Toon gehele stuk - Gemeente Heemstede

advertisement
Collegebesluit
Collegevergadering: 29 april 2014
ONDERWERP
Verstrekkingenboek bijzondere bijstand 2014.
INLEIDING EN SAMENVATTING
Bijgevoegd is het verstrekkingenboek bijzondere bijstand 2014. Het huidige
verstrekkingenboek stamt uit 2011 en sommige onderdelen zijn door wijzigingen in wet- en
regelgeving, inzichten en jurisprudentie aan een actualisatie toe.
Tevens wordt aandacht besteed aan de toezegging van het college om terug te komen op
de motie ‘beleidsvrijheid gemeentelijk armoedebeleid’ (begrotingsraad 7 november 2013).
BESLUIT B&W
1. Het verstrekkingenboek 2014 vast te stellen en deze in te laten gaan op 1 juli 2014;
2. Een overgangsperiode vast te stellen ten behoeve van de huidige doelgroep die bijzondere bijstand ontvangt voor budget- of bewindvoeringskosten tot maximaal 1 januari 2015;
3. Dit besluit ter informatie voorleggen aan de commissie Samenleving (C-stuk).
MOTIVERING
Maatwerk
Het verstrekkingenboek bevat richtlijnen die houvast moeten geven bij de beslissing op een
aanvraag bijzondere bijstand. Belangrijk is de menselijke maat. Vertaald naar de wettelijke
vereisten en de visie op bijzondere bijstand in de Participatiewet, betekent dit dat het college
wordt opgedragen om beleid te ontwikkelen op basis van maatwerk.
Actualisatie van het verstrekkingenboek
Het huidige verstrekkingenboek stamt uit 2011. Inmiddels zijn sommige onderdelen aan een
actualisatie toe. In de afgelopen jaren hebben de wetgever en de rechtsprekende macht
steeds meer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zelf te
voorzien in de kosten van levensonderhoud en te voorzien in te verwachten bijzondere
kosten. Als gevolg hiervan behoeft de motivering van sommige onderwerpen aanpassing.
De IASZ heeft bovenstaande beleidslijn gevolgd. Het verstrekkingenboek moet nu
overeenkomstig worden geactualiseerd. Dit heeft geen financiële gevolgen voor de minima.
Een voorbeeld hiervan is dat de wetgever het de eigen verantwoordelijkheid van burgers
acht om zich - naast de verplichte basisverzekering - afdoende te verzekeren tegen
ziektekosten. Als gevolg van dit rijksbeleid behoeft voor de niet vergoede medische kosten in
principe geen bijzondere bijstand te worden verstrekt. De IASZ-gemeenten voeren, net als
de meeste gemeenten in Nederland, op grond van de kan-bepaling in artikel 35, eerste lid,
WWB t.a.v. de eigen bijdrage voor ziektekosten een bovenwettelijk begunstigend beleid,
waarbij vanaf het verstrekkingenniveau van onze collectieve zorgverzekering bijzondere
bijstand wordt verstrekt voor de aan ziektekosten verbonden eigen bijdrage. Er wordt van
rechtswege geen compensatie verstrekt voor het wettelijk vastgestelde eigen risico.
Ook zijn alle in het oude verstrekkingenboek genoemde bedragen vervangen door
verwijzingen naar de wettelijke vindplaats. Dit ter voorkoming van het tweemaal per jaar
moeten aanpassen van de bedragen (vanwege de inflatiecorrectie worden de normbedragen
jaarlijks per 1 januari en 1 juli gewijzigd).
627950
1/4
Collegebesluit
Collegevergadering: 29 april 2014
Verder wordt voorgesteld om het bestaande beleid te formaliseren bij bijstandsaanvragen
waarbij er sprake is van draagkracht in vermogen, maar het vermogen zit vast in de eigen
woning. In de praktijk komt het steeds vaker voor dat personen met een woning in eigendom
een beroep doen op bijzondere bijstand, waarbij toekenning hiervan op basis van het
inkomen mogelijk is. Het vermogen dat vast zit in de eigen woning is dan vaak een beletsel
voor het verlenen van bijzondere bijstand. Conform de wet moet de aanvrager de
overwaarde van de door hem of zijn gezinsleden bewoonde woning te gelde maken, door
bijvoorbeeld de woning verder te bezwaren met een hypotheek. Door de relatief hoge kosten
die dit met zich meebrengt en het gegeven dat banken vaak niet meewerken aan een
dergelijk verzoek, is dit vaak niet reëel. Het alternatief is dat de gemeente bij iedere
bijzondere bijstandsverstrekking moet overgaan tot het vestigen van een krediethypotheek,
waarbij dan niet zelden de kosten de baten flink overschrijden. Het strikt uitvoeren van weten regelgeving leidt dan tot ongewenste situaties. De IASZ heeft de afgelopen jaren daarom
het deel van het vermogen dat vast zit in de woning buiten beschouwing gelaten zolang de
totale kosten van de bijzondere bijstand op jaarbasis niet uitkomen op meer dan twee keer
de maandnorm.
Voorgesteld wordt om dit beleid nu te formaliseren in het verstrekkingenboek.
Voorts wordt voorgesteld om een wijziging door te voeren, met betrekking tot draagkracht
voor de kostensoorten budget- en bewindvoeringskosten. Artikel 35, eerste lid, WWB
bepaalt dat - onder voorwaarden - alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als de
aanvrager niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere
omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en als deze naar het
oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstands-norm en/of het
vermogen. De colleges van de IASZ-gemeenten hebben in 2011 de algemene bepalingen
van draagkracht uit inkomen en vermogen als volgt bepaald: de draagkracht uit inkomen is
in beginsel 40% van het inkomen dat meer bedraagt dan 110% van de bijstandsnorm. De
draagkracht uit vermogen betreft in beginsel alle vermogensbestanddelen boven het
maximaal vrij te laten bedrag in artikel 34, derde lid WWB.
Bij enkele kostensoorten is de draagkracht in 2011 afwijkend (hoger) vastgesteld omdat
deze kostensoorten basale algemene kosten van levensonderhoud zijn. Het gaat hierbij om
woonkosten, duurzame gebruiksartikelen en andere noodzakelijke periodieke
bestaanskosten. In het verstrekkingenboek 2011 is al bepaald dat het voor deze kosten
gerechtvaardigd is om de draagkracht in het inkomen vast te stellen op 100% van het
inkomen boven de bijstandsnorm, excl. vakantietoeslag. De draagkracht in het vermogen is
voor deze kosten vastgesteld op een vermogensvrijlating van maximaal € 2.000.
In het voorliggende verstrekkingenboek wordt voorgesteld om aan bovenstaande
kostensoorten de kostensoort budget- en bewindvoeringskosten toe te voegen. De reden
hiervoor is dat deze kostensoorten (het beheer over inkomen en uitgaven) feitelijk basale
algemene kosten van het bestaan betreffen, waarbij – mede door de inzet van budget- en
bewindvoering - de aanvrager vaak vermogen opbouwt en na verloop van tijd over een
aanzienlijk spaarsaldo beschikt.
627950
2/4
Collegebesluit
Collegevergadering: 29 april 2014
Motie beleidsvrijheid gemeentelijk armoedebeleid in gemeenteraadsvergadering van
Heemstede op 7 november 2013.
De motie constateert dat:
a. Door de economische slechte tijden de (kans op) armoede in Nederland toeneemt.
b. Door verhoging van heffingen en premies, zoals de eigen bijdrage ziektekosten,
hulpmiddelen, ziektekostenverzekering, de besteedbare ruimte voor de minima flink
afneemt.
c. Het huidige kabinet aan gemeenten voor de uitvoering van het armoedebeleid
beleidsruimte toekent.
d. In 2014 structureel extra middelen beschikbaar worden gesteld (80 miljoen in 2014
en in 2015 100 miljoen).
Het college wordt verzocht:
 De raad te informeren hoe de beleidsvrijheid van de gemeente benut kan worden.
 Het oormerken van de rijksbijdrage.
 Te inventariseren wat nodig en gewenst is.
 Te komen tot een voorstel voor een nieuw beleid in het 2e kwartaal 2014.
Het college erkent de constateringen van de motie. Voor een flink deel van de genoemde
kosten onder b voorziet het gemeentelijk armoedebeleid. Zo wordt een tegemoetkoming in
de kosten voor een aanvullende ziektekostenpremie verstrekt via het minimabeleid (€ 10,00
per polishouder per maand en € 20,00 per polishouder per maand voor de doelgroep
ouderen en chronisch zieken) en voorziet het bijzondere bijstandsbeleid in de mogelijkheid
van het verstrekken van bijzondere bijstand in alle noodzakelijke eigen bijdragen als gevolg
van ziekte of gebrek. Het wettelijk vastgestelde eigen risico mag van rechtswege niet worden
gecompenseerd met bijzondere bijstand.
Om een ruimhartig beleid te voeren voor de minima hebben de IASZ-gemeenten jaren
geleden al een minimabeleid vastgesteld dat voorziet in een schoolkostenregeling, een
computerregeling voor schoolgaande kinderen, sociaal-culturele en sportieve participatie en
een collectieve aanvullende zorgverzekering. Bewust is destijds de keuze gemaakt om het
minimabeleid uit de werking van de WWB te halen en te organiseren rond een
declaratiesysteem. De redenen hiervan zijn dat een declaratiesysteem minder
stigmatiserend is dan een stadspas, er alleen daadwerkelijk gemaakte kosten worden
vergoed, en een stadspas -qua uitvoering- veel kosten met zich meebrengt. Wel is
aangesloten bij de inkomensnorm van 110% van de bijstandsnorm om het centrale
inkomensbeleid niet te doorkruisen.
Wetswijzigingen per 01-01-2015
Na 1 januari 2015 kan uitsluitend nog categoriale bijzondere bijstand worden toegekend als
bijdrage (stimulering) voor deelname aan een collectieve aanvullende zorgverzekering dan
wel een stadspas. Gedurende de onderhandelingen voor het wetsvoorstel Participatiewet
heeft de staatssecretaris meermalen betoogd dat ook in de nieuwe regeling een verruiming
van bijzondere bijstand mogelijk is. Hiertoe is ook een financiële impuls toegezegd. De
beoogde verruiming is thans niet terug te vinden in het wetsontwerp. Immers, de criteria van
artikel 35, eerste lid WWB, maken dat het college altijd moet nagaan of de betreffende
kosten in het individuele geval daadwerkelijk zijn gemaakt én of deze kosten daadwerkelijk
noodzakelijk zijn. De noodzaak moet mede worden getoetst aan het door het Rijk gevoerde
inkomensbeleid. Nu de strekking van artikel 35, eerste lid niet is veranderd is er feitelijk dus
geen sprake van een verruiming van de bijzondere bijstand. Door het afschaffen van
categoriale mogelijkheden is de werking eerder beperkt. De eventuele verruiming zal
gezocht moeten worden rond de individuele bijzondere bijstand (maatwerk). Dit betekent in
ieder geval dat de doelgroep minder gemakkelijk wordt bediend en lopen we het risico dat de
uitvoeringskosten zullen stijgen.
627950
3/4
Collegebesluit
Collegevergadering: 29 april 2014
Op dit moment lijkt het erop dat het eventueel verruimen van de mogelijkheid tot het
verstrekken van bijzondere bijstand volledig wordt overgelaten aan de gemeenten.
Er bestaat thans dus veel onduidelijkheid over de feitelijke beleidsverruiming rond de
individuele bijzondere bijstand, ook in relatie met gemeentelijk minimabeleid.
Onderhandelingen tussen kabinet en VNG vinden nog plaats en rond mei 2014 worden de
eerste handreikingen verwacht. Het college wil deze onderhandelingen afwachten en zegt u
toe om na de zomer maar voor de ingangsdatum van de Participatiewet (1 januari 2015) met
een separate nota over dit onderwerp te komen.
Kosten noodzakelijke formele kinderopvang: bijzondere bijstand of kwijtschelding
lokale lasten?
Huishoudens die vanuit een bijstandssituatie aan het werk gaan of een laag inkomen
hebben komen in veel gevallen niet (meer) in aanmerking voor bijzondere bijstand en/of
kwijtschelding van lokale lasten omdat het netto inkomen te hoog is. Dit lijkt terecht, maar
tegelijkertijd kan het zijn dat het besteedbaar inkomen niet toeneemt vanwege de kosten van
kinderopvang. Het kabinet ziet deze armoedeval als een ongewenste situatie. Het
belemmert de participatie op de arbeidsmarkt. Het kabinet verzoekt gemeenten dit op te
pakken. Om gemeenten hierin te ondersteunen is in 2012 structureel € 10 miljoen aan het
landelijke budget voor bijzondere bijstand toegevoegd. Van noodzakelijke kosten van
kinderopvang is sprake als er geen ouder thuis blijft die op het kind kan passen.
Aan de gemeenteraad zal na de zomer en voor de invoering van de participatiewet (1 januari
2015) een voorstel worden voorgelegd waarin wordt ingegaan op de aanwending van de
verkregen extra middelen voor formele kinderopvang inzake kwijtschelding gemeentelijke
belastingen.
ADVIES CLIENTENRAAD
De cliëntenraad is in deze om advies gevraagd. De cliëntenraad heeft geconcludeerd dat
voorliggend stuk een helder en overzichtelijk stuk is. Het behoeft geen aanpassing.
FINANCIËN
Naar verwachting kan de wijziging budgetneutraal worden uitgevoerd.
JURIDISCH KADER
Artikel 35 WWB.
COMMUNICATIE/BEKENDMAKING
Via plaatsing in lokale weekbladen, op de website, via nieuwsbrieven en gerichte
aanschrijving doelgroep budget- en bewindvoeringskosten.
BIJLAGEN
 kenmerk: 627951 onderwerp: Bijzondere bijstand en verstrekkingenboek 2014
627950
4/4
Download