Risico bij slechte voedingstoestand

advertisement
onbewaakte kopie
Decubitus 15
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Risico bij slechte voedingstoestand
Een slechte voedingstoestand is een risicofactor voor decubitus:
„
een tekort aan calorieën en/of voedingstoffen vergroot, door een verminderde weerstand, de
kans op infecties en huiddefecten en op een vertraagde wondgenezing
„
bij ernstige vermagering ontstaat bovendien ter plaatse van benige uitsteeksels (heupen,
staartbeen, ellebogen) extra risico op huidletsel.
Oorzaken van een slechte voedingstoestand zijn:
Verminderde inname van voeding door:
– niet zelf kunnen eten of drinken;
– verminderd bewustzijn / suf en/of verwardheid;
– stress, angst, depressie;
– pijn;
– misselijkheid / zuurbranden;
– slik-, kauw- of passageklachten;
– benauwdheid;
– vermoeidheid;
– eenzijdige voedselkeuze;
– mechanische belemmeringen (stenosen, slecht passende gebitsprothesen etc.);
– ouderdom.
„
„
„
Verhoogde voedingsbehoefte:
– COPD;
– chronische hartziekten;
– infectie/koorts;
– kanker;
– aids;
– chemotherapie;
– ondergaan van grote operatie;
– grote wonden, zoals decubitus, ulcus cruris en brandwonden;
– stress;
– trauma.
Verliezen van voedingstoffen door:
– > 2 dagen frequent braken en/of ernstige diarree;
– grote verliezen via fistel; stoma; drain;
– frequent bloedverlies;
– verlies via open wonden (decubitus, brandwonden, ulcus cruris);
– radio- of chemotherapie;
– recent grote operatie.
Hoe meet je ondervoeding (hier is geen consensus over):
BMI lager dan 20 met een gewicht hoger dan 65 kg of een BMI lager dan 18,5 met een
gewicht lager dan 65 kg.
„
Weinig intake
„
Gewichtsverlies
„
De relatie decubitus en ondervoeding is (nog) niet bewezen.
Er is sprake van een slechte voedingstoestand als er in combinatie met een aandoening sprake
is van:
„
ongewenst gewichtsverlies: meer dan 5% binnen 30 dagen of meer dan 10% binnen 180
dagen en/of
„
het langer dan 5 tot 7 dagen niet of nauwelijks kunnen eten (door bijvoorbeeld slikklachten of
slechte eetlust).
© Vilans 05-01-2012
Richtlijninformatie
Risico bij slechte voedingstoestand: 1 (van 2)
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
onbewaakte kopie
Decubitus 16
Preventieve acties
Beoordeel bij iedere cliënt de voedingstoestand. Neem bij geconstateerde afwijkingen
individuele voedingsmaatregelen, zoals:
„
corrigeren van de ondervoeding door middel van een afgestemd dieet dat voldoende energie
en eiwit bevat:
– driemaal daags een volwaardige maaltijd;
– 1,5 liter tot 2 liter vocht per 24 uur;
– gebruik niet alleen koffie, thee, water en bouillon, maar ook melkproducten en
vruchtensappen; deze bevatten meer voedingsstoffen;
„
hulp bieden bij het eten;
„
de cliënt zo mogelijk rechtop laten eten;
„
wegen bij opname of start van de verzorging en daarna bij voorkeur 1 maal per maand (circa
zelfde tijd, zelfde weegschaal) en registreren in zorgdossier/verpleegplan
„
controleer de huidspanning en de urineproductie regelmatig.
Aangezien ondervoeding een omkeerbare risicofactor is voor de ontwikkeling van decubitus, is
vroege herkenning en behandeling van ondervoeding erg belangrijk. Personen die een
verhoogd decubitusrisico hebben, kunnen ook een risico op ondervoeding hebben of zelfs
ondervoed zijn. Zij moeten daarom gescreend worden op hun voedingstoestand. Gebruik bij de
screening van de voedingstoestand een valide en praktisch instrument dat snel en eenvoudig is
te gebruiken. Maak hierbij voor de oudere zorgvrager gebruik van de SNAQRC of SNAQ65+.
Deze instrumenten bestaan uit vragen die het best ondervoeding voorspellen. De SNAQ wordt
beschouwd als een van de meest accurate en toepasbare instrumenten.
Diëtist
Schakel een diëtist in bij een verhoogd voedingsrisico met risico op decubitus en bij aanwezige
decubitus.
Dieetadvies door diëtist:
energie- en eiwitverrijkt, hoeveelheden afhankelijk van behandeldoel: preventie of
behandeling;
„
extra aandacht voor vochtopname in overleg met diëtist. Start niet zelf met drinkvoedingen!
„
bij een slechte voedingstoestand en/of het onvoldoende innemen van voeding kan het
gebruik van enterale voeding (sondevoeding en drinkvoeding) of parentale voeding (voeding
via een bloedvat) noodzakelijk zijn.
„
Geraadpleegde bronnen
Landelijke multidisciplinaire richtlijn Decubitus preventie en behandeling, V&VN, 2011
„
WCS Wondenboek, 2009. Woundcare Consultant Society, Leiden
„
© Vilans 05-01-2012
Richtlijninformatie
Risico bij slechte voedingstoestand: 2 (van 2)
Download