Klik hier - Arme Kant van Nederland/EVA

advertisement
Bijstand & Studie
Tips en Advies voor gemeenten
Bijlage: verslag van reacties op meldpunt Bijstand & Studie
Februari 2010
2
Inhoud
Inleiding
Advies en tips voor gemeenten
Bijlage: Verslag van reacties op meldpunt Bijstand & Studie
3
4
Inleiding
Alleenstaande ouders vormen geen specifieke doelgroep voor uitkeringsinstanties en onderwijsinstellingen. Daardoor is er weinig aandacht voor deze groep en voor de problemen
waarmee zij geconfronteerd worden als zij een opleiding willen combineren met de zorg
voor hun gezin. Vooral alleenstaande moeders komen allerlei drempels tegen, die hen
belemmeren om aan een opleiding te beginnen of een opleiding af te ronden. Onder de
doelgroep bijstandgerechtigde vrouwen met kinderen blijken nog een hoop verborgen
talenten en kwaliteiten verstopt te zitten. Niet iedereen wordt gewezen op de mogelijkheden van de Wet Studiefinanciering en wat eventuele alternatieven zouden kunnen zijn.
Hierdoor gaat niet alleen talent verloren, het is ook een verlies voor onze maatschappij en
voor de kenniseconomie. De toegang tot en het kunnen volgen van goed onderwijs is van
essentieel belang om te bereiken dat jonge mannen en vrouwen de vaardigheden kunnen
leveren die onze maatschappij nodig heeft. Een beter verenigbaar maken van gezin en
studie, op alle niveaus, leidt tot betere benutting van het jongerenpotentieel, met name het
potentieel van jonge vrouwen.
Daarom besloten het Steunpunt Studerende Moeders, de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA en de FNV Vrouwenbond de handen ineen te slaan en in 2009 een Meldpunt
Bijstand & Studie te openen. De reacties die zijn binnen gekomen op het meldpunt vormden,
samen met andere signalen die onze organisaties regelmatig ontvangen, de aanleiding voor
1. het opstellen van een lijst met Adviezen en Tips voor gemeenten over Bijstand & Studie
2. het organiseren van een symposium met dezelfde titel op donderdag 18 februari 2010,
gericht op medewerkers van gemeenten en andere betrokkenen en belangstellenden
Het doel van deze bijeenkomst is gemeenten te informeren over mogelijkheden om cliënten
die inkomenssteun ontvangen of aanvragen, te ondersteunen als zij een studie willen volgen.
Hiermee willen wij een bijdrage leveren aan het vergroten van de arbeidsmarktkansen van
met name vrouwen met kinderen. Door het invoeren van de scholingsplicht voor alleenstaande ouders en de werkleerplicht voor jongeren tot 27 jaar krijgen deze groepen de kans
zich beter voor te bereiden op een arbeidsmarktpositie die ook werkelijk perspectief biedt.
Bij gemeenten is er behoefte aan meer specifieke kennis over beschikbare mogelijkheden,
zoals het benutten van de WSF en aan praktische informatie op het gebied van studie en
zorg. Het Steunpunt Studerende Moeders heeft hiervoor een Stappenplan en een Kennisportal ontwikkeld, die tijdens deze bijeenkomst worden gepresenteerd. Zowel het Stappenplan
5
als het Kennisportal zijn voor gemeenten goed bruikbare instrumenten die een bijdrage
kunnen leveren om de dienstverlening aan hun cliënten te verbeteren.
6
Advies en tips voor gemeenten
De kenniseconomie staat te springen om hoger opgeleiden, of zij nu kinderen hebben of
niet. Zeker nu, in de economische crisis, wordt (om)scholing steeds belangrijker. Onderwijs is
misschien niet altijd de snelste weg naar werk maar wel de meest duurzame en de beste
weg naar langdurig werk. Het vergroot de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Het opleidingsniveau van de ouders is bovendien een goede voorspeller voor het opleidingsniveau
van hun kind(eren), kortom: het effect van een studie/scholing is langdurig en vérstrekkend.
Door de invoering van de werk/leerplicht en de scholingsplicht zal het aantal (jonge) ouders
dat een opleiding volgt toenemen.
Een aantal feiten
 De leeftijdgrens binnen de wet studiefinanciering is in het jaar 2000 verschoven van 27 jaar naar 30 jaar, dat wil zeggen dat men recht heeft op het
aanvragen van studiefinanciering tot het 30e levensjaar. En men kan de studie
(indien men niet verandert van studie) na het 30e levensjaar ook gewoon met
behoud van studiefinanciering afronden. De mensen tussen 27 en 30 jaar die
dit niet weten, kunnen hierdoor tussen wal en schip vallen. Het ontbreken van
deze informatie kan misverstanden in de hand werken.
 Het HBO kent een 21+ toets, ook wel toelatingsexamen genoemd. Het is via
deze weg mogelijk, indien men slaagt voor de toets, een HBO studie te starten
zonder vooropleiding. Bij sommige onderwijsinstellingen worden er ook intake
assessments afgelegd, waardoor iemand zelfs in het tweede of misschien wel
derde studiejaar kan instromen. Het HBO kent hiervoor ook een voorbereidingscursus, juist bedoeld voor mensen die al een tijdje geen opleiding meer
gevolgd hebben. Aan de 21+ toets, evenals aan de voorbereidingscursus zijn
kosten verbonden.

Tegen studerende alleenstaande ouders die om steun of advies komen
vragen, wordt vaak gezegd dat zij een bijbaantje kunnen nemen. Voor een
alleenstaande studerende ouder is dat vanwege de combinatie opleiding en
zorgplicht erg lastig te realiseren. Het volgen van een opleiding staat vrijwel
gelijk aan een werkdruk van een werkweek van 40 uur. Om een voorbeeld te
geven: in het HBO/WO moet men 60 studiepunten per jaar halen, 1 studiepunt staat gelijk aan 28 uren (studie)belasting. Een rekensommetje leert dus
dat deze combinatie minstens zo zwaar is als de combinatie van een fulltime
baan en gezin.
7
 Voor alleenstaande vrouwen met kinderen is de studiefinanciering geen
passende en toereikende voorziening. Studiekosten worden binnen de WWB
niet gezien als noodzakelijke kosten. In draagkrachtonderzoeken (bijvoorbeeld
wanneer iemand een beroep doet op de bijzondere bijstand) wordt daar dan
ook geen rekening mee gehouden. Hetzelfde geldt overigens voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en waterschapbelastingen. Sommige
gemeenten tellen zelfs naast de studiebeurs ook de rentedragende lening van
de IB-Groep bij het inkomen op.
 Zwangerschap of zorgplicht zijn geen reden voor de IB-Groep tot verlenging
van de studiefinanciering. De studiefinanciering kent voor alleenstaande
studerende ouders dezelfde lengte, maar soms duurt de studie langer dan
men studiefinanciering ontvangt. Een student met een zorgplicht heeft
minder tijd om in de studie te investeren dan wenselijk is. Bij zwangerschap is
studievertraging vrijwel onvermijdelijk.
 Als men gebruik maakt van de WSF, bestaat geen recht meer op de heffingskortingen in de vorm van de alleenstaande oudertoeslagen en kinderkortingen. Wanneer men alleen studiefinanciering gaat ontvangen moet men deze
toeslagen zelf stop laten zetten bij de belastingdienst. Het komt vaak voor dat
deze moeders zich hier niet bewust van zijn. Als zij de toeslag niet stopzet, is
het gevolg al gauw dat er onjuiste berekeningen plaats kunnen vinden en zij
dieper in de schulden raakt.
 Studerende alleenstaande ouders mogen in principe geen gebruik maken van
de voedselbanken, omdat deze voorziening niet is bedoeld voor studenten. De
situatie van alleenstaande studerende ouders is echter anders dan die van
studenten die geen zorgplicht hebben.
 Studerende ouders worden niet gezien als een doelgroep die tot de minima
behoort en kunnen daarom geen gebruik maken van een collectieve
zorgverzekering. Studenten zijn verplicht een studentenverzekering af te
sluiten, wat aanzienlijk meer kosten met zich mee brengt. Dit leidt eerder tot
schulden bij deze groep.
 Schuldhulpverlening in de vorm van de WSNP is niet mogelijk voor mensen met
enkel studiefinanciering.
 Sommige gemeenten kopen gesubsidieerde kinderopvangplekken in voor
bijstandsgerechtigden die uitstromen naar werk in het kader van de reïntegratie. Voor studerende ouders geldt deze regeling niet. Kenmerkend voor
studerende ouders is dat de opleidingen een à twee startmomenten in het jaar
kennen. Wanneer een studerende ouder langer over de opleiding doet dan de
duur die voor de betreffende opleiding staat heeft dat in het kader van de WSF
8
financiële gevolgen. Elke dag dat zij er langer over doet moet terugbetaald
worden. Indien een studerende ouder dus geen tijdige, betaalbare en flexibele
opvang heeft, heeft dit allerlei financiële gevolgen van dien.
 Het uurtarief op basis waarvan de kinderopvangtoeslag wordt berekend, is
door het kabinet onlangs bevroren op € 6,10. Mensen met enkel een studiebeurs als inkomen en die veel opvanguren afnemen, worden door deze bevriezing hard getroffen. Zeker wanneer de betreffende kinderopvangorganisatie,
waar de opvanguren worden afgenomen, boven dit tarief uit komt. De eigen
bijdrage die de studerende ouder moet betalen wordt hierdoor ook hoger
maar zij ontvangt geen hogere studiebeurs.
 Als men afstudeert en nog geen baan heeft gevonden, kan men de kinderopvang niet meer betalen omdat de gemeentelijke bijdrage vervalt. De pas
afgestudeerde heeft immers geen bewijs meer van inschrijving bij de IB-Groep
en bij de opleiding. Zij is dan genoodzaakt de kinderen van de kinderopvang af
te halen. Binnen enkele weken/maanden waarin zij wel een baan vindt, zal zij
weer kinderopvang nodig hebben en zal opnieuw op de wachtlijst gezet
worden. Dit veroorzaakt veel rompslomp. De kinderen worden heen en weer
geslingerd, wat niet bepaald pedagogisch en emotioneel verantwoord is.
9
Wat kan de gemeente doen?
 Eigen expertise en kennis vergroten
 Zorg dat er voldoende expertise in huis is om jonge ouders die willen studeren
juiste en goede voorlichting te geven op het gebied van studiemogelijkheden
in combinatie met gezinsverantwoordelijkheden.
 Maak gebruik van de website www.studerendemoeders.nl en het door
Steunpunt Studerende Moeders ontwikkelde stappenplan voor klantmanagers
of begeleiders van alleenstaande (jonge) ouders op weg naar scholing. Dit
stappenplan is via de website te bestellen.
 Maak gebruik van de mogelijkheid informatieve workshops te laten verzorgen
door het Steunpunt voor klantmanagers.
 Heb begrip voor de specifieke positie van alleenstaande studerende ouders.
Besef dat een alleenstaande ouder er vaak ook echt alleen voor staat. Alleenstaande ouders die studeren verdienen respect. Zij streven naar economische
zelfstandigheid. Het volgen van een opleiding zou dus ook gestimuleerd en
aangemoedigd moeten worden.
 Houd er rekening mee dat een studerende moeder niet per definitie ook een
tiener is. Voor tienermoeders bestaan tal van begeleidingsprojecten, met
bijbehorende subsidiestroom. Studerende moeders worden -terecht- niet als
probleemgeval gezien, maar ontberen daardoor specifieke aandacht. Voorkóm dat getalenteerde moeders die geen tieners meer zijn in de kou blijven
staan en kansen mislopen.
 Samenwerken met onderwijsinstellingen
 Motiveer en spoor onderwijsinstellingen aan om goed ingericht te zijn op de
doelgroep studerende ouders en voorzieningen te bieden aan al hun
studenten met (a.s.) kinderen. Voorzieningen, onderwijsbeleid of protocol kan
studie uitval, vertraging en terugval in de bijstand voorkomen.
 Ontwikkel samen met onderwijsinstellingen een ondersteunend aanbod voor
de doelgroep, zoals de gemeente Rotterdam en de Hogeschool Rotterdam
hebben gedaan.
10
 Advies geven aan (jonge) ouders die (willen) studeren
 Onderzoek samen met de alleenstaande ouder de financiering en de maximale
mogelijkheden voor een opleiding. Zet hierbij zo hoog mogelijk in en onderschat de cliënt niet. Zet meer in op opleidingen die leiden tot een duurzame
uitstroom.
 Informeer alle mensen tot 30 jaar over studiemogelijkheden met gebruik van
de wet studiefinanciering: men heeft recht op het aanvragen van studiefinanciering tot het 30e levensjaar. En men kan de studie (indien men niet verandert
van studierichting) na het 30e levensjaar ook gewoon afronden met behoud
van studiefinanciering.
 Onderzoek alle mogelijkheden om te investeren in trajecten die een daadwerkelijke startkwalificatie of hoger opleveren en het leven lang leren onderschrijven. In de gemeente Rotterdam bijvoorbeeld, bestaat de mogelijkheid
voor bijstandsgerechtigden om met tijdelijk behoud van uitkering op HBO
niveau te studeren.
 Wijs alleenstaande ouders die ( willen) studeren op de website
www.studerendemoeders.nl.
 Bied alleenstaande ouders de mogelijkheid een informatieve workshop van
het Steunpunt Studerende Moeders te volgen.
 Inkomensondersteuning bieden
 Houd rekening met het feit dat de draagkracht en draaglast van een studerende ouder niet in evenwicht zijn , omdat een deel van het inkomen meestal een
rentedragende lening is en uit dat inkomen ook de studiekosten, zoals collegegeld en boeken, betaald moeten worden. Probeer naar alternatieven te zoeken en hier rekening mee te houden.
 Ondersteun alleenstaande ouders die een voorbereidingscursus en/of een HBO
21+ toets, intake of assessment willen doen financieel.
 Onderzoek , wanneer alleenstaande ouders door middel van de WSF gaan
studeren en niet op bijstandsniveau kunnen rondkomen, de mogelijkheden tot
een financiële aanvulling zodat hun inkomen gelijk wordt aan bijstandsniveau.
 Wijs op de fondsmogelijkheden met studiedoeleinden die er bestaan voor
tweede kans vrouwen met kinderen. Op de website
www.studerendemoeders.nl is een overzicht te vinden van al deze fondsen
met studiedoeleinden.
11
 Geef studerende alleenstaande ouders met als enige inkomstenbron de studiefinanciering, het recht op het afsluiten van een collectieve zorgverzekering via
de gemeente.
 Ga in gesprek met de plaatselijke voedselbank of bemiddel daarin zodat
alleenstaande studerende ouders ook gebruik kunnen gaan maken van deze
voorziening.
 Geef alle alleenstaande studerende ouders die enkel studiefinanciering
ontvangen het recht op een kortingspas (tegen een gereduceerd tarief of
kosteloos).
 Geef iedere moeder die vanuit de WWB uitstroomt naar een WSF situatie
goede voorlichting over het feit dat studiefinanciering geen belastbaar
inkomen is en wat hier de gevolgen van zijn, zoals het feit dat er, wanneer
men enkel studiefinanciering gaat ontvangen, geen recht meer is op de
heffingskortingen en men deze toeslagen zelf stop moet laten zetten bij de
belastingdienst.
 Hou er rekening mee dat, wanneer een studerende ouder bijzondere bijstand
aanvraagt, zij geen recht heeft op heffingskortingen en deze dus ook niet kan
aanvragen, omdat studiefinanciering niet als belastbaar inkomen wordt
beschouwd. Het handboek dient in dit licht herzien te worden.
 Stel de uitstroompremie in het kader van re-integratie ook open voor mensen
die uitstromen middels de WSF, zodat zij daarvan de eerste termijn
collegegeld of schoolgeld kan betalen en/ of de nodige studiematerialen
aanschaffen. Onderzoek creatieve oplossingen voor een dergelijke financiële
opstap, bijvoorbeeld door de bonus, overeenkomstig de systematiek van de
WSF, als lening aan te bieden en bij het succesvol afronden van de opleiding
om te zetten in een gift.
 Draag als gemeente de zorg voor een goede vangnetregeling voor een
aanstaande alleenstaande moeder die vanwege zwangerschap studievertraging oploopt, als zij een beroep op de gemeente doet.
 Geef alleenstaande ouders, in meerderheid vrouwen, die daarvoor de capaciteiten hebben, ongeacht hun leeftijd, tijdelijke inkomensondersteuning om
door aanvullende studie of training hun positie op de arbeidsmarkt te
verbeteren. Dat daaraan afspraken en voorwaarden verbonden worden is
vanzelfsprekend.
12
 Kinderopvang faciliteren
 Wijs alleenstaande ouders die scholing willen gaan volgen op kinderopvangmogelijkheden. Deze staan geïnventariseerd op www.studerendemoeders.nl
 Adviseer alleenstaande ouders zich zo snel mogelijk in te schrijven voor een
kinderopvangplaats en probeer te bemiddelen als het ernaar uit ziet dat zij
nog geen opvang heeft bij aanvang van de opleiding.
 Onderzoek samenwerkingsmogelijkheden met de kinderopvangbranche voor
alleenstaande ouders die uitstromen naar scholing.
 Onderzoek de mogelijkheid tot het inkopen van gesubsidieerde kinderopvangplekken voor alleenstaande ouders die uitstromen doormiddel van de WSF,
zodat ook zij zeker kunnen zijn van een kinderopvangplaats bij aanvang van
de studie/opleiding.
 Regel voor de alleenstaande studerende ouder een tegemoetkoming in de
kinderopvangkosten. Onderzoek de mogelijkheden voor een vangnetregeling
zodat de studerende moeder de opleiding niet om financiële redenen
voortijdig hoeft te beëindigen. Dit is een investering, de alleenstaande ouder
valt hoogstwaarschijnlijk anders terug op de bijstand.
 Geef alleenstaande ouders die na het behalen van een startkwalificatie verder
door willen studeren ook recht op een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang.
 Zorg voor een soepele vangnetregeling wanneer de studie ten einde loopt en
maak het mogelijk om de aansluiting van de afstudeerfase op het vinden van
een baan soepel te laten verlopen, o.m. door de bijdragen van 1/6e deel van
de kinderopvang voort te zetten (eventueel met een maximale termijn) na het
behalen van het diploma, totdat een baan gevonden is.
 Laat studerende ouders onder de gemeentelijke doelgroep vallen, zodat zij een
tegemoetkoming kunnen blijven ontvangen en gebruik kunnen blijven maken
van de huidige kinderopvang.
 Maak goede afspraken met de alleenstaande (af) studerende ouder en zoek
naar een flexibele vangnetregeling voor afgestudeerde ouders zolang er nog
geen baan is gevonden.
13
BIJLAGE
Verslag van reacties op meldpunt Bijstand & Studie
Aantal meldingen
Het meldpunt was ‘in de lucht’ van half april tot half augustus 2009, maar ook na de formele
‘sluitingsdatum’ bleven en blijven er reacties binnendruppelen. Dit lijkt erop te duiden dat
het bekend worden van het bestaan van het meldpunt en de mogelijkheid om ervaringen te
melden enige tijd vergt. Het aantal binnengekomen meldingen bedraagt 48. Dit lijkt aan de
lage kant, maar verdient een nadere toelichting: opnieuw moet hier onderstreept worden
dat het bestaan van het meldpunt waarschijnlijk slechts langzaam bekend werd; het verspreiden van een brochure onder sociale diensten in het land zou waarschijnlijk een
beduidend hogere respons hebben opgeleverd. Overwogen kan worden dat in de nabije
toekomst alsnog te doen. Daarnaast valt op dat bij deze meldingen het in diverse gevallen
uiterst schrijnende situaties betreft. Het vermoeden bestaat dat het aantal meldingen -en de
schrijnendheid ervan- het topje van een ijsberg vertegenwoordigen.
De inhoud van de meldingen
De inhoud van de reacties die bij het Meldpunt Bijstand & Studie binnenkwamen loopt uiteen. Het type reacties kan in tweeën ingedeeld worden:
1. verhalen over belemmeringen die men ervaren heeft bij pogingen om vanuit een
WWB- situatie aan een opleiding te beginnen: onbegrip, gebrek aan kennis en
informatie bij instanties, financiële barrières en rechtstreekse tegenwerking.
2. vragen naar mogelijkheden, voorwaarden en beschikbare ondersteuning om vanuit
een bijstandssituatie een opleiding of studie te gaan doen.
Er blijkt bij betrokken instanties weinig zicht op de opleidingsmogelijkheden voor vrouwen
met kinderen en er wordt nauwelijks gewezen op de mogelijkheid van de wet studiefinanciering. Het volgen van een opleiding wordt weinig tot niet gestimuleerd.
Zo komt het voor dat jonge moeders tot 30 jaar eerder gemotiveerd worden in de richting
betaald werk dan dat zij gestimuleerd worden een opleiding te gaan volgen, ook al geven zij
zelf aan voorkeur te hebben voor een opleiding. Het uitzoeken van opleidingsmogelijkheden
blijkt voor zowel de klantmanager als de cliënt een studie op zich.
De opleidingen die men met behoud van een WWB uitkering mag volgen zijn relatief lage
opleidingen die niet langer dan een jaar duren. Dit biedt mensen die een opleiding op een
14
hoger niveau aankunnen weinig perspectief. Uit de reacties blijkt ook dat de mensen die de
capaciteiten hebben om een hoger opleidingsniveau te volgen, vaak niet gezien, erkend en
begrepen worden. Zo komt het voor dat een vrouw die ondanks het feit dat zij HBO-geschikt
is, (wat blijkt uit haar toelatingsexamen voor het HBO) wordt verwezen naar een reïntegratie
traject. Daar blijkt dat men haar niet kan bemiddelen naar werk op haar niveau. Er wordt
niet alleen een negatief advies aan de sociale dienst gegeven maar zij zou volgens het
reïntegratie bureau ook niet gemotiveerd en bemiddelbaar zijn. Deze vrouw heeft zelf
andere wegen gezocht en zit inmiddels in het tweede studiejaar van de HBO opleiding
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en werkt in het kader van haar opleiding nu bij
een belangenorganisatie.
Leeftijd
Maar ook leeftijd speelt een rol. Studiefinanciering kan slechts worden aangevraagd tot 30
jaar. Dat wil echter niet zeggen dat er geen mogelijkheden meer bestaan tot het volgen van
een opleiding voor mensen die ouder zijn. Het Steunpunt Studerende Moeders heeft het
afgelopen jaar ongeveer 25 moeders in een bijstandssituatie ondersteund bij het uitzoeken
van opleidingsmogelijkheden, dan wel begeleid naar een opleiding toe. Leeftijd is een punt
dat apart aandacht verdient, om twee redenen:
* een aantal van de meest schrijnende reacties op het Meldpunt zijn afkomstig van
vrouwen die de dertig al ver gepasseerd zijn. Door verschillende oorzaken zijn zij op jonge
leeftijd in de bijstand terecht gekomen, vaak doordat zij zwanger raakten en de zorg voor
kinderen kregen. Zij hebben wanhopig gezocht naar mogelijkheden om uit die bijstand te
komen, maar zagen geen kans om werk te vinden dat hen in staat stelde om economisch
zelfstandig te zijn. En een opleiding volgen konden of mochten zij niet. Naar mate zij ouder
worden voelen zij zich machtelozer en ervaren hun situatie als uitzichtloos. Sommigen drijft
dit tot wanhoop. Anderen geven niet op en blijven knokken en zoeken naar een uitweg. Dat
kunnen vreemde kronkelwegen zijn: een kat in het nauw maakt soms rare sprongen.
* de verhalen en ervaringen van oudere vrouwen drukken ons er met de neus bovenop hoe
belangrijk het is om jonge vrouwen goed te adviseren en te ondersteunen bij hun pogingen
om hun situatie te verbeteren, uit de uitkering te komen, economisch zelfstandig te worden.
Dát in elk geval. Tegelijkertijd mag ook de vraag gesteld worden: moet er zo’n strikte
leeftijdsgrens verbonden zijn aan de mogelijkheid om studiefinanciering aan te vragen of
anderszins financiële (inkomens)ondersteuning te krijgen? Mensen, in het bijzonder alleenstaande ouders, in meerderheid vrouwen, die daarvoor de capaciteiten hebben, zouden
ongeacht hun leeftijd, tijdelijke inkomensondersteuning moeten kunnen krijgen om door
aanvullende studie of training hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dat daaraan
afspraken en voorwaarden verbonden worden is vanzelfsprekend.
15
Enkele voorbeelden van bij het Meldpunt binnengekomen reacties
1. Carien1
Carien is een alleenstaande moeder van 28 jaar met twee kinderen in de basisschoolleeftijd. In 2002 volgde zij een HBO-opleiding met Studiefinanciering. Zij werd
zwanger, raakte financieel in de knel (o.a. problemen met partner) en moest haar
studie staken en bijstand aanvragen. Zij heeft geprobeerd werk te vinden, maar dat
lukt niet met alleen een HAVO diploma + een gat in haar CV. Zij wil graag haar
onafgemaakte HBO opleiding afmaken, maar krijgt daarvoor geen toestemming van
de Sociale Dienst: zij wordt verplicht een reïntegratietraject te volgen. Zij heeft een
‘burn out’ en last van depressiviteit. Carien: ‘ik vind dat het zo gigantisch wordt
afgestraft als je moeder bent en wilt studeren: eenmaal in de uitkering word je kort
gehouden en klem gezet’.
2. Rukize
‘Ik ben een alleenstaande studerende moeder met twee kinderen en loop tegen een
aantal problemen aan. Met name de financiële kant is een heikel punt. Zoals jullie
vast weten, loop ik als student met slechts studiefinanciering een hoop dingen mis,
waar bijvoorbeeld een bijstandsmoeder wel aanspraak op kan maken. In mijn woonplaats is er niets vastgelegd om studerende moeders tegemoet te komen. De bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag, subsidie voor duurzame goederen enz. worden
allemaal niet toegekend wanneer je studiefinanciering ontvangt. Mijn spaargeld is op
en ik wil absoluut geen schulden maken, want dan is het einde zoek.
Ik heb zelf al enigszins onderzocht wat de mogelijkheden zijn en ben er dus achter
gekomen dat er in principe niets geregeld is. Ik heb twee wethouders gemaild en ben
zodoende doorverwezen naar een hoop andere medewerkers, die tot slot uiteenlopende antwoorden gaven: de een zei gewoon 'nee, want je ontvangt geen uitkering
maar een studiebeurs' (wat ik zelf al wist…), een andere meneer vond dat ik naar de
Rabobank moest om een lening aan te vragen.
Ik heb deze week gehoord dat de tegemoetkoming eigen bijdrage voor de kinderopvang ten onrechte is toegekend en dat we (als studerende moeders) van geluk
mogen spreken dat we het tot nu toe ontvangen geld niet terug hoeven te betalen.
Voor mijn oudste kind is dit al meer dan 100 euro per maand. Om een lang verhaal
kort te maken, ik begin me dus serieus zorgen te maken over de voortzetting van m'n
studie, want die kosten zijn ook erg hoog. Stoppen wil ik niet, maar in de schulden
raken wil ik ook niet. Ik haal m’n propedeuse waarschijnlijk al in dit eerste jaar en
alles gaat me goed af’.
3. Petra
‘Ik ben erg blij met jullie oproep naar ervaringen van mensen met een WWB uitkering
die de ambitie hebben om te studeren. Tot mijn grote spijt heb ik in 2002, toen ik 33
jaar was, geen medewerking gekregen voor mijn studiekeuze. Ik wilde een HBO
1
Ter bescherming van de privacy van de vrouwen worden hier fictieve namen gebruikt
16
opleiding Sociaal Culturele Vorming doen, maar mij werd gezegd dat ik een MBO
opleiding "mocht" volgen die binnen twee jaar afgerond moest zijn. Ik werd ontmoedigd om een HBO opleiding te volgen in een zelfgekozen studierichting. De sociale
dienst gaf geen toestemming en liet doorschemeren dat ik niet geschikt zou zijn voor
het HBO, hoewel mijn keuze werd ondersteund door een assessment-uitslag. De
MBO opleiding beviel uiteindelijk niet: het ontbrak aan inhoud en kwaliteit van de
lessen. Inmiddels sta ik nog steeds met lege handen en ben de veertig gepasseerd.
Het is zuur te moeten ondervinden dat door het ontbreken van financiën er bijna
geen kansen zijn om alsnog aan het HBO te studeren. Mijn beperkte financiële
middelen heb ik toch geïnvesteerd in studieboeken die ik nodig had voor het toelatingsexamen. De boekenlijst heb ik opgevraagd bij het studie informatiepunt van de
betreffende Hogeschool. Door gebrek aan financiën studeer ik thuis. Bijkomend
nadeel van thuisstudie is het sociaal isolement. Voor mij is het nu te laat, ik ben
inmiddels de 40 gepasseerd, maar ik hoop dat mijn verhaal een zinvolle bijdrage kan
leveren aan noodzakelijke verbeteringen in de belangen van WWB gerechtigden. Laat
het in ieder geval een gezond tegengeluid zijn tegen de algemene negatieve beeldvorming over bijstandsmoeders. Ik schaam mij de ogen uit het hoofd door de
beeldvorming in de media over mensen/moeders in de bijstand’.
17
Download