Maak de opdrachten op het werkblad. Na de dekolonisatie ontstonden er in Latijns-Amerika creoolse samenlevingen. 1. Schrijf vier groepen op waaruit deze creoolse samenlevingen bestonden. Simon Bolivar was één van de libertadores van Latijns-Amerika. 2. Wat verstaan we onder libertadores? 3. Was de democratiseringsproces in Latijns-Amerika een succes? Leg je antwoord uit! 4. Wat wordt bedoeld met een creoolse samenleving? A. De blanken zich alleen bemoeien met de indiaanse samenleving B. De blanken krijgen kinderen op het Latijns Amerikaans continent C. De blanken gaan zich mengen met andere samenlevingen D. De blanken discrimineren de criollo samenleving 5. Waarom werden de criollo gediscrimineerd door de Europese blanken? Latijns Amerika werd voornamelijk gekoloniseerd voor zijn grondstoffen. 6. Schrijf vier producten die men exporteerde vanuit Latijns Amerika. 7. juist of onjuist ? I. Napoleon III gebruikte de term Latijns Amerika om indruk te maken op Engeland. II. Door de toenemende welvaart werd Latijns Amerika afhankelijk van Europese landen. III. Toen indianen zich gingen mengen met de zwarte bevolking dan werden hun Kinderen Zambos genoemd. IV. De Spanjaarden en Portugezen hadden het meeste macht in de Latijns Amerikaanse kolonies. 8. Waarom werd Jose de San Marin een libertador genoemd? 9. Wat is het grootste verschil tussen de Caudillos en Simon Bolivar? Na de dekolonisatie streefden de Criollo naar economische groei. 10. Welke van de volgende punten was een knelpunt voor de economische groei? A. Alfabetisering B. Onderwijs C. Gemeenschappelijk cultuur D. Vernieuwing De VS erkende de Latijns Amerikaanse landen als onafhankelijk. Ze geloofden in de ideeën van president Monroe. 11. Wat voor politiek speelde president Monroe met zijn Monroe doctrine? Bij het vormen van een natie werden de indianen uitgesloten hiervan. 12. Welk gevolg had dit voor hen? A. Ze werden als minderwaardig gezien. B. De kolonisten wilden zich niet mengen met de indianen C. Indianen bleven inheems voor de wet en niet Venezolaan D. De indianen kozen een Amerindiaanse president om voor hun rechten te vechten De natievorming was niet in het voordeel van alle samenlevingen binnen Latijns Amerika. 13. Welke twee (2) groepen werden door de criollo elite uitgesloten van de natievorming en waarom werden ze uitgesloten? 14. Welke van de volgende zinnen hoort niet bij natievorming? A. Stimuleren van gebruik van eigen taal B. Zorgen dat men andere talen belangrijk vinden C. Aandacht schenken aan muziek en kunst van andere landen D. Publiceren van volksverhalen, sprookjes en muziek 15. Schrijf twee (2) voorbeelden hoe het mogelijk is dat de economische groei van Latijns Amerika achter bleef na de dekolonisatie terwijl de VS na de dekolonisatie een economische groei had. 16. Wat verstaan we onder Neokolonialisme? Vanaf 1945 zagen de Amerikanen het communisme als een bedreiging voor Latijns Amerika. 17. Hoe probeerde de VS het communisme te bestrijden in Latijns Amerika? 18. Wat verstaan we onder populisme? 19. Welk land was de baas over het Ottomaanse rijk? 20. Welke vier millets kende het Ottomaanse rijk? 21. Wat was de oorzaak voor de Joodse Diaspora? 22. Wat wil men bereiken met het Zionisme? 23. Waarom vinden de Joden dat ze het recht hebben op het land Palestina? 24. Met welk doel werden zowel de Joden als de Arabieren een eigen staat beloofd? 25. Wat werd in het Balfour verklaring beloofd? 26. Na de Eerste Wereldoorlog werd Palestina onder het mandaat geplaatst van de Fransen en Engelsen. Wat wordt hiermee bedoeld? 27. In welk jaar werd de staat Israël uitgeroepen? 28. Welk negatief gevolg had de Arabische Israëlische oorlog voor de Palestijnen? 29. Welk doel had de PLO? 30. Wat was één van de belangrijkste gevolgen van de oprichting van de PLO? 31. Zet de volgende drie oorlogen op de juiste volgorde: Zesdaagse oorlog, Arabisch- Israëlische oorlog en de Yom kippoeroorlog. 32. Waarom Steunt de VS het land Israël? 33. Schrijf twee doelen van de OPEC om de prijzen van olie te laten stijgen? 34. Schrijf de twee afspraken van de Camp David Akkoorden. 35. Wat is Theocratie? 36. Met welk doel had Saddam Hoesein het land Koeweit aangevallen? 37. Welke twee redenen geeft Osama Bin Laden voor de aanval op de toren in New York? 38. Schrijf drie motieven die aangeven waarom de VS, Sadam Hoesein (Iraq) hadden aangevallen in 2003.