ARBO wetgeving Geschiedenis Arbowet: De Arbo-wet dateert uit 1983 en is sindsdien regelmatig aangepast. Hij kwam in de plaats van de Veiligheidswet uit 1934 en een groot aantal wetten en veiligheidsbesluiten (zoals de Mijnwet uit 1903 en het Veiligheidsbesluit voor Fabrieken en Werkplaatsen uit 1938). In 1994 is de Arbo-wet aangepast aan de Europese regelgeving. De huidige Arbowet stamt na verdere aanpassingen daarvan af. De Arbo-wet is een 'raamwet' die verder wordt ingevuld met bestuurlijke regels in het Arbobesluit, de Arboregeling en Arbobeleidsregels. Omdat de Arbobeleidsregels vaak moeilijk zijn toe te passen en te handhaven wordt er naar gestreefd om deze per branche te vervangen door een verzameling van gerichte maatregelen: De Arbocatalogus. Voor de Nederlandse Universiteiten is de Arbocatalogus VSNU ontwikkeld. ARBO wetgeving Rond 1900 is de onvrede onder het spoorwegpersoneel groot. De lonen bij de spoorwegbedrijven zijn laag, de arbeidstijden lang, vrije tijd schaars (slechts één vrije zondag in de twee maanden) en de boetes veelvuldig. Komt een trein te laat dan volgt onherroepelijk een boete voor de machinist, terwijl ook materiële schade aan het personeel wordt doorberekend. Klagen over superieuren heeft weinig zin, want de klachten worden door de directe chef zelf in behandeling genomen. Vakorganisatie komt moeizaam van de grond omdat de spoorwegdirecties de vakbonden niet als onderhandelingspartner erkennen. De bonden werken met geheime ledenlijsten om de georganiseerden te behoeden voor ontslag. En toen..Pilot, Inleven in geschiedenis. Aflevering_ Industriële Revolutie.mp4 ARBO wetgeving ARBO wetgeving verantwoordelijkheden • Werkgever en werknemer zorgen samen voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. De werkgever is uiteindelijk verantwoordelijk, maar overleg met de werknemers is verplicht. Ieder heeft daarin zijn eigen taak: • Werkgevers moeten de risico's van het werk in kaart brengen, verbeteringen voorstellen en het gevoerde beleid evalueren: de RIE-procedure • Werknemers moeten de veiligheidsinstructies opvolgen en beschikbaar gestelde beschermingsmiddelen gebruiken. • De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging moet instemmen met het arbobeleid. De ondernemingsraad heeft ook instemmingsrecht op de keuze van de arbodienstverlening (maatwerkregeling of vangnetregeling), het contract met de arbodienstverlener en benoemen van preventietaken. • De arbodienst, waarbij elke werkgever aangesloten kan zijn. Door een wijziging van de Arbowet mag elke werkgever sinds 1 juli 2005 zelf kiezen of hij een gecertificeerde arbodienst (vangnetregeling) of een gecertificeerde arbodeskundige (arbeids en organisatiedeskundige, veiligheidskundige, arbeidshygiënist of bedrijfsarts) inschakelt, of dat hij de arbotaken zelf uitvoert. Voor de volgende taken is het inschakelen van een bedrijfsarts verplicht: • De Inspectie SZW kan sanctionerend optreden indien er niet aan de bepalingen van de wet voldaan wordt; bij incidenten onderzoekt zij altijd de zaak. ARBO indeling • De Arbeidsomstandighedenwet (of kortweg Arbowet) is een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om de gezondheid, de veiligheid en het welzijn van werknemers en zelfstandig ondernemers te bevorderen. Doel is om ongevallen en ziekten, veroorzaakt door het werk, te voorkomen. • De Arbowet is een kaderwet. Dat betekent dat hierin geen concrete regels staan maar algemene bepalingen en richtlijnen over het arbeidsomstandighedenbeleid (arbobeleid) in bedrijven. De Arbowetgeving valt uiteen in vier delen: • de Arbeidsomstandighedenwet • het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) • de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) • de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving (Arbobeleidsregels) ARBO wetgeving • Wettelijk kader van de Arboregelgeving • De Arbocatalogus • De zorgplicht en instructieplicht van de werkgever • Het belang van de Arboregelgeving bij werkgeversaansprakelijkheid • Het toezicht op Arboregelgeving ARBO wetgeving ARBO arbeidstijden Arbeidstijdenwet De werkgever moet zich houden aan de Arbeidstijdenwet. Onder meer de volgende regels moeten in acht worden genomen: Werknemers van 18 jaar en ouder mogen maximaal 12 uur per dienst en maximaal 60 uur per week werken. Per 16 weken mag er gemiddeld niet meer dan 48 uur gewerkt worden. Bij een drie-ploegenrooster (met nachtploeg) is de arbeidstijd per nacht maximaal 10 uur. Bij een drie-ploegendienst met meer dan 16 nachtdiensten in een periode van 16 weken geldt de maximale arbeidstijd van 40 uur per week. De periode van 16 weken is een voortschrijdende periode. Per 16 weken mag een werknemer maximaal 36 nachtdiensten draaien, tenzij hierover collectief andere afspraken zijn gemaakt. De werkgever moet in de risico-inventarisatie en -evaluatie aandacht besteden aan de risico’s van het werken in ploegendienst. Afwijken Arbeidstijdenwet Maximaal vijf keer per periode van 14 x 24 uur en maximaal 22 keer per periode van 52 weken mag een nachtdienst worden verlengd van 10 tot 12 uur. Dit maakt ‘doorstaan in ploegen’ mogelijk bij plotselinge uitval door ziekte; er wordt dan een halve dienst langer doorgewerkt en een collega komt een halve dienst eerder op. Bij ploegendiensten mag de werkgever voor- of achterwaarts roterende roosters hanteren. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging zelf de begin- en eindtijden van diensten in een ARBO rusttijden Regels voor rust De Arbeidstijdenwet regelt hoe lang werknemers mogen werken en wanneer iemand recht heeft op pauze of rusttijd. De onlangs vereenvoudigde wet geeft werkgevers en werknemers meer ruimte om in onderling overleg afspraken te maken over werktijden. Arbeidstijdenwet Alle bedrijven en organisaties moeten zich houden aan de Arbeidstijdenwet (ATW). De wet geldt voor werknemers van 18 jaar en ouder en jongeren (16- en 17-jarigen). Onderwerpen die de Arbeidstijdenwet (ATW) regelt zijn: de dagelijkse rust/pauze (art. 5:3) de wekelijkse rust (art. 5:5) werken op zondag (art. 5:6) maximale arbeidstijd (art. 5:7) arbeid in nachtdienst (art. 5:8) consignatie (oproepdienst) (art. 5:9) Per week moet er ten minste sprake zijn van een rustperiode van 11 uur per dag. De werkgever moet de gewerkte uren van ARBO tillen en dragen Normen voor tillen en dragen De Arbowet kent geen specifieke eisen over hoeveel een werknemer mag tillen. De last mag echter geen gevaar opleveren voor de veiligheid en of de gezondheid van de werknemer (Arbobesluit 5.2). Tillen en dragen moet in de risico-inventarisatie en -evaluatie opgenomen zijn. NIOSH-methode Om tilhandelingen te beoordelen zijn er verschillende methodes ontwikkeld. Een van de meest gebruikte is de NIOSH-methode, die niet alleen kijkt naar het gewicht van het voorwerp, maar ook naar de omstandigheden waaronder het wordt verplaatst. Zoals de frequentie, de afstand van de verplaatsing, de hoogte tot de vloer en de draaiing van het lichaam. Op basis van deze gegevens berekent de NIOSHmethode het aanbevolen gewicht. Maximaal is dat 23 kg, maar dat geldt dan voor een ideale tilsituatie ARBO casus Maak een zaak van jouw arbeidsomstandigheden • • • • • • • • • Neem jouw (bij)baan of een denkbeeldige functie Welke regels gelden er aangaande werktijden Hoe zit het met reistijdvergoeding? Krijg je nog geld als je ziek bent? Beschrijf gevaarlijke situaties Beschrijf situaties die tot langdurige ziekte kunnen leiden Is er toezicht op gevaarlijke situaties Zijn er voorzieningen voor het verplaatsen of tillen van zware lasten Wat is de regeling bij een arbeidsongeval met letselschade (gezichtsverlies bijvoorbeeld) • Beschrijf hoe je een arbeidsconflict kunt aanpakken • Wat zijn de werktijdregelingen in ploegendienst