Blok 1 Milieu en milieuproblemen

advertisement
Thema 9
Milieu
Hoofdvraag:
Welke invloed hebben mensen op het milieu?
Blok 1 Milieu en milieuproblemen
Deelvraag:
Waarom heeft de hele wereld te maken
met milieuproblemen?
Ieder zijn milieu
• Milieu = leefomgeving of de omgeving
waarin iemand leeft.
• Natuurlijk evenwicht: de toestand
waarbij de natuur zelf haar afvalstoffen
opruimt en tekorten aanvult.
• Drie soorten milieuproblemen:
o vervuiling
o aantasting
o uitputting
De kringloop van het water.
Bodemvervuiling
Vervuiling is een milieuprobleem
dat ontstaat als de mens te veel
stoffen in het milieu brengt die er
niet in thuishoren.
• bodemvervuiling
• watervervuiling
• luchtvervuiling
Bodemvervuiling: de grond kan
vervuild raken door giftige
afvalstoffen, maar bijvoorbeeld
ook door mest.
Vervuilde grond onder een flatgebouw wordt weggegraven.
Watervervuiling
Water kan ook vervuild raken.
Afvalstoffen die in het water zijn
opgelost, zijn moeilijk te
verwijderen.
Afvalwater wordt in Nederland
eerst gezuiverd voordat het weer
in kanalen en rivieren
terechtkomt.
Rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Luchtvervuiling
• Luchtvervuiling door uitstoot
van schadelijke gassen door
industrie, landbouw en
verkeer.
• Schadelijke stoffen worden
door de wind over een groot
gebied verspreid.
Aantasting: versnippering van
natuurgebied
Versnippering: milieuprobleem dat
ontstaat als het leefgebied van dieren in
stukken gedeeld wordt door aanleg van
huizen, wegen en industrie.
Biodiversiteit: het aantal verschillende
soorten planten en dieren in een
gebied.
Ecoduct.
Ecologische hoofdstructuur: een
netwerk van natuurgebieden die met
elkaar zijn verbonden.
Uitputting: op is op
We halen ook stoffen uit het milieu.
Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die zijn ontstaan
uit afgestorven planten en dieren. Bijvoorbeeld steenkool,
aardolie en aardgas.
Dit zijn hulpbronnen die op kunnen raken: eindige
hulpbronnen.
Uitputting: als van iets te veel uit de natuur wordt gehaald.
Bijvoorbeeld fossiele brandstoffen uit de bodem of vis uit
de zee.
Oneindige hulpbronnen zijn hulpbronnen die niet op
kunnen raken.
Bijvoorbeeld hout.
Het broeikaseffect
Dampkring: laag lucht die om de aarde zit.
Dampkring bestaat uit stikstof, zuurstof en koolstofdioxide.
Door verbranding van fossiele brandstoffen komt er meer
koolstofdioxide in de dampkring.
Hierdoor wordt het warmer: versterkt broeikaseffect.
Download