Almelo - Rijnbrink

advertisement
Via spoorbaan trokken
tanks de stad binnen
Er staat een tank op de spoorbaan!
Het had een verlate, zij het wat wrange Aprilgrap kunnen
zijn. Niemand, waar ook in Almelo, die het dan ook wilde
geloven. Een tank op de rails! Waar haalde men de nonsens
vandaan? En dan bovendien nog een Engelse, zoals het
verhaal wilde.
Maar er stond een tank op de spoorlijn bij de halte "De
Riet", een enorm monster, dat zijn loop dreigend gericht
hield op de stad. En de Almeloërs renden, draafden er heen.
Alle voorzichtigheid werd uit het oog verloren; iedereen
wilde het werkelijk zelf eens gaan zien.
En van straat tot straat, van wijk tot wijk fluisterde men het
goede nieuws verder: ze zijn in de stad, ze zijn werkelijk
geko- men. We zijn bevrijd, mensen, we zijn bevrijd. Vrij,
vrij! Eindelijk. . .
Slechts een begin
Het was nog maar een begin. En dan nog een zeer
bescheiden. De bemanning van een Canadese tank had zich
bij Bornerbroek losgemaakt van de grote formatie, die een
aanval was begonnen op de vrij sterke Duitse
troepenmacht, die de westelijke oever van het
Twentekanaal nog stevig in haar greep hield.
En terwijl het gevecht, waaraan ook de artillerie deelnam,
in volle hevigheid was ontbrand, was die ene tank met een
verkenningsopdracht afgezwenkt in de richting Almelo.
De brug bij Ter Brake-Van Stegeren in de
Bornerbroeksestraat was vernield. Bij het naderen van de
tank hadden de Duitsers in
allerijl hun opdracht uitgevoerd en vervolgens de terugtocht
in de richting van de stad aanvaard. De Canadese
tankbemanning had vervolgens een omtrekkende beweging
gemaakt in de richting van het Nijreesbos en was daar de
spoorbaan opgereden. Op korte afstand van de
spoorweghalte "De Riet" gelastte de commandant de
gevechtswagen te stoppen en dat was voor de bevolking in
het zuidwestelijk stadsdeel aanleiding om een aanvankelijk nogal gevaarlijke - verkenningstocht te
ondernemen.
Terwijl de kerkklok boven de Bornerbroeksestraat de
kwartieren mat en de warme zon de bevrijdingsdag tot een
lentefeest maakte, wachtte de tankcommandant op de
spoorbaan onder de rook van een stad, die op zijn kaart was
aangeduid met de naam Almelo, in spanning op de komst
van zijn eenheid. Er verstreek enige tijd. Tegenstand kwam
er niet, maar desondanks was de strategische positie van
zijn gevechtswagen verre van aantrekkelijk.
En in de stad groeide de twijfel alweer. Waar bleven de
tanks, die al in de buitenwijken zouden zijrt gesignaleerd?
Toen het vier uur had geslagen, volgden de explosies in het
stadscentrum elkaar met steeds kleinere tussenpauzes op.
De ene brug na de andere werd een vormloze massa van
verwrongen staalconstructies en versplinterd hout. Grote
schade ondervonden de woon- en winkelpanden in de
onmiddellijke nabijheid. Ruiten sprongen bij honderden,
muren scheurden, daken stortten in.
Zware branden
De verwoestingen in de omgeving Grotestraat – Schokland
- Werfstraat waren aanzienlijk. De bewoners hadden
bijtijds hun woningen verlaten, zodat zich geen ernstige
ongelukken voordeden.
Met dat al was er overigens nog niets, dat op een bevrijding
scheen te wijzen. De Duitsers trokken zich terug in het
Waaggebouw, de Bakkersvakschool naast het restaurant De
Boer in de Wierdensestraat, de omgeving van de
Vriezebrug
en
de
gasfabriek.
Daar
werden
munitievoorraden verzameld ten teken, dat de strijd
uitgevochten zou worden.
Plotseling stegen er op enige punten in de stad dikke rookwolken op. Hotel Royal aan het Stationsplein ging in
vlammen op, het weeshuis in de Wierdensestraat, tegenover
Het Waaggebouw lag
enige tijd onder het
zware vuur van de
gevechtswagens
Uit: Na 10 jaar vrijheid. 1955
het stadhuis onderging hetzelfde lot. In beide gebouwen
hadden de Duitsers reeds geruime tijd vertoefd en men
vreesde, dat deze vernielingsdaad van de bezetter verband
hield met voorraden munitie, die ter plaatse opgeslagen
zouden zijn. Dit bleek achteraf niet het geval.
Om ongeveer kwart over vier had zich ten Zuiden van de
stad zo'n sterke Canadese troepenmacht verzameld, dat men
het aandurfde tot de aanval op Almelo over te gaan. Van de
richting Borne naderden de troepen in carriers en
materieeltrucks en de eenzame tank op de spoorbaan bij
"De Riet" had inmiddels versterking gekregen van andere
tanks en lichtere gevechtswagens.
Terwijl een klein aantal infanteristen in camouflageoveralls uitzwermde door de straten van de stad, zette een
colonne tanks en brencarriers zich langzaam in beweging in
de richting van de Oude Veemarkt. Hier en daar klonken
verspreide schoten. Terugtrekkende Duitse soldaten renden
van straat tot straat. Maar bij de Markt werden zij
opgevangen door wildgebarende officieren, die bevelen
snauwden. Alles, wat een Duits uniform droeg en nog een
geweer kon vasthouden, werd samengebracht in de
steunpunten rond het marktplein.
Fel vuurgevecht
Om enige minuten voor half vijf rondde de eerste Canadese
tank de bocht Grotestraat-Schokland om positie te kiezen
op de hoek van de Markt. Onmiddellijk openden de
Duitsers uit het Waaggebouw en de Bakkersvakschool het
vuur. De tankbemanning schoot terug; snel achter elkaar
sloegen de granaten in de bovenverdieping van de Waag.
Nog meer tanks werden in de strijd geworpen. De Duitsers
vuurden met zware mitrailleurs terug, maar hun tegenstand
werd met de minuut zwakker.
Inmiddels hadden enige kleine gevechtswagen een
omtrekkende beweging gemaakt via Holtjesstraat,
Adastraat en Wierdense- straat. Brencarriers stootten via de
Oude Kloosterweg door tot de Haven, waardoor de
omsingeling van de Duitsers een feit werd.
Spoedig hierop capituleerden de verdedigers van het
Waaggebouw en toen een van de tanks doordrong tot op
zeer korte afstand van de Bakkersvakschool, was de strijd,
die niet langdurig, maar wel zeer fel was geweest, ook daar
spoedig beslist. Een vlammenwerper deed het laatste werk.
Een verblindend vuur van ongekende hevigheid noopte de
Duitsers tot overgave en daarmee was het straatgevecht ten
einde.
Nog geen vijf minuten na deze opwindende gebeurtenissen
stroomde een uitgelaten menigte naar het Marktplein. De
tanks werden bestormd, iedereen lachte, juichte, zwaaide
met vlaggen. De stad was vrij, de Duitsers...
Ja, die Duitsers! Daar standen ze, in rijen voor het
Waaggebouw. Er werd gespot, gehoond, geschimpt, terwijl
de Canadezen snel en geroutineerd hun verslagen vijand
ontwapenden. De geweren werden voor de ogen van de
krijgsgevangenen in tweeën gebroken en als oud vuil
weggeworpen.
Zuiveringsacties
Even later had op de vernielde brug tussen Holtjesstraat en
Adastraat een gebeurtenis plaats, die een schaduw wierp
over het laaiende enthousiasme, waarmee de bevrijders
waren ontvangen. De krijgsgevangenen, die op de Markt
waren ontwapend, werden in looppas en met de handen in
de nek weggevoerd via de Marktstraat in de richting van de
brug. Daar opende plotseling een van de begeleidende
bewakers mitrailleurvuur op de gevangenen met het gevolg,
dat een aantal van hen dodelijk gatroffen neerstortte.
Bovendien werden enige burgers, die het schouwspel
gadesloegen, ongelukkigerwijs van deze schietpartij het
slachtoffer.
Inmiddels reden steeds meer gepantserde voertuigen de
stad binnen. De tankspits zocht zich een weg naar het
noorden van de stad en ondertussen werden door het
handjevol infanterieverkenners, dat van straat tot straat
sloop, zuiveringsacties ondernomen.
Verder dan de Vriezebrug kwam de voorhoede van de
Canadese tankdivisie deze dag nog niet. De Duitsers
verdedigden zich hardnekkig en schoten de eerste
pantserwagen, die zich bij de brug waagde, in brand. De
brug zelf werd vernield, voordat de bezetting zich aan de
Noordelijke oever terugtrok.
De Canadezen vreesden zware tegenstand in dat gedeelte
van de stad en besloten eerst de volgende dag de actie voort
te zetten. Zelfs heeft men er nog over gedacht de tanks uit
de gehele stad terug te trekken, omdat er te weinig
infanterie was gearriveerd om bij straatgevechten in de
nacht van Woensdag op Donderdag een aanval met succes
te kunnen afslaan. Maar bij nader inzien werd besloten het
zuidelijk stadsdeel, alsmede het centrum bezet te houden.
Noorden nog niet bevrijd
Het Noorderkwartier leefde dus nog onder de bezetting,
toen er in de andere delen van de stad reeds uitbundige
vreugde heerste over de komst van de bevrijders. Maar daar
op de Ootmarsumsestraat, de Vriezenveenseweg en het
Sluitersveld heerste de steer van spanning en onzekerheid
nog vele uren voort. Eerst om tien uur in de avond brak die
spanning enigszins, Toen werd namelijk bekend, dat de vrij
sterke Duitse bezetting, die een kampement had betrokken
onder de bomen van de parken fond Vrielinkslaan en
Tijhofslaan, in allerijl werd teruggetrokken. Strijd was er
dus niet meer te verwachten. Maar wel heerste er grote
ongerustheid ten aanzien van de situatie in het zuidelijk
stadsdeel. Een rode vuurgloed tekende zich haven Almelo
af: drie zware branden woedden daar nog vele uren voort
en in het Noorderkwartier kreeg men de indruk, alsof de
hele stad een vuurzee was.
De nachtelijke uren verstreken traag, zeer traag. De
Duitsers hadden zich snel uit de voeten gemaakt; de
laatsten waren te voet en per rijwiel in de richting
Vriezenveen vertrokken.
Maar bij de Vriezebrug werkten Canadese pontonniers uur
na uur onafgebroken aan de noodbrug, die sterk genoeg zou
moeten zijn om generaal Crerar's tankleger de volgende
morgen passage te verlenen.
Onder een stralende sterrenhemel leverden de zwijgende
mannen in battledress, onbekende vrienden uit een ver en
vreemd land, in recordtempo een enorme prestatie. Bij een
symphonie van hamerslagen, die de stilte van de nacht
verbrak.
De symphonie van Almelo's bevrijding.
Uit: Na 10 jaar vrijheid. 1955
Download