ECUADOR HIER EN GINDER Verslag van het project “Arbeidsrechten voor Spaanstalige migranten in België” Rapport geschreven door Walter Andino en Sabine Craenen Maart 2009 Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten OR.C.A. vzw KOMT OP VOOR WERKNEMERS ZONDER PAPIEREN 1 OR.C.A. dankt voor de medewerking aan dit project: • • • • • • • Walter Andino Midence De vele Latijns-Amerikaanse organisaties die bereid zijn geweest om tijd voor ons vrij te maken, vormingen voor ons te organiseren, en die hebben deelgenomen aan deze vormingen. Ze waren met velen en het is daarom moeilijk om hier de volledige lijst op te noemen, maar we danken toch in het bijzonder: Úrsula Jaramillo, Luc Spandhove, Myriam Chuquín, Digar Yagua, Humberto Chuquín, Elizabeth Rodríguez, Gustavo Nielsen, Miriam Vega, Meis Bockaerts, Raúl Uriarte en Maricarmen Torres. 11.11.11 en Koen De Tavernier De Koning Boudewijnstichting Ana Rodriguez van ACV en Marc Roymans van ABVV die tijd hebben vrijgemaakt om op de vormingen aanwezig te zijn Roos De Witte voor de extra informatie uit Ecuador Ximena Navarro voor de vertaling 2 1. OR.C.A. De Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten (OR.C.A.) startte haar werking in 2005. De missie van de organisatie is om de arbeidsrechten van werknemers zonder papieren in de praktijk te brengen. We willen dat doen door anderen rond het thema te activeren: vakbonden, welzijnsorganisaties, maar ook inspectiediensten, beleidsmensen, enzovoort. Alleen op die manier kunnen we als kleine organisatie een duurzaam resultaat behalen. Omdat we weten dat problemen in verband met migratie niet kunnen worden aangepakt zonder het ook over de oorzaken te hebben, zoeken we ook contact met de NoordZuidbeweging. We hopen dat de migrantensector en de Noord-Zuidbeweging in België elkaar kunnen versterken via wederzijdse informatie en samenwerking rond een aantal concrete thema’s. Wanneer we het hebben over ‘werknemers zonder papieren’ bedoelen we daarmee de buitenlandse werknemers die zonder de nodige vergunningen aan het werk zijn. Meestal, maar niet altijd, hebben zij ook geen verblijfsvergunning. Dit wordt ook wel ‘clandestiene tewerkstelling’ genoemd, niet te verwarren met ‘zwarte tewerkstelling’. Zwartwerk betekent dat er geen sociale zekerheidsbijdragen en belastingen worden betaald, en het grootste deel van de zwartwerkers in ons land zijn Belgen. Het is de feitelijke arbeidsrelatie die voor ons telt: we rekenen bijvoorbeeld ook schijnzelfstandigen tot onze doelgroep. 3 2. Een project en een rapport rond de Spaanstalige Latijns-Amerikaanse gemeenschap in België In 2008 diende OR.C.A. bij de Koning Boudewijnstichting en 11.11.11 een aanvraag in voor een project rond arbeidsrechten in de Spaanstalige Latijns-Amerikaanse gemeenschap in België. Het project ligt in het verlengde van eerdere activiteiten van OR.C.A. voor nieuwe EU-burgers, Brazilianen, Filippino’s,… OR.C.A.'s project was gericht naar Spaanstalige migranten uit Latijns-Amerika zonder wettig verblijf, en hun vertrouwenspersonen. We hebben voor deze doelgroep gekozen omdat ze slechts zelden onze helpdesk contacteren, hoewel we weten dat ze met velen zijn in België. Bovendien zijn de meeste Latino's naar Europa gekomen om economische redenen. Ze komen aan met een toeristenvisum en vragen in eerste instantie geen legaal verblijf aan. Het zijn clandestiene arbeidsmigranten in de zuiverste zin van het woord. Het doel van het project was dubbel: enerzijds wilden we binnen de Spaanstalige gemeenschap een bewustwording op gang brengen, door duidelijk te maken dat ook werknemers zonder papieren arbeidsrechten hebben. Anderzijds hoopten we zelf een betere kijk te krijgen op deze gemeenschap in België, om onze algemene kennis van de clandestiene arbeidsmarkt te verbeteren. Tenslotte wilden we de informatie die we verkregen, gebruiken om de link te leggen tussen migranten en hun arbeidsomstandigheden hier, en de situatie in hun land van herkomst. Die informatie vindt u in dit rapport. Het heeft niet de pretentie een diepgaand wetenschappelijk onderzoek te zijn, want daarvoor ontbraken ons de middelen. We willen wel een aantal verbanden blootleggen, die inspiratie zouden kunnen bieden voor een werking rond migratie en ontwikkeling. Het rapport is als volgt opgebouwd: eerst geven we toelichting bij de situatie in de landen van herkomst, en hoe die een impact heeft op de migratie naar België. We hebben ervoor gekozen om ons daarbij te concentreren op het voorbeeld van Ecuador, al hebben we het regelmatig ook over Latijns-Amerika in het algemeen. Ecuador is immers het land waaruit de meeste Spaanstalige Latino’s in België afkomstig zijn, en tegelijk ook een land waar heel wat Belgische NGO’s uit de Noord-Zuidbeweging actief zijn. Ecuador is ook nog steeds een concentratieland voor de Belgische officiële ontwikkelingssamenwerking. Vervolgens staan we stil bij de Latijns-Amerikaanse migranten in België, opnieuw met speciale aandacht voor de Ecuadoranen: wie zijn ze, hoe zijn ze georganiseerd, welke band hebben ze met hun herkomstland. Tenslotte bekijken we heel concreet wat arbeidsmigranten hier ons vertellen over hun leef- en werkomstandigheden. We leggen daarbij uit hoe het migratiebeleid van België daar invloed op heeft. We sluiten af met een aantal vaststellingen, die als inspiratie kunnen dienen voor een reflectie over de rol van de Noord-Zuidbeweging in het debat over migratie en ontwikkeling. 4 3. De herkomstlanden: Ecuador in de kijker Basisgegevens Officiële naam: República de Ecuador Oppervlakte: 256.370 KM2 Aantal inwoners (2004): 13,212,742 (July 2004 est.) – 57% in de steden en 43% op het platteland Hoofdstad: Quito President: Econ. Rafael Correa Delgado Belangrijkste steden: Quito, Guayaquil, Cuenca Officiële taal: Spaans Munteenheid: dollar Migratiecijfers in Ecuador Ecuador is een emigratieland. Elk jaar vertrekt een deel van de bevolking naar het buitenland, en dat zijn er altijd meer dan er terugkeren. De meeste Ecuadoranen verlaten hun land om economische reden. De economische crisis van 1998 in Ecuador maakte dat een miljoen Ecuadoranen op een totaal van 13 miljoen inwoners emigreerden in een periode van 10 jaar. In vele landen in het Zuiden doet zich een dubbele migratiebeweging voor. De armste bevolkingsgroepen op het platteland migreren naar de stad. Daar vormt zich een middenklasse. Wanneer economische omstandigheden het ook hen moeilijk maken om het hoofd boven water te houden, is het deze middenklasse die meestal naar het buitenland migreert. Met een groeiende kloof tussen arm en rijk, staat de middenklasse in Ecuador enorm onder druk. 5 De emigranten uit Ecuador behoren echter tot alle lagen van de bevolking: arm en minder arm, vrouw en man, jong en oud, mensen met en zonder werk. Het academische instituut FLACSO berekende in 2006 dat 60% van de emigranten voor vertrek tot de ‘niet-armen’ behoren, 27% in armoede leeft en 13% in extreme armoede. Een eerste belangrijke migratiegolf uit Ecuador had plaats in het zog van de export van rieten sombrero’s (panama hats), een artisanaal product, naar New York, in de jaren ’50 en ‘60. De vervaardiging van rieten sombrero’s was een bijverdienste voor vrouwen op het platteland. Het waren vooral jonge mannen uit de provincies Azuay en Cañar, in het zuiden van het Ecuador, die naar de VS trokken, meestal zonder papieren, en daar baantjes zochten in restaurants. Anderen trokken verder naar Canada, en er was ook een zekere migratie naar Venezuela, dat bloeide dankzij de petroleum. Vanaf de jaren ’80 kende de landbouw een grote crisis, en vertrok er een nieuwe rurale migratiegolf naar de VS, opnieuw hoofdzakelijk afkomstig uit Azuay en Cañar. In 1986, in het kader van een belangrijke hervorming van de migratieregels in de VS, regulariseerden heel wat clandestiene Ecuadoranen hun verblijfssituatie en lieten ze hun families overkomen naar de States. In de jaren ‘90 brak een tweede zware economische crisis uit in Ecuador. Vele mensen hadden schulden die ze niet meer konden terugbetalen aan de banken. Banken zijn failliet gegaan en de rentevoet steeg tot 60 à 65%. Het land stond op het punt van hyperinflatie : de nationale munt, de sucre, verloor zoveel in waarde dat er in 2000 werd besloten om de dollar te gebruiken in plaats van de eigen munt. De economie werd ‘gedollariseerd’. Dit keer was het vooral de middenklasse in de steden die zwaar werd getroffen. Voor velen was dat opnieuw het signaal om naar het buitenland te vertrekken. Sommigen gingen alleen, maar anderen gingen naar plekken waar ze familie of kennissen hadden die eerder waren gemigreerd. Tegen het einde van de jaren ’90 kende de emigratie een exponentiële groei en trokken de Ecuadoranen naar veel meer verschillende landen, en pas toen werd ook Europa – met Spanje voorop – een belangrijke bestemming. In onze gesprekken met Ecuadoraanse zelforganisaties werd ons bevestigd dat de mensen die hier wonen, anderen in het thuisland aanmoedigen om ook te komen. De remesas of remittances zijn ondertussen een belangrijke bron van inkomsten voor Ecuador. Ecuador had in 2007 een migratie-index van -42,977 (aankomst = 757.892 mensen - vertrek = 800.869 mensen), volgens de cijfers van de verschillende douaneposten in het land. Dat is goed voor de 0,3% minder Ecuadoranen die aan het eind van 2007 in eigen land verbleven. Maar tussen 1998 (jaar van de economische crisis) en 2000 was de migratie-index nog 4 keer groter. Nadien heeft het migratiecijfer zich gestabiliseerd. Hoge rente blijft echter een belangrijk probleem in Ecuador, en bemoeilijkt het opzetten van bijvoorbeeld een eigen zaak of de aanschaf van een eigen huis1. Wanneer migranten naar Europa of de VS trekken, is het vaak met het doel om zo’n investering toch mogelijk te maken. 1 Zie Country Sheet Ecuador, Country of Return Information Project, dec 2007, http://www.cri-project.eu 6 De meeste Ecuadoraanse migranten bevinden zich in Colombia, Peru, Chili, Venezuela (LatijnsAmerikaanse Staten waarvan enkele zelf belangrijke emigratielanden zijn), en in de Verenigde Staten en Spanje. Heel wat Latijns-Amerikaanse migranten in België zijn op een bepaald moment via Spanje (of Portugal in het geval van de Brazilianen) gepasseerd. De laatste jaren doet de Ecuadoraanse economie het iets beter, en er beginnen zich tekorten af te tekenen op de Ecuadoraanse arbeidsmarkt. Emigranten worden vervangen door immigranten uit andere Latijns-Amerikaanse landen. Dat toont nog maar eens aan dat vandaag haast elk land in de wereld tegelijk emigratie-, transit- en immigratieland is. Grafiek 1: Ecuadoranen in het buitenland 1992-2003: in reguliere situatie (blokjes) en in irreguliere situatie (dunne gele lijn) 1950 -1998: FLUJO Modesto: 700.000 migrantes en 44 años Después de 1998 Explosivo: 450.000 700.000 migrantes en 5 años 400.000 350.000 300.000 250.000 Ecuatorianos en situación regular 200.000 Total estimado de ecuatorianos 100.000 150.000 50.000 0 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Bron: Alberto Acosta, David Villamar, Susana López Een aparte groep migranten in Ecuador, tenslotte, zijn de Otavaleños2. Iedereen kent ze wel: de inheemse Ecuadoranen die je terugvindt op markten en in straten in de hele wereld, met traditionele muziek of artisanaat. De migranten uit Otavalo zijn er door in het buitenland artisanaat te gaan verkopen in geslaagd om hun eigen stad te ‘heroveren’. Op dit moment is Otavalo een bloeiend toeristisch centrum, grotendeels in handen van de inheemse bevolking. Het verhaal van de Otavaleños bewijst dat migratie, onder de juiste omstandigheden, inderdaad sommige regio’s van herkomst uit het slop kan halen. Otavalo voelt ondertussen ook de nadelen van de migratie: jongeren zijn moeilijk te motiveren om te studeren, ze dromen enkel van naar het buitenland trekken en geld verdienen. De artisanale productie waarop de Otavaleños hun succesverhaal bouwden, is ondertussen grotendeels vervangen door massaproducten van Chinese makelij. 2 Zie brochure op te vragen bij Esmeraldas, www.ecuador-esmeraldas.be 7 Migranten in de nationale politiek van Ecuador Ecuador ratificeerde in 2002 al de Conventie voor de Rechten van Alle Arbeidsmigranten en hun Gezinsleden, de 7de grote mensenrechtenconventie van de Verenigde Naties (voor België: zie hoofdstuk 4). Het belang van migratie voor Ecuador weerspiegelt zich de laatste jaren ook in de politiek en de nieuwe grondwet (28/9/2008). In die tekst worden thema’s aangeraakt als immigratie, emigratie, vluchtelingen, mensenhandel, enzovoort. Er wordt gesproken over ‘universeel burgerschap’, ‘recht op vrij verkeer van personen’, ‘bescherming van transnationale families’, ‘stemrecht voor buitenlanders’, ‘niemand is illegaal’. Er werd een nieuw ministerie voor migratie opgericht, en Ecuadoranen in het buitenland kregen stemrecht. 6 zetels in het parlement werden zelfs voorbehouden voor Ecuadoranen die in het buitenland gedomicilieerd zijn: 2 voor Europa, Oceanië en Azië; twee voor Canada en de VS; en 2 voor Ecuadoranen uit Latijns-Amerika, de Caraïben en Afrika. Om de remesas van migranten beter te doen renderen, heeft de Ecuadoraanse overheid verschillende programma’s in het leven geroepen3. Migranten kunnen bij terugkeer beroep doen op een startkapitaal en begeleiding om projecten op te starten. Er wordt daarbij speciale aandacht besteed aan projecten met een sociaal nut. Migratie en ontwikkeling België spendeert aan ontwikkelingshulp 0,43% van het BNP. Het geld dat officieel vanuit België door migranten naar het Zuiden wordt gestuurd, is goed voor het 0,7% (!) van het BNP, volgens de statistieken van de Wereldbank4. Hierbij moet nog een onbekende som worden gerekend die via informele kanalen of in de vorm van goederen wordt overgemaakt. België ontvangt trouwens nog meer remesas dan er vertrekken: wel 1,8 % van het BNP. In 2006 waren de remesas van migranten naar Ecuador goed voor 7,2 % van het BNP van dat land. Dat geld wordt vooral gebruikt om dagelijkse uitgaven te dekken zoals school, medische kosten, enzovoort. Het geld wordt echter niet altijd goed geïnvesteerd: het gaat soms naar luxeapparaten en kleren in plaats van naar duurzame investeringen. Nogal wat migranten gebruiken hun spaargeld om huizen te kopen, wat zijn effect heeft op de vastgoedmarkt. Migranten die toch kleine economische projecten opzetten, bijvoorbeeld in het toerisme, mislukken vaak. Precies daarom heeft de Ecuadoraanse regering programma’s in het leven geroepen die migranten die willen investeren, ondersteunen (zie boven). In landen waar er geen goed functionerend sociale zekerheidssysteem is, zijn het soms de migranten die dit moeten opvangen. We hebben hierover geen specifieke cijfers wat Ecuador betreft. Maar door de toenemende informalisering van de arbeidsmarkt gaan de bijdragen aan de sociale zekerheid in Ecuador wel in dalende lijn, en er zijn geen staatsprogramma’s voor werklozen die de schokken van de arbeidsmarkt kunnen opvangen.5 3 www.senami.gov.ec http://econ.worldbank.org 5 Country Sheet Ecuador, Country of Return Information Project, www.cri-project.eu 4 8 Vertrekken is voor de meeste migranten een beslissing die niet licht genomen wordt. De gevolgen van zo’n exodus voor het land van herkomst zijn gemengd. Financieel worden families en, misschien, de economie er beter van. Maar er is altijd een persoonlijke en sociale prijs te betalen: mensen verlaten hun vertrouwde cultuur en omgeving, families blijven gebroken achter, en het zijn meestal de jonge en meest dynamische mensen die vertrekken. Sociale zekerheidsakkoorden en circulaire migratie Circulaire migratie betekent dat migranten heen en weer reizen tussen herkomst- en bestemmingsland. Dit wordt als hét migratiemodel voor de toekomst beschouwd (het zogenaamde win-win-winmodel, waarbij herkomstland, bestemmingsland en migrant zouden profiteren). Vaak wordt echter gedacht aan een model dat migranten verplicht om terug te keren, en wil men vooral vermijden dat nieuwe bevolkingsgroepen zich in de landen van bestemming vestigen. Bilaterale akkoorden kunnen ervoor zorgen dat migranten socialezekerheidsrechten terug naar hun herkomstland kunnen meenemen. Het is één van de meer constructieve manieren om circulaire migratie aan te moedigen, zonder het op te leggen. De mogelijkheid om sociale rechten mee terug te nemen geeft ook erkenning aan de bijdrage die migranten leveren aan de economie. België heeft sociale zekerheidsakkoorden met verschillende landen: de oude migratielanden in Noord-Afrika, de Balkan en Turkije, en nieuwere akkoorden met handelspartners zoals Japan, Brazilië, de VS. Met Ecuador heeft enkel Spanje een socialezekerheidsakkoord. Belgische ontwikkelingssamenwerking en migratie In het officiële plan van DGOS voor Ecuador in 2007-2010 worden migratie en remesas kort aangehaald als een piste voor samenwerking. Die piste is echter nooit geconcretiseerd. In Ecuador concentreert DGOS zich voornamelijk op gezondheid en rurale ontwikkeling. Toen we bij DGOS in Ecuador voor dit rapport lieten navragen wat er juist rond migratie werd gedaan, kon men daar geen enkel antwoord op geven. Er is echter wel een overeenkomst gesloten met Ecuador in juli 2008 door de FOD Binnenlandse Zaken (zie ook verder pagina 12). In de Ecuadoraanse pers stond dat dit akkoord engagementen rond ontwikkelingssamenwerking bevat. In werkelijkheid staat er letterlijk: “De Partijen stellen vast dat het noodzakelijk is om de regio’s waaruit migranten afkomstig zijn, te ontwikkelen. Ze verwelkomen het bestaan van een akkoord rond ontwikkelingssamenwerking tussen Ecuador en België”. Het akkoord bevat wel engagementen vanwege Binnenlandse Zaken in België om steun te geven aan terugkeerprojecten van de Ecuadoraanse regering (zie boven). België sloot zijn ambassade in Quito in 2007, volgens bericht van de overheid om louter budgettaire redenen. De referentie-ambassade is nu die van Lima in Peru. Bovendien worden er erg hoge eisen gesteld voor wie een visum wil bekomen; heel vaak wordt mensen gevraagd om naar Lima te reizen, en documenten moeten blijkbaar per dure DHL-post naar de ambassade gestuurd worden. Met een enkel vliegtuigticket krijg je per definitie geen visum. Hierdoor is de weg voor Ecuadoranen die naar België reizen langer en kostelijker geworden, zelfs als ze gewoon als toerist of beroepsmatig hierheen willen komen. 9 4. De doelgroep: Latijns-Amerikaanse migranten in België Volgens de Federale Overheidsdienst Economie telde België in 2007 932,161 mensen met vreemde nationaliteit. Dat is goed voor 8,8% van de totale bevolking. De meest voorkomende nationaliteiten zijn de Italianen, Fransen en Nederlanders (tussen 100.00 en 200.000 personen elk), gevolgd door de Marokkanen (80.579 mensen) en de Spanjaarden (42.765 mensen).6 Deze cijfers geven zeker niet het totale aantal buitenlanders in België weer. Mensen zonder wettig verblijf worden er immers niet geteld. Net als in andere landen wordt het aantal mensen zonder wettig verblijf volgens verschillende onderzoeken7 geschat op zo'n 10% van de vreemde bevolking, of 100.000 personen. Het is echter onmogelijk om dit cijfer te verifiëren. Het aantal migranten uit Latijns-Amerika, de gemeenschap waarop OR.C.A.'s project zich concentreerde, is in de officiële cijfers erg klein. Brazilianen vormen de meerderheid met 2.915 personen, gevolgd door Ecuador (2.031) en Colombia (1.695). Maar naast de officieel geregistreerde Latino's bevindt er zich in België een nog veel grotere gemeenschap van niet-geregistreerde migranten uit Latijns-Amerika. Volgens de Ambassade van Ecuador en een onderzoek van de Université Catholique de Louvain (dat al dateert van 2003)8 verblijven er tussen 15.000 en 20.000 Ecuadoranen in ons land. Velen van hen wonen in Brussel of Antwerpen, en werken er op de informele arbeidsmarkt. Welkom in Europa? Ondanks de kanttekeningen die erbij moeten geplaatst worden, spelen migranten een belangrijke rol in de economie van heel wat herkomstlanden. Tegelijkertijd leveren ze een grote bijdrage aan de economie van hun land van bestemming, waar heel wat sectoren dankzij hun harde – en soms onderbetaalde – werk draaiende worden gehouden. Er bestaan internationale studies over het belang van migranten in de economieën van hun landen van bestemming9. Het zou goed zijn om meer studiemateriaal te hebben over de rol die werknemers zonder papieren precies spelen in de verschillende sectoren van de Europese en Belgische economie. In elk geval wordt de bijdrage die migranten leveren aan de samenleving en de economie in de landen van bestemming nauwelijks gewaardeerd. Meestal wordt migratie vooral als een probleem gezien, waardoor de nadruk van het beleid vooral komt te liggen op repressie en controle. Soms komen hierdoor zelfs de basisrechten van migranten op de helling te staan: wat betreft detentie, het recht op gezinsleven, en dergelijke meer. Geen enkel land in het rijke Noorden heeft tot dusver de VN-Conventie voor de Rechten van alle Arbeidsmigranten en hun 6 Ecodata, FOD Economie, KMO, Middenstand & Energie, via www.mineco.fgov.be 7 Irreguliere Migranten in België: Inbedding, Uitsluiting en Criminaliteit, Engbersen, Van San en Van Meeteren, Rotterdam 2007 8 Unité de psychologie sociale et des Organisations, Louvain-La-Neuve, 2003 9 Zie bv de studies van de OESO, http://www.olis.oecd.org/olis/2007doc.nsf/linkto/eco-wkp(2007)22, www.migrationpolicy.org, 10 Gezinsleden geratificeerd. 11.11.11 heeft de eis dat België deze Conventie zou ratificeren, opgenomen in de politieke eisen van de Waardig Werkcampagne (www.waardigwerk.be). De focus op controle draagt er rechtstreeks toe bij dat arbeidsmigranten, met een reguliere of een irreguliere status, het slachtoffer worden van misbruik en discriminatie. Bij gebrek aan legale mogelijkheden werken vele migranten clandestien, in slechte omstandigheden, en met de voortdurende schrik om opgepakt te worden. De meeste Ecuadoranen in België bevinden zich in die situatie. De hulpverleners die we in ons project contacteerden, schatten dat 70 tot 75% van de mensen die ze in hun werk ontmoeten zonder wettig verblijf in het land is. Elders in Europa, bijvoorbeeld in Spanje, hebben Ecuadoranen meer mogelijkheden om legaal te werken, maar ook dan zijn de omstandigheden niet altijd rooskleurig. Vaak komen Ecuadoranen in Europa aan met een af te lossen schuld, waardoor ze nog meer onder druk staan om werk te behouden en misbruik te aanvaarden. Het invoeren van de visumplicht, de overplaatsing van de Ecuadoraanse ambassade naar Lima, de duurdere vliegtuigreizen en het feit dat men met een enkel ticket geen visum kan bekomen,… Het zijn allemaal factoren die de prijs van de reis naar België opdrijven. Bovendien doen vele mensen beroep op de diensten van ‘coyotes’, tussenpersonen die moeten helpen om de reis te regelen en grenscontroles te omzeilen. Vele mensen gaan leningen aan om naar Europa te komen, leningen waarop ware woekerinteresten worden geheven. Maar omwille van de grote kloof tussen Ecuador en België, blijven zelfs clandestiene jobs voor de meeste migranten de moeite waard. Een loon tussen 5 en 8 € per uur is redelijk gemiddeld, vanuit OR.C.A.’s ervaring. Door lange dagen te werken komt men aan maandlonen tussen 1000 en 1500 €. Het officiële minimumloon in Ecuador is 218 $ per maand. Het gemiddelde loon is het op één na laagste in Latijns-Amerika, waarbij rekening moet gehouden worden met enorme verschillen tussen de armsten en de rijksten in het land. De laatste jaren doen sommige Latijns-Amerikaanse landen, waaronder Ecuador, het wel iets beter, met inspanningen op het vlak van tewerkstelling. Tegelijk kennen we in de bestemmingslanden de laatste maanden een economische crisis. Er zijn voorzichtige tekenen dat deze ontwikkelingen ook hun invloed hebben op migratiebewegingen. De cijfers van de remesas in 2008 gingen 8,6 % naar omlaag ten opzichte van 200710, ook al omdat de economische crisis bijzonder zwaar toesloeg in twee belangrijke bestemmingslanden, Spanje en de Verenigde Staten. Zowel vertrouwenspersonen uit de Latinogemeenschap als mensen die de helpdesk van OR.C.A. contacteren, laten weten dat ze de crisis voelen. Hetzij doordat ze nog minder betaald worden, hetzij doordat ze moeilijk nieuw werk vinden. Een aantal mensen geven aan dat ze plannen hebben om terug te keren. Het Migration Policy Institute publiceerde onlangs twee studies over de gevolgen van de economische crisis voor migratie in de VS en in Europa.11 Migratie uit Latijns-Amerika naar België is in eerste instantie vaak een vrouwelijke migratie12. Spaanstalige Latina’s vinden meestal werk als poetsvrouw of huishoudster in privégezinnen. 10 www.bce.fin.ec (website nationale bank van Ecuador), ‘Esmeraldas’ maart 2009, p.9 http://www.migrationpolicy.org/pubs/lmi_recessionJan09.pdf 12 Zie voor dit en volgende: studie Before & After, 2008, te downloaden op de website van het Cetnrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding: http://www.diversiteit.be/?action=publicatie_detail&id=47&thema=4 11 11 Hierover verderop meer. Mannen werken in de horeca, in de professionele schoonmaak, in de bouw of als tuinman – bij privégezinnen of in de tuinbouwsector. Vaak zijn circuits op de clandestiene arbeidsmarkt sterk gesegregeerd volgens gemeenschap. Dat heeft ook met taal te maken: als de migranten bij aankomst nauwelijks Frans of Nederlands kennen, zijn ze afhankelijk van werkgevers of tussenpersonen die zelf ook Spaans spreken. Clandestiene migratie en de Belgisch-Ecuadoraanse relaties De clandestiene migratie van Ecuador naar België zorgt soms voor spanningen tussen beide landen. Het debat liep hoog op toen in de zomer van 2007 de kleine Angelica Cajamarca met haar moeder dreigde uitgewezen te worden, wat aanleiding gaf tot massale protesten en solidariteitsacties. Naar aanleiding daarvan kwamen er bitse commentaren van de Ecuadoraanse president en zijn Belgische vrouw, met al even bitse antwoorden van de Belgische overheid. Nadien werd in Europa ook nog de strenge richtlijn rond terugkeer voor migranten zonder legale status gestemd, wat voor nog meer kwaad bloed zorgde in LatijnsAmerika. Een ander twistpunt zijn de Ecuadoraanse ouders van Belgische kinderen. Omdat Ecuador (net als een aantal andere Latijns-Amerikaanse landen) kinderen die buiten de landsgrenzen worden geboren niet automatisch de Ecuadoraanse nationaliteit geeft, kregen heel wat kinderen van ouders zonder wettig verblijf de Belgische nationaliteit. Die ouders probeerden op basis daarvan de rest van hun gezin te regulariseren, een situatie waarmee de Belgische overheid allerminst opgezet is. Heel wat Latino’s (Bolivianen, Ecuadorianen, Brazilianen,…) namen deel aan de hongerstakingen door mensen zonder papieren in de voorbije jaren, en waren actief in organisaties van mensen zonder papieren. De langstdurende hongerstaking (87 dagen) vond plaats in het Cása de America Latina in Brussel. De hongerstakers kregen allemaal een erg voorwaardelijke verblijfstitel, die ze konden verlengen op voorwaarde dat ze legaal werk zouden vinden. Dit bleek voor de meesten een (te) moeilijke opgave. Op 13 januari 2009 is er een overeenkomst (“Memorando de Entendimiento”) onderhandeld tussen België en Ecuador13. We hebben dit akkoord hierboven al vermeld onder ‘migratie en ontwikkeling’. Het is een akkoord tussen de FOD Binnenlandse Zaken (Dienst Vreemdelingenzaken) en het Ecuadoraanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het besteedt heel wat aandacht aan de strijd tegen clandestiene migratie, mensenhandel, en valse documenten. Er staan een aantal intentieverklaringen in van de Belgische regering die eigenlijk niet verder gaan dan het nietuitgevoerde regeerakkoord rond migratie. Toch werd de overeenkomst met veel tromgeroffel aangekondigd in de Ecuadoraanse pers. 13 http://www.mmrree.gov.ec/mre/documentos/novedades/pol_bilateral/enero2009/bol005.htm Voor de volledige tekst: Boletin Informativo van het Ecuadoraanse Ministerie van Buitenlandse zaken, jan-feb 2009. 12 Samenwerkingsakkoorden en migratiecontrole Meer en meer proberen landen van bestemming in akkoorden met herkomstlanden migratiecontrole, legale migratie en ontwikkeling aan elkaar te koppelen. Al een aantal jaren is er een tendens, zowel vanuit Europa als vanuit de VS, om de migratiecontrole ‘uit te besteden’ aan de buurlanden. In ruil voor meer steun, betere betrekkingen en soms ook legale migratie, stelt men buurlanden verantwoordelijk voor al wie over hun grondgebied het ‘beloofde land’ tracht te bereiken. Het is bekend dat onder andere Libië en Marokko vaak hardhandig optreden tegen clandestiene migranten naar Europa, op een manier die binnen Europa niet altijd zou getolereerd worden. Het risico bestaat dat medewerking aan migratiecontrole een voorwaarde wordt voor verdere ontwikkelingshulp en voor toegevingen op het vlak van handel, economische samenwerking,... Landen van herkomst zijn meestal weinig geneigd om clandestiene migratie, die voor hen vaak veel opbrengt, aan banden te leggen. Er moet dus wat tegenover staan of een zekere druk worden uitgeoefend vanuit de landen van bestemming. Het is belangrijk dat het middenveld, zowel in het herkomstland als in het land van bestemming, de inhoud in de gaten houdt van nieuwe akkoorden waarin migratie wordt gekoppeld aan andere thema’s. In het bewuste akkoord staat dat beide partijen elkaars landgenoten zullen regulariseren ‘volgens de geldende wetten’. Wie het Belgische debat rond regularisatie volgt, weet dat dit weinig betekent. Maar in de Ecuadoraanse media en op officiële websites stond en staat wel vermeld dat er een regularisatie zal komen, en dat vele Ecuadoranen in België daarvan zullen profiteren14. Dit bericht heeft impact op de Ecuadoranen hier bij ons (zie hoofdstuk 6, p.16). Bovendien vermeldt het akkoord dat er zal ‘overwogen’ worden om meer legale mogelijkheden voor economische migratie te openen, en daarbij de Ecuadoranen prioriteit te geven, waarbij ook mensen die zich al in België bevinden een kans zouden krijgen. Ook dat is erg voorwaardelijk, en een onderdeel van het niet-gerealiseerde regeerakkoord van maart 2008. Tenslotte vermeldt het akkoord ook dat er zal ‘gewerkt’ worden aan akkoorden rond sociale zekerheid en erkenning van diploma’s, en dat de mensenrechten van migranten zullen gerespecteerd worden. Alles bij elkaar bevat het akkoord weinig concrete engagementen van de Belgische regering, en vooral de paragrafen rond de bestrijding van irreguliere migratie zijn grondig uitgewerkt. Er zou een opvolgingscommissie komen die minstens één keer per jaar samenkomt. Het is essentieel dat het Belgische middenveld dit verder opvolgt. Op het moment van schrijven van dit rapport leken Belgische NGO’s actief in Ecuador nauwelijks op de hoogte van het bestaan ervan. Solidariteit onder elkaar en met het herkomstland De Latijns-Amerikaanse migranten hebben relatief weinig contact met Belgische sociale organisaties, toch in vergelijking met sommige andere groepen. Mogelijk heeft dit te maken met hun migratiegeschiedenis: ze hebben zelden een verleden als asielzoekers, die automatisch met Belgische hulpverleners en overheidsinstanties in aanraking komen. Hierdoor, hebben we gemerkt, is het ook moeilijker om als Belgische organisatie het vertrouwen te winnen van deze gemeenschap. Er is wel een sterk onderling sociaal netwerk. Daarin spelen om te beginnen de kerken een belangrijke rol. Er zijn de katholieke kerken die in Brussel en Antwerpen Spaanstalige 14 http://www.migranteecuatoriano.gov.ec/content/view/882/164/ 13 misvieringen houden. Maar er zijn in België ook heel wat Latijns-Amerikaanse evangelische kerken actief, die veel volk trekken. Voor en na de misvieringen komen de kerkgangers samen, waarbij allerlei informatie wordt uitgewisseld en soms ook aan hulpverlening wordt gedaan. Naast de kerken zijn er ook culturele verenigingen. Ze vieren alle mogelijke feestdagen, organiseren dans- en muziekgroepen, houden filmvertoningen, voetbaltornooien,... Sommige activiteiten zijn bedoeld om de eigen cultuur in België beter bekend te maken, anderen zijn eerder gericht op de eigen mensen. Er worden ook taallessen georganiseerd, en huiswerkbegeleiding en lessen Spaans voor kinderen. In het kader van dit project woonde OR.C.A. een Boliviaans feest bij. Ook daar ontmoeten mensen elkaar en wordt er heel wat informatie uitgewisseld. Meestal zijn de verenigingen gemengd Latijns-Amerikaans, er zijn er slechts enkele die zich specifiek op één nationaliteit richten. Er zijn wel organisaties per regio, bijvoorbeeld verschillende die zich op de Andeslanden richten. Ze zijn niet allemaal even stabiel, en het aantal mensen dat ze bereiken is ook erg wisselend. Achteraan dit rapport is een referentielijst opgenomen met adressen van Latijns-Amerikaanse organisaties in België. Het netwerk van Latijns-Amerikaanse migranten stopt niet bij de landsgrenzen. Door het vrije verkeer van personen binnen de EU hebben heel wat migranten een ‘carrière’ in verschillende lidstaten achter de rug. Via internet worden nieuwtjes doorheen de hele Europese Unie uitgewisseld. Zo vonden we een krantenknipsel terug over gebedswaken die in Brussel werden gehouden voor een Boliviaans meisje dat in 2006 verongelukte in een crèche in Madrid. Tenslotte zijn er ook een aantal radiostations die zich richten tot de Spaanstalige LatijnsAmerikaanse gemeenschap, of die een aantal programma’s voor deze gemeenschap reserveren. De link met het herkomstland Af en toe worden er onder de migranten ook solidariteitsacties georganiseerd voor het herkomstland. Meestal gaat het dan om erg concrete, kleinschalige acties: inzamelacties bij rampen, het steunen van schooltjes met geld en materiaal, gemeenschapstoerisme, verkoop van artisanaat uit coöperatieven, enzovoort. Dit is ook het soort solidariteit die, volgens de migranten, door hun landgenoten het meest herkend en gewaardeerd wordt. Deze solidariteitsacties komen naast de remesas of remesas die migranten terug naar huis sturen (zie hoofdstuk 3). Daarnaast worden er infoavonden gehouden over thema’s die migranten hier aanbelangen, maar ook over wat er in het land van herkomst gebeurt. Een greep uit het aanbod aan thema’s van de voorbije maanden: AIDS, de Boliviaanse grondwet, 10 jaar Chávez in Venezuela, het beleid rond de cocateelt, religie en Latino’s in België,… Wanneer een belangrijke persoonlijkheid uit Latijns-Amerika België bezoekt, wordt die uitgenodigd om voor de plaatselijke migrantengemeenschap te komen spreken. 14 5. Het project: werkmethode Voor dit project heeft een Spaanstalige consulent, die werd ingehuurd door OR.C.A., gezocht naar contacten binnen de Latijns-Amerikaanse gemeenschap. In totaal werden 75 adressen verzameld van zelforganisaties, religieuzen en personen die rechtstreeks contact houden met Latino’s in België. Ook twee van de grootste Latino-organisaties in Vlaanderen en Brussel, nl. de Latijns-Amerikaanse Federatie (LAF) en de Alianza Latinoamericana, werden gecontacteerd. Hoewel de meeste contactpersonen erkenden dat er grote problemen rond arbeidsrechten zijn binnen de Latijns-Amerikaanse gemeenschap, was het niet eenvoudig om mensen te overtuigen van het nut van een vorming rond dit thema. Waarom dat zo is, analyseren we verder in dit rapport. Bovendien bleek het moeilijk om het nodige vertrouwen te winnen van de vrij geïsoleerde Latino-gemeenschap in een periode van 6 maanden. Vandaar dat een aantal vormingen zullen plaatsvinden na afloop van het project. Uiteindelijk zijn er toch 5 infosessies georganiseerd: − 1 bij IVCA (Antwerpen) − 1 bij de Latijns-Amerikaanse Federatie, een koepelorganisatie (Antwerpen) − 1 bij ASERB (Brussel), een zelforganisatie van Ecuadoraanse migranten − 1 bij de Allianza Latina, nog een koepelorganisatie van Latijns-Amerikaanse organisaties − 1 bij de Boliviaanse organisatie K’Awari in het kader van de Vrouwendag − Er zijn nog sessies gepland na afloop van het project (na de feestelijkheden rond Pasen). Zo hebben we de afspraak gemaakt om een vorming te geven op een zondag na de mis in Rijke-Klarenkerk in Brussel. − Naast de vormingssessies waren er ook radiosessies: een stafmedewerkster van OR.C.A. gaf verschillende interviews op Spaanstalige radio’s in maart 2009. − Voor ons rapport baseren we ons ook op de vorming en de interviews die Joëlle Verriest, vrijwilligster voor OR.C.A., in juni 2007 organiseerde binnen de Ecuadoraanse gemeenschap. Uittreksels uit die interviews hebben we gebruikt als illustratie. Joëlle Verriest maakte ook een eindwerk over Ecuadoraanse arbeidsmigranten in België.15 Het doel van de infosessies was om mensen te informeren over hun arbeidsrechten, los van hun verblijfstatus. We probeerden dat te doen op een interactieve manier, door mensen te laten nadenken over hun arbeidssituatie en onze vorming van daaruit te geven. Infostand van OR.C.A. op een Boliviaans feest 15 Université de Liège, Faculté de droit, Les droits relatifs au travail des sans-papiers en Belgique: réalité ou fiction? Joëlle Verriest, Année Académique 2006-2007 15 6. Resultaten van het project: de arbeidsomstandigheden van Latijns-Amerikaanse clandestiene arbeidsmigranten Hieronder geven we een kort overzicht van wat we tijdens het project hebben geleerd over de leef- en arbeidsomstandigheden van Ecuadoraanse migranten in België. We hebben informatie gehaald uit de vormingssessies zelf, en uit de voorbereidende gesprekken. Deze informatie hebben we aangevuld met informatie die we eerder al verkregen via OR.C.A.’s helpdesk en andere contacten. We staan ook even stil bij de situatie van huispersoneel. Heel wat Latijns-Amerikaanse vrouwen werken immers als dienstbode/poetsvrouw. De infosessies die OR.C.A. hield in het kader van het project werden telkens ingeleid met enkele vragen aan het publiek over problemen, wensen en hun strategieën om hun situatie te verbeteren. Ook aan hulpverleners werd gevraagd wat de leefomstandigheden en belangrijkste problemen zijn van de migranten waar ze mee in contact komen. De inhoud van de infosessies was gebaseerd op OR.C.A.’s rechtengids voor werknemers zonder papieren (terug te vinden op www.orcasite.be). Werknemers zonder papieren hebben in België dezelfde basisrechten als werknemers met papieren (minimumlonen, werktijden, veiligheid op het werk, verzekering voor arbeidsongevallen). We geven ook tips over wat werknemers kunnen doen om hun rechten beter te beschermen en wat ze kunnen doen als hun rechten geschonden worden. De migranten zelf gaven tijdens de infosessies de volgende “Toen ik begonnen ben met problemen aan als de belangrijkste: werken, heb ik een heel slechte • Eerst en vooral 'papieren'. Met papieren zullen in bazin gehad. Ze profiteerde van hun ogen alle problemen op de werkvloer opgelost me en buitte me uit zoveel ze kon. Ik werkte van maandag tot zijn. Dat maakt ook dat men twijfelt aan het nut om zaterdag, van 6 uur ’s morgens tot veel energie te steken in het afdwingen van rechten 12 uur ’s avonds. Ik ben op de werkvloer zolang men geen papieren heeft, psychologisch mishandeld. Ik wat uitlegt waarom het organiseren van de moest op 7 kinderen passen. Mijn vormingen soms wat moeizaam verliep. Eén groep bazin was alcoholverslaafd. Ik verdiende 700 euro per maand. Ze wees het idee van een vorming trouwens af, omdat behandelde me als een beest, op volgens de Ecuadoraanse regering er toch een een onmenselijke wijze. Het heeft akkoord was dat hen binnenkort papieren zou lang geduurd voor ik uit die situatie wegraakte. Ik heb daar 6 maanden bezorgen (zie p.12). (interview met • Vele mensen zijn al jaren ononderbroken aan het gewerkt.” Ecuadoraanse vrouw) werk, en werken daarbij ook nog eens extreem lange dagen. • Te lage lonen, terwijl de levenskost hoog is. • Geen bescherming tegen arbeidsongevallen. • Werkgevers die, vroeg of laat, het loon weigeren uit te betalen. 16 De meeste mensen waren onder de indruk van de rechten die ze hadden. Rechten zoals betaalde vakanties, minimumloon, goede werkomstandigheden, ziekteverzekering, werden als een droom beschouwd. Er werd dan ook af en toe een beetje cynisch over gedaan: dat klinkt wel mooi, maar hoe kunnen wij dat allemaal ooit echt verkrijgen? “Ik kan naar de vakbond stappen, als ik voor mijn rechten wil opkomen maar ik ben bang om dan uitgewezen te worden. Ik heb dus geen rechten. Er zijn rechten die enkel op papier staan en we kunnen ze in het echt niet krijgen. Als ik voor mijn rechten wil opkomen, loop ik het risico dat ik en mijn hele gezin uit het land gezet worden.” (interview met Ecuadoraanse vrouw) Andere mensen voelen zich machteloos tegenover de uitbuiting: “Ooit wilden werkgevers mijn volledige loon niet betalen. Ik heb meer dan 3000 euro verloren. Ze gaven me 600 euro en de rest van het geld hielden ze voor zich. ‘Als je wil werken, moet je hiermee tevreden zijn, anders moet je terug naar je land’ zeiden ze. Ik kon niets doen en heb de situatie aanvaard om verder te mogen werken.” (gesprek met Victor, Dominicaanse Republiek, 2 kinderen) We vroegen hen niet alleen naar hun belangrijkste problemen, maar ook naar hun belangrijkste wensen. Als ze hun werksituatie zouden kunnen verbeteren, zelfs zonder papieren, wat zouden ze dan eerst willen krijgen? De antwoorden waren: • Een hoger loon • Bescherming tegen bazen die niet betalen • Een opvallende terugkerende verzuchting was: 'wij zouden zo graag eens vakantie hebben' • Belastingen betalen, om volwaardig deel uit te maken van de maatschappij en sociale zekerheid te kunnen krijgen Mensen reageerden positief toen verteld werd dat vakbonden ook openstaan voor werknemers zonder papieren. Tijdens een sessie waar ook iemand van het ACV aanwezig was, sloten heel wat mensen zich ter plekke aan. Een verhaal dat daar kanttekeningen bij zet, is dat van een grote groep Ecuadoranen die een aantal jaren geleden lid werden van het ACV in Brussel. Op het moment dat enkele van hun landgenoten werden opgepakt en uitgewezen, hebben de meesten dat lidmaatschap weer opgezegd16. Ze vroegen zich af welke zin zo’n lidmaatschap had, als ze toch nog konden uitgewezen worden. Dat wijst er opnieuw op dat mensen er niet echt het nut van inzien om zich als werknemers te organiseren en voor hun arbeidsrechten op te komen, als hun verblijfsstatus niet tegelijk geregeld wordt. Hulpverleners en mensen die de Latinogemeenschap goed kennen vulden het lijstje met de belangrijkste noden aan als volgt: • Voor iemand zonder papieren is het moeilijk om een (goede) job te vinden. Vaak heb je geen alternatief te bieden voor een situatie van uitbuiting. Vele mensen leven in armoede door lage lonen en werkloosheid. • Vele mensen krijgen te kampen met psychische problemen door de voortdurende onzekerheid, het gevoel van machteloosheid, de voortdurende angst om opgepakt te worden. Latino’s hebben een enorme angst voor de autoriteiten. 16 Getuigenis van Ecuadoraan uit de zelforganisatie UDEP tijdens ontmoeting FGTB-sans papiers in Juni 2008. 17 • • Toegang tot gezondheidszorg. Dienstverleners helpen migranten om hun weg te vinden naar dringende medische hulp (terugbetaling van noodzakelijke medische kosten voor mensen zonder wettig verblijf), maar heel veel mensen zijn nog niet op de hoogte van het systeem. De taal vormt een extra barrière voor een goede toegang tot de overheidsdiensten. Vanuit de eigen ervaring weet ORCA dat mensen vooral hulp zoeken wanneer hun loon niet wordt uitbetaald, of bij arbeidsongevallen. Normaal zijn ze dan al weg bij hun werkgevers. Voor andere rechten zijn werknemers zonder papieren minder bereid om stappen te ondernemen. Ze willen geen problemen en hechten veel belang aan vertrouwen in hun werkrelaties, en werkzekerheid. Dus accepteren ze eventueel misbruik. Bovendien hebben migranten soms andere normen in verband met arbeidsrechten. Als het beter is dan in hun thuisland, zien ze geen reden tot klagen. Dat ze meestal helemaal niet weten wat hun rechten in België zijn, draagt daar enkel toe bij. Vele werknemers zonder papieren hebben het plan om een aantal jaar te werken en dan terug te keren naar huis met voldoende geld om een eigen zaak te starten. Maar na verloop van tijd veranderen de plannen vaak. Zeker wanneer er kinderen zijn die hier naar school gaan, wordt in België blijven de eerste optie. Bovendien is hun familie in hun thuisland soms gewend geraakt aan een levensstandaard die ze zonder het buitenlandse loon nooit zouden kunnen aanhouden. De kostwinners in het Noorden zien zich dan verplicht om in het buitenland te blijven, om aan de verwachtingen van hun familie te kunnen voldoen. Hoewel ze geen verblijfsvergunning hebben, slagen sommigen er trouwens in om een redelijk stabiel bestaan op te bouwen. Hun kinderen gaan naar school, ze werken, betalen hun huur,.... Zwartwerk verdient soms behoorlijk goed, zeker als je lange dagen werkt en vergelijkt met wat in het thuisland kan verdiend worden. Soms zijn mensen zelfs teleurgesteld, als ze één keer geregulariseerd worden en merken hoe weinig nettoloon ze overhouden wanneer ze wit gaan werken. Maar toch zorgt de onzekerheid ervoor dat ook deze werknemers kwetsbaar blijven voor tegenslag en misbruik. Bovendien bouwen ze geen sociale rechten op, wat betreft pensioenen bijvoorbeeld. Of zoals J., een Braziliaanse werknemer zonder papieren die in de schoonmaak heeft gewerkt in Brussel, het bij OR.C.A. formuleerde: “In Brazilië verdienden we weinig, maar we waren wel zeker dat ons loon betaald werd en we kregen sociale zekerheid. Hier ligt het loon vele keren hoger, maar het is zwartwerk en we zijn nooit zeker of we wel betaald zullen worden.” Remedies tegen schendingen van arbeidsrechten? Arbeidsrechten afdwingen van werknemers zonder papieren, is OR.C.A.’s missie. In de vier jaar dat we dit proberen te doen, merken we echter vooral dat er heel wat hindernissen zijn om 18 arbeidsrechten in de praktijk om te zetten. Gedetailleerde informatie daarover is terug te vinden in onze jaarverslagen op www.orcasite.be. De belangrijkste obstakels zijn: • De migratiecontrole: werknemers proberen zo ver mogelijk te blijven van de autoriteiten. Dit speelt heel sterk bij de Spaanstalige Latijns-Amerikaanse migranten. Doordat arbeidsinspecteurs tijdens controles verplicht zijn om ook verblijfsvergunningen te controleren, kunnen ze moeilijk de vertrouwensband opbouwen met de werknemers die nodig is om hun rechten te kunnen beschermen. Heel wat misbruik wordt dus gewoon niet gemeld. • Het gebrek aan alternatieven: Wie zonder verblijfsvergunning is in België, krijgt in principe nooit een toelating om legaal te werken. De redenering daarachter is dat ‘illegaliteit niet beloond mag worden’. Het regeerakkoord van maart 2008 beloofde eenmalig hierop een uitzondering te maken, maar dat is tot dusver niet gerealiseerd. Wie van buiten de Europese Unie naar België wil komen om te werken, en geen hooggeschoolde job kan uitoefenen, heeft op dit moment nauwelijks of geen mogelijkheden om dat legaal te doen. • Het gebrek aan bewijzen: omdat het werk op een erg informele manier gebeurt, en werkgevers zoveel mogelijk hun sporen trachten te wissen uit angst voor boetes, is het heel moeilijk om goede dossiers op te bouwen. • Toegankelijkheid van de bevoegde diensten: Om een klacht in te dienen bij de rechtbank, heb je gespecialiseerde hulp nodig. Werknemers zijn zelden lid van de vakbond, en vakbonden kunnen niet voor elke werknemer zonder papieren een uitzondering maken op de regel dat je een tijdje bijdragen moet betalen voor je juridische hulp kan krijgen – al gebeurt dat wel in sommige behartenswaardige gevallen. Pro deo-advocaten zijn mogelijk als een werknemer kan aantonen dat hij een laag inkomen heeft (wat ook al erg moeilijk is), maar hebben niet altijd de nodige specialisatie of motivatie. Inspectiediensten zijn in België erg versnipperd, en werknemers vinden er moeilijk hun weg in. Vaak begrijpt men het verschil al niet tussen de politie en de inspectie. We hebben nog nooit meegemaakt dat een inspectiedienst Dienst Vreemdelingenzaken contacteerde als een werknemer hen buiten de werkvloer opzocht met een klacht, maar er is geen garantie dat dit nooit kan gebeuren. Bovendien zijn inspectiediensten onderbemand en zijn de zaken met werknemers zonder papieren arbeidsintensief (wegens de gebrekkige bewijzen). Tenslotte is er na de klacht een goede communicatie nodig met de inspectiediensten, om op het gepaste moment de rechten van de werknemer in kwestie te verdedigen. Wanneer de zaak voor de rechtbank komt, is er opnieuw een advocaat nodig. Daarom zijn de aanbevelingen van OR.C.A. de volgende: • Er moet nagedacht worden over alternatieven voor de clandestiene tewerkstelling – in Europa en in het herkomstland. 19 • • • • Er moet een analyse gemaakt worden van de gevolgen die migratiecontrole heeft op de arbeidsomstandigheden van werknemers. Als er negatieve gevolgen zijn, moet bekeken worden wat de prioriteit krijgt: migratiecontrole of mensenrechten/arbeidsrechten? Arbeidsinspecteurs zouden nooit migratiecontroleurs mogen zijn. Meer arbeidsinspectie is nodig, maar dan vooral om arbeidsrechten beter te doen respecteren. Er moet gewerkt worden aan goede en toegankelijke rechtsbijstand voor werknemers zonder papieren. Het is belangrijk dat er jurisprudentie komt rond arbeidsrechten van werknemers zonder papieren. Daaraan werken OR.C.A. en de vakbonden op dit moment, en er zijn al wel een aantal voorbeelden van succesvolle rechtszaken. Zonder een paar succesverhalen, is het erg moeilijk om werknemers te overtuigen om op te komen voor hun rechten. Bovendien kunnen werkgevers enkel onder druk gezet worden als ze weten dat ze daadwerkelijk voor de rechtbank kunnen veroordeeld worden. 20 7. Een bijzondere groep werknemers: huispersoneel Een inwonende dienstbode, die van ’s morgens tot ‘s avonds voor je klaarstaat? Het lijkt niet meer van deze tijd. De Belgische wetgeving voorziet nog wel een apart statuut voor de dienstbode, naast dat van arbeider en bediende. Het is het minst gunstige van allemaal: onbeperkte overuren (zonder extra toeslag), het absolute minimumloon,… Bovendien is huishoudelijk werk erg belastend. Je hebt een directe, soms emotionele band met je werkgever, moet flexibel zijn en een hele reeks verschillende taken aankunnen. Veel waardering krijg je daar meestal niet voor. Het is niet verwonderlijk dat Belgische werknemers dit werk niet willen doen. Toch is er nog heel wat vraag naar. Het zijn buitenlandse werknemers, meestal vrouwen, die dit gat in de arbeidsmarkt opvullen. Omdat je voor een dienstbode geen arbeidskaart kan verkrijgen (uitgezonderd als je diplomaat bent), gebeurt die tewerkstelling grotendeels clandestien. Veel van deze werknemers zijn Filippina’s of Latina’s. Ook het gewone poetswerk, een paar uur hier, een paar uur daar, valt onder het statuut van dienstbode. Dat soort werk is nu echter voor een groot stuk geregulariseerd via de dienstencheques, waarbij de werknemers ook een beter statuut krijgen. Toch zijn er nog heel wat Latina’s die hun werkgevers hebben weten te behouden, omdat ze zo’n betrouwbare werkkrachten zijn. Het uurloon schommelt dan tussen 8 en 10 €. Wie echter voltijds of bijna voltijds voor één werkgever werkt, kan dat niet doen via dienstencheques. In Brussel is er heel wat huispersoneel, al dan niet inwonend, in dienst bij families van Europese en NAVO-functionarissen, diplomaten en rijke zakenlui. Ook in Antwerpen werken heel wat inwonende dienstbodes, in bepaalde etnische gemeenschappen maar ook bij jonge Belgische gezinnen. Voltijdse dienstboden worden meestal per maand betaald. Wie inwoont, verdient zo gemiddeld 800 €, met eten en logement erbovenop. Maar het aantal uren dat je moet werken, is moeilijk af te grenzen als je in het huis van je werkgevers woont. Werkdagen van 7 uur ’s morgens tot 9 uur ’s avonds (of later) zijn geen uitzondering. Het zwaarst voor deze dienstbodes is het isolement: je bent helemaal alleen met je werkgever. Als ze niet in Belgische gezinnen werken, hebben deze vrouwen niet de gelegenheid om Nederlands of Frans te leren, en kunnen ze zich moeilijk integreren in de maatschappij. Soms beperkt de werkgever de bewegingsvrijheid van de huishoudster nog meer, door haar te verbieden het huis te verlaten of, in het ergste geval, haar paspoort af te nemen. Een vrouw getuigde tijdens één van de vormingen hoe ze nauwelijks toestemming krijgt om buiten te gaan, en wanneer ze buitengaat, voortdurend controlerende telefoontjes krijgt van haar bejaarde werkgeefster. Haar werkgeefster wilde ook niet dat ze naar het OCMW ging om de kosten voor medische verzorging te laten terugbetalen, uit schrik dat de clandestiene tewerkstelling dan ontdekt zou worden. Als compensatie kreeg deze werkneemster een hoger loon dan gemiddeld, 1000 € per maand plus kost en inwoon. 21 De Latijns-Amerikaanse dienstbodes in België komen niet uit dezelfde bevolkingsgroep als de dienstbodes in hun land van herkomst. Integendeel, ze willen liever niet met de ‘domesticas’ uit het thuisland geassocieerd worden, die vaak behoren tot de armste klassen in de samenleving. Huishoudwerk is voor Latina’s in België een tijdelijke job, in afwachting van iets beters. LatijnsAmerikaanse organisaties drukten ons op het hart om het niet te hebben over ‘domesticas’, maar eerder over ‘trabajadoras’. (Ook Filippina’s vragen ons trouwens om het woord ‘domestic workers’ niet te gebruiken, omdat het een negatieve bijklank zou hebben). 22 8. Migratie en ontwikkeling: waar ligt de link? Dit rapport legt de vinger op de verbanden tussen ontwikkeling, migratie en arbeidsrechten, door de situatie van migranten hier en in hun herkomstland naast elkaar te zetten. Er bestaan al heel wat wetenschappelijke studies over deze thema’s. Deze publicatie wil de verbanden concreet maken, door te kijken naar een herkomstland dat in de Vlaamse Noord-Zuidbeweging goed gekend is, Ecuador, en anderzijds een gemeenschap die hier talrijk aanwezig is. Zo hopen we inspiratie te bieden voor het debat over de Noord-Zuidbeweging en migratie. Dit rapport illustreert alvast de volgende stellingen: • Migratie wordt gestuurd door gebeurtenissen in het land van herkomst: economische crisissen lagen in Ecuador duidelijk aan de grondslag van de voornaamste migratiegolven. • Nadien komt er echter een aparte dynamiek op gang: migranten moedigen andere migranten aan om hierheen te komen, familieleden thuis beginnen een bepaalde levensstandaard te verwachten,… Hierdoor blijft de migratie voortduren, zelfs los van grote crisissen in het land van herkomst, zolang de economische en sociale situatie daar niet noemenswaardig verbetert. • Migratie draagt mogelijk bij aan de economie in het land van herkomst, al zijn daar heel wat kanttekeningen bij te plaatsen. Maar migratie heeft ook grote sociale gevolgen: omdat de jonge en dynamische mensen vertrekken en daarbij vaak hun familie, hun kinderen achterlaten. • Tijdelijke migratieprojecten kunnen om allerlei redenen veranderen in permanente projecten: ook daar speelt de situatie in het herkomstland een rol. Slecht functionerende systemen voor sociale zekerheid zorgen er bijvoorbeeld voor dat migranten de schokken van de economie en het leven moeten helpen opvangen. • Hierdoor ontstaat wel een risico dat het herkomstland minder inspanningen zal leveren om zelf een goed functionerende sociale zekerheid te organiseren. • Soms geraken mensen ook zodanig geïntegreerd in de Belgische samenleving, bijvoorbeeld via hun kinderen, dat ze toch verkiezen te blijven. • Migranten uit Latijns-Amerika vertonen eerst en vooral een sterk onderling sociaal netwerk, over de grenzen van de afzonderlijke nationaliteiten heen, en zelfs over de grenzen van de verschillende Europese lidstaten heen. • Ook de band met het land van herkomst blijft belangrijk. Via allerlei verenigingen onderhouden mensen de band met hun eigen cultuur, en heel af en toe worden er ook solidariteitsacties gehouden met het land van herkomst. Bepaalde herkomstlanden, zoals Ecuador, proberen de band met landgenoten in het buitenland aan te halen, bijvoorbeeld door hen stemrecht en zitjes in het parlement te geven. • Sommige organisaties proberen om hun cultuur en de situatie in hun thuisland beter bekend te maken bij het Belgische publiek. • De stroom van (irreguliere) migranten heeft ook een impact op de relaties tussen België en het herkomstland. Met Ecuador werd een bilaterale overeenkomst 23 afgesloten, die in Ecuador veel positiever werd voorgesteld dan ze eigenlijk is, en in België nauwelijks aandacht kreeg. Het is essentieel dat het Middenveld deze akkoorden kent, analyseert en opvolgt. 24 9. Referenties Adres OR.C.A. Gaucheretstraat 164, 1030 Brussel - www.orcasite.be – [email protected] 02/274 14 31 11.11.11. www.11.be – www.waardigwerk.be Over Ecuador www.presidencia.gov.ec www.flacso.org.ec www.ecuador-esmeraldas.be http://www.dgos.be/nl/partnerlanden/index.html www.diplomatie.be/quitoes Statistieken over immigratie en emigratie in Ecuador: http://www.inec.gov.ec/web/guest/ecu_est/reg_adm/est_mig_int Over de grondwet: http://www.mmrree.gov.ec/mre/documentos/ministerio/constit_08.pdf http://www.asambleaconstituyente.gov.ec/documentos/constitucion_de_bolsillo.pdf www.senami.gov.ec Over migratie www.migrationpolicy.org www.migrationinformation.org (Country Resources) www.worldbank.org/migration www.iom.int www.oecd.org/migration www.diversiteit.be Latino-organisaties in België Deze lijst is informatief, en zeker niet exhaustief. Door deze organisaties in de lijst op te nemen, spreekt OR.C.A. geen waardeoordeel uit over hun werking, of zeker niet over de werking van organisaties die niet in de lijst zouden opgenomen zijn. www.lafederacion.be users.skynet.be/fa210345/: website van de Alianza Latina www.hispano-belga.be www.america-latina.be www.elandino.be www.cpb-kawari.com www.radiosi.org www.ecuador.be/consuladoecuador/francais/associationsequatoriennes.htm Andere zelforganisaties www.minderhedenforum.be 25