3 - Woorts

2.1
Term Latijns Amerika bedacht door Napoleon III om indruk te maken op Engeland(
om te laten zien dat ze een groot Latijns cultuur hadden).
Etnische groepen: een groep mensen die dezelfde cultuur deelt.
Later gemengde creoolse samenlevingen: Verschillende groepen gaan met elkaar
mengen.
 Mestiezen: Amerinndiaan + blank
 Mulatten: blank + zwart
 Zambo: zwart + amerinindiaan
 Criollo: In Latijns Amerika geboren blanken (beide ouders Europeanen)
Waarom Latijns Amerika koloniseren?
 Voor export van producten (tabak, suiker, katoen, goud) (Plantage economie)
Door de toenemende welvaart werden kolonies steeds minder afhankelijk van het
moederland.
De criollo voelden zich meer als Latijns Amerikaan dan als Spanjaard of Portugees.
Langzamerhand wilden ze onafhankelijkheid (zwarten wilden dat ook).
Onafhankelijkheidsoorlog:
Simon Bolivar, Jose de San Marin, Francisco de Miranda (Libertadores) vochten voor
vrijheid van Latijns Amerika.
Simon Bolivar wilde van Latijns Amerika een federatie maken (hetzelfde als de VS;
staten die samenwerken met een president)
MAAR de machthebbers in verschillende republieken wilden hun macht niet kwijt.
Simon Bolivar wilde democratisering  Parlement
Maar sommige presidenten regeerden zonder het parlement te betrekken.
Vooral dictatoriale militaire leiders (Caudillos) die vochten in de
bevrijdingsoorlogen van Latijns Amerika hadden veel macht.
Caudillos  wilden een dictatuur.
Libertadores  wilden democratie.
Na de dekolonisatie  verschuiving van sociale lagen.
Criollo (topfuncties in het bestuur)
Mulatten/ Mestiezen (middenklasse; ambtenaren, onderwijzers etc)
Vrije negers/ Indianen (arbeidersklasse; landbouw, fabrieken)
Zie koloniale piramide blz 35 of 36
Dus hoe het vroeger was (voor de dekolonisatie)
2.2
Na de dekolonisatie  soevereine staten (zich zelfstandig ontwikkelen)
De criollo streefde naar economische groei:
Hoe??
 Gevoel van eenheid
 Vernieuwing
 Alfabetisering
 Onderwijs
 Gemeenschappelijke cultuur
Gemeenschappelijke cultuur: probleem omdat de nieuwe staten waren multietnische staten (verschillende bevolkingsgroepen met hun eigen cultuur)
De criollo begint aan staatsvorming: (het vormen van een land dmv duidelijke
grenzen) met hulp van de VS (voor economische voordeel).
De VS erkende de Latijns Amerikaanse landen als onafhankelijk en wilden dat de
Europese landen zich niet bemoeiden met hun “achtertuin”  monroedoctrine.
DUS vinden dat Europese landen niks te zeggen hebben in Latijns Amerika etc.
De criollo wilden natievorming: (Vormen van een volk met een gezamenlijke
identiteit) waarbij taal, religie en geschiedenis in stand gehouden werden.
Dit nationalisme kreeg snel te maken met een superioriteitsgevoel want de indianen/
zwarten werden uitgesloten van de natievorming.
Hun culturen werden als minderwaardig gezien en de inheemse bevolking bleef
inheems voor de wet en niet Venezolaan / Peruaan.
Laatste decennium verbeteringen voor de amerinindianen. Zelfs een president in
Bolivia gekozen in 2005 met amerinindiaanse afkomst.
2.3
Coca Cola cultuur: Amerikaanse invloed op bijv Aruba.
Wie betaalt, bepaalt  alhoewel er in onze regio een overvloed is aan natuurlijke
hulpbronnen hebben europese landen een voorsprong door hun kapitaal en kennis.
Nadat de VS onafhankelijk werd van Engeland werd het economisch onafhankelijk
door hun Industrialisatie. De economie van Latijns Amerika bleef achter door:
 Eenzijdige economie (bijv Brazil had alleen suiker).
 Afhankelijk van één exportproduct.
Neo kolonialisme: ex kolonies bleven afhankelijk van hun voormalige kolonisators.
Goodneighbour politiek: de VS probeert Latijns Amerikaanse landen aan zich te
binden maar zonder zich te bemoeien met de binnenlandse politiek.
Non Interventie beleid: De VS zou zich niet bemoeien met de binnenlandse politiek
van Latijns Amerika.
Na de WOII bemoeit de VS zich toch met de binnenlandse politiek:
 VS was bang dat het communisme Latijs Amerika zou overnemen.
 VS hielp anti communistische leiders met geld en militairen.
Populisme: (anti-Amerikaanse) leiders die zich richten op de wensen van de gewone
mensen. (ze krijgen veel steun doordat ze aan grote groepen achtergestelde
vooruitgang beloven).
Indigenista Politiek: Opkomen voor de rechten van de inheemse bevolking die
eerder werden uitgesloten.