Opleiden in de school: dé kans voor mensen om te blijven groeien

advertisement
A2
Inbedding in IPB
Stg. Ambiorix
Voerendaal
Regio: Zuid Nederland.
Opleiden in de school: dé kans voor mensen om te blijven groeien!
Een belangrijke reden waarom opleiden in school aanslaat bij leerkrachten en
schoolleiders is dat toekomstige leerkrachten graag willen leren door te werken en
willen bijdragen aan de groei van leerlingen.
Opleiden in school biedt grote voordelen: de opleiding is optimaal afgestemd op de
praktijk, de interne coaches leren op hun beurt van hun pupillen. Het zelf opleiden
van leraren in opleiding (lio’s) zij-instromers en onderwijsassistenten stimuleert
scholen om hun personeelsbeleid verder te professionaliseren. Het maakt scholen tot
een plek waar niet alleen de leerlingen leren, maar ook de schoolleiding, docenten en
leraren in opleiding.
Opleiden in de school: Een paar aandachtspunten.
1. Duidelijke explicitering van personele ontwikkeling in het schoolbeleid. En in
aansluiting daarop de aanwezigheid van procedures in de school die
garanderen dat beoogd beleid ook werkelijkheid wordt.
2. Er moet op school een cultuur zijn van samen leren en verder ontwikkelen.
Van met elkaar praten over doelen en werkwijzen, over pedagogischdidactische ontwikkeling, elkaar opzoeken in de les, intervisie, tot nascholing.
3. Nieuwe docenten moet je als collega’s willen begeleiden. Niet in het diepe
gooien door de rottigste klassen te geven.
4. Er moeten gekwalificeerde begeleiders in school zijn, die een samenwerkingsteam vormen met begeleiders en opleiders van het opleidingsinstituut.
5. De samenwerking met een opleidingsinstelling moet goed geregeld zijn (in
een overeenkomst): met duidelijke afspraken over wie waar voor
verantwoordelijk
is.
ook
moeten
er
heldere
tripartiete
leerwerkovereenkomsten zijn tussen leraar in opleiding, school en opleidingsinstelling.
De grenzen tussen initiële opleiding en nascholing vervagen steeds meer, er wordt
steeds meer gedacht in termen van een doorlopend professionaliseringsproces.
Daardoor worden de afdelingen nascholing van de opleidingsinstellingen steeds
nauwer bij het opleiden betrokken.
Integraal Personeels Beleid en opleiden in de school:
IPB vraagt om openheid binnen de school.
Feedback en intervisie tussen collega’s horen daarbij.
Koninkrijkjes doorbreek je, elkaars visie bespreek je en de kwaliteit van het lesgeven
staat voorop.
D:\317523239.doc
Ambiorix verbindt IPB met de opleiding en de begeleiding van aankomende
docenten. Studenten, docenten en leerlingen van de Ambiorixscholen vinden het de
gewoonste zaak van de wereld omdat het vergroeid is met de filosofie van de school.
Natuurlijk loopt niet alles van een leien dakje, maar je leert van fouten maken.
Leren om te leren, daar gaat het om. Leren moet je zelf doen. Dat moet je ook
uitstralen.
Het is niet altijd duidelijk voor de student te weten wat er van hem / haar verwacht
wordt. Je moet zelfstandig kunnen werken, flexibel zijn en zelf structuur aan je
opleiding geven. Natuurlijk leren is niet voor iedereen weggelegd. Het is erg op
reflectie gericht.
Schoolinterne coach. Deze persoon heeft vaak niet anders gedaan dan nieuwe
docenten begeleiden. Door trainingen te volgen, aan intervisie te doen en studenten
te begeleiden doet hij steeds nieuwe ideeën op. Het houdt niet alleen jezelf fris maar
ook de school. Door nieuwe vaardigheden op te doen blijft het vak aantrekkelijk en
roest je niet vast. Als de leeromgeving uitdagend is voor docenten is dat ook het
geval voor leerlingen.
Investeren in de kwaliteit van het begeleiden.
De afwisseling van taken is een instrument binnen het IPB om docenten zo
gevarieerd mogelijk te laten werken.
Er zijn ervaren docenten die op meta-niveau aan onderwijs kunnen werken en er
zijn docenten die zich nog verder moeten bekwamen in het leraarschap. Het is de
kunst om niet alleen leerlingen, maar ook docenten op hun eigen niveau uit te
dagen.
Het opleiden van leraren in de school is tijdsintensief voor docenten. Het ministerie
geeft extra geld voor de experimentele lerarenopleiding, maar dat is volstrekt
ontoereikend. Daarom zetten we ons scholingsgeld anders in. We laten geen hele
teams trainen door externen, maar we trainen de trainers. Onze eigen docenten die
zich scholen op bepaalde aandachtsgebieden. Die trainen dan weer hun collega’s.
Ook de schoolleiding, de docenten en de leraren in opleiding leren van elkaar en van
de leerlingen. In feite is de school een plek waar iedereen wat kan leren.
Het gaat erom dat docenten zelf nadenken over de vormgeving van hun onderwijs
en de ruimte hebben daar consequenties aan te verbinden.
Eigen oplossingen.
Er is onvoldoende zicht op elkaars cultuur: wat vind je gewoon, waar heb je moeite
mee bij collega’s, maar ook bij leerlingen. Je moet met elkaar aan tafel. Anders blijft
er te veel ruis op de lijn zitten. Je wordt uitgedaagd om eigen oplossingen te
bedenken.
Opleiden in de school betekent voor studenten dat ze :


Vakgerichte kennis opdoen op de opleiding;
Algemene en vakdidactische kennis opdoen op school;
D:\317523239.doc



Een ‘voortschrijdend’ persoonlijk ontwikkelingsplan schrijven en hun eigen
leerdoelen formuleren;
Aan vaststaande competenties moeten voldoen;
Hun werkzaamheden in portfolio’s vastleggen.
Valt er hier nog wat te leren?
Wanneer ben je een goede opleidingsschool? En op welke punten kun je verbeteren?
Een analyse-instrument geeft antwoord op dit soort vragen.
In haar beleid stelt de minister van onderwijs dat scholen meer en meer zelf een
flinke bijdrage leveren aan het opleiden van leraren.
De vraag is dan waaraan een school precies moet voldoen.
Steeds vaker gaan er leraren in opleiding voor de klas. Als die ontwikkeling doorzet,
zouden scholen straks de primaire verantwoordelijkheid voor de opleiding van eigen
leraren op zich kunnen nemen. En daar waar nodig of gewenst externe
ondersteuning inschakelen.
Inzicht in kwaliteit.
School als opleidingsplaats. Om de kwaliteit te meten biedt het ontwikkelde
instrument een uitkomst. Het gaat nadrukkelijk om een analyse en NIET om een
beoordeling. Op dit moment worden er geen eisen gesteld aan een opleidingsschool.
In een goede opleidingsschool heerst een klimaat waarin kwaliteit op alle niveaus
onderwerp is van voortdurende en gezamenlijke zorg. Ze moet dus openstaan voor
onderwijsinnovaties en continue professionalisering van medewerkers.
Een werkomgeving waarin docenten structureel zelf kunnen bijleren.
Indicatoren
Het model bestaat uit indicatoren verdeeld over vijf domeinen:
 De lerende medewerker
 De leermogelijkheden op de werkplek
 Praktijken op meso-niveau
 Leren op de werkplek in het schoolbeleid
 Waardering en evaluatie.
Per indicator kan de school kiezen uit drie mogelijke stadia waarin ze zit:
 Activiteit-georiënteerd
 Proces-georiënteerd
 Systeem-georiënteerd
Een school die bij alle indicatoren systeem-georiënteerd scoort is dus de perfecte
opleidingsschool. Of die school bestaat? Je hoeft niet perfect te scoren om een goede
opleidingsschool te zijn. Het gaat erom dat je weet op welke vlakken je het goed
doet, en waar verbeteringen mogelijk zijn.
D:\317523239.doc
Geadviseerd wordt het instrument door zo’n vijf medewerkers individueel te laten
invullen. Belangrijk is dat het mensen zijn met verschillende posities. Iemand van de
schoolleiding, een begeleider, een leerkracht, een lio. Mensen met verschillende
soorten ervaring, die ieder vanuit hun eigen perspectief kijken. Dat geeft het beste
beeld van de werkelijkheid. Daarna vergelijken de collega’s de verschillen en
proberen consensus te bereiken.
Ervaringen tot nu toe. Het is een pittig instrument, maar goed uitvoerbaar. Het
leverde onderling behoorlijke discussies op. De uitkomsten zetten aan tot actie.
Je kunt als school de uitslag aangrijpen om een plan van aanpak te schrijven om
verbeteringen door te voeren.
Bv. Wat zijn de voorwaarden om mensen goed te kunnen coachen? Hoe is dit in de
klas geregeld? Zaken worden nu concreet worden beschreven.
De ene school is vooral proces-georiënteerd en de ander is nog niet zover. Het is
nodig om op te schuiven richting proces-georiënteerd wil men een opleidingsschool
zijn. Vergeet niet dat er in een activiteit-georiënteerde omgeving veel geleerd wordt.
Soms zie je dat de directie vooral vindt dat een school een opleidingsschool moet
worden en is de betrokkenheid van de overige medewerkers gering. Er is dan weinig
draagvlak. De betrokkenheid moet worden vergroot waardoor het draagvlak toeneemt.
Een opleidingsschool heeft een hogere aantrekkingskracht op leraren. Kan dus
makkelijker aan personeel komen. En als aankomend leraar kun je zien waar je een
goede begeleiding krijgt.
Een officieel keurmerk komt er voorlopig nog niet. Het analyse-instrument is een stap
in de goede richting. Het is conceptueel inmiddels versterkt. Er is bv. in beeld
gebracht wat voor leraren een goede leerwerkomgeving is. Er wordt een quick scan
gemaakt waarmee leraren snel kunnen zien of hun school een goede omgeving is om
te leren.
Het instrument is een ondersteuning voor leraren om met elkaar in gesprek te gaan.
Het is een vorm van kritische zelfreflectie.
Wat blijft er nog over voor het opleidingsinstituut?
Het beroep van leraar leer je voor een belangrijk deel op school. Wat is dan nog de
bijdrage van een opleidingsinstituut?
Zowel op school als op het opleidingsinstituut worden onmisbare zaken geleerd. Ze
vullen elkaar aan. Dus is samenwerking nodig voor een zo goed mogelijke
D:\317523239.doc
leeromgeving voor lio’s. Niet je tegen elkaar afzetten maar het ter discussie stellen
van elkaars perspectief is vruchtbaarder.
De kloof tussen theorie en praktijk wordt overbrugd met het begrip praktijkkennis.
Kennis die je niet uit handboeken haalt maar die je opdoet in de beroepscontext, op
basis van ervaringen. Het gaat daarbij om een samenhangend geheel, begrippen en
structuren, waarmee je als leraar lessituaties kunt overzien en interpreteren.
Waarmee je ook kunt inschatten hoe die situaties zich ontwikkelen en welke acties
welke effecten zullen hebben. Bij het verwerven van deze praktijkkennis is
reflecteren essentieel, dat je op een systematische manier nadenkt over je
ervaringen en wat je daarvan leert. En daarin moeten de opleidingsinstituten de
aanstaande leraren ondersteunen. Een belangrijke taak die niet alleen bestaat uit het
aanreiken van methodieken, maar ook uit het aandragen van theorieën waarmee de
aanstaande leraren grip kunnen krijgen op de directe praktijk, die betekenis geven
aan hun ervaringen.
Scholen kunnen opleidings- en begeleidingsdeskundigheid ontwikkelen en in stand
houden. Het loont de moeite daarvoor mensen structureel uren te geven. Het opleidingsinstituut kan dat deel goed oppakken.
Het is wenselijk dat leraren in opleiding op gezette tijden even afstand nemen van de
praktijk van alle dag. Dat geeft ruimte om anders te kijken naar leren, onderwijzen,
het schoolvak en de maatschappelijk context. Er worden terugkombijeenkomsten op
het opleidingsinstituut georganiseerd op vrijdagochtend om de twee weken.
Scholen vinden het plezierig dat het opleidingsinstituut de algemenere ontwikkeling
van de lio in de gaten houdt, bv. door het werken met zelfevaluatie-instrumenten en
portfolio en door de studiepunten bij te houden. En veel schoolleiders vinden het
prettig dat het opleidingsinstituut de formele verantwoordelijkheid heeft voor de
eindbeoordeling. Zij willen zelf uitmaken of ze een leraar al dan niet op school
aannemen, maar de beslissing of hij/zij zijn/haar papiertje krijgt, laten ze graag aan
anderen over.
Een opleidingsinstituut levert een onmisbare bijdrage aan het professionaliseringsproces van leraren. Ze doen aan onderzoek en ontwikkelwerk: dat is onmisbaar voor
de kwaliteit van het onderwijs en de voortgaande ontwikkeling van het beroep van
leraar.
Nuth, 6 mei 2004.
Frans Bindels, projectleider ‘Opleiden in School’ Stichting Ambiorix en pabo
Hogeschool Zuyd.
(Bron: IPBericht 2 thema: Opleiden in de school, Integraal Personeelsbeleid onderwijs, 4e jaargang nr.2 oktober 2003)
D:\317523239.doc
Download