Bodemtextuur blgg.agroxpertus.nl Introductie/doel Hogere bodemvruchtbaarheid = hogere productie O Bodemvruchtbaarheid is meer dan chemie O Ook biologische en fysische bodemeigenschappen van groot belang O Fysische bodemkwaliteit = o.a. bodemtextuur O Eerder praktisch niet mogelijk om bij alle bemestingsonderzoeken standaard de diverse textuurmetingen te geven O Inmiddels mogelijk om naast klei (lutum) ook silt en zand te presenteren! Extra bodemkengetallen fungeren als ‘tool’ om tot hogere opbrengsten te komen. Fig 4. Klassieke textuurbepalingen worden benut als referentiemetingen Materiaal & methode Bodemtextuur: toepassingen Bodemtextuur = korrelgroottesamenstelling van de bodem Ontwatering O Grovere gronden (> zand) kunnen meer water verwerken leem slib grind stenen 63 >63 O Welk perceel moet eerder beregend worden? O H oeveel mm moet er worden beregend? O Te benutten in pF-curves (Fig. 2), weermodules, beregeningsplanners silt lutum mm zand Plantbeschikbaar water/verwelkingspunt <0,002 sloef löss fijn grof 0,016 0,05 0,15 2 Fig 1. Korrelgrootteverdeling: de kleinste zandkorrel is al 25 x zo groot als een kleideeltje Bodemvruchtbaarheid O Kleinste bodemdeeltjes O N egatief geladen: kunnen daarom kationen (o.a. Ca2+, Mg2+, Na+, K+) binden O Binden ook vocht, maar binding is vaak (te) sterk en daarom niet plantbeschikbaar Inschatten verslempingsrisico O Verslemping = ontmengen van bodemdeeltjes O 1 soort bodemdeeltjes (bijvoorbeeld alleen zand) kan niet ontmengen O Mix van bodemdeeltjes (klei, silt, zand) = groter risico op slemp verbeteren bemestingsadviezen belangrijke verbetering pH-advies mogelijk Silt Naamgeving van gronden Klei (lutum) O Groter dan klei, kleiner dan zand O Deeltjes niet zichtbaar zonder microscoop O Neutraal geladen, binden weinig nutriënten O Houden goed water vast, kunnen water ook goed afstaan aan gewassen O Meeste gronden zijn combinaties van klei, silt, zand (Fig. 3) O H uidige grondsoortindeling springt van zand naar klei; o.a. zavel ontbreekt O Te grove indeling voor juiste bemestingsadvisering O Ook te benutten voor internationale naamgeving gronden (grondonderzoek buitenland) Zand O Skelet van de bodem; zonder zand wordt grond dicht/zwaar O Binden geen nutriënten O Binden weinig vocht O Door ruimte tussen zanddelen kan water goed worden afgevoerd (goede ontwatering). 7.0 80 70 60 4.2 klei 50 pF lichte klei 80 20 2.0 70 30 40 plantbeschikbaar water = 17% 60 2.5 (%) 50 (%) Bodemtextuur vast gegeven, maar wel sturing mogelijk: O slemp te voorkomen door calciumgiften en toevoer van organische stof O plantbeschikbaar water aan te vullen via beregening (met name inzicht in het moment van beregening en hoeveelheid) silt 40 klei verwelkingspunt 30 5.0 Klei en silt en zand tezamen van belang voor: ontwatering, plantbeschikbaar water, bodemvruchtbaarheid, naamgeving gronden 20 onbeschikbaar water = 28% Naast klei (lutum) wordt nu ook silt en zand weergegeven op grondonderzoek* 10 6.0 90 kleigrond Conclusie & aanbevelingen 0 100 zavel 10 naleverbaar water = 4% 0 10 20 30 40 50 100 90 lemig zand 80 70 50 40 30 20 10 Kengetal in ontwikkeling 0 zand volume (% water) Fig 2. pF-curve 60 zandige leem 100 zand siltige leem 90 1.0 (%) Contact Fig 3. Naamgeving gronden Arjan Reijneveld: [email protected] Gerard Abbink:[email protected] Natasja Poot : [email protected] Resultaat hoofdelement Klei Silt Zand Eenheid Resultaat Gem.* % % % 27 32 33 17 Streeftraject laag vrij laag goed *standaard op Bemestingwijzer en op Bodem (uit de Bodem/Teelt/ Check-serie) BLGG AgroXpertus Binnenhaven 5 Postbus 170 6700 AD Wageningen T. 088 - 876 10 10 F. 088 - 876 10 11 E. [email protected] vrij hoog hoog