Taal – dichten over dieren

advertisement
Taal – dichten over dieren
Leerjaar: Groep 5 en 6
Vak: taal
Tijdsduur: 2x 45 minuten
Het zijn eigenlijk twee lessen die met elkaar verbonden zijn. De eerste les bestaat uit een
uitleg over dichten aan de hand van een bekent gedicht. Hier maken ze ook vragen over. De
tweede les gaan ze zelf een gedicht maken.
Lesbeschrijving les 1:
Inleiding:
Het gedicht van de kinderboekenweek (De leeuw is los) lees ik voor. Vervolgens mogen ze hun
werkboekje open doen en laat ik één van de leerlingen het gedicht nog eens voorlezen. De
rest leest mee uit zijn/haar werkboekje.
Kern:
We gaan het gedicht analyseren met de klas.
Hieraan vooraf hebben we het over;
- rijmschema's (welke zinnen rijmen op elkaar?)
- eindrijm (de klanken die op elkaar rijmen staan aan het einde van de regel)
- rijmregel (als twee woorden in een zin op elkaar rijmen)
- strofes (een stukje/versje van een gedicht)
Vervolgens krijgt elk groepje een enveloppe met stukjes van twee tot drie gedichten. Ze
puzzelen met hun groepje een tijdje tot de gedichten weer compleet zijn en beantwoorden
dan de vragen in het uitgedeelde werkboekje.
Afsluiting:
Laat de leerlingen de gedichten die ze hebben gevonden voorlezen. Als alle drie de gedichten
compleet zijn en duidelijk zijn voor iedereen bespreek je de vragen van het werkboekje.
Inventariseer hoe het gemaakt is.
Materialen:
o Gedicht van de kinderboekenweek
o Werkboekjes
o Enveloppen
o Kaartjes van de drie gedichten
Lesbeschrijving les 2:
Inleiding:
We herhalen klassikaal wat we de vorige les besproken hebben.
Wie weet nog waar de vorige les over ging?
We hebben het gehad over rijmschema's, wat is een rijmschema?
Wie weet er een woord dat rijmt op dier? (mier, kier, gier, stier, klier, plezier)
Kern:
Vandaag kiezen jullie zelf een onderwerp rondom wilde dieren, dus wilde dieren in het
algemeen of een wild dier. Hier gaan jullie een gedicht over schrijven.
Van te voren zetten jullie je gekozen onderwerp op een blaadje. Hierbij gaan jullie woorden
verzinnen die op elkaar rijmen. Hiervoor krijgen ze 5 minuten. Na 5 minuten rijmwoorden
verzinnen mogen ze aan de slag.
Eerst maken ze een kladversie. Ze mogen krassen wat ze willen.
Na een half uur gaan ze hun gedicht in het net opschrijven (tijd over? een tekening bij het
gedicht maken of het versieren).
Afsluiting:
Een aantal kinderen mogen hun gedicht voorlezen. Hierna haalt de klassedienst de blaadjes
op. Ik lees ze door en plak eventueel de gedichten op een groot vel.
Materialen:
o Blaadjes om het onderwerp en de rijmwoorden op te schrijven
o Blaadjes voor de kladversie van het gedicht
o Blaadjes voor de nette versie van het gedicht
Download