigt neer voor uw troon,
aanbiddend.
U wordt hoog verheven, o God
en oneindig is uw heerschappij,
o, eeuwige God.
herhalen vanaf het begin en vervolgen met:
2
De aarde wordt vol van uw koninkrijk.
Zing nu voor de eeuwige God.
Geen andere macht is aan U gelijk.
Zing nu voor de eeuwige God.
Elke tong in hemel,
op aard' zal uw macht belijden.
Elke knie buigt neer voor uw troon,
aanbiddend.
U wordt hoog verheven, o God
en oneindig is uw heerschappij,
o, eeuwige God.
o, eeuwige God.
o, eeuwige God.
--*418
#3
1
Advent is dromen
keervers 1:
Advent is dromen dat Jezus zal komen,
dromen van vrede voor mensen van heden.
Advent is dromen dat Jezus zal komen.
En weer in geuren en kleuren herhalen
wat wij al weten uit oude verhalen:
herders en sterren, een stal en een kind,
omdat het Kerstfeest weer begint.
keervers 1
2
Iedere week weer een licht ontsteken
vlammen van vuur voor de komende weken,
tekens van hoop in de duisternis,
omdat het bijna Kerstfeest is.
keervers 2
Advent is dromen dat Jezus zal komen,
dromen als 't moet dat Hij komt voorgoed.
Advent is dromen dat Jezus zal komen.
3
Niet als een kind en niet in een kribbe
maar als een vredevorst hier in ons midden,
dan is er nergens verdriet meer of pijn,
dan zal het altijd Kerstfeest zijn.
--*419
#1
1
Als ik mij herinner wat Hij deed voor mij,
dan keer ik nimmermeer terug, halleluja.
Als ik mij herinner wat Hij deed voor mij,
dan keer ik nimmermeer terug.
Nee nooit, nooit, nee, nooit,
dan keer ik nimmermeer terug, halleluja.
Als ik mij herinner wat Hij deed voor mij,
dan keer ik nimmermeer terug.
--*420
#2
1
Als je bidt zal Hij je geven
refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja. halleluja,
halleluja, halleluja.
Als je de Vader vraagt om 'n brood
geeft Hij je zeker nooit een steen.
Al je gebeden klein of groot,
heus Hij vergeet er niet een.
refrein
2
Als je mijn Vader iets wil vragen,
vraag in mijn Naam, ik zal het doen.
Ik ben met je alle dagen.
Ik ben dezelfde als toen.
refrein
--*421
#1
1
Ben je groot of ben je klein
Ben je groot of ben je klein of ergens tussen in:
God houdt van jou.
Ben je dik of ben je dun of ben je blank of bruin:
God houdt van jou.
Hij kent je als je blij bent,
Hij kent je als je baalt.
Hij kent je als je droevig bent,
Hij kent je als je straalt.
Het geeft niet of je knap bent,
Het geeft niet wat je doet:
God houdt van jou,
Hij is vol liefde.
God houdt van jou.
--*422
#4
1
Als je geen liefde hebt voor elkaar,
vallen de dromen in duigen.
Dromen van vrede worden niet waar,
kwaad is niet om te buigen.
refrein:
Als je geen liefde hebt voor elkaar
leef je buiten Gods gloria.
Als je geen liefde hebt voor elkaar
leef je buiten Gods gloria.
2
Als je geen antwoord geeft op verdriet,
zullen de tranen niet drogen.
Als je het leed in de wereld niet ziet,
worden Gods woorden verbogen.
refrein
3
Als je geen oog hebt voor het gemis,
als je geen brood weet te delen,
denk dan aan Jezus die brood en die vis
uit liefde deelde met velen.
refrein
4
Als je geen liefde hebt voor elkaar,
is er geen hoop meer op zegen.
Kinderen, maak de liefde toch waar;
schrijf het op alle wegen:
refrein
--*423
#4
1
De grote mensen durven niet
naar 1 Samuel 17
De grote mensen durven niet,
heel Israël is bang, voor Goliath,
de grote reus, die sterk is en heel lang.
2
Daar staat hij midden in het dal,
hij lacht hen uit en spot:
'Waar blijft de man die vechten zal,
en waar is jullie God?'
3
Maar David met zijn herdersstok
gaat helemaal alleen
de berg af naar die grote reus
en doodt hem met een steen.
4
Reus Goliath, reus Goliath,
't is uit met jouw geweld,
want David heeft op God vertrouwd
en David is een held.
--*424
#3
1
Amen, Jezus is mijn vriend
refrein
Amen, Jezus is mijn vriend.
Amen, Jezus is mijn vriend.
Dat kan ik steeds weer zingen,
ied're dag.
Hij is een vriend van mij.
Hij kent mij beter dan een ander,
Hij kent mij beter dan een ander,
dat Hij mij liefheeft is een wonder.
Hij is een vriend van mij.
Amen, amen.
refrein
2
Hij houdt mij vast wanneer het moeilijk gaat,
Hij houdt mij vast wanneer het moeilijk gaat.
Ik weet: Hij luistert als ik met Hem praat.
Hij is een vriend van mij.
Amen, amen.
refrein
3
Zeg, weet je dat Hij heel gauw komen zal?
Zeg, weet je dat Hij heel gauw komen zal?
Doe net als ik, vertel het overal.
Hij is een vriend van mij.
Amen, amen.
refrein
--*425
#1
1
Dit is de dag
Dit is de dag, dit is de dag,
die de Heer ons geeft, die de Heer ons geeft.
Weest daarom blij, weest daarom blij
en zingt verheugd en zingt verheugd.
Dit is de dag die de Heer ons geeft.
Weest daarom blij en zingt verheugd.
Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft.
--*426
#4
1
Dank U voor de wond'ren
Dank U voor de wond'ren die gebeuren;
dank U voor de bloemen in het veld.
Dank U dat uw schepping vol met kleuren
van uw liefde voor een mens vertelt.
refrein
Dank, dank, dank o Heer
U blijft altijd bij ons Heer.
Amen, amen, amen.
2
Dank U voor die duizend mooie dingen;
dank U voor uw liefde elke dag.
Dank U dat als zorgen mij omringen
ik eenvoudig bij U komen mag.
refrein
3
Dank U voor het zonlicht in de straten;
dank U voor de sterren in de nacht.
Dank U dat als vrienden mij verlaten
U vanuit de hemel naar mij lacht.
refrein
4
Dank U voor het wonder in mijn leven;
dank U voor uw Geest en voor uw kracht.
Dank U dat U alles hebt gegeven,
dat U alles voor mij hebt volbracht.
refrein
--*427
#7
1
De Heer is waarlijk opgestaan
refrein
De Heer is waarlijk opgestaan,
halleluja!
Jezus deed de dood teniet.
Zing daarom het hoogste lied.
refrein
2
Vrouwen uit Jeruzalem,
kwamen vroeg en zochten Hem.
refrein
3
En hoe groot was hun verdriet
want zij vonden Jezus niet.
refrein
4
Maar een engel sprak hen aan:
'Die gij zoekt is opgestaan.'
refrein
5
'Denkt toch aan zijn eigen woord,
dat gij vroeger hebt gehoord.'
refrein
6
'Hij, de grote mensenzoon,
gaat door 't graf heen naar zijn troon.'
refrein
7
'Zoekt Hem bij de doden niet,
maar zingt mee het hoogste lied.'
refrein
--*428
#3
1
Dit is mijn hand en dat mijn voet
naar 1 Corinthiërs 12:12-27
Dit is mijn hand en dat mijn voet.
'k Heb ze allebei nodig;
waar moet ik heen als één het niet doet?
Niets is er overbodig.
'k Heb mijn voeten nodig om te lopen
en mijn handen om mijn schoenen vast te knopen.
Hand, voet, knie, oog, oor, neus, keel,
Alles is nodig, niets te veel.
Alles is nodig, niets te veel.
2
Mijn hand kan niet zeggen tegen mijn voet:
'Ik heb jou niet nodig.'
Stel je eens voor, dan ging het niet goed.
Niets is er overbodig.
Want al kan ik met mijn handen ballen,
zonder m'n voeten zou ik op mijn snufferd vallen.
Hand, voet, knie, oog, oor, neus, haar,
alles is nodig voor elkaar.
Alles is nodig voor elkaar.
3
Ik ben de hand en jij de voet;
wij zijn allebei nodig.
Wat ik niet kan, kun jij juist goed.
Niemand is overbodig.
Jij bent gemaakt om mee te spelen,
te lachen en te huilen en alles mee te delen.
Niemand is minder, niemand is meer.
Ieder is nodig bij de Heer.
Ieder is nodig bij de Heer.
--*429
#4
1
Een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede in mijn hart.
Een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede,
een rivier vol van vrede in mijn hart.
2
Een fontein vol van blijdschap
Een fontein vol van blijdschap
Een fontein vol van blijdschap in mijn hart.
Een fontein vol van blijdschap
Een fontein vol van blijdschap
Een fontein vol van blijdschap in mijn hart.
3
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart.
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus
Ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart.
4
Een rivier vol van vrede,
een fontein vol van blijdschap,
ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart.
Een rivier vol van vrede
een fontein vol van blijdschap,
ik heb lief als mijn Jezus in mijn hart.
--*430
#3
1
Een wijs man
naar Mattheüs 7: 24-27
Een wijs man bouwde zijn huis op de rots,
een wijs man bouwde zijn huis op de rots,
een wijs man bouwde zijn huis op de rots
en de regen stroomde neer
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en het huis op de rots stond vast.
2
Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
een dwaas man bouwde zijn huis op het zand
en de regen stroomde neer
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en de regen stroomde neer en de vloed kwam op
en het huis stortte in met een plof.
3
Dus bouw je huis op Jezus, de Rots,
dus bouw je huis op Jezus, de Rots,
dus bouw je huis op Jezus, de Rots
en de zegen daalt dan neer
en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op,
en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op,
em de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op.
bouw je levenshuis op Hem.
--*431
#5
1
Er is geen plaats
melodie 1
Er is geen plaats, er is geen plaats,
Zache?s is te klein.
maar haastig klimt hij in een boom
om er toch bij te zijn.
2
melodie 2
Daar zit die kleine tollenaar,
daar zit hij, hoog en droog.
De mensen kunnen hem niet zien,
naar Jezus kijkt omhoog.
3
melodie 1
'Zache?s, waarom schuil je weg,
zo angstig als een muis?
Zache?s, kom vlug uit je boom
en breng Mij in jouw huis.'
4
melodie 2
Zache?s gaat met Jezus mee,
de mensen zijn verrast:
Zache?s is een tollenaar
en Jezus is zijn gast.
5
melodie 1
Want Jezus, die de mensen kent,
Hij roept ze bij hun naam:
De ware Zoon van Abraham
laat niemand buiten staan!
--*432
#1
1
From the rising of tbe sun
naar Psalm 113: 2, 3
From the rising of the sun
to the going down of the same
the Name of the Lord shall be praised.
From the rising of the sun
to the going down of the same
the Name of the Lord shall be praised.
Praise ye the Lord.
Praise ye the Lord.
From the rising of the sun
to the going down of the same
the Name of the Lord shall be praised.
lied herhalen
--*433
#3
1
God, die alles maakte
God, die alles maakte,
de lucht en 't zonlicht blij,
de hemel, zee en aarde,
zorgt ook voor mij.
2
God die 't gras gemaakt heeft,
de bloemen in de wei,
de bomen, vruchten, vogels,
zorgt ook voor mij.
3
God die alles maakte,
de maan, de sterrenrij,
als duist're wolken komen,
zorgt steeds voor mij.
--*434
#4
1
God zal met ons zijn
refrein
God zal met ons zijn,
God is Immanuel.
God zal met ons zijn,
de God van Israël.
Jezus is de bron waardoor je leven mag.
Ja, Hij is de vriend bij wie je schuilen mag.
Al maken we fouten, maar hebben berouw,
Hij zal ons vergeven, Jezus blijft ons trouw.
refrein
2
Jezus is de Koning van ons mensen klein,
vil voor de Redder van de wereld zijn.
Hij vraagt Hem te volgen, in zijn spoor te gaan.
Hij is onze Koning, Hij kent onze naam.
refrein
3
God zal met u zijn
naar Mattheüs 2:9-12
refrein 1
God zal met u zijn,
God is Immanu?l.
God zal met u zijn,
de God van Israël;
Ver weg van het Kindje, ver weg, overal,
weet je dat die Koning bij ons blijven zal?
Ver weg in het oosten, waar wij gaan of staan,
Hij zal bij ons blijven, Jezus is zijn naam
refrein 2:
God zal met ons zijn,
God is Immanu?l.
God zal met ons zijn,
de God van Israël.
4
Jezus is de Koning, Hij is nu nog klein.
Straks zal Hij de Redder van de wereld zijn.
Ver weg in het oosten, waar wij gaan of staan,
Hij is onze Koning, Hij kent onze naam
refrein 2
--*435
#2
1
'k Heb Jezus nodig
'k Heb Jezus nodig, heel mijn leven.
'k Heb Jezus nodig, dag aan dag,
in m'n handel, in m'n wandel,
in m'n slapen en ontwaken,
'k heb Hem nodig, dag aan dag.
2
'k Wil Jezus volgen, heel mijn leven,
'k Wil Jezus volgen, dag aan dag
in m'n handel, in m'n wandel,
in m'n slapen en ontwaken,
'k wil Hem volgen, dag aan dag.
--*436
#2
1
H,, jij daar, heb je 't al gehoord
refrein:
H,, jij daar, heb je 't al gehoord?
Groot nieuws voor alle mensen.
H,, jij daar, heb je 't al gehoord?
Het nieuws is ook voor jou!
Het grote nieuws dat ik vertel
is dat God van jou houdt
en dat Hij voor jou zorgen wil
als jij op Hem vertrouwt:
laat het horen!
refrein
2
Want dit nieuws loopt als een vuur,
het gaat van mond tot mond.
Luister goed en doe als wij:
vertel het in het rond:
laat het horen!
refrein
--*437
#1
1
Het gaat niet zomaar één-twee-drie
tsjingelingeling tsjeng boem tsji tsji.
We moeten doen wat Jezus zei
want dat zet zoden aan de dijk.
Het gaat niet zomaar één-twee-drie
tsjingelingeling tsjeng boem tsji, tsji,
dus bidden wij en werken wij
voor Jezus' Koninkrijk.
lied herhalen
--*438
#3
1
Ho! Stop! Sta eens even stil
Als je in de trein zou stappen
en je zou niet weten waar je heen wou gaan
heen wou gaan
kon je beter in je warme bedje
blijven liggen zonder op te staan
op te staan
alles gaat uiteindelijk mis,
aIs je niet weet wie Jezus is.
refrein:
Ho! Stop! Sta eens even stil.
Waar wou je heengaan
of maakt het geen verschil?
Ho! Stop! Ga er niet van door.
je bent er toch niet zomaar,
leeft ergens voor.
2
Als je in het donker wandelt
kun je niet goed kijken waar je heen wilt gaan
heen wilt gaan.
Daarom heb je Jezus nodig,
want Hij steekt een lichtje in je leven aan
je leven aan
reken maar dat jij je vergist
als je het Licht
van de wereld mist.
refrein
3
Als je in de put zou vallen
en je zou voor niemand meer te horen zijn,
horen zijn
zat je daar te kniezen in de duisternis
en alles zou verloren zijn
verloren zijn
Weet je als het donker wordt,
Jezus' arm is nooit te kort.
refrein
Ho! Stop
--*439
#3
1
Hoger dan de blauwe luchten
en de sterretjes van goud
woont de Vader in de hemel
die van alle kind'ren houdt.
2
Ook voor zieke kind'ren zorgt Hij,
kent hun tranen en hun pijn,
ja, voor groten en voor kleinen
wil de Heer een helper zijn.
3
Daarom vragen wij eerbiedig,
vouwen onze handjes saam:
Heer die altijd naar ons luistert,
neem nu ons gebedje aan. Amen.
---
*440
#3
1
Hoor, de vogels zingen weer.
Wat doe jij, wat doe jij?
Samen danken zij de Heer.
Wat doe jij?
refrein
Dank de Heer voor elke dag,
die je van Hem leven mag.
Vogels doen dat telkens weer,
wat doe jij?
2
Vogels maken zich niet druk,
wat doe jij, wat doe jij?
zingen zomaar van geluk:
Wat doe jij?
refrein
3
Vogels leven vrij en blij,
wat doe jij, wat doe jij?
God de Vader danken zij.
Wat doe jij?
refrein
--*441
#1
1
I found the happy side of lif,.
I found the happy side of lif,.
With Jesus as my Saviour,
I found the way, goin' along, singin' a song,
ev'ry single passin' day.
I found the happy side of lif,.
I found the happy side of lif,.
With Jesus as my Saviour,
I found the way.
I found the happy side of
I found the happy side of
I found the happy side of life!
--*442
#4
1
Ik draag de wapenrusting van God
naar Ef,zi?rs 6: 13-17
Ik draag de wapenrusting van God,
ik leef naar zijn gebod
en ik strijd de goede strijd.
2
Ik draag de wapenrusting van God,
ik leef naar zijn gebod
en ik strijd de goede strijd.
3
Ik heb het schild van geloof,
de helm van het heil,
mijn zwaard is Gods woord,
ja, ik strijd en overwin!
4
Ik heb het schild van geloof,
de helm van het heil,
mijn zwaard is Gods woord,
ja, ik strijd en overwin!
--*443
#3
1
Ik volg de Heer
Ik volg de Heer, (ik volg de Heer)
Want Hij is goed (want Hij is goed)
Hij weet de weg (Hij weet de weg)
en hoe het moet (en hoe het moet).
Hij houdt van mij (Hij houdt van mij)
Hij is overal (Hij is overal)
de Herder die mij leiden zal.
2
Soms gaan we door (soms gaan we door)
gevaarlijk land (gevaarlijk land).
Dan loopt Hij voor (dan loopt Hij voor)
en in zijn hand (en in zijn hand)
houdt Hij de staf (houdt Hij de staf)
en neemt ons mee (en neemt ons mee).
Het is soms zwaar, maar toch okee!
3
Een leeuw die brult (een leeuw die brult)
of een beer die bromt (of een beer die bromt).
De Herder kijkt (de Herder kijkt)
wat of er komt (wat of er komt).
Hij is als een muur (Hij is als een muur)
rondom ons heen (rondom ons heen),
Hij laat ons nooit, nee, nooit alleen!
--*444
#4
1
Ik zegen jou in Jezus' Naam
Hij bewijst zijn trouw.
Ik zegen jou in Jezus' Naam:
Hij blijft bij jou.
2
Een bloem die in de schaduw groeit
houdt zijn blaadjes dicht.
Een bloem bloeit open in de zon,
groeit naar het licht
3
Wanneer het leven tegenvalt
mensen doen je zeer bedenk: op wie de regen valt
groeit naar de Heer.
4
Ik zegen jou in Jezus' Naam
Hij bewijst zijn trouw.
Ik zegen jou in Jezus' Naam:
Hij blijft bij jou.
--*445
#2
1
Ik zag een kuikentje,
dat bij zijn moeder zat.
Onder haar vleugels,
waar het veilig zat
tegen regen, tegen zonneschijn.
Heer, zo wil ik bij U zijn.
refrein
In de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, wil ik schuilen,
in de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, o Heer.
tussenzang
U bent mijn toevlucht
U bent mijn sterkte,
U bent mijn schuilplaats, U, o Heer.
refrein
In de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, wil ik schuilen,
in de schaduw van Uw vleugels
wil ik schuilen, o Heer.
2
Ik zag een kuikentje
dat bij zijn moeder zat
onder haar vleugels
waar het veilig zat.
Zoals dat kuikentje,
klein en teer,
wil ik schuilen, o Heer.
--*446
#2
1
Ik zit op het puntje van mijn stoel,
het is zo spannend,
en ik ga op m'n tenen staan,
ik ben verlangend
naar die ene grote dag
dat ik Hem ontmoeten mag.
O, o, o, het is zo spannend.
tussenzang
Een hele nieuwe hemel,
een hele nieuwe tijd,
een hele nieuwe aarde
vol gerechtigheid.
En dat is vrede voor de mensen,
een wereld zonder grenzen,
voor iedereen te eten
en niemand wordt vergeten.
Vlaggen in de boom, sjalom, sjalom.
2
Ik zit op het puntje van mijn stoel,
in 't rond te speuren,
en ik ga op m'n tenen staan,
het gaat gebeuren,
dat de wereld nieuw zal zijn
zonder ziekte, zonder pijn.
O, o, o, het gaat gebeuren.
--*447
#1
1
Is je deur nog op slot?
Is je deur nog op slot?
Van je krr krr krr, doe 'm open voor God,
want de Heer wil bij je wonen
en dan ben je nooit alleen.
Je hart is net een huisje waar het gezellig is,
maar 't is er nog zo donker.
Er is iets wat ik mis!
Is je deur nog op slot?
Is je deur nog op slot?
Van je krr krr krr, doe 'm open voor God,
want de Heer wil bij je wonen
en dan ben je nooit alleen!
---
*448
#3
1
Je hoeft niet bang te zijn,
al gaat de storm tekeer.
Leg maar gewoon je hand
in die van onze Heer.
2
Je hoeft niet bang te zijn,
als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur
rondom je leven zijn.
3
Je hoeft niet bang te zijn,
al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft,
als jij je ogen sluit.
--*449
#3
1
Jericho, Jericho
naar Jozua 6
refrein
Jericho, Jericho,
is een sterke stad, dat zie je zo!
Als wij Jericho niet winnen,
komen wij het land niet binnen,
en ons volk zal blijven staan,
aan de poort van Kana"n.
refrein
2
God geeft Jozua een teken:
trek de stad om zonder spreken,
doe dat zeven dagen lang,
Ik strijd voor U, wees niet bang.
refrein
3
Maar als de bazuinen schallen,
gaan wij juichen met z'n allen,
en de muren, dubbeldik,
vallen in elkaar van schrik.
--*450
#2
1
Jesus' love is very wonderful.
Jesus' love is very wonderful.
Jesus' love is very wonderful,
so wonderful love.
So high you can't get over it,
so deep you can't get under it.
So wide you can't get around it.
Oh, wonderful love.
2
Zie, hoe groot Jezus' liefde is.
Zie, hoe groot Jezus' liefde is.
Zie, hoe groot Jezus' liefde is.
Zijn liefde is groot.
Zo hoog, je kunt er niet overheen,
zo diep, je kunt er niet onderdoor,
zo wijd, je komt er niet omheen.
Zijn liefde is groot.
--*451
#1
1
Jezus houdt van alle kleine kinderen,
Jezus houdt van alle kleine kinderen,
Jezus houdt van alle kleine kinderen,
alle kleine kind'ren mogen komen.
Eén kleine, twee kleine, drie kleine kinderen,
vier kleine, vijf kleine, zes kleine kinderen,
zeven kleine, acht kleine, negen kleine kinderen,
alle kleine kind'ren mogen komen.
varianten zijn hier mogelijk, zoals
'zieke kinderen', 'grote mensen' etc.
--*452
#2
1
Jezus is de Goede Herder
refrein
Jezus is de Goede Herder.
Jezus, Hij is overal.
Jezus is de Goede Herder,
brengt mij veilig naar de stal.
Als je 'savonds niet kunt slapen
en je bang in 't donker bent,
denk dan eens aan al die schaapjes,
die de Heer bij name kent.
refrein
2
En wanneer je soms alleen bent
en je hart is vol verdriet,
denk dan aan de goede Herder,
Hij vergeet zijn schaapjes niet.
refrein
--*453
#5
1
Jozef zoekt zijn grote broers
naar Genesis 37, 39-45
Jozef zoekt zijn grote broers,
alle tien zijn ze jaloers,
op zijn jas en op zijn dromen.
Als ze Jozef aan zien komen,
wordt zijn mantel afgerukt.
Diep zit Jozef in de put.
2
Met een slavenkaravaan
moet hij naar Egypte gaan.
Alle dromen zijn vergeten,
heel veel kwaad wordt hem verweten.
Jozef die onschuldig is
komt in de gevangenis.
3
Lange jaren gaan voorbij,
maar de Heer is hem nabij.
Nieuwe dromen worden wakker
door de schenker en de bakker.
Maar de schenker, hij vergeet
al wat Jozef voor hem deed.
4
Farao hoog op zijn troon
droomt een wonderlijke droom.
Daarom laat hij Jozef komen
en dan worden alle dromen
van de koe en de korenaar
en de maan en sterren waar.
5
God heeft alles omgekeerd,
Jozef wordt als vorst vereerd,
en het kwade valt in duigen
en de broers, ze moeten buigen:
zo houdt God door Jozefs hand
't volk van Israël in stand.
--*454
#3
1
Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht,
dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht.
En Hij wenst, dat ieder tot zijn ere schijn',
jij in jouw klein hoekje en ik in 't mijn'!
2
Jezus zegt, dat Hij ieders kaarsje ziet,
of het helder licht geeft, of ook bijna niet.
Hij ziet uit de hemel of wij lichtjes zijn,
jij in jouw klein hoekje en ik in 't mijn1
3
Jezus zegt ons ook, dat 't zo donker is,
overal op aarde zonde en droefenis.
Laat ons dan in 't duister held're lichtjes zijn,
jij in jouw klein hoekje en ik in 't mijn'.
--*455
#2
1
Kijk daar: een metselaar
naar 1 Petrus 2: 46
Kijk daar: een metselaar.
Hij bouwt een huis van steen.
Alle stenen netjes naast elkaar,
een huis voor iedereen.
refrein
Eén voor één, steen voor steen,
muren, deuren en ramen
één voor één, steen voor steen,
niet alleen, maar
samen vormen zij een huis,
samen, muren deuren en ramen.
Samen vormen zij een huis,
samen.
2
De Heer bouwt ook zijn huis,
daar zijn wij de stenen van.
leder heeft zijn plekje in dat huis,
dat God er wonen kan.
refrein:
Eén voor één, steen voor steen,
muren, deuren en ramen
één voor één, steen voor steen,
niet alleen, maar
samen zijn wij het huis van de Heer,
samen, zoveel verschillende namen,
samen zijn wij het huis van de Heer,
samen.
Samen zijn wij het huis van de Heer,
samen, zoveel verschillende namen,
samen zijn wij het huis van de Heer,
samen.
Amen
--*456
#2
1
Kijk eens om je heen,
kijk eens om je heen,
geef elkaar de hand,
je bent niet alleen.
Want wij moeten samen delen,
samen zingen, samen spelen.
Ook al zijn wij nog maar klein:
samen spelen is pas fijn.
2
Kijk eens om je heen,
kijk eens om je heen,
wij zijn in de wereld
niet alleen.
God kent ieder kind bij name,
zeg maar ja en zeg maar amen.
Ook al zijn we nog maar klein,
God wil onze Vader zijn.
--*457
#4
1
Klein, klein kindje
bij Exodus 2: 1-10
Klein, klein kindje,
je leven loopt gevaar.
Ik maak een biezen mandje
en morgen is het klaar.
2
Klein, klein kindje,
dit mandje wordt een boot.
Daarmee moet jij gaan varen
op leven of op dood.
3
Klein, klein kindje,
ik zet je tussen het riet.
Wie weet gebeurt het wonder
dat de prinses je ziet.
4
Klein, klein kindje,
als de prinses jou vindt,
dan gaat je boot niet onder:
jij bent een koningskind.
--*458
#4
1
Laat zo je licht maar schijnen
naar Mattheüs 5: 16
Laat zo je licht maar schijnen
bij alles watje doet,
zodat de mensen zeggen:
God is goed!
2
God is liefde,
God is ... God is goed!
3
Laat zo je licht maar schijnen
bij alles watje doet,
Zodat de mensen zeggen:
God is goed!
tegenstem
4
God is liefde.
God is... goed!
--*459
#3
1
Lees je bijbel, bid elke dag,
bid elke dag, bid elke dag.
Lees je bijbel, bid elke dag,
dat je groeien mag,
dat je groeien mag,
dat je groeien mag.
Lees je bijbel, bid elke dag,
dat je groeien mag.
2
Read your bible, pray every day,
pray every day, pray every day.
Read your bible, pray every day,
if you want to grow,
if you want to grow,
if you want to grow.
Read your bible, pray every day,
if you want to grow.
3
Lis ta bible, prie chaque jour,
prie chaque jour, prie chaque jour.
Lis ta bible, prie chaque jour,
quand tu veux grandir,
quand tu veux grandir,
quand tu veux grandir.
Lis ta bible, prie chaque jour,
quand tu veux grandir.
--*460
#1
1
Komt, laat ons zingen (x) vandaag,
zingen vandaag,
zingen tot de eer van God.
Komt, laat ons zingen vandaag,
zingen vandaag,
zingen tot de eer van God.
(x) herhalen, met in plaats van 'zingen'
bijvoorbeeld: klappen, prijzen, juichen,
springen, dansen, bidden, met daarbij passende gebaren en bewegingen.
--*461
#3
1
Liefde, blijdschap, vrede
naar Galaten 5:22-24
refrein
Liefde, blijdschap, vrede,
goedheid en ook trouw,
wil de Heer je leren
door de heil'ge Geest in jou.
Het is vaak moeilijk om goed te doen
en echt voor God te leven.
Daarom heeft de Heer als hulp voor ons
zijn heil'ge Geest gegeven.
refrein
2
Waar je ook bent en wat je ook doet,
Hij wil je steeds weer leren
om door je hele doen en laten heen
de Vader te vereren. refrein
3
Wanneer Gods Geest je leven leidt,
dan zul je pas gaan merken,
dat zijn aanwezigheid je vrede geeft
en altijd zal versterken.
refrein
Liefde, blijdschap, vrede,
goedheid en ook trouw,
wil de Heer je leren
door de heil'ge Geest in jou,
door de heil'ge Geest in jou,
door de heil'ge Geest in jou.
--*462
#3
1
Maak een vrolijk geluid voor de Heer,
of je thuis bent of buiten op straat.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer
met de bel van je fiets op de maat.
Want een vrolijk geluid maakt Hem blij.
Doe je mee, want ook jij hoort er bij.
Zing en fluit!
Roep het uit!
Maak een vrolijk geluid voor de Heer.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer.
2
Maak een vrolijk geluid voor de Heer,
of je bruin bent of sproetig of blond.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer
met je hand of je voet of je mond.
Want een vrolijk geluid maakt je blij.
Ben je ziek of gezond, kom erbij!
Ook je stem
is van Hem.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer.
3
Maak een vrolijk geluid voor de Heer,
of je thuis bent of buiten op straat.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer,
met de bel van je fiets op de maat.
Want een vrolijk geluid maakt Hem blij,
dat Hij jubelt met jou en met mij.
Zing en fluit!
Roep het uit!
Maak een vrolijk geluid voor de Heer.
Maak een vrolijk geluid voor de Heer.
--*463
#1
1
Met vreugde zal ik tot U zingen, Heer.
U bent de rots van mijn verlossing.
'k Kom met een danklied voor uw troon,
o Heer, en verhoog U met gezang.
U bent de Heerser over al wat leeft.
U houdt de diepte der aard' in uw hand.
Met vreugde zal ik tot U zingen, Heer.
U bent de rots van mijn verlossing.
--*464
#5
1
Noach kreeg opdracht
bij Genesis 6,7,8,9
Noach kreeg opdracht een ark te bouwen, bouwen.
Noach kreeg opdracht een ark te bouwen, bouwer.
Hout en planken moest hij gaan sjouwen, sjouwer.
Ja, dat was een klus.
refrein
Zing, wees vrolijk en geef God de glorie, glorie,
Zing, wees vrolijk en geef God de glorie, glorie,
Zing, wees vrolijk en geef God de glorie, glorie,
kind'ren van de Heer.
2
Twee aan twee, zo kwamen de dieren, dieren.
Twee aan twee, zo kwamen de dieren, dieren.
Olifanten en kleine mieren, mieren
waren er ook bij.
refrein
3
't Hoosde en plensde wel veertig dagen, dagen.
't Hoosde en plensde wel veertig dagen, dagen.
't Water steeg tot boven hun kragen, kragen.
tot de hoogste berg.
refrein: instrumentaal, melodie neuriEén
4
Maar na een tijd mocht ieder naar buiten, buiten.
Maar na een tijd mocht ieder naar buiten, buiten.
Enk'len hadden pijn in hun kuiten, kuiten,
maar wat waren ze blij.
refrein
5
Drie bij drie zo gingen de dieren, dieren.
Drie bij drie zo gingen de dieren, dieren.
Vlinders, vogels en kleine aapjes, aapjes
dansten van plezier.
refrein
--*465
#2
1
Mijn zegen krijg je mee
coupl. 1: bij Genesis 8:15-22 en 9:1-17
Mijn zegen krijg je mee, trek nu de wereld in.
De aarde is weer droog, er is een nieuw begin.
Woon hier en overal, de wereld is voor jou
en kijk de regenboog: Ik blijf je altijd trouw.
2
Mijn zegen krijg je mee, trek nu de wereld in.
Blijf altijd dicht bij Mij, Ik geef je leven zin.
Woon hier en overal, de wereld is van jou
en kijk de regenboog: Ik blijf je altijd trouw.
--*466
#1
1
Onze Vader die in de hemelen zijt
naar Mattheüs 6: 9-15
Onze Vader die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Koninkrijk kome.
Uw wil geschiede op aarde, zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij aan anderen vergeven;
en leidt ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van U is het Koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid.
Amen.
--*467
#1
1
Vanwaar de zon opgaat,
naar Psalm 113: l-3
Vanwaar de zon opgaat,
tot waar zij daalt, ondergaat,
zij de Naam van God geloofd.
Prijs dan de Heer,
allen die Hem echt willen dienen.
Looft de Naam van onze God.
Halleluja, prijst dan de Heer,
van nu af aan tot in eeuwigheid.
--*468
#8
1
Sta 's even op
Sta 's even op als je Jezus liefhebt,
sta eens even op als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
2
Klap eens in je hand, als je Jezus liefhebt,
klap eens in je hand, als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
3
Draai eens even rond, als je Jezus liefhebt,
draai eens even rond, als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
4
Spring eens in de lucht, als je Jezus liefhebt,
spring eens in de lucht, als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
5
Geef elkaar de hand, als je Jezus liefhebt,
geef elkaar de hand, als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
6
Sta eens op je stoel, als je Jezus liefhebt,
sta eens op je stoel, als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
7
Swing eens lekker uit, als je Jezus liefhebt,
swing eens lekker uit, als je van hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
8
Ga eens even zitten, als je Jezus liefhebt,
ga eens even zitten, als je van Hem houdt.
Laat eens merken, laat eens merken,
dat je van Hem houdt.
--*469
#3
1
Wil je wel geloven
bij Mattheüs 3:31-33
Wil je wel geloven
dat het groeien gaat,
klein en ongelooflijk
als een mosterdzaad,
dat je had verborgen
in de zwarte grond
en waaruit een grote
boom ontstond.
2
Wil je wel geloven
het begin is klein,
maar het zal een wonder
boven wonder zijn,
als je het gaat wagen
met Gods woord alleen;
dan gebeuren wonderen
om je heen.
3
Wil je wel geloven
dat je vrede wint,
als je vol vertrouwen
leek zoals een kind.
Als je een geloof hebt
als een mosterdzaad,
groeit de liefde
uit boven de haat.
--*470
#3
1
We hebben allemaal wat
Kijk, dat is Wim,
die is niet zo slim,
die weet niet dat twee en twee vier is,
en daar is Tom,
ook al zo dom,
die denkt dat Amerika hier is.
Kijk, daar is Jack,
die stottert zo gek
als ie met ons wil praten,
en daar is Leen,
die trekt met z'n been,
die loopt overal in de gaten.
refrein
We hebben allemaal wat,
we zijn allemaal raar,
en toch zijn we broertjes en zusjes.
We hebben allemaal wat,
we zijn allemaal raar
en toch houden we van elkaar.
2
Kijk, daar is Aad,
die spuugt als ie praat,
zodat je haast helemaal nat wordt.
Dat is nog niks
verg'leken bij Trix,
Die rijdt door een plas
zonder spatbord.
Daar heb je Pien,
die is altijd zo kien,
d'r tong uit d'r mond
als ze rekent,
en daar is Marij,
die zegt steeds 'goodbij';
ze weet niet eens wat het betekent.
refrein
3
Kijk, dat is Pim,
die mag niet op gym,
omdat het niet goed voor z'n hart is.
Daar is Margot,
die doet altijd zo.
Ze lijkt op de apies uit Artis.
Daar heb je Wil,
die is toch zo stil,
z'n pa en z'n ma zijn gescheiden.
En daar is Teus
verband op z'n neus,
hij wou van de trapleuning glijden.
refrein
--*471
#2
1
Weet je dat de Vader je kent?
refrein 1:
Weet je dat de Vader je kent?
Weet je dat je van waarde bent?
Weet je dat je een parel bent,
een parel in Gods hand,
een parel in Gods hand?
Ze zeggen allemaal: Je kunt niets doen,
je bent een oen;
ze trekken altijd aan mijn paardestaart,
ik ben niets waard.
Nou heb ik weer de ranja omgegooid,
ik leer het nooit.
Mijn moeder luistert nooit als ik wat zeg.
'k Heb altijd pech, ik ga maar weg.
refrein 1:
2
Ik snap alweer niks van die rare som,
ik ben zo dom;
m'n bloes zit onder de spaghettimix,
ik kan ook niks.
Al noemt de hele klas mij sacherijn, ik mag er zijn.
Al zegt mijn broertje steeds: Wat stout ben jij
God houdt van mij, God houdt van mij!
refrein 2:
(op de melodie van refrein 1)
Ik weet dat de Vader me kent.
Ik weet dat ik van waarde ben.
Ik weet dat ik een parel ben,
een parel in Gods hand,
een parel in Gods hand.
--*472
#2
1
Weet je 't niet
Weet je 't niet, weet je 't niet, je bent een tempel.
Weet je 't niet, je bent een tempel.
Weet je 't niet, weet je 't niet, je bent een tempel.
Je bent een tempel van de heil'ge Geest.
refrein
Vol van kracht, vol van liefde, vol van glorie.
Vol van kracht, vol van liefde, vol van glorie.
Vol van kracht, vol van liefde, vol van glorie.
Je bent een tempel van de heil'ge Geest.
2
Ja ik weet, ja ik weet, ik ben een tempel.
Ja ik weet, ja ik weet, ik ben een tempel.
Ja ik weet, ja ik weet, ik ben een tempel.
Ik ben een tempel van de heil'ge Geest.
refrein
--*473
#2
1
Who's the King of the jungle
Who's the King of the jungle? (oeh, oeh!)
Who's the King of the sea? (blub, blub)
Who's the King of the universe
and who's the King of me?
Well, I say: JESUS, Yes!
He's the King of me!
He's the King of the universe jungle and the sea! (blub, blub)
2
Wie's de Heer van de jungle (oeh, oeh!)
Wie's de Heer van de zee? (blub,blub)
Wie's de Heer van het groot heelal?
en wie's de Heer van mij?
Ja, ik zeg: JEZUS, Ja!
Hij's de Heer van mij!
Hij's de Heer van het groot heelal,
de jungle en de zee! (blub, blub)
--*474
#2
1
Zet je voet maar op het water
naar Mattheüs 14: 22-33
Zet je voet maar op het water,
zet je voet maar op het meer.
Kijk niet naar de woeste golven,
kijk gewoon maar naar de Heer.
Héé hee, weifel je nog,
waar blijf je nou?
Héé hee, twijfel je nog,
de Heer roept jou, ja jou.
2
Zinkt de moed je in de schoenen,
het lijkt net of je verdrinkt.
Als je roept, zal Hij je helpen
en Hij zegt: Houd moed, mijn kind.
Nee nee, 'k weifel niet meer,
ik kom erbij, nee nee, ik twijfel niet meer,
de Heer roept mij, ja mij.
Zet je voet maar op het water,
zet je voet maar op het meer.
Kijk niet naar de woeste golven,
kijk gewoon maar naar de Heer.
tegenstem:
Zet je rechtervoet maar op het water,
zet je linkervoet maar op 't grote meer,
kijk toch niet naar al die woeste golven,
kijk gewoon maar naar de Heer.
--*475
#3
1
Wij zullen opstaan
Wij zullen opstaan en met Hem meegaan,
straks als Jezus terugkomt.
Wij zullen opstaan en met Hem meegaan,
als Jezus komt.
2
Blijf niet treuren, zit niet bij de pakken neer.
Sikkeneuren helpt je toch niet meer.
't Zal gebeuren,
dan komt de Heer, de Heer,
3
Wij zullen opstaan en met Hem meegaan,
straks als Jezus terugkomt.
Wij zullen opstaan en met Hem meegaan,
als Jezus komt.
--*476
#5
1
Zie de zon
Zie de zon, zie de maan,
zie de sterren in hun baan,
sterren ontelbaar,
overal vandaan.
onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk u Naam!
2
Hoor de zee, hoor de wind,
hoor de regen als bij zingt,
druppels ontelbaar,
in de oceaan. Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is uw Naam!
3
Ruik een bloem, ruik een vrucht,
ruik de geuren in de lucht,
geuren ontelbaar,
zweven af en aan.
onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is uw Naam!
4
Voel je hart, voel je huid,
voel je adem als je fluit.
Mensen ontelbaar,
overal vandaan.
onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.
Heer, hoe heerlijk is uw Naam!
5
Zie ik de zon, de sterren en de maan,
wat een wonder dat ik mag bestaan!
Heer, hoe heerlijk is uw Naam,
Heer, hoe heerlijk is uw Naam!
--*477
#3
1
Zomaar te gaan
naar Exodus
Zo maar te gaan met een stok in je hand,
zonder te weten
wat je zult eten.
Zo maar te gaan met een stok in je hand;
eindeloos ver is 't beloofde land.
2
Zo maar te gaan, wordt het leven of dood?
Altijd maar banger,
duurt het nog langer?
Zo maar te gaan, wordt het leven of dood?
In de woestijn worden kinderen groot.
3
Zo maar te gaan, met zijn woord als bewijs,
altijd maar lopen,
altijd maar hopen.
Zo maar te gaan met zijn woord als bewijs;
straks wonen wij in een paradijs.
--*478
#3
1
Zing, zing, zingen maakt blij
refrein:
Zing, zing, zingen maakt blij.
Zingen van Jezus vrolijk en blij,
vrolijk en blij.
God is zo goed voor jou en voor mij.
Pieker dus niet, wees dankbaar en blij.
God heeft je lief en daarom zegt Hij:
Ben je soms moe, kom dan maar bij Mij.
refrein
2
Ben je alleen en heb je verdriet,
lijkt het soms net of niemand je ziet,
kijk dan omhoog, de hemel is blauw.
Weet je dat God zijn Zoon gaf voor jou?
refrein
3
Zing maar in huis, op school en op straat
en je zult zien hoe goed alles gaat.
Wees maar niet bang, want Jezus belooft:
'Ik ben bij jou als jij maar gelooft.'
refrein
--*479
#2
1
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
naar Jeremia 18:6
'Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
Zo ben jij in mijn hand,'Zegt de HEER.
'Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maak ik jou een vat tot mijn eer.'
Kneed mij, Here God,
ook als het soms weleens pijn doet.
Kneed mij, Here God,
U weet precies hoe ik zijn moet.
2
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo ben ik in uw handen, o Heer,
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maakt U mij een vat tot uw eer.
Kneed mij, Here God,
'k wil mij opnieuw aan U geven
Kneed mij, Here God,
U maakt iets moois van mijn leven.
--*480
#1
1
Be bold, be strong
naar Jozua l:9
Be bold, be strong,
for the Lord, your God is with you.
Be bold, be strong,
for the Lord, your God is with you.
I am not afraid, oh no!
I am not dismayed, oh no!
for I'm walking in faith and victory,
come on walk in faith and victory.
For the Lord, your God is with you.
Don't worry, be happy,.
for the Lord, your God is ...
Be cool, be calm,
for the Lord, your God is ...
--*481
#4
1
Come, let us sing
tegenstem: Sing to the power of the Lord. Come down.
Come, let us sing...
Tegenstem: Sing to the power of the Lord. Come down.
Come, let us sing...
Lift up your voice, don't be afraid,
sing to the power of the Lord: Come down.
tegenstem: Pray to the power of the Lord. Come down
2
Come, let us pray...
tegenstem: Pray to the power of the Lord. Come down
Come, let us pray...
Lift up your voice, don't be afraid,
pray to the power of the Lord: Come down.
tegenstem: Shout to the power of the Lord. Come down
3
Come, let us shout...
tegenstem: Shout to the power of the Lord. Come down
Come, let us shout...
Lift up your voice, don't be afraid,
shout to the power of the Lord:
Come down.
tegenstem: Sing to the power of the Lord. Come down
4
Come, let us sing...
tegenstem: ging to the power of the Lord. Come down
Come, let us sing...
Lift up your voice, don't be afraid,
sing to the power of the Lord: Come down.
--*482
#8
1
Bron van levend water
Bron van levend water, ontspring nu in mij.
Zend uw Geest, o heilig God en maak mij vrij.
Van elke situatie die mijn hart bezwaart.
'k Geef mijn last aan U, die heel mijn ziel bewaart.
refrein
Jezus, Jezus, Jezus.
Vader, Vader, Vader.
Geest van God, Geest van God, Geest van God.
2
Heer, U bent de Herder, die mij geneest.
Neem mij in uw armen, leid mij door uw Geest.
Neem elke trots, mijn twijfels en mijn angsten nu.
Trek mij met uw liefde, ik verlang naar U.
refrein
3
Geef jezelf aan Jezus, die jou geneest.
Laat Hem je omarmen en ontvang zijn Geest.
Als je Hem vertrouwt, word je door Hem bevrijd;
zul je met Hem leven tot in eeuwigheid.
refrein
4
Bron van levend water, ontspring nu in mij.
Zend uw Geest, o Heilig God en maak mij vrij.
Van elke situatie die mijn hart bezwaart.
'k Geef mijn last aan U, die heel mijn ziet bewaart.
refrein
5
Let your living water flow
Let your living water flow over my soul.
Let your Holy Spirit come and take control
of ev'ry situation that has troubled my mind.
All my cares and burdens to you I roll.
refrein:
Jesus, Jesus, Jesus.
Father, Father, Father,
Spirit, Spirit, Spirit.
6
Come now, holy Spirit and take control.
Hold me in your loving arms and make me whole.
Wipe away all doubt and l,ar and take my pride.
Draw me to your love and keep me by your side.
refrein
7
Give your life to Jesus let Him fill your soul.
Let Him take you in his arms and make you whole.
As you give your lif, to Him He'll set you free.
You will live and reign with Him eternally. refrein
8
Let your living water flow over my soul.
Let your holy Spirit come and take control
of ev'ry situation that has troubled my mind.
All my cares and burdens to You I roll. refrein
--*483
#1
1
Don't build your house
naar Mattheüs 7: 24-27
Don't build your house on a sandy land.
Don't build it too near the shore.
I might look a kind of nice,
but you'll have to build it twice,
oh, you'll have to build your house once more.
You'd better build your house on a rock,
make a good foundation on a solid spot
and then the storms may come and go,
but the peace of God you will show.
--*484
#4
1
Eenmaal zal de hemel zingen
Eenmaal zal de hemel zingen
over nieuwe dingen,
want wij zijn 't volk van God.
Laat ons diepe scheuren helen,
in Gods liefde delen.
want wij zijn 't volk van God.
2
Eenmaal zal de hemel zingen
over nieuwe dingen,
want God plaatst ons in 't licht.
Laat ons alle haat begraven,
leven van zijn gaven,
want God plaatst ons in 't licht.
3
Eenmaal zal de hemel zingen
over nieuwe dingen,
want hier sticht God zijn Rijk.
Lelies zullen rondom bloeien,
vrede in ons groeien,
want hier sticht God zijn Rijk.
4
Eenmaal zal de hemel zingen
over nieuwe dingen,
want wij zijn 't volk van God.
Laat ons diepe scheuren helen,
in Gods liefde delen,
want wij zijn 't volk van God.
--*485
#3
1
Early in the moming
when I'm feeling so depressed,
that's when I call Jesus 'cause He is the best.
Call out to Jesus. Doo wap. Shoo wa di doo wap
call out to Jesus, doo wap,
Shoo wa di doo wap,
call out to Jesus.
He's the best Friend you've got in the land.
2
When I'm feeling tired, when I'm feeling sad.
That's when I call Jesus 'cause He makes me glad.
Call out to Jesus. Doo wap. Shoo wa di doo wap
call out to Jesus, doo wap.
Shoo wa di doo wap,
call out to Jesus.
He's the best Friend you've got in the land.
3
When l'am feeling lonely, when I'm feeling blue.
That's when I call Jesus ... and so do you.
Call out to Jesus. Doo wap. Shoo wa di doo wap,
call out to Jesus, doo wap.
Shoo wa di doo wap,
call out to Jesus.
He's the best Friend you've got in the land.
--*486
#1
1
God's not dead
God's not dead, He is alive.
God's not dead, He is alive.
God's not dead, He is alive.
I can feel it all over me.
I can feel it in my hands,
I can feel it in my feet,
I can feel it in the air,
I can feel it everywhere,
I can feel it in the church,
I can feel it in the street,
I can feel it all over me.
No, no, no, no,
No, no, no, no,
No, no, no, no,
No, no, no, no.
God's not dead, He is alive.
God's not dead, He is alive.
God's not dead, He is alive.
I can feel it all over me.
--*487
#6
1
Groot en machtig is Hij
naar Psalm 48:1
Groot en machtig is Hij,
groot en machtig is Hij:
Bekleed met sterkte, gehuld in luister,
groot en machtig is Hij
2
Groot en machtig is Hij,
groot en machtig is Hij:
Bekleed met sterkte, gehuld in luister.
Groot en machtig is Hij.
3
Prijs met mij de Naam van God.
Vier het feest met mij,
want Hij heeft ons vrijgekocht.
Wat een Heer is Hij!
4
Groot en machtig is Hij,
groot en machtig is Hij:
Bekleed met sterkte, gehuld in luister.
Groot en machtig is Hij.
5
Groot en machtig is Hij,
groot en machtig is Hij:
Bekleed met sterkte, gehuld in luister.
6
Groot en machtig is,
groot en machtig is,
groot en machtig is Hij!
--*488
#1
1
Hallowed be
Hallowed be your holy Name,
holy and wonderful precious Name.
Your kingdom come,
your will be done
on earth as it is done in heaven.
--*489
#5
1
He's got the whole world
He's got the whole world in His hands,
He's got the whole world in His hands,
He's got the whole world in His hands,
He's got the whole world in His hands.
2
He's got the wind and the rain in his hands,
He's got the sun and the moon in his hands,
He's got the wind and the rain in his hands,
He's got the sun and the moon in his hands.
3
He's got the tiny little baby in his hands,
He's got the tiny little baby in his hands,
He's got the tiny little baby in his hands,
He's got all littie children in his hands.
4
He's got you and me, brother, in his hands,
He's got you and me, sister, in his hands.
He's got you and me, brother, in his hands.
He's got everybody here in his hands.
5
He's got the whole world in his hands,
He's got the whole wide world in his hands,
He's got the whole world in his hands,
He's got the whole wide world in his hands.
--*490
#3
1
In my life, Lord
In my life, Lord, I will glorify You.
in my life, Lord, be glorified to-day.
tegenstem:
In my life, Lord, I will glorify you.
In my life, Lord, I will glorify you.
2
in this song, Lord, be glorified, be glorified.
In this song, Lord, be glorified to-day.
tegenstem:
In this song, Lord, I will glorify you.
in this song, Lord, I wil] glorify you.
3
In our midst, Lord, be glorified, be glorified.
In our midst, Lord, be glorified to-day.
tegenstem:
In our midst, Lord, I will glorify You.
In our midst, Lord, I will glorify You.
4.
In this church, Lord, be glorified, be glorified.
In this church, Lord, be glorified to-day.
tegenstem:
In this church, Lord, I will glorify you.
in this church, Lord, I will glorify you.
--*491
#2
1
I walk by faith
I walk by faith, each step by faith
to live by faith, I put my trust in You.
I walk by faith, each step by faith
to live by faith, I put my trust in You.
Every step I take is a step of faith.
No weapon formed against me shall prosper.
Every prayer I pray is a prayer of faith
If my God is for me who shall be against me?
2
Ik leef met U, beweeg in U,
vertrouw op U, ik kan niet zonder U.
Ik leef met U, beweeg in U,
vertrouw op U, ik kan niet zonder U.
Elke nieuwe stap zet ik in geloof.
Geen wapen dat mij aanvalt zal winnen.
Alles wat ik bid, bid ik in geloof.
Als God zelf aan mijn kant staat,
wie zal mij dan nog treffen?
--*492
#1
1
I will celebrate,
sing unto the Lord.
I will sing to Him a new song.
I will praise Him,
for He has triumphed victoriously.
--*493
#2
1
Ik wil U prijzen, Heer, (x)
veel meer dan ik doe,
ik wil U prijzen, Heer,
veel meer dan ik doe,
Leren zien op U,
leren luisteren naar U.
Ik wil U prijzen.
Vogels in de lucht
zingen daar voor U.
Bomen in het veld
keren zich naar U.
Ik zing dit lied voor U,
ik hef mijn handen op
naar U, mijn Heer.
(x) Ik wil U kennen, Heer ...
(x) Ik wil van U houden, Heer ...
(x) ik wil U dienen, Heer ...
(x) Ik wil U prijzen, Heer ...
2
I want to praise You, Lord, (x)
much more than I do.
I want to praise You, Lord,
much more than 1 do,
Learn to seek your face
and the knowledge of your grace.
I want to pralse You.
Birds in the sky
sing their songs to You.
Trees in the field
lift their arms to You.
I want to sing,
I want to lift my arms to You.
(x) I want to love, You, Lord ...
(x) I want to trust, You, Lord ...
(x) I want to seek You, Lord ...
(x) I want to thank You, Lord ...
--*494
#1
1
Jong en oud,
wees niet koud,
zegt het voort.
Hij is groter, mooier, sterker,
beter: Jezus Christus.
Halleluja.
Halleluja.
--*495
#1
1
King of kings and Lord of lords
King of kings and Lord of lords, halleluja.
King of kings and Lord of lords, glory, halleluja.
Jesus, Prince of peace, glory, halleluja.
Jesus, Prince of peace, glory, halleluja.
--*496
#1
1
Little by little
Little by little and ev'ry day.
little by little in ev'ry way,
Jesus is changing me.
Since I've made a turn about faith,
I am growing in his grace.
Jesus is changing me.
He's changing me, my blessed Saviour.
I'm not the same person that I used to be.
Sometimes Ws slow growing.
but there's a knowing:
One day, perfect I will be.
--*497
#3
1
Love the Lord, your God
Love the Lord, your God, with alt your heart
and alt your soul and all your mind
and love all man-kind,
as you would love yourself
2
Love the Lord, your God, with alt your heart
and all your soul and mind
and alt man-kind,
3
We've got christian lives to live.
We've got Jesus Christ to give.
We've got nothing to hide
because in Him welt abide.
Love.
--*498
#2
1
Mijn hoop is op U, Heer
Mijn hoop is op U, Heer,
mijn kracht is in U, Heer,
mijn hart is van U, Heer, van U.
2
Ik prijs U met heel mijn hart,
ik prijs U met al mijn kracht,
met heel mijn hart, met al mijn kracht,
heel mijn hart is van U.
Mijn hoop is op U, Heer,
mijn kracht is in U, Heer,
mijn hart is van U, Heer,
van U. van U, van U.
--*499
#4
1
Machtig is de Naam van de Heer
naar Spreuken 18:10
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER, mijn God.
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER, mijn God.
refrein
De Naam van de Heer is als een toren,
een veilige schuilplaats voor wie Hem dient.
De Naam van de Heer is als een toren,
een veilige schuilplaats voor wie Hem dient.
2
Heilig is de Naam van de HEER.
Heilig is de Naam van de HEER.
Heilig is de Naam van de HEER, mijn God.
Heilig is de Naam van de HEER.
Heilig is de Naam van de BEER.
Heilig is de Naam van de HEER, mijn God.
refrein
3
Ere zij de Naam van de HEER.
re zij de Naam van de HEER.
Ere zij de Naam van de HEER, mijn God.
Ere zij de Naam van de HEER.
Ere zij de Naam van de HEER.
Ere zij de Naam van de HEER, mijn God.
refrein
4
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER, mijn God.
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER.
Machtig is de Naam van de HEER, mijn God.
Machtig is de Naam van de HEER, mijn God.
--*499
#4
1
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord most high.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord, most high.
refrein
The Name of the Lord is a strong tower.
The righteous run into it and are safe.
The Name of the Lord is a strong tower.
The righteous run into it and are safe.
2
Glory to the Name of the Lord.
Glory to the Name of the Lord.
Glory to the Name of the Lord most high.
Glory to the Name of the Lord.
Glory to the Name of the Lord.
Glory to the Name of the Lord, most high. refrein
3
Holy is the Name of the Lord.
Holy is the Name of the Lord.
Holy is the Name of the Lord most high.
Holy is the Name of the Lord.
Holy is the Name of the Lord.
Holy is the Name of the Lord, most high. refrein
refrein
4
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord most high.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord.
Blessed be the Name of the Lord, most high.
Blessed be the Name of the Lord, most high.
--*500
#2
1
More love, more power
refrein:
More love, more love,
more power, more power,
more of You in my life.
More love, more love,
more power, more power,
more of You in my life.
And I'll worship You with alt of my heart
and I'll worship You with alt of my mind
and I'll worship You with alt of my strength,
for You are my Lord.
refrein
2
And I'll seek your face with all of my heart
and I'll seek your face with all of my mind
and I'll seek your face with alt of my strength,
--*501
#3
1
Vrede van God
Vrede van God, de vrede van God,
de vrede van God zij met jou.
Vrede van Hem, vrede van God,
de vrede van God zij met jou.
2
In Jezus' Naam, in Jezus' Naam,
In Jezus' Naam geef ik jou
Vrede van Hem, vrede van God.
De vrede van God zij met jou.
3
Heilige Geest, de heilige Geest,
De heilige Geest zij met jou.
Vrede van Hem, vrede van God,
De vrede van God zij met jou.
--*502
#2
1
Raise up an army
refrein:
Raise up an army, O God,
awake your people throughout the earth.
Raise up an army, O God,
to proclaim your Kingdom,
to declare your word,
to declare your glory, O God.
Our hope, our heart, our vision,
to see in every land.
Your chosen people coming forth,
Fulfilling your holy mission,
united as we stand,
pledging our lives unto You, Lord.
refrein
2
O God, our glorious Maker,
We marvel at Your grace.
That You would use us in Your plan
Rejoicing at Your favour,
Delighting in Your ways,
We'll gladly follow Your command!
refrein
Raise up an army, O God,
raise up an army, O God,
raise up an army, O God.
--*502
#2
1
Maak ons een leger, o Heer
refrein:
Maak ons een leger, o Heer,
roep al uw kinderen bij elkaar.
Maak ons een leger, o Heer,
dat uw Rijk bekend maakt,
dat uw woord bewaart
en uw heerlijkheid openbaart.
E?n hoop, één hart, één volmacht
bindt mensen aan elkaar.
maak 't uitverkoren volk bereid.
Laat ons uw grote opdracht vervullen
met elkaar, in eenheid aan U toegewijd.
refrein
2
O hoe bewond'renswaardig,
hoe prachtig is uw plan,
dat U ons hier gebruiken wilt.
Barmhartig en genadig
voert U het leger aan.
Wij zullen gaan waar U beveelt.
refrein
Maak ons een leger, o Heer,
maak ons een leger, o Heer.
maak ons een leger, o Heer.
--*503
#4
1
Soon and very soon
Soon and very soon we are going to see the King,
soon and very soon we are going to see the King,
soon and very soon we are going to see the King.
Halleluja! Halleluja!
We're going to see the King!
2
No more cry'in there, we are going to see the King,
no more cry'in there, we are going to see the King,
no more cry'in there, we are going to see the King.
Halleluja! Halleluja!
We're going to see the King!
Should there be any rivers we must cross,
should there be any mountains we must climb;
God will supply all the strength that we need,
give us grace till we reach the other side.
We have come from ev'ry nation,
God knows each of us by name;
Jesus took his blood and washed my sins
and He washed them all away.
Yes, there are some of us
who have laid down our lives,
but we alle shall live again
on the other side.
3
No more dying there we are going to sec the King,
no more dying there we are going to see tbc King,
no more dyin' there we are going to sec the King.
Halleluja! Halleluja!
We're going to see tbc King!
Halleluja! Halleluja!
4
Soon and very soon we are going to see the King,
soon and very soon we are going to see the King,
soon and very soon we are going to see the King.
Halleluja! Halleluja!
We're going to see the King!
Halleluja! Halleluja!
--*504
#1
1
Vrede, vriendschap, vreugde, vrijheid,
Jezus' overwinning maakt het leven een feest.
Vrede, vriendschap, vreugde, vrijheid,
Dit is nu mijn ervaring
in de kracht van Gods Geest.
Dit is pas leven,
laat het vaststaan, vaststaan,
gratis gekregen,
kun je nagaan, nagaan.
Als je weet dat Jezus in je leeft
dan weetje zeker,
dat je nooit meer iets te kort komt,
kun je doorgaan, doorgaan.
--*505
#6
1
We shall overcome
We shall overcome, we shall overcome,
we shall overcome some day;
refrein
O, deep in my heart, I do believe
we shall overcome some day.
2
We'll walk hand in hand, we'll walk hand in hand,
we'll walk hand in hand some day.
refrein
3
We are not afraid, we are not afraid, we are not afraid
some day.
refrein
4
We shall once be free, we shall once be free,
we shall once be free some day.
refrein
5
We shall live in peace, we shall live in peace,
we shall live in peace some day.
refrein
6
The whole wide world around,
the whole wide world around,
the whole wide world around some day.
refrein
--*506
#3
1
We are marching in the light of God,
we are marching in the light of God.
We are marching in the light of God,
we are marching in the light of God.
We are marching, we are marching,
we are marching in the light of God,
we are marching, we are marching,
we are marching in the light of God.
2
We are living in the love of God,
we are living in the love of God.
We are living in the love of God,
we are living in the love of God.
We are living, we are living,
we are living in the love of God,
we are living, we are living,
we are living in the love of God.
3
We are moving in the power of God,
we are moving in the power of God.
We are moving in the power of God,
we are moving in the power of God.
We are moving, we are moving,
we are moving in the power of God,
we are moving, we are moving,
we are moving in the power of God.
--*507
#3
1
Wees blij, want Hij, Koning Jezus
refrein:
Wees blij, want Hij, Koning Jezus,
de hoop, de vrede woont in ons.
Hij leeft, Hij leeft,
zijn Geest is in ons.
Sta op, o machtig leger
Hij regeert!
Nu is het tijd te bouwen aan zijn Koninkrijk,
terug te nemen het land dat Hij ons gaf.
Hij komt in majesteit,
brengt overwinning in de strijd.
De wereld ziet: Hij is de Heer!
refrein
2
God is aan 't werk in ons, volvoert in ons zijn plan,
Hij bouwt een Rijk,
niet van woorden, maar van kracht.
Al wat onmoog'lijk is,
bewerkt Hij door zijn wonderen.
De eer en glorie is aan Hem!
refrein
3
Al zijn wij zwak, door zijn genade zijn wij sterk,
wij zijn als klei en Hij vormt ons naar zijn beeld.
Zelfs onze zwakheden keert Hij ten goede
door zijn Geest
en toont zijn glorie door ons heen!
refrein
Wees blij, want Hij, Koning Jezus,
de hoop, de vrede woont in ons.
Hij leeft, Hij leeft,
zijn Geest is in ons.
Sta op, o machtig leger,
Hij regeert! Hij regeert!
--*508
#4
1
When I see the stars that shine above,
I just can feel the wonder of bis love.
And his love so light and wille,
you can feel by day and night.
The only thing is Follow that light.
refrein
Jesus Christ, Jesus Christ, make me free
of the things that are between You and me
and do come into my life
otherwise I won't survive,
going to that land called paradise.
2
At night when the sun sets in the sea,
I've got a feeling deep inside of me:
It is just as if the colours
of the sun will make me rise,
going to that land that called paradise.
refrein
3
Just try to go with Jesus on your side
and you will sec He makes you
clean and white.
All the things you've done before,
they don't matter anymore,
for you've got a life that is newborn.
refrein
4
I know that the end is coming fast.
May be that my children are the last.
But I want them to have life
and I want them to survive,
reaching for that land called paradise.
refrein
--*509
#2
1
You laid aside your majesty
naar Fillippenzen. 2: 5-7
You laid aside your majesty,
gave up everything for me,
suffered at the hands of those You had created.
You took all my guilt and shame,
when You died and rose again.
Now to-day You reign in heaven and earth exalted
I really want to worship You, my Lord.
You have won my heart and Iam yours.
Forever and ever, I will love You.
You are the only One, who died for me,
gave your life to set me free.
So I lift my voice to You in adoration.
2
U legde af uw majesteit,
U gaf alles op voor mij,
werd gekruisigd door de mens die U gemaakt hebt.
U nam al mijn schuld en pijn,
toen U stierf aan 't kruis voor mij.
U stond op en bent de U Heerser van de aarde.
En daarom wil ik U aanbidden,
Heer, leg mijn hele leven voor U neer.
Van U wil ik houden, ja voor altijd,
de Enige die mij zijn leven gaf,
door zijn dood mij vrijheid bracht,
ja, tot U wil ik zingen en U vereren.
--;
; Evangelische Liedbundel
; uitgave Boekencentrum
;
; N.B.
; Liederen met letters in het liednummer
; (1a, 1b, 1c, enz.) zijn samengevoegd,
; terwijl de verzen zijn doorgenummerd!!
---
Download