Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Interacties tussen cellen en de extra-cellulaire matrix (ook wel cel-matrix interacties genoemd) zijn belangrijk voor celoverleving, proliferatie en migratie. Wanneer een primaire tumor eenmaal gevormd is, kunnen meerdere veranderingen binnen deze tumor optreden zoals verlies van interacties tussen cellen onderling en verandering van cel-matrix interacties qua eitwit expressie en dynamiek. Veranderingen van de eigenschappen van cel-matrix interacties is één van de karakteristieken van epitheliaal-naar-mesenchymale (EMT) transitie. EMT is een cellulair proces waarbij tumor cellen de mogelijkheid verwerven om de primaire tumor te verlaten en ergens anders in het lichaam uitzaaiingen (=metastasen) te vormen. In dit proefschrift beschrijf ik onze bevindingen over de rol van de cel adhesie moleculen focal adhesion kinase (FAK) en paxillin in borstkanker progresssie en de vorming van metastasen. Ten eerste worden in hoofdstuk 2 de verschillende licht microscopie technieken voor het volgen van migrerende cellen in zowel 2D, 3D en in vivo gepresenteerd. In het bijzonder introduceren we de FLIP-FRAP methode (Fluorescence loss in photobleaching and Fluorescence recovery after photobleaching; ook wel half-FRAP methode genoemd). Deze methode geeft inzicht in de kinetiek van cel-matrix interactie eiwitten in een cel. Het bestuderen van de vorming van metastasen is van belang voor het beter behandelen van kankerprogressie. In dit proefschrift heb ik gebruik gemaakt van een nieuw muis in vivo metastaseringsmodel welke ik in detail heb beschreven. Verder heb ik de relatie tussen het eiwit kinase c-Jun Nterminal kinase (JNK) en paxillin in het migratie- en metastasegedrag van borsttumor cellen bestudeerd. Een van onze doelen is het bestuderen van het metastaseproces vanuit de primaire tumor: hoe ontvluchten de kankercellen de tumor massa en vooral hoe intravaseren de kankercellen de bloedvaten in de tumor. Om snel te migreren beschikken tumorcellen over kleine cel-matrix adhesies die snel moeten worden gevormd en weer afgebroken (=turnover van cel-matrix adhesies). Om de dynamiek van deze adhesies te bestuderen zijn er verschillende tecknieken beschikbaar. In Hoofdstuk 3 geven we een overview van verscheidene lichtmicroscopie tecknieken met de bijhorende beeldanalyse methoden, waarmee we cel migratie en cel-matrix adhesies in kankercellen bestuderen in zowel 2D, 3D en in vivo. In Hoofdstuk 4, presenteren we een methodiek geschikt om de dynamiek van de focal adhesie eiwitten te kwantificeren dankzij de zo genoemde “bleek techniek” FRAP en/of FLIP. Hiervoor hebben we een model opgezet waarbij we de kinetiek van GFP-gelabelde eitwitten in een cel in zowel het cytoplasma als ook alle cell-matrix adhesies kunnen meten. De kracht van deze methode is de mogelijkheid om de dynamiek van een eiwit op verschillende punten in een cel afhankelijk van adhesie type en distributie te bepalen. Dankzij het bleken van de helft van de cel kunnen we de eiwitdynamiek in kaart te brengen en in relatie te brengen met de grootte van de focal adhesies en de 197 Miscellaneous distributie in de zelfde cel. We hebben dit toegepast om het verschil in het gedrag van twee zeer belangrijke cel-matrix adhesie componenten te bepalen: paxillin en focal adhesie kinase (FAK). We laten duidelijk zien dat beiden eiwitten verschillen in verblijftijd bij de cel-matrix adhesies: paxillin (100s) zit langer dan FAK (60s) op cell-matrix adhesies. Bovendien, meten we dat hoe groter de cel-matrix adhesie is des te langer verblijven de twee componenten op focal adhesies. FAK kinetiek is ook gevoelig voor de extra-cellular matrix dichtheid. Op laag collagen matrix dichtheid is de verblijftijd van FAK korter dan op een hoge collageen dichtheid. Dus de kinetiek van FAK en paxillin zijn afhankelijk van de maat van de adhesie en ook het type. Metastase vorming is een belangrijke stap in de progressie van kanker. De onderliggende mechanismen verantwoordelijk voor metastasering zijn nog niet goed begrepen. In dit proces is er een belangrijk moment wanneer tumorcellen met bepaalde eigenschappen de primaire tumor kunnen verlaten en de bloedvaten binnen treden. Er zijn verschillende eiwitten die een rol spelen in de dynamiek van cel-matrix adhesies en die ook betrokken zijn in de ´tumorcel autonome´ metastaseringsprocessen; celmigratie is een van deze processen. Om de rol van cel-matrix adhesie eiwitten in dit proces te bestuderen, hebben we een geschikt muismodel opgezet. In Hoofdstuk 5 beschrijven we ten eerste een geoptimaliseerd muismodel waarbij de MTLn3 cellijn met overexpressie van de groei factor receptor EGFR gebruikt wordt. Wij vonden dat tumorcellen met een verhoogde expressie van EGFR in een immuun-deficiënte muis meer metastaseren dan de controle cellen met normaal EGFR expressie. Bovendien laten we zien dat een muizenstam zonder B, T en met name NK cellen het meest geschikte model is voor het bestuderen van metastasevorming. In onze studies was de tumor groei niet beïnvloed door het immuunsysteem maar het aantal long metastases wel. De EGFR GFP-MTLn3 cellen metastaseren het meest in de Rag2-/- γc-/- muizen die helemaal geen T, B en NK cellen hebben maar wel macrophagen. Samengevat demonstreren we dat de Rag2-/- γc-/- muis in combinatie met de EGFR GFP-MTLn3 cellijn een goed in vivo model is om de ´tumorcel autonome´ metastaseringsprocessen te bestuderen. Deze EGFR GFPMTLn3 cellijn is verder gebruikt in Hoofdstuk 6 waarbij we de expressie van een bepaald kandidaat pro-metastaseringseiwit specifiek in de kanker cellen tot expressie kunnen brengen. Met behulp van doxycycline in het drinkwater van de dieren, kunnen we, wanneer nodig, de expressie van een bepaald eiwit aanzetten in zowel de primaire tumor als de metastasen die gevormd zijn in de long. Bovendien kunnen we in de primaire tumor, dankzij het gebruik van de fluoroscente eiwitten GFP (=green fluorescent protein) en CFP (=cyan fluorescent protein), de controle en de mutante cellen met behulp van zogenaamde tweefoton microscopie volgen. Op deze manier is het effect van de overexpressie van een bepaald eiwit op celmigratie niveau in een primaire tumor in de muis te visualiseren en kwantificeren. 198 Nederlandse samenvatting De progressie van borstkanker is (deels) afhankelijk van de mogelijkheid van cellen om te ontsnappen uit de primaire tumor om vervolgens metastasen te vormen op andere plaatsen in het lichaam. Deze metastasering kan worden geïnitieerd door cel-matrix adhesie signalen. Cel-matrix adhesies zijn inderdaad belangrijk in borstkankerprogressie. FAK is een belangrijke component in de cel adhesie structuren omdat het signalen van groeifactor receptoren en integrines doorstuurt naar andere eiwitten en op deze manier cellulaire processen reguleert zoals proliferatie, celoverleving, de dynamiek van adhesie en celmigratie. Verhoogde FAK expressie en activiteit wordt vaak gevonden in verschillende typen kanker, inclusief borstkanker en correleert met progressie van deze ziekte. In Hoofdstuk 2 hebben we de rol van FAK als potentieel target voor kankerbestrijding beschreven. Een andere belangrijk eiwit in het cel-matrix adhesie proces is paxillin. Dit eiwit speelt een platform-rol binnen de cel-matrix adhesie componenten. In Hoofdstuk 7 bestuderen we de rol van paxillin in metastase vorming; in het bijzonder analyseren we de rol van de fosforileringsplaats Ser178 van paxillin. Om de rol van paxillin Ser178 te kunnen bestuderen hebben we gebruik gemaakt van borsttumor MTLn3 cellen waar wild type GFP-paxillin of een mutant GFP-paxillin-S178A die niet gefosforyleerd kan worden tot overexpressie zijn gebracht. We laten zien dat cellen met mutant overexpressie veel minder kunnen migreren door gereduceerd cel-matrixadhesie dynamiek. De vermindering van celmigratie is ook geassocieerd met een vermindering van de ontwikkeling van borsttumor metastasen in de long in onze proefdiermodellen. Tevens laten we zien dat verstoring van de paxillin-JNK signaling pathway in verminderde expressie van de groei factor receptor EGFR op eitwit en mRNAs niveau resulteert. Re-expressie van wt EGFR in de mutant cellen zorgt dat de cellen weer naar de longen kunnen metastaseren. We laten hier voor het eerst een relatie zien tussen paxillin en EGFR-gemediëerde kanker metastasering. Wellicht dat de paxillin-JNK signaaltransductie een nieuwe target is om kanker metastasering te voorkomen. Samengevat laat het onderzoek beschreven in dit proefschrift zien dat zowel FAK als paxillin een belangrijke rol spelen in cel-matrix adhesie dynamiek en in de progressie van borstkanker. Het ontrafelen van cel-matrix adhesie gerelateerde processen in relatie tot borstkanker zal bijdragen aan het beter begrijpen van mechanismen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van borstkanker en de progressie daarvan. Tevens zal de mogelijkheid van remming van de eiwitten die cruciaal zijn in de regulatie van cel-matrix adhesies in de behandeling van borstkanker verder moeten worden onderzocht. 199