Mijn fictiedossier boek 2 Naam: Selim Ceren Klas: 3T3 Leraar: Mevrouw Owel 1. Zakelijke gegevens Titel: Het behouden huis Auteur: Willem Frederik Hermans Naam van uitgever: Wolters-Noordhoff, Groningen Jaar van verschijning: 1952 Pagina's: 41 Druk gelezen: in het boek stond geen druk en ik kon het ook niet op internet vinden. 2. Samenvatting van het boek Foute Aan het begin van het verhaal komt de hoofdpersoon, een Nederlandse soldaat, een Spaanse Yesero, wat beton opvuller is, tegen. Hij heeft op de technische school gezeten en vecht al 4 jaar mee in de tweede wereldoorlog. Hij werkt als een soort spion en is op een gegeven moment door de Duitsers gevangen genomen en zij wilde hem in een tuchthuis stoppen. Hij werd daarna nog een keer gevangen genomen in het concentratiekamp Strellwitz. Weer ontsnapte hij daar, en werd ook weer opgepakt. Hij ging met een trein mee maar sprong eruit bij Saksen toen het mogelijk was. Hij voegde zich bij het leger, de geallieerden. Als hij een heuvel op gaat om op vier Duitsers te schieten die zich schuilen in een huis, terwijl ze op weg zijn naar een kuuroord geef de sergeant de opdracht om het huis te controleren. De soldaat loopt in het huis en komt meteen in soort trance. Het was voor de soldaat 4 jaar geleden dat hij in een huis had geslapen. Soep stond nog op het vuur, en warm water liep nog het bad in. Hij bekijkt zichzelf in de spiegel, trekt schone kleren aan uit een kast en steekt een sigaret op. Dan valt hij in slaap op de bank. Opeens gaat de bel waarvan hij wakker schrikt. Een Duitse kolonel staat voor de deur en vraagt of hij de bewoner is van dit huis. Hij doet net alsof hij de eigenaar is en laat de Duitse soldaten in het huis overnachten. In het huis vindt de soldaat een bibliotheek maar ook een deur die hij niet open krijgt. De Duitsers zorgen dat ze geen last van hem hebben en vertrekken later weer. De eigenaar komt weer terug. Hij ontdekt dat er kleren weg zijn en loopt de tuin in. Na een gesprek komt de soldaat erachter dat hij inderdaad de echte eigenaar is en schiet hem dood. Ook komt hij de vrouw tegen vanuit de badkamer en haar wurgt hij. Zo graag wilde hij in dit huis blijven. Hij gaat de kamer binnen die eerst niet open ging maar nu plotseling wel en ontdekt een oude man. De oude man is zijn vissen aan het voeren en doet net alsof hij niks weet over wat er in het huis gebeurd is. Hij begint over Duitsland, die op alle fronten de beste is. De oude man denkt namelijk dat de soldaat een Duitser is. Ook zegt hij dat zijn schoondochter en zijn zoon met een granaat zijn omgebracht terwijl de soldaat dat natuurlijk heeft gedaan. De man vertelde hoeveel de vissen voor hem betekende en wat hij er allemaal mee deed. Toen is de soldaat in zijn eigen kamer naast de dode vrouw in slaap gevallen en weer werd hij wakker door de bel. Het was de Duitse kolonel die kwam melden dat de stad omsingeld was door Bolsjewieken. Hij is toen zijn eigen uniform aan gaan trekken, pakte zijn geweer en heeft de kolonel opgesloten in de kelder. Daarna ging hij naar de oude man toe en heeft hem proberen uit te leggen dat hij nu niet meer voor de Duitsers moest zijn omdat de Russen er waren, maar de oude man wilde niet luisteren. Hij heeft zijn uitleg toen in het kort op een briefje geschreven: Duitsland is kapot en je mag geen heil Hitler meer zeggen. Daarna ging hij naar buiten en wilde hij zich weer melden bij het hoofdkwartier. Hij kwam toen weer zijn vriend Yesero, de Spanjaard tegen, waar hij mee naar het huis wilde gaan, alleen toen gingen alle partizanen ook mee. Die plunderden alles. Hij kon ze niet tegenhouden. De oude man werd opgehangen aan de plataan en de kolonel en de vrouw werden opgeknoopt. Hij heeft nog wat waardevolle spullen van de eigenaar meegenomen en heeft toen niemand meer aanwezig was een granaat in het huis laten ontploffen. Alles vernietigt. Hij keek nog naar het huis en liep weg. Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/44212 Goede Aan het begin van het verhaal komt de hoofdpersoon, een Nederlandse soldaat, een Spaanse Yesero, tegen. Hij heeft op de technische school gezeten en vecht al 4 jaar mee in de tweede wereldoorlog. Hij werkt als een soort spion en is op een gegeven moment door de Duitsers gevangen genomen en zij wilde hem in een tuchthuis stoppen. Op weg naar een andere gevangenis is hij ontsnapt, wederom gevangen genomen en in een concentratiekamp(Strellwitz)ondergebracht. Weer ontsnapte hij daar, en werd ook weer opgepakt bij de Zwitserse grens. Hij ging met een trein mee maar sprong eruit bij Saksen toen het mogelijk was. Hij voegde zich bij het leger, de geallieerden, de partizanen. Met hun leger moesten ze over een heuvel om het kuuroord aan de rivier te bereiken en de Duitsers die schoten van alle kanten. Toen ze langs de rivier liepen moest de hoofdpersoon enkele Duitsers die hen beschoten, neerschieten. Toen kwamen ze aan in een dorpje, die de geallieerden dus veroverd hadden. Hij kreeg van de sergeant de opdracht om het dorp te doorzoeken op boobytraps. De soldaat loopt in het huis en komt meteen in soort trance. Het was voor de soldaat 4 jaar geleden dat hij in een huis had geslapen. Soep stond nog op het vuur, en warm water liep nog het bad in. Hij bekijkt zichzelf in de spiegel, trekt schone kleren aan uit een kast en steekt een sigaret op. Dan valt hij in slaap op de bank. Opeens gaat de bel waarvan hij wakker schrikt. Een Duitse kolonel staat voor de deur en vraagt of hij de bewoner is van dit huis want, want hij wilde vragen of er namelijk Duitse officieren daar konden verblijven, de Duitsers hadden het dorp dus weer ingenomen. De ik-persoon doet net alsof hij de eigenaar is en laat de Duitse soldaten in het huis overnachten. In het huis vindt de soldaat een bibliotheek met boeken over vissen maar ook een deur die hij niet open krijgt. De Duitsers zorgen dat ze geen last van hem hebben en vertrekken later weer. De eigenaar komt weer terug. Hij ontdekt dat er kleren weg zijn en loopt de tuin in. Na een gesprek komt de soldaat erachter dat hij inderdaad de echte eigenaar is en schiet hem dood. Ook komt hij de vrouw tegen vanuit de badkamer en heeft haar gewurgd. Zo graag wilde hij in dit huis blijven. Hij gaat de kamer binnen die eerst niet open ging maar nu plotseling wel en ontdekt een oude man. De oude man is zijn vissen aan het voeren en doet net alsof hij niks weet over wat er in het huis gebeurd is. Hij begint over Duitsland, die op alle fronten de beste is. De oude man denkt namelijk dat de soldaat een Duitser is. Ook zegt hij dat zijn schoondochter en zijn zoon met een granaat zijn omgebracht terwijl de soldaat dat natuurlijk heeft gedaan. De man vertelde hoeveel de vissen voor hem betekende en wat hij er allemaal mee deed. Toen is de soldaat in zijn eigen kamer naast de dode vrouw in slaap gevallen en weer werd hij wakker door de bel. Het was de Duitse kolonel die kwam melden dat de stad omsingeld was door Bolsjewieken. Hij is toen zijn eigen uniform aan gaan trekken, pakte zijn geweer en heeft de kolonel opgesloten in de kelder. Daarna ging hij naar de oude man toe en heeft hem proberen uit te leggen dat hij nu niet meer voor de Duitsers moest zijn omdat de Russen er waren, maar de oude man wilde niet luisteren. Hij heeft zijn uitleg toen in het kort op een briefje geschreven: Duitsland is kapot en je mag geen heil Hitler meer zeggen. Daarna ging hij naar buiten en wilde hij zich weer melden bij het hoofdkwartier. Hij kwam toen weer zijn vriend Yesero, de Spanjaard tegen, waar hij mee naar het huis wilde gaan, alleen toen gingen alle partizanen ook mee. Die plunderden alles. Hij kon ze niet tegenhouden. De oude man werd opgehangen aan de plataan en de kolonel en de vrouw werden opgeknoopt. Hij heeft nog wat waardevolle spullen van de eigenaar meegenomen en heeft toen niemand meer aanwezig was een granaat in het huis laten ontploffen. Alles vernietigt. Hij keek nog naar het huis en liep weg. Waarom de aanpassing? Ik heb meer details bijgezet omdat het anders beetje onduidelijk werd. Ik heb sommige dingen iets beter uitgelegd zodat het meer duidelijker is. Sommige zinnen heb ik aangepast zodat ze goede zinnen werden maar dat heb ik niet gemarkeerd. 3. Over de auteur Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. In 1943 schreef Hermans zijn eerste roman Conserve (1947), die zich afspeelt in de Verenigde Staten. in 1947 werd in Kompas der Nederlandse letterkunde van Hermans de titel Praelogica aangekondigd. Hermans werkte na de Tweede Wereldoorlog mee aan verschillende tijdschriften, vooral aan Criterium en Podium. In Criterium verschenen delen van zijn tweede roman De tranen der acacia's (1949). In het mei-juni 1951 verscheen het eerste hoofdstuk van Hermans' derde roman Ik heb altijd gelijk. Begin 1952 verscheen Het behouden huis. In 1977 ontving hij in het Koninklijk Paleis van Brussel uit handen van de Belgische koning Boudewijn de Prijs der Nederlandse Letteren, waaraan een bedrag verbonden was van ƒ 18.000,Na de lagere school volgde Hermans onderwijs aan het Barlaeus Gymnasium (19331940), waar hij in de derde klas (1936) bleef zitten. Op twaalf, dertienjarige leeftijd begon hij belangstelling voor de natuurwetenschappen te ontwikkelen. Nadat hij in 1936 was blijven zitten, begon Hermans met schrijven. In december 1938 schreef hij het verhaal 'Uitvinder'. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Frederik_Hermans 4. Over het boek A: Op de voorkant van het boek zie je een soldaat van achteren waarvan de ‘foto’ in het huis is genomen en dat heeft wel wat met elkaar te maken. B: Het is aan niemand opgedragen. C: De hoofdpersoon is een ik-persoon, dat merk ik omdat er geen namen zijn genoemd van de hoofdpersoon. Het is een vlak karakter. Positieve eigenschappen: bijna niks Negatieve eigenschappen: gemeen, hij schiet de eigenaren van het huis neer. D: Duitsland, omdat daar oorlog was. E: het verhaal is in een chronologische volgorde. Dat maakte niks uit voor in het verhaal. De schrijver heeft het spannend laten maken doordat je wou weten van wie het huis was en wat er ging gebeuren met het huis. Er waren geen trucs met tijd. F: De perspectief is eigenlijk ook wel van wat de persoon zegt en wat er verteld wordt. Want als iemand iets zegt, dan lees je zijn uitspraak en wanneer de hoofdpersoon iets zegt dan word het verteld via de verteller. G: Het verhaal heeft een gesloten einde omdat je al weet van wie het huis is en wat er met die huis gebeurt. 5. Leeservaringen Onderwerp: Het onderwerp spreekt me wel aan omdat het wel interessant is. Het verhaal heeft me wel nieuwe kanten laten zien want nu weet ik dat een soldaat zijn veel zwaarder is dan dat ik had verwacht. Het verhaal heeft me bij sommige dingen mij aan het denken gezet. Me verwachtingen waren anders uitgekomen. Ik ben door het verhaal anders over onderwerpen gaan nadenken. Het onderwerp is goed uitgewerkt. Het onderwerp is verrassend uitgewerkt. Ik vond dat eigenlijk alles evenveel over werd besproken. Ik heb geen ander verhaal over dit onderwerp gelezen omdat ik geen boeken lees(behalve voor school natuurlijk) en dus ook geen oorlog boeken. Gebeurtenissen: Het verhaal bevat genoeg gebeurtenissen voor mij. Ik vind de tempo in het verhaal goed want het is toch een klein boek en ik ben wel geduldig. In het verhaal gaat het vooral over de gebeurtenissen. De gebeurtenissen hadden wel indruk op me gemaakt vooral toen de soldaat de eigenaren neerschoot, dat vond ik wel hard. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig. En zijn wel herkenbaar bij films. De gebeurtenissen zijn voorspelbaar en bekend. Ik heb zoiets niet meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen van het verhaal. Er staan ook geen gebeurtenissen die ik wil meemaken. Personages: de hoofdpersoon is iemand die voor je gaat leven omdat je de gedachten van hem weet. De rest van de personages juist niet. Ik kan me goed verplaatsen in de gedachtewereld van de verhaalpersoon. De hoofdpersoon is geen held op wie ik zou willen lijken. Ik vind de gedrag van de hoofdpersoon beetje iemand die aan zich zelf denkt omdat hij alleen maar zelf in het huis wil wonen. De personen heeft me niet beïnvloed. De uitspraken, gedachten en de gedrag van de personages heeft me niet aan het denken gezet. Ik kom genoeg te weten om de gedrag van de personages te begrijpen. Soms begrijp ik de personages wel en soms ook weer niet. De personages veranderen door wat ze meemaken en ik vind dat wel begrijpelijk. De beslissing die de hoofdpersoon heeft genomen om de eigenaren neer te schieten, vond ik wel vreemd en onbegrijpelijk. Bouw: De gebeurtenissen volgen logisch op elkaar. Het verhaal is spannend opgebouwd omdat je wilt weten wat er gaat gebeuren, en dat maakt het altijd voor mij spannend. Het verhaal heeft een ingewikkelde opbouw omdat het begin beetje raar begon. Er is maar een verhaallijn. Het verhaal bevat geen tijdssprongen/terugblikken die het interessanter maken. De slot past goed bij het verhaal. ik vond het een plezierig slot omdat het een gesloten einde was. Taalgebruik: Het verhaal was beetje lastig te lezen en daar had de taalgebruik niks mee te maken. Het verhaal is makkelijk te lezen en bevat geen moeilijke woorden. Het verhaal bevat veel beschrijvingen maar had geen gevolgen voor de leesbaarheid en het verteltempo. Er zitten niet veel dialogen in het verhaal maar dat maakt voor mij niks uit. 6. Recensie en eigen mening Ik vind dat de tekst een goede boodschap heeft. Vaak worden de Duitsers gezien als beesten, maar in dit boek komt duidelijk naar voren dat de Partizanen zich ook niet altijd even lief gedroegen. En ik denk dat dit bij alle andere landen ook voorkwam. De hoofdpersoon is erg uitgeput en heeft geen zin meer. Dit geeft goed weer hoe de mens wordt uitgebuit in de oorlog. Het verhaal laat dus goed zien hoe zwaar het is voor soldaten. De opbouw van het verhaal is erg goed. Bijna elk detail heeft een bedoeling. Bijvoorbeeld de snaren van de piano waar de man die in de gesloten kamer vissen verzorgt, de vrouw en de Duitse aan worden opgehangen. De piano geeft de schoonheid van cultuur aan, maar nu worden juist de snaren van die piano gebruikt om mensen mee te doden. Dit geeft heel goed aan waar mensen toe in staat zijn. De stijl van het verhaal vind ik soms wel een beetje ouderwets, maar dat vind ik niet heel erg. Ik vind wel dat hij het verhaal mooi formuleert. Hij ziet bijvoorbeeld aan het begin van het verhaal vliegtuigen in de lucht vliegen alsof ze reclame aan het schrijven zijn. En toen een vliegtuig neerstortte leek het net of de aarde een miljoen keer vergroot slik geluid maakte. Ik vond het een mooi en interessant verhaal. Ik houd van verhalen over oorlogen, want dat zijn vaak mooie en interessante verhalen met veel spanning. In dit boek wordt de spanning rustig opgebouwd. Daardoor lees je snel door het boek heen. Het boek wekt veel vragen op tijdens het lezen, soms worden die later beantwoord en soms zul je zelf het antwoord moeten bedenken. Bron: http://www.examen.nl/index.html?url=http%3A%2F/www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen. php%3Fverslag_id%3D16193%26site%3Dexamen&h=7000&mw=0 Ouderwets: klopt, want het boek werd vroeger gemaakt. Mooi: klopt, mooie goede verhaal. Interessant: klopt, je verdiept je erin. Spanning: je wilt weten wat er gebeurd. goede boodschap: klopt, hoe het in die tijd ging.