Nieuw Archief voor Wiskunde Boekbespreking D. Dieks, V. Icke, G.Y. Nieuwland, J. Ritzerveld, F. Takens Commentaar op ‘Waanwetenschap’: de Tachtigjarige Oorlog van N.G. van Kampen Utrecht: Epsilon, 2003 60 p., prijs E 7,ISBN 90-5041-083-9 Review by J.W. Nienhuys Waanwetenschap werd in deze kolommen in maart 2003 nogal negatief gerecenseerd. Ook elders werd niet diep op de inhoud ingegaan. De redactie van de Epsilonreeks verzocht enkele fysici en wiskundigen om inhoudelijk commentaar, en dit deeltje (met nummer 52a een soort compagnon van 52, namelijk Waanwetenschap zelf) is op te vatten als een bundeling van een vijftal (lange) recensies die wat meer op de inhoud van Waanwetenschap ingaan, en waarvoor nog eens acht anderen om commentaar is gevraagd. De astronoom Jelle Ritzerveld voelt zich voornamelijk gesterkt in Van Kampen een medestander te hebben in zijn strijd tegen de bierkaai. Voor hem is het smullen geblazen in de hapklare onzin die Van Kampen opdist. Ook Vincent Icke kan zich goed verplaatsen in de woede van de emeritus. Hij heeft ook kritiek, zowel op de stijl (“hobbelig”) als op de inhoud. Hij mist teveel echt gevaarlijke pseudo-wetenschap. Van Kampens boutade lijkt zich echter vooral te richten op verkeerd begrip van statistiek, waarschijnlijkheidsrekening, statistische mechanica en kwantummechanica. De inleidende opsomming van onzinnigheden wil slechts “de lezer in de stemming brengen” voor de gedachte dat ook knappe koppen het spoor bijster kunnen raken. Dennis Dieks besteedt onder meer aandacht aan het kansbegrip (relatieve frequentie) van Van Kampen en hij gaat ook in discussie met Van Kampen over de interpretatie van de kwantummechanica. De wiskundige G.Y. Nieuwland bespreekt de filosofische stellingnamen van Van Kampen. Hij vindt dat die te zeer het monopolie claimen op de correcte interpretatie van ‘de werkelijkheid’. F. Takens bespreekt onder meer de bekende paradox van Zeno over Achilles en de schildpad. Van Kampen begrijpt niet waarom daar nog zo over gepraat wordt, de theorie van oneindige reeksen is toch overbekend? Takens gaat er dieper op in, maar mist volgens mij waar het om draait, namelijk om onze gevoelsmatige voorstellingen van begrippen als tijd, ruimte, snelheid, positie en dergelijke. Door de introductie van allerlei wiskunde lijkt de paradox te verdwijnen, maar zij is niet echt weg, maar veranderd in een onverenigbaarheid van ons gevoel met de fysica en met de wiskunde van getallen en functies. Takens gaat ook in op Van Kampens kansbegrip. Een laatste woord over beide boekjes. Extra aandacht van een redacteur had geen kwaad gekund. Nu wordt de lezer geconfronteerd met volstrekt onnodige tiken spelfouten. Dat de ene auteur af en toe de spelling van voor 1954 aanhoudt en de ander bij herhaling over Bertrand Russel (met één l) spreekt, had niet gehoeven. 1