In de kijker VOORAANKONDIGINGEN De Wending 3 behandelt patiënten met psychose De behandeling van patiënten met psychose in het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart verloopt in diverse fasen. Na opname via de Crisiseenheid werken de stabilisatiegroep en de integratiegroep van de open afdeling De Wending 3 naar het ontslag toe. Algemene symptomen als onrust en prikkelbaarheid zijn in de beginfase van een psychose zo uitgesproken, dat een verblijf op de beveiligde Crisiseenheid nodig is. Met medicatie verdwijnen deze symptomen grotendeels binnen de week. Het duurt evenwel nog vier tot zes weken vooraleer de antipsychotica duidelijk effect hebben op de kernsymptomen van een psychose. Stabilisatie Na één tot twee weken treedt wel een verbetering op van zelfzorg, contact, stemming en een verminderde bekommernis met wanen en hallucinaties. Op dat ogenblik kan de patiënt overgaan naar de stabilisatiegroep van de open afdeling De Wending 3. De patiënt glijdt evenwel nog steeds gemakkelijk af in zijn innerlijke chaotische belevingswereld van wanen, hallucinaties, verlieservaringen en wensdromen. Hij kan ook moeilijk een logische gedachtengang volhouden. Deze desorganisatie blijkt zowel uit het spreken, als uit de verwaarlozing van zelfzorg, het vergeten van afspraken, het gestoorde dag/nachtritme en het onvermogen om vrije tijd in te vullen. Het team gaat tegen deze regressie in. De patiënt krijgt een gestructureerd dagprogramma met groepstherapieën en helder geformuleerde verwachtingen in verband met zelfzorg, dag/nachtritme, voeding en vrije tijd. Als hij afspraken vergeet, wordt hij eraan herinnerd en naar de volgende activiteit begeleid. In de individuele gesprekstherapie en de groepstherapieën (psychomotorische therapie, ergotherapie, beeldende en huishoudelijke therapie) worden ankerpunten gezocht die de patiënt terugbrengen naar het onmiddellijke hier-en-nu van de opdracht. Dit herstelt de sociale band van de patiënt met zijn omgeving en situeert hem opnieuw in de realiteit. Integratie Na enkele weken nemen niet alleen de wanen en hallucinaties af, maar verbeteren ook de interpersoonlijke vaardigheden. De patiënt komt gemakkelijker afspraken na, neemt meer contact en heeft meer taakspanning. De rol die de patiënt na zijn ontslag wenst, komt in zicht. Voor de voorbereiding hiervan kan hij nu overstappen naar de integratiegroep. De patiënt krijgt hier meer verantwoordelijkheid op het gebied van vrije tijd, deelname aan therapieën en dag/nachtritme. Het stress-kwetsbaarheidsmodel Rijselsestraat 33 8900 Ieper Nele Gruson (adjunct-hoofdverpleegkundige), Ann Ide (psycholoog), Torino Vanhoorelbeke (hoofdverpleegkundige) en Jan Dejonghe (psycholoog). (www.balkmetafoor.be) helpt hem/haar zelf doelen te formuleren. De groepstherapieën worden hieraan aangepast. De arbeidsrehabilitatie is een voorbereiding op arbeidszorg, beschutte werkplaats of regulier werk. Huishoudelijke therapie en maatschappelijke vaardigheidstraining vormen een voorbereiding op beschut wonen of zelfstandig wonen. Bij een aantal patiënten verdwijnen wanen, hallucinaties of waanstemming evenwel niet volledig. Via individuele psychotherapie en cognitieve gedragstherapie met de psycholoog kunnen deze patiënten anders om leren gaan met hallucinaties of kunnen waanachtige overtuigingen afgezwakt worden. In de metacognitieve training in groep (lees verder in deze Nieuwsbrief) worden bij psychose vaak voorkomende denkfouten in de richting van bedreiging besproken, samen met alternatieve verklaringen van de situatie. Ontslag Het ontslag wordt nauwkeurig voorbereid met de patiënt en zijn familie. Soms gaat er een periode van dagtherapie aan vooraf. Het nazorgplan stippelt de contacten uit met zorgverleners zoals huisarts, psychiater, psycholoog of Psychiatrische Zorg Thuis (PZT). Als overgang kan de patiënt enkele wekelijkse therapiesessies in het ziekenhuis blijven volgen. Is het ontslag niet haalbaar binnen de drie maanden, dan wordt de patiënt overgeplaatst naar de vervolgafdeling De Wissel 3, hetzij in dagtherapie, hetzij in volledig verblijf. Het kernteam van De Wending 3 bestaat uit: dr. Guy Touquet (psychiater), Torino Vanhoorelbeke (hoofdverpleegkundige), Ann Ide en Jan Dejonghe (psychologen), Nele Gruson (adjunct-hoofdverpleegkundige) en Fabien Corneillie (middenkader patiëntenzorg). n COLOFON n Deze Nieuwsbrief is een uitgave van het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart, v.z.w. Gezondheidszorg ‘Bermhertigheid Jesu’, Poperingseweg 16, 8900 Ieper Tel. 057 23 91 11 | Fax 057 23 91 12 | [email protected] | www.hhartieper.be Eindredactie: Marc Dejonckheere n Verantwoordelijke uitgever : Mieke Kerckhof Symposium ‘Presentie, of: de kunst van het aanwezig zijn. Een andere kijk op sociaal-psychiatrische verpleegkunde’, op donderdagnamiddag 26 november in het auditorium van het Psychiatrisch Ziekenhuis. Doelgroep: hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Lezingen door prof. dr. Andries J. BAART (geestelijke vader van de presentietheorie, Universiteit Utrecht) en prof. dr. Mieke H. F. GRYPDONCK (verpleegkundige, buitengewoon hoogleraar Universiteit Gent). Dit symposium besteedt aandacht aan de bejegening en benadering van alle psychiatrische patiënten en bewoners. Presentie of presente zorg wil een antwoord bieden op verambtelijking en (overmatige) regelgeving door aandacht te geven aan ‘er zijn voor de persoon’. Symposium ‘De handen in elkaar. Samenwerking tussen woon- en zorgcentra en geestelijke gezondheidszorg’, op dinsdagnamiddag 1 december in het auditorium van het Psychiatrisch Ziekenhuis. Doelgroep: woon- en zorgcentra, voorzieningen geestelijke gezondheidszorg. Sprekers: verantwoordelijke bewonerszorg Filiep VANDENBROUCKE van Hof Ten IJzer in Lo-Reninge, hoofdverpleegkundige ouderenpsychiatrie Kris TIJTGAT en projectverantwoordelijke ‘Preventie van depressie in woon- en zorgcentra’ Ilse PATOOR van het Psychiatrisch Ziekenhuis, en ouderenpsychiater dr. Filip BOUCKAERT (UPC KU Leuven en GGZ Brussel-Oost). Afsluitende paneldiscussie o.l.v. Koen DEMUYNCK, coördinator Beschut Wonen Ieper. De studienamiddag gaat in op noden die wzc’s ervaren bij oudere bewoners met psychische moeilijkheden zoals depressie en belicht de aanzet tot samenwerking tussen wzc’s en voorzieningen geestelijke gezondheidszorg. Het symposium vormt de afsluiting van het project ‘Omgaan met depressie binnen woon- en zorgcentra’, aangestuurd door een samenwerkingsverband binnen het therapeutisch project ‘Integrale begeleiding van ouderen met ernstige psychiatrische problemen’. De voorbereidende werkgroep bestond uit Woon- en Zorgcentra Regio Ieper, H. Hart, Beschut Wonen Ieper, CGGZ Largo en therapeutisch project. Geschenkenbeurs op vrijdag 4 december doorlopend van 11 tot 20.30 uur in de cafetaria van het Psychiatrisch Ziekenhuis. Ergotherapeutisch Centrum 2 organiseert samen met P.V.T. Het Tempelhof een kleinschalige en niet-commerciële verkoop van handgemaakte geschenken en lekkernijen voor mensen van binnen en buiten het ziekenhuis. Toegang gratis en vrijblijvend. Vorming voor volwassenen ‘Bouwstenen voor een evenwichtig leven: training in aandacht, denken en assertiviteit’ is een organisatie van het Centrum voor Psychologisch Advies en Kortdurende Psychotherapie van het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart in Ieper in acht opeenvolgende wekelijkse sessies vanaf maandag 19 april 2010, telkens van 18.30 tot 20.45 uur. Doelgroep: iedereen die zich wil trainen in denken, aandacht en assertiviteit. Voorafgaand kennismakingsgesprek is vereist. Trainers: klinisch psychologen Ivan ADRIAEN (ook gedragstherapeut) en Pauline LIPPENS. Het eerste deel leert deelnemers ‘mindful’ in het leven te staan, hun aandacht te richten op de realiteit van het moment, om die beter te leren herkennen en accepteren. Ze leren inzicht krijgen in de band tussen gevoelens, gedachten en gedrag, om beter om te gaan met negatieve gedachten. In het tweede deel worden vooral assertieve vaardigheden getraind volgens een vijfstappenplan. Open Monumentendag schot in de roos Zorginstellingen in de regio vormden het thema van Open Monumentendag op 13 september. Deze ‘dag van het onroerend erfgoed’ is ook in de Westhoek een klassieker geworden. Met 530 bezoekers, verdeeld over 25 groepen die een geleide rondgang kregen, werd Open Monumentendag in het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart een groot succes. De grondige metamorfose die de instelling sinds de opening in het jaar 1900 onderging, werd voor de gelegenheid beschreven in een helder overzichtsartikel voor de OMD-brochure. Hiervan zijn nog enkele exemplaren verkrijgbaar bij PR-verantwoordelijke Rik Decramer, tel. 057 23 91 49. n PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS H. HART - IEPER Beste lezer, Het H. Hart heeft drukke maanden achter de rug met de opening van ons nieuwe auditorium, deelname aan de Open Monumentendag en veelvuldig bijgewoonde symposia met eminente sprekers en workshops over ‘Conflicthantering, empathie en verzoening’ en over ‘Cognitieve gedragstherapie bij psychosen’. Al deze initiatieven tonen aan dat we als zorginstelling geen eiland vormen, maar actief betrokken zijn, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. We stellen ons auditorium immers ook open voor externe activiteiten. Op de Open Monumentendag konden we 530 geïnteresseerde bezoekers rondleiden. De reeks symposia zetten we op 26 november verder met ‘Presentie, of: de kunst van het aanwezig zijn’ en op 1 december verdiepen we ons in de samenwerking tussen woon- en zorgcentra en de geestelijke gezondheidszorg. Ons ziekenhuis levert achter de schermen ook een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek en de dokters in opleiding (derde master KU Leuven) die bij ons stage liepen, kenden het H. Hart de hoogste tevredenheidsscore toe op 31 opleidingslocaties! In deze Nieuwsbrief leest u verder ook hoe wij nieuwe therapieën als metacognitieve training en agressieregulatietraining introduceerden, evenals nordic walking in het therapeutisch bewegingsaanbod. Tot slot werpen we nog een verhelderende blik op de fasen in psychosenbehandeling in De Wending 3. Johan Depoortere Algemeen directeur Nieuwsbrief EDITIE NOVEMBER 2009 Metacognitieve training verschaft inzicht in het denken en helpt psychotische terugval verminderen Denken over denken Als eerste Vlaams psychiatrisch ziekenhuis gebruikt het H. Hart in Ieper sinds een jaar ‘metacognitieve training’ (MCT) bij de behandeling van wanen en hallucinaties bij patiënten met een psychose, zoals schizofrenie. Door meer te leren over hun manier van denken en hoe die te veranderen, worden ze in staat gesteld om hun problemen effectiever op te lossen. MCT was ook één van de onderwerpen op het druk bijgewoonde symposium ‘Cognitieve gedragstherapie bij psychosen: state of the art en nieuwe ontwikkelingen’ van 9 oktober in het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart. ‘Metacognitie’ is ‘denken over het denken’. Denken is het vermogen om weloverwogen beslissingen te nemen, de manier waarop iemand informatie waardeert en afweegt en omgaat met cognitieve beperkingen. De term ‘metacognitie’ is een samenstelling van ‘meta’ (Grieks voor boven/voorbij) en ‘cognitie’ of ‘denken’ wat verwijst naar hogere mentale processen zoals aandacht, geheugen en probleemoplossend vermogen. Denkfouten, vertekeningen of een eenzijdige copingstijl kunnen leiden tot foutieve overtuigingen of waanideeën. “Het doel van de metacognitieve training of MCT is dat patiënten meer leren over hun manier van denken en hoe die te veranderen om hun problemen effectiever op te lossen. In de training staan denkprocessen centraal die een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van psychotische denkbeelden”, verduidelijkt wetenschappelijk coördinator Pieter Naert, psycholoog verbonden Ergotherapeuten Sharon Missinne en Heidi Devos uu aan De Wissel 3 waar mensen met psychosen behandeld worden. Samen met de ergotherapeuten Sharon Missinne (De Wissel 3) en Heidi Devos (De Wending 3 en Crisis­eenheid) ging hij in juni 2008 in Utrecht kennismaken met de recente Nederlandse bewerking van MCT om te leren hoe die in het H. Hart toe te passen. Op het symposium van 9 oktober kwamen de specialisten drs. Klaas De Boer en drs. Janneke Ferwerda in Ieper een workshop over MCT geven. Acht modules “De primaire doelgroep voor MCT zijn patiënten met een psychotische kwetsbaarheid (schizofrenie)”, zeggen Sharon Missinne en Heidi Devos. “De training is ook geschikt voor patiënten met andere diagnoses die recent of in het verleden psychotische symptomen vertoonden. We nodigen ze uit om op een kritische wijze te kijken naar hun manier van omgaan met problemen, om die te veranderen en de inhoud van de training toe te passen in het dagelijkse leven, waardoor het risico op psychotische terugval vermindert. Dit gebeurt op een speelse wijze. We geven uitleg aan de hand van alledaagse voorbeelden en oefenen gezamenlijk met leuke opdrachten. Zo laten we b.v. een stukje van een tekening zien. De deelnemers kunnen kiezen uit een aantal mogelijkheden van wat de tekening voorstelt. Daarna wordt iets meer van de tekening zichtbaar en volgt weer een keuze. Door deze oefening uit de tweede module ‘jumping to conclusions’ leren ze aan den lijve dat vroege conclusies vaak onjuist zijn en dat het beter is om meer informatie in te winnen vooraleer een oordeel te vellen. Zo leren ze ook dat één situatie op diverse manieren geïnterpreteerd kan worden, dat er verschillende alternatieven mogelijk zijn. Als twee mensen in de gang aan het praten zijn, dan spreken ze niet noodzakelijk kwaad achter mijn rug. Als iemand in mijn ogen kijkt, dan hoeft dat niet bedreigend bedoeld te zijn. Gefronste wenkbrauwen zijn niet per se een persoonlijke uiting van boosheid, enzovoort.” Het trainingsprogramma, aan de hand van een presentatie, bestaat uit twee keer acht modules waarin zes thema’s aan bod komen: attributiestijl, jumping to conclusions I en II, veranderen van overtuiging, theory of mind I en II, geheugen en eigenwaarde & stemming. De acht modules worden nog eens herhaald met andere oefeningen. De onderhoudende training wordt in een open groep van maximaal zes personen gegeven. Patiënten die door het team in aanmerking genomen worden, kunnen op elk moment deelnemen aan de wekelijkse sessie van één uur. De training duurt in het totaal 16 weken. Nordic walking verruimt therapeutisch bewegingsaanbod De Dienst Psychomotoriek (of Bewegingstherapie) biedt elke afdeling een aangepast programma, eigen aan haar doelgroep. Daarnaast kunnen patiënten over de afdelingen heen zelf kiezen voor bepaalde bewegingsvormen. Tot nu waren dat zwemmen, running, mountainbike en wandelen. Recent hebben we daar Nordic Walking aan toegevoegd. “We willen de patiënten altijd prikkelen met nieuwe zaken”, zegt diensthoofd Rik Goegebeur. “Je ziet nordic walking immers meer en meer in het straatbeeld en het is een nieuw, laagdrempelig bewegingsaanbod dat geschikt is voor onze populatie. Nordic walking of het stappen met wandelpoles is immers een eenvoudige sport, die geschikt is voor mensen van alle leeftijden, ongeacht hun gezondheidstoestand of fitnessniveau.” Patiënten kunnen zelf kiezen voor dit complementaire bewegingsaanbod. Zodra hun toestand stabieler is, leert Rik Goegebeur hen de techniek van nordic walking aan. De sport is immers méér dan alleen maar stappen met stokken, maar een zwierige en sportieve wandelvorm die massaal ingrijpt op het hele lichaam, zowel fysisch (qua uithouding, kracht, flexibiliteit en coördinatie) als psychisch. Deze buitenactiviteit oefent 90% van de spieren. Het stappen doorbreekt het isolement en de concentratie vermindert het piekergedrag bij mensen met depressie. Als leuk en sociaal sportgebeuren helpt nordic walking het evenwicht tussen lichaam en geest herstellen. Eenmaal de patiënten de techniek onder de knie hebben, kunnen ze aansluiten bij bewegingstherapeut Jean-Pierre De Brabandere die eenmaal per week de groep van een viertal sportievelingen buitenshuis mee op stap neemt. “We hopen ook echt dat onze patiënten de sport na hun ontslag verder zullen blijven beoefenen”, besluit Rik Goegebeur. “Als onderdeel van een gezonde en actieve levensstijl.” n Nieuw in het H. Hart: Agressie Regulatie Training ART vervangt boosheid en agressie door aangepaste sociale vaardigheden In het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart kunnen patiënten van de afdelingen De Wending 1 en 2, De Wissel 1 en 2 en Dagkliniek 1 sinds kort deelnemen aan ART of Agressie Regulatie Training, ook wel Agressie Replacement Training genoemd. ART is vrij nieuw en ook op dit vlak vervult het H. Hart een pioniersrol. In 2007 volgden verpleegkundigen Rita Cottyn en Lindsey Deruyter een Goldstein-training in Sint-Niklaas om minder verbaal en minder intellectueel begaafde patiënten op een eenvoudige manier sociale vaardigheden aan te leren. “Sommige patiënten hebben echter blijvend problemen om maatschappelijk te functioneren, omdat ze last hebben van impulscontroleproblemen, kortsluiting en agressieve reacties en moeite hebben om hun emoties te reguleren”, zegt Ivan Adriaen, psycholoog ver­bon­d­en aan De Wending 2, psychotherapeut en therapeutisch coördinator binnen het H. Hart. “Omdat er op dat vlak nog een hiaat was in de therapeutische mogelijkheden, werd het ARTpakket ontwikkeld in aansluiting op de Goldstein-training. Dit nieuwe pakket is bedoeld om vaardigheden aan te leren Verpleegkundige Rita Cottyn die de emoties reguleren.” Boosheid vervangen Omdat er vanuit diverse afdelingen in het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart een groeiende vraag naar was, werd de vernieuwende ART in het behandelingsaanbod geïntegreerd. Daartoe volgden verpleegkundigen Rita Cottyn en Lindsey Deruyter een opleiding tot ARTtrainer in Eindhoven. De ART-training wordt gecombineerd met de Goldstein-training. Goldstein wordt samen met Tineke Maertens van De Wending 1 gegeven. Het team draagt kandidaten voor ART voor. Het gaat om patiënten uit verschillende afdelingen van sector 1 en sector 2 van het ziekenhuis, die minder verbale mogelijkheden en inlevingsvermogen hebben, die in het verleden minder succeservaringen kenden en daardoor minder motivatie vertonen, mensen met een lage frustratietolerantie die vlug reageren met kwaadheid of agressie, mensen met impulscontrolestoornissen en problemen met emotionele regulatie, of mensen die minder zicht hebben op eigen inbreng bij veranderingen. “Via de ART-training willen we agressie en boosheid vervangen door nieuwe sociale vaardigheden”, zegt Rita Cottyn. “We leren de patiënten bewust te worden van signalen die op boosheid duiden. Andere doelstellingen zijn de verhoging van de assertiviteit en van de autonomie waardoor ze minder frustratie voelen. Ook correcte waarneming en correcte communicatie leren we aan.” Agressiecontroleketting De ART-training verloopt over tien sessies van één uur, tweemaal per week, met zes tot acht patiënten per groep. Via de Goldstein-methode (rollenspel / extreme bekrachtiging / transfer naar de eigen situatie) leren patiënten hoe gevoelens van kwaadheid te controleren (boosheidsreductie) om uiteindelijk te kunnen reageren met een nieuwe sociale vaardigheid. Daarbij wordt gewerkt met de zeven stappen in de agressiecontroleketting (triggers / lichamelijke signalen / ontspanningstechnieken / geheugensteuntjes / vooruit denken aan de gevolgen / sociale vaardigheden / zelfevaluatie). Elk nieuw element van de ketting wordt via rollenspel geoefend en telkens wordt de ketting volledig herhaald. In een ergernissenlogboek kunnen patiënten situaties beschrijven waarin ze boos of agressief, maar ook gepast reageerden. Dit materiaal wordt in het rollenspel gebruikt. In januari 2010 komt Peter Bleumer in het H. Hart een twintigtal personeelsleden in ART opleiden om in diverse afdelingen als trainer of referentiepersoon te fungeren. Sinds 1 januari 2006 is de stichting ‘Werken met Goldstein’ officieel geaccrediteerd trainercenter voor de ART-methode voor Nederland en België. Peter Bleumer is de ‘Master’ ART-Trainer voor het Nederlandse taalgebied. n H. Hart werkt mee aan wetenschappelijk onderzoek Het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart stelt zich ter beschikking van vorsers en onderwijsinstellingen voor wetenschappelijk onderzoek. Sinds begin dit jaar is Pieter Naert, psycholoog van De Wissel 3, officieel aangesteld als wetenschappelijk coördinator, onder de rechtstreekse leiding van hoofdgeneesheer dr. Touquet. Het KUL-onderzoek bij hulpverleners rond authenticiteit is inmiddels afgerond voor het H. Hart. De resultaten ervan worden in de Nieuwsbrief van mei 2010 voorgesteld. “Het stimuleren van onderzoek groeide vanuit het besef dat we als ziekenhuis wetenschappelijk en meetbaar of ‘evidence based’ moeten werken”, zegt Pieter Naert. Vanuit zijn persoonlijke interesse en kritische reflectie voert hij zelf ook intern onderzoek naar psycho-educatie bij psychotische patiënten en hun familie. “Het is belangrijk dat we de voeling met de theorie niet verliezen, om ons te profileren als wetenschappelijk werkende instelling en om toonaangevend te blijven als kenniscentrum op het vlak van psychiatrie en aanverwante domeinen, binnen een netwerk van wetenschappelijke instellingen. We voeren het onderzoek niet zelf uit, maar vragen onderzoeksvoorstellen op van instellingen voor hoger universitair of nietuniversitair onderwijs in Vlaanderen, met het oog op samenwerking in verband met wetenschappelijk onderzoek. Het gaat meer bepaald om doctoraatsonderzoeken of masterscripties, waarvoor wij patiënten kunnen aanleveren. Elk onderzoeksvoorstel wordt vooraf beoordeeld door de directie en het ethisch comité van het ziekenhuis. Na goedkeuring wordt het project gepland en ben ik verantwoordelijk voor de praktische uitvoering en coördinatie.” Praktijkgericht Momenteel lopen in het H. Hart twee onderzoeken van de Universiteit Gent, faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen, vakgroep psychoanalyse. Het eerste project onderzoekt de relatie tussen paniek en schizofrenie binnen sector 3 (psychosen). Het tweede onderzoek focust op het verband tussen ‘alexithymie’, het (on)vermogen om gevoelens te verwoorden, en interpersoonlijk contact in sector 2 (affectieve stoornissen). Psycholoog Pieter Naert Daarnaast voert de KU Leuven een onderzoek uit bij de hulpverleners rond authenticiteit: in hoever blijven ze trouw aan zichzelf in hun functie. Voor het H. Hart is dit onderzoek afgerond, maar het wordt uitgebreid naar andere psychiatrische ziekenhuizen. De resultaten worden in de volgende Nieuwsbrief voorgesteld (mei 2010). Voor hun eindwerk bevragen 15 eerstejaarsstudenten (bachelor in de psychologie) van de IPSOC in Kortrijk patiënten van het H. Hart rond stigmatisatie: hoe percipieert de buitenwereld psychiatrische patiënten en hoe kunnen ze weerbaarder gemaakt worden. Momenteel is er ook interesse vanuit Nederland om onderzoek te doen naar metacognitieve training (MCT) voor mensen met psychose. “De onderzoeksprojecten moeten in de eerste plaats leiden tot artikels gepubliceerd in tijdschriften of posters gepresenteerd op congressen in het domein van de psychiatrie”, verduidelijkt Pieter Naert. “Er wordt altijd voorrang gegeven aan onderzoek dat relevant is voor de psychiatrische praktijk. Uiteindelijk worden de resultaten van het onderzoek ook toegelicht aan het behandelend team van de onderzochte patiënten. Het is immers de bedoeling dat ze de nieuw verworven inzichten uiteindelijk kunnen toepassen in de behandeling.” n Positieve evaluatie Elke sessie start met een terugblik op de vorige sessie. Daarbij krijgen patiënten de mogelijkheid om (vaak herkenbare) voorbeelden te geven uit eigen situaties en om ervaringen uit te wisselen. Te persoonsgebonden thema’s worden niet besproken, maar doorverwezen naar individuele psychotherapie. Na een stukje theorie en oefeningen wordt de sessie afgesloten met leerdoelen en de betekenis voor het dagelijkse leven. Daarbij leren de patiënten zich afvragen waarom ze iets doen en wat dit met psychose te maken heeft. Ze krijgen ook huiswerkopdrachten mee. In het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart wordt MCT aangeboden binnen traject 3, aanvankelijk voor De Wending 3 en De Wissel 3. Sinds enkele maanden kunnen ook patiënten van De Wijzer 3 aansluiten. Drie reeksen en één jaar verder zijn de bevindingen positief, zowel van de trainers als van de deelnemers. Half oktober ging de vierde reeks van deze vernieuwende training van start. Inmiddels maakte een personeelslid van het H. Hart ook een eindwerk over de ondersteunende rol van verpleegkundigen bij de metacognitieve training. n Hoogste tevredenheidsscore voor H. Hart als stageplaats Het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart in Ieper behaalde in het academiejaar 2008-2009 als stageplaats de hoogste tevredenheidsscore bij de zesdejaars dokter-stagiairs in opleiding (derde master) van de KU Leuven voor het luik ‘psychiatrie’ op 31 opleidingsplaatsen. Dat blijkt uit de resultaten van een bevraging waarvan de resultaten verwerkt werden door de Dienst Onderwijs Geneeskunde van KU Leuven. In het H. Hart is hoofdgeneesheer dr. Guy Touquet verantwoordelijk voor de stagiairs. Sinds het academiejaar 2007 - 2008 trad een verandering op in de stageregeling van de artsenopleiding in het zesde jaar. Vroeger door- Hoofdgeneesheer dr. Guy Touquet liepen studenten hun stage in een afdeling heelkunde, interne geneeskunde en gynaecologie/pediatrie. Met de verandering kwam er ook een pakket huisarts, psychiatrie en neurologie bij. Het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart in Ieper was meteen bereid om een zevental stageplaatsen per jaar ter beschikking te stellen van artsen in opleiding, om ze toe te laten de werking van binnenuit te leren kennen en de theorie aan de praktijk te toetsen bij een variëteit aan ziektebeelden. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van hoofdgeneesheer dr. Guy Touquet. Na hun stage in de psychiatrie werden de zesdejaars van de opleiding geneeskunde (derde master) van de KU Leuven bevraagd over hun ervaringen. Er waren 31 opleidingsplaatsen psychiatrie: 16 ziekenhuisdiensten en 15 psychiatrische centra. 261 stagiairs vulden de vragenlijst in, waarvan vier die stage liepen in het Psychiatrisch Ziekenhuis H. Hart in Ieper. Op de vier gesloten vragen die van toepassing waren op het H. Hart behaalde de instelling maar liefst een gemiddelde score van 2,88 op 3, waar het gemiddelde van alle diensten 1,86 bedraagt. De stagiairs vonden het aanbod aan pathologie binnen de stage psychiatrie goed gevarieerd en hadden voldoende mogelijkheden om kennis te maken met symptomen en ziektebeelden zoals opgesomd in de eindtermen. Ze voelden zich nuttig, werden goed begeleid en opgevolgd en konden het H. Hart ook als stageplaats aanbevelen. Ze voerden daartoe ook argumenten aan. De stagiairs vonden dat de artsenploeg van het H. Hart moeite deed om de dokters in opleiding een eigen taak en doel te geven. Het voltallige personeel van artsen, psychologen, verpleegkundigen en therapeuten was bovendien bereidwillig en gemotiveerd. De stagiairs kregen een vriendelijk onthaal, adequate literatuur ter beschikking, relevante teaching en kregen de kans om zelf anamneses te oefenen om daarna hun bevindingen te toetsen aan die van het team. Ze vonden het kortom ‘een heel goede stageplaats met veel ruimte voor eigen initiatief en mogelijkheden’. De resultaten van deze bevraging werden verwerkt door de Dienst Onderwijs Geneeskunde van de KU Leuven. Prof. dr. P. De Leyn is als facultair stagecoördinator verantwoordelijk voor de opleiding in de derde master, het zesde jaar van de opleiding geneeskunde dat het stagejaar is. n