Voorstel - Gemeente Borsele

advertisement
Raadsvergadering 8 september 2011
Voorstel B 5
Heinkenszand, 23 augustus 2011
Onderwerp:
voorstel tot het vaststellen van de Afstemmingsverordening WWB en Bbz gemeente
Borsele 2011
(portefeuille wethouder Miermans)
Geachte raad,
Voorstel
Hierbij treft u aan ter vaststelling de Afstemmingsverordening WWB en Bbz gemeente
Borsele 2011.
Voorgeschiedenis
Per 1 juli 2011 vervallen de overgangsbepalingen voor zelfstandigen in de Wet werk en
bijstand (WWB). Vanaf diezelfde datum treden de artikelen in de WWB met betrekking tot het
opleggen van maatregelen, ook voor zelfstandigen in werking..
Argumenten
Bij de inwerkingtreding van de WWB waren de zelfstandigen die onder het Besluit
bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) vielen uitgezonderd van de bepalingen van
artikel 18 WWB. Destijds werd verwacht dat er een nieuwe wet voor de bijstandsverlening
aan zelfstandigen zou komen. In afwachting van die nieuwe wet was het boeten en
maatregelen beleid van de oude Algemene bijstandswet nog van toepassing.
De nieuwe zelfstandigenwet is er niet gekomen zodat de regering heeft besloten het
afstemmingsregime van de WWB ook voor de zelfstandigen te laten gelden. Als gevolg
hiervan dient de ‘Afstemmingsverordening WWB gemeente Borsele 2009’ te worden
geactualiseerd.
Afstemming bijstand zelfstandigen
Via het Bbz 2004 kan er een uitkering voor het levensonderhoud worden verstrekt of een
krediet of een combinatie van uitkering en krediet. De maatregel kan alleen worden
toegepast op een uitkering voor het levensonderhoud en niet op het krediet. De wetgeving
voor de zelfstandigen (Bbz 2004) geeft voldoende mogelijkheden om bij het niet voldoen aan
de verplichtingen een strafmaatregel toe te passen als de bijstand de vorm heeft van een
krediet. Als er niet voldaan wordt aan de verplichtingen kan er via de bepalingen van het Bbz
2004 zelf worden besloten een krediet onmiddellijk op te eisen en er kan besloten worden
om geen kapitaal- of rentereductie toe te passen.
Wijzigingen verordening
Het betreft de volgende aanpassingen:
 de betekenis voor het begrip bijstandsnorm (zie wijziging artikel 1 sub en c en aanhef
artikel 5);
 uitbreiding van het begrip inlichtingen- en medewerkingsplicht (zie de toevoeging aan
artikel 12 van de verordening). Het gaat hierbij om de verplichtingen, opgenomen in
artikel 38 van het Bbz, namelijk:
1. verplichtingen die het college nodig acht voor een doelmatige bedrijfs- of
beroepsuitoefening;
2. de zelfstandige aan wie bijstand wordt verleend is verplicht naar behoren een
1
administratie te voeren en deze op eigen initiatief binnen 6 maanden na afloop van het
boekjaar waarin bijstand is verleend, aan het college te overleggen. Die plicht geldt ook
als de gemeente om de administratie vraagt, bijvoorbeeld om de bedrijfsontwikkeling te
beoordelen in het geval verlenging van de uitkeringstermijn aan de orde is.
Een verdere aanpassing is voor wat betreft het Bbz niet nodig. Voor zelfstandigen die
een uitkering krachtens het Bbz ontvangen of hebben ontvangen, gelden de algemene
inlichtingplicht en de medewerkingsplicht van de WWB namelijk evenzeer.
In de praktijk komt overigens niet vaak voor dat een maatregel wordt toegepast binnen
de Bbz. Dat komt door de specifieke aard van de regeling. De uitkering wordt in principe
als lening verstrekt en bij niet nakomen verplichtingen wordt de uitkering veelal gestopt
en teruggevorderd. Een maatregel is dan niet meer aan de orde.
Naast bovengenoemde aanpassingen is de verordening nog geactualiseerd in verband met
het vervallen van de bepalingen over de afstemming van bijstand van 65-plussers. Vanaf 1
januari 2010 is bijstandsverlening aan 65 plussers een wettelijke taak van de Sociale
verzekeringsbank geworden. Tot die tijd was sprake van een mandaat aan de Sociale
Verzekeringsbank. In verband daarmee waren afwijkende bepalingen van toepassing over
de afstemming van de bijstand van 65-plussers. Door het volledig overgaan van de
bijstandsverlening aan 65-plussers naar de Sociale verzekeringsbank zijn deze bepalingen
komen te vervallen.
Afstemming bij belemmering arbeidsinschakeling door gedrag of kleding
In zowel het regeerakkoord als het gedoogakkoord is bepaald dat de uitkering van personen
wier gedrag of kleding de feitelijke kansen op arbeidsinschakeling belemmert, gekort,
ingetrokken of geweigerd wordt. In verband hiermee heeft de Staatssecretaris van Sociale
Zaken met klem aan de colleges verzocht ook expliciet regels te formuleren waarmee streng
kan worden opgetreden tegen personen die hun feitelijke kansen op de arbeidsinschakeling
belemmeren door hun gedrag of kleding en er tevens op toe te zien dat deze regels ook
worden gehandhaafd.
In zowel de bestaande als de nieuwe Afstemmingsverordening zijn regels gesteld met
betrekking tot gedragingen die de arbeidsinschakeling belemmeren. Het gaat hier om het
stellen van niet verantwoorde beperkingen ten aanzien van de aanvaardbare arbeid of
negatieve gedragingen die de kansen op arbeidsinschakeling verminderen. Daarbij kan het
in bepaalde gevallen ook gaan om kleding.
Wij zijn van mening dat het praktisch onmogelijk is om uiterlijkheden in al zijn
verschijningsvormen te benoemen, laat staan om uitputtend aan te geven wat wel of
niet kan. Om te beginnen is dit moeilijk objectiveerbaar, -wat is passend en wat niet,
persoonlijke smaak- verder speelt mee om welke functie het gaat. Daarnaast raakt dit de
universele vrijheden zoals het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer
(privacy), vrijheid van meningsuiting (of expressie), gelijke behandeling (non-discriminatie)
en vrijheid van godsdienst.
Dat neemt niet weg dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun bestaansvoorziening. Als
dat verwijtbaar niet gebeurt om wat voor reden dan ook, is er sprake van maatregelwaardig
gedrag. In die gevallen zal worden opgetreden door middel van het opleggen van een
maatregel. De bepalingen over negatieve gedragingen in de Afstemmingsverordening bieden
daarvoor voldoende mogelijkheden.
(Juridische) consequenties
De Afstemmingsverordening WWB en Bbz gemeente Borsele 2011 zal na vaststelling
worden bekendgemaakt en treedt in werking per 1 oktober 2011.
Financiën
Deze wijziging heeft geen financiële consequenties.
2
Uitvoering/planning
Omdat het een wettelijke plicht is om de Afstemmingsverordening aan te passen zodat deze
ook voor Bbz gerechtigden van toepassing is en omdat aangesloten wordt bij de bestaande
bepalingen is vooraf geen advies ingewonnen bij de Cliëntenraad.
Communicatie
De vaststelling van de verordening zal in de Borselse Bode bekend worden gemaakt.
Besluit
De Afstemmingsverordening WWB en Bbz gemeente Borsele 2011 vaststellen.
Ter inzage liggende stukken
n.v.t.
Bijlage(n)
Concept Afstemmingsverordening WWB en Bbz gemeente Borsele 2011.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Borsele,
E.J. Gelok,
burgemeester.
P. Katsman,
secretaris.
3
Download