2013/001 - GO! Pro

advertisement
LEERPLAN SECUNDAIR O NDERWIJS
Vakken:
Algemene technische en praktische vorming
12/12 lt/w
PV Praktijk en TV Mechanica/elektromechanica/nijverheidstechnieken
PV Praktijk en TV Lassen-constructie/
mechanica/elektromechanica/carrosserie
PV Praktijk en TV Elektriciteit/elektromechanica/autotechniek
Gedifferentieerde vorming
Keuze uit:
8/8 lt/w
1.
Cluster Machines: PV Praktijk en TV Mechanica/
elektromechanica/nijverheidstechnieken (basis en verdieping)
2.
Cluster Auto: PV Praktijk en TV Autotechniek/carrosserie/elektromechanica
(basis en verdieping)
3.
Cluster Koeling en warmte: PV Praktijk en TV Centrale verwarming/sanitaire
installaties/elektromechanica (basis en verdieping)
4.
Deelcluster Auto en deelcluster Koeling en warmte: PV Praktijk en TV
Autotechniek/carrosserie/elektromechanica (basis), PV Praktijk en TV Centrale
verwarming/sanitaire installaties/elektromechanica (basis)
5.
Deelcluster Auto en deelcluster Machines: PV Praktijk en TV
Autotechniek/carrosserie/elektromechanica/ (basis) en PV Praktijk en TV
Mechanica/ elektromechanica/nijverheidstechnieken (basis)
6.
Deelcluster Koeling en warmte en deelcluster Machines: PV Praktijk en TV
Centrale verwarming/sanitaire installaties/elektromechanica (basis) en PV
Praktijk en TV Mechanica/elektromechanica/nijverheidstechnieken (basis)
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Basismechanica
Studiegebied:
Mechanica/elektriciteit
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Leerjaar:
1e en 2e leerjaar
Leerplannummer:
2013/001
(Vervangt 2006/028, 2008/021, 2009/013,2004/100; 2004/126; 2004/138;
2004/144; 2004/146; 2004/147; 2004/171; 2004/176;
Nummer inspectie:
2013/859/1//V17
(Vervangt 2004 / 3 // 1 / N / SG / 2H / II / / D/, 2008 / 26 // 1 / N / SG / 1 / II / /
D/, 2009 / 3 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/, 2004 / 100 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/, 2004 /
126 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/, 2004 / 138 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/, 2004 / 144 // 1
/ N / SG / 1 / II / / D/, 2004 / 146 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/, 2004 / 147 // 1 / N /
SG / 1 / II / / D/, 2004 / 171 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/, 2004 / 176 // 1 / N / SG / 1
/ II / / D/)
pedaGOgische begeleidingsdienst
Emile Jacqmainlaan 20
1000 Brussel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
1
INHOUD
Visie....................................................................................................................................... 2
Beginsituatie......................................................................................................................... 4
Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 5
Algemene vakdoelstellingen voor de clusters ................................................................... 6
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................... 7
Voorbereiden, plannen, communicatie en veiligheid, van toepassing op de realisatie van dit leerplan ..7
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................. 13
PV Praktijk en TV Mechanica/ elektromechanica/nijverheidstechnieken ...............................................13
PV Praktijk en TV Lassen-constructie/mechanica/elektromechanica/carrosserie .................................25
PV Praktijk en TV Elektriciteit/ elektromechanica/ autotechniek ............................................................27
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................. 30
DEELCLUSTER machines (Basis) .........................................................................................................30
DEELCLUSTER machines (Verdieping) ................................................................................................36
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................. 40
DEELCLUSTER auto (Basis) .................................................................................................................40
DEELCLUSTER auto (Verdieping) .........................................................................................................45
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ............................................................................. 51
DEELCLUSTER koeling en warmte (Basis) ...........................................................................................51
DEELCLUSTER koeling en warmte (Verdieping) ..................................................................................56
Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 59
Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................59
Aandachtspunten ....................................................................................................................................59
Geïntegreerde aanpak ............................................................................................................................59
Timing - jaarplan .....................................................................................................................................60
Specifieke pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................60
Evaluatie ............................................................................................................................. 65
Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 66
Algemeen voor de werkplaats ................................................................................................................66
Gereedschap voor de algemene technische vorming: ...........................................................................67
Materialen voor de cluster Machines (Basis + verdieping).....................................................................69
Materialen voor de cluster Auto (Basis + verdieping).............................................................................69
Materialen voor de cluster Koeling en warmte (Basis + verdieping) ......................................................70
Bibliografie ......................................................................................................................... 72
Mechanica ..............................................................................................................................................72
Elektriciteit ..............................................................................................................................................73
Autotechniek ...........................................................................................................................................74
Carrosserie .............................................................................................................................................75
Koeling en warmte ..................................................................................................................................76
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
2
VISIE
Leerlingen die kiezen voor de tweede graad BSO ”Basismechanica” zijn vooral geboeid door de
praktische toepassingen en door de mogelijkheid om zelf praktische vaardigheden te ontwikkelen. Het
maken van een beroepskeuze op niveau van de tweede graad in het secundair onderwijs is vandaag
niet vanzelfsprekend. Deze studierichting is daarom breed opgevat.
In het specifieke gedeelte Basismechanica wordt een brede gemeenschappelijke stam van technische
basiscompetenties (algemene technische en praktische vorming) aangeboden, met daarboven
duidelijke opties (clusters) die als oriëntering fungeren. De keuzegedeeltes die voorkomen in het
leerplan zijn transparant en herkenbaar opgemaakt, zodat het duidelijk is voor de leerling, naar welke
studierichtingen van de derde graad (en welke arbeidssectoren na het afstuderen) deze zich
oriënteren en voorbereiden.
Het werken aan en/of het onderzoeken van technische systemen gebeurt via het technisch proces.
Tijdens praktische opdrachten krijgen de leerlingen systematisch de kans om hun vaardigheden te
oefenen. De leerkracht voorziet een opbouw in complexiteit binnen het leerproces, aangepast aan de
leerlingenkenmerken.
De didactische aanpak binnen het leerproces is dan ook cruciaal om leerlingen te motiveren. Hierdoor
wordt het belang van elke fase binnen het leertraject versterkt.
De theoretische en technische begrippen die voorkomen zijn voor deze leerlingen te beschouwen als
de onderbouw voor de praktijk. Aspecten die betrekking hebben op de kennis zullen daarom worden
gegeven in functie van de praktijkoefeningen. Om binnen het te doorlopen proces leerlingen te
confronteren met beroepsgerichte competenties worden leerstofonderdelen gekaderd binnen
bijvoorbeeld reëel en doelgericht projectmatig werken en probleemoplossend denken en handelen.
Om alle leerlingen ruime kansen te geven om de opeenvolgende stappen binnen het leerproces te
kunnen doorlopen is een gedifferentieerde didactische aanpak noodzakelijk. Leerlingen worden
systematisch vertrouwd gemaakt met het werken volgens het technisch proces en krijgen hierdoor
ruimte kansen om te groeien naar een zelfstandig vakman. Naarmate leerlingen deze werkmethodiek
zelfstandig beheersen, kan de leraar fungeren als coach.
De aangeboden projecten kunnen zowel in groep als individueel aangeboden worden en starten
vanuit een behoefte en/of een probleemstelling die rekening houdt met de leefwereld van de
leerlingen.
Het is de bedoeling dat de leerlingen zich de kennis, vaardigheden en attitudes vanuit een concrete
invulling, met een toenemende moeilijkheidsgraad, als een competentie eigen maken. Het duurzaam
en milieubewust omgaan met producten en machines wordt hierbij niet uit het oog verloren.
Om leerlingen ruime kansen te geven bij hun verdere schoolloopbaan, is het van kapitaal belang om
de leerlingen voortdurend te motiveren en hen de juiste technieken en houdingen eigen te maken.
Het blijvend motiveren van deze leerlingengroep is erg belangrijk en kan onder meer door:

een ruim en gevarieerd aanbod te bieden;

de theoretische begrippen proefondervindelijk en praktijkgericht te benaderen;

te zorgen voor een krachtige en aantrekkelijke leeromgeving;

de praktijkopdrachten/ projecten aantrekkelijk en uitdagend te maken;

de verschillende beroepsmogelijkheden regelmatig toe te lichten (beroepenfilms, open
bedrijvendagen …) en te concretiseren met bijvoorbeeld werkplekleren.
Dit heeft ook te maken met, het bewust te laten ontdekken van talenten binnen een samenhangendeen maatschappelijke context.
Leerlingen beleven actief de mogelijkheden van de basistechnieken binnen de projecten.
Vanaf 1 september 2004 is het leerplan basismechanica in voege gegaan in de tweede graad BSO.
De studierichtingen Metaal en Nijverheid werden dan vervangen door een nieuwe studierichting, met
name Basismechanica. Deze “mechanisch” gerichte studierichting steunt op vormingscomponenten
uit de clusters “Auto”, “Koeling en Warmte” en “Machines (mechanica)”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
3
Het leerplan beoogt een praktische opleiding met een polyvalente invulling. Leerlingen maken kennis
met diverse basistechnieken die in de eerste plaats binnen de mechanische beroepen gesitueerd zijn.
De opleiding bestaat uit enerzijds een deel algemene technische en praktische vorming en anderzijds
uit een deel gedifferentieerde vorming.
Algemene technische en praktische vorming
Deze vorming is gemeenschappelijk voor alle leerlingen, ze omvat 12/12 lestijden per week en bestaat
uit onderstaande onderdelen:

mechanica

lassen-constructie

elektriciteit
De school bepaalt voor deze algemene technische en praktische vorming (totaal 12/12
lestijden/week) zelf de verdeling van de lestijden voor de onderdelen mechanica, lassen-constructie
en elektriciteit.
De leerplandoelen uit deze algemene technische en praktische vorming worden in hun geheel
gerealiseerd en kunnen gericht worden naar de gekozen cluster(s).
Gedifferentieerde vorming
Daarnaast voorziet de school gedifferentieerde vorming (totaal 8/8 lestijden/week).
Deze gedifferentieerde vorming kan uit één, twee of drie vormingscomponenten bestaan.
De mogelijke vormingscomponenten zijn: "auto" (auto en carrosserie), "koeling en warmte" (sanitair en
centrale verwarming), "machines" (mechanica).
Aldus ontstaan er 7 varianten: auto; koeling en warmte; machines; auto + koeling en warmte; auto +
machines; koeling en warmte + machines ; auto + koeling en warmte + machines. Een school kan
maximum 2 varianten aanbieden!
De gedifferentieerde vorming heeft tot doel de leerlingen te oriënteren en te helpen bij hun
toekomstige studieloopbaan.
Ofwel kiest de school voor de behandeling van een cluster(s) of voor de behandeling van
deelclusters.
Behandeling van een cluster: de 8/8 wekelijkse lestijden bestaan uit een deel basis en een deel
verdieping. De school bepaalt zelf het aantal lestijden/week voor het deel basis en het deel
verdieping samen. De leerplandoelstellingen voor de gekozen cluster moeten volledig gerealiseerd
worden.
Behandeling van deelclusters: de school kiest voor een combinatie van deelclusters (8/8 lestijden/
week) en behandelt daarvan telkens de basisdoelstellingen.
Volgende combinaties worden ingericht in het GO!:

deelcluster Auto (basis) en deelcluster Koeling en warmte (basis)

deelcluster Auto (basis) en deelcluster Machines (basis)

deelcluster Koeling en warmte (basis) en deelcluster Machines (basis)
De school kan zelf kiezen hoe ze de lestijden verdeelt zolang de leerplandoelstellingen gerealiseerd
worden voor de twee gekozen clusteronderdelen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
BEGINSITUATIE
De toelatingsvoorwaarden voor het gewoon voltijds secundair onderwijs worden opgesomd in de
omzendbrief SO 64 betreffende de structuur en organisatie van het voltijds secundair onderwijs en
zijn terug te vinden op Edulex.
De leerlingen die instromen in het specifiek gedeelte Basismechanica komen voornamelijk uit het
beroepsvoorbereidend leerjaar.
De voorkennis van de leerlingen situeert zich op de vakonderdelen die ze reeds verworven hebben
vanuit de eerste graad; of uit de B-stroom of uit de A stroom. Tevens hebben leerlingen persoonlijke
kennis en vaardigheden opgedaan vanuit hun eigen ervaringswereld.
4
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
5
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
1
Algemeen





2
Met betrekking tot vaardigheden en kennis








Op een efficiënte, vakkundige en veilige manier omgaan met gereedschappen en machines.
Tekeningen of schema’s lezen en gebruiken om het werk te realiseren.
Basishandelingen nauwkeurig uitvoeren volgens een opgegeven werkmethode en hiervoor de
eigen werkpost inrichten.
Een montage - demontage uitvoeren met de gepaste verbindingstechniek.
De basisvormgevingstechnieken onder begeleiding veilig uitvoeren rekening houdend met de
eigenschappen van materialen.
Een eenvoudige werkmethode opstellen en zelfstandig opvolgen, zodat de leraar slechts
ondersteunend moet optreden.
Inzicht hebben in de werking en het doel van de gebruikte machines om het werk veilig uit te
voeren.
ICT-toepassingen gebruiken bij het communiceren, ontwerpen, opzoeken en verwerken van
informatie.
Veiligheid/gezondheid/hygiëne – milieubewustzijn
3


4
Tijdens de projecten/opdrachten de nodige kennis en inzichten verwerven over de gebruikte
materialen, de gereedschappen en de machines.
Opzoeken en respecteren van technische informatie om het werk te realiseren.
Op basis van een werkplanning de werkzaamheden nauwkeurig en met zorg realiseren.
De juiste werkmethode veilig en met de nodige vakkundigheid toepassen.
Onder begeleiding de werkzaamheden plannen en uitvoeren volgens de regels van goed
vakmanschap.
De geldende voorschriften en instructies op het vlak van veiligheid, hygiëne, milieu en
ergonomie nauwgezet naleven.
Ondersteunende basiskennis toepassen om actief en proactief in te staan voor de veiligheid
en om onveilige situaties te voorkomen die mens en milieu kunnen schaden.
De nodige aandacht zal besteed worden aan volgende algemene
vakgerichte attitudes:
Kwaliteitsbewustzijn:
actief en proactief gericht zijn op kwaliteit door aandacht te schenken aan
het nauwkeurig en met orde werken.
Zin voor samenwerking:
bereid zijn om samen te werken, om zo een kwaliteitsvol eindproduct te
realiseren.
Leergierig zijn:
actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te
verdiepen.
Welzijnsbewustzijn:
actief en proactief gericht zijn op veiligheid om zichzelf en anderen niet in
gevaar te brengen.
Milieubewustzijn:
actief en proactief gericht zijn op het beschermen van het milieu.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
6
ALGEMENE VAKDOELSTELLINGEN VOOR DE CLUSTERS
Cluster Machines (basis en verdieping)











Bij praktische probleemstellingen haalbare oplossingen zoeken en deze waar kan toetsen aan
theoretische achtergronden onder begeleiding.
Bij cijfermatige informatie de juiste eenheden herkennen.
Specifieke tabellen gebruiken.
De soorten bewegingen in een mechanisme onderscheiden.
Van een realisatie een eenvoudige schets maken.
De werktekening lezen en interpreteren eigen aan de werkzaamheden.
Vakspecifieke symbolen in de werkplaats herkennen en er gepast naar handelen.
De stappen in een realisatieproces opmaken en opvolgen onder begeleiding.
Een werkstuk meten en controleren met aangepast gereedschap.
Bewerkingen veilig uitvoeren volgens de regels van goed vakmanschap.
De vigerende veiligheids-, milieu- en gezondheidsvoorschriften respecteren eigen aan het
vak.
Cluster Auto (basis en verdieping)








Informatie halen uit specifieke informatie opgegeven door de constructeur.
De belangrijkste kenmerken van de onderdelen van de besproken technische systemen
kennen.
Het werkingsprincipe van de besproken technische systemen kennen.
De belangrijkste gereedschappen herkennen en kunnen gebruiken.
De stappen in werkproces opmaken en opvolgen onder begeleiding.
Bewerkingen veilig uitvoeren volgens de regels van goed vakmanschap.
Basishandelingen uitvoeren volgens de gegevens van de constructeur.
De vigerende veiligheids-, milieu- en gezondheidsvoorschriften respecteren eigen aan het
vak.
Cluster Koeling en warmte (basis en verdieping)







Specifiek vaktekenen, de perspectief tekeningen en situeringsplannen lezen.
Specifieke eigenschappen van de gebruikte materialen kennen.
De stappen in een realisatieproces opmaken en opvolgen onder begeleiding.
De voorkomende materialen voor koeling en warmte bewerken met de passende technieken.
Bewerkingen veilig uitvoeren volgens de regels van goed vakmanschap.
De belangrijkste fysische begrippen en principes i.v.m. centrale verwarming kennen.
De vigerende veiligheids-, milieu- en gezondheidsvoorschriften respecteren eigen aan het
vak.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
VOORBEREIDEN, PLANNEN, COMMUNICATIE EN VEILIGHEID, VAN TOEPASSING OP DE REALISATIE VAN DIT LEERPLAN
Deze leerplandoelstellingen komen aan bod tijdens de realisatie van het leerplan
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
1
Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben op het voorbereiden, plannen en communiceren
1.1
1.2
de opdracht lezen en de stappen in het proces onderscheiden.
de inhouden van de werkzaamheden omschrijven voor het geplande
werk.
onder begeleiding een werkmethode opmaken waarin de nodige
proces gegevens voorkomen zoals: de uit te voeren handelingen, de
nodige materialen/grondstoffen, het gebruikte gereedschap …
een informatiemap aanleggen om nieuwe technieken uit de sector te
duiden.
Voorbereiden en plannen
1.5
relevante, bruikbare praktische informatie opzoeken en hanteren om
de opdracht voor te bereiden.
Technisch-technologische informatie
1.6
gestructureerde stappen tijdens het realisatieproces opvolgen en
hierbij met de nodige vaktaal overleggen om de voorkomende
probleemstellingen op te lossen (en hierbij uitkomen voor hun
mening en deze van anderen respecteren).
Communicatie
1.7
tijdens het realisatieproces de producten toetsen aan de
vooropgestelde kwaliteitseisen.
de juiste instellingen en aflezingen vakkundig uitvoeren om de
opgegeven kwaliteit van de bewerking te bekomen bij:
meettoestellen met een nonius;
instellingen aan de machine en gereedschap;
realisatiefouten opzoeken en de oorzaak van deze fouten
achterhalen.
Kwaliteitsbeheersing
1.3
1.4
1.8
1.8.1
1.8.2
1.9
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
8
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
51B
 Overleg met de vakgroep over inhoudelijke aspecten van de lessen om de samenhang en de afstemming op elkaar te verbeteren.
 Geef leerlingen waar kan het woord. Laat leerlingen niet naast elkaar spreken, maar actief naar elkaar luisteren. Dit kan bijvoorbeeld door de leerling
eerst te laten herhalen wat de vorige leerling zegde en dan pas het eigen standpunt te laten weergeven.
 Bedenk eigentijdse opdrachten en concrete voorbeelden uit de leefwereld van de leerlingen.
 Gebruik ICT-toepassingen en moderne aangepaste informatie om gegevens op te zoeken en te verwerken.
 Motiveer de leerlingen bij het leerproces en tracht zelf enthousiast en begeesterd over te komen bij de begeleidingen.
 Gebruik recente catalogi om informatie over materieel op te zoeken en gebruik de instructies van de leveranciers als extra leidraad bij het uitwerken
van de taken.
 Tijdens de lessen zal er ruime aandacht gevestigd worden op de beroepsmogelijkheden. De beroepenfilms van de VDAB kunnen hiervoor gebruikt
worden.
 Laat leerlingen de gegevens, bijsturingen… per project bijhouden.
 Schenk ruime aandacht aan een behoorlijk taalgebruik en oefen leerlingen om zich correct uit te drukken, door hen gestructureerd aan het woord te
laten.
 Streeft naar een zo groot mogelijk actieve woordenschat en laat de leerlingen de nieuwe begrippen omschrijven.
 Laat leerlingen vaktermen aan elkaar uitleggen. Indien schriftelijk: laat ze gebruik maken van schrijfkaders.
 Geef bij elk hoofdstuk een lijst met nieuwe vakbegrippen mee of laat ze er zelf een aanleggen en laat de juiste vakterminologie hanteren in zowel de
mondelinge als de schriftelijke communicatie.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
9
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
2
Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben op veiligheid (welzijn, milieu en ergonomie)
2.1
aspecten die van toepassing zijn uit de regelgeving m.b.t.
welzijnswetgeving, codex, ARAB en AREI toepassen tijdens het
uitvoeren van de werkzaamheden.
op de juiste wijze gebruik maken van de persoonlijke en collectieve
beschermingsmiddelen die ter beschikking gesteld worden.
tijdens de werkzaamheden naar best vermogen het
werkplaatsreglement naleven en zorg dragen voor de veiligheid en
gezondheid van zichzelf en deze van andere personen.
de gebruikte technische installatie en gereedschappen vakkundig
gebruiken met toepassing van de veiligheidsinstructies.
de voorkomende veiligheidssymbolen in het werkhuis toelichten en
naleven.
Veiligheid
instaan voor het dagelijks onderhouden, het schoonmaken van het
gebruikte materiaal en gereedschap en het wegbergen ervan.
tijdens de werkzaamheden net en met orde werken en de bevuilde
werkomgeving terug net maken.
van de gebruikte producten het restafval herkennen en waar kan
recycleren onder begeleiding.
Milieu
2.9
tijdens het uitvoeren van de opdracht rekening houden met een
ergonomische werkhouding bij het heffen, tillen en verplaatsen van
voorwerpen.
Ergonomie
2.10
zich onthouden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel
gedrag op het werk en bijdragen tot een positief klimaat op dit vlak.
Agressie, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
10
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
5B

Geef zelf het goede voorbeeld.

Controleer de lijst van het aanwezige EHBO-materiaal regelmatig en meld de voorkomende gebreken of tekorten.

Alle interventies aangaande EHBO worden bijgehouden en doorgegeven.

Bespreek het werkplaatsreglement en verduidelijk het met praktische voorbeelden.

Leg de link tussen preventief veilig werken ten opzichten van het onnodig leed bij een ongeval.

Zorg dat de leerlingen duidelijke gestructureerde instructies krijgen om zich voor te bereiden.

De keuze van de juiste gereedschappen en machines benadrukken in functie van de veiligheid.

Telkens zal er aandacht besteed worden aan arbeidshygiëne en aan de veiligheidsvoorschriften.

Schenk de nodige aandacht aan de gevaren welke verbonden zijn aan het niet correct gebruiken van gereedschappen en materialen (bijv. het
gebruik van lijmen).

Verwijs naar de impact op het milieu bij de productie en verwerking van materialen.

Laat indien mogelijk de preventieverantwoordelijke van de school een les geven over de school en het welzijn.

Om op een pedagogisch verantwoorde en technisch veilige manier het vak te kunnen geven moet de leerlingengroep beperkt blijven (bijvoorbeeld
maximum 12 leerlingen).

Laat leerlingen steeds de gepaste persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen gebruiken waar dit van toepassing is.

Laat de leerlingen steeds werken in goede omstandigheden (licht, lucht, ruimte, veiligheid …).

Zoek de nodige informatie aangaande het welzijn op bijvoorbeeld op de websites www.g-o.be/preventie of www.prebes.be
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
3
Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben op het projectverloop
3.1
zich een beeld vormen van het onderwerp, wat betreft de vorm, de
lay-out, de functie en de eigenschappen van het project.
tijdens een overlegmoment de eigen ideeën, die in verband staan
met het onderwerp voorstellen.
informatie over het project lezen om de probleemstelling(en) en/of
behoefte(n) en de inhouden te situeren.
de project doelen en -criteria herkennen in de opgave en de te
verwachten eindresultaten onderscheiden.
3.2
3.3
3.4
Het onderwerp
Projecten kunnen diverse vormen aannemen zoals
bijvoorbeeld:

assen en wielen;

een draagconstructie;

hefbomen;

aanpassen aan bestaande mechanismen;
 pneumatische- en/of elektrische energiekringen;
(deze opsomming is enkel opgegeven als voorbeeld en niet
limitatief).
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
3.13
3.14
3.15
onder begeleiding, een plan opstellen die de stappen in het
realisatieproces weergeven.
de noodzakelijke technologische- en veiligheidsaspecten in de
werkmethode herkennen.
de nodige voorstellingen maken die noodzakelijk zijn bij het
realisatieproces.
informatietechnologie doelgericht gebruiken tijdens het opzoekwerk
of bij het ontwerpen.
gereedschappen en materialen kiezen om het werk te realiseren.
de noodzakelijke documenten bijhouden en aanvullen.
een eenvoudige kostprijsberekening maken van een realisatie.
De voorbereidende fase
het voorbereidingen uitvoeren om het productieproces te realiseren
de stappen die voorkomen in de werkmethoden opvolgen tijdens het
realisatieproces.
tijdens het realisatieproces de tijdsindicatoren respecteren en
aanvullen in de documenten.
het realisatieproces opvolgen en het werk bijsturen waar nodig, aan
de hand van de meet- en controle momenten.
Het realisatieproces
(wat, waar, met wie, wat is nodig, hoe, wanneer…)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
12
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
3.16
3.17
3.18
3.19
de realisatietechnieken met goed vakmanschap uitvoeren rekening
houdende met de veiligheidsvoorschriften.
de resultaten van het werk en van het proces registreren en
aanvullen in de documenten
het werk voorstellen en reflecteren over de resultaten om de
verbeterpunten te ontdekken.
aan de hand van een zelfevaluatie de resultaten beoordelen.
Voorstellen en reflecteren
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
51B
 Voor je kan starten met projecten is het nodig dat leerlingen reeds over de nodige vaardigheden en voorkennis beschikken. Dit zal dan ook eerst moeten
getoetst en eventueel bijgestuurd worden.
 Schenk ruime aandacht aan goed taalgebruik en oefen leerlingen om zich correct uit te drukken, door hen gestructureerd aan het woord te laten.
 Geef voldoende taalondersteuning tijdens de lessen en pas waar kan interactie toe om leerlingen voortdurend met taal bezig te zijn.
 Vertrek van visuele aanschouwelijke voorbeelden of prototype om de leerlingen een beeld te geven van wat van hen verwacht wordt.
 Gebruik duidelijke en haalbare criteria bij de keuze van een project en bij de voorbereidingen ervan.
 De projecten worden zinvol en procesgericht uitgewerkt en moeten financieel - materieel haalbaar blijven.
 Ga na of je evaluatiecriteria in overeenstemming zijn met je opgave en bespreek de evaluatiecriteria met de leerlingen vooraf.
 Maak oefeningen spitsvondig en zorg ervoor dat de inhouden het bevattingsvermogen van de leerlingen niet overtreft.
 Tijdens het proces betrek je leerlingen in het probleemoplossende denken met als doel hen te motiveren.
 Zorg voor haalbare projecten die ook financieel gedragen zijn en onderzoek vooraf de alternatieve mogelijke.
 Het is belangrijk om groepswerk te voorzien om leerlingen te laten samenwerken en om hen de gepaste attitudes te laten ontwikkelen.
 Bouw de moeilijkheidsgraad van de projecten progressief op zodat je kan spreken over een leerlijn in de aangeboden projecten.
 Binnen de projecten zal elke leerling verantwoordelijk zijn voor de opgedragen taken. Omschrijf dit vooraf in de instructies die je de leerlingen meegeeft.
 De veiligheid benadrukken en laten naleven en laat enkel het passende gereedschap gebruiken.
 Laat de resultaten en andere procesgegevens noteren in een speciaal schrift of logboek, zodat zij de aspecten van remediëring verder kunnen gebruiken.
 Gebruik recente documenten en catalogi om opzoekwerk te realiseren in functie van de opgelegde taken (instructies) binnen het projectmatig werken.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
Algemene technische en praktische vorming
De school bepaalt voor deze algemene technische en praktische vorming zelf de verdeling van de uren
voor de onderdelen Mechanica, Lassen-constructie en Elektriciteit. (totaal 12/12 lestijden/week).
De leerplandoelstellingen uit de algemene technische en praktische vorming worden in hun geheel
gerealiseerd en kunnen gericht worden naar de gekozen cluster(s).
Algemene technische en praktische vorming
PV PRAKTIJK EN TV MECHANICA/ ELEKTROMECHANICA/NIJVERHEIDSTECHNIEKEN
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
4
Schetsen en tekenen van werkstukken
4.1
in de aanzichten van de constructietekening, basisvormen, punten,
ribben en vlakken herkennen.
de voorkomende genormaliseerde symbolen op de werktekening
verklaren.
de samenhang van de verschillende onderdelen in een technisch
systeem verduidelijken en hieruit de werking toelichten.
technische werktekeningen en -schema’s eigen aan de opdracht
lezen en hieruit de nodige informatie opzoeken.
een schroefdraadvoorstelling tekenen al of niet in doorsnede.
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
Werktekening en schema’s lezen in functie van de
realisatie/het project
4.7
de geometrische vorm en -opbouw van het werkstuk onderzoeken en Technisch schetsen in functie van de realisatie/projecten
er een technische schets van maken door gebruik te maken van
bijvoorbeeld: meetlat, winkelhaken ...
de maten opmeten en deze invoegen op de technische schets.
4.8
4.9
de Europese en de Amerikaanse projectiemethode onderscheiden.
een werkstuksamenstelling lezen en interpreteren in functie van het
Technisch tekenen in functie van de realisatie/projecten
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
14
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
4.10
4.11
4.11.1
4.11.2
4.11.3
4.11.4
4.12
4.13
4.14
4.15
4.16
4.17
4.18
uit te voeren werk.
het doel van een doorsnede toelichten en de soorten doorsneden
onderscheiden op een technische tekening.
een technische tekening van een werkstuk voorzien van:
de maataanduiding,
de algemene afwerkingsgraad,
de nodige extra informatieve gegevens,
de tittelhoek invullen.
een werktekening opvragen en wegschrijven.
een voor-gestructureerde CAD - tekening aanvullen en afwerken.
een eenvoudige werktekening ontwerpen door gebruik te maken van
een recente 3D tekensoftwareprogramma.
een eenvoudige werktekening voorzien van de nodige
maataanduidingen.
CAD tekenen (basis competenties) in functie van de
realisatie/projecten
het werkstuk voorbereiden op het aftekenen door het braamvrij te
maken en te kleuren.
het aftekengereedschap en de hulpmiddelen correct gebruiken met
de juiste aftekentechniek.
de aftekening controleren op basis van opgegeven criteria.
Aftekenen van werkstukken (traceren)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
15
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
5B
 Onderdelen van realisaties en projecten worden geschetst en afgewerkt door gebruik te maken van ICT technieken, met aangepaste CAD software.
 Hecht vooral belang aan het inzichtelijke, de opbouw, de normalisatie en het probleemoplossend denken. Details zoals de afmetingen van een pijlpunt,
normschrift, het type potlood … zijn ondergeschikt.
 Het technisch schetsen moet voldoen aan kwaliteitscriteria en is zeker geen verzameling van wat ruwe slordige lijnen.
 Het is zeker aan te bevelen dat leerlingen in contact komen met 3D CAD tijdens het uitwerken en realiseren van hun project.
 Gebruik de werktekeningen van de projecten om het tekeninglezen te realiseren.
 Vertrek van een eigentijds, reëel en haalbaar project waarvan je een prototype hebt. Hierdoor krijgen de leerlingen een duidelijk beeld van de realisatie.
 Geef de leerlingen ruimte en tijd om hun tekenwerk goed te kunnen realiseren.
 Leg verbanden tussen de tekeningen en de werkmethode en wijs hen op aandachtspunten die betrekking hebben op de kwaliteit van de realisatie.
5
Meten, richten en klemmen
5.1
5.2
het verschil tussen meten en controleren toelichten.
Meettechnieken
de meetwaarden bij meetgereedschappen voorzien van een nonius
correct aflezen en instellen.
het gepaste meetgereedschap kiezen, correct aflezen en gebruiken:
meetlat,
schuifmaat,
hoogtemaat,
dieptemaat,
micrometer,
meetklok,
kalibers.
de geometrie van een werkstuk omschrijven, nauwkeurig opmeten en
de gegevens notuleren in een meetstaat.
verbanden leggen tussen de opgemeten maatgegevens in de
meetstaat en de voorkomende maataanduiding op de bijhorende
technische tekening.
5.3
5.3.1
5.3.2
5.3.3
5.3.4
5.3.5
5.3.6
5.3.7
5.4
5.5
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
5.6
een hoogtemaat instellen en gebruiken bij het aftekenen van
werkstukken.
5.7
5.8
een werkstukken doelmatig ondersteunen, richten en veilig klemmen
met de aangepaste gereedschappen en hulpmiddelen.
een bankschroef met de nodige zorg uitlijnen binnen de opgegeven
nauwkeurigheid, door gebruik te maken van een meetklok.
16
Ondersteunen, richten, klemmen en uitlijnen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Gebruik de prototype modellen (werkstukken) om de meting te demonstreren.
 Het bijsturen kan beter in het begin van de opdracht gebeuren, zodat fouten niet meermaals worden geëvalueerd.
 Maak leerlingen attent dat een goed resultaat pas mogelijk is als er voldoende aandacht is gegaan naar het nauwkeurig aflezen en het inzichtelijke- en fijn
motorisch handelen.
 Van het te realiseren werkstuk laat je de maten opmeten. Aan de hand van de opmetingen worden de maten in een meetstaat opgenomen. (het is aan te
bevelen om hiervoor reeds voor gestructureerde bladen te voorzien).
 Leer de juiste benaming aan van de gereedschappen. Eventueel kan je een verklarende lijst aanleggen in vreemde talen.
 Laat leerlingen waar kan conclusies trekken over de productkwaliteiten aan de hand van de meetstaat. (meten om te meten is niet belangrijk).
 Bij ondersteunen en richten, klemmen en uitlijnen benadruk je het nauwkeurig, zorgzaam en veiligheid werken met het nodige respect voor het meet- en
controlegereedschappen.
6
Construeren door middel van niet-verspanende bewerkingen
6.1
6.2
Knippen van werkstukken
6.4
het basisprincipe van het knipproces uitleggen.
de aandachtspunten en de bewerkingsmogelijkheden tijdens het
snijden van plaatmateriaal toelichten.
een tekening van een neergeslagen plaatconstructie lezen en
interpreteren om de vorm te bepalen van het werkstuk.
plaatmateriaal veilig knippen volgens de opgegeven maten (vorm).
6.5
6.6
6.7
een eenvoudige vorm uitkappen en de bramen verwijderen (U).
de ruwe vorm afwerken tot een volwaardig product (U).
het effect van een kracht op de vervorming duiden (U).
Kappen (U)
6.8
de stappen in de realisatietechniek bij een eenvoudige.
plooibewerking omschrijven en toepassen bij de plooiopdracht.
het basisprincipe bij het buigproces toelichten de ware lengte
bepalen voor het plooien van het buis- en plaatmateriaal. (U)
het begrip plooilijn toelichten en deze herkennen in een technische
Plooien van werkstukken
6.3
6.9
6.10

Plaatmateriaal

Buismateriaal (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
tekening.
6.11
het plaatmateriaal voorbereiden op het plooien door het aanbrengen
van de plooilijnen.
6.12
plaatmateriaal naar vorm en maat plooien.
6.13
het werkstuk klemmen en de juiste hulpstukken/-gereedschappen
bepalen.
6.14
plaatmateriaal veilig vormen in functie van de opdracht door gebruik
te maken van een plooibank.
6.15
buismateriaal plooien volgens opgegeven vorm. (U)
17
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer technieken om het plooien kwaliteitsvol te realiseren. Overtuig jezelf of de leerlingen het begrepen hebben.
 Bedenk oefeningen die leerlingen stimuleren en voorzie hierbij de gepaste werkvormen of samenwerkingsverbanden.
 Schenk ruime aandacht aan de juiste werkmethode en het veilig werken.
 Belang doen inzien van de juiste keuze en gebruik van het hulpgereedschap Gun de leerlingen de nodige voorbereidingstijd zodat zij hun werk grondig
kunnen voorbereiden.
 Controleer individueel en remedieer de leerlingen tussentijds, zodat de fouten zich niet opstapelen.
 Gebruik steeds goed werkende gereedschappen om de kwaliteit van het werk te kunnen garanderen.
 Gebruik gestructureerde en duidelijke instructies (en leerwijzers) en verduidelijk deze met de nodige figuren.
 Maak een specifiek zelfevaluatieformulier op, eigen aan de werkzaamheden en gebruik dit tijdens de overlegmomenten met de leerlingen.
7
Construeren door middel van manueel en machinaal verspanende bewerkingen
7.1
de snijtechnologie veilig en volgens de regels van goed
vakmanschap toepassen bij de manueel verspanende bewerkingen.
vijlhandelingen uitvoeren volgens opgegeven werkmethode om een
werkstuk te ontbramen, af te schuinen en af te werken.
de werkstukken voorbereiden door op lengte te zagen en te
ontbramen.
met de gepaste techniek, zaagbewerking uitvoeren in massief- en
plaatmateriaal om de geometrie van het werkstuk vorm te geven.
Inwendige- en uitwendige schroefdraad snijden.
Manuele bewerkingen uitvoeren in functie van de
realisatie/projecten:
de voornaamste boormachines onderscheiden en hun
toepassingsgebied omschrijven zoals de kolomboormachine,
coördinatenboormachine, handboormachine.
Boren en ruimen
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6

Vijlen

Zagen

Schroefdraad snijden

centerboring
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
7.7
de technologische informatie toepassen (zoals snijtechnologie)
tijdens het boren.
7.8
de in- en afsteltechnieken toepassen om de machine optimaal en
veilig te laten werken.
7.9
een centerboring vakkundig aanbrengen.
7.10
doorlopende gaten met opgegeven diameter voorbereiden en veilig
boren in enkele diverse soorten materialen in:
7.10.1 in plaatmateriaal,
7.10.2 in massiefmateriaal.
7.11
een voorgeboord gat verder uitboren,
7.12
een soeverein (afschuining) aanbrengen aan een boring.
7.13
het werk veilig uitvoeren volgens de opgegeven instructies en een
opgegeven maattolerantie.
7.14
een doorlopende boring vakkundig ruimen met het gepaste
gereedschap en hulpmiddelen.
7.15
7.16
7.16.1
7.16.2
7.16.3
7.17
7.18
7.19
7.20
7.21
7.22
7.23
7.24
7.25
het doel en de functie van het ontbramen en het nabewerken
toelichten en er voorbeelden van geven.
de ontbraamtechnieken toelichten voor het gebruik van:
nylon gebaseerde ontbraamwiel.
nylon borstel (bristle).
oppervlakte behandelingsbanden en -schijven (surface conditioning)
de werkstukken veilig ontbramen met gepaste technieken en
hulpmateriaal.
18

doorlopende boring

het uitboren van een voorgeboord gat

afschuining

blinde boring (U)

ruimen
Ontbramen en nabewerken

Masiefmateriaal

Plaatmateriaal

Buismateriaal
door de observatie van een demonstratie de productiemogelijkheden Draaien (U)
toelichten (U).
 Cilindrisch (U)
de passende snijgereedschappen kiezen in functie van het werk.
 Afschuining (U)
de machine gebruiksklaar instellen (U).
 Verval (U)
het snijgereedschap opstellen en afstellen (U).
 Boren (U)
een eenvoudige cilinder veilig draaien in de klauwplaat en eventueel
tussen de centers volgens opgegeven maten en nauwkeurigheid (U).
een boring uitvoeren (door gebruik te maken van de lossen kop) (U).
de voedingssnelheid en snijsnelheid bepalen in tabellen (U).
de passende rotatiefrequentie kiezen en instellen (U).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
7.26
de snijtijd bepalen aan de hand door gebruik te maken van tabel
en/of een eenvoudige formule (U).
7.27
de symbolen van snijsnelheid, tijd, verplaatsing en toerental in de
tabellen herkennen (U).
7.28
7.29
7.30
7.31
7.32
7.33
door de observatie van een demonstratie de productiemogelijkheden
toelichten (U).
de gepaste ondersteuningsmiddelen gebruiken (U).
de voeding en het toerental van de frees bepalen en instellen (U).
de machine instellen en gebruiksklaar maken onder begeleiding (U).
een platvlak veilig frezen onder begeleiding (U).
een balkvorm frezen onder begeleiding (U)
19
Frezen (U)

Plat vlak (U)

Balkvorm (U)
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Prioritaire aandacht schenken aan het veilig werken en het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen.
 Maak gebruik van het juiste klemgereedschap.
 De leerlingen moeten de volgende bewerkingen aangeleerd worden en het waarom inzien:
 regelen van de voedingssnelheid,
 instellen van de snijdiepte,
 instellen van het toerental in functie van de boordiameter en materiaalsoort.
 Om de eigenschappen van de verschillende materialen te leren ontdekken laat je de leerlingen diverse materialen bewerken.
 Breng een bezoek aan een kunststofcentrum in je buurt (bekijk hiervoor de website van de kunststofcentrale VKC)
 Bekijk korte didactische films om inzichten te geven in de productie en/of herkomst van de materialen. Voorzie hierbij een kijkwijzer en doelgerichte
observatievragen.
 Laat een voorbeeld zien van het te realiseren werk.
 Zorg voor de nodige differentiatie om leerlingen op hun niveau te laten werken.
 Stel een lijst met producteisen ter beschikking per werkstuk of project.
 Beperk de theoretische uiteenzettingen. Geef de leerlingen vooral de kans om met de uitvoering bezig te zijn.
 Opdrachten moeten zinvol zijn, financieel evenals materieel haalbaar blijven.
 Gebruik aangepast software om de kenmerken van de materialen op te zoeken. (ook het gebruik van het internet is hierbij mogelijk).
 Laat altijd de gereedschappen met zorg behandelen.
 Schakel ICT mogelijkheden in (bijvoorbeeld standaard sjablonen, Excel documenten …) om de lesdoelen te realiseren zoals het bepalen van toerentallen,
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
tekeningen, verslagen, opzoekwerk ….
20
 Corrigeer bij observatiemomenten voorkomende fouten onmiddellijk op een didactisch verantwoorde wijze, met respect voor de leerlingen.
 Kunststoffen zijn tegenwoordig belangrijk, schenk er een ruime aandacht aan. Voorzie ook kunststofmaterialen bij de keuze van sommige
projectonderdelen en leg uit waarom dit belangrijk is.
 Door eenvoudige voorbeelden en zo mogelijk met behulp van kleine proefjes de materialen leren herkennen.
 Bij elke nieuwe oefening de eigenschappen van de gebruikte materialen aantonen.
 Materialenkennis wordt best aangebracht via concrete ervaringen.
8
Onderhouden en/of aanpassen van machines en/of mechanismen, en monteren - demonteren
8.1
de kenmerken, van een gebruikte machine, opzoeken in de
documenten van de constructeur.
Constructiegegevens
8.2
het begrip overbrenging omschrijven en de kenmerken van enkele
verschillende soorten overbrenging toelichten.
de toepassingsmogelijkheden van de soorten overbrengingen met
een voorbeeld toelichten.
de draaizin van tandwieloverbrenging bepalen en er een algemene
regel voor opstellen.
de gevolgen van riemslip toelichten.
de wijze waarop bewegingen worden omgezet omschrijven bij een
gecombineerde overbrenging.
Overbrengingen
een elementaire onderhoudsopdracht uitvoeren aan een technisch
systeem en hierbij de instructies opvolgen.
bij een technisch systeem de zichtbare slijtage van de onderdelen
vaststellen en er een logische verklaring voor geven..
het oliepeil van een technisch systeem nakijken.
Onderhoud aan een machine en/of mechanisme
8.3
8.4
8.5
8.6
8.7
8.8
8.9
8.10
8.11
8.12
8.13





Riemoverbrenging
Kettingoverbrenging
Tandwieloverbrenging
Wrijvingswieloverbrenging
Pneumatisch aangedreven mechanismen
de samenhang van het mechanisme nagaan.
Monteren en demonteren
de gereedschappen en hulpmiddelen bepalen om de techniek van
het monteren en demonteren optimaal te laten verlopen.
volgens de instructies de montage- en demontagevolgorde
toepassen.
na de montage de goede werking van het technisch systeem nagaan
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
en de gebreken rapporteren.
8.14
een dichting vervangen (U).
8.15
8.16
8.17
8.18
8.19
8.20
8.21
8.22
de ISO-norm opzoeken van de elementen en hun toepassingsgebied
verduidelijken met een voorbeeld voor boringmiddelen, bouten en
moeren.
door gebruik te maken van tabellen de gegevens opzoeken voor
metrische- en withwort schroefdraad wat betreft de gebruikte
eenheid, buiten diameter, kerndiameter, tophoek, spoed,
boordiameter voor inwendige schroefdraad.
manueel schroefdraad volgens de regels van goed vakmanschap
voorbereiden, snijden en controleren.
de verbindingstechniek vakkundig en veilig realiseren met het juiste
gereedschap en hulpmiddelen.
het basisprincipe van de klik- en lijmtechnieken toelichten.
voor een klinkverbinding de juiste voorboordiameter en klinknagel
bepalen.
de ontwikkelde plaatmateriaal veilig verbinden door gebruik te maken
van puntlassen en het klinken.
het toepassingsgebied van het klinken en lijmen toelichten.
21
Verbindingstechnieken






Bout- en moerverbinding,
Borgmiddelen
Klinkverbinding
Schroefdraad
Puntlassen
Lijmen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Laat leerlingen bij de voorbereidingen van de werkzaamheden de technische fiche gebruiken waarin de gebruiksaanwijzing en/of de
onderhoudsrichtlijnen beschreven zijn.
 Bespreek vooraf de montageprocedure en wijs de leerlingen op de knelpunten.
 Demonstreer de verbindingstechniek en verduidelijk de techniek met concrete toepassingsvoorbeelden.
 Ga na de montage de functionaliteit na van het mechanisme.
 Lijmen
- Bij het gebruik van lijmen steeds de aandacht vestigen op de gevaren die aan lijmen verbonden zijn.
- Heb oog voor de milieuaspecten, laat de bijsluiters lezen en bespreek deze.
 Klinken
- Laat enkel de juiste techniek toe.
- Demonstreer vooraf de techniek.
- Schenk aandacht aan de gevaarlijke momenten tijdens het klinken.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
22
 Puntlassen, lastechnieken en solderen
- In samenspraak met de leraar lassen worden de leerinhouden op elkaar afgestemd.
- Gebruik didactische middelen om de problematiek te verduidelijken.
 Gebruik didactische middelen om de problematiek te verduidelijken.
 Gun de leerlingen de nodige voorbereidingstijd zodat zij hun werk grondig kunnen voorbereiden.
 Controleer individueel en remedieer de leerlingen tussentijds, zodat fouten zich niet opstapelen.
 Laat steeds goed werkende gereedschappen gebruiken om de werkzaamheden uit te voeren.
 Maak een specifiek zelfevaluatieformulier op, eigen aan de werkzaamheden en gebruik dit tijdens de overlegmomenten met de leerlingen.
9
Ondersteunende theorie
9.1
9.2
de grote delen van de gebruikte machines benoemen.
het toepassingsgebied en de mogelijkheden van de gebruikte
machines omschrijven.
de werking van de machines omschrijven.
de specifieke veiligheidsaspecten verwoorden.
Machineleer
de snijgegevens opzoeken voor de verspanende bewerkingen die
voorkomen in de werkmethode van een werkstuk (al dan niet door
gebruik te maken van ICT).
het begrip economisch verspanen toelichten.
handsvormen van de gebruikte boren opzoeken.
het verschijnsel actie = reactie met een voorbeeld toelichten.
Verspaningsgegevens en snijtechnologie
9.3
9.4
9.5
9.6
9.7
9.8





Boormachine
Plooibank
Guillotine plaatschaar
Boren
Snijden
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
9.9
9.10
9.11
9.12
9.13
9.14
9.15
9.16
9.17
zich een idee vormen van de herkomst van de materialen.
een indeling maken van verschillende materialen wat betreft
eigenschappen en het toepassingsgebied.
de symbolische voorstelling weergeven van ijzer, koolstof, koper, tin,
zink, aluminium, lood.
het nut van een legering toelichten en enkele voorbeelden ervan
geven zoals messing, brons, zink …
het verschil tussen thermoplast en thermoharder toelichten.
voordelen en nadelen van kunststoftoepassingen in de techniek
opsommen.
de recyclage (symbolen) van kunststoffen toelichten.
diverse materialen bewerken binnen een project om de
eigenschappen te ervaren.
de kenmerken van de materialen opsommen en met eigen woorden
het belang in de techniek kort toelichten.
het nut toelichten van het gebruik van SI – eenheden.
bij volgende begrippen het verschil toelichten en er een voorbeeld
voor geven:
9.19.1 rust – beweging;
9.19.2 baan – afgelegde weg;
9.19.3 snelheid - gemiddelde snelheid;
9.19.4 tijd – tijdsverloop;
9.19.5 statische kracht – dynamische kracht;
9.19.6 grootte – richting en zin van een kracht;
9.19.7 toerental – omtreksnelheid;
9.19.8 eenparig rechtlijnige beweging – eenparige cirkelvormige beweging;
9.19.9 arbeid – vermogen.
9.19.10 de genormaliseerde symbolen weergeven van snelheid, afgelegde
weg en tijd.
9.20
experimenteel het verband tussen snelheid, afgelegde weg en tijd
bepalen met een eenvoudige opdracht uit de realisatietechnieken.
9.21
een tabel gebruiken om het toerental te bepalen van een
snijgereedschap zoals bijvoorbeeld bij een boorbewerking.
9.18
9.19
23
Materialenleer




Ferro-metaal
Non-ferro metaal
Legeringen
Kunststoffen
Bewegingsleer
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
24
9.22
de voornaamste competentie opzoeken eigen aan de technische
beroepen in relatie tot de gekozen cluster(s).
Beroepsoriëntatie
9.23
een eenvoudige kostprijsberekening uitvoeren voor de realisatie.
Kostprijsberekening
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
105B
 Integreer de theorie waar kan in de praktijk en vertrek hierbij vanuit de ervaringswereld van de leerlingen.
 Tracht waar kan de bewegingsleer te koppelen aan de machineleer.
 Verlaag het niveau niet en voorzie een opbouwende en gefaseerde methode om het doel te bereiken
 Betrek de leerlingen bij de les en wissel regelmatig af van werkvorm zodat de leerlingen gestimuleerd worden (en blijven) bij het leren.
 Laat de inhoud (kern) van de les regelmatig samenvatten door de leerlingen.
 Tracht bij de opdrachten gedifferentieerd te werken zodat zowel de sterke leerlingen als de zwakkere voldoende aanbod komen tijdens de les.
 Verduidelijk de les met didactische materialen zodat leerlingen aanschouwelijk de lessen kunnen volgen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
25
Algemene technische en praktische vorming
PV PRAKTIJK EN TV LASSEN-CONSTRUCTIE/MECHANICA/ELEKTROMECHANICA/CARROSSERIE
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
10
Lassen
10.1
10.2
10.3
het werkingsprincipe van het gebruikte lasprocedé toelichten.
de onderdelen die voorkomen in een lasinstallatie benoemen.
voor de gebruikte lasinstallatie een visuele controle van de
lasinstallatie uitvoeren.
de specifieke preventieve maatregelen toelichten bij het gebruik en
het aanslijpen van TIG elektroden.
in functie van de opgave de lasinstallatie instellen/afstellen.
de rol van het neutraal gas toelichten.
De gebruikte lasinstallatie te kiezen uit:
een overzicht geven van de verschillende lasnaadvormen.
de specifieke lasaanduidingen en de voorkomende lassymbolen
toelichten die voorkomen op de werktekeningen.
De lasnaad
10.4
10.5
10.6
10.7
10.8
10.9
de specifieke veiligheidsaspecten respecteren die betrekking hebben
op de aspecten licht, gas en warmte.
10.10
de las (het smeltbad) veilig voorbereiding met aangepaste
hulpmiddelen en het te lassen oppervlak reinigen.
10.11
realisatietechnieken uitvoeren volgens de regels van goed
vakmanschap.
10.12
het smeltbad beheersen tijdens de uitvoering.
10.13
een lasnaad uitvoeren “onder de hand” met een passende
voorloopsnelheid al of niet met een gezwaaide beweging:
10.13.1 evenwijdige lassnoeren,
10.13.2 binnenhoeklasverbinding,
10.13.3 I- naad verbinding,
10.14
een eenvoudige samengestelde lasconstructie met plaat en/of buis



MIG/MAG
TIG
BMBE
Realisatie van de lasopdracht uitvoeringstechnieken. Kies
hiervoor één of meerdere van de hieronder opgegeven
lastechnieken:



MIG-MAG
TIG
BMBE lassen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
26
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
10.15
uitvoeren.
de lasnaad opzuiveren en afwerken.
10.16
Na visuele controle de lasfouten die voorkomen bij de realisaties,
verbetervoorstellen opgeven.
Kwaliteitscontrole van de las
10.17
10.18
10.19
het werkstuk voorbereiden en opstellen (U).
de installatie voorbereiden en afstellen (U).
het snijden veilig realiseren (U).
Plasmasnijden (U)
10.20
het hardsolderen veilig en vakkundig uitvoeren (U).
Hardsolderen (U)
10.21
10.22
10.23
10.24
10.25
kunststofmaterialen voorbewerken op de las of lijmverbinding.
kunststofbuizen verlijmen volgens de opgegeven maten.
eenvoudige constructies uit kunststof plooien (U).
een eenvoudige lasverbinding uitvoeren op kunststof (U).
de kwaliteit van las- of lijmverbinding visueel beoordelen (U).
Lassen of lijmen van kunststoffen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 De projecten worden op niveau uitgewerkt volgens het technisch technologisch proces welke vooraan het leerplan opgenomen is.
 Projecten moeten een krachtige leeromgeving vormen, waar de leerlingen een centrale plaats innemen. Groepswerk is aan te bevelen.
 Je tracht zoveel als kan de succesbeleving bij de leerlingen te bevorderen.
 Creatieve uitwerkingen worden gestimuleerd om de leerlingen sterker te motiveren en hen te betrekken bij het ontwerp.
 Het inzicht in de realisatietechnieken en de uitvoering zijn belangrijke elementen waarop gelet zal worden. Het zijn niet enkele details die de kern vormen.
 Beperk de theoretische uiteenzettingen. Geef de leerlingen vooral de kans om met de uitvoering bezig te zijn.
 Gebruik verschillende werkvormen en integreer de theorie in de praktijk (denken en uitvoeren).
 Leerlingen moeten de kansen krijgen om een samenbouw te realiseren.
 Bedenk een werkplaatsorganisatie die het mogelijk maakt om alle leerlingen actief te betrekken bij het leerproces.
 Preventieve controles en opvolging van de veiligheid, zijn noodzakelijk tijdens de lasprocedure.
 Aan de hand van didactische voorbeelden van goed afgewerkte producten en minder goed afgewerkte lasnaden, het inzicht bij de leerlingen vergroten
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
27
Algemene technische en praktische vorming
PV PRAKTIJK EN TV ELEKTRICITEIT/ ELEKTROMECHANICA/ AUTOTECHNIEK
De doelstellingen uit het onderdeel PV Praktijk en TV Elektriciteit/elektromechanica kunnen in functie van de gekozen cluster ingevuld worden.
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
11
Veilig aansluiten, meten en het beveiligen van elektrische installaties
11.1
de componenten uit de werkschema’s herkennen en hun functie
toelichten.
de soorten elektrische schema’s onderscheiden en hun
toepassingsgebied toelichten.
de onderdelen die voorkomen in een elektrische kring verwoorden.
een situeringschema maken eigen aan de opdracht van de
elektrische installatie.
de gepaste onderdelen en gereedschappen volgens instructies
kiezen en verzamelen in functie van de werkopdracht.
het situatie- en ééndraadschema tekenen en gebruiken om de plaats
van de leidingen uit te zetten.
11.2
11.3
11.4
11.5
11.6
11.7
11.8
11.9
11.10
11.11
11.12
11.13
Schema’s en componenten
de distributie van elektriciteit van de centrale naar de verbruiker
Elektrische energie
elementair toelichten.
elektrische bronnen opsommen en hun toepassingsgebied toelichten.
het begrip veilige spanning en stroomsterkte toelichten.
het verschil toelichten tussen gelijkspanning en wisselspanning.
grafisch weergeven en enkele toepassingen van beide types
opsommen.
praktische voorbeelden geven bij het omzetten van elektrische
energie naar een andere energievorm.
het solderen van draden en het vertinnen vakkundig uitvoeren (U).
de specifieke veiligheids- en milieuvoorschriften respecteren (U).
Solderen en vertinnen (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
28
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
11.14
de verschillende basisbehandelingen voor het ontmantelen en
verbinden van kabels en geleiders uitvoeren, rekening houdend met
de vigerende voorschriften (ARAB en AREI).
een keuze van de kabel maken in functie van de toepassing.
het verband tussen de stroomsterkte en de draaddoorsnede
elementair toelichten.
Kabels, geleiders
Gebruik van testlamp, zoemer, ohmmeter
11.19
de werking en het gebruik van een test lamp, zoemer en ohmmeter
toelichten.
een test lamp of zoemer of ohmmeter veilig gebruiken voor het
opsporen van elementaire fouten en/of storingen.
schakelaars en toestellen doormeten.
11.20
11.21
11.22
een aangepast meettoestel uitkiezen.
de toestellen correct aansluiten en gebruiken.
de toestellen correct instellen en aflezen.
Elektrische meetinstrumenten (digitaal en analoog)
11.23
de werking van enkele basisschakelingen uit het vakgebied
uitleggen.
bij een relaisschakeling de stuur- en vermogen kring onderscheiden.
op basis van gegeven schema’s elektrische schakelingen uitvoeren
volgens de regels van goed vakmanschap.
fouten in de schakelingen op een gestructureerde manier opzoeken.
het doel van de elektrische beveiligingstoestellen toelichten eigen
aan de gekozen cluster.
Elektrische schakelingen
de gevaren van de elektrische stroom toelichten.
een aangepaste zekering of automaat kiezen in functie van de
opdracht en de werking toelichten.
zekeringen en automaten veilig aansluiten volgens de regels van
goed vakmanschap.
het doel van een aarding of massa toelichten en de aansluitingen
Beveiliging
11.15
11.16
11.17
11.18
11.24
11.25
11.26
11.27
11.28
11.29
11.30
11.31







Ontmantelen
Verbindingen maken
Voltmeter,
Ampèremeter,
Multimeter.
Lijnbeveiliging: overbelasting en kortsluiting,
Personenbeveiliging
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
29
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
controleren.
11.32
11.33
11.34
de schema’s van deze (eenvoudige) schakelingen uit het vakgebied
(afhankelijk van de gekozen clusters) interpreteren.
deze schakelingen op basis van meegeleverde schema’s uitvoeren
en/of uitmeten.
fouten in deze schakelingen op een gestructureerde manier
opzoeken en herstellen.
Signalisatie-, veiligheid- en comfortschakelingen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
105B
 Voorzie voldoende oefentijd. Let op een goede verluchting en verlichting van het praktijklokaal.
 Maak de leerlingen attent op de risico's van slechte soldeerverbindingen.
 Maak gebruik van zoveel mogelijk verschillende soorten draden en kabels.
 Besteed zeker voldoende aandacht aan de praktische toepassing van de verschillende soorten en aan het aspect ‘veilig werken’.
 Benader praktisch en benadruk de logische werkmethode bij het opsporen van fouten.
 Benadruk het correct gebruik en het zorgvuldig behandelen van de meettoestellen
 Gebruik praktische meetoefeningen die aan de gekozen cluster kan gelinkt worden.
 Gebruik naast digitale ook analoge meetinstrumenten.
 Hou er uiteraard rekening mee dat de leerling in de beginperiode heel wat extra informatie (die geleidelijk aan kan verminderen) zal nodig hebben.
 Het is zeker niet de bedoeling om alle lichtschakelingen met alle soorten materiaal uit te voeren.
 De volgorde en inhoud van de lessen moeten, daar waar mogelijk, afgestemd zijn op de gekozen cluster.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
30
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
Deze 8/8 lestijden/week (cluster) worden dan weer opgesplitst in een deelcluster basis en een deelcluster
verdieping. De school bepaalt zelf het aantal lestijden/week (in totaal 8/8 lestijden /week) voor de basis en
de verdieping samen. De leerplandoelstellingen voor de gekozen cluster(s) moeten wel volledig
gerealiseerd worden.
DEELCLUSTER MACHINES (BASIS)
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
12
Verspaningstechniek
12.1
het principe om het verdelen van materiaal door de wigwerking
uitleggen.
de factoren die de verspaningscondities beïnvloeden toelichten.
wig, wighoek, spaanvlak, vrijloopvlak, spaanhoek, vrijloophoek
aanduiden en het belang bij het verspanen ervan verduidelijken.
de invloed van de vrijloophoek op de verspaning toelichten.
het belang van de instelhoek verduidelijken met voorbeelden.
de invloed van de spaanhoek, vrijloophoek en instelhoek op de
verspaning toelichten.
de diverse snijbewegingen toelichten.
de begrippen economisch verspanen en standtijd verduidelijken met
een voorbeeld.
Algemene verspaningscondities
de symbolische aanduidingen van het gebruikte snijgereedschap
opzoeken en toelichten.
de snijtechnologie bij de verspanende realisatietechnieken veilig
toepassen.
in functie van de snijtechnologie en de werkomstandigheden de
machine instellingen.
het belang van het begrip “economische standtijd” verduidelijken.
Snijtechnologie
12.2
12.3
12.4
12.5
12.6
12.7
12.8
12.9
12.10
12.11
12.12








Hoeken - snijgeometrie
Wighoek, spaanhoek, vrijloophoek
Spaanvorming
Snijbeweging,
Voedingsbeweging
Snedediepte - aanzet
Spaandoorsnede, spaanvorm, spaansoorten
Standtijd - slijtage
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
31
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
12.13
12.14
12.15
de koeltechniek veilig toepassen tijdens de bewerking.
de gepaste snijmaterialen kiezen, controleren, instellen en afstellen.
een hoofdsnijkracht die ontstaat op een snijgereedschap ontbinden in
twee richtingen: radiaal en axiaal (U).
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Gebruik didactische materialen de leerstof aanschouwelijker te geven.
 Beperk berekeningen en maak gebruik van tabellen om de snijgegevens te bepalen.
 Gebruik recente informatie om het snijmateriaal te bepalen.
 Om de ribben, vlakken en hoeken van het snijgereedschap te verduidelijken gebruik je best meerdere beiteltypes die op schaal weergegeven zijn.
 Nodig externe sprekers uit die recente informatie en technieken duidelijk maken.
 Gebruik ICT toepassingen en visuele ondersteunende middelen om gegevens op te zoeken, te duiden of te simuleren.
13
Technisch tekenen – CAD tekenen
13.1
13.2
de soorten doorsneden herkennen op de werktekening.
een werktekening maken voorzien van een aanzicht in doorsnede
voorzien van de nodige symbolen en arcering.
Doorsneden
13.3
voor een gegeven passing de tolerantiewaarden opzoeken en
plaatsten op de technische tekening.
de voorkomende basis plaats- en vormtoleranties op de
werktekening verklaren voor evenwijdigheid en loodrechtheid.
de algemene en specifieke ruwheidswaarden voorzien op de
technische tekening en deze verklaren.
Toleranties en ruwheidswaarden
een 2D werktekening ontwikkelen, wat betreft de aanzichten, de
gebruikte symbolen en de maataanduiding met aangepast
tekensoftware.
een eenvoudig werkstuk nauwkeurig opmeten, schetsen en bematen
en aan de hand van deze schets het werkstuk modeleren met een
aangepast 3D tekenprogramma.
CAD tekenen
de samenstellende delen in een schema van een pneumatische
Pneumatiek
13.4
13.5
13.6
13.7
13.8





Maattolerantie
Plaats en vorm toleranties
Ruwheidswaarden
2D
3D
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
32
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
13.9
13.10
installatie aanduiden en de werking elementair toelichten.
de belangrijkste voor- en de nadelen van pneumatiek verwoorden.
de eigenschappen van lucht toelichten in functie van de
pneumatische toepassingen.
13.11
13.12
de ontwikkelde tekening uitprinten.
de ontwikkelde 3D tekening in 3D printen (U).
Afdrukken (printen) van de tekening

Printen

3D printen (U)
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de tekentechnieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 In de eerste fase verstrek je van schetsen om een voorstelling van de werkstukken weer te geven. Deze schetsen moeten voldoen aan de richtlijnen van
het vaktekenen en de voorstellingen moet conform de normalisatie gerealiseerd worden.
 Het uitprinten in 3D geeft een meerwaarde in het ruimtelijk inzicht. Het is dan ook aan te bevelen zelf al staat de doelstelling in uitbreiding.
 Gebruik een recent tekenprogramma en hanteer bij het aanleren van dit programma duidelijke instructies om de tekentechniek aan te leren
 Bereid de les goed voor en beheers zelf de techniciteit van het CAD tekenen goed.
 Gebruik enkel geldige software waarvan de school een licenties van heeft.
14
Machineleer
14.1
14.2
Draaibank
14.6
de delen van de draaibank aanduiden en hun functie toelichten.
het toepassingsgebied en de mogelijkheden van de draaibank
omschrijven.
de werking van de draaibank omschrijven en de specifieke
veiligheidsaspecten bij het draaien verwoorden.
door gebruik te maken van tabellen de voedingssnelheid en de
rotatiefrequentie bepalen, in functie van de toegepaste snijsnelheid.
de begrippen: snijsnelheid, snijtijd, verplaatsing en toerental
omschrijven.
met de snijgegevens de draaibank instellen.
14.7
14.8
de delen van de freesmachine aanduiden en hun functie toelichten.
het toepassingsgebied en de mogelijkheden van de freesmachine
freesmachine
14.3
14.4
14.5
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
33
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
14.9
omschrijven.
de werking van de freesmachine omschrijven en de specifieke
veiligheidsaspecten bij het frezen verwoorden.
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de insteltechnieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Bespreek de theorie aan de machine zelf.
 Schenk veel aandacht aan de veiligheidsaspecten.
 Een bedrijfsbezoek bij een productiebedrijf zal zeker helpen om de leerlingen een reëel beeld te geven van de werkelijkheid en de werking van de
verschillende soorten machines.
15
Realisatietechnieken
15.1
Draaien
15.8
door het observeren van een demonstratie voor een draaibewerking,
de productiemogelijkheden en het gebruik van de
veiligheidsuitrusting aan een draaibank toelichten.
een cilinder vakkundig klemmen en eventueel ondersteunen in een
zelf centrerende klauwplaat met drie spanlippen.
de passende snijgereedschappen kiezen in functie van het werk en
de machine instellen voor het uitvoeren van de verspaning.
het snijgereedschap volgens de regels van goed vakmanschap
opstellen.
een eenvoudige cilinder vakkundig en veilig draaien in de klauwplaat
of tussen de centers volgens een opgegeven maatnauwkeurigheid.
een boring uitvoeren door gebruik te maken van een boor in de losse
kop.
het vervaldraaien toepassen volgens opgegeven maten en
nauwkeurigheid
een werkstuk afsteken op de draaibank en het kopvlak bewerken
15.9
15.10
15.11
de gepaste ondersteuningsmiddelen gebruiken.
de voeding en het toerental van de frees bepalen en instellen.
de machine instellen.
Frezen
15.2
15.3
15.4
15.5
15.6
15.7











Cilindrisch
Afschuining
Verval
Boren
Afsteken
Kartelen (U)
Conisch (U)
Inwendige kamer draaien (U)
Schroefdraad (U)
Plat vlak
Balkvorm (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
34
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
15.12
15.13
15.14
het snijgereedschap opstellen en afstellen.
een plat vlak veilig frezen onder begeleiding.
een balkvorm frezen volgens opgegeven maten. (U)



15.15
de gepaste ondersteunings- en opspanmiddelen gebruiken bij het
boren.
het toerental van de boor aflezen uit een tabel en instellen op de
machine.
de tafel van de coördinaten- kruistafel ijken en instellen door gebruik
te maken van een taster.
boringen aanbrengen volgens opgegeven coördinaten.
een kamerboring realiseren.
blinde gaten boren.
Boren
15.16
15.17
15.18
15.19
15.20



Gleuven (U)
Inwendige vorm (U)
Uitwendige vorm (U)
Coördinaten boren
Kamerboring
Blinde gaten
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Schenk steeds aandacht aan de veiligheidsaspecten.
 Laat enkel nauwkeurig werk toe.
 Schenk bij het demonstreren van bijvoorbeeld het in- en afsteltechnieken ruime aandacht aan de instellingen en juiste keuze van de beitels.
 Bespreek vooraf de werkmethode en deze nauwgezet opvolgen.
 Gebruik enkel het passende gereedschap.
 Laat leerlingen experimenteren en gebruik hiervoor specifieke opdrachten en instructies.
 Schenk ruime aandacht aan het nauwkeurig meten, aflezen en instellen.
 Bij het draaien en frezen komen vooral de basistechnieken aan bod.
 Laat de inhoud (kern) van de les regelmatig samenvatten door de leerlingen.
16
Montage en demontage technieken
16.1
een indeling maken van de meest voorkomende lager types en hun
toepassingsgebied verwoorden.
een lager vakkundig monteren en demonteren met aangepast
gereedschap.
16.2
Lagers
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
35
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
16.3
de gepaste smeermiddelen kiezen om lagers te onderhouden.
16.4
een montage en demontage opdracht uitvoeren volgens opgegeven
schema.
de fouten aan het mechanisme detecteren en waar kan de oorzaak
achterhalen.
16.5
Montage en demontageopdracht
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Gebruik de passende montageprocedures.
 Schenk voldoende aandacht aan het markeren, het gestructureerd ordenen, het inzicht in het mechanisme en het zorgzaam werken.
 Schenk ruime aandacht aan de veiligheidsaspecten en de ergonomische hef, til en verplaatsingstechnieken.
 Gebruik de gegevens van de constructeur van lagers om deze te demonteren en monteren.
17
Project (Bij dit leerplan moet minstens één project gerealiseerd worden over de clusters heen, per leerjaar)
17.1
volgens de opgegeven stappen een concreet project realiseren met
inhouden uit het leerplan (zie algemene aspecten: competenties die
betrekking hebben op het projectverloop).
Realiseren van een project
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 zie de pedagogische- en didactische wenken vooraan in het leerplan bij het hoofdstuk “Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben
op het projectverloop”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
36
DEELCLUSTER MACHINES (VERDIEPING)
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
18
Technisch tekenen en CAD tekenen
18.1
in een industriële technische tekening van een mechanisch
onderdeel de opgegeven maten opzoeken en de voorstelling van de
aanzichten en de voorkomende symbolen toelichten.
Tekening lezen
18.2
een eenvoudig werkstuk nauwkeurig opmeten, schetsen en bematen
en aan de hand van deze schets het werkstuk modeleren met een
aangepast 3D tekenprogramma.
de mogelijkheden en de techniek van het 3D printen toelichten.
een ontwikkelde 3D tekening in 3D printen (U).
CAD tekenen
18.5
18.6
de componenten in een eenvoudig pneumatisch schema benoemen.
aan de hand van een schema de werking van een eenvoudige
schakeling (zoals A+A-) toelichten.
Pneumatiek
18.7
aan de hand van de opgegeven detailtekeningen een
samenstellingstekening maken.
de nodige aanduidingen voorzien op de samenstelling.
Samenstellingstekening
18.3
18.4
18.8
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit
 Tekeningen kunnen voorbereid worden op papier en afgewerkt worden met de computer.
 Het technisch schetsen moet voldoen aan opgegeven kwaliteitscriteria en is zeker niet een verzameling van wat ruwe slordige lijnen.
 Gebruik het CAD tekenen om de technische tekeningen te ontwikkelen van de te realiseren werkopdrachten.
 Hecht vooral belang aan het inzichtelijke, de opbouw, de normalisatie en het probleemoplossend denken. Details zoals de afmetingen van een pijlpunt,
het type potlood … zijn ondergeschikt.
19
Machineleer
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
37
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
19.1
19.2
19.3
19.4
19.5
19.6
19.7
19.8
19.9
19.10
19.11
het doel en het toepassingsgebied van het vlakslijpen toelichten.
de enkele soorten slijpmaterialen onderscheiden en hun
toepassingsgebied opgeven.
de grote delen aan de slijpmachine aanduiden en hun functie
omschrijven.(U)
de verschillende bewegingen aan de machine onderscheiden.(U)
de werking van de gebruikte vlakslijpmachine toelichten.(U)
De vlakslijpmachine
het verschil tussen een dialoog sturing en ISO codes toelichten.
de bewegingsrichten van drie hoofdassen aanduiden op een figuur
en de hoofdassen benoemen.
het logisch werkstuknulpunt aanduiden op een tekening.
een puntenpatroon omzetten in een coördinatentabel.
een CNC- programma opstellen voor een eenvoudige lijnfiguur.
een eenvoudig CNC- programma opstellen voor draai- of
freesopdracht (U).
CNC machine


Sturingen
Programmeren
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit en de mogelijke gevaren
 Breng een bezoek aan een CNC centrum of een bedrijf waar de realiteit van het verspanen gedemonstreerd kan worden.
 Benadruk de veiligheidsaspecten zowel bij het slijpen als bij de CNC technieken.
 Laat de inhoud (kern) van de les regelmatig samenvatten door de leerlingen.
 Laat leerlingen waar kan probleemoplossend werken.
20
Realisatietechnieken
20.1
door de observatie van een demonstratie de productiemogelijkheden
toelichten.
de passende snijgereedschappen kiezen in functie van het werk.
de machine instellen.
het snijgereedschap opstellen en afstellen.
de techniek van het gleuven steken toepassen.
20.2
20.3
20.4
20.5
Draaien




Kartelen
Gleuven
Conisch
Inwendige kamer draaien (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
38
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
20.6
20.7
20.8
de techniek van het conisch draaien toepassen.
de voedingssnelheid en snijsnelheid bepalen in tabellen.
het passende rotatiefrequentie kiezen en instellen.

20.9
door het observeren van een demonstratie de
productiemogelijkheden toelichten.
de gepaste ondersteuningsmiddelen gebruiken.
de voeding en het toerental van de frees bepalen en instellen.
de machine gebruiksklaar instellen.
het snijgereedschap opstellen en afstellen.
een plat vlak veilig frezen onder begeleiding.
een gleuf frezen volgens opgegeven maten.
volgens opgegeven maten of vorm een werkstuk frezen.
een maatcontrole uitvoeren op het uitgevoerde freeswerk.
Frezen
door gebruik te maken van draaien en/of frezen een glijdende
passing realiseren volgens opgegeven tolerantie.
van de opgegeven passing de tolerantiegegevens bepalen zoals:
nominale maat, grensmaten, tolerantie, minimale en maximale
speling.
Tolerantie en passingen
20.20
20.21
20.22
20.23
20.24
de machine voorbereiden en de spantechnieken toepassen.(U)
de slijpsteen afzetten onder begeleiding (U).
de vlakslijptechniek veilig toepassen onder begeleiding.(U)
onder begeleiding de slijpfouten detecteren en bijsturen. .(U)
de oppervlaktekwaliteit beoordelen aan de hand van een didactisch.
hulpmiddel.(U)
Slijpen (U)
20.25
aan de hand van studiebezoeken in een CNC- centrum of bedrijf de
CNC technieken
verschillen tussen de CNC- technieken en het conventionele
verspanen vaststellen.
de veiligheidssymbolen herkennen aan een machine.
aan de hand van een demonstratie, de opstartprocedure van de CNC
20.10
20.11
20.12
20.13
20.14
20.15
20.16
20.17
20.18
20.19
20.26
20.27





Schroefdraad snijden
Balkvorm
Gleuven
Frezen van een vorm
Voorbereiden (U)
Slijpen van een plat vlak (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
39
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
20.28
20.29
20.30
machine opvolgen en het belang ervan begrijpen.
de soorten bewegingen (coördinaten) herkennen aan de machine.
het proces opvolgen bij een eenvoudige bewerking.
een eenvoudig werkstuk realiseren op een CNC- machine onder
begeleiding (U).
20.30.1 de werking van eenvoudige pneumatische ventielen toelichten zoals
2/2-, en 3/2 ventiel.
20.31
de werking van een eenvoudige pneumatische krachtbron toelichten.
20.32
een eenvoudige schakeling realiseren met aangepast materiaal (U).
Pneumatiek
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Laat enkel nauwkeurig werk toe en werk proactief om fouten te vermijden. Door het tijdig in te grijpen in het proces kunnen zware fouten voorkomen
worden. Faseer de les en bespreek vooraf de evaluatiecriteria.
 Breng een bezoek aan een CNC centrum of een bedrijf waar de realiteit van het verspanen gedemonstreerd kan worden.
 Benadruk de veiligheidsaspecten bij alle realisatietechnieken.
 Confronteer de leerlingen bij hun leerproces met werkvormen waarbij zij probleemoplossend moeten denken en handelen.
21
Project (Bij dit leerplan moet minstens één project gerealiseerd worden over de clusters heen, per leerjaar)
21.1
volgens de opgegeven stappen een concreet project realiseren met
inhouden uit het leerplan (zie algemene aspecten: competenties die
betrekking hebben op het projectverloop).
Realiseren van een project
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 zie de pedagogische- en didactische wenken vooraan in het leerplan bij het hoofdstuk “Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben
op het projectverloop”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
40
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
DEELCLUSTER AUTO (BASIS)
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
22
Fiets en bromfiets
22.1
22.2
de evolutie van de transportmiddelen situeren in de tijd.
de juiste benamingen geven van de grote delen aan een fiets en
bromfiets.
De fiets en bromfiets als transsportmiddel
22.3
de algemene toestand en de goede werking van de fiets en
motorfiets controleren en de gebreken opsporen aan de hand van de
technische informatie.
Algemene controle van het voertuig
22.4
22.5
22.6
de opbouw van een frame herkennen en de afmetingen opzoeken.
de kaderafmetingen bepalen in functie van de gebruiker..
de fietsafmetingen aanpassen in functie van de gebruiker en het
kader (U)
Fietsframe en fietsafmetingen
22.7
de samenstellende delen van een wiel benoemen en hun functie
beschrijven.
het voorwiel en achterwiel van het frame demonteren en monteren.
na het vaststellen van de bandenslijtage, de buitenband van de
velgen afnemen en deze met het juiste type vervangen.
de codes die voorkomen op een band verklaren.
een binnenband herstellen.
een wiel controleren op slag en de oorzaak achterhalen.
Wielen en banden van fiets en/of bromfiets
de soorten remmen onderscheiden aan een fiets en bromfiets.
de remmen demonteren en monteren en hierbij de onderdelen
herkennen en hun functie toelichten.
de remkabel en de goede werking van het remmechanisme
controleren.
Remmen van fiets en/of bromfiets
22.8
22.9
22.10
22.11
22.12
22.13
22.14
22.15
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
41
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
22.16
22.17
remkabel vervangen en de remmen afstellen.
de goede werking van een hydraulische rem controleren (U)
22.18
verschillende stuurmechanismen onderscheiden en de werking
omschrijven.
een stuurmechanisme demonteren en monteren en de defecte
detecteren.
Stuur van fiets en/of bromfiets
22.20
22.21
22.22
de werking van enkele soorten veringen toelichten.
de onderdelen van veringen herkennen en benoemen.
de vering en schokdempers veilig demonteren en monteren.
Vering
22.23
de diverse soorten fietsaandrijfsystemen onderscheiden en de vooren nadelen ervan verwoorden.
de onderdelen van het aandrijfsysteem benoemen.
de ketting, kettingwielen op slijtage controleren en onderhouden.
de spanning van het aandrijfelement regelen en de ketting op lengte
aanpassen.
de trapas demonteren/monteren en deze op slijtage controleren (U).
de soorten aandrijving en aansturing bij elektrisch ondersteunde
fietsen toelichten.
Aandrijfsystemen bij fietsen
de principiële werking van een 2-slag, 4-slag en elektrische motor
toelichten.
de fasen in het arbeidsdiagram van een motor toelichten.
het basisprincipe van de carburatie toelichten.
de motor van het frame demonteren en monteren en hierbij
merktekens aanbrengen op de kabelbundels om een vlotte montage
mogelijk te maken.
de brandstofomloop, de filters, de smering en de koeling herkennen
en hun doel in functie van het aandrijfsysteem omschrijven.
De werking van de motor
de vloeistofniveaus correct controleren en bijvullen volgens de
gegevens van de constructeur.
controle uitvoeren op lekken en de plaats van de lekkage van
Vloeistoffen en filters
22.19
22.24
22.25
22.26
22.27
22.28
22.29
22.30
22.31
22.32
22.33
22.34
22.35
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
42
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
22.36
22.37
22.38
22.39
22.40
22.41
22.42
22.43
22.44
22.45
22.46
22.47
22.48
22.49
22.50
vloeistof aanduiden.
de gebruikelijke olietypes bij motorfietsen onderscheiden en hun
symbolische kenmerken verklaren.
het verschil tussen rem- en motorolie toelichten.
olie verversen volgens de gegevens van de constructeur en de
handelingen in volgorde toelichten
een filter vervangen volgens de gegevens van de constructeur.
de goede werking van de elektrische installatie controleren en de
Elektrische uitrusting
gebreken situeren.
De goede werking van de lampen controleren en indien nodig de
lamp(en) vervangen.
een elektrisch schema eigen aan het voertuig lezen en gebruiken bij
het opsporen van fouten en hierbij een multimeter of tester vakkundig
gebruiken en aflezen.
de ontstekingskaart controleren en vakkundig afstellen volgens de
gegevens van de constructeur.
de goede werking van de batterij controleren.
de werking van een elektrisch ondersteunde fiets toelichten.
de schroefdraden die voorkomen bij het voertuig herkennen.
het voertuig reinigen met aangepaste hulpmiddelen.
de algemene goede werking van de fiets en motorfiets nagaan en er
de gebreken aan vaststellen.
randapparatuur eigen aan het voertuig demonteren en monteren.
de gepaste smeermiddelen kiezen om lagers te onderhouden.
Algemeen onderhoud aan fiets en motorfiets
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
43
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Laat de werkmethode en de opgegeven instructies stipt opvolgen.
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Gebruik controlelijsten om de functionaliteit en de toestand van de fiets na te gaan.
 Voorzie waar kan groepswerk om het aantal fietsen te beperken.
 Bespreek de evaluatiecriteria met de leerlingen zodat zij weten op wat zij zullen beoordeeld worden.
 Beperk de theoretische uiteenzettingen. Geef vooral de leerlingen de kans om de techniek te ontdekken en om met de uitvoering bezig te zijn.
 Laat het passende gereedschap gebruiken en benadruk het veilig gebruik ervan.
 Geef de leerlingen voldoende documenten en instructies mee, dat als richtlijn en naslagwerk kan gebruikt worden.
23
Carrosserie
23.1
de taakomschrijving van een plaatwerker binnen een
carrosseriebedrijf toelichten.
een indeling maken van het diverse carrosseriewerk.
Beroepsprofiel
23.3
een carrosserie zuiver maken ter voorbereiding van de
werkzaamheden door het wassen en met de juiste hulpmiddelen.
Reinigen
23.4
23.5
23.6
een plaat veilig snijden volgens opgegeven maten.
een vorm veilig uitsnijden met een plaatschaar.
de vorm braamvrij afwerken.
Snijden
23.7
een werkstuk vormen met aangepast gereedschap en met de juiste
technieken.
de vormgeving van het werkstuk controleren en/of meten.
Vormen van een werkstuk
23.2
23.8
23.9
23.10
23.11
23.12
23.13
23.14
het gedemonteerde onderdeel of de oefenplaat beoordelen en fouten De carrosserie voorbereiden
aanduiden wat betreft: onzuiverheden, oxidatie en vormfouten.
de losliggende ondergrond en oude verflaag, waar moet, verwijderen.
een oefenplaat afwassen en opzuiveren.
het juiste schuurmiddel vakkundig gebruiken om de plaat voor te
bereiden op het plamuren.
de persoonlijke beschermingsmiddel gepast gebruiken zoals
handschoenen, mondmasker, bril.
onder begeleiding het gepaste vulmiddel kiezen voor de opdracht.
Vulmiddel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
23.15
de vormfouten wegwerken met vulmiddel en het overbodige
materiaal wegschuren rekening houden met de veiligheid- en
milieuaspecten.
23.16
het geschuurde onderdeel zuiver maken.
44
23.17
23.18
onder begeleiding de afwerkingsmiddel kiezen voor de opdracht.
het werkstuk vakkundig schuren en zuiver maken met aangepaste
hulpmiddelen.
Afwerkingsmiddel
23.19
23.20
onder begeleiding de gepaste grondlaag kiezen en voorbereiden.
een grondlaag vakkundig aanbrengen conform de kwaliteitseisen.
Grondlaag
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Beperk de theoretische uiteenzettingen tot de essentie tijdens de demonstraties.
 Laat de inhoud (kern) van de les regelmatig samenvatten door de leerlingen..
 Bespreek de evaluatiecriteria met de leerlingen vooraf.
 Geef vooral de leerlingen de kans om met de uitvoering bezig te zijn.
 De veiligheidsaspecten bij elke oefening benadrukken en laten naleven.
24
Project (Bij dit leerplan moet minstens één project gerealiseerd worden over de clusters heen, per leerjaar)
24.1
volgens de opgegeven stappen een concreet project realiseren met
inhouden uit het leerplan (zie algemene aspecten:
leerplandoelstellingen die betrekking hebben op het projectverloop).
Realiseren van een project
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 zie de pedagogische- en didactische wenken vooraan in het leerplan bij het hoofdstuk “Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben
op het projectverloop”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
45
DEELCLUSTER AUTO (VERDIEPING)
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
25
Autotechniek
25.1
25.2
benzine- en dieselbrandstof onderscheiden
het werkingsprincipe van een vier-cilindermotor bij diesel en benzine
omschrijven.
de verschillende constructie-uitvoeringen van diverse motoren
herkennen en de voor- en nadelen ervan opsommen.
met aangepast gereedschap en volgens de gegevens van de
constructeur elementen aan de motor demonteren en monteren:
inlaat- en uitlaatcollector;
cilinderkop;
zuiger en zuiger veren (U);
het nut en de werking van het kleppenmechanisme toelichten;
droge en natte cilindervoeringen onderscheiden.
De motor
25.7
25.8
25.9
het doel van de uitlaatsysteem verklaren.
de staat van de uitlaat controleren.
de werkmethode en de bevestigingsmethodes omschrijven die van
toepassing zijn bij het vervangen van een uitlaatsysteem.
Uitlaatsystemen
25.10
het doel van de transmissie bij een voertuig toelichten en de soorten
krachtoverbrengingen herkennen.
de onderdelen van de transmissie aanduiden en benoemen.
de principewerking van een differentieel toelichten aan de hand van
een didactisch model.
de functie van een versnellingsbak omschrijven.
Transmissie
het toepassingsgebied en de symbolische aanduiding van de meest
voorkomende olie- en koelvloeistoffen bij een voertuig weergeven.
de gevaren en de gevolgen bij een te laag oliepeil verklaren.
Olie – en koelvloeistoffen
25.3
25.4
25.4.1
25.4.2
25.4.3
25.5
25.6
25.11
25.12
25.13
25.14
25.15
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
46
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
25.16
25.17
25.18
25.19
25.20
25.21
25.22
25.23
25.24
25.25
25.26
25.27
25.28
25.29
25.30
25.31
25.32
25.33
25.34
25.35
25.36
25.37
25.38
het nut van de juiste olie- en koelvloeistof omschrijven.
het verschil tussen SAE30 en SAE40 toelichten en het
toepassingsgebied ervan omschrijven.
de vloeistofomloop aan de hand van een schema verklaren.
het praktisch nut aantonen van het gebruik van antivries.
het vloeistofniveau van motorolie, de remvloeistof en de koelvloeistof
controleren en de methode om het bijvullen omschrijven.
een voertuig visuele controleren op vloeistoflekkage.
het verschil tussen remolie en motorolie toelichten.
de samenstellende delen van wielen benoemen en hun onderlinge
afhankelijkheid beschrijven.
de symbolische aanduiding van banden opzoeken en verklaren.
de werkmethode bij het vervangen van een wiel toelichten.
de bandendruk meten en op spanning brengen.
de graad van slijtage van banden vaststellen.
de auto veilig opkrikken en ondersteunen.
het wiel van het voertuig demonteren en monteren.
een band van de velg afnemen en opleggen (U).
een buitenband herstellen U).
een wiel balanceren (U).
Wielen / banden
de verschillende soorten remmen benoemen en hun voor - en
nadelen omschrijven.
de onderdelen van een reminstallatie aanduiden op een figuur.
de principewerking van de remmen toelichten.
Gedemonteerde remmen controleren en gebreken vaststellen.
de specifieke veiligheids- en gezondheid voorschriften bij het
vervangen van remmen toelichten.
Remmen
een overzicht maken van de meest voorkomende lagers in een
voertuig en hun toepassingsgebied omschrijven.
Lagers
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
47
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
25.39
25.40
de werkmethode om een lager te vervangen toelichten.
de gepaste smeermiddelen onderscheiden en toepassen (waar
mag), om de functie van het lager te verbeteren.
25.41
25.42
de noodzaak aan vering toelichten.
de verschillende soorten herkennen aan een voertuig.
Vering
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Beperk de theoretische uiteenzettingen. Geef vooral de leerlingen de kans om de techniek te ontdekken en om met de uitvoering bezig te zijn.
 Geef leerlingen voldoende tijd en ruimte tijdens hun werkzaamheden.
 Laat didactische voorbeelden zien van het te realiseren werk.
 Laat het passende gereedschap gebruiken en benadruk de veilig gebruik ervan.
 Geef de leerlingen voldoende documenten mee, en/of gebruik een duidelijk leerplangericht handboek, dat als naslagwerk kan gebruikt worden.
26
Auto elektriciteit
26.1
vertrekkende van een bestaand schema een opgegeven elektrische
kring inkleuren.
de voorkomende codes en symbolen in een schema onderscheiden
en hun functie verduidelijken.
Schema’s
aan de hand van een eenvoudig praktisch voorbeeld de wet van
Ohm afleiden en toepassen om een van de grootheden (U, I, R) te
bepalen in een elementaire elektrische kring.
de vervangingsweerstand van twee in serie en/of parallel geplaatste
weerstanden bepalen.
het ontstaan van spanningsverlies door slechte verbindingen
toelichten.
het verschil tussen arbeid en vermogen verduidelijken en hun
symbool en eenheid weergeven.
Wetmatigheden
het veldlijnenverloop rond een spoel schetsen.
aan de hand van de opgegeven formule het verband tussen de
Magnetisme
26.2
26.3
26.4
26.5
26.6
26.7
26.8
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
48
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
26.9
26.10
26.11
26.12
26.13
26.14
26.15
26.16
26.17
26.18
26.19
26.20
26.21
26.22
26.23
26.24
26.25
veldsterkte en de stroomsterkte toelichten (U).
de grootte en de vorm van de veldsterkte van een stroom-voerende
spoel toelichten (U).
enkele toepassingen van het elektromagnetisme opnoemen.
een elektrische kring waarin een relais gebruikt wordt inkleuren op
het elektrisch schema van een auto.
de beperkte mogelijkheden voor de meetmogelijkheden met een
Elektrische metingen
multimeter bij een recente wagen verklaren.
met een multimeter de spanning, stroomsterkte en weerstand meten.
een multimeter toepassen om kabelbreuk op te sporen.
de methodiek bij het meten toelichten om beschadiging van het
meettoestel te voorkomen.
de elementaire werking van een batterij toelichten.
een batterij veilig vervangen volgens de gegevens van de
constructeur.
het principe van de ontsteking toelichten.(U)
kleine gebreken aan een elektrische installatie van een wagen
opsporen aan de hand van het fout zoeken voorgeschreven door de
constructeur. (U)
een ontstekingskaars vervangen.
een onderbreking in de kring opsporen en verhelpen.
Elektrische installatie
de verschillende lichten benoemen.
de genormaliseerde symbolen gebruiken.
verlichtings- en signalisatielampen vervangen volgens de gegevens
van de constructeur.
de schakeling inkleuren op het elektrisch schema van een auto.
Verlichting
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Laat leerlingen werken op hun niveau en voorzie een opbouw in de voorziene opdrachten.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
49
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
 Geef leerlingen tijd en ruimte om hun werkzaamheden te realiseren
 Hecht voldoende belang aan het ordelijk werken en de veiligheid.
 Werk waar kan vanuit de technische informatie die de constructeur ter beschikking geeft.
 Leg het waarom uit en beperk het niet enkel tot het vaststellen van feiten.
27
Carrosserie
27.1
een werkmethode opvolgen bij het monteren en demonteren van
carrosserieonderdelen en veilig stapelen om verdere beschadiging
tegen te gaan zoals bijvoorbeeld bumpers, deuren, motorkap,
kofferdeksel, binnenbekleding, scharnieren en sloten en
randapparatuur
de goede werking van de scharnieren en sloten controleren
met de juiste techniek een carrosserieonderdeel vakkundig
vervangen zoals een deur, motorkap...
Monteren en demonteren van carrosseriedelen
een beschadigd onderdeel reinigen, fouten aanduiden en een
gepaste herstellingsmethode voorstellen .
kleine oneffenheden uitdeuken met het aangepaste gereedschap en
de juiste techniek.
het belang van een goede verlichting bij het beoordelen van
plaatwerk verduidelijken.
de bewerkingstechniek toelichten en toepassen bij een:
lichte deuk,
platvlak,
gebogen vlak,
plooi,
multi spot (U),
zware deuk (U).
Bewerkingstechnieken
een carrosserie-onderdeel schuren en plamuren met de juiste
techniek en het gepaste materiaal om spuit klaar te maken.
het onderdeel zuiver afwerken.
Schuren en plamuren
27.2
27.3
27.4
27.5
27.6
27.7
27.7.1
27.7.2
27.7.3
27.7.4
27.7.5
27.7.6
27.8
27.9
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
50
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
27.10
de algemene voorbereidende werkzaamheden toelichten voor het
spuiten van een eenvoudig onderdeel.
een beperkte spuitbewerking uitvoeren op een voorbewerkte plaat.
het spuitwerk op kwaliteit beoordelen volgens opgegeven criteria.
Spuiten
27.13
carrosserieonderdelen wassen en onderhouden met de gepaste
methodiek en materiaal.
Onderhouden
27.14
de vernieuwingen binnen de autosector herkennen en toelichten.
Nieuwe trends in de autosector
27.11
27.12
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Hecht ruime aandacht aan veiligheid en milieuaspecten tijdens het voorbereiden, schuren en plamuren, spuiten en onderhoudswerkzaamheden.
 Gun de leerlingen de nodige voorbereidingstijd zodat zij hun werk grondig kunnen voorbereiden.
 Controleer individueel en remedieer de leerlingen tussentijds, zodat fouten zich niet opstapelen.
 Laat steeds goed werkende gereedschappen gebruiken om de werkzaamheden uit te voeren.
 Maak een specifiek zelfevaluatieformulier op, eigen aan de werkzaamheden en gebruik dit tijdens de overlegmomenten met de leerlingen.
 Laat de inhoud (kern) van de les regelmatig samenvatten door de leerlingen.
28
Project (Bij dit leerplan moet minstens één project gerealiseerd worden over de clusters heen, per leerjaar)
28.1
volgens de opgegeven stappen een concreet project realiseren met
inhouden uit het leerplan (zie algemene aspecten:
leerplandoelstellingen die betrekking hebben op het projectverloop).
Realiseren van een project
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 zie de pedagogische- en didactische wenken vooraan in het leerplan bij het hoofdstuk “Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben
op het projectverloop”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
51
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
DEELCLUSTER KOELING EN WARMTE (BASIS)
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
2
De leerlingen kunnen
29
Technisch tekenen
29.1
de elementen van een huishoudelijke sanitaire installatie en een
huishoudelijke centrale verwarming aanduiden in een bouwplan van
een woning.
in een bouwplan het rioleringssysteem herkennen en de
voorkomende symbolen toelichten.
de voorkomende schaalverdeling verklaren.
de verplichte- en noodzakelijke elementen in een sanitaire en
verwarmingsinstallatie aanduiden op een tekening.
de soorten leidingen herkennen op een schema:
aanvoer van gas en –waterleidingen,
warm- en koud waterleidingen,
mazout- en gasleidingen.
Bouwkundig plan
Tekentechniek
29.10
29.11
zich een werkstuk voorstellen aan de hand van een tekening.
een situeringsschets maken van een installatie.
eenvoudige constructies opmeten en op schaal tekenen en/of
schetsen.
van een schets een technische tekening maken al of niet door
gebruik te maken van een CAD programma.
van een buisinstallatie een isometrisch schets maken.
normalisatie, symbolen herkennen.
29.12
29.13
29.14
de soorten doorsneden herkennen.
een werktekening maken voorzien van een aanzicht in doorsnede.
van de doorsnede de nodige symbolen en arcering aanbrengen.
Doorsneden
29.2
29.3
29.4
29.5
29.5.1
29.5.2
29.5.3
29.6
29.7
29.8
29.9
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
52
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
2
De leerlingen kunnen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Hecht vooral belang aan het inzichtelijke, de opbouw, de normalisatie en het probleemoplossend denken bij het lezen en verwerken van tekeningen.
 Hecht voldoende belang aan het lezen van tekeningen en gebruik hierbij reëel getrouwe plannen.
 Het technisch schetsen moet voldoen aan opgegeven kwaliteitscriteria en is zeker niet een verzameling van wat ruwe slordige lijnen.
 Het is aan te bevelen dat leerlingen in contact komen met 3D CAD tijdens het uitwerken en realiseren van hun project.
 Laat van het te realiseren werkstuk de werktekeningen maken (of technische schetsen).
 Vertrek van een eigentijd, reëel en haalbaar project waarvan je een prototype hebt. Hierdoor krijgen de leerlingen een duidelijk beeld van de realisatie.
30
Constructie en realisatietechnieken
30.1
de nodige specifieke informatie halen uit tekeningen, schema’s of
schetsen om een werkplanning uit te werken.
van een sanitaire installatie een overzicht maken van de gebruikte
materialen en gereedschappen.
van een buisinstallatie een overzicht maken van de te gebruikte
materialen en gereedschappen.
de werkmethode lezen en volgens de regels van goed vakmanschap
opvolgen.
Werkvoorbereiding
30.5
30.6
30.7
de gepaste klem- en ondersteuningsmiddelen gebruiken.
het toerental van snijmateriaal bepalen en instellen.
een boring uitvoeren in hard en zacht materiaal zoals bijvoorbeeld
steen, metaalplaat, hout.
Boren in diverse materialen
30.8
een buis ontbramen ter voorbereiding van het manueel of machinaal
schroefdraad snijden.
een buis voorzien van bevestigingsschroefdraad eigen aan de
centrale verwarming.
een buizensnijder vakkundig gebruiken.
Schroefdraad snijden
verschillende goten erkennen, toepassingen opsommen,
verwerkingsinstructies naleven.
Het vorm geven van plaat en buismateriaal
30.2
30.3
30.4
30.9
30.10
30.11
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
53
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
2
De leerlingen kunnen
30.12
een buisconstructie vakkundig vorm geven volgens het opgegeven
plan voor:
30.12.1 koper,
30.12.2 staal,
30.12.3 kunststof.
30.13
een eenvoudige plaatconstructie ontwikkelen door het toepassen van
plooien.
30.14
een plaat vormen door gebruik te maken van het walsen (U).
30.15
30.16
30.17
30.18
30.19
30.20
30.21
30.22
30.23
30.24
buismateriaal op maat inkorten door gebruik te maken van een
buizensnijder.
plaatmateriaal op maat inkorten of versnijden.
met een metaalhandschaar een plaat vormen.
Knippen en snijden van plaat en buismateriaal
het gebruik van de soldeergereedschappen toelichten.
de kenmerken van soldeer- en vloeimiddelen opsommen.
soldeer- en vloeimiddelen veilig en vakkundig toepassen tijdens een
realisatie.
platen en buizen solderen volgens opgegeven vorm en afmeting.
verschillen tussen goten erkennen; toepassingen opsommen of
aantonen; verwerkingsinstructies naleven.
een buisconstructie in kunststof verbinden en controleren op
dichtheid.
onderdelen en buizen bevestigen aan een muurconstructie.
Installatie- en bevestigingstechniek
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit
 Bedenk oefeningen die leerlingen stimuleren en voorzie hierbij de gepaste werkvormen of samenwerkingsverbanden. .
 Schenk ruime aandacht aan de juiste werkmethode en de veiligheid.
 Belang doen inzien van de juiste keuze en gebruik van het hulpgereedschap.
 Geef leerlingen voldoende tijd en ruimte zodat zij hun werk grondig kunnen voorbereiden en realiseren.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
54
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
2
De leerlingen kunnen
 Voorzie reflectiemomenten om het werk te evalueren.
 Controleer individueel en remedieer de leerlingen tussentijds, zodat de fouten zich niet opstapelen.
 Gebruik steeds goed werkende gereedschappen om de werkzaamheden uit te voeren.
 Gebruik passende instructies en verduidelijk deze met de nodige figuren.
 Maak een specifiek zelfevaluatieformulier op, eigen aan de werkzaamheden en gebruik dit tijdens de overlegmomenten met de leerlingen.
31
Toegepaste materialenleer en -technieken
31.1
Toestellen en installatiemateriaal
informatie over de toegepaste materialen opzoeken en hiermee
rekening houden bij de verwerking ervan.
diverse soorten sanitaire- en verwarmingstoestellen onderscheiden in
een huishoudelijke installatie en hun toepassingsgebied omschrijven.
een eenvoudig sanitair toestel plaatsen in een opdracht volgens de
gegevens van de constructeur.
bij het verankeren van een toestel de juiste bevestigingsmaterialen
kiezen en toepassen.
bij de verschillende goten, aanvoer en afvoerbuizen onderscheiden
de en hun toepassingsgebied situeren.
de soorten materialen goten, aanvoer en afvoerbuizen en de
grondstof waaruit ze zijn gefabriceerd kort omschrijven en de voor –
en nadelen van verschillende soorten opsommen.
31.2
31.3
31.4
31.5
31.6
31.7
31.7.1
31.7.2
31.7.3
31.7.4
31.7.5
31.7.6
het verschil tussen de volgende begrippen toelichten en er een
voorbeeld van geven:
energie – brandstof.
aanvoercollector – afvoercollector .
warmte – temperatuur – behaaglijkheidsgevoel.
convectie – straling – geleiding.
kamerthermostaat – ketelthermostaat.
Isolatie – geleiding.
Begrippen
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
55
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
2
De leerlingen kunnen
 Integreer de theorie waar kan in de praktijk en vertrek hierbij vanuit de ervaringswereld van de leerlingen.
 Men mag niet vergeten dat de theoretische achtergronden de basis vormen voor de praktijk.
 Verlaag het niveau niet en voorzie een opbouwende en gefaseerde methode om het einddoel te bereiken.
 Betrek de leerlingen bij de les en wissel regelmatig af van werkvorm, zodat de leerlingen gestimuleerd worden (en blijven) bij het leren.
 Schenk voldoende aandacht aan het leren leren.
 Tracht bij de opdrachten gedifferentieerd te werken zodat zowel de sterke leerlingen als de zwakkere voldoende aanbod komen tijdens de les.
 Verduidelijk de les met didactische materialen zodat leerlingen aanschouwelijk de lessen kunnen volgen.
32
Project (Bij dit leerplan moet minstens één project gerealiseerd worden over de clusters heen, per leerjaar)
32.1
volgens de opgegeven stappen een concreet project realiseren met
inhouden uit het leerplan (zie algemene aspecten:
leerplandoelstellingen die betrekking hebben op het projectverloop)
Realiseren van een project
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 zie de pedagogische- en didactische wenken vooraan in het leerplan bij het hoofdstuk “Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben
op het projectverloop”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
56
DEELCLUSTER KOELING EN WARMTE (VERDIEPING)
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief gedrukt
LEERPLANDOELSTELLINGEN
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
33
Constructie en realisatietechnieken
33.1
Ontwerp
33.3
een ontwerp maken van een eenvoudige huisinstallatie volgens
opgegeven criteria.
van het ontwerp de nodige materialen en hulpmiddelen
inventariseren.
een eenvoudige kostprijsberekening uitvoeren voor het ontwerp.
33.4
33.5
de wettelijke aansluiting aan het waternet omschrijven.
de werking van een terugslagklep toelichten.
Huisinstallatie aansluiting
33.6
de werking van een afvoersysteem toelichten en de goede werking
van een afvoerinstallatie controleren.
een afvoersysteem aansluiten van een huishoudelijke installatie
zoals een wasbak en testen op dichtheid.
Afvoersystemen
de handelsproducten ventielen, kleppen, afsluiters en kraanwerk
opzoeken en hun eigenschappen inventariseren.
het binnenwerk van een kraan vervangen volgens de gegevens van
de constructeur.
een dichting vervangen aan een kraanwerk en testen.
een kraan installeren volgens de gegevens van de constructeur en
vakkundig aansluiten en testen.
de principiële werking van een thermostatische radiatorkraan
toelichten.
de werkzaamheden uitvoeren met het juiste gereedschap.
Ventielen, kleppen, afsluiters en kraanwerk
het toepassingsgebied van soepele aansluitdarmen omschrijven en
de aansluiting realiseren.
de werking van een veiligheidsklep omschrijven en deze plaatsten in
een eenvoudige opdracht.
Koppelingen en kleppen
33.2
33.7
33.8
33.9
33.10
33.11
33.12
33.13
33.14
33.15
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
57
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
33.16
33.17
33.18
33.19
een leiding voorbereiden door het op maat brengen van de buis.
het dichtingsmateriaal en –ringen aanbrengen volgens de gegevens
van de constructeur.
de aansluiting realiseren en vakkundig aandraaien.
de aansluiting testen op dichtheid en afwerken.
Aansluiten van kunststofbuis voor sanitaire koud en warm
water
33.20
de handelsproducten opzoeken van vul- en dichtingsmiddelen en hun Vul- en dichtingsmiddelen
eigenschappen inventariseren.
33.21
Isolatie
33.22
een onderverdeling maken van de soorten isolatie met de bijhorende
eigenschappen en toepassingen.
het nut en de mogelijkheden om buizen te isoleren toelichten.
33.23
33.24
de kenmerken van een éénbuis- en tweebuissystemen.
verwarmingselementen plaatsen volgens de het opgegeven plan.
Verwarmingssysteem en -elementen
33.25
op een eenvoudige manier de VLAREM wetgeving toelichten in
functie van het uitgevoerde werk (U).
Regelgeving (U)
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 Demonstreer de technieken zodat leerlingen zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de techniciteit.
 Bedenk oefeningen die leerlingen stimuleren en voorzie hierbij de gepaste werkvormen of samenwerkingsverbanden. .
 Schenk ruime aandacht aan de juiste werkmethode en de veiligheid.
 Belang doen inzien van de juiste keuze en gebruik van het hulpgereedschap Gun de leerlingen de nodige voorbereidingstijd zodat zij hun werk grondig
kunnen voorbereiden.
 Controleer individueel en remedieer de leerlingen tussentijds, zodat de fouten zich niet opstapelen.
 Gebruik steeds goed werkende gereedschappen om de werkzaamheden uit te voeren.
 Gebruik passende instructies en verduidelijk deze met de nodige figuren.
 Maak een specifiek zelfevaluatieformulier op, eigen aan de werkzaamheden en gebruik dit tijdens de overlegmomenten met de leerlingen.
34
Project (Bij dit leerplan moet minstens één project gerealiseerd worden over de clusters heen, per leerjaar)
34.1
volgens de opgegeven stappen een concreet project realiseren met
inhouden uit het leerplan (zie algemene aspecten:
Realiseren van een project
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
58
20B
DECR. NR.
19B
LEERINHOUDEN
21B
De leerlingen kunnen
leerplandoelstellingen die betrekking hebben op het projectverloop).
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
 zie de pedagogische- en didactische wenken vooraan in het leerplan bij het hoofdstuk “Algemene aspecten: leerplandoelstellingen die betrekking hebben
op het projectverloop”.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
59
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN

In het leerplan zijn een aantal uitbreidingsdoelstellingen opgenomen.
Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid door een (U) na de doelstelling en zijn cursief
gedrukt. Alle leerplandoelstellingen moeten gerealiseerd worden gedurende de opleiding
(tweede graad) behalve deze aangeduid met (U). Uitbreidingsdoelstellingen moeten enkel
bereikt worden als het niveau van de leerlingen dit toelaat. Ze kunnen ook gebruikt worden bij
de invulling van het complementair gedeelte.

Maak duidelijke afspraken met de leerling en leg bij elke opdracht uit wat belangrijk is. De
leerling ontwikkelt zo het vermogen om het eigen werk te organiseren, realiseren en te
evalueren.

Bij het creëren van een onderwijssituatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de evenwichtige opbouw van de opeenvolgende lesfasen. De lesinhouden worden steeds op een
aanschouwelijke manier voorgesteld, gestructureerd en aangepast aan het niveau van de
leerlingen. Elke lesfase wordt beëindigd met een duidelijke synthese.
Om de leerling doelgericht te laten werken is het noodzakelijk, dat de leerling over de nodige
informatie beschikt.

Elke leerling is uniek en leert op zijn/haar eigen manier. Als leerkracht besteed je dan ook
voldoende aandacht aan het leren leren. Leerlingen krijgt kansen om zelf dingen te
ontdekken.

Succesbeleving is voor elke leerling een belangrijke motiverende indicator en is een middel tot
waardering. Het gebruik van verschillende didactische werkvormen tijdens het leerproces is
hierbij essentieel.

Gebruik de agenda als communicatiemiddel en noteer er ook positieve commentaren in
overleg met andere leerkrachten (vakgroep) over inhoudelijke aspecten en de samenhangen
ervan.
AANDACHTSPUNTEN

Er wordt steeds uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken
kunnen worden besteed aan een het verder uitdiepen van de leerstof of voor uitbreidingen.
Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen.

Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof systematisch
te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van
een zelfgemaakte cursus expliciet aanbevolen.
GEÏNTEGREERDE AANPAK
INLEIDING
Door de grotere nood aan ervaringsgericht onderwijs is het belang van de relatie tussen
theorie en praktijk toegenomen. Het leren wordt opgevat als een proces waarbij er een
afwisseling is tussen het opdoen van ervaringen en het ontwikkelen van competenties.
De lessen sluiten zou nauw mogelijk aan bij de leefwereld van de leerlingen zodat de theorie
niet abstract overkomt, maar een concrete betekenis krijgt.
Theorie en praktijk zijn geen eilanden en kunnen dus moeilijk gescheiden aangeboden
worden.
WAAROM EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK?
Omwille van:
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
60
 didactisch meerwaarde: het geïntegreerd werken zal het leer- en probleemoplossend denken
optimaal ondersteunen;

grotere motivatie van de leerlingen;

leerlingen krijgen de mogelijkheid een eigen inbreng te doen.
PEDAGOGISCHE AANPAK
In het leerplan wordt geen onderscheid gemaakt tussen PV en TV. Hoe en wanneer de
leerplandoelstellingen gerealiseerd worden, kan uitgestippeld worden door de vakgroep.
TIMING - JAARPLAN
Van elke leraar wordt verwacht dat hij/zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning
opmaakt. Deze planning zal opgemaakt worden volgens de richtlijnen die de school geeft
bijvoorbeeld via smartschool. Met het planningsdocument kan je aangeven wat je gaat geven
in het eerste – en tweede leerjaar en hoe je het leerplan globaal zal realiseren. Het is moeilijk
aan te geven hoeveel tijd er aan elk hoofdstuk besteed wordt, daar het tempo van de
leerlingen afhankelijk is van hun inzet, hun bereidwilligheid om te leren, de aanpak van de
leerkracht, de instructies en uitgewerkte opgaven voor de leerlingen, de leesvaardigheid van
de leerlingen, de aangeboden probleemstellingen en projecten, de aanwezige
infrastructuur ….
Horizontale en verticale samenhang van de aangeboden leerstof is noodzakelijk. De opbouw
van de leerstof zal progressief binnen een leerlijn uitgewerkt worden. Eenvormigheid en
duidelijkheid versterken de transparantie.
De verschillende jaarplannen van de verschillende leerkrachten moeten op elkaar zijn
afgestemd. Overleg tussen de verschillende leraren is absoluut noodzakelijk en kan best
gerealiseerd worden binnen de vakgroep. Om het leerplan van de graad te realiseren zullen
tijdens het schooljaar de vorderingen van de verschillende leerkrachten regelmatig
geëvalueerd worden, waarbij leerkrachten hun voorstellen tot bijsturing van de jaarplannen
kunnen motiveren.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Na elk onderdeel zijn specifieke pedagogische-didactische wenken opgenomen. Deze wenken
zijn niet limitatief en kunnen altijd aangevuld worden in relatie tot de leerlingenkenmerken en
de mogelijkheden binnen de school.
HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE
Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de
school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het
gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het
onderwijsleerproces te ondersteunen.
Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de
maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er
komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren
hier zinvol en veilig mee om te gaan.
Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen
beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen,
zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht
voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie
binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen
uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te
kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen
in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
61
onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken
van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde
leeromgeving.
Het open leercentrum als krachtige leeromgeving
Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig,
op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.
Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum

uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,

ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,

uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.
In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In
werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke
leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als
OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen.
Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het
echter nuttig om over een OLC te beschikken?

Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende
leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige
leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend
leren, projectmatig werken ...Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid
krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van
extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.

Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten
moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet
iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt
het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een
OLC gebruik kunnen maken.
Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:

ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes
om in groep te werken);

ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …

digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;

materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen
zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een
openkastsysteem;

kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).
In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICTmogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om
bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille
ruimte) of voor groepswerk (discussie mogelijkheid).
Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:

het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal
kunnen gerealiseerd worden;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
62
 het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan
zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door
middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;

het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode
voor en/of na de lesuren).
Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze
beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en
praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische
aspecten.
Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie
van de ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC
beperken.
ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren.
ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:

Zelfstandig oefenen in een leeromgeving
Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende
mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van
deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van
tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving
Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht
optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische
leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven
Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen
kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s
bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie
Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het
internet.
Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader
van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.
De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste
vorm.

Voorstellen van informatie aan anderen
Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning met
tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren
Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan
derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
 Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen
63
De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een
scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk
dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te
reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de
leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende
middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
VOET
Wat en waarom?
1
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden
eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.
De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!
Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage
leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.
Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels
per graad geformuleerd wordt.
Globaal:

een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden
Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten
van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle
andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;

zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:

lichamelijke gezondheid en veiligheid,

mentale gezondheid,

sociorelationele ontwikkeling,

omgeving en duurzame ontwikkeling,

politiek-juridische samenleving,

socio-economische samenleving,

Per graad:
socioculturele samenleving.

leren leren,

ICT in de eerste graad,

technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team
De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair
onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de
gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun
samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen.
1
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien
zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel
naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
64
Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project
vorm te geven.
Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.
De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten
aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden
aan bod komt.
Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
65
EVALUATIE
Doelstelling van evalueren
Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen
bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken
van de leerplandoelstellingen en over het leerproces.
Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk - een belangrijke pijler binnen de
kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren.
Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren
heen, is het logisch dat:

de school hierover haar visie ontwikkelt;

de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
Procesevaluatie
Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering
van de realisatie van de kennis, de verschillende vaardigheden, de vakgebonden - en de leerattitudes
om hun leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen
centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde
methode.
De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen:

observatie in de klas,

reflectiegesprekken,

zelf-, peer-, co-evaluatie,

oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep,

mondelinge en schriftelijke overhoringen,

huistaken,

…
Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakattitudes staan expliciet in de
leerplannen vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de
randvoorwaarden om te leren.
Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken
(SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet
zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht.
Productevaluatie
Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, beogen de evaluatie van het realiseren van de
leerplandoelen. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan
bod.
Rapporteren
De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de
vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan
remediëren.
De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren..
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
66
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN2
Algemeen
De leerplancommissie veronderstelt een goed uitgerust vaklokaal waar theorie, proefondervindelijk
waarnemen en projectgebonden realisaties naast elkaar kunnen behandeld worden. Het spreekt voor
zich dat dit lokaal is ingericht in functie van het gebruik van de moderne media. De leerkracht kan bij
voorkeur beschikken over een vaste opstelling met projectiesysteem om nieuwe leerstofonderdelen
interactief te verduidelijken.
Het is raadzaam om een roulatiesysteem tot stand te brengen om verouderde apparatuur op regelmatige wijze te vervangen door nieuwere technologieën.
Onderstaande lijst moet beschouwd worden als een niet limitatieve lijst. Lerarenteams zullen op basis
van hun pedagogisch-didactische aanpak en de behandelde projecten deze lijst continu bijsturen.
Gelet op de snelle technische evolutie zullen de technische middelen om de leerplandoelstellingen te
realiseren kunnen zowel op de school als op stage/werkplekplaats aanwezig zijn.
ALGEMEEN VOOR DE WERKPLAATS
Lesruimte – overlegruimte voorzien met:

Aangepaste werkbank

PC en aangepast software aangesloten op internet

Printer

Beamer

CAD teken programma (3D)
Veiligheidsvoorzieningen
2

Gemeenschappelijke en individuele beschermingsmiddelen

Brandblusapparaten

EHBO-kast en EHBO-kit

Evacuatieplan

Gevaar pictogrammen

Technische fiches van de producten
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:
-
Codex
ARAB
AREI
Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:
-
de uitrusting en inrichting van de lokalen;
de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat:
-
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;
alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;
de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
 Veiligheidsbril met zijbescherming

Veiligheidsinstructiekaarten

Werkplaatsreglement

Veiligheidshandschoenen

Veilige werkkledij
GEREEDSCHAP VOOR DE ALGEMENE TECHNISCHE
EN PRAKTISCHE VORMING:
Klein gereedschap

Set schroevendraaiers

Set diverse tangen voor mechanische en elektrische toepassingen

Set sleutels

Handschaar voor metaal

Handslijpmachine

Kanttasters

Set boren

Slagcijfers

Set bankhamers

Krasnaald

Tappen, draadsnijkussens en wringijzer

Trekklinktang

Set vijlen

Zaagbeugel met zaagbladen

Riemschijftrekker

Montage en demontage gereedschap

Bankschroef
Meet-, afteken-, en controlegereedschap

Meetlat

Set winkelhaken

Rechte lat en/of haarliniaal

Steekpasser

Hoekmeter

Hoogtemaat

Schuifmaat

Dieptemaat

Micrometer

Vlakplaat

Meetklok

Ruwheidsplaatjes

Sinusliniaal
67
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
 Slijpmal

Schroefdraadmal/kam
Machines

Compressor

Afkortmachine

Kleine plooibank voor plaatmateriaal

Kleine plooibank voor buismateriaal

Kolomboormachine

Boormachine met coördinatentafel

Puntlastoestel

Plaatschaar

Handboormachine

Elektrische slijpsteen

Bandschuurmachine
Lassenconstructie

Lastafel

Gas afzuiginstallatie

Slijpschijf

Lasschort

Elektrische lasinstallatie MIG/MAG en/of TIG en/of lastransformator voor het lassen met
beklede elektroden

Set specifieke tangen

Laskappen

Bikhamer
Elektriciteit

Automaten

Buizensnijders (TAL-buis)

Buizensnijders (TTh-buis)

Elektricienmes

Els

Juniorzaagbeugel + zaagje

Multimeter (A-,V-en meter)

Handtester

Looplamp

Verlengsnoer

Plooiveer (16 mm)

Soldeerbout (op veilige spanning)

Voedingen: gelijk- en wisselspanning

Vouwmeter of maatlat of rolmeter
68
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
MATERIALEN VOOR DE CLUSTER MACHINES (BASIS + VERDIEPING)

Machineklem

Spanklemmen

Draaibank met snijgereedschappen

Freesmachine met snijgereedschappen

De mogelijkheid om een bezoek te brengen aan een CNC machine.

Elementaire software cnc

Kartelapparaat

Schroefdraadbeitel (metrische schroefdraad)

Spaanhaak

Set boren eigen aan de opdracht:
MATERIALEN VOOR DE CLUSTER AUTO (BASIS + VERDIEPING)
Cluster auto (basis)

Fietssteun

Kettingspanner-Ketting pons

Ketting tang

Circlipstang

Set frezen (balhoofd, trapas)

Gewone sleutels (steek, moer, ring, dop, torx, inbus …)

Specifieke sleutels (nippel, bracket, balhoofd, cassette, conus, pedaal, …)

Informatie van de constructeur

Buizensnijder

Diverse klemmen

Spaakspanningsmeter

Inpersgereedschap

Momentensleutels

Banden lichters

Spaakliniaal, centreerboog

Wielrichter

Set doorslagen

Uitdrijfgereedschap

Voetpomp

Compressor

Looplamp

Haspel voor elektrische verlengkabel en perslucht

Eigentijdse fietsen

Losse wielsets
69
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
Uitrusting cluster auto verdieping

Antivriesmeter

Compressor

Diverse motoren

Diverse soorten tassen

Felsijzer

Krik

Motorsteuntjes

Technische informatie van de constructeur

Voelermaatjes
MATERIALEN VOOR DE CLUSTER KOELING EN WARMTE (BASIS + VERDIEPING)

Buizenklemmen

Buizensnijder voor stalen buis

Buizensnijders voor koper

Buizensnijders voor kunststof

Conische uitzettang

Diverse circulatiepompen

Diverse expansievaten

Diverse kamerthermostaten

Diverse radiatorkranen/voetventielen

Diverse radiatorthermostaten

Diverse verwarmingslichamen (radiatoren/convectoren)

Diverse warmwaterbereiders

Draadsnijgereedschap

Handboor - klopboormachine

Koevoet

Koperplooitang

Kunststofsnijtang

Lavabotang

Ontbramer stalen buis

Ontbramers metaal en kunststof

Radiatorsleutel

Schietlood en waterpas

Universele laser uitlijning

Set kopertappen

Set ring- en steeksleutels

Snoerloos boormachine

Uitzettappen
70
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
 Waterpomptang
71
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
72
BIBLIOGRAFIE
Informatie over handboeken kan je bekomen via internet. Je zoekt via de zoekmachine naar de
betreffende uitgever waar je de voornaamste informatie kan terugvinden.

Uitgeverij De Boeck
http://www.uitgeverijdeboeck.be

Uitgeverij Pelckmans
http://www.pelckmans.be

Uitgeverij Van In
http://www.vanin.be

Uitgeverij Wolters Plantijn(en Novum)
http://www.woltersplantijn.be

Uitgeverij Standaard
http://www.standaardboekhandel.be
http://www.internetboekhandel.nl/elec.htm

Academic Service catalogus
http://www.sdu.nl/pdf/Techniek exact-final.pdf

Innovam
http://www.uitgeverijinnovam.nl<http://www.uitgeverijinnovam.nl>

Algemene informatie
http://www.lerarenlinks.be/index.php?page=home&cat=7
ENKELE SPECIFIEKE BIBLIOGRAFIE
Informatie over de handboeken kan je bekomen via het internet. Je zoekt via de zoekmachine naar de
desbetreffende uitgevers of titel waar je de verdere info kan bekijken.
MECHANICA
Lammers: diverse boeken

Monteren en stellen / K 14 / deel Werkboek

Techniek op maat / Bronnenboek / deel Metaaltechniek

Niet-verspanende techniek / 2 / deel Werkboek
Verspanende techniek / 2 / deel Werkboek

Verspanende techniek / 1 / deel Werkboek

Metaaltechniek / 2 4VBO / deel Praktijkboek

Metaaltechniek / 3Vbo / deel Praktijkboek 2

Basisvaardigheden plaatwerk / Werkboek

Zo werkt dat !

Plaatwerken / 1 / deel Werkboek / druk 2
Basis frezen / 1 / deel Werkboek
Basisvaardigheden metaal machinebankwerken werktuigbouw Werk
Materialenkunde technici
BUDINSKI, K.G., , Academic Service,
Verspanende technieken
CREMERS, F., EVENS,
JANSSENS, Wolters Plantyn,
Machineonderdelen,
MATEK, R.,
Academic Service
Verspaningstechniek,
TSCHATSCH, H., Academic Service
Mechanica.
BELMANS, J. Plantyn.
Pneumatische en elektrooneumatische begrippen
BELMANS, J.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
De Standaard educatieve.
73
Materiaalkunde: Algemene beginselen.
BEUMIER
Educaboek,
Tabellenboek voor metaaltechniek
DE CLIPPELEER, W.,.
Meettechniek en materialenleer
GIJBELS, J. en VERMEIREN, C., ,
Wolters Plantyn,
Gereedschapsleer,
HEEREN, LEENDERS, STAM
Materialenleer
INGELS, H., Standaard .
Verspaning
INGELS, H, Standaard
Mechanische metaalbewerking
LEENDERS, J., , STAM
ELEKTRICITEIT
Project huisinstallatie Installatiemethoden en praktijk elektriciteit Deel 1,2
Rudi Vrancken Plantijn
Halfgeleiders bouwstenen,
J. CUPPENS, M. SAEYS die Keure,
Diaitale Technieken.
Werken met robots, P.E.M.
Van den Wijngaert,
Maklu
Standaard, Antwerpen
Gedifferentieerd leerpakket Elektriciteit,
K. STANDAERT
Deel 1 A, 1 B en 2
Installatiepraktijk,
J. VEKENS
Deel 1 en 2
Elektrotechniek. een pakket met verschillende titels,
H. CLAASEN, T. GERMERAAD,
H. JANSSEN, e.a.
Didactiek voor beroepspraktijk en technische vakken, A. DE LEPELEIRE, H. VERKERKEN
Deel 1 en 2
Technologische opvoeding in Informatietechnologie, W. DE BACKER, F. STORMS en
Deel 1 en 2
P. VAN AELST
Elektrotechniek - elektromontage schakelpracticum,
H. CLAASSEN, T. GERMERAAD,
H. JANSSEN, P. OSINGA, P. VAN DER SLEEN, W. VAN VERSEVELD, G. VERWIJK,
Vaktekenen en technische schetsen,
Uitgeverij Technologisch Instituut KVIV, Desguinlei 214 B, 2018 Antwerpen
Tekenbundels nr. 300, 301
Plantyn, Deurne
Serie elektrotechniek:
H. COOREMAN, CLAERHOUT, DE BRUYN,
Elektriciteit - Deel 1, 2
DEKELVER
Materialenleer - Deel 1 Tekenen - Tekeninglezen - Deel 1, 2
Elektrotechnisch Tekenen, schema's lezen 1, 2 .
Installatieleer
Mechanica (F = m.a)
J. BELMANS
De Sikkel, Malle
Materialen en Grondstoffen
A. VAN CAUTER - W. MANPAEY
W. VAN HERTERYCK, G. RONSE
Elektriciteit op gelijkstroomtheorie,
M.A.J. OP 'T ROODT
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
74
Veiligheid en gezondheid bij de arbeid. Provinciaal Veiligheidsinstituut, AIB/Vinçotte, AREl (losbladig)
Besturingstechnieken,
A. HUYBRECHTS, A. VAN CAUTER
Nuttige links



















www.eandis.be - Gemengde intercommunales
www.infrax.be - Zuivere intercommunales
www.energiesparen.be
www.vreg.be
www.creg.be
www.vei.be
www.stroomopwaarts.be
www.fvbffc.be
www.niko.be
www.legrand.be
www.schneider.be
www.moeller.be
www.hager.be
www.gepowercontrols.com
www.telenet.be
www.vormelek.be
www.crocodile-clips.com/croctech/index.htm
www.walter-fendt.de/ph14nl/
www.klascement.net
AUTOTECHNIEK
Cursus EDUCAM en toekomst op wielen
Autotechnisch zakboek van BOSCH zoals:

Remmenhandboek

Dieselinspuiting

Hydrauliek & pneumatiek voor mobiele werktuigen

Auto-elektronica Deel 1 (componenten en basisschakelingen)

Auto-elektronica Deel 2 (toepassingen)

Autoschade (carrosserieconstructie en-reparatie)

Autospuiten (in het schadeherstelbedrijf)

Autotechnisch zakboek

Dieselinspuitpompen

Verdelerpompen VE

Motorelektronica

De oscilloscoop in de praktijk

Elektronica voor veiligheid en comfort

Symbolen en schakelschema's

Symbolen en voorluchtreminstallaties

Apparaten voor luchtdrukinstallaties

K-jetronic

J-jetronic

KE-jetronic
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
 Startmotoren

Bougies

Ontstoring

Dynamo's

Motronic

Batterij -ontsteking

Uitlaatgastechniek voor benzinemotoren
Boeken en cursusboeken van allerlei automerken – constructeurs
Auto elektroschema's
J., Trommelmans
De techniek van de auto constructie en werking
J. Trommelmans
Nuttige links

Toekomst op wielen

Merk gebonden websites
o
www.Timloto.org
CARROSSERIE
Réparation et peinture des carrosseries automobiles
BADOUX, E. Plantyn.
De carrosserie, herstelling en onderhoud
BAUDOUX, R., VAN EECKHOVEN, M.J.
Kluwer-Deventer
Elektrotechniek, leergang voor autotechniek
HOENSTRA, G., JONK, S, J.B. Wolters,
Service glasautomobiel, herstelling en onderhoud
HOENSTRA, G., JONK, S
Uitdeuken – richten – spuiten
Kluwer-Deventer
Schade herstellen en lak spuiten
HOOGLAND, L.P, VAM, Voorschoten,
De verfspuit
MEERE, J.A.P. , Kluwer-Deventer
De carrosserie
OLVING, P.H. Kluwer
STICHTING VAKOPLEIDING VOOR AUTOMOBIEL-, MOTORRIJWIEL- EN AANVERWANT
BEDRIJF
VAM Elek. Uitrustingen Deel 1 en 2
VAM, Voorschoten,
Praktijkopdrachten motorvoertuigentechniek
VAN KAMPEN, J.N.M.,
MOOIJENKIND, J.J.A., Voorschoten,
Practicum motorrijvoertuigtechniek voor streekscholen VAN KAMPEN, J.N.M., MOOIJENKIND,
J.J.A., VAM, Voorschoten
Nuttige links






www.timloto.org
www.monroe.be
www.emm-automotive.com
www.standox.be
www.rmpaint.be
www.glasurit.com
75
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Basismechanica
Algemene technische en praktische vorming (12/12 lestijden/week)
Gedifferentieerde vorming (8/8 lestijden/week)
KOELING EN WARMTE
CEDICOL
Praktische handleiding voor de installatie en nazicht van Stookoliereservoirs
Handleiding voor de opbouw van verwarmingsinstallaties met stookolie
Technische warmteleer
DIETZEL
Centrale verwarmingstechniek 1 t/m 7
BOERS
Handboek voor het Aardgas
KVBG
WTCB

Technische voorlichtingen

Ventilatie woningen

Kunststofbuissystemen voor distributie van koud en warm water

Dimensionering van centrale verwarmingsinstallaties met warm water

Berekeningsmethode voor vloerverwarmingssystemen
Pompen
NAUWEN
Circulatoren en snelheidsregelingen
AFIC
De sanitaire installateur
FVB
Ontwerpen van sanitaire installaties
SCHEFFER
Installatiepraktijk 1 en 2
VEKENS
Watt nu?
MICHIELS
Installatieleer
DEKELVER
Elektrotechnisch tekenen
Elektriciteit 1gelijkstroom
CLAERHOUT
Elektriciteit 2 wisselstroom en machines
GAWALO
Installatietekenen
VAM – Turnhout
Regelvoorbeelden van zonnecollectoren
VAKBLADEN:

De onderneming

Inforgas

Infomazout

De installateur
Nuttige links:









http://www.koel-combi.nl/berekening/index1.html
http://www.refrigerationbasics.com
http://www.tvb-airco.nl
http://be.refrignet.danfoss.com
http://koeltechniek.pagina.nl
http://www.refrigerationbasics.com
http://www.tvb-airco.nl
http://be.refrignet.danfoss.com
http://koeltechniek.pagina.nl
LANDYS & GYR
76
Download