Hei Ronald, Het is niet gemakkelijk beste vriend, al waren wij de laatste tijd niet zo intens, om hier op deze plek afscheid te moeten nemen. Geboren als buren, jij in de Slotstraat en ik in de Groenstraat, op amper 50 meter van elkaar verwijdert en vooral in een proletarisch nest. Jij ging werken bij de stad, op de dienst bevolking, ik gedreven door anarchistische idealen eerst in een fabriek “de Friac”, eigendom van de familie De Smaele de toenmalige geldschieters van de rechts conservatieve gazet De Standaard gelegen in onze achtertuin, tot ik 6 maanden later werd opgeroepen voor mijn legerdienst. Jij ging al zeer vlug van plaatselijk correspondent van De Vooruit, de gazet van mijn ouders, naar de redactie in Gent. Vele jaren opeenvolgend hadden wij onze wekelijkse afspraak in café Play Boy, afhankelijk van u al dan niet avondwerk op de redactie. Wij stopten geld in de jukebox van de rock and rol met Led Zeppelin en Deep Purple. Wij hebben daar vele plannen gesmeed Ronald. Je interviewde mij als voorzitter van de Jongsocialisten in jouw Tientime de dinsdagse pagina in De Vooruit. Mijn gezegde en jouw verslag vielen niet in de smaak van de partijbonzen in Aalst. Ik werd op het matje geroepen, jij kreeg het te verduren. Het ligt nog thuis in mijn lade ter bewaring voor het nageslacht. Het karakteriseerde je dat je nooit hebt toegegeven aan van hoger hand opgelegde instructies. Je wou een zekere vrijheid, en zeker als je rookte bij de whisky. Nadien haalde ons nest, de Play Boy, de voorpagina van De Morgen toen de vloer van het café op een carnavalsnacht in de kelder van het pand was gestort. Wij hadden natuurlijk de primeur want wij waren juist als laatste de deur uit. Toen je mij en Marie-Hélène die zaterdagmiddag op de Aelbrechtlaan tegemoet stapte met de blijde boodschap dat je ging trouwen met Annik heb ik er uren, ja dagen, ja weken over gesproken thuis. Ik zal het nooit vergeten. Ik had uit onze vele gesprekken niet kunnen opmaken dat je zou gaan trouwen met Annik die ik kende van bij de Jongsocialisten in Gent. De naam van uw lief was voor mij althans een goed bewaard geheim. Nadat u met Annik was getrouwd verlegden wij onze wekelijkse afspraken naar het Volkshuis op de Houtmarkt. Elke zondag om 11 uur en nadien op zaterdagnamiddag gingen wij vieren daar aperitieven. Het waren telkens babbels van lange duur over de politiek, de partij en de overstap van De Vooruit naar De Morgen met een kritische toets die u daar steevast aan toevoegde. Ik had het soms wat moeilijk met je kritische alertheid over de partij waarvan wij allemaal lid waren, maar anderzijds respecteerde ik u omdat ik wist dat je uitkwam voor je mening. Een ideaal dat helaas in de praktijk met de jaren is verwelkt en waar jij niet kon mee leven. Tijden veranderen zei ik, maar jij Ronald bleef onverzettelijk bij je beginselverklaring. Maar toen sprak je ook al vaak over je gedichten en de drang om ze te publiceren. Je pende ze neer op bierviltjes tijdens Jazz Bilzen, in het boekendorp Redu, tijdens je jaarlijks verlof in de Ardennen, en in de volkscafés van Gent, Aalst en Brussel. Maar toen je de computer had ontdekt stuurde je ze ook rond. Ik heb op mijn pc nog een kaft met je gedichten. Ze zijn er opgeslagen voor de eeuwigheid. Eenmaal hebben wij getracht ze te publiceren bij een uitgever in Antwerpen maar het is ons om velerlei redenen niet gelukt Ronald, maar misschien kunnen ze nog postuum door je vrienden van toen en nu worden uigegeven. Wat weinigen in Aalst weten is dat je vele jaren lid was van de partij in Gent. Het is pas tijdens een van onze Volkshuis gesprekken dat ik jullie kon overhalen om in Aalst lid te worden. Toen u een aantal jaren geleden uw intrede deed in het partijbestuur van Aalst Centrum viel ik bijna van mijn stoel. Dit had ik niet verwacht, Ronald die zich inburgerde in de structuren van de partij! Ik wist dat je je bek niet zou houden en dat het moeilijk zou liggen. Zoals altijd met een kritische en oprechte geest tegenover een groepje partijlieden die niet altijd opgezet waren met je opinie. Maar u moet het u niet beklagen Ronald, want je heb sommigen daar nog meer dan een keer met de voeten op de grond gezet. Maar uw aanwezigheid in het partijbestuur werd gefnuikt toen het verboden werd te roken in de lokalen van het Volkshuis. Soms probeerde je nog stiekem onder de tafel te roken, maar ja dat kon niet blijven duren. Na je noodlottige val en operatie reed ik meermaals achter die verdomde chocolademelk waarvan je zei dat je ze vanaf dan eeuwig zou drinken. Maar dat lukte je niet en ik begrijp dat …en ik geloof ook niet dat je leven daardoor is ingestort. Straks leggen we een nieuwe plaat op met muziek uit je ‘hard rock’ collectie die je van Annik erfde, en gaan onze gedachten, met tussen onze vingers een sigaret, een pint, een whisky en de ‘rock and rol’, naar het beste van wat je ons te bieden had. Tot later kameraad