Dodecafonische muziek Dodecafonische muziek is een soort 2e naam voor twaalftonen muziek. Op internet heb ik nog meerdere namen voorbij zien komen, zoals: twaalftoonsmuziek en twaalftoonsysteem. Maar dit komt allemaal op hetzelfde neer, waarbij de twaalf tonen tocht het meest naar voren komen. Deze muziek is atonale muziek (atonale muziek= muziek waarbij geen grondtoon aanwezig is. De musici hebben dus geen houvast aan iets waardoor deze muziek vaak niet lekker in het gehoor klinkt. Ofwel als bevreemdend wordt ervaren. Wat Dodecafonische muziek inhoudt is dat het een compositietechniek is waarbij de gene die het muziekstuk schrijft de tonen c, cis, d, dis, e, f, fis, g, gis, a, ais, b in een willekeurige volgorde achter elkaar zet. De bedoeling hiervan is dat alle 12 tonen even belangrijk zijn en er geen een uit mag springen. De componist maakt eerst een reeks als basis. Hier gaat hij dan mee variëren. De componist kan er voor kiezen om de ene toon langer te laten klinken, korter, hoger of lager. Doordat de tonen zo willekeurig worden neergezet is de muziek erg onvoorspelbaar. Daardoor dus het atonale effect dat met deze muziek gecreëerd kan worden. De allerbekendste componist die van Dodecafonische muziek gebruik maakte was Arnold Schönberg. Maar er zijn ook anderen die bekend staan om deze manier van het componeren. Namelijk: Alban Berg, Anton Webern, Ernst Krenek, Henze en Liebermann. Op internet heb ik ook gelezen dat de componist behalve de grondvorm ook gebruik kan maken van de zogeheten: “kreeftgang”, de “omkering van de kreeftgang” en de “spiegeling”